SLOAN'S llNS,„« nlijke Spieren? Hetico Dammen. Voor huis en hof. Het Vrouwenhoekje. Geen devotie soda veffanien maan alleen Spieren vermoeid en over- voor vermoeide, pijnlijke ge* spannen I Gewrichten stijf en wrichten en spieren. Vol- Spieren vermoeid en over spannen I Gewrichten stijf en pijnlijkl Verschaft U verlich ting binnen een paar minuten. Geen inwrijven want Sloan's dringt onmiddellijk door. Aanwending van Sloan's ia een voortreffelijk tonicum voor vermoeide, pijnlijke ge* wrichten en spieren, vol maakte verlichting voor hen, die werk moeten verrichten in de open lucht gedurende ruw weder. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Dro gisten. De eerste nieuwe boog aan da Maasbrug te Maastricht. Het aan brengen van het ccnstructiewerk, dat noodig is voor het stutten van de bttonnea overspanning. kom met de opgegeven kruiden, ook het zout, de suiker en halve theelepel azijn, roer tot hij witachtig en dik is. Begin dan met een dun straaltje de olie afge wisseld met een theelepeltje gedruppel de azijn, door de dooier te roeren; de olie maakt de saus telkens dikker, de azijn dunner: houd dus olie voor het laatst over. Dan moet uw mayonnaisesaus mooi glad en dik zijn. Hak of maal het vleesch de aardappelen en biet fijn; hak ook eenige augurkjes en uitjes, van elk plm. één eetlepel, en snijd van enkele hiervan figuurtjes voor de garneering. Doe dan al het gehakte of gemalene bij elkaar, kneed het dooreen met de helft van de mayonnaisesaus, en zooveel bouillon, dat ge een goed samenhangende, niet te droge massa verkrijgt; proef deze en voeg zoo veel kruiderijen en azijn toe, als ge noo dig vindt. Leg de massa dan midden op een vleeschschotel, maak er een van bo ven afgeplat bergje van, dat in den vorm van uw schotel meegaat: rond, ovaal, langwerpig of vierkant en bedek dit met mayonnaise; leg een randje voorjaars-sla erom, sprenkel hierover een weinig slaolie en leg hier en daar wat mayonnaise er op. Garneer nu de schotel met figuurtjes uit en augurk; partjes hardgekookt ei en geschilde tomaat. Wasschen van peau de pêche-broekjes. Deze kunnen heel goed gewasschen worden in de een of andere huishoud zeep. Men maakt een flink vet sop en wascht het daar stevig in, de vuile vlek ken kunnen gerust gewreven worden tusschen de handen. Dan flink spoelen, eerst in lauw en dan in koud water, tot het water helder blijft. Daarna het broekje kletsnat aan een paar knijpers ophangen, vooral niet uit knijpen, dat geeft strepen. Is het broek je droog, dan op tafel leggen en het goed met de handen glad strijken. Dan vouwen zooals een nieuw broekje is ge vouwen en een nacht onder de naai machine leggen. Den volgenden dag ziet het broekje er keurig netjes uit. Het sop moet niet te heet, maar lekker warm zijn en flink vet. Als het eerste sop erg vuil is, dan nog een sopje toe geven. Wollen kousen wasschen. Wollen kousen weekt men in lauw water, dat bijna koud moet zijn, ongeveer 8 A 10 uur. Elke kleur gaat afzonderlijk, dus geen bruin en grijs bij elkaar. Zijn de kousen nog nieuw, dan lost men wat zout op in het water. Na het weeken wascht men ze in een zeer lauw sop van goede huishoudzeep en spoelt ze, als ze binnen en buiten schoon zijn, een paar maal, totdat er schoon water afkomt. Men droogt ze met den verkeerden kant bui ten, niet in de zon en niet bij de kachel. In plaats van lauw zeepsop wordt ook wel lauw ammoniakwater voor dit doel gebruikt. Bij een dergelijke behandeling zullen wollen kousen niet krimpen. De erva ring leert dit eiken dag opnieuw (Hbld.) Linoleumwas. Kook IV2 dL water met 1 ons potasch en ons talkpoeder. Voeg daarbij 2 ons gele of witte was (witte voor het gebruik van zeer lichte linoleums of zeilen). Ge bruik vooral bijenwas. Laat dit alles nog ongeveer 5 10 minuten koken. Pas daarbij op voor overkoken! Neem daar na de pan van het vuur en voeg er een flesch witte terpentijn bij. Boer het meng sel voor het gebruik om. Wij wijzen er met klem op, dat men terpentijn nooit op het vuur of op de gasvlam mag zetten. Men zou n.l. groote kans loopen, brand te veroorzaken! Probleem No. 189. Auteur: A. Wind, Eindhoven. 1 2 3 4 6 Zwart 8 sch. op: 11 tot 14, 17, 21, 22 en 29. Wit 8 sch. op: 24, 30, 33, 36, 39, 40 en 43. Wit speelt en wint. Oplossingen binnen 8 dagen na laatste plaatsing in elke maand. Wedstrijd-partij. De volgende partij werd gespeeld tus schen de heeren A. K. W. Damme met wit en I. Milikowski met zwart. 1. 34—30 20—25 2. 30—24 Een eigenaardige voortzetting, jaren geleden dikwijls door Springer toegepast. Het stuk op 24 is te vroeg. De theoretici zijn het er echter niet over eens of wit nu altijd gelijk spel kan houden of in het nadeel moet komen. O.i. moet het zwart's tactiek zijn, wit rechts vast te houden en links aan te vallen, waarna hij voordeel behaalt. 219X30 3. 35X24 18—23 Het theoretische antwoord. 4. 33—28 Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstr. 221, Amsterdam. Vrijwel gedwongen; wit moet zwart tot uitruilen met een der linkervleugel-schij ven dwingen, daar zwart anders 6 maal achter schijf 24 kan loopen, waartegen wit slechts 5 maal kan dekken. 412—18 5. 28X19 14X23 6. 32—28 23X32 7. 37X28 Alle voorgeschreven zetten zijn zeer sterk. 77—12 8. 38—33 Wit verzwakt zich hierdoor links, tor- wijl hij rechts toch niet tot aanvallen komt. 3933 is o.i. sterker. 81—7 9. 41—37 10—14 10. 42—38 Wit verwaarloost zijn langen vleugel te veel: bij goed spel van zwart moet hem dat opbreken. 1018—22 Wel goed, de stand wordt nu echter onberekenbaar, 1419 vormt nu een dreiging, daar wit thans de ressource 23 23 enz. mist. 11. 37—32 5—10 12. 47—42 14—20 13. 46—41 Wij hadden liever 3329 enz. gespeeld, het is echter slechts een kwestie van op vatting, want ook dan heeft wit geen voordeel. 1320X29 14. 33X24 22X33 15. 39X28 10—14 16. 41—37 17—21 Zeer sterk. Wit kan n.l. bezwaarlijk 3126 spelen door zwart 1419. 17. 43—39 12—18 18. 39—33 7—12 19. 44—39 21—26 20. 31—27 11—171 Zwart speelt zeer goed; hij laat wit links niet op adem komen. (Wordt vervolgd). je geweest, maar onderling hecht ver bonden. Laat het ook in de toekomst zoo blijven. Er waren teekenen, dat het den verkeerden kant uitging. Dat door bepaal de groepen te veel het groepsbelang op den voorgrond werd geschoven in plaats van het beginsel. En ik wil het daarom onze oude, trouwe antirevolutionaire volk in ons land van Cadzand toeroepen, trouw te blijven aan dat beginsel, dat rust op Gods Woord, dat beginsel, waarvan de lijnen zijn uitgestippeld door Groen van Prinsterer, den eenzamen strijder, die alleen den s t r ij d heeft gekend; en verder uitgewerkt door Dr Kuyper, die na den strijd ook nog de aanvankelijke zegepraal heeft mogen zien. Trouw aan ons vaandel, waarop ge schreven staat: Tegen de revolutie het EVANGELIE. En dan moge de nood der tijden groot zijn, dan moge deze of die groep met zijn persoonlijke wenschen ko men, die men veronachtzaamd waant, het gaat tenslotte in den strijd, ook bij de stembus voor de Provinciale Staten, niet over de belangen van een bepaalde groep, maar over de vraag, of de man nen, die ons zullen vertegenwoordigen, BUIGEN voor Gods Woord. En nu krijgen we bij deze stembus nog iets bijzonders. Naast de lijsten, ingediend door de partijen, die in den loop der ge schiedenis in ons land zijn ontstaan, hebben we nu nog twee nieuwe lijsten gekregen. Een lijst van de anti-Waterlei dingpartij en één van een bezuinigings partij. Of misschien is het beter van groe pen te spreken dan van partijen. De be- zuinigingsgroep is wel de minst gevaar lijke. Dat liedje bij de verkiezingen ken nen we nu zoo langzamerhand wel. Het is voor menschen, die van heel de staats machine weinig of geen begrip hebben, erg gemakkelijk om bij de verkiezingen te roepen om bezuiniging, maar we we ten ook wel, dat er in de praktijk weinig van terecht komt, als we zonder welom schreven plan maar verkiezingsleuzen aanheffen. Maar de anti-Waterleidinggroep heeft misschien voor sommigen wel iets aan trekkelijks. Toch acht ik ons antirevolutionaire volk er te hoog voor, dan dat het zich in dezen door „des vogelaars zoet ge fluit" zal laten vangen. De man, die aangediend wordt als de candidaat der anti-Waterleidinggroep, is dezelfde, die in 1929 de waterleiding be streed in een brochure, waarin letterlijk de volgende onzin staat: „En ook weten de Gemeentebesturen, dat de waterleiding niet noodig is voor de volksgezondheid, want ieder weet, dat er geen deel van Nederland is, waarin zooveel 80-jarigen zijn als in Zeeuwsch- Vlaanderen, terwijl de ondervinding leert, dat de meeste kinderen reeds kunnen loo pen, als ze nog geen jaar oud zijn, ter wijl in de meeste streken met waterlei ding dezen leeftijd meestentijds is boven de twee jaar, dit alles tengevolge van het levende, kalkrijke zoete water, waardoor het beenderengestel zoo flink ontwikkeld is, terwijl door de waterleiding dit leven de, kalkrijke zoete water dood leiding water wordt, en waardoor dus de volks gezondheid wordt geschaad". Of we nu vóór of tegen de waterleiding zijn, de schrijver moet toch wel heel kin derlijk van ons Gadzandsche volk den ken, als hij meent, dat we ons daardoor zullen laten vangen. Maar wie weet, wat voor moois we straks even vóór de stembus nog zullen hooren over die waterleiding. Laat ons daarom gewaarschuwd zijn, dat we ons niet van de wijs laten brengen. En weten we, dat we een buurman of kennis heb ben, die het spoor even bijster is, dan zij een ieder propagandist in zijn omgeving. Opdat straks bij de stembus onze anti revolutionaire candidaat met oen flink aantal stemmen uit de bus komt. Elke stem telt mee; als het kan, dat we een af gevaardigde uit ons district krijgen, en als we dit nog niet kunnen bereiken, dat dan door onze stemmen de antirevolutio naire groep in de Staten versterkt wordt. Des te meer kans hebben we, dat we bij de volgende stembus ons ideaal bereiken, waarvoor we nu al zoovele jaren strij den: Een eigen anti-revolutionair lid in de Provinciale Staten uit het land van Cadzand. In den Bloementuin. Verzorg de vaste planten. Een wat laat wintertje mag den groei der plantenwereld wat hebben vertraagd, zijn tyrannie heeft gelukkig slechts kort geduurd en overal ontwaart men duide lijke teekenen van nieuw leven, van een hervatten groei. Zoodra we in de perken en borders de jonge spruitjes der zich met kracht baan brekende vaste planten bemerken, wordt het tijd ze door een bemesting een handje te helpen. Het wordt zoo gemakkelijk ver geten, ieder jaar groeien de oude beken den weer op en als er eens wat kunst mest of ruige mest van den groententuin overschiet, dan krijgen de vaste planten in den bloementuin het onvoldoende restant. In de ergste gevallen worden ze heelemaal maar vergeten. Zonder geld geen Zwitsers en zonder bemesting geen bloemen. Veel hebben ze niet noodig en door de aanwending van kunstmeststoffen kunnen we met heel wei nig moeite in het benoodigde voorzien. Per vierkante meter is een kwart ons chilisalpeter, een half ons superfosfaat en een half ons patentkali reeds voldoende. Zonder al deze stoffen kunnen de planten zich niet voldoende ontwikkelen en wordt ook het bloeien ieder jaar vanzelfsprekend minder. Vergeet bij bet bemesten der vaste plan ten ook de heesters en de rozen niet, ook deze hebben na een winterslaap een kleine opwekking noodig. Men geve de rozen per vierkante meter een half ons superfosfaat en een half ons kali en al ze in 't blad komen nog een half ons chilisalpeter. Deze c'hilibemesting der rozen herhalen we later nog eens en wel in 't begin van Juni. Niet alleen dat de rozen dan veel rijker en fraaier zullen bloeien, doch tevens worden ze door een voldoende bemesting veel sterker en beter bestand tegen aller lei ziekten en het leger van dierlijke para sieten. Rozen verlangen bovendien tamelijk wat kalk. Minstens per drie jaar moeten ze in den herfst een volledige kalkbemes- ting hebben. Wacht met het bemesten der vaste planten in het voorjaar niet zoo lang, dat ze door hun dunne en armelijke stengel tjes duidelijk hun armoede en de tekort komingen van den baas demonstreeren, maar help ze tijdig en help ze voldoende. De niet volkomen winterharde vaste planten worden geleidelijk van het be schuttend winterdek ontdaan en met het oog op verraderlijke nachtvorsten 'hou den we voorloopig wat beschuttend materiaal bij de hand. Een zwaluw maakt nog geen zomer en in ieder geval moeten de planten geleidelijk wor- Bij het standbeeld van Thorbecke op het Thorbeckeplein te Amsterdam ia Don derdag door Prof. Vogel,rector-magnificus der Universiteit te Leiden, een krans gelegd namens den academischen senaat ter herdenking van het feit, dat Thor becke 100 jaar geleden benoemd werd tot hoogleeraar aan de Leidsche Univer siteit. dto afgtóarfi, Ha», loe»'«rfcen vsb grond tuaschen de planten, hetgeen voor al dit voorjaar meer dan ooit dringend noodig is, moet met de noodige voorzich tigheid geschieden, opdat de wortels zoo min mogelijk beschadigd w.orden Nog enkele opmerkingen over de ledige perken, waarop straks de zomerbloemen worden uitgezaaid. Maak eerst de grond flink los en geeft dan eenzelfde bemesting als voor de vaste planten boven is aange geven en herhaal zulks in den zomer nog eens. Men kan de kunstmest dan ook in water oplossen en daarmede de zomer bloemen begieten. Het resultaat is verras send. Men krijgt op die manier forsche rlanten, prijkend met een overvloed van bloemen. Zaaien zonder bemesting heeft geen doel, geeft enkel ergernis en haalt uw zaadleverancier onverdiende verwijten op den hals. Enkele recepten. Sinaasappelmarmelade. Nu in dezen tijd van het jaar de sinaasappelen zoo goedkoop zijn, geven wij een recept voor een smakelijke marmelade. Eerst laat men de suiker, liefst kandij, met een weinig kokend water en citroen doorkoken. Dan de geschilde en gedeelde vruchten bijvoegen en, af en toe roerend, zacht laten meekoken tot de jam de ver- eischte dikte heeft (een druppel er van moet in een glas kcud water zakken en mag op een koud bord niet uiteenloopen). Op 2 K.G. sinaasappelparten neemt men lt/2 K.G. suiker of kandij en L. water met citroensap (half om half). Naar verkiezing kan men al niet wat fijngeraspte of gehakte schillen bijvoegen. Chocoladecake. 2 ons tarwebloem 11/2 ons boter, IV2 ons suiker, 2 eieren, 1 ons cacaopoeder, 1 theelepeltje bakpoeder, ongeveer 3 eetlepels melk, wat vanille (merg uit y4 stokje b.v.). Boer de boter met de suiker zalfachtig, voeg daarbij achtereenvolgens de twee eieren, daarna het met de melk aan gemengde cacaopoeder, de met het bak poeder gezeefde bloem, de vanille en als het noodig is nog een paar lepels melk. Bak de cake in een matig warmen oven ongeveer 1 uur. Laat ze volkomen koud worden, en bedek ze dan rondom met een chocolade-glazuur van: 1% ons poedersuiker, 30 gram cacaopoeder, en on geveer 2 eetlepels warm water. Meng de suiker met de cacao door el kaar, roer er zooveel warm water door, dat het mengsel een gelijk papje vormt, juist dik genoeg, om den rug van den lepel te blijven bedekken. Strijk het gla zuur over de cake en ze is tot het gebruik gereed. Huzarensla. Dit is weer een van die gerechten, die men in vele vormen, geuren en kleuren kan klaarmaken. Men heeft een restje vleesch, doet er niet toe van welk soort. Met een restje bouillon, gezeefde soep, of bruin van jus, met voldoende slaolie of mayonnaise-saus en met geurige kruiden maakt men hu zarensla, zelfs van soepvleesch. Er zijn wat koude aardappelen, er is een restje gestoofde biet, beide komen goed te pas. Men kan als volgt handelen: 2 ons vleeschresten zonder velletjes of peesjes; 2 ons koude aardappelen, 1% 2 ons gekookte biet; 1 rauwe eierdooier; y4 L. slaolie; dL. kruidenazijn; 1 thee lepel zout; V2 theelepel mosterdpoeder; y4 theelepel kerry of peper, of beide; y2 theelepel suiker; bouillon; augurk en ui uit het zuur; tomaat; gekookte eieren; zout; azijn; olie; voorjaarssla. Zorg dat de slaolie vloeibaar, de azijn niet ijskoud is. Doe de eierdooier in een verkrijgbaar, doch alleen In dn bekende verpakking met den Henkei-Leeuw, Ecaïf Imp L Ostcniua Crt FabrtWc- HakdêCW li Handt* Mg., Aasterdaa Dtmidtd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 6