No. 185 Zaterdag 9 Mei 1931 45e Jaargang Dagblad voor de Provincie Zeeland Hendrikse Co's BankN.V. Goes EERSTE BLAD. DE LIJKVERBRANDING. Buitenland. Binnenland. Belangrijkste Nieuws. COUPONS EN LOSSINGEN Staten-Generaal Dit nummer bestaat uit 2 bladen. In dit verband ifrordt herinnerd aan de VADERLANDSCHE BANK /q obligatiën metjaarlijksciie uitloting ALLE per 1 MEI vervallende worden verzilverd door Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes. Tel.: Redactie en Administratie No. 11. Postrekening No. £«55. Bijkantoor te Middelburg. Firma F. P. DHUU, L. Burg. TeL No. 259. VERSCHIJNT ELK.EN WERKDAG. Abonnementsprijs! Per 3 maanden, franco per post, f3.— Losse nummers 10.05 Pr 1]s der Adverfontiën: 1i regels 11.20, elke regel meer 30 ct. Bi] abonnement belangrijke korting. In het jongste nummer van „Antirevo lutionaire Staatkunde" wijdt Dr J. Hoek een artikel aan het altijd nog actueele onderwerp: Lijkverbranding en de taak der Overheid. De schrijver behandelt eerst het vraag stuk in het algemeen, waarbij wordt aan getoond, dat lijkverbranding van ouds 'n heidensche gewoonte was, terwijl de be grafenis een echt Christelijke traditie is, een traditie in overeenstemming met het doorloopend getuigenis der Heilige Schrift. „Het is niet toevallig, dat met de op- komst van 't materialisme en met den voortschrijdenden invloed van bet onge loof, ook de krematie weer haar intrede deed. Het is een begeleidend verschijnsel van de ontkerstening van het leven. De urne past bij de ongeloovige, het graf bij de Christelijke levens- en wereldbeschou wing". Bij de behandeling van de vraag, welke houding de Overheid tegenover dit vraag stuk heeft aan te nemen, wijst Dr Hoek er op, dat z.i. niet juist is de stelling, dat de onderdaan geheel kan worden vrij gelaten te bepalen, wat met zijn stoffelijk overschot geschieden moet. Die onbe grensde vrijheid bestaat ook inderdaad niet. De Overheid bemoeit er zich mede moet er zich mede bemoeien al was het alleen reeds uit het oogpunt der volks-hygiëne wat met iemands lijk geschiedt. En de Overheid van wat nog te recht een Christelijk volk pleegt te worden genoemd!, heeft 't recht niet al leen in te gaan tegen wat de lichamelijke volksgezondheid benadeelt, maar ook te gen wat de Christelijke zede publiek aan tast. De Overheid, heeft te dien opzichte een bepaalde roeping. En nu is het in vele gevallen wel heel moeilijk de grenzen van die roeping op juiste wijze af te bakenen en ook is het waar, dat de Schrift geen rechtstreeks verbod bevat, maar wel is bij het licht van Schrift en historie on- omstootelijk vast te stellen, dat de begra fenis tot de Christelijke zeden behoort en daarom mag de Overheid in ons land niet zonder nadere uitspraak en regeling den bestaanden toestand bestendigen, waarbij van een door sommigen beweerde, maar door anderen (b.v. Prof. Fabius) ont kende leemte in de Begrafeniswet gebruik gemaakt wordt om jaarlijks plm. 500 krematias in 4e gemeente Velsen te doen plaats vinden. Zooals de toestand thans is, kan men een lijk bovendien ook wel op andere wijze laten verbranden dan in een kre- matorium. En de heer Idenburg heeft er in 1923 in do Eerste Kamer terecht op gewezen, dat op het oogenblik de me thode der Parsen, die te Bombay hun lij ken op hooge kolommen der gieren ter vernietiging aanbieden zonder vrees voor de strafrechtelijke sanctie der Begrafe niswet zou kunnen warden toegepast. En allerlei bepalingen, die bij de begraving moeten worden in acht genomen, gelden momenteel voor de verbranding van lij ken wettelijk niet. De toestand is dus metterdaad onhoudbaar. Na dan verder gewezen te hebben op wat het program van actie van 1929 der A.R. partij hieromtrent bevat, welk pro gram niet geheel van onduidelijkheid is vrij te pleiten, vervolgt Dr Hoek: „Hoe het ook zij, naar mijn meening moet de principieele vraag: mag lijkver branding door de overheid van een Chris telijk land worden toegestaan, ontken nend worden beantwoord. Ware hier sprake van consciëntie dwang, dan stond de zaak natuurlijk an ders. Maar waar het geweten hier buiten het geding staat, is de principieele eisch te stellen, dat de overheid de lijkverbran ding in ons land niet toelate. Indien echter gelijk te vreezen staat voor een krematieverbod in de Staten- Generaal geen meerderheid zal te vinden zijn, dan kan een Kabinet bezwaarlijk de eisch worden gesteld, dat het een wets ontwerp indiene, dat de krematie volstrekt verbiedt. Er moet dan gestreefd naar een oplossing, welke aan de verwezenlijking van ons beginsel zoo dicht mogelijk nabij komt. idee welke Dr Kuyper aan de hand deed, toen hij gewaagde van een gelegenheid tot lijkverbranding op een geheel eenzame plaats, onder streng wettelijken waarborg en onder de gelding van bepalingen, die alle vertoon van de krematie doe wegval len. „Ik herhaal echter zoo besluit Dr Hoek zijn betoog waarvan wij met in stemming melding maken dat zulk 'n concessie alleen zou mogen gedaan wor den, ingeval het principieel door ons ge- eischte verbod van lijkverbranding inder daad tot het practisch onbereikbare be hoort. Het gaat ook op dit punt om het al of niet bewaren van de Christelijke grond slagen van ons volksleven. Onze A.-R. partij weifele dan ook niet, maar houde de overheid haar roeping voor, dat, voor zoover binnen hare com petentie valt, de ontkerstening van ons volk ook ten dezen opzichte worde tegen gegaan." Dr Colijn naar Genève. Dr Colijn zal, naar gemeld wordt, den Volkenbondsraad een rapport voorleggen over de jongste conferentie, waarop de handelsconventie is mislukt. Ook tijdens de zitting van de Europeesche studie commissie zal dr Colijn naar Genève ko men, ofschoon hij niet als gedelegeerde van Nederland zal optreden. De vloot-onderhandelingen voorloopig afgebroken? Volgens berichten in de Londensche bladen zijn de vloot-onderhandelingen mislukt, ondanks het feit, dat het offi cieel communiqué deed verwachten, dat er nog hoop bestond op het bereiken van overeenstemm ing. De commissie van deskundigen, die de Europeesche vloot-overeenkomst definitief zou opstellen, is voor onbepaalden tijd verdaagd. De regeeringen van Frankrijk, Italië en Engeland konden het tot nu toe over de belangrijkste kwestie, n.l. die van het bouwen van nieuwe schepen voor oude door Frankrijk, niet eens worden, zoo dat verdere arbeid voor de deskundigen geen zin heeft. Gemeld wordt, dat de vertegenwoordiger van het Fransche ministerie van buiten- landsche zaken reeds naar Parijs is ver trokken. Agrarische hervormingen ln Spanje. Volgens een bericht uit Madrid heeft de Spaansche regeering een verordening uitgevaardigd voor de agrarische hervor mingen, volgens welke de pachtcontrac- ten voor 10 tot 15 jaar gesloten zullen worden, ten einde de pachters een zekere bescherming te bieden. Voorts worden scheidsgerechten ingesteld voor alle loon- conflicten in den landbouw. De regeering wil het parlement een wetsvoorstel voorleggen, om het groot grondbezit te onteigenen in alle gevallen, waarin door nalatigheid van de eige naars de grond braak blijft liggen. Verder wil de regeering een algemeens onteigening van het grootgrondbezit in het Zuiden en centrale gedeelte van Span je, aangezi endit daar zulk een omvang heeft aangenomen, dat er gevaar voor de bebouwing bestaat. Briand aan het woord. De Fransche Kamer was gisteravond volledig bezet, toen Briand zijn rede over de Duitsch-Oostenrijksche tolunie aan ving. De minister begon met er aan te her inneren, dat hij na den oorlog met de voornaamste staatslieden van Europa heeft samengewerkt voor een politiek van pacificatie van Europa en daarbij een sterken wil aan den dag heeft moeten leg gen, om den tegenstand, waarop hij her haaldelijk stuitte, te overwinnen. Hij heeft met mannen als Poincaró en Tardieu solidair samengewerkt. Thans echter tracht men hem desniettegenstaan de te isoleeren. Spreker heeft echter geen van zijn daden te betreuren; hij aan vaardt de verantwoordelijkheid van zijn politiek. Frankrijk is nooit zoo machtig geweest als thans. De kwestie eener politieke aan sluiting van Oostenrijk bij Duitschland heeft sedert het einde van den oorlog haar scherpte verloren. Thans staat men echter voor een poging, die een econo misch karakter heeft en deze poging wekt veel meer bezorgdheid dan die eener po litieke aaneensluiting. Briand achtte het een roem voor zich, tot de Europeesche samenwerking het initiatief te hebben genomen. Hierbij is thans een kader verkregen waarbinnen de oorlog uitgeschakeld is en de economi sche moeilijkheden besproken kunnen worden. Het plan voor een Duitsch-Oostenrijk sche tolunie heeft de geheele wereld in spanning gebracht. Dergelijke vraagstuk ken moeten door den raad van den Vol kenbond worden onderzocht. Europa is op het oogenblik het slacht offer van een verschrikkelijken chaos en het zal de roem van Frankrijk zijn, het initiatief genomen te hebben om da orde gemeenschappelijk met de andere staten te herstellen. Verder bestrijdt Briand, dat Oostenrijk het recht heeft, met Duitschland een tol unie te sluiten. Men heeft Oostenrijk door de volkenbondsleening van 1922 geholpen en gelegenheid gegeven, om te leven. Frankrijk moet geduld toonen en voor zichtigheidsmaatregelen treffen, om een botsing met het Duitsche volk, dat 70 mil- lioen zielen telt, te vermijden. Argentijnsche troebelen. Volgens mededeeling van reizigers, die uit Buenos-Ayres zijn teruggekeerd, ont wikkelt de politieke toestand in Argenti nië zich op bedenkelijke wijze. Het invloedrijke Spaansche orgaan „Gracias", mag voorloopig niet verschij nen; de hoofdredacteur moet het land binnen 24 uur verlaten. Volgens een Reuter-telegram uit Bue nos-Ayres heeft president Uriburu, wijl de politieke toestand een ernstige wending zou kunnen nemen, besloten, een keur corps van 15.000 man te vormen, waarop hij in geval van nood zou kunnen reke nen. Er wordt een zeer strenge censuur uit geoefend. De betoogingen tegen de regee ring hebben een zeer ernstig karakter aangenomen. Korte berichten. Gemeld wordt, dat in verband met de aanstaande presidentverkiezing een extra-bewaking is ingesteld voor den per soon van den Franschen minister van Suitenlandsche zaken, Briand. Het Engelsche Lagerhuis heeft in tweede lezing, zonder hoofdelijke stem ming, een wetsvoorstel aangenomen, dat beoogt de opening van winkels en het drijven van handel op straat gedurende den Zondag te beperken. Behalve in Zuid-West-Duitschland zijn ook in Oost-Pruisen overstroomingen voorgekomen, die daar ontstaan zijn door het smelten van de sneeuw. In het Noord- Oostelijk gedeelte van Oost-Pruisen zijn dijkbreuken voorgekomen. Het verkeer is in vele gevallen slechts nog per boot mo gelijk. De voorjaarswerkzaamheden voor het gereed maken van de akkers worden door de overstroomingen in hooge mate belemmerd. De R. K. parlementaire Iandbouw- groepen in België hebben besloten bij de regeering een voorstel in te dienen, om de invoerrechten op boter te verhoogen. voor belaste waarden, 's-GRAVENHAGE 60 j tegen beurskoers Notariaat. Te 's-Gravenhage is op 66-jarigen leef tijd overleden de heer P. Varkevisser, een. bekend notaris te Scheveningen. De circulaire van Ged. Staten van Zeeland over steunverleening aan werkioozen. De minister van binnenlaadsche zaken en landbouw heeft op de vragen van het Tweede Kamerlid Drop in verband met een door Gedeputeerde Staten van Zee land aan de gemeentebesturen in die pro vincie gerichte circulaire van 29 Augus tus 1930, betreffende steunverleening aan werkioozen, geantwoord: De ondergeteekende mag niet nala ten er op te wijzen, dat hij in de verga dering van de Tweede Kamer der Staten- Generaal van 12 Februari 1.1. niet heeft gezegd: „gaarne bereid (is) te zorgen, dat ten deze in den vervolge op juiste wijze wordt gehandeld". Hij heeft een eenigszins grooter citaat is hier onont beerlijk gezegd: „De geachte afgevaardigde, de heer van den Tempel, heeft met een woord ge sproken over de circulaire van Gedepu teerde Staten van Zeeland. Die circulaire is uitgegaan zonder mijn voorkennis, maar het blijkt uit de practijk, dat Gede puteerde Staten van Zeeland zich bij de toepassing der werkverschaffing aanslui ten bij de Rijksmaatregelen. Mocht dat niet het geval zijn, dan ben ik gaarne be reid te zorgen, dat ten deze in den ver volge op de juiste wijze wordt gehandeld". (Vgl. s.v.p. bladz. 1630 der Handelingen) De ondergeteekende is op 12 Februari uitgegaan van de veronderstelling, dat in de provincie Zeeland bij de gemeente besturen een juist inzicht zou bestaan in hetgeen ten aanzien van de werkloozen- zorg noodig en gewenscht is. Voor 'n oogen blikkelijk overleg bestond derhalve des tijds geen aanleiding. Echter bleek hem uit een later bij verschillende gemeente besturen ingesteld onderzoek, dat het juiste inzicht ter zake niet overal in vol doende mate aanwezig was. Uit de inge zonden rapporten kon worden opgemaakt, dat hier de invloed merkbaar was van 't rondschrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d 29 Augustus 1930. De ondergeteekende heeft daarin aanleiding gevonden op 19 Maart van dit jaar uitvoerig aan Gedeputeerde Staten van Zeeland uiteen te zetten, hoe het Re- geeringsstandpunt ten aanzien van de steunverleening en werkverschaffing is. Uit nadere inlichtingen, door genoemd college bij brief van 2728 Maart 1.1. verstrekt, bleek, dat dit, per circulaire van 6 Maart van dit jaar, zijn zienswijze had verduidelijkt. Uit dit rondschrijven en de hierboven bedoelde inlichtingen trok de ondergeteekende de volgende conclu sies: a. Genoemd college wenscht ten aan zien van de werkloozenzorg volledig met de regeering samen te werken; b. Er bestaat geen verschil van inzicht tusschen de regeering en Gedeputeerde Staten voor zoover betreft de steunrege ling. c. Er heerscht ten opzichte van de werkverschaffing in de provincie Zeeland nog eenig misverstand. In verband met deze conclusies heeft de ondergeteekende Gedeputeerde Staten verzocht, ten opzichte van de werkver schaffing aan de gemeentebesturen een nadere uiteenzetting van de opvattingen van de regeering op dit punt te willen geven. Tot zijn leedwezen meenden Gedepu teerde Staten, dat een nieuwe aanschrij ving weinig resultaat zou opleveren. Zij verzochten evenwel kennis te mogen ne men van de aan den ondergeteekende uit gebrachte rapporten, opdat het college kon trachten, om, ingeval in sommige gemeenten crisiswerkloosheid heerscht, zijn invloed aan te wenden om haar be sturen te hewegen, de leiding en verant woordelijkheid van de werkverschaffin gen op zich te nemen. Binnenland. Voorstellen voor den Gemeenteraad van Middelburg. De Tweede Kamer over de drankwether ziening. Beantwoorde vragen over de houding van Ged. Staten tegenover de werkloosheid. Buitenland. Troebelen in Argentinië. Een rede van Briand. De vloot-onderhandelingen afgebroken? Jhr Mr B. G. de Jonge, oud-minister van Oorlog, benoemd tot gouverneur-generaal van Ned.-Indië. De tuinbouw-onderlinge. Te Amsterdam is onder voorzitter schap van den heer Jhr J. O. de Jong van Beek en Donk de jaarlijksche alge- meene ledenvergadering gehouden van de Tuinbouw-Onderlinge. Uit het verslag en de mededeelingen der directie bleek, dat het ledental op 31 October 1930 bedroeg 7646. Het verze kerd loonbedrag bedroeg voor zoover de wettelijke verzekering betreft f20.940.145, voor de aanvullende regelingen f 2.298.130 in totaal alzoo f23.338.275. Op 31 Octo ber 1930 waren 1242 patroons voor zich persoonlijk bij de Tuinbouw-Onderlinge verzekerd en hadden 374 leden hun kin deren in de verzekering doen opnemen. In het verslagjaar werden aangegeven 2022 ongevallen, in welk cijfer zijn inbe grepen de met ongevallen gelijk gestelde bedrijfszi'ekten. Het aantal ongevals-aan- giften blijft in de laatste jaren een voort durende stijging vertoonen. In het verslagjaar werd 17 maal een beroep ingesteld tegen een beslissing om trent schadeloosstelling, namens het be stuur genomen. Aan de beurt, van aftreding waren de bestuursleden de heeren Herman Looy- mans (niet herkiesbaar) en B. Ruys, welke laatste werd herkozen. In de plaats van den heer Looymans werd gekozen de heer J. Blaauw te Boskoop. In de vacature, ontstaan door het over lijden van den heer W. D. Keesen Azn, werd gekozen de heer D. Eveleens- Maarse. Herkozen als plaatsvervangende leden van het bestuur werden de heeren G. H. B. Alsche en W. Bolhuis. TWEEDE KAMER. Wijziging van de Drankwet. Bij de artikelsgewijze behandeling van het nieuwe ontwerp-Drankwet verdedigde de heer v. d. Heide (soc. dem.) een amendement op art. 1 om een andere om schrijving te geven van het begrip „ster ke drank". Spr, stelt voor, te bepalen, dat

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 1