DE ZEEOW Het Geweten van Hoger Trehern. TWEEDE BLAD. Feuilleton. Brieven uit de Residentie. Binnenland. J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst t Land- en Tuinbouw Uit de Provincie (Wordt vervolgd) VAN MAANDAG 19 JAN. 1931. Nr 95. Mr Marchant, de leider der vrijzinnig- democraten, is een eigenaardig politicus Wij wezen er al eens eerder op, hoe hij likens weer iets anders bij den kop vat, cam verwarring te stichten. Want ver helderend werkt zijn politiek optreden allerminst, wel alarmeerend en verwar rend. Men herinnert zich de rol, die hij meende te moeten spelen in het conflict tusschen den heer Albarda en de Regee ring. De leider der sociaal-democraten leek eerst zelf wat in de war over zijn houding, die anderen zeer dubbelzinnig vonden, maar die hij zelf blijkbaar echt kloek en duidelijk vond. Mr Marchant kwam hem echter bemoedigen, legde beschermend de vrijz.-democratische hand op het roode hoofd. Het werd toen een soort wedstrijd tusschen Albar da en Marchant, wie het toch maar het meest kras zou zeggen. Nu is Marchant niet iemand, dien men zoo maar voorbij loopt en zegt: laat hem praten. Persoonlijk is hij niet altijd even serieus te nemen, daarvoor behoort hij te veel tot het genre lieden, dat an deren graag „zuigt" en zelf niets kan heb ben. Maar hij is leider van een „burger lijke" partij, waarin heel wat knappe menschen zitten, wier oordeel en wier wenschen soms zeer sympathiek zijn. Daarom dient er op de politieke „reuzen zwaaien" van Mr Marchant wel te wor den gelet. Echter, zonder dat men er al te veel waarde aan toekent, want men weet van dezen politicus vandaag wel on geveer wat hij wil, maar voor morgen is men absoluut niet zeker van hem. Het is b.v. zeer opmerkelijk, dat hij als Lid van de Haagsche vroedschap dik wijls veel minder vooruitstrevend is dan als Kamerlid en in de gemeente-politiek lang zoo vriendelijk niet tegenover rood staat als in de landspolitiek. Mr Marchant heeft nu dezer dagen in een rede te Groningen een soort ant woord zoeken te geven op de vraag, of de Vrijz.Dem. revolutionair zijn? Uit het stellen van deze vraag en uit de wijze, waarop hij haar meende te mogen be antwoorden, ziet men weer eens duide lijk, dat de leider der vrijz.-democraten toch feitelijk een politieke grapjas is. De vrijz. democraten, zoo betoogde hij, zijn niet revolutionair voor wat betreft hun koloniale politiek. Er zou met eenige verwondering gevraagd kunnen worden, Telk ernstig politicus dat ooit beweerd neeft? Zoover ons bekend is, denkt nie mand daaraan. Dan zijn de vrijz.-democraten niet re volutionair ten opzichte der crisis-poli tiek van de Regeering. M'n beste man, wie denkt er aan, u revolutionair te noemen, omdat ge een Tarwewet zonder maal- en menggebod wilt? Niemand. Dat betreft hoogstens een verschil van inzicht. Maar wèl revolutionair (tenminste theoretischl) zijn de vrijz.-democraten in hun propaganda voor de eenzijdige na tionale ontwapening en wat daarbij be hoort. En heel de verwijzing van Mr Mar chant naar Duitschland, waar dan de sociaal-democraten den vloed van het communisme gekeerd hebben, kan hij van ons cadeau krijgen, want dat beroep slaat op de kwestie, waarover het gaat, als een tang op een varken. De socialisten in Duitschland wisten heel goed, wat ze deden, ook met het oog op eigen positie. Maar het gaat hier over Nederland. Niet over Nederland, dat een oorlog „ontketent" och arme! maar over Nederland, dat in een botsing dreigt be trokken te worden en dat dan van zijn weermacht ter eigen beveiliging gebruik maakt. Waar staan de vrijz.-democraten dan? Aan de zijde van het wettig gezag of niet? Mr Marchant moet geen bellen blazen, hij moet nu, op zijn leeftijd, de dingen I -oh door EVELYN EVERETT—GREEN. (Vrij naar het Engelsch.) 25) _0_ Roger luisterde met wijd-open oogen en ooren. Nu hij met zijn oude leven ge broken had, de tradities, waarin hij op gevoed was, overboord waren gegooid, was hij verlangend naar nieuwe rede nen en argumenten tegen het leven, dat nij verlaten had. Hij begon nu te spreken op zijn onstuimige, impulsieve manier, de voorden struikelend over elkaar, zijn ge dachten min of meer verward, maar de -loeiende ijver, het welbewuste doel van •en man zich toonend in iedere gelaats- ■visseling, in elke verduidelijkte handbe weging, Hij spak uit de volheid van zijn -art en zijn vriend besefte dat. heb tenminste wel zooveel geleerd, ^at hot werk van de wereld niet gedaan ■al worden door een zichzelf-zoekende feestelijkheid! Ik heb geleerd, dat Gods •verk 't meest bevorderd wordt door hen, eens zoo nuchter probeeren te zien, als ze werkelijk zijn. Staat de Vrijz.-Dem. Partij in de ure des gevaars, die voor ons land feitelijk maar in één vorm dreigen kan, aan de zijde der wettige regeering ja of neen? Doet ze dat niet, dan is ze revolutio nair. Doet ze dat niet, dan is ze ook niet meer democratisch. Democratie beteekent toch zeker niet de anarchie, de wanorde? In ons land kan in de ure des ge vaars de stem van heel het volk ge hoord worden en wij stellen het als onmo gelijk dat hier, zonder dat de verhou dingen zich wijzigen, een Regeering het land in een botsing zou kunnen betrek ken, zonder dat de groote meerderheid van het volk dat goedkeurt. De eerste beslissing over het optre den in een dergelijk geval te nemen uit de handen der Regeering, die aan de Volksvertegenwoordiging verantwoording schuldig is en financieel niets doen kan zonder har fiat, om die te leggen in han den van het Parlement is, onder onze staatsrechterlijke verhoudingen zeer on- gewenscht, daarbij practisch zoo goed als niet te handhaven en voor de demo cratie is het meer een phrase, een zoet houder. Mr Marchant zou verstandig doen, als hij z'n tijd als leider eener politieke groep wat meer productief maakte voor opbouwend werk. Opbouwende critiek (zijn critische knobbel is nu eenmaal sterk ontwikkeld!) is ook goed, als de op bouwende gedachte er maar in zit. Hij behoeft geheel niet bang te zijn, dat iemand hem bij de „reactie", of bij rechts, in zal lijven. Maar het zou hem moge lijk ook zelf nog eens de gedachte kun nen bijbrengen, dat zijn politiek optreden niet verwarrend, maar wel verhelderend werkt. J. H. Tewerkgestelden werkverschaffingen Het aantal tewerkgestelden in de werkverschaffingen in de drie Noorde lijke provincies bedraagt thans ongeveer 8000 en wel: in Drente 3500, in Friesland 2500 en in Groningen 2000. Werkloosheid Landarbeiders. Van den Modernen Landarbeidersbond welke thans bijna 16.000 leden telt, is thans meer dan de helft der leden werk loos. Van die werklooze leden zijn onge veer 300 tewerkgesteld in de werkver schaffingen; ruim 5000 ontvangen uit- keering uit de werkloozenkassen, wat een uitgaaf vordert van ruim f40.000 per week. Slapfe. Wegens slapte in het bedrijf is de werk tijd aan de ijzergieterij te Laag-Keppel tot 4 dagen per week beperkt. Steun aan aardappelmeelindustrie. De Nederlandsche Vereeniging van Fa brieksarbeiders schrijft in een adres aan den minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, dat eenige vergaderingen zijn gehouden met de arbeiders, werk zaam op de aardappelmeelfabrieken ia de Veenkoloniën, waarin de toestand in de aardappelmeelindustrie is besproken, en een motie aangenomen is waarin o.m. staat: De vergaderingen, enz., van oordeel, dat credietverleening van rijkswege voor de noodlijdende landarbeiders in de aardappelmeelindustrie gewenscht is; van oordeel echter, dat het ontwerp van wet inzake credietverleening daarin wel ten deele, doch niet voldoende voorziet; uitdrukkelijk van meening, dat steunver lening, zoowel coöperatieve als spe culatieve fabrieken moet omvatten; mee- nen, dat naast credietverleening ten be hoeve van de landbouwers, vooral ook op de oorzaken van de crisis dient te worden gelet en daarom blokkeering van het surplus aardappelmeel naast de cre dietverleening noodig is; dat alleen daar door ook de belangen van de arbeiders zijn gewaarborgd. Welsprekende cijfers. Men schrijft uit Wormerveer aan „De Maasbode":: Gedurende het jaar 1930 werden in deze gemeente op een bevolking van 8769 inwoners geboren 94 jongens en 89 meis jes, totaal 183 kinderen. Van deze 183 die Zijn geboden (zooals ze in de kerk verklaard en uitgelegd worden) verwer pen, en die zelfs Zijn Naam en bestaan verloochenen en den naam verachten van hen, die zich Zijn dienapen noemen. Is het niet waar, dat die zoogenaamde die naren altijd anderen lasten op den rug schuiven, te zwaar om te dragen, maar weigeren ze zelf ook maar met de pink aan te raken? Is het niet, omdat ze in mooie huizen willen wonen, fijne kleede ren dragen, zich zelf schatten op aarde verzamelen, onverschillig en ongevoelig voor al de smart, al het lijden om hen heen? Wie zijn de vrienden der armen wie zijn degenen, die zich wagen in de allerarmste wijken van de steden in de onderste lagen van de hel zou men wel mogen zeggen? Wie zijn het, die wat om het volk geven? die trachten het op te heffen, het te onderwijzen, het op te wek ken uit die noodlottige apathie, waarin ze ten onder gaan naar lichaam en ziel? Is het onze geestelijkheid, die dat doet? Ik zeg je: neen! De ware Christenen, de menschen, die hun naasten liefhebben, zijn zij, die hun geen boodschap van gees telijke redding brengen; maar die hun de leerstellingen van de ware vrijheid kinderen werden 51 katholiek gedoopt. De katholieke bevolking kan geschat worden op ongeveer 50 procent van het aantal inwoners, terwijl de geboorten onder de katholieke bevolking ongeveer 28 pet. van het totaal aantal uitmaken. Rij de katholieken van Wormerveer is derhalve het geboortecijfer bijna het dub bele, vergeleken bij dat der niet-katho- lieke bevolking. Op het platteland van Noord-Holland is overal hetzelfde verschijnsel waar te nemen. Geen wonder, dat ernstige pro testanten zich bezorgd maken over de aanstaande „verroomsching" van Noord- Hollands platteland. Verlaging tarieven graanlossing. Naar men meedeelt, hebben de Eleva tormaatschappijen in de Rotterdamsche haven besloten de tarieven voor lossing van graan voor de reeders met ingang van 1 Febr. te verlagen. De verlaging bedraagt circa 15 pet van het thans gel dende tarief. Aanleiding tot het doen van dezen stap was de algemeens tendenz om door goed koops lossing de aantrekkelijkheid van de Rotterdamsche havens te vergrooten en op deze wijze steun te verleenen aan de pogingen om Rotterdam als distri butiehaven belangrijker plaats te doen innemen, teneinde hierin compensatie te vinden voor het verlies aan transito- verkeer naar Duitschland. Als in de toe komst door lagere haven- en toonstelsels, die automatisch in de zeevrachten zoo wel naar als van Rotterdam verdiscon teerd worden, verdere steun gegeven zal worden, dan is ongetwijfeld tegemoet te zien, dat dit verkeer van graan in kleine zeeschepen, die direct zonder kosten uit de groote importschepen worden geladen, naar de Scandinavische en de havens aan de Noordzee, van Rotterdam sterk zal toenemen. De Landarbeiderswef. Het Tweede Kamerlid de heer Weit- kamp heeft den minister van Financiën de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat in vele gemeenten van ons land tal van land arbeiders, die door de Landarbeiders- wet in bezit kwamen van een boerderijtje, door de ongunstige tijdsomstandigheden in groote financieele moeilijkheid ver keer en? Zoo ja, is dan de minister bereid, aan gezien bovenvermelde wet bedoelt te zijn een sociale wet ten bate van den land arbeider, te bevorderen mede met het oog op den sterk verlaagden algemeenen rentevoet, dat de rente en de annuïteiten voor de in moeilijkheid verkeerende landarbeiders, bij wijze van crisismaat regel, aanzienlijk verlangd worden? Mond- en klauwzeer. Het Tweede Kamerlid de heer Weit- kamp heeft den minister van Binnen landsche Zaken en Landbouw de vol gende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat de ver ordening op het vervoer der melk van aan mond- en klauwzeer lijdende koeien door de betrokken autoriteiten, althans in het oosten des lands, niet naar uni forme regelen wordt toegepast, waardoor de controle in de provinciale grensge meenten zeer bemoeilijkt wordt? Zoo ja, is dan Üe minister bereid met het oog op het groote besmettingsgevaar, te bevorderen, dat bij bovenbedoeld ver voer overal dezelfde verzorgingsmaatre gelen worden genomen? Rijkssteun aan de Spoorwegen. Het Tweede Kamerlid de heer Knot tenbelt heeft den minister van Water staat gevraagd of deze bereid is gespeci ficeerde opgave te verstrekken der beta lingen welke in de jaren 19211930 zijn gedaan uit hoofde van den telken jare op hoofdstuk IX der Rijksbegrooting voorkomenden post: rentelooze voor schotten en subsidiën ten behoeve van de instandhouding en exploitatie van spoorwegen. De pacht van staatsdomeingronden. In een vergadering van pachters van staatsdomeingronden, gelegen langs de Maas tusschen Well en Keizersveer, is besloten, nu de minister van geen pacht- verlaging wil weten, aan te dringen op het verleenen van pacht voor de nog loopende drie jaar. leeren kennen, die hen zouden willen wak ker schudden om te strijden voor rede lijke bestaansvoorwaarden, voor iets bui ten den ruwen strijd om het bestaan, naar een reinheid van leven, dat onder de huidige omstandigheden een gladde on mogelijkheid is. Wat voor nut steekt er in, zulke schepsels over hun zieleheil te praten? Leer hun eerst wat meer van hun lichaam en de eerste wetten der hygiëne en laat hun ziel maar met rust, tot ze er over kunnen gaan denken, wat het bezit van een ziel wil zeggen!" Noel lag flauwtjes glimlachend achter over in zijn stoel. Hij was schrander ge noeg om onmiddellijk te begrijpen, welke Invloeden er den laatsten tijd op Roger's gevoeligen, ontvankelijken geest aan het werk waren geweest. Wat er in boeken beweerd werd, sprak niet tot Roger, zooals Noel al vaak op gemerkt had. Hij wist in grooten stijl, alles wat er zooal voor en tegen het Chris tendom geschreven was en de hoofdzaak van de argumenten, waarop de schrijvers hun thoorieën hadden opgebouwd. Maar niets van dat alles had veel indruk op hem gemaakt. Het was alles dood mate riaal voor hem geweest en niemand had De heer J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, oud-voorzitter van de Eerste Kamer, is Zaterdagavond omstreeks ne gen uur te Arnhem zacht ontslapen. Jan Joseph Godfried, baron van Voorst tot Voorst werd geboren op 16 Sept. 1846 op huize Westerveld te Elden. Hij ont ving bijzonder onderwijs te Arnhem en trad op 17-jarig,en leeftijd in dienst bij het Instructie-Bataljon te Kampen, waar hij den hoofdcursus afliep. Op 3 Jan. 1870 werd hij benoemd tot 2e luitenant der infanterie, diende in de subalterne rangen bij het regiment grenadiers en jagers, als majoor werd hij toegevoegd aan den inspecteur der infanterie en be last met de functie van hoofdofficier voor het reservekader. Op 23 April 1904 werd overste Van Voorst tot Voorst bevorderd tot kolonel en benoemd tot commandant van het regiment grenadiers en jagers. Op 2 Mei 1908 werd hij, met bevordering tot den rang van generaal-majoor op non-activi teit gesteld. In hetzelfde jaar werd hij gekozen tot lid der Eerste Kamer voor Zuid-Holland, van welk lichaam hij op 1 Mei 1914 voorzitter werd. Hij bekleed de dezen hoogen post tot 1929, toen zijn hooge leeftijd hem noodzaakte de Konin gin te verzoeken hem niet weder voor een herbenoeming in aanmerking te bren gen. Vijftien jaar lang heeft generaal- majoor later luitenant-generaal Van Voorst tot Voorst de vergaderingen der Eerste Kamer geleid. Hij deed dit eenigszins „militairement", maar niette min wist hij een uitnemenden geest van welwillendheid te handhaven en te be vorderen. Zijn nauwgezette plichtsver vulling, hoffelijkheid, verdraagzaamheid waren den leden der Kamer een lichtend voorbeeld. Lichamelijk en geestelijk was hij een krachtige persoonlijkheid en dit bleef hij ondanks den last der jaren. Toen hij 82 jaren oud was nam hij met belangstelling, opgewektheid en groote frischheid deel aan een excursie der le den van de Eerste Kamer naar de Zui derzeewerken, die van 's morgens zes tot 's avonds elf uur duurde. Baron van Voorts tot Voorst was ad judant der Koningin in buitengewonen dienst. Uiteraard waren hem vele onder scheidingen verleend. De opvolger In de Eerste Kamer. De heer L. J. M. Feber, lid der Tweede Kamer, komt als eerste in aanmerking om de plaats van wijlen baron Van Voorst tot Voorst in de Eerste Kamer te bezetten. Indien de heer Feber bedankt voor dezen zetel, dan zal volgens de lijst der R.K. Staatspartij de heer F. L. D. Nivard, wethouder van Rotterdam, wor den benoemd. Rentelooze voorschotten en subsidies voor spoorwegen. Het lid der Tweede Kamer, mr Knot tenbelt, heeft aan den minister van wa terstaat gevraagd: hun voldoende toegelicht om er leven in te blazen. Nu echter was hij onder menschen ge weest en niet onder boeken. Hij had met eigen oogen dien zelfkant van het leven aanschouwd, waarvan men zich nimmer voldoende rekenschap geeft, totdat de mensehelijke ziel in contact komt met de dingen, die voorheen slechts namen zon der beteekenis, haar gewoonlijk van ont zetting en afschuw doen sidderen, of schoon die afschuw bij dieper nadenken zijn oorsprong minder vindt in de din gen zelf, dan wel in de oorzaken, die er den grondslag van zijn. Waartegen des menschen ziel in opstand komt en die hem er toe brengen om dit monster van onrechtvaardigheid te willen bestrijden, ofschoon hij al spoedig tot de erkenning moet komen, dat het eenvoudiger is den vinger op de wondeplek te leggen en zich daarover op te winden dan de middelen tot heling te verschaffen. „Waar ben je geweest?" vroeg Noel na eenig nadenken. Roger noemde een Noordelijke zeeha ven, hetgeen Noel zacht voor zich heen deed fuiten. De naam van deze plaata toch was in den afgeloopen zomer op een Is de minister bereid, gespecificeerde opgave te verstrekken van de betalingen, welke in de jaren 19211930 zijn gedaan uit hoofde van den telken jare op hoofd stuk IX der Rijksbegrooting, voorkomen den postRentelooze voorschotten en sub sidiën ten behoeve van de instandhouding en exploitatie van spoorwegen? Grondverkoop aan de gemeente Den Haag. Het Tweede Kamerlid dhr Vliegen, heeft aan den minister van financiën de volgende vragen gesteld: Is de minister niet van meening, dat de regeering, alvorens zich bereid te ver klaren aan de gemeente 's Graveuhage of aan wie ook grond te verkoopen, welke bestemd was om te dienen tot stichting van een nieuw gebouw voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die Kamer had behooren in de gelegen heid te stellen zich over dat voornemen uit te spreken? Is de minister niet van meening, dat, ook al neemt men aan dat van de stich ting van een nieuw gebouw voor die Kamer voor afzienbaren tijd is afgezien, deze toch in de gelegenheid moet wor den gesteld om uit te spreken, dat zij een deel van den grond wil reserveeren voor eventueele uitbreiding van de bestaande gebouwen? Kan de Regeering zich in elk geval niet bepalen tot afstand van slechts dien grond die strikt noodig is voor de verbreeding van den Hofweg en van de Hofstraat en over den verderen grond geene toezeg gingen te doen alvorens de Tweede Ka mer daartoe haar bewilliging heeft ge geven? Vooruitzichten der varkenshouderij. Een commissie van deskundigen i.z. de vooruitzichten der varkenshouderij komt tot de volgende conclusie: Hoewel de varkensprijzen gedurende de laatste maanden reeds tot een zeer laag peil waren gedaald, was in de meerder heid der Nederlandsche bedrijven de var kenshouderij nog loonend te noemen, voornamelijk ten gevolge van de eveneens zeer lage prijzen der voedermiddelen. Voor zoover bekend, is in vrijwel alle belangrijke varkensvleesch produceer ende landen niet alleen in de eerstvolgende maanden, maar ook in de daarop vol gende periode een aanmerkelijke vermeer dering van de productie van varkens vleesch te verwachten. Als een gunstige factor kan worden genoemd de omstan digheid, dat, mede ten gevolge van de betrekkelijk hooge prijzen van rund- vleesch, de consumptie van varkens vleesch belangrijk is toegenomen. Evenwel moet ook rekening gehouden met den factor dat de koopkracht der bevolking in de toekomst waarschijnlijk nog aanmerkelijk zal afnemen. Welis waar zal deze invloed zich in de eerste plaats doen gelden op het rundvleesch, doch het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat ook de afzet van varkensvleesch daar door ongunstig zal worden beïnvloed. In- tusschen is het duidelijk, dat de ren tabiliteit van het varkenshoudersbedrijf onder de tegenwoordige verhoudingen vrijwel geheel afhankelijk is van de prij zen van de voedermiddelen. Zouden de prijzen dezer artikelen eenigermate tot een normaal peil stijgen, zoo zou onge twijfeld in de varkenshouderij een de bacle intreden. Het eerst zouden daardoor getroffen worden de varkensfokkers, die op den verkoop van biggen zijn aangewe- zen, doch ook zouden voor de varkens- mesterij de verhoudingen buitengewoon ongunstig worden, eenerzijds doordat het aantal varkens, dat ter markt zou worden gevoerd, aanvankelijk grooter zou wor den, waardoor de prijzen nog verder zou den dalen, terwijl anderzijds de productie kosten zouden zijn gestegen. Evenwel zijn er voorshands nog geen aanwijzingen, dat in de naaste toekomst in de prijzen der voedermiddelen prijs stijgingen te verwachten zijn. De fokkers zullen echter goed doen op dezen factor nauwkeurig acht te slaan en onverwijld tot belangrijke inkrimping van fokkerij en mesterij te besluiten, zoodra zich ver schijnselen beginnen te vertoonen, dat de voederprijzen zullen stijgen. Geen animo. In een vergadering van den kieskring ieders lippen geweest. Wat was het geval? Een handelsvaartuig had daar vanuit de Oost de besmetting over gebracht van een kwaal, waarover de wetenschap het nog steeds niet eens was. Sommige ge leerden noemden het Aziatische cholera, anderen hadden er een naam voor die nog duisterder klonk. Hoe het ook zij, de stad werd er door aangetast en de inwo ners, die in de lagere gedeelten hun ver blijf hadden, stierven bij honderden. Het was of er een vloek op het district ge legen had. Geheele families waren de streek ontvlucht, zooals men in de oude tijden aan de pest trachtte 'e ontkomen. Het was dien zomer ongewoon warm ge weest, waarbij nog kwam, dat de plaats toch al als ongezond bekend stond. Bij die eene epidemie was het niet gebleven, hetgeen bij zulk een weer en onder deze omstandigheden niet was te verwonderen. De stad had in rampzalige conditie ver keerd. Natuurlijk hadden de giften uit alle deelen des lands ruim gevloeid, doch de grootste moeilijkheid was geweest om menschen te vinden, die zich het lot van de zieken wilden aantrekken.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1931 | | pagina 5