Berlijnsche Brieven.
Gemengd Nieuws.
Ingezonden Stukken.
Rechtzaken
Radio-Nieuws.
PEPERMUNT
Ihr Armen und Elenden
In dieser bösen Zeit,
Die ihr an allen Enden
Müsst haben Angst und Leid,
Seid dennooh wohlgemut,
Lasst eure Lieder klingen,
Dem König zu lobsingen,
Der iet euer höohstes Gut.
Onder de vele voorsteden van Groot-
Berlijn neemt Zehlendorf een zeer bijzon
dere plaats in. Toen een half jaar gele
den het toenemende verkeer een verbree
ding van den hoofdweg BerlijnPotsdam
noodzakelijk maakte, hield de pers zich
druk bezig met het verlies, dat zulk een
verbreeding voor Zehlendorf zou beteeke-
nen. De zware oude boomen moesten ge
veld worden het oude Pasewaldtsdhe land
huis aan de kruising van Berliner- en
Hauptstrasse moest er eveneens aan geloo-
ven. Op de route PotsdamBerlijn wis
selde eenmaal Frederik de Groote zijn
paarden en ondanks zijn gereserveerde
houding ten opzichte van de kerk moet
hij Zehlendorf een goed hart toegedragen
hebben. Immers aan den anderen hoek
ligt nog steeds 's Konings geschenk: de
kleine kapel met het oude kerkhof en den
lagen muur. Gelukkig viel dit schoone
punt niet ten offer van de juist voltooide
verbreeding der thans kaal aandoende
allee.
Tegenover het verlies, dat het enorme
verkeer uiteraard met zic'h medebrengt,
staat voor Zehlendorf de aanwinst van
twee monumentale gebouwen. Enkele
jaren geleden onthulden wij het na veel
geharrewar voltooide nieuwe stadhuis,
dat vlak tegenover de Pauluskerk kwam
te staan. Het maakt in zijn modernen stijl
een nuchter aandoenden indruk, beant
woordt echter door zijn practische inrich
ting geheel aan de eisöhen van de steeds
grooter wordende voorstad. A jhitecto-
nisch veel aantrekkelijker is het Evange
lische Gemeentehuis, bij welks plechtige
inwijding ik tegenwoordig mocht zijn. Dr
Ir Steinberg, die het plan hiertoe ont
wierp en onder wiens persoonlijke leiding
de bouw stond, vertelde mij persoonlijk,
dat hij onwillekeurig beïnvloed werd door
het oude Pasewaldtsohe landhuis, waar
aan zoovelen met hun 'hart hingen. Met
zijn beide breede zijvleugels 'beslaat het
de Hauptstrasse 2832 en ik vermoed,
dat de vreemdeling, die in Zehlendorf
rondwandelt, dit schoone gebouw onwille
keurig met het nieuwe stadhuis zal ver
wisselen. Op het breede voorplein staat
een bronzen standbeeld. Maarten Luther
met zijn oudste kinderen, als opvoeder der
jeugd weergevende. Dit waardevol ge
schenk van een der oudste leden onzer
gemeente werd ontworpen door professor
Lewin-Funke uit het dichtbij liggende
Dahlem. Aan den achterkant van het fun
dament leest ge den naam der geefster:
Frau Hauptmann Olga SchultzePase-
waldt.
In gezelschap van Pfarrer Mann, die
den stoot tot 'het bouwen heeft gegeven en
den architect, dr Steinberg, maakte ik
reeds een dag van tevoren een rondwan
deling door het gemeentehuis. Het ademt
geheel en al den geest van het tegenwoor-
■dig gemeenteleven, beantwoordt aan de be
scheiden eischen der tegenwoordige om
standigheden, houdt rekening met de vele
behoeften en zorgen der evangelische ge
meente en zal in later tijden duidelijk
spreken over het vele, dat de kerk in
dezen zwaren tijd voor haar kinderen en
volwassenen heeft gedaan. De trots der
Paulus-gemeente is niet zoozeer de groote
zaal met de schoone vensters als wel
de parterre-ruimten, welke geheel in
dienst zullen staan van het kleine grut.
De ouders, die overdag hun werk buitens
huis hebben, kunnen hier hun kinderen
aan de zorg van gediplomeerde vrou
wen toevertrouwen. Deze bewaarschool is
iets zeer aparts. Zij ademt den geest der
zorgelooze jeugd. Door kunstenaarshand
werden alle muren en plafonds beschil
derd met de sprookjes, die wij allen nog
uit onze kinderjaren kennen. We zien er
Roodkapje en Doornroosje, den boozen
wolf en Tyl Uilenspiegel. In de slaap-
ruimte, waar een middagdutje gehouden
wordt, zijn de wanden met bloemen en
vogels beschilderd, zoodat de droom al
begint, aleer het kind is ingeslapen. Keu
rig zien de bedjes en de stoeltjes en de
tafeltjes eruit en ieder meubeltje houdt
rekening met de onvoorzichtigheid der
kinderen. De keuken is een gedicht voor
moeder en vrouw. Ieder kind heeft zijn
beker, die niet stuk gegooid kan worden
en alles heeft zijn eigen plaats. Daar de
meesten nog niet kunnen lezen, wordt die
plaats door een dier aangegeven. Dat
werkt aantrekkelijk en leerzaam.
Frau Pfarrer Mann verraadt mij aller
lei keukengeheimpjes, hoe de melk wordt
gekookt volgens nieuw systeem, hoe men
er op uit is, om voor een voedzaam mid
dagmaal te zeugen en brengt mij ook in
denedenruimten, waar de jongens en
meisjes afzonderlijk gebaad kan worden.
Men leidt mij naar de kosterij, die geheel
afzonderlijk ligt en brengt mij naar de
woning der vriendelijke gemeen tezusters.
Het zou te ver voeren, wanneer ik u uit
voerig ging vertellen, hoe de centrale ver
warming er uit ziet en volgens welk sys
teem hier alles wordt gewasschen en
schoon gehouden. Liever wil ik U iets
vertellen over de plechtige inwijding,
welke voor Zehlendorf een schoon einde
van een moeilijk jaar beteekende.
Reeds vroeg in den morgen luidden de
klokken en uit alle deelen van Berlijn
kwamen belangstellenden naar buiten, om
den plechtigen dienst in de Pauluskerk, de
onthulling van hot standbeeld en de in
wijding van het gemeentehuis bij te wo
nen. P" -ijksregtxr.ng, 'het Pruisische
kabiuet en de stad Berlijn hadden hunne
vertegenwoordigers gezonden. In tijden
van ongeloof en kerkelijke verdeeldheid
doet het dubbel ontroerend aan, wanneer
een aandachtige gemeente staande zingt:
Grosser Gott, wir loben dichl
Herr, wir preisen deine Starke 1
Vor dir neigt die Erde sich
Und bewundert deine Werke.
Wie du warst vor aller Zeit,
So du bleibst in Ewigkeit.
De liturgie stond dezen ochtend onder
Pfarrer Miiller, waarna Supei tend ent
Diestel uit Liehterfelde het wo. voerde
naar aanleiding van Openbaring 3, vers
20. Als een kerstgeschenk aanvaardde hij
voor de gemeente bet nieuwe gemeente
huis uit Gods milde handen. Hij teekende
den nood der tijden en de herleving van
bet Christendom over gansc'h Duitsch-
land. Onder den invloed van socialisme
en communisme zijn weliswaar duizen
den uit de kerk getreden, maar de tien
duizenden, die trouw 'bleven aan het
geloof hunner vaderen hebben met ver
dubbelden moed het werk hervat, dat on
der den oorlog zoo zwaar had te lij
den. Zehlendorf is niet de eenige gemeente
die trotsch mag zijn op een nieuw ge
meentehuis. Ook in Friedenau werd en
kele maanden geleden een nieuw zus
terhuis geopend.
In verschillende districten van Groot-
Berlijn bracht men het geld voor eeu
nieuw kerkgebouw bijeen en het toene
mend kerkbezoek wijst er op, dat men
tot inzicht is gekomen, welk gevaar de
kerk en de wereld uit Moskou dreigt. Her
innerd wordt ons aan Franciscus van
Assissi, die een broederschap van bezit-
loozen vormde. Velen vinden het een
schande, dat in onzen tijd van zorg en
nood een nieuw gemeentehuis wordt ge
bouwd. Welnu, de tijden zijn anders ge
worden en men heeft zulke ruimten noo-
dig, om de gemeente te verzamelen en het
werk van Christus voort te zetten. Als
tweede sprak Generalsuperintendent D.
Haendler, die in zijn korte toespraak den
nadruk legde op de levende gemeente, die
de eischen van dezen tijd heeft erkend
«m bereid is tot actief zendingswerk. Na
het gebed en den zegen ging de gansche
gemeente, door de geestelijkheid in or
naat voorafgegaan, te voet naar het ge
meentehuis. Hier werd door Pfarrer lit.
Anz het Luther-standbeeld onthuld met
een korte toespraak.
Onder de vele gasten op het voorplein
ontmoette ik den Zehlendorfer burge
meester, dr Schumacher, den voorzitter
van de Brandenburgsche Provinciale kerk,
graaf von Gersdorf, Oberkonsistorialrat
Troschke, de rectoren der middelbare
scholen en tallooze vooraanstaande leden
der gemeente. Nadat Pfarrer Mann het
standbeeld voor de gemeente in ontvangst
had genomen, werd hem in het hoofdpor
taal de sleutel tot het gemeentehuis over
handigd en gingen wij naar de groote
feestzaal, waar een woord van inwijding
werd gesproken door den Generalsuper
intendent Haendler. Ook hier bracht bet
kerkkoor enkele Psalmen ten gehoore.
Na het slotlied der gemeente werd aan
enkele genoodigden een bescheiden maal
tijd door de zusters der gemeente aange
boden. Ik mocht met den General-super
intendent Haendler die pas kort gele
den door het verlies zijner echtgenoote
zwaar werd getroffen mede aan tafel
zitten. Hij herinnerde ons aan Pfarrer
Kayser, een der oudste voorgangers in de
gemeente Zehlendorf. Hij was nog de
echte dorpsdominee en zou zich de tegen
woordige voorstad met ruim 40.000 in
woners niet kunnen voorstellen. Hij vroeg
ons lachend, of al deze gasten nu heusch
geboren Zehlondorfers waren en wij moes
ten erkennen, dat velen van elders ge
komen waren.
De Generalsuperintendent besloot zijn
vriendelijke woorden aldus: Ook al legt
Berlijn steeds meer beslag op mijn tijd,
in gedachten ben ik vaak in 'onuorf,
want gij behoort tot onze oudste gemeen
ten en ik verheug mij over den ijver, waar
mede gij u voorbereidt op het werk van
bet komende jaarl"
Berlijn-Zehlendorf, einde 1930.
De M e r a p i-r a m p. Blijkens me-
dedeeling van het Departement van Ko
loniën heeft de Gouverneur-Generaal, gis
teren van een driedaagsche reis naar Mid
den-Java teruggekeerd, telegrafisch me
degedeeld,! dat naar deskundig oordeel
de eruptieve werking van den Merapi
menschelijkerwijze gesproken geacht kan
worden tot stilstand te zijn gekomen.
Evenwel dreigt nog zeer ernstig gevaar
vooral voor lager gelegen streken, indien
tengevolge van in dit jaargetijde te ver
wachte zware regens, de opgehoopte la-
har-massa niet geleidelijk doch met groote
kracht en snelheid wegspoelt in een hoe
veelheid, welke de capaciteit van de Progo
en andere rivieren verre overtreft.
Door het Europeesch en Inlandsch
bestuur zijn in hartelijke samenwerking
met het leger, welks diensten naar de
Landvoogd verder verklaarde niet ge
noeg kunnen worden geroemd, met groote
activiteit en veel overleg voorzieningen
getroffen; in de eerste plaats voor huis
vesting, voeding, enz. van een enorm aan
tal vluchtelingen, alsook voor het begra
ven van lijken van menschen en vee, de
bewaking van achtergebleven goederen en
de observeering van de verdere ontwikke
ling van het laharproces, waarbij de mi
litaire luchtvaart ook voor het maken van
luchtphoto's uitnemende diensten bewijst.
De medische dienst is er goed verzorgd,
terwijl de vulkanologische dienst ter
plaatse aanwezig is. De schade is nog niet
met eenige zekerheid te schatten, doch
beloopt stellig vier tot vijf ton. De paniek
stemming onder de bevolking is geweken
en de rust is volkomen teruggekeerd.
Ten slotte wees Jhr de Graeff nog op
het groote probleem voor de naaste toe
komst waarvoor nog geen oplossing is
kunnen worden gevonden, hoe eenige dui
zenden gezinnen, die alles verloren heb
ben, weder aan een bestaan kunnen wor
den geholpen; in een eenigszins nabije
omgeving is practiscb geen bouwgrond
meer beschikbaar.
Twist tusschen vrou
wen. Te Lon.ieker hebben Maandag
morgen twee buurvrouwen, wonende aan
den Dennenweg, een veete zeer hardhan
dig uitgevochten. De een sloeg de ander
met een bijl op het hoofd, terwijl de laat
ste een kan heete koffie over ha,ar te
genstandster uitgoot. Beide moesten door
den dokter worden verbonden.
i Vleeschvergifti g i n g. De
53-jarige heer W., wonende in de Vlier
boomstraat in Den Haag, en zijn 7-jarig
zoontje zijn gisteren ongesteld geworden,
toen zij vleesch hadden gegeten, dat ver
moedelijk bedorven was. De vader her
stelde spoedig, het zoontje werd door den
den geneeskundigen dienst naar het zie
kenhuis overgebracht. Nadat zijn maag
leeggepompt was, knapte ook het jongetje
op. Zijn toestand is goed.
Hinderlijk volgen. Werkloo-
zen te Amersfoort, die gevraagd hadden,
als volksteller te mogen dienst doen, ma
ken zich nu druk met het hinderlijk vol
gen van de volkstellers. In sommige wij
ken, speciaal waar sociaal-democraten als
volkstellers werkzaam zijn, moet de politie
de tellers begeleiden.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie/.
Geachte Redactie,
Van ingaan op de lcwestie-'s-Graven-
polder heb ik mij met opzet onthouden,
daar ik voornemens was een en ander
(want dit conflict leverde meerdere
niet onbelangrijke momenten op) te pu-
bliceeren in een vakblad, dat zich uiter
aard beter voor de behandeling van wets
technische uiteenzettingen leent dan een
dagblad. Uw briefschrijver uit Middel
burg zal deze reden billijken.
Zeker zou ik mij dan ook niet van
een Ingezonden Stuk hebben bediend,
ware het niet, dat de opmerking van
Metellus over het ingrijpen van hooger
toezicht in salarisregelingen van veld
wachters daartoe aanleiding had gege
ven. Ter herinnering moge ik opmerken,
dat K. uit Koudekerke er de aandacht op
vestigde in Uw blad, hoe Dr Kuyper in
gevallen als te 's-Gravenpolder de juris
prudentie ten gunste voor ingrijpen van
hooger hand had bevestigd. Neen, ant
woordde Metellus, ge doelt blijkbaar op
besluiten van 1905, 1913 en 1915, maar
in al die gevallen betrof het de uitbreiding
van het getal politiedienaars. „Later, n a
1915, is het de verkeerde richting uit
gegaan en hebben Ged. Staten en de
Kroon zich bemoeid met de hoegroot
heid van het salaris. En naar aanleiding
hiervan wees ik eryp, hoe het Dr Kuyper
geweest was, die, nadat hij eerst ten aan
zien van ingrijpen met betrekking tot het
getal veldwachters een vaste jurispruden
tie had ingeluid in 1902, hetzelfde deed
ten aanzien van het bedrag hunner jaar
wedde. Ook dit geschiedde reeds in 1904.
Nu schenk ik Metellus gaarne de cate
gorische verklaring, dat zijn uitspraak
niet geheel juist was, maar wel moet ik
bezwaar maken, als de geachte briefschrij
ver het accent verlegt naar den aard der
beide K. B.'s van 1904 en betoogt, dat
deze gevallen ernstiger waren. Wie be
twist dit? Toch zeker niet ik, die mijn ge
neigdheid uitsprak tot het vermoeden, dat
Dr K. niet dp zijde van Ged. Staten zou
hebben gekozen in liet conflict-'s-Gr.,
een bewering, die ik bij wegcijfering van
verschil moeilijk zou kunnen handhaven.
Het ging in den brief van Metellus over
het principe en het definitieve begin van
het ingrijpen, en wat dat betreft, waren
juist deze beide beslissingen wat de Duit-
schers noemen „epochemachend", ze luid
den een nieuw tijdperk in.
Nu zegt uw geachte briefschrijver wel,
dat in deze gevallen „niet zoover werd
getreden in de autonomie", maar de libe
rale voorgangers van Dr K. (ik noemde
reeds Van Houten en Goeman Borgesius
en zou daaraan nog kunnen toevoegen
den naam van Min. Fock) dachten daar
over anders. En hun standpunt werd vrij
wel door de geheele administratief-rech-
telijke litteratuur gedeeld. De Raad al
leen is het lichaam, door de wet tot rege
ling aangewezen; op de begrooting kan
enkel het cijfer worden gebracht, dat de
Raad bij salarisregeling vaststelde, zoo
luidde hun betoog.
Nu zal over de vraag, of de regeling te
Peursum en Appeltern voldoende was,
tusschen Metellus en mij wel geen ver
schil bestaan. Maar met het woord ver-
waarloozing moet men voorzichtig zijn,
vooral bij beoordeeling van aangelegen
heden van dertig jaar terug. Dr K., die
overigens een zaak behoorlijk wist uit te
beenen, rept er zelf niet van. In die da
gen liet de Kroon een gemeente van 3200
zielen met een post „onvoorzien" ad f 100
in zee steken I In elk geval kan men, op
een bepaald terrein eenmaal de autono
mie aanvaardend, aan zulk een staats
rechtelijk instituut niet tornen met over
wegingen van socialen aafd. De autono
mie heeft nu eenmaal ook haar kwade
kansen, anders is zij geen autonomie.
Als Metellus bet voor de beide adviezen
van den A. R. staatsman opneemt, wijt ik
dit vooral aan twee oorzaken, Jn de eer
ste plaats aan het toenemend „raede-
regeeren van hooger toezicht in de laat
ste jaren", waardoor vroegere beslissingen
achteraf aannemelijker schijnen te wor
den. Hoed U, 's-Gravenpolder, voor het
nageslachtl
Maar niet het minst heeft wellicht de
begrijpelijke begeerte gev/ogen, om de
staatsrechtelijke orthodoxie van Dr Kuy
per te handhaven. Het moet ons echter
te doen zijn om do autonomie, niet om
Dr Kuyper's standpunt inzake de auto
nomie, hoe belangrijk ook op zichzelf.
Een feit is, dat Dr K.'s reeds genoem
de liberale ambtsvoorgangers in de aan
gegeven gevallen de gemeentelijke vrijheid
meer ontzagen en dat ingrijpen in de ge
melde materies op het voetspoor van de
zen staatsman voortaan regel werd. Ook
is een feit, dat deze practijk inging tegen
hetgeen in de administratieve rechtslitte-
raluur geleerd werd. Moet dit óns nu
brengen tot de stelling, dal de practijk van
het ministerschap Dr K. er niet toe mocht
brengen om „soms verder te gaan dan
zijn politieke tegenstanders", ja om hem
te verloochenen, zooals Metellus zegt?
Deze consekwentie kan ik niet' aan
vaarden, lijkt mij ook niet noodig. Laat
men de feiten niet verdoezelen, maar er
kennen, dat de rechtspraak hier een om
mezwaai maakte. Daar staat tegenover,
dat Dr K. in tal van andere gevallen
den gemeenten meerdere ruimte liet. In
een artikel, dat ik in November schreef
voor A. R. Staatkunde, besprak ik een
teekenend geval, waarbij de gezagheb
bende schrijvers het standpunt van den
Minister afkeurden, doch ik meende mij
op de hoofdzaak aan diens zijde te moe
ten scharen. Het zou niet moeilijk zijn
daaraan meerdere voorbeelden toe te voe
gen.
Dat Dr K. in zijn nieuwe kwaliteit de
zaken eens onder ander licht zag, is be
grijpelijk, al behoeft dit ons niet te nopen
nu ook zijn afwijkende beslissingen te ver
dedigen. Elke practijk laat haar sporen
na op de theorie. En de aanhangers van
Mr Marchant en Ds Kersten zouden aan
gerijpt inzicht winnen, wanneer deze lei
ders eens via een ministerszetel tot rea
liseering hunner leeringen werden geroe
pen.
Bovendien, het criterium bij de uit
oefening van toezicht op de begrooting is
uitermate zwevend, laat in menig geval
ruimte voor debat, voor meer of minder,
Administratieve rechtspraak is nu een
maal geen wiskunde.
En ten slotte: dat zelfs groote mannen
van tijd tot tijd een steek laten vallen,
kan onze wetenschap versterken, dat ook
deze menschelijke arbeid gebrekkig is.
Dit kan ons voor generaliseeren behoe
den en zal ons nopen tot geregeld onder
zoek.
Voor de prettige discussie met Metellus
Middelburgensis, wiens brieven ik steeds
met belangstelling lees, wil ik bij deze
gelegenheid dank zeggen, gelijk ik U, ge
achte Redactie, die toebreng voor de plaat
sing.
Hoogachtend,
Mr P. A. SCHWARTZ.
Krabbendijke, 28 December 1930.
M. de R.,
Mag ik s.v.p. van u nog een kleine
plaatsruimte vragen ter aanvulling van
mijn ingezonden stuk van 1.1., betreffende
de salarieering van gemeenteambtenaren.
Door een samenloop van omstandig
heden, heeft bij sommigen de meening
post gevat, als zou in genoemd stuk Kou
dekerke bedoeld zijn, waar de gemeente
werkman gesalarieerd wordt met f 850
per jaar.
Gaarne wil ik hier verklaren (en het
strekt het gemeentebestuur van Koude
kerke tot eer) dat haar gemeentewerk
man een salaris geniet van f 1240 plus
een jaarlijksche gratificatie van f 60.
Daaruit blijkt dat ik onmogelijk deze
gemeente heb kunnen bedoelen, maar te
vens blijkt dan ook hoe noodzakelijk het
is, om ten spoedigste ook voor de lagere
groep der ambtenaren een meer uniforme
regeling te ontwerpen.
Met dank voor de plaatsing,
P. DOITRLEIJN.
Koudekerke, 30 Dec. 1930.
Mosselenstrooperij?
Gisteren hebben voor de Rechtbank te
Rotterdam terecht gestaan de 21-jarige J.
J. d. J. en de 20-jarige G. J. d. J., beiden
mosselvisscher te Bruinisse, verdacht,
van diefstal in vereeniging van een hoe
veelheid mosselen van een terrein, ver
pacht aan C. Jumelet Jz. onder de ge
meente Ouddorp, gepleegd op 21 Augus
tus. Beide verdachten ontkenden.
De opzichter L. v. d. Weele had op 21
Augustus het toezicht op het mosseivis-
schen gehad en door zijn kijker, die 70
maal vergroot, gezien, dat verdachten met
hun scheepje Bru. 37 op de perceelen 127
en 126 onder Ouddorp vischten, waarvan
slechts één perceel hun eigendom is. Get.
had met opzet het oog op deze beide mos-
selvisschers gehouden, omdat ze reeds
langer van dit soort strooperijen verdacht
werden. Getuige heeft duidelijk het neer
laten en ophalen van de mosselkor ge
zien.
Getuige J. J. Boot was in gozelschap
van den vorigen getuige geweest op 21
Augustus. Hij had het scheepje de grens
tusschen de beide perceelen die door ba
kens is aangegeven, zien overschrijden,
en 6 maal de kor zien ophalen. J. J. d. J.
stond aan de lier en het roer, G. J. d. J.
gooide de kor leeg.
Pb tijd.
God geeft den tijd bij dag on jaar,
ach neen, bij kleene tikskes maai
en 't laatste tikske komt aloor
men 't peist of weet, eilaas te zeer.
De wijzer wijst elke uur en tijd
maar de uur niet dat gij schuldig zijt
te sterven! Zijt dus voorbereid,
de wijzer wijst naar de eeuwigheid
GUIDO GEZELLF.
denk.
Met
-A n mm dayelijkbCh®
BrorlH middel ter
KR& H HBIl opwekking en
SSi mr M verfrirsscRtng.
Getuige G. Jumelet Iz., pachter van het
perceel 126, had verleden jaar op zijn
perceel mosselen gezaaid. Hij had op 21
Augustus, na aankomst van de BRU. 37
te Bruinisse, den mossel voorraad in dat
scheepje gezien en in den hoop zijn mos
selen gevonden, onder de daarover ge
storte andere mosselen. Die mosselen wa
ren gelijk aan het door hem uitgezaaide
goed en onderscheidden zich van de an
dere. Tusschen zijn mosselen waren oes
terschelpen van de oude oesterbanken op
die perceelen, die ook aangetroffen wer
den in het schip.
Het O. M. achtte op grond van de ge
tuigenverklaringen' het bewijs geleverd.
Jumelet had Zeeuwsche mosselen uitge
zaaid, de verdachten hadden Ztuderzeo-
mosselen op hun perceel. Het O. M. en
den recbter-commissaris hebben een on
derzoek in loco ingesteld, dat de verkla
ringen van de getuigen bevestigde.
G. J. d. J. is in 1928 reeds eens wegens
strooperij van mosselen veroordeeld.
Eisch f75 boete subs. 15 d..k. voor elk
der verdachten.
De verdediger, mr. du Croo te Zierik-
zoe, betoogde, dat zelfs al is bewezen, dat
de Bru. 37 op perceel 126 gevisclit heeft,
dan nog maar alleen vaststaat, dat de
bemanning daar heeft gevisclit. De be
manning, wie is dat? Er is een bijzondere
verhouding- aan boord. De schipper regelt
de navigatie en de visscherij. Aan de ver
dachten kan dus geen mededaderschap,
ten hoogste medeplichtigheid woulen len
laste gelegd. Een soortgelijk geval heeft
zich in 1913 voorgedaan voor de voor
malige rechtbank te Zierikzee, bij de be
handeling van een oiertredmg van liet
baggerregiement, toen de ondergeschikten
werden vrijgesproken, Dit vonnis is rn
cassatie door den Hoogen Raad beves
tigd. Op deze gronden zal G. J. d J. hier
moeten worden vrijgesproken. Voor het
overige vraagt pleiter clementie.
Programma vaoi Donderdag 1 Jan.
HUIZEN, 298 M. NCRV 10—11 Mor
genwijding, te leiden door Dr J. H. Gun
ning J.Hzn. KRO 11.3012 Lunchmuziek.
12.152.30 Vervolg concert. NCRV 2.30
—3.30 Kamermuziek. 3.304 Gramofoon.
45 Concert, te geven door het solo-kwar
tet „Apollo". 5.457.30 Concert door het
„Hollandsch Harpkwartet". 810.45
Concert door het Cbr. Radioorkest. (Har
monie-orkest).
HILVERSUM, 1875 M. AVRO-uitzen-
ding. 8.018 35 Gramofoon. 8.359.00
Nieuwjaarswijding door Ds L. C. W. Eke-
ring. 910 Orgelconcert. 10.3012 Och
tendconcert door het AVRO-kwintet. 12.30
2 Middagconcert. 23 Piano-voor
dracht. 2.303 Populair concert door 't
AVRO-octet. 3.30—4.30 Gramofoon. 4.30
5.30 Ziekonuurtje. 5.307 Concert door
orkest. 77.30 Gramofoon. 8.3011 Po
pulair concert door het omroep-orkest.
DAVENTRY, 1554,4 M. 10.35 Korte
godsdienstoefening. 1.20 Concert. 2.20
2.50 Gramofoon. 3.20 Vesper uit de West
minster Abbey. 7 Gedeelte uit het „Weih-
nachtsoratorium" van J. S. Bach. 8.05
Concert.
Programma van Vrijdag 2 Jan. 1931.
HILVERSUM. 1875 M. 8.00 Gramofoonpla-
ten. 10.00 Vrijz. Morgenwijding. 11.30
Gramofoonplaten. 12.302.00 AVflO-Con-
eert. 2.013,00 Gramofoonplaten. 3.00
--4.00 Concert. Kwintet. VARA Orgel
spel. 5.15 Concert. Orkest.
HUIZEN. 293 M. Algemeen programma, te
verzorgen door den KRO. 8.00915 Gramo
foonplaten. 12.001,30 Concert Kwintet.
1.302 0) Cramcfo np'a en 2 45315
Concert, cello, fluit, viool, piano. 4.15—
4.30 Gramofoonplaten. 4.306.45 Vervolg
Concert. 6.457.15 Gramofoonplaten.
7.4511.00 Concert. Orkest.
DAVENTRY, 1554.4 M. 12.20 Concert,
viool en piano. 12.502.50 Orgelspel.
1.50—2.50 Gramofoonplaten. 7.00 Concert,
Vocaal kwartet, koor en orkest. 8.05 Zang
(tenor).
De A.V.R.O. Oudejaarsnacht.
Naar wij vernemen heeft de Minister van
Waterstaat de A.V.R.O. toestemming verleend
voor een uitzending op de 1875 M.-golf van
12 uur 15 tot 1 uur 80 in den nacht van 81
Dec. op 1 Januari a.s., onder voorwaarde, dat
met het begin van de uitzending gewacht moet
worden tot de N.C.R.V. met haar oudejaars-
avonduitzendhg gereed is.
Nader vernemen wij nog, dat het program
ma, dat op golflengte 1875 M. wordt uitge
zonden zal bestaan uit lichte gramoloonmu-
ziek en het overbrengon van Nieuwjaarsvven-
schen van gezagvoerders en bemanning van
j Nederlandsche schepen aan hun familieleden
en omgekeerd.