DE ZEEUW
Het Geweten van RogerTrehern.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON
Zoeklichtjes.
Uit de Provincie
VAN
DINSDAG 6 JAN. 1931. Nr 81.
DE HANDELSOVEREENKOMST VAN
GENèVE.
Verschenen is de Memorie van Ant
woord op het Voorloopig Verslag van de
Tweede Kamer over het ontwerp tot goed
keuring van de handelsovereenkomst van
Genève van 24 Maart 1930, met bijbehoo-
rend protocol.
Naar aanleiding van het betoog van
verscheidene leden, dat de handelsover
eenkomst in menig opzicht het échec van
den Volkenbond op economisch terrein
demonstreert, wijst de regeering nogmaals
er op, dat de resultaten gezien moeten
worden in het licht der uiterst moeilijke
omstandigheden, waaronder zij tot stand
kwamen. De korte looptijd der overeen
komst is mede daarvan het gevolg. Im
mers, indien de tijdsomstandigheden zulks
noodig mochten maken, kunnen de Sta
ten in verband met dien korten looptijd
hun vrijheid spoedig terug erlangen.
Erkennende, dat de overeenkomst geens
zins heeft gebracht wat werd beoogd, zou
de regeering daar tegenover willen stellen,
dat met des te meer kracht moet worden
vastgehouden aan het zoo moeizaam ver
kregen resultaat.
Eenige Staten hebben bereids zich ten
aanzien van Nederland in beginsel tot
eenzijdige verlagingen van douane-tarie
ven bereid verklaard.
De mogelijkheid, dat Nederland zich
eenige voordeelen zal weten te bedingen,
alsmede de nauwere economische samen
werking, welke de regeering de laatste
tijden met de regeeringen van andere lan
den zoekt, zijn niet zonder belang te ach
ten en zijn in niet geringe mate toe te
schrijven aan de actie van den Volken
bond.
Overigens mag men zich niet bepalen
tot de vraag, welke directe voordeelen de
handelsovereenkomst aan Nederland op
levert, doch dient men zich eveneens af
te vragen, welke de toestand zou zijn, in
dien de besprekingen over het tot stand
brengen van een douanebestand niet wa
ren gevoerd en indien de onderhavige
overeenkomst eventueel niet tot stand zou
komen. De regeering meent met reden te
mogen aannemen, dat in dat laatste ge
val de wedloop in economische bewape
ning nog grooter omvang zal aannemen.
De houding van Nederland zal op die
van andere Staten haar invloed doen gel
den. Verschillende staten stelden bereids
de inwerkingtreding der overeenkomst van
de deelneming van Nederland afhanke
lijk.
Frankrijk, België, Engeland en Italië
hebben de overeenkomst reeds bekrach
tigd. Ofschoon daaromtrent geen zeker
heid bestaat, is eveneens te verwachten,
dat Duitschland tot bekrachtiging zal
overgaan.
EEN BRUG OVER DE SCHELDE.
Een verkeersbelang en een nationaal
belang.
Het „Handelsblad" voert het pleit voor
een brug over de Schelde.
Aldus:
„Van al onze groote rivieren is de
Schelde de eenige, waarover in het ge
heel geen hrugverbinding bestaat. Over
een lengte van ongeveer 60 K.M. (hemels
breed gemeten), d.w.z. op ons gansche
grondgebied, kan men yan den eenen oever
der Schelde naar den anderen niet ko
men dan met stoombootjes of (tusschen
Vlissingen en Breskens) per stoompont.
Nu zullen wij waarlijk de eersten zijn om
den lof te zingen van de heerlijke rivier
tochtjes, die zulke overvaarten met een
der vaartuigen van den Provincialen
Stoombootdienst op de Westerschelde doen
beleven en uit verkeersoogpunt vormen
de nieuwe ponten tusschen Vlissingen en
Breskens zeker een belangrijke verbete
ring. Maar men moet zich dien pont-
dienst vooral niet voorstellen als ook maar
eenigermate vergelijkbaar met dien over
het IJ, waarop voortdurend ai en
aan wordt gevaren. Tusschen Walcheren
en het Land van Gadzand is er natuurlijk
op verre na niet zulk een verkeer als tus
schen de beide IJ-oevers en de afvaarten
zijn dus betrekkelijk schaarsch. Met het
gevolg, dat, wie niet juist vóór het ver
trekuur aankomt, moet wachten, soms
geruimen tijd. En dan doet men, over dit
kortste van de vier Scheldetrajecten (een
afstand, die op de Bondskaart staat aan-
geteekend als van 7 K.M., omdat de pont
niet precies in rechte lijn kan gaan, maar
het vaarwater moet houden) ongeveer 20
minuten, los- en vastmaken niet mee
gerekend. Hemelsbreed is de afstand vijf
K.M., een auto of een trein zou er 5 mi
nuten over doen, indien er daar een brug
was. En geen tijd verliezen (het kan wel
een uur worden) met vooraf wachten.
Men ondervindt dat trouwens ook bij an
dere rivierponten.
Nu laten wij de vraag, waar een Schel-
debrug zou moeten worden gebouwd, dit
maal geheel rusten als van bijkomstig be
lang. Indertijd heeft schrijver dezes (in
„De Toorts" van 24 Jan. 1920) gepleit
voor twee punten van overgang: Bres
kensVlissingen en Ter NeuzenElle-
woutsdijk. Doch het spreekt vanzelf, dat
deskundigen de technisch meest geschik
te punten zouden moeten uitzoeken. Wij
bepalen ons nu slechts tot het betoog, dat
het kan en dat het moet.
Het kannatuurlijk, zouden we zoo
zeggen. In technisch opzicht staat onze
Waterstaat, Rijks- en Provinciale-, voor
Een strikkenrit. De Tilburgsche Rijvereeniging hield op het landgoed van den heer
v. d. Mortel een strikkenrit. Dr J. Pessers waadt met zijn ros door de plasschen
om het begeerde lintje uit de takken van het boompje te kunnen bevrijden
door EVELYN EVERETT—GREEN.
(Vrij naar het Engelsch.)
14.) o—
„Ik weet nauwelijks wat het zeggen
wil."
Ze wrong haar handen in onmachtige
wanhoop. Met steeds meer nadruk ging
hij voort:
„Als ik in mijn hart zie, besef ik maar
al te goed, dat, als de zaken in de afge-
loopen jaar zóó veranderd waren, dat ik
me niet in Transome Peveril had kunnen
vestigen, als het mijn lot geworden was
in een groote stad te zwoegen, afgesloten
van de vrije natuur, die ik liefheb en de
menschen, waaraan ik gewoon ben, ik
op slag naar een ander levensonderhoud
zou hebben uitgezien. Voor mij was niet
de attractie geestelijke te worden, maar
het ging erom mijn leven in Transome
Peveril te kunnen doorbrengen. Altijd
heb ik naar een actievere werkkring ver
langd, maar daar was ik van buiten ge
sloten. De Kerk bood een mooie uitweg.
Dat is dus alles wat er van mijn roeping
overblijft. Ik wilde in Transome Peveril
wonen en met jou gelukkig zijn".
Elinor had het hoofd in de handen
verborgen. Ze schreide niet, maar hui
verde, of ze het koud had.
„Het voorwerp van zoovele gebeden!
En o, hoe heb ik gebeden, Roger. Er moet
wel iets heel slechts in je zijn, dat je je
hart tegen al die invloeden gesloten hebt.
Waarom ben je zoo hoogmoedig weer
spannig? Waarom laat je niet alles aan
God over. En dan te zeggen, dat Hij je
niet geroepen heeft!"
Roger zei niets. Hij had haar zijn moei
lijkheden verteld en kon er niets meer
aan toevoegen. Nu moest hij nog slechts
een vraag stellen. Het kostte hem moeite
de juiste woorden te vinden en zijn mond
en keel waren droog als kurk. Misschien
klonk daarom wat hij zei koud en stug.
„Je begrijpt, Elinor, dat nu alles an
ders wordt, mogelijk heb ik het wel bij
het verkeerde eind, zooals jij meent, voor
mij verandert het niets aan de zaak. En
zooals het nu staat, heb ik natuurlijk
geen recht nog iets van je te eischen. Je
hebt je met mij verloofd, terwijl je je mot
mijn toekomstig beroep vertrouwd had
gemaakt. Ik zal van nu af een banneling
in Transome Peveril zijn. Ik mag niet
van je vragen mijn ballingschap te dee-
len. Bovendien heb ik je bitter teleurge
steld. Als je niet langer in mij gelooft,
zul je aan mijn liefde misschien ook wel
twijfelen".
Ze nam haar handen van het gelaat
en keek hem aan. Het was pijnlijk, den
trek van verslagenheid en twijfel op haar
gelaat te zien twijfel aan den man,
wien ze haar liefde en geloof had ge
schonken.
„Ik heb een gevoel, of zioh een kloof
niets. Zie de Zuiderzeewerken. Een brug
van 5 K.M. zou drie en een half maal de
Moerdijkbrug zijn, die immers 1400 M.
lang is. Dat lijkt eer een kwestie van geld
dan van techniek. Is een brug aan het
eind van een zeearm (want dat karakter
heeft de Westerschelde inderdaad) mis
schien zooveel bezwaarlijker? Maar er is
er zoo één o.a. bij Edinburgh, over de
Firth of Forth en over Straat Menai tus
schen Engeland en het eiland Man. Zee
schepen varen er onder door. Vreest men
nochtans voor belemmering van de
scheepvaart? Dan zou men b.v. het
punt TerneuzenEllewoutsdijk kunnen
kiezen, dat veel dieper landwaarts in ligt
en waar wel de oevers even ver van el
kaar zijn als bij BreskensVlissingen,
doch waar de twee vaarwaters niet bree
der zijn dan 500 a 700 M. Het kan niet
onmogelijk zijn om daar (waar men bo
vendien de Suikerplaat als middensteun
punt zou hebben, gelijk men voor de Firth
of Forthbrug het eiland Inchgarvie heeft
gehad) een brug te bouwen, die de beide
daar bestaande vaarwaters geheel in den
tegenwoordigen toestand laat. Want de
twee hoofdbogen van de bovengenoemde
Schotsche brug hebben elk een spanning
van 1710 voet, d.i. 570 M. En de hoogte
kan zeker gemakkelijk zóó worden ge
maakt, dat de grootste zeeschepen als
notedopjes er onder door zouden kunnen
varen. Heeft men in Zuid-Frankrijk niet
de Viaur-viaduct, welke 127 M. boven de
vallei ligt en loopt de spoorweg over de
Douro-viaduct niet zelfs op 170 M. boven
het water?
Technisch kan het dus zeker wel. Maar
dan moet ook aangepakt worden.
Daar ligt nog altijd, bezuiden de Schel
de, een stuk Nederland, dat door geen
enkelen modernen verkeersband met de
rest van Nederland is verbonden. Het
heet Zeeuwsch-Vlaanderen, omdat het,
aardrijkskundig, aan Vlaanderen aan
sluit, maar het heet Zeeuwsch-Vlaande
ren, omdat het historisch, staatkundig,
ethnologisch en linguïstisch, een stuk van
Zeeland, d.w.z. van Nederland is. Het
volk, dat daar woont, is Zeeuwsch van
afkomst, van hedendaagsch wezen en van
taal, zoo goed als de Zeeuwen benoorden
de Schelde dat zijn en heeft, evenals de
zen en anders dan de Vlamingen, onze
heele geschiedenis meegemaakt zoo goed
als Friezen en Hollanders dat hebben ge
daan. Het voelt zich. ook door en door
Zeeuwsch-Nederlandsch, niet Zeeuwsch-
„Vlaamsch". Maar het is, door zijn geo
grafische ligging, uitermate belemmerd in
zijn verkeer met de rest van Nederland.
Met het gevolg, dat het zich, economisch,
niet op Nederland, maar op België oriën
teert en dat het, staatkundig, door be-
geerige buitenlanders herhaaldelijk wordt
voorgesteld als een gebied, dat toch eigen
lijk bij België moest behooren.
Laat men zich zulk een toestand toch
eens goed voorstellen. Er zijn over onze
andere rivieren te weinig bruggen
maar er zijn er toch. Hoe zou men er over
denken als er, in den tegenwoordigen tijd
nog zelfs geen spoorwegbruggen waren
over de Maas tusschen Brabant eener-
zijds en Zuid-Holland en Utrecht ander
zijds? Men zal zeggen: Er zijn vele ande
re deelen van ons land, die óók door wa
ter zonder overbruggingen liggen afge
scheiden: de Waddeneilanden, de Zuid-
Hollandsche en de Zeeuwsche eilanden
op Walcheren en Z.-Beveland na. Ja dat
is, althans voor wat die Zuid-Hollandsche
en Zeeuwsche eilanden belangt ook niet
mooi, maar het is niet te vergelijken met
't bedenkelijke isolement van Zeeuwsch-
Vlaanderen. Want die eilanden zijn niet
geografisch één met een ander land, ori-
enteeren zich dus, economisch, niet op 'n
ander land en liggen niet binnen de sfeer
van vreemde begeerten. Gelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Het is een Nederlandsch verkeers- en
dus een Nederlandsch economisch belang,
dat Zeeuwsch-Vlaanderen door een vaste
brug met den overwal wordt verbonden.
Natuurlijk is het economische belang niet
strikt rechtstreeks op te vatten, maar ten
aanzien van welk openbaar werk kan men
dat doen? Haast geen enkele van onze
groote droogmakerijen is, naar de recht-
streeksche opbrengst becijferd, rendabel
tusschen ons geopend heeft", zei ze ver
moeid, „het is voor mij haast hetzelfde
als wanneer je God verloochend had. Je
hebt Hem je diensten immers al ont
houden?"
Een golf van bitterheid verhief zich in
Roger's ziel.
„Misschien zal de rest wel volgen", zei
hij. „Ik heb in 't verleden blijkbaar een
groote misstap begaan. Misschien zijn jou
God en mijn God wel verschillend in we
zen.
Mijn God gebiedt me te doen, wat
rechtvaardig en eerlijk is en de gevolgen
als een man te dragen. De jouwe zou me
naar het schijnt, laten handelen met een
leugen in het hart, in de hoop, dat er iets
goeds uit voort mag vloeien. Doch van
dubbelhartigheid zal men mij niet be
tichten".
„Roger!" Ze sprong van hem weg, af
schuw op het gelaat. Ja, er was een zeer
diepe 'kloof tusschen hen als hij zulke
gedachten kon koesteren.
„Ik kan niet meer mot je praten, Ro
ger", zei ze. „Ik kan slechts voor je bid
den. Dat is de eenige manier, waarop ik
je misschien nog helpen kan".
Ze ging naar de kerk, als om binnen
haar muren dekking te zoeken, maar hij
volgde haar en greep haar bij den pols,
niet ruw, maar te stevig om weerstand
te bieden.
Het lag niet in Roger's bedoeling, zijn
verloofde te kwetsen of leed te doen, maar
de spanning van het oogenblik, zijn op
gewonden zenuwen, deden hem de woor-
geweest en de Zuiderzeewerken zullen dat
ook weer niet zijn. En van welke van on
ze groote rivierovergangen kan men be
cijferen, dat ze rendabel zijn? Welk een
arm land was Noord-Brabant, toen de
brug bij Hedel werd gemaaktmaar
wat heeft die brug tot de economische ont
wikkeling van Noord-Brabant bijgedra
gen! Men vergete trouwens niet, dat Z.
Vlaanderen geen arm land is, dat het een
schoonen landbouw heeft, en intensieve
industrieën aan het kanaal Neuzen-Sas
van Gent. Bovendien zou door een hrug
verbinding een reeds zeer levendig en
toenemend verkeersbelang worden ge
diend: dat van den stroom van toeristen,
die, nu reeds, 's zomers van de Belgische
badplaatsen over Sluis en Breskens of
van Antwerpen over Neuzen naar Wal
cheren trekt.
Maar het is vooral ook een nationaal
belang, dat de Schelde wordt overbrugd,
omdat iedereen, die onder zoo'n brug door
vaart of er overheen rijdt, daardoor on
middellijk beseft: Nederland houdt Z.
Vlaanderen vast. Het is zooals één van
onze vroegere ministers eens tot ons zei,
toen wij hem over dit denkbeeld spraken:
Ja, zoo'n brug zou een symbool zijn.
Wanneer dus de uit de Tweede Kamer
opgestoken gunstige wind voor bruggen
bouw blijft waaien, dan moge men dien
allereerst opvangen ten bate van 'n brug
over de eenige groote rivier in ons land,
die er nog in 't geheel geen heeft:
De Schelde.
De vliegplannen op Schouwen.
Het staat nu vast, dat behoudens
onvoorziene omstandigheden de vlieg-
dienst SchouwenRotterdam v.v. ge
opend zal worden op 4 Mei a.s.
Een comité belast met de regeling van
de plechtigheden, de festiviteiten, de ont
vangst van autoriteiten, ia reeds gecon
stitueerd.
Op dien openingsdag zal een officieele
ontvangst ten raadhuize te Haamstede
plaats vinden van de genoodigden, want
het ligt in de bedoeling van het comité
om uitnoodlgingen te doen geworden aan
vooraanstaande personen vertegenwoor
digende Rijk, Provincie, officieele licha
men, bestuursleden van vereenigingen ter
bevordering van vreemdelingenverkeer,
auto-, vliegclubs, etc.
Hopelijk zullen, behalve vliegtuigen van
de K.L.M., particuliere en militaire „kis
ten" op 't appèl zijn, terwijl gelegenheid
zal bestaan, pleziervludhten over het
eiland te maken.
Wat het personenvervoer betreft zal
aanvankelijk des Maandags geregeld ge
vlogen worden. Op andere dagen dan
Maandag zal het eerste vertrek uit Rot
terdam en het eerste vertrek uit Haam-
Door wat den laatsten tijd van Socia
listische zijde gepubliceerd werd, had ik
den indruk gekregen, dat de Socialisten
principieel tegenstanders zijn van wapen
geweld, ook als het betreft de handhaving
van het gezag en het recht.
Maar dit blijkt een vergissing te zijn.
In verband met het optreden van de
fascisten in Duitschland schrijft toch de
Soc. Dem. „Vorwarts", dat nog een laatste
poging moet worden gedaan om met ge
bruikmaking van de tot dusver ter be
schikking staande middelen den binnen-
landschen vrede te herstellen.
Mislukt deze poging, dan moeten de
staatsmiddelen in den strijd tegen het
politiek geweld worden versterkt.
Dat is toch duidelijke taal, zon ik zoo
zeggen.
En hieraan wordt dan nog toegevoegd,
dat een krachtig ingrijpen noodig kan
zijn om erger te voorkomen.
Dat is dus precies hetzelfde standpunt
da,t hier door de Soc. Dem. met veel la
waai wordt bestreden.
De idee van de „dappere ongehoor
zaamheid" heeft bij de Socialisten in
Duitschland blijkbaar nog geen ingang
gevonden.
OPMERKER.
stede ongeveer een uur later worden ge
steld.
Te Rotterdam wordt hoogstwaarschijn
lijk aansluiting verkregen naar- en van
Amsterdam, terwijl ook doorgaand ver
voer naar en van 'het buitenland mogelijk
is. Ook ligt het in de bedoeling samen
werking te zoeken met Vlissingen, opdat
later de lijn RotterdamZierikzee door
getrokken wordt naar Vlissingen. (Z.Nsb.)
Zij, die gaan.
De heer A. Hendrikse, burgemeester
van IJzendijke, stelt zich voor het lid
maatschap van de Prov. Staten van Zee
land niet meer herkiesbaar.
Zang- en muziekdag.
Uit de verschillende Chr. Zang- en
Muziekvereen. in Oostelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen is een Commissie samenge
steld, die een Zang- en Muziekdag (geen
concours) zal trachten te organiseeren
voor Chr. Vereen, in O. Z.-Vlaanderen.
Onderstaande vereenigingen hebben
reeds medewerking toegezegd:
Chr. muziekgezelschap „Hosanna" te
Axel; Chr. Zangvereen. „Asaf" te Axel;
Chr. Kinderkoor „Asaf" te Axel; Chr.
Zangvereen. „Excelsior" te Hulst; Chr..
Zangvereen. „Crescendo" te Sas van Gent;
Chr. Zangvereen. „Zingt den Heere een
nieuw lied" te Zaamslag; Chr. Zangver.
.■mm
:V -w
Werkloozenrelletjes hebben den laatsten tijd in verschillende steden van ons land
plaats gehad. Maandag hadden ook op den Dam te Amsterdam ernstige onge
regeldheden plaats, waarbij de politie herhaalde charges moest houden, om de
werkloozen te verspreiden. Hoe druk het was.
den uiten, die haar zoo liefdeloos in de
ooren moesten klinken. En ook zij was
vergeeflijk in haar teleurstelling. Ze had
zoo gehoopt, dat ze Roger wel zou kun
nen overreden, dat ze haar overtuiging
wel ingang zou kunnen doen vinden in
zijn hart en ziet alles was vergeefs
geweest!
„Hoe kunnen twee, die niet een zijn
van geest, samen gaan?" vroeg ze droe
vig. Toch lag het niet in haar bedoeling
dat deze woorden haar laatste besluit zou
den kenbaar maken, doch Roger, die niet
tot haarkloverijen geneigd was, vatte het
als zoodanig op. Hij wist bovendien wel,
dat Elinor onafscheidelijk aan Transome
Peveril gehecht was. Daar was ze opge
groeid, en 'tlag in haar aard, om daar
ook eens het hoofd te willen neerleggen.
Hij voelde., dat er thans niets meer te
zeggen was. En terwijl ze stil stond in
den gloed der ondergaande zon, nam hij
zijn hoed af en zonder te trachten haar
hand aan te raken zei hij:
„Zoo zij het. Dan zeg ik je vaarwel. Ik
hoop, dat je in den toekomstigen predi
kant van Transome Peveril een man zult
vinden, dien je kunt achten, vertrouwen
en mogelijk leeren liefhebben".
Hij wendde zich om en ging haastig
weg.
Maar zijn beproeving was nog niet
voorbij, want dominee Trehern stond hem
al op te wachten, daar Philippa hem in
het kort had verteld, waarom Roger thuis
was gekomen en hij had besloten eens te
trachten, of hij den jongen man niet kon
overtuigen, waar anderen gefaald had
den.
Dominee Trehern was een man van
den ouden stempel, goedhartig, beschaafd
in zijn optreden, een goed theoloog, maar
zonder veel persoonlijke overtuiging en
niet begiftigd met bijzondere geestvermo
gens. Hij was niet van plan het geval van
uit een geestelijk of ethisch standpunt te
bezien, maar eenvoudig een beroep te
doen op Roger's gezond verstand. Hij ver
zekerde Roger, dat het den bisschop, die
zijn bezwaren zeker zou eerbiedigen als
een bewijs van nadenken, erg zou spijten,
als hij zich terug trok. Hij vertelde hem,
hoe onmogelijk het was, voldoende jonge
menschen bij elkaar te brengen, die zich
van hun roeping bewust waren; dat men
daarom dit aantal aanvult met oprechte
geloovigen, liefst van goeden huize en wel
opgevoed, die bereid waren hun leven
aan het geestelijk welzijn van hun mede-
menschen te wijden en van wie men ver
wachten mocht, dat ze hun plaats waar
dig zouden bekieeden. Hij verklaarde, dat
het algemeen bekend was, dat de bis
schop heel wat candidaten moest aanne
men, die minder veelbelovend waren dan
Roger en dat hij zelf de ondervinding
had opgedaan, dat predikanten, die het
meest overtuigd waren, dat God hun ge
roepen had, lang niet altijd de beste
ambtsdragers waren, als het er op aan
kwam.
(Wordt vervolgd).