OE ZEEUW
Het Geweien van RoprTrehern.
TWEEDE BLAD.
Brieven uit de Residentie.
FEUILLETON
VAN
DINSDAG 24 MAART 1931, Nr 147.
Is „calvinist" te wezen iets heel ergs'?
U denkt misschien bij het lezen van
die vraag,, wat heefi de man uit de Re
sidentie nu weer in z'n hoofd.' en
(iaarom ben ik wee^ verplicht om even
toe te lichten, hoe ik aan di s vraag xom.
U kent misschien bij name wel Henri
Polak? Ik ken hem niet alleen bij name,
maar ook van persoon, want als lid on
zer Eerste Kamer vertoeft hij meerma
len in onze Residentie.
Henri Polak is sociaal-democraat, en
ik voeg er dadelijk bij: een heele nette.
Zoo een van het Engelsche „type", als
Mac Donald, Snowden en Henderson.
Als je die menschen niet kent en je ziet
ze zoo, dan ben je geneigd aan een buur
man te vragen: wie is die nette mijn-,
heer? en je denkt, dat het de een of an
dere landjonker, of rijke fabrikant is.
Maar Henri Polak is soc.-democraat,
dus is hij „proletariër". Nu staat hij,
voor wat zijn sociaal-democraterigheid
betreft, niet bij al zijn mede-proletariërs
even hoog aangeschreven. Dat komt ook
wel door zijn liefhebberijen. Hij strijdt
erg voor behoud van natuurschoon, voor
bescherming van dit en bescherming van
dat, voor de zuivering van onze taal, enz.
Er zijn menschen, die dat voor een so
ciaal-democraat, die toch altijd aan moet
sturen op de groote „kladderatsch"
minder gewenscht vinden, zij oordeelen,
dat het met den klassenstrijd heel weinig
te maken heeft.
De échte sociaal-democraten vinden
daarom niet alleen Henri Polak wat
„burgerlijk", maar ook om z'n ideeën als
sociaal-democraat. Hij staat onder de
roode broeders wel aan den rechtschen
vleugel en er zijn partijgenooten, die het
waarschijnlijk niets erg zouden vinden,
als hij maar ophoepelde en naar één van
de democratische burgerlijke partijen
overliep. Hij heeft dan ook, vanwege ver
schillende zijner uitingen heel wat te ver
duren van z'n meer linksche partijgenoo
ten, die soms bedenkelijk dicht bij de
communisten staan, maar die men tot
nog toe in de S.D.A.P. niet al te best
aandurft.
Henri Polak moet zich dan ook meer
malen verdedigen en soms doet hij dai
allerminst malsch, waat hij kan vriende
lijk, ja zelfs „hoofsch" zijn, maar hij kan
ook met handen en voeten tegelijk van
zich afslaan.
Nu was het juist zijn laatste verdedi
ging in „Het Volk", die mij die vraag
deed stellen: is „calvinist" te wezen iets
heel ergs?
Als Henri Polak de extremisten op
hun nummer zet, d.w.z. de uiterste lin
kerzijde onder de sociaal-democraten be
strijdt, dan zegt hij hen, dat ze in hun
verwatenheid precies gelijk zijn aan de
Calvinisten, dus alles willen kneden in
den vorm, dien zij den eenig goede ach
ten. "Waarschijnlijk begrijpt u nu mijn
vraag beter.
Calvinisten, dat is het schrikbeeld
van onverdraagzaamheid, feitelijk van
farizeïsme.
Tenminste voor Henri Polak.
Nu hoop ik maar voor hem één ding
en dat is, dat de autoriteit, waarmede hij
over andere kwesties spreekt en schrijft,
beter gefundeerd is, dan de manier,
waarop hij over de calvinisten spreekt,
want die raakt kant noch wal.
Daar weet hij nu precies niets van.
Men zou hem aan kunnen raden, dat
hij eenvoudig begon en b.v. eerst eens las
de bekende brochure van Dr Kuyper over:
Het Calvinisme, grondslag en waarborg
onzer constitutioneele vrijheden.
En dan ook eens kennis nam van de
prachtige Stone-lezingen van Dr Kuyper
over het Calvinisme.
Mij dunkt, dan zou hij zich haasten,
om zijn oordeel over de Calvinisten te
herzien. Zijn fijnbesnaarde ziel, die juicht
over schoonheid en zoekt naar waarheid,
zou het pijnlijk voelen, hoe hier een car-
ricatuur geschoven was in de plaats van
het echte portret.
En het is absoluut niet vriendelijk, ja
het is onbehoorlijk, dat Henri Polak zijn
„mot" met z'n linksche partijgenooten ge
bruikt, om zoo en passant den Calvinisten
een trap te geven.
In zijn wezen is het Calvinisme veel
meer democratisch dan de sociaal-demo
cratie.
In de lijst van zijn tijd was Calvijn een
veel grooter democraat dan Henri Polak
het is in de lijst van dezen tijd.
In Genève legde Calvijn aan het volk
de wet en de verordeningen niet op zon
der meer, maar de burgerij had ze een
stemmig goedgekeurd.
En is het in de Calvinisten van dezen
tijd af te keuren, dat zij1 zoeken in staat
en maatschappij hun beginsel tot gelding
te brengen?
Maar dan zijn de sociaal-democraten
even goed geoordeeld en zij niet alleen.
En de heer Henri Polak staat dan nog
meer schuldig, want 'hij wil het in zijn
Op de helling. Een suggestief beeld van de werf van de Ned. Scheepsbouw Mij.
te Amsterdam. Het .s.s. „Both" en s.s. „Reael" op stapel. Zaterdag had de
te water lating van de „Both" met goed gevolg plaats.
door EVELYN EVERETT—GREEN.
(Vrij naar het Engelsch.)
72) o—
En toch, toen Roger zyn gastheer goed
in het gelaat keek, zag hij aan de stille
schittering van de oogen, aan de gelaats
uitdrukking, dat het anders moest zijn.
Toen zijn metgezel tenslotte, na gereed
te zijn gekomen met zijn toebereidselen,
tot hem kwam en de hand op zijn schou
der legde, begreep hij, dat bier van ge
brek aan belangstelling of medeleven geen
sprake kon zijn.
„Laat ons niet vergeten, mijn jongen,
dat het vleesch zwak is. Vasten en bid
den hebben een plaats in ons leven;
maar men moet het lichaam niet verwaar-
oozen. We kunnen nu eenmaal niet bui
ten voedsel. Straks, als het lichaam ge
sterkt is, kunnen we wat praten, als je
laar zin in hebt. En anders- blijf je
hier slapen om morgen weer je weg
te vervolgen."
Het had niet in Roger's bedoeling ge
legen, om een bepaald onderwerp te be
spreken. Vader M&guire was een dienaar
van de Katholieke kerk, hij was de vriend
van iederen I eekenbroeder, van iederen
geestelijken herder in het district, on
verschillig van welke richting. Roger
kende hem gis ieimand met ruimen blik
en zonder vooroordeelen; desniettegen
staande was hy een warm aanhanger
van het oude geloof, al mocht hij dan
in sommige kringen voor niet geheel
rechtzinnig doorgaan. Doch ondanks zich-
zelven, liet hij zich plotseling ontvallen:
„Als men het Geloof maar heeft zou
dait alles wat de wereld kan bieden,
waard zijn?"
Vader Maguire vroeg geen nadere uit
leg. Hij nam het woord, alsof hij precies
Roger's gedachtengang kende.
„Wat is voor jou de moeilijkheid
in 'tgeloof? Is het 'twonder van de God
delijke geboorte? Of het „onrecht", zoo
als sommige van je vrienden het gelieven
te noemen, van het zoenoffer van Chris
tus? of
„Het is het alles op zijn beurt soms
is het niets maar juist het hope-
looze of men het ooit zal weten of
men ooit ergens zeker van zal zijn.
„Ah maar denk dan eens aan wat
Job gezegd heeft, wiens geest de eeuwen
overbrugd heeft en die in zijn grootste
ellende kon uitroepen: „Ik weet, dat mijn
Verlosser leeft". En als hjj zulks doen
«gen partij weten en duidt hen in die
partij, welke het met hem niet eens zijn,
aan ais opgeblazenen en onbesoheidenen.
Oorzaak van zijn pen-slipperij is hier
bij den heer Polak blijkbaar, dat hij van
het Calvinisme als geestesrichting nog
met veel studie gemaakt -heeft en voor
Calvinisten menschen verslijt, -die zich wel
gaarne op Calvijn beroepen, maar het
universeele van diens blik ten eenenmale
missen.
Hoe zou de heer Polak het vinden,
wanneer ik om een schets te geven van
het optreden der soc.-democraten b.v.
iemand als den heer Wijnkoop ten voor
beeld koos? Zou hij dat niet terecht af
keuren?
Welnu, evenzeer wraak ik zijn typee
ring van een Calvinistisch verschijnsel en
van de Calvinisten. Het gaat er in ons
samenleven om, dat we elkaar goed be
grijpen en geen knollen voor citroenen
verkoopen. J. H.
De Ring "Walcheren van den Bond van
Christelijke zangvereenigingen in Neder
land, zal op Hemelvaartsdag, 14 Mei,
weer een Zangersfeest houden op „West-
ho-ve", waaraan acht zangvereenigingen
zullen medewerken.
Goes. Op de Paaschtentoonstelling te
Breda behaalden de heeren van Hoeve
en Baars alhier den eersten prijs en ook
den kampioensprijs met een 4-jarig slacht-
paard.
Gisteravond hield de Chr. Bestu
renbond voor Goes e.o. ziju jaarvergade
ring in de Chr. Bewaarschool alhier.
De voorzitter, dhr A. de Lange, opende
de bijeenkomst op de gebruikelijke wijze
en wees in zijn openingswoord op de cri
sis, die wij doormaken en die vooral in
Zeeland ook ernstig wordt gevoeld. Hij
kon echter ook constateeren een toene
mend organisatie-besef onder de werkne
mers. Het aantal afdeelingen van den Chr.
Landarbeidersbond is in deze omgeving
sterk toegenomen. En in Goes zelf zijn
twee nieuwe organisaties tot stand geko
men, n.l. voor de bakkersgezellen en voor
het personeel in publieken dienst. Hef
aantal Christ. Besturenbonden is in Zee
land, en wel in Zeeuwsch-Vlaanderen,
uitgebreid. Spr. releveerde ook de ge
voerde actie door de drie Besturenbonden
tegen de houding van de meerderheid in
den gemeenteraad, die alle werkloozen
naar het Burg. Armbestuur verwees. Ver
volgens de totstandkoming van de com
missie voor werkverruiming op Z.- en N.
Beveland. Spr. wekte de leden op tot trou
wen arbeid in de toekomst.
De secretaris, de beer C. K. Maartense,
deelde in zijn jaarverslag mede, dat het
aantal leden is gestegen van plm. 380 tot
boven de 400. Het Bestuur vergaderde
vijf maal met de aangesloten organisaties.
Verder werd een lezing gehouden over de
Ziektewet, een door Ds Kamsteeg, een
over de landarbeiders en de crisis, een
conferentie met andere vereenigingen over
een betere regeling der vergaderdata, een
kindermiddag, een propaganda-avond,
enz. Ook werden twee filmavonden gege
ven. De secretaris dankte tevens den
voorzitter voor zijn propaganda-arbeid in
het belang van den Cbr. Landarbeiders-
bond. Ten slotte wekte hij allen op tot
toetreding tot het t.b.c-fonds „Draagt El
kanders Lasten" dat in 1930 f 38.000 aan
steun heeft uitgekeerd.
De heer J. Weststrate te Schore hield
vervolgens een causerie over „de gevaren
der vakbeweging". Spr. zag twee gevaren:
de overschatting en de geringschatting
der vakbeweging. De Chr. vakorganisa
tie wil trachten beide klippen te ontzeilen.
De avond werd verder op voortreffelijke
wijze gevuld door gezamenlijk gezang,
door voordrachten en declamatie der fa
milie Hekhuyzen te Hansweert en door
piano- en vioolmuziek van de dames de
Meij en Zuidema.
Het was ongemerkt laat geworden. De
voorzitter bracht in zijn slotwoord harte
lijk dank aan allen, die dezen avond had
den doen slagen en zoo gezellig gemaakt
De heer Weststrate ging in dankgebed
voor.
KrnlniBOOR. Maandagavond had de si-
multaanwedstrijd plaats van de Krui-
ningsche Damclub met dhr L. Goedbloed
urt Vlissingen. De uitslag was als volgt*
5 Winners, n.l. J. Krijger, G. Duindam,
Jacob Paauwe, D. Duindam, G. Vogelaar.
6 Remise spelers: G. Dek, Jac. Brandt,
G. Roelands, Ph. Meijaard, M. v. Nieu-
wenhuize en A, v. Sparrentak. 9 Ver
speelden n.l. W. Visscher, A. Dek Az., M.
Lavooy, J. Krombeen, I. Kromheen, M. Ie
Clercq, Ja Poley, J. Gok en M. Back.
Hoedekenskerke. Maandagmiddag ver
gaderde de Gemeenteraad onder voorzit
terschap van den burgemeester. Alle le
den aanwezig.
Na opening der vergadering geschiedt
voorlezing en goedkeuring der notulen,
waarna de voorzitter mededeelt, dat bij
kasopname bij den gemeenteontvanger
diens boeken en kas in orde zijn bevon
den. Het ingekomen verslag der Commis
sie tot wering van schoolverzuim wordt
voor kennisgeving aangenomen.
Aan de commissie tot werkverruiming
op Zuid- en Noord-Beveland wordt op
haar verzoek, 1 cent per inwoner voor
administratiekosten toegestaaan na toe
lichting van den voorzitter en zal de aan
dacht worden gevestigd op het bespoedi
gen van den aanleg van den nieuwen
Rijksweg, het verharden van den ver
bindingsweg van Kwadendamme naar
het Langeweegtje over den zoogenaam-
den Kerk- en Armendijk en de verhoo
ging van den berm onderaan den Zee
dijk nabij de grens van 's-Gravenpolder.
Vervolgens worden samengesteld de
stembureaux voor Provinciale Staten en
Gemeenteraad.
Inzake een verzoek van de commissie
voor het Landbouwhuishoudonderwijs in
Zeeland, samengesteld uit de Z L. M
en 'den Diocesanen Land- en Tainbouw-
bond in bet bisdom Haarlem, dat de
Raad zich zal uitspreken, dat ingevolge
art. 25 der Nijverheidsonderwijswet een
Landbouwbuishoudcursus voor meisjes
noodig is, welke zal worden gehouden te
Kwadendamme en waarvoor zich 18
meisjes hebben aangegeven en daarvoor
de noodige subsidie toe te staan, wordt
na eenige discussie met 6 tegen 1 stem
gunstig beschik'. Tegen dhr Boone, zulks
met het oog op den ongunstigen toestand
der gemeentefinanciën.
Afwijzend wordt beschikt op het ver
zoek van eenige havenarbeiders en voer
lieden om het machinaal lossen op de
haven te verbieden, zulks, daar bij infor
matie is gebleken, dat Gedeputeerden Sta
ten bezwaar zullen maken tot goedkeu
ring van het opnemen eener dergelijke
bepaling in de verordening op het ge
bruik der haven.
Als leden der schattingscommissie wor
den herbenoemd de aftredenden, dhrn C.
Chamuleau, J. Boone en A. den Dekker
en in de vacature M. Walraven dhr J.
Steijn Jr.
Afwijzend wordt beschikt op een re
clame schoolgeld.
Aan B. en W. wordt eenig crediet toe
gestaan tot het in orde maken van een
standplaats voor woonwagens, zijnde door
den eigenaar der tegenwoordige, niet-of-
ficiëele standplaats daarvan, bezwaren
daartegen ingebracht.
Bij de daarop volgende rondvraag
wordt door dhr Louisse gewezen op het
wenschelijke tot verlaging van het tarief
der waterleiding. Wordt besloten dien
aangaande zich tot den Raad van Beheer
daarvan te wenden.
Na nog eenige discussie over het rijden
met rijwielen over voetpaden, wordt de
vergadering gesloten.
WolTaartsdijk. Maandag j.l. werd al
hier opgericht de nieuwe vereeniging Tot
Algemeen Vermaak en Nuttige Uitspan
ning, zoodat het gebouw van dien naam
voor de zelfde doeleinden waar het tot op
heden voor werd gebruikt blijft behouden.
Een nieuw bestuur werd gekozen, be
staande uit de heeren J. Koert, voorzit
ter; J. 0. Koert, vice-voorzitterJoh. Lin-
denbergh, secretaris; H. van Waarde, L.
de Jager Gz,, M. de Vos, en M. Klooster
man, Commissarissen.
lersska. Alhier is gearriveerd de mo
torboot „Zeester" uit Groningen tot het
innemen van een lading zaaioesters naar
Denemarken.
Onder presidium van burgemeester
Gunning hield de Ierseksche Oranje-ver-
eeniging haar jaarvergadering in hotel
Nolet. In beginsel werd besloten om ook
dezen aanstaanden zomer weer een een
voudig 'Oranjefeest te vieren. Bij de pe
riodieke bestuursverkiezing werden geko
zen de heeren J, Bakker en W. C. Log
gers.
Krabbendijke. Bij de a.s. verkiezing
voor den gemeenteraad wenschen de af
tredende raadsleden A. P. Woutersen en
A. van Leven (Vrijz. Partij) geen nieu
we candidatuur te aanvaarden. De af-
deeling van de S. D. A. P. zal met eigen
candidaten uitkomen.
Zoutelande. In de op Vrijdagavond ge
houden vergadering der Chr. Hist. Kies-
vereeniging werden de volgende heeren
candidaat voor den Raad gesteld: 1. J.
Stroo (aftr.), 2. A. Maljaars (aftr.), 3. E.
Janse, 4. P. Leinse, 5. P. de Visser, 6.
M. Adriaanse, 7. D. Kleinepier.
Als gevolg van de broeiing in den voorraad kopra, ongeveer 200 ton, ontstond
Maandag brand in de oliefabriek „De Tijd" te Wormerveer, toebehoorende aan
de West Zaansche Koninklijke Fabrieken. De brandweer rukte met groot
materiaal uit. Het blusschingswerk was zeer moeilijk. De schade beloopt in
de tienduizenden.
kon, hoeveel te meer wy, die hebben ge
zien
„Ja, wat hebben wij gezien? Een we
reld, die onder het Christendom slech
ter en Slechter werd; een wereld, die
zuchtte onder het gewicht van dogmen en
clericalisms".
„Wacht eens even mijn jongen; je loopt
te hard van stapel. Hoe was het met
de wereld gesteld, toen allerlei heiden-
sche despoten haar knechtten, voordat
het Evangelie van Christus aan haar werd
geopenbaard
Omdat wy door *a menschen zwakheid
geleden hebben, door priesterbedrog, moe
ten wy daarom Jiet heilig priesterschap
loochenen, dat God door alle eeuwen
heen bewaard heeft? Laak, als je wilt,
de trouweloosheid en het ongeloof van
de kerk; maar heb je je er ooit ernstig
rekenschap van gegeven, hoe de wereld
zonder haar zou zijn?"
„Ik verlang iets beters ik verlang
reinheid ik verlang
„Je verlangt de volmaaktheid, mijn jon
gen en die zal je hier nooit vinden, eer
de Heer zelf komt om de macht en de
heerlijkheid te nemen."
„Maar als de kerk getrouw was, dan
zou toch zeker.
„Ja zeker; maar wat is de kerk? Een
uitgebreid lichaam en organisme, zwakke
menschelijke wezens te zamen verbonden
door een mystieken band.
Hij zweeg plotseling en keek Roger aan
met oogen die lachten, terwijl ze tot nu toe
zoo ernstig gekeken hadden.
„Mijn'beste jongen, toen ik heel wat
jaartjes jonger was, dan ik nu ben, maar
toch niet meer z-oo jong als jij, was het do
verwezenlijking van die onderlinge afhan
kelijkheid, dat afhankelijk zijn van elkaar,
die me in het socialisme aantrok. Het
is hun wachtwoord, weet je en het kreeg
me te pakken; ik zeide tot mezelf, dat hun
streven goed was in overeenstemming
met Christus de verheffing van de ar
men en behoeftigen de band, die de
menschen vereent en tot broeders maakt.
Jaren lang geloofde en leerde ik, dat
Christus was d e groote socialistische lei
der en de eerste Christengemeente de eer
ste uiting van socialisme. Er zijn heel
wat goede en geloovige menschen, die dat
tot op den huidigen dag gelooven, maar ik
ben er van terug gekomen."
Waarom? Ik heb in uw redeneering
toch geen enkele leemte ontdekt.
„Ja, maar niet de geheele waarheid;
en daarin wringt de schoen juist. Wij
allen socialisten, kerkelijken, philan-
tropen, ongeorganiseerde werkers, heb
ben iets gemeen. En de socialisten mogen
heel graag juist datgene wat wij gemeen
hebben, rangschikken als te behooren tot
hun stelsel, als u begrijpt wat ik bedoel.
Maar tracht maar eens tot de kern van
de zaak door te dringen, en men zal zien,
dat men tot een niet te overbruggen kloof
komt. De socialist wil door een soort zede-
leer de zonde en de ondeugd en alle el
lende uitschakelen; door de menschheid
er op te wijzen, dat eerlijkheid en ijver
enz. hun zelf ten goede komt en dat alle
menschelijke zwakheden hun geluk in den
weg staan. Zelf zelf zelf daar
gaat het stelsel van uit. En ze denken
dat zij er op den langen duur mee zul
len overwinnen. Ze erkennen niet 's men
schen neiging tot de zonde, zoodat er bij
hen dan ook voor verlossing geen plaats
is. Christus mag bij den socialist een per
soonlijkheid zijn waarmee hij wat kan
goochelen, voor den Heiland aan het kruis
is geen plaats in zijn systeem. Het vleesch-
geworden Woord is voor hem niet meer
dan een legende, een mythe."
„Maar is het dan geen mysterie?"
„Een onmetelijk onuitsprekelijk my
sterie. En toch zeg ik u, Roger Trehern,
als men daaraan blijft peuteren en han
gen, aan dat oneindige mysterie, dan
komt men van aangezicht tot aangezicht
met een andere, nog veel moeilijker kwes-
tiel"
(Wordt vervolgd.)