I
DE ZEEUW
Het Geweten van RogerTrehern.
r
TWEEDE BLAD.
Sta ten-Generaal
Gemeenteraad van Middelburg.
FE U ILLETO N.
I j
VAN
DONDERDAG 26 FEBR. 1931. No 125.
TWEEDE KAMER.
DE INDISCHE BEGROOTING.
De Minister aan het woord.
Nadat gisteren nog verschillende leden
aan het woord waren geweest, o.a. de
heer De Visser (Comm.), die een aantal
moties voorstelde die niet voldoende on
dersteund werden en dus ook niet behan
deld konden worden, was de beurt aan
den Minister van Koloniën, den
heer De Graaff.
De Minister verklaarde de 'begroeting
niet in een geestdriftige stemming te
kunnen verdedigen.
Omtrent den duur der crisis valt niets
te zeggen, maar het is niet verstandig
op een snelle voorbijgang der depressie
te rekenen.
Thans komende tot de begrooting zelf,
zal spr. niet ingaan op de eindcijfers.
Vooral daarvoor geldt het oordeel van den
beer Colijn, dat deze slechts problema
tieke waarde hebben.
Voor zooveel de werkelijkheid zich
heeft doen kennen, staat men voor een
buitengewone inzinking.
Als naast de verwachting omtrent den
duur der crisis nog een andere toekomst
gedachte mag worden geuit, dan wil spr.
wel verklaren, dat als de crisis voorbij zal
zijn, er financieel evenwicht slechts moge
lijk zal zijn op aanmerkelijk soberder
basis.
Wat de bezuiniging aangaat, deze
zal in hoofdzaak moeten worden gevonden
biji de Europeesche bevolking, o.m. op
tractementen, standplaatstoelagen e.d.
De ambtelijke tractementen
zullen misschien als ultimum remedium
niet aan een tijdelijke verlaging kunnen
ontkomen. Den heer Ter Laan antwoordt
spr. dat de Indische Regeering met de
rechten der ambtenaren voldoende reke
ning zal houden.
Van het nut van periodieke verloven is
spr. bij eigen ervaring overtuigd. Een an
dere quaestie is of er niet eenige overdrij
ving is op het gebied der ziekteverloven.
Naast beperking der uitgaven zal ook
de aandacht worden geschonken aan
nieuwe bronnen van inkom
sten. Een oude bekende is de invoering
eener vermogensbelasting.
De overweging, dat de vermogens in
Indië niet groot zijn, behoeft die invoe
ring niet in den weg te staan. Ook de ver
hooging der successierechten zal ernstig
worden overwogen.
De opbrengst der vermogensbelasting
wordt geraamd op 3% millioen, terwijl
van de verhoogde successierechten slechts
millioen wordt verwacht.
Omzetting van de tegenwoordige pro-
portioneele vennootschapsbelasting in een
progressieve vindt bij spr. geen aanbe
veling.
De Regeering vertrouwt, dat door sa
menwerking ambtelijk en niet-ambtelijk
de gevolgen der crisis te boven zullen
kunnen worden gekomen.
Dat de crisis in Indië haar terugslag
heeft op de Nederlansche in
dustrie, is natuurlijk. Of 'dit alleen
een gevolg is van het zich niet voldoende
aanpassen aan de eischen der inlandsche
markt, gelooft spr. niet. Alleen een krach
tig doorgevoerde rationalisatie der in
dustrie zal aan de Nederlandsche fabri
katen een blijvende plaats op de Indische
markt kunnen verzekeren.
Verplaatsing van Javaansche gezinnen
naar de buitengewesten heeft de volle
aandacht der Regeering. Er zijn echter
groote moeilijkheden; de inlander is sterk
aan zijn geboortegrond gehecht. Intus-
schen zijn de proeven in Zuid-Sumatra
eenigszins hoopgevend.
Spr. herhaalt, ten volle doordrongen te
zijn van het gewicht van Zondags
rust.
Er wordt aan de invoering van
Zondagsrust in Indië gewerkt.
De wijziging der koelie-ordonnantie
was echter niet de geschikte gelegenheid
om Zondagsrust voor te schrijven. Voor
het Bankatinbedrijf is een wekelijksche
rustdag voorgeschreven voor alle arbei
ders. De behoefte aan een rustdag is voor
de inlandsche arbeiders veel kleiner dan
elders, omdat zij niet 'zoo aan één stuk
arbeiden als b.v. hier te lande.
Wat de Staatsregeling betreft, wil spr.
wel zeggen, dat van legislatief oogpunt be
schouwd, een algeheele 'herziening der
wet op de staatsregeling hem wel ge-
wenscht voorkomt. Maar met het oog op
de tegenwoordige tijdsomstandigheden is
een tijdperk van rust noodig. Zoo noodig
zal er een Commissie worden ingesteld,
die niet een uitsluitend parlementaire
commissie zal wezen.
De vergelijking is gemaakt met Britscb-
Indië, maar daar zijn de bestuursvormen
heel anders dan in ons Indië. Daarom
geen blinde navolging van hetgeen el
ders in de richting aan zelfbestuur wordt
gedaan.
Aan de volksbeweging als zoodanig, aan
de emancipatie-beweging wordt geen ver
hindering in den weg gelegd. Tal van
goedgezinde nationalisten laat men vrij
hun gang gaan. Er wordt alleen streng
opgetreden tegen communistische woelin
gen, die de orde dreigen te verstoren.
De heer Colijn zei gisteren, dat de
heer Cramer meende, wereldgeschiedenis
te kunnen schrijven, door de politieke
zelfstandigheid van Indië te voorspellen.
In dit opzicht werd hij nog door den heer
De Visser overtroffen. Spr. meent echter,
dat een spoedige loslating van Indië van
het Europeesche gezag, voor de inland
sche bevolking zou beteekenen een ramp
zalige verbrokkeling en verwarring.
Gistermiddag vergaderde de Gemeen
teraad van Middelburg onder voorzitter
schap van den Burgemeester.
Als de lente komt.
door EVELYN EVERETT—GREEN.
53.)
(Vrij naar het Engelsch.)
Haar glimlach was zoo vriendelijk, dat
hij niet anders doen kon dan glimlachen.
Een gevoel van rust en vrede kwam lang
zamerhand over hem. Hij leunde achte-
terover in zijn stoel en keek naar haar
Hij kwam tot de overuiging, dat alles,
wat men aan haar overliet, in orde
moest komen.
„Mijn lastig parket" was niet zoo heel
erg lastig. Misschien zal het u plezier
doen, als u hoort wat het was. Alleen
naar dit. Morgen verwacht ik uw zuster
Philippa hier met Elinor Clifford."
Rogers oogen kregen een blijden glans,
iijn handen grepen de armleuningen van
'ijn stoel.
„Komt Philippa? Hoe heerlijk!"
Ze bemerkte, dat Philippa op 'toogen-
'lik voor hem 't voornaamste was en dat
'telde haar gerust. Het genoegen zou de
oijn te niet doen als het hem ai pijn
nocht doen. Even later bemerkte ze aan
Ie uitdrukking van zijn oogen, dat hij
haar twijfel, haar angst geraden had.
„U weet, dat ik met Elinor verloofd
was" vroeg hij eenvoudig.
„Ik heb er van gehoord", zei ze. „Daar
om stuurde ik u hierheen. Ik wist niet,
of het u niet pijnlijk zou aandoen haar te
ontmoeten."
„Ik kan het niet zeggen, eer ik voor
het feit sta", antwoordde Roger met dien
open, jongensachtigen blik, die in zijn
jeugd één van zijn meest innemende
trekken was geweest en die nog, mis
schien omdat men hem zoo zelden zag,
zeer aantrekkelijk was; „ik ben niet de
zelfde als twee jaar geleden. Alles schijnt
dood in me te zijn als u weet, wat ik
bedoel. Ik geloof niet, dat ik het me aan
zal trekken. Maar toch ben ik blij hier te
zijn. 't Is hier zoo rustig. Mijn eenig be
zwaar is, dat ik voel geen recht te hebben
ervan te genieten, terwijl er zoovelen
zijn
„Zoo mag u voorloopig niet denken.
Ik verbied het u. Den een of anderen dag
zullen we daar nog wel eens over praten.
Mischien kan ik u dingen vertellen, die u
graag zoudt willen weten. Op 'toogen-
blik staat u buiten den strijd een ge
wond soldaat, uitrustend na bewezen
diensten. Ik ben blij, dat Philippa komt
Ze zal goed doen. En nu, tot weerziens
Geniet zoo veel mogelijk van uw rust en
Afwezig dhr Hondius wegens lichte on
gesteldheid.
Eerst wordt een geheime zitting ge
houden, die ongeveer een uur duurt.
Verschillende ingekomen stukken wor
den na heropening voor kennisgeving
aangenomen, o.a. het rapport der Z. L.
M. over werkloosheidsverzekering en ar
beidsbemiddeling en het verzoek van de
vereeniging van kermis-exploitanten om
vrijstelling van vermakelijkheidsbelasting
voor kermisgelegenheden. (Deze inrich
tingen zijn van die belasting vrijgesteld).
Naar aanleiding van het verslag over
de gemeentelijke zweminrichting over '30
zegt dhr v. d. F e 11 z het te betreuren,
dat het advies om deze zaak niet groot
scheeps op te zetten, niet is opgevolgd.
Nu zitten we met een strop.
De voorzitter: we hebben 'n slecht
zwemseizoen gehad.
Dhr v. d. F e 11 z ontkent dat voor de
zwemschool.
Dhr Paul vindt het niet zoo erg, dat
dit iets heeft gekost. Op de dagen, dat er
gezwommen kon worden, was het er erg
druk.
Dhr v. d. F e ltz: we zien nu de resul
taten!
Het adres der R. K. Drankbestrijding
inzake verdeeling der subsidie gaat om
advies naar B. en W.
Een verzoek van Vreemdelingenverkeer
om verhooging van subsidie gaat eveneens
naar B. en W. om advies.
Idem het verzoek om vervroeging van
het sluitingsuur van café's enz.
Dhr Paul vraagt, of de adressen,
waarin gevraagd wordt dit sluitingsuur
te laten zooals het is, wel gezegeld zijn.
De voorzitter weet niet, of dat
hier noodig is. Het is een moeilijke kwes
tie.
De voorz. herinnert hierna aan een
schrijven van Ged. Staten, waarin zij op
merkten, dat er h.i. in Middelburg te veel
ambtenaren in dienst der gemeentebe
drijven zijn. B. en W. hebben daarop uit
voerig geantwoord, onder overlegging van
cyfers uit andere gemeenten.
Gedep. Staten schrijven thans, geens
zins overtuigd te zijn van de onjuistheid
hunner opmerking.
De voorzitter zegt nog, dat B. en
W. nog geen gelegenheid hebben gehad,
dit schrijven te behandelen.
Verder deelt de voorzitter mede,
dat B. en W. van de Industrie- en Huis
houdschool een en ander, o.a. de school
borden, hebben overgenomen.
Dhr Paul merkt op, dat deze borden
van een verouderd systeem zijn, die de in
dustrieschool ook niet meer wenscht te
gebruiken.
Weth. Onderdijk meent echter,'dat
ze nog bruikbaar zijn en wel een bestem
ming zullen vinden.
Hierna volgen de benoemingen, reeds
gisteren door ons gemeld.
Nu volgt herstemming over het voor-
stel-Paul om de gemeente lid te doen
worden van het in 1931 te houden natio
naal congres voor vakopleiding.
Het wordt aangenomen met 8 tegen 7
st. (Voor de S. D. A. P., dhrn Mes, den
Hollander en Mevr. Weyl).
Nadere regeling jaarwedde con
troleur gemeente-belastingen.
Dhr v. d. F e 11 z heeft altijd den indruk
gehad, dat het controleurschap weinig
beteekent en dat het alleen diende om het
salaris van den gemeente-ontvanger te
verbeteren. Nu het salaris van den ge
meente-ontvanger is verhoogd, komen B.
en W. met dit voorstel!
De voorzitter: B. en W. willen de
bepaling, dat het salaris van den contro
leur wordt verminderd met hetzelfde be
drag, waarmee het salaris van den ont
vanger wordt verhoogd, buiten werking
stellen.
Dhr v. d. F e 11 z ziet daarvoor geen
reden.
Mevr. Weyl vindt het onjuist, dat
door middel van een op-en-neer gaande
regeling van een neven-functie een sala-
risverhooging wordt ongedaan gemaakt.
Dit mag feitelijk niet volgens de Gemeen
tewet. Spr. is er voor het controleurschap
op een vast bedrag te stellen, dat even
redig is met de werkzaamheden er aan
verbonden.
De voorzitter: het vorige Raads
besluit was een reflex op een besluit van
Gedep. Staten.
vacantia
over."
en maak u nergens bezorgd
HOOFDSTUK XV.
Philippa had de armen om zijn hals
geslagen, niet wetend, of ze zou lachen
of schreien. Pat sprong als een dolle te
gen hem op, niet wetend, hoe zijn over'
maat van blijdschap bij dit weerzien te
toonen.
„O Roger, Roger! Het is als in een
sprookje je hier te vinden! Helen heeft
gisteravond, toen we kwamen, niets ge
zegd en vanmorgen maakte ze alleen
maar een geheimzinnige toespeling. Ze
stuurde me naar de boerderij, omdat ik
er, naar ze zei, een vriend zou vinden.
Ik verwachtte een van de kleine kinde
ren, met wie ik den vorigen winter
vriendschap heb gesloten. O, Roger, jij
arme, lieve jongen! Je ziet er uit, of je
zoo uit den oorlog komt!"
Ze legde haar hand zacht op zijn ge
wonde arm en hij lachte.
„O, dat is niets een beetje verzwikt
en een schrammetje. De zuster verzorgt
het en wat de rust betreft, ik zal spoedig
weer even vurig zijn als een kemphaan,
nu ik niets te doen heb dan stil te rusten
in de schaduw of me te laten braden in
het zonnetje en me te laten verzorgen
en vertroetelen."
Dhr Portheine meent, dat de werk
zaamheden van ontvanger en controleur
sterk zijn verminderd. Alleen is gebleven
straatbelasting, schoolgeld en publieke
vermakelijkheden. Het ambt van contro
leur lijkt Spr. niet meer noodig. Spr. zou
het voorstel, zooals het daar ligt, niet
willen aanvaarden. Bij een vacature zal
men de betrekking van controleur zeker
opheffen. Wil men den tegenwoordigen
titularis vrijwaren voor verlaging, dan
moet men hem een persoonlijke toelage
geven.
Dhr Jeronimus vindt het ook geen
tijd om salarissen te verhoogen. Moet de
ontvanger overwerk verrichten, dan is
Spr. ook voor een persoonlijke toelage.
De voorzitter verdedigt het voor
stel van B. en W. Zij vinden het hard
voor den gemeente-ontvanger, om hem de
verhooging te ontnemen, die hem krach
tens de regeling van Ged. Staten toe
komt.
Dhr Paul kan dit billijken.
Weth. De Veer wijst op de verhoo
ging, die burgemeesters en secretarissen
hebben gehad.
De voorzitter merkt op, dat een
persoonlijke toelage niet meetelt voor het
pensioen.
Weth. de Veer zegt, dat de gemeen
te-ontvanger niet verplicht is voor de con
trole te zorgen.
Het voorstel van B. en W. wordt aan
genomen met 14 tegen 2 st. (Tegen dhrn
Jeronimus en Portheine).
Uitdieping rioolwatergang Mid-
delburg-Veere.
Dhr den Hollander (A. R.) vraagt,
hoe het komt, dat dit voorstel in de pers
is gepubliceerd, cn zelfs een bedrag is ge
noemd, zonder dat de commissie van fa
bricage er iets van af wist. Worden door
B. en W. inlichtingen aan de pers ver
strekt of geschiedt dit door ambtenaren?
Weth. Onderdijk heeft aan de pers
medegedeeld, dat het plan bestond, maar
geen bedrag genoemd. Wel deelt Spr.
aan de commissie voor steunverleening
geregeld een en ander mede omtrent de
plannen van B. en W. Mogelijk wordt het
van daar aan de pers gemeld.
Dhr den Hollander gelooft ook,
dat het via die commissie in de pers is
gekomen.
De voorzitter zal die commissie
op den plicht tot geheimhouding wijzen.
Het voorstel wordt z. h. st. aangeno
men.
Aanleg bouwterrein Noordsingel.
Dhr Paul (S. D.) vindt de genoemde
prijzen voor den bouwgrond wel wat
hoog.
Dhr Vertregt wijst er op, dat dit
voorstel niet inhoudt een vaststelling der
prijzen.
De voorzitter bevestigd dit. Later
komt er een voorstel van B. en W. dien
aangaande.
Dhr Vertregt: maar als de prijzen
dan eens belangrijk afwijken van de nu
genoemde? Dan vervalt de rentabiliteit.
Dhr Onderdijk antwoordt, dat van
een belangrijke afwijking geen sprake zal
zijn. Het voorstel wordt z. h. st. aange
nomen.
Uitbaggering der vesten.
De voorzitter leest een schrijven
j voor van den Polder Walcheren, waarin
medegedeeld wordt, dat niet al de vesten
in één seizoen kunnen worden uitgediept.
Het voorgestelde gedeelte is van het mees
te belang. De polder is niet geneigd een
hooger percentage in de kosten bij te dra
gen of definitief een bijdrage toe te zeggen
in de uitdieping van de andere vestge-
deelten.
Dhr Vertregt ziet in het uitdiepen
van de vesten in de eerste plaats een be
lang van den polder en pas daarna een
gemeentebelang. Wanneer de Polder een
geul ging maken, zou na korten tijd blij
ken, dat die geul verdwenen was.
De uitbaggering van de vesten is voor
Middelburg niet van zóó groot belang, dat
zij daarin het leeuwendeel moet betalen.
Vijftig procent is zeker voldoende. Spr.
stelt voor het voorstel van B, en W. aan
te nemen, maar niet meer te betalen dan
50 pet.
De voorzitter begint met te zeg
gen, dat hij zich hier in een moeilijke
positie bevindt. Spr. wil de zaak objec
tief bekijken. Het graven van een geul
midden in de vest is definitief opgegeven.
De Ingenieur van den polder acht het
belang van de uitdieping der vesten voor
den polder niet groot Het Polderbestuur
weigert pertinent zijn aandeel in de kos
ten te verhoogen. Neemt de Raad het
voorstel van B. en W. niet aan, dan ge
schiedt de uitbaggering niet. Nu kan men
zeggen: „het werk dient niet voor werk
verschaffing. Laten we 't daarom uitstel
len tot betere tijden". Maar dan is de
bijdrage van den Staat weg en draagt de
polder niets of minder dan nu bij. Ook
zonder uitbaggering zal de waterstand
's zomers laag zijn en krijgen we weer
de klachten over den stank.
Dan kan de gemeente alles alleen be
talen. De uitdieping der vesten kan den
polder weinig schelen. Ze heeft op de
uitloozing van het polderwater weinig
invloed, zoolang de watergangen niet ver
breed zijn.
Dhr den Hollander gelooft, dat de
Polder Walcheren heel groot belang heeft
bij de uitdieping der vesten.
De voorzitter: de Polder Walche
ren geeft geen cent meer dan is toege
zegd.
Dhr Vertregt merkt op: Verbreeding
der watergangen geeft niets, als de vesten
niet worden uitgediept. Het een hangt
met het ander samen.
Dhr Paul ontkent, dat de gemeente
Middelburg het leeuwenaandeel moet be
talen. Polder en Rijk betalen samen meer
dan de helft.
De voorzitter verzekert, dat, wan
neer de Polder niet meedoet, het Rijk ook
geen bijdrage zal geven. De Rijksbijdrage
dient juist voor betere ontwatering.
Dhr Paul gelooft dat een deel van het
werk wel door werkloozen zal kunnen ge
schieden.
De Voorzitter onderschrijft dit.
Dhr v. d. Weel kan niet met volle
sympathie voor het voorstel stemmen. De
Noordvest stinkt het hardst en die komt
nog niet aan de beurt.
Weth. v. d. V e e r: dat is, omdat u er
Twee personen werden gewond bij het vliegongeval met het militair vliegtuig
Z 18 nabij de Kooy. De resten van de machine werden aan wal gebracht.
„Je ziet er niet uit, of je veel genoten
hebt van al die genoegens, die je daar
opsomt, sinds ik je het laatst zag, Ro
ger. Je bent zoo mager als een talhout
en uitgeteerd en afgesloofd!"
Haar oogen keken bezorgd ofschoon
ze nog glimlachte. Hij trok haar naast
zich in den ruimen stoel in de schaduw
van het balkon. Dit balkon zag op het
Noorden uit en was altijd in de schaduw
tot het bijna avond was. Achter de slag
schaduw van het huis straalde de zon op
den veelkleurigen tuin en stoofde de
weilanden en gouden korenvelden. Daar
waren de maaiers reeds hun werk begon
nen. Het was een vredig tooneel, dat
sprak van de genietingen van gezonden
arbeid en de mildheid van de natuur.
De vermoeide, uitgeput door het zien van
de strijdende menschheid en de proble
men, die daarmee samenhingen, scheen
in groote teugen de frissche lucht in te
drinken, waarvan hij zienderooge op
knapte. Reeds schenen enkele der minst
diepe lijnen weg te trekken, ofschoon
de bezorgde zuster het gezicht uitgeput
en 't flinke lichaam verzwakt dacht, ter
wijl de diepliggende holle oogen een
droeve uitdrukking vertoonden,v die
sprak van vergeefschen arbeid.
Een korte wijle zaten broeder en zuster
hand in hand. Het gevoel, dat ze bij
elkaar waren, elkaar aanraakten, wa3
genoeg voor beiden. Zij keek naar hem,
bij naar haar, soms ernstig, maar die
ernst ging al gauw in een glimlach over.
Er was zoo veel te zeggen, dat ze niet
wisten, waar te beginnen. Roger deed de
eerste vraag.
„Ben je hier voor lang?"
„Voor een week. Je wist, dat ik dat
we verwacht werden?"
Juffrouw Rivers heeft het me verteld.
Ze zei, dat Elinor met je meekwam."
„Ja, dat is ook gebeurd."
„En ze stuurde haar niet met je mee
hier naar toe?"
„Neen. Ze heeft ons niet verteld, dat
je hier was. Misschien zal ze het Elinor
vertellen, terwijl ik weg ben."
Roger keek recht voor zich uit.
„Zal Elinor er iets om geven?" vroeg
hij langzaam.
Philippa maakte een sprekende bewe-
ging met de handen.
„Ik kan het je heusch niet zeggen. Et-
nor heeft dingen, die ik nooit zal begrij
pen. Roger geef jij er om zal het
je pijn doen?"
Toen keek hij haar aan, de oogen wijd
open, nadenkend.
(Wordt vsrvdgd.)