DE ZEEOW
Het Geweten van Hoger Trehern.
TWEEDE BLAD.
Feuilleton.
Brieven uit de Residentie.
Binnenland.
J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst t
Land- en Tuinbouw
Uit de Provincie
(Wordt vervolgd)
VAN
MAANDAG 19 JAN. 1931. Nr 95.
Mr Marchant, de leider der vrijzinnig-
democraten, is een eigenaardig politicus
Wij wezen er al eens eerder op, hoe hij
likens weer iets anders bij den kop vat,
cam verwarring te stichten. Want ver
helderend werkt zijn politiek optreden
allerminst, wel alarmeerend en verwar
rend.
Men herinnert zich de rol, die hij
meende te moeten spelen in het conflict
tusschen den heer Albarda en de Regee
ring. De leider der sociaal-democraten
leek eerst zelf wat in de war over zijn
houding, die anderen zeer dubbelzinnig
vonden, maar die hij zelf blijkbaar echt
kloek en duidelijk vond. Mr Marchant
kwam hem echter bemoedigen, legde
beschermend de vrijz.-democratische
hand op het roode hoofd. Het werd
toen een soort wedstrijd tusschen Albar
da en Marchant, wie het toch maar het
meest kras zou zeggen.
Nu is Marchant niet iemand, dien
men zoo maar voorbij loopt en zegt: laat
hem praten. Persoonlijk is hij niet altijd
even serieus te nemen, daarvoor behoort
hij te veel tot het genre lieden, dat an
deren graag „zuigt" en zelf niets kan heb
ben. Maar hij is leider van een „burger
lijke" partij, waarin heel wat knappe
menschen zitten, wier oordeel en wier
wenschen soms zeer sympathiek zijn.
Daarom dient er op de politieke „reuzen
zwaaien" van Mr Marchant wel te wor
den gelet. Echter, zonder dat men er al
te veel waarde aan toekent, want men
weet van dezen politicus vandaag wel on
geveer wat hij wil, maar voor morgen is
men absoluut niet zeker van hem.
Het is b.v. zeer opmerkelijk, dat hij als
Lid van de Haagsche vroedschap dik
wijls veel minder vooruitstrevend is dan
als Kamerlid en in de gemeente-politiek
lang zoo vriendelijk niet tegenover rood
staat als in de landspolitiek.
Mr Marchant heeft nu dezer dagen in
een rede te Groningen een soort ant
woord zoeken te geven op de vraag, of de
Vrijz.Dem. revolutionair zijn? Uit het
stellen van deze vraag en uit de wijze,
waarop hij haar meende te mogen be
antwoorden, ziet men weer eens duide
lijk, dat de leider der vrijz.-democraten
toch feitelijk een politieke grapjas is.
De vrijz. democraten, zoo betoogde hij,
zijn niet revolutionair voor wat betreft
hun koloniale politiek. Er zou met eenige
verwondering gevraagd kunnen worden,
Telk ernstig politicus dat ooit beweerd
neeft? Zoover ons bekend is, denkt nie
mand daaraan.
Dan zijn de vrijz.-democraten niet re
volutionair ten opzichte der crisis-poli
tiek van de Regeering.
M'n beste man, wie denkt er aan, u
revolutionair te noemen, omdat ge een
Tarwewet zonder maal- en menggebod
wilt? Niemand. Dat betreft hoogstens
een verschil van inzicht.
Maar wèl revolutionair (tenminste
theoretischl) zijn de vrijz.-democraten in
hun propaganda voor de eenzijdige na
tionale ontwapening en wat daarbij be
hoort.
En heel de verwijzing van Mr Mar
chant naar Duitschland, waar dan de
sociaal-democraten den vloed van het
communisme gekeerd hebben, kan hij
van ons cadeau krijgen, want dat beroep
slaat op de kwestie, waarover het gaat,
als een tang op een varken.
De socialisten in Duitschland wisten
heel goed, wat ze deden, ook met het oog
op eigen positie.
Maar het gaat hier over Nederland.
Niet over Nederland, dat een oorlog
„ontketent" och arme! maar over
Nederland, dat in een botsing dreigt be
trokken te worden en dat dan van zijn
weermacht ter eigen beveiliging gebruik
maakt.
Waar staan de vrijz.-democraten dan?
Aan de zijde van het wettig gezag of
niet?
Mr Marchant moet geen bellen blazen,
hij moet nu, op zijn leeftijd, de dingen
I -oh
door EVELYN EVERETT—GREEN.
(Vrij naar het Engelsch.)
25) _0_
Roger luisterde met wijd-open oogen
en ooren. Nu hij met zijn oude leven ge
broken had, de tradities, waarin hij op
gevoed was, overboord waren gegooid,
was hij verlangend naar nieuwe rede
nen en argumenten tegen het leven, dat
nij verlaten had. Hij begon nu te spreken
op zijn onstuimige, impulsieve manier, de
voorden struikelend over elkaar, zijn ge
dachten min of meer verward, maar de
-loeiende ijver, het welbewuste doel van
•en man zich toonend in iedere gelaats-
■visseling, in elke verduidelijkte handbe
weging, Hij spak uit de volheid van zijn
-art en zijn vriend besefte dat.
heb tenminste wel zooveel geleerd,
^at hot werk van de wereld niet gedaan
■al worden door een zichzelf-zoekende
feestelijkheid! Ik heb geleerd, dat Gods
•verk 't meest bevorderd wordt door hen,
eens zoo nuchter probeeren te zien, als
ze werkelijk zijn. Staat de Vrijz.-Dem.
Partij in de ure des gevaars, die voor ons
land feitelijk maar in één vorm dreigen
kan, aan de zijde der wettige regeering
ja of neen?
Doet ze dat niet, dan is ze revolutio
nair.
Doet ze dat niet, dan is ze ook niet
meer democratisch.
Democratie beteekent toch zeker niet
de anarchie, de wanorde?
In ons land kan in de ure des ge
vaars de stem van heel het volk ge
hoord worden en wij stellen het als onmo
gelijk dat hier, zonder dat de verhou
dingen zich wijzigen, een Regeering het
land in een botsing zou kunnen betrek
ken, zonder dat de groote meerderheid
van het volk dat goedkeurt.
De eerste beslissing over het optre
den in een dergelijk geval te nemen uit
de handen der Regeering, die aan de
Volksvertegenwoordiging verantwoording
schuldig is en financieel niets doen kan
zonder har fiat, om die te leggen in han
den van het Parlement is, onder onze
staatsrechterlijke verhoudingen zeer on-
gewenscht, daarbij practisch zoo goed
als niet te handhaven en voor de demo
cratie is het meer een phrase, een zoet
houder.
Mr Marchant zou verstandig doen, als
hij z'n tijd als leider eener politieke
groep wat meer productief maakte voor
opbouwend werk. Opbouwende critiek
(zijn critische knobbel is nu eenmaal
sterk ontwikkeld!) is ook goed, als de op
bouwende gedachte er maar in zit. Hij
behoeft geheel niet bang te zijn, dat
iemand hem bij de „reactie", of bij rechts,
in zal lijven. Maar het zou hem moge
lijk ook zelf nog eens de gedachte kun
nen bijbrengen, dat zijn politiek optreden
niet verwarrend, maar wel verhelderend
werkt. J. H.
Tewerkgestelden werkverschaffingen
Het aantal tewerkgestelden in de
werkverschaffingen in de drie Noorde
lijke provincies bedraagt thans ongeveer
8000 en wel: in Drente 3500, in Friesland
2500 en in Groningen 2000.
Werkloosheid Landarbeiders.
Van den Modernen Landarbeidersbond
welke thans bijna 16.000 leden telt, is
thans meer dan de helft der leden werk
loos. Van die werklooze leden zijn onge
veer 300 tewerkgesteld in de werkver
schaffingen; ruim 5000 ontvangen uit-
keering uit de werkloozenkassen, wat een
uitgaaf vordert van ruim f40.000 per
week.
Slapfe.
Wegens slapte in het bedrijf is de werk
tijd aan de ijzergieterij te Laag-Keppel
tot 4 dagen per week beperkt.
Steun aan aardappelmeelindustrie.
De Nederlandsche Vereeniging van Fa
brieksarbeiders schrijft in een adres aan
den minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw, dat eenige vergaderingen
zijn gehouden met de arbeiders, werk
zaam op de aardappelmeelfabrieken ia
de Veenkoloniën, waarin de toestand in
de aardappelmeelindustrie is besproken,
en een motie aangenomen is waarin o.m.
staat:
De vergaderingen, enz., van oordeel,
dat credietverleening van rijkswege voor
de noodlijdende landarbeiders in de
aardappelmeelindustrie gewenscht is;
van oordeel echter, dat het ontwerp van
wet inzake credietverleening daarin wel
ten deele, doch niet voldoende voorziet;
uitdrukkelijk van meening, dat steunver
lening, zoowel coöperatieve als spe
culatieve fabrieken moet omvatten; mee-
nen, dat naast credietverleening ten be
hoeve van de landbouwers, vooral ook
op de oorzaken van de crisis dient te
worden gelet en daarom blokkeering van
het surplus aardappelmeel naast de cre
dietverleening noodig is; dat alleen daar
door ook de belangen van de arbeiders
zijn gewaarborgd.
Welsprekende cijfers.
Men schrijft uit Wormerveer aan „De
Maasbode"::
Gedurende het jaar 1930 werden in
deze gemeente op een bevolking van 8769
inwoners geboren 94 jongens en 89 meis
jes, totaal 183 kinderen. Van deze 183
die Zijn geboden (zooals ze in de kerk
verklaard en uitgelegd worden) verwer
pen, en die zelfs Zijn Naam en bestaan
verloochenen en den naam verachten van
hen, die zich Zijn dienapen noemen. Is
het niet waar, dat die zoogenaamde die
naren altijd anderen lasten op den rug
schuiven, te zwaar om te dragen, maar
weigeren ze zelf ook maar met de pink
aan te raken? Is het niet, omdat ze in
mooie huizen willen wonen, fijne kleede
ren dragen, zich zelf schatten op aarde
verzamelen, onverschillig en ongevoelig
voor al de smart, al het lijden om hen
heen? Wie zijn de vrienden der armen
wie zijn degenen, die zich wagen in de
allerarmste wijken van de steden in
de onderste lagen van de hel zou men wel
mogen zeggen? Wie zijn het, die wat om
het volk geven? die trachten het op te
heffen, het te onderwijzen, het op te wek
ken uit die noodlottige apathie, waarin
ze ten onder gaan naar lichaam en ziel?
Is het onze geestelijkheid, die dat doet?
Ik zeg je: neen! De ware Christenen, de
menschen, die hun naasten liefhebben,
zijn zij, die hun geen boodschap van gees
telijke redding brengen; maar die hun
de leerstellingen van de ware vrijheid
kinderen werden 51 katholiek gedoopt.
De katholieke bevolking kan geschat
worden op ongeveer 50 procent van het
aantal inwoners, terwijl de geboorten
onder de katholieke bevolking ongeveer
28 pet. van het totaal aantal uitmaken.
Rij de katholieken van Wormerveer is
derhalve het geboortecijfer bijna het dub
bele, vergeleken bij dat der niet-katho-
lieke bevolking.
Op het platteland van Noord-Holland
is overal hetzelfde verschijnsel waar te
nemen. Geen wonder, dat ernstige pro
testanten zich bezorgd maken over de
aanstaande „verroomsching" van Noord-
Hollands platteland.
Verlaging tarieven graanlossing.
Naar men meedeelt, hebben de Eleva
tormaatschappijen in de Rotterdamsche
haven besloten de tarieven voor lossing
van graan voor de reeders met ingang
van 1 Febr. te verlagen. De verlaging
bedraagt circa 15 pet van het thans gel
dende tarief.
Aanleiding tot het doen van dezen stap
was de algemeens tendenz om door goed
koops lossing de aantrekkelijkheid van
de Rotterdamsche havens te vergrooten
en op deze wijze steun te verleenen aan
de pogingen om Rotterdam als distri
butiehaven belangrijker plaats te doen
innemen, teneinde hierin compensatie
te vinden voor het verlies aan transito-
verkeer naar Duitschland. Als in de toe
komst door lagere haven- en toonstelsels,
die automatisch in de zeevrachten zoo
wel naar als van Rotterdam verdiscon
teerd worden, verdere steun gegeven zal
worden, dan is ongetwijfeld tegemoet te
zien, dat dit verkeer van graan in kleine
zeeschepen, die direct zonder kosten uit
de groote importschepen worden geladen,
naar de Scandinavische en de havens
aan de Noordzee, van Rotterdam sterk
zal toenemen.
De Landarbeiderswef.
Het Tweede Kamerlid de heer Weit-
kamp heeft den minister van Financiën
de volgende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat in
vele gemeenten van ons land tal van land
arbeiders, die door de Landarbeiders-
wet in bezit kwamen van een boerderijtje,
door de ongunstige tijdsomstandigheden
in groote financieele moeilijkheid ver
keer en?
Zoo ja, is dan de minister bereid, aan
gezien bovenvermelde wet bedoelt te zijn
een sociale wet ten bate van den land
arbeider, te bevorderen mede met het
oog op den sterk verlaagden algemeenen
rentevoet, dat de rente en de annuïteiten
voor de in moeilijkheid verkeerende
landarbeiders, bij wijze van crisismaat
regel, aanzienlijk verlangd worden?
Mond- en klauwzeer.
Het Tweede Kamerlid de heer Weit-
kamp heeft den minister van Binnen
landsche Zaken en Landbouw de vol
gende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat de ver
ordening op het vervoer der melk van
aan mond- en klauwzeer lijdende koeien
door de betrokken autoriteiten, althans
in het oosten des lands, niet naar uni
forme regelen wordt toegepast, waardoor
de controle in de provinciale grensge
meenten zeer bemoeilijkt wordt?
Zoo ja, is dan Üe minister bereid met
het oog op het groote besmettingsgevaar,
te bevorderen, dat bij bovenbedoeld ver
voer overal dezelfde verzorgingsmaatre
gelen worden genomen?
Rijkssteun aan de Spoorwegen.
Het Tweede Kamerlid de heer Knot
tenbelt heeft den minister van Water
staat gevraagd of deze bereid is gespeci
ficeerde opgave te verstrekken der beta
lingen welke in de jaren 19211930 zijn
gedaan uit hoofde van den telken jare
op hoofdstuk IX der Rijksbegrooting
voorkomenden post: rentelooze voor
schotten en subsidiën ten behoeve van
de instandhouding en exploitatie van
spoorwegen.
De pacht van staatsdomeingronden.
In een vergadering van pachters van
staatsdomeingronden, gelegen langs de
Maas tusschen Well en Keizersveer, is
besloten, nu de minister van geen pacht-
verlaging wil weten, aan te dringen op
het verleenen van pacht voor de nog
loopende drie jaar.
leeren kennen, die hen zouden willen wak
ker schudden om te strijden voor rede
lijke bestaansvoorwaarden, voor iets bui
ten den ruwen strijd om het bestaan,
naar een reinheid van leven, dat onder
de huidige omstandigheden een gladde on
mogelijkheid is. Wat voor nut steekt er
in, zulke schepsels over hun zieleheil te
praten? Leer hun eerst wat meer van hun
lichaam en de eerste wetten der hygiëne
en laat hun ziel maar met rust, tot ze er
over kunnen gaan denken, wat het bezit
van een ziel wil zeggen!"
Noel lag flauwtjes glimlachend achter
over in zijn stoel. Hij was schrander ge
noeg om onmiddellijk te begrijpen, welke
Invloeden er den laatsten tijd op Roger's
gevoeligen, ontvankelijken geest aan het
werk waren geweest.
Wat er in boeken beweerd werd, sprak
niet tot Roger, zooals Noel al vaak op
gemerkt had. Hij wist in grooten stijl,
alles wat er zooal voor en tegen het Chris
tendom geschreven was en de hoofdzaak
van de argumenten, waarop de schrijvers
hun thoorieën hadden opgebouwd. Maar
niets van dat alles had veel indruk op
hem gemaakt. Het was alles dood mate
riaal voor hem geweest en niemand had
De heer J. J. G. baron van Voorst tot
Voorst, oud-voorzitter van de Eerste
Kamer, is Zaterdagavond omstreeks ne
gen uur te Arnhem zacht ontslapen.
Jan Joseph Godfried, baron van Voorst
tot Voorst werd geboren op 16 Sept. 1846
op huize Westerveld te Elden. Hij ont
ving bijzonder onderwijs te Arnhem en
trad op 17-jarig,en leeftijd in dienst bij
het Instructie-Bataljon te Kampen, waar
hij den hoofdcursus afliep. Op 3 Jan.
1870 werd hij benoemd tot 2e luitenant
der infanterie, diende in de subalterne
rangen bij het regiment grenadiers en
jagers, als majoor werd hij toegevoegd
aan den inspecteur der infanterie en be
last met de functie van hoofdofficier
voor het reservekader.
Op 23 April 1904 werd overste Van
Voorst tot Voorst bevorderd tot kolonel
en benoemd tot commandant van het
regiment grenadiers en jagers. Op 2 Mei
1908 werd hij, met bevordering tot den
rang van generaal-majoor op non-activi
teit gesteld. In hetzelfde jaar werd hij
gekozen tot lid der Eerste Kamer voor
Zuid-Holland, van welk lichaam hij op
1 Mei 1914 voorzitter werd. Hij bekleed
de dezen hoogen post tot 1929, toen zijn
hooge leeftijd hem noodzaakte de Konin
gin te verzoeken hem niet weder voor een
herbenoeming in aanmerking te bren
gen.
Vijftien jaar lang heeft generaal-
majoor later luitenant-generaal
Van Voorst tot Voorst de vergaderingen
der Eerste Kamer geleid. Hij deed dit
eenigszins „militairement", maar niette
min wist hij een uitnemenden geest van
welwillendheid te handhaven en te be
vorderen. Zijn nauwgezette plichtsver
vulling, hoffelijkheid, verdraagzaamheid
waren den leden der Kamer een lichtend
voorbeeld. Lichamelijk en geestelijk was
hij een krachtige persoonlijkheid en dit
bleef hij ondanks den last der jaren.
Toen hij 82 jaren oud was nam hij met
belangstelling, opgewektheid en groote
frischheid deel aan een excursie der le
den van de Eerste Kamer naar de Zui
derzeewerken, die van 's morgens zes tot
's avonds elf uur duurde.
Baron van Voorts tot Voorst was ad
judant der Koningin in buitengewonen
dienst. Uiteraard waren hem vele onder
scheidingen verleend.
De opvolger In de Eerste Kamer.
De heer L. J. M. Feber, lid der Tweede
Kamer, komt als eerste in aanmerking
om de plaats van wijlen baron Van
Voorst tot Voorst in de Eerste Kamer te
bezetten. Indien de heer Feber bedankt
voor dezen zetel, dan zal volgens de lijst
der R.K. Staatspartij de heer F. L. D.
Nivard, wethouder van Rotterdam, wor
den benoemd.
Rentelooze voorschotten en subsidies
voor spoorwegen.
Het lid der Tweede Kamer, mr Knot
tenbelt, heeft aan den minister van wa
terstaat gevraagd:
hun voldoende toegelicht om er leven in
te blazen.
Nu echter was hij onder menschen ge
weest en niet onder boeken. Hij had met
eigen oogen dien zelfkant van het leven
aanschouwd, waarvan men zich nimmer
voldoende rekenschap geeft, totdat de
mensehelijke ziel in contact komt met de
dingen, die voorheen slechts namen zon
der beteekenis, haar gewoonlijk van ont
zetting en afschuw doen sidderen, of
schoon die afschuw bij dieper nadenken
zijn oorsprong minder vindt in de din
gen zelf, dan wel in de oorzaken, die er
den grondslag van zijn. Waartegen des
menschen ziel in opstand komt en die
hem er toe brengen om dit monster van
onrechtvaardigheid te willen bestrijden,
ofschoon hij al spoedig tot de erkenning
moet komen, dat het eenvoudiger is den
vinger op de wondeplek te leggen en zich
daarover op te winden dan de middelen
tot heling te verschaffen.
„Waar ben je geweest?" vroeg Noel na
eenig nadenken.
Roger noemde een Noordelijke zeeha
ven, hetgeen Noel zacht voor zich heen
deed fuiten. De naam van deze plaata
toch was in den afgeloopen zomer op een
Is de minister bereid, gespecificeerde
opgave te verstrekken van de betalingen,
welke in de jaren 19211930 zijn gedaan
uit hoofde van den telken jare op hoofd
stuk IX der Rijksbegrooting, voorkomen
den postRentelooze voorschotten en sub
sidiën ten behoeve van de instandhouding
en exploitatie van spoorwegen?
Grondverkoop aan de gemeente
Den Haag.
Het Tweede Kamerlid dhr Vliegen,
heeft aan den minister van financiën de
volgende vragen gesteld:
Is de minister niet van meening, dat
de regeering, alvorens zich bereid te ver
klaren aan de gemeente 's Graveuhage
of aan wie ook grond te verkoopen,
welke bestemd was om te dienen tot
stichting van een nieuw gebouw voor
de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
die Kamer had behooren in de gelegen
heid te stellen zich over dat voornemen
uit te spreken?
Is de minister niet van meening, dat,
ook al neemt men aan dat van de stich
ting van een nieuw gebouw voor die
Kamer voor afzienbaren tijd is afgezien,
deze toch in de gelegenheid moet wor
den gesteld om uit te spreken, dat zij een
deel van den grond wil reserveeren voor
eventueele uitbreiding van de bestaande
gebouwen?
Kan de Regeering zich in elk geval niet
bepalen tot afstand van slechts dien grond
die strikt noodig is voor de verbreeding
van den Hofweg en van de Hofstraat en
over den verderen grond geene toezeg
gingen te doen alvorens de Tweede Ka
mer daartoe haar bewilliging heeft ge
geven?
Vooruitzichten der varkenshouderij.
Een commissie van deskundigen i.z.
de vooruitzichten der varkenshouderij
komt tot de volgende conclusie:
Hoewel de varkensprijzen gedurende de
laatste maanden reeds tot een zeer laag
peil waren gedaald, was in de meerder
heid der Nederlandsche bedrijven de var
kenshouderij nog loonend te noemen,
voornamelijk ten gevolge van de eveneens
zeer lage prijzen der voedermiddelen.
Voor zoover bekend, is in vrijwel alle
belangrijke varkensvleesch produceer ende
landen niet alleen in de eerstvolgende
maanden, maar ook in de daarop vol
gende periode een aanmerkelijke vermeer
dering van de productie van varkens
vleesch te verwachten. Als een gunstige
factor kan worden genoemd de omstan
digheid, dat, mede ten gevolge van de
betrekkelijk hooge prijzen van rund-
vleesch, de consumptie van varkens
vleesch belangrijk is toegenomen.
Evenwel moet ook rekening gehouden
met den factor dat de koopkracht der
bevolking in de toekomst waarschijnlijk
nog aanmerkelijk zal afnemen. Welis
waar zal deze invloed zich in de eerste
plaats doen gelden op het rundvleesch,
doch het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat
ook de afzet van varkensvleesch daar
door ongunstig zal worden beïnvloed. In-
tusschen is het duidelijk, dat de ren
tabiliteit van het varkenshoudersbedrijf
onder de tegenwoordige verhoudingen
vrijwel geheel afhankelijk is van de prij
zen van de voedermiddelen. Zouden de
prijzen dezer artikelen eenigermate tot
een normaal peil stijgen, zoo zou onge
twijfeld in de varkenshouderij een de
bacle intreden. Het eerst zouden daardoor
getroffen worden de varkensfokkers, die
op den verkoop van biggen zijn aangewe-
zen, doch ook zouden voor de varkens-
mesterij de verhoudingen buitengewoon
ongunstig worden, eenerzijds doordat het
aantal varkens, dat ter markt zou worden
gevoerd, aanvankelijk grooter zou wor
den, waardoor de prijzen nog verder zou
den dalen, terwijl anderzijds de productie
kosten zouden zijn gestegen.
Evenwel zijn er voorshands nog geen
aanwijzingen, dat in de naaste toekomst
in de prijzen der voedermiddelen prijs
stijgingen te verwachten zijn. De fokkers
zullen echter goed doen op dezen factor
nauwkeurig acht te slaan en onverwijld
tot belangrijke inkrimping van fokkerij
en mesterij te besluiten, zoodra zich ver
schijnselen beginnen te vertoonen, dat
de voederprijzen zullen stijgen.
Geen animo.
In een vergadering van den kieskring
ieders lippen geweest. Wat was het geval?
Een handelsvaartuig had daar vanuit
de Oost de besmetting over gebracht van
een kwaal, waarover de wetenschap het
nog steeds niet eens was. Sommige ge
leerden noemden het Aziatische cholera,
anderen hadden er een naam voor die
nog duisterder klonk. Hoe het ook zij, de
stad werd er door aangetast en de inwo
ners, die in de lagere gedeelten hun ver
blijf hadden, stierven bij honderden. Het
was of er een vloek op het district ge
legen had. Geheele families waren de
streek ontvlucht, zooals men in de oude
tijden aan de pest trachtte 'e ontkomen.
Het was dien zomer ongewoon warm ge
weest, waarbij nog kwam, dat de plaats
toch al als ongezond bekend stond. Bij
die eene epidemie was het niet gebleven,
hetgeen bij zulk een weer en onder deze
omstandigheden niet was te verwonderen.
De stad had in rampzalige conditie ver
keerd. Natuurlijk hadden de giften uit
alle deelen des lands ruim gevloeid, doch
de grootste moeilijkheid was geweest om
menschen te vinden, die zich het lot van
de zieken wilden aantrekken.