Berlijnsche Brieven. Gemengd Nieuws. Ingezonden Stukken. Rechtzaken Radio-Nieuws. PEPERMUNT Ihr Armen und Elenden In dieser bösen Zeit, Die ihr an allen Enden Müsst haben Angst und Leid, Seid dennooh wohlgemut, Lasst eure Lieder klingen, Dem König zu lobsingen, Der iet euer höohstes Gut. Onder de vele voorsteden van Groot- Berlijn neemt Zehlendorf een zeer bijzon dere plaats in. Toen een half jaar gele den het toenemende verkeer een verbree ding van den hoofdweg BerlijnPotsdam noodzakelijk maakte, hield de pers zich druk bezig met het verlies, dat zulk een verbreeding voor Zehlendorf zou beteeke- nen. De zware oude boomen moesten ge veld worden het oude Pasewaldtsdhe land huis aan de kruising van Berliner- en Hauptstrasse moest er eveneens aan geloo- ven. Op de route PotsdamBerlijn wis selde eenmaal Frederik de Groote zijn paarden en ondanks zijn gereserveerde houding ten opzichte van de kerk moet hij Zehlendorf een goed hart toegedragen hebben. Immers aan den anderen hoek ligt nog steeds 's Konings geschenk: de kleine kapel met het oude kerkhof en den lagen muur. Gelukkig viel dit schoone punt niet ten offer van de juist voltooide verbreeding der thans kaal aandoende allee. Tegenover het verlies, dat het enorme verkeer uiteraard met zic'h medebrengt, staat voor Zehlendorf de aanwinst van twee monumentale gebouwen. Enkele jaren geleden onthulden wij het na veel geharrewar voltooide nieuwe stadhuis, dat vlak tegenover de Pauluskerk kwam te staan. Het maakt in zijn modernen stijl een nuchter aandoenden indruk, beant woordt echter door zijn practische inrich ting geheel aan de eisöhen van de steeds grooter wordende voorstad. A jhitecto- nisch veel aantrekkelijker is het Evange lische Gemeentehuis, bij welks plechtige inwijding ik tegenwoordig mocht zijn. Dr Ir Steinberg, die het plan hiertoe ont wierp en onder wiens persoonlijke leiding de bouw stond, vertelde mij persoonlijk, dat hij onwillekeurig beïnvloed werd door het oude Pasewaldtsohe landhuis, waar aan zoovelen met hun 'hart hingen. Met zijn beide breede zijvleugels 'beslaat het de Hauptstrasse 2832 en ik vermoed, dat de vreemdeling, die in Zehlendorf rondwandelt, dit schoone gebouw onwille keurig met het nieuwe stadhuis zal ver wisselen. Op het breede voorplein staat een bronzen standbeeld. Maarten Luther met zijn oudste kinderen, als opvoeder der jeugd weergevende. Dit waardevol ge schenk van een der oudste leden onzer gemeente werd ontworpen door professor Lewin-Funke uit het dichtbij liggende Dahlem. Aan den achterkant van het fun dament leest ge den naam der geefster: Frau Hauptmann Olga SchultzePase- waldt. In gezelschap van Pfarrer Mann, die den stoot tot 'het bouwen heeft gegeven en den architect, dr Steinberg, maakte ik reeds een dag van tevoren een rondwan deling door het gemeentehuis. Het ademt geheel en al den geest van het tegenwoor- ■dig gemeenteleven, beantwoordt aan de be scheiden eischen der tegenwoordige om standigheden, houdt rekening met de vele behoeften en zorgen der evangelische ge meente en zal in later tijden duidelijk spreken over het vele, dat de kerk in dezen zwaren tijd voor haar kinderen en volwassenen heeft gedaan. De trots der Paulus-gemeente is niet zoozeer de groote zaal met de schoone vensters als wel de parterre-ruimten, welke geheel in dienst zullen staan van het kleine grut. De ouders, die overdag hun werk buitens huis hebben, kunnen hier hun kinderen aan de zorg van gediplomeerde vrou wen toevertrouwen. Deze bewaarschool is iets zeer aparts. Zij ademt den geest der zorgelooze jeugd. Door kunstenaarshand werden alle muren en plafonds beschil derd met de sprookjes, die wij allen nog uit onze kinderjaren kennen. We zien er Roodkapje en Doornroosje, den boozen wolf en Tyl Uilenspiegel. In de slaap- ruimte, waar een middagdutje gehouden wordt, zijn de wanden met bloemen en vogels beschilderd, zoodat de droom al begint, aleer het kind is ingeslapen. Keu rig zien de bedjes en de stoeltjes en de tafeltjes eruit en ieder meubeltje houdt rekening met de onvoorzichtigheid der kinderen. De keuken is een gedicht voor moeder en vrouw. Ieder kind heeft zijn beker, die niet stuk gegooid kan worden en alles heeft zijn eigen plaats. Daar de meesten nog niet kunnen lezen, wordt die plaats door een dier aangegeven. Dat werkt aantrekkelijk en leerzaam. Frau Pfarrer Mann verraadt mij aller lei keukengeheimpjes, hoe de melk wordt gekookt volgens nieuw systeem, hoe men er op uit is, om voor een voedzaam mid dagmaal te zeugen en brengt mij ook in denedenruimten, waar de jongens en meisjes afzonderlijk gebaad kan worden. Men leidt mij naar de kosterij, die geheel afzonderlijk ligt en brengt mij naar de woning der vriendelijke gemeen tezusters. Het zou te ver voeren, wanneer ik u uit voerig ging vertellen, hoe de centrale ver warming er uit ziet en volgens welk sys teem hier alles wordt gewasschen en schoon gehouden. Liever wil ik U iets vertellen over de plechtige inwijding, welke voor Zehlendorf een schoon einde van een moeilijk jaar beteekende. Reeds vroeg in den morgen luidden de klokken en uit alle deelen van Berlijn kwamen belangstellenden naar buiten, om den plechtigen dienst in de Pauluskerk, de onthulling van hot standbeeld en de in wijding van het gemeentehuis bij te wo nen. P" -ijksregtxr.ng, 'het Pruisische kabiuet en de stad Berlijn hadden hunne vertegenwoordigers gezonden. In tijden van ongeloof en kerkelijke verdeeldheid doet het dubbel ontroerend aan, wanneer een aandachtige gemeente staande zingt: Grosser Gott, wir loben dichl Herr, wir preisen deine Starke 1 Vor dir neigt die Erde sich Und bewundert deine Werke. Wie du warst vor aller Zeit, So du bleibst in Ewigkeit. De liturgie stond dezen ochtend onder Pfarrer Miiller, waarna Supei tend ent Diestel uit Liehterfelde het wo. voerde naar aanleiding van Openbaring 3, vers 20. Als een kerstgeschenk aanvaardde hij voor de gemeente bet nieuwe gemeente huis uit Gods milde handen. Hij teekende den nood der tijden en de herleving van bet Christendom over gansc'h Duitsch- land. Onder den invloed van socialisme en communisme zijn weliswaar duizen den uit de kerk getreden, maar de tien duizenden, die trouw 'bleven aan het geloof hunner vaderen hebben met ver dubbelden moed het werk hervat, dat on der den oorlog zoo zwaar had te lij den. Zehlendorf is niet de eenige gemeente die trotsch mag zijn op een nieuw ge meentehuis. Ook in Friedenau werd en kele maanden geleden een nieuw zus terhuis geopend. In verschillende districten van Groot- Berlijn bracht men het geld voor eeu nieuw kerkgebouw bijeen en het toene mend kerkbezoek wijst er op, dat men tot inzicht is gekomen, welk gevaar de kerk en de wereld uit Moskou dreigt. Her innerd wordt ons aan Franciscus van Assissi, die een broederschap van bezit- loozen vormde. Velen vinden het een schande, dat in onzen tijd van zorg en nood een nieuw gemeentehuis wordt ge bouwd. Welnu, de tijden zijn anders ge worden en men heeft zulke ruimten noo- dig, om de gemeente te verzamelen en het werk van Christus voort te zetten. Als tweede sprak Generalsuperintendent D. Haendler, die in zijn korte toespraak den nadruk legde op de levende gemeente, die de eischen van dezen tijd heeft erkend «m bereid is tot actief zendingswerk. Na het gebed en den zegen ging de gansche gemeente, door de geestelijkheid in or naat voorafgegaan, te voet naar het ge meentehuis. Hier werd door Pfarrer lit. Anz het Luther-standbeeld onthuld met een korte toespraak. Onder de vele gasten op het voorplein ontmoette ik den Zehlendorfer burge meester, dr Schumacher, den voorzitter van de Brandenburgsche Provinciale kerk, graaf von Gersdorf, Oberkonsistorialrat Troschke, de rectoren der middelbare scholen en tallooze vooraanstaande leden der gemeente. Nadat Pfarrer Mann het standbeeld voor de gemeente in ontvangst had genomen, werd hem in het hoofdpor taal de sleutel tot het gemeentehuis over handigd en gingen wij naar de groote feestzaal, waar een woord van inwijding werd gesproken door den Generalsuper intendent Haendler. Ook hier bracht bet kerkkoor enkele Psalmen ten gehoore. Na het slotlied der gemeente werd aan enkele genoodigden een bescheiden maal tijd door de zusters der gemeente aange boden. Ik mocht met den General-super intendent Haendler die pas kort gele den door het verlies zijner echtgenoote zwaar werd getroffen mede aan tafel zitten. Hij herinnerde ons aan Pfarrer Kayser, een der oudste voorgangers in de gemeente Zehlendorf. Hij was nog de echte dorpsdominee en zou zich de tegen woordige voorstad met ruim 40.000 in woners niet kunnen voorstellen. Hij vroeg ons lachend, of al deze gasten nu heusch geboren Zehlondorfers waren en wij moes ten erkennen, dat velen van elders ge komen waren. De Generalsuperintendent besloot zijn vriendelijke woorden aldus: Ook al legt Berlijn steeds meer beslag op mijn tijd, in gedachten ben ik vaak in 'onuorf, want gij behoort tot onze oudste gemeen ten en ik verheug mij over den ijver, waar mede gij u voorbereidt op het werk van bet komende jaarl" Berlijn-Zehlendorf, einde 1930. De M e r a p i-r a m p. Blijkens me- dedeeling van het Departement van Ko loniën heeft de Gouverneur-Generaal, gis teren van een driedaagsche reis naar Mid den-Java teruggekeerd, telegrafisch me degedeeld,! dat naar deskundig oordeel de eruptieve werking van den Merapi menschelijkerwijze gesproken geacht kan worden tot stilstand te zijn gekomen. Evenwel dreigt nog zeer ernstig gevaar vooral voor lager gelegen streken, indien tengevolge van in dit jaargetijde te ver wachte zware regens, de opgehoopte la- har-massa niet geleidelijk doch met groote kracht en snelheid wegspoelt in een hoe veelheid, welke de capaciteit van de Progo en andere rivieren verre overtreft. Door het Europeesch en Inlandsch bestuur zijn in hartelijke samenwerking met het leger, welks diensten naar de Landvoogd verder verklaarde niet ge noeg kunnen worden geroemd, met groote activiteit en veel overleg voorzieningen getroffen; in de eerste plaats voor huis vesting, voeding, enz. van een enorm aan tal vluchtelingen, alsook voor het begra ven van lijken van menschen en vee, de bewaking van achtergebleven goederen en de observeering van de verdere ontwikke ling van het laharproces, waarbij de mi litaire luchtvaart ook voor het maken van luchtphoto's uitnemende diensten bewijst. De medische dienst is er goed verzorgd, terwijl de vulkanologische dienst ter plaatse aanwezig is. De schade is nog niet met eenige zekerheid te schatten, doch beloopt stellig vier tot vijf ton. De paniek stemming onder de bevolking is geweken en de rust is volkomen teruggekeerd. Ten slotte wees Jhr de Graeff nog op het groote probleem voor de naaste toe komst waarvoor nog geen oplossing is kunnen worden gevonden, hoe eenige dui zenden gezinnen, die alles verloren heb ben, weder aan een bestaan kunnen wor den geholpen; in een eenigszins nabije omgeving is practiscb geen bouwgrond meer beschikbaar. Twist tusschen vrou wen. Te Lon.ieker hebben Maandag morgen twee buurvrouwen, wonende aan den Dennenweg, een veete zeer hardhan dig uitgevochten. De een sloeg de ander met een bijl op het hoofd, terwijl de laat ste een kan heete koffie over ha,ar te genstandster uitgoot. Beide moesten door den dokter worden verbonden. i Vleeschvergifti g i n g. De 53-jarige heer W., wonende in de Vlier boomstraat in Den Haag, en zijn 7-jarig zoontje zijn gisteren ongesteld geworden, toen zij vleesch hadden gegeten, dat ver moedelijk bedorven was. De vader her stelde spoedig, het zoontje werd door den den geneeskundigen dienst naar het zie kenhuis overgebracht. Nadat zijn maag leeggepompt was, knapte ook het jongetje op. Zijn toestand is goed. Hinderlijk volgen. Werkloo- zen te Amersfoort, die gevraagd hadden, als volksteller te mogen dienst doen, ma ken zich nu druk met het hinderlijk vol gen van de volkstellers. In sommige wij ken, speciaal waar sociaal-democraten als volkstellers werkzaam zijn, moet de politie de tellers begeleiden. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie/. Geachte Redactie, Van ingaan op de lcwestie-'s-Graven- polder heb ik mij met opzet onthouden, daar ik voornemens was een en ander (want dit conflict leverde meerdere niet onbelangrijke momenten op) te pu- bliceeren in een vakblad, dat zich uiter aard beter voor de behandeling van wets technische uiteenzettingen leent dan een dagblad. Uw briefschrijver uit Middel burg zal deze reden billijken. Zeker zou ik mij dan ook niet van een Ingezonden Stuk hebben bediend, ware het niet, dat de opmerking van Metellus over het ingrijpen van hooger toezicht in salarisregelingen van veld wachters daartoe aanleiding had gege ven. Ter herinnering moge ik opmerken, dat K. uit Koudekerke er de aandacht op vestigde in Uw blad, hoe Dr Kuyper in gevallen als te 's-Gravenpolder de juris prudentie ten gunste voor ingrijpen van hooger hand had bevestigd. Neen, ant woordde Metellus, ge doelt blijkbaar op besluiten van 1905, 1913 en 1915, maar in al die gevallen betrof het de uitbreiding van het getal politiedienaars. „Later, n a 1915, is het de verkeerde richting uit gegaan en hebben Ged. Staten en de Kroon zich bemoeid met de hoegroot heid van het salaris. En naar aanleiding hiervan wees ik eryp, hoe het Dr Kuyper geweest was, die, nadat hij eerst ten aan zien van ingrijpen met betrekking tot het getal veldwachters een vaste jurispruden tie had ingeluid in 1902, hetzelfde deed ten aanzien van het bedrag hunner jaar wedde. Ook dit geschiedde reeds in 1904. Nu schenk ik Metellus gaarne de cate gorische verklaring, dat zijn uitspraak niet geheel juist was, maar wel moet ik bezwaar maken, als de geachte briefschrij ver het accent verlegt naar den aard der beide K. B.'s van 1904 en betoogt, dat deze gevallen ernstiger waren. Wie be twist dit? Toch zeker niet ik, die mijn ge neigdheid uitsprak tot het vermoeden, dat Dr K. niet dp zijde van Ged. Staten zou hebben gekozen in liet conflict-'s-Gr., een bewering, die ik bij wegcijfering van verschil moeilijk zou kunnen handhaven. Het ging in den brief van Metellus over het principe en het definitieve begin van het ingrijpen, en wat dat betreft, waren juist deze beide beslissingen wat de Duit- schers noemen „epochemachend", ze luid den een nieuw tijdperk in. Nu zegt uw geachte briefschrijver wel, dat in deze gevallen „niet zoover werd getreden in de autonomie", maar de libe rale voorgangers van Dr K. (ik noemde reeds Van Houten en Goeman Borgesius en zou daaraan nog kunnen toevoegen den naam van Min. Fock) dachten daar over anders. En hun standpunt werd vrij wel door de geheele administratief-rech- telijke litteratuur gedeeld. De Raad al leen is het lichaam, door de wet tot rege ling aangewezen; op de begrooting kan enkel het cijfer worden gebracht, dat de Raad bij salarisregeling vaststelde, zoo luidde hun betoog. Nu zal over de vraag, of de regeling te Peursum en Appeltern voldoende was, tusschen Metellus en mij wel geen ver schil bestaan. Maar met het woord ver- waarloozing moet men voorzichtig zijn, vooral bij beoordeeling van aangelegen heden van dertig jaar terug. Dr K., die overigens een zaak behoorlijk wist uit te beenen, rept er zelf niet van. In die da gen liet de Kroon een gemeente van 3200 zielen met een post „onvoorzien" ad f 100 in zee steken I In elk geval kan men, op een bepaald terrein eenmaal de autono mie aanvaardend, aan zulk een staats rechtelijk instituut niet tornen met over wegingen van socialen aafd. De autono mie heeft nu eenmaal ook haar kwade kansen, anders is zij geen autonomie. Als Metellus bet voor de beide adviezen van den A. R. staatsman opneemt, wijt ik dit vooral aan twee oorzaken, Jn de eer ste plaats aan het toenemend „raede- regeeren van hooger toezicht in de laat ste jaren", waardoor vroegere beslissingen achteraf aannemelijker schijnen te wor den. Hoed U, 's-Gravenpolder, voor het nageslachtl Maar niet het minst heeft wellicht de begrijpelijke begeerte gev/ogen, om de staatsrechtelijke orthodoxie van Dr Kuy per te handhaven. Het moet ons echter te doen zijn om do autonomie, niet om Dr Kuyper's standpunt inzake de auto nomie, hoe belangrijk ook op zichzelf. Een feit is, dat Dr K.'s reeds genoem de liberale ambtsvoorgangers in de aan gegeven gevallen de gemeentelijke vrijheid meer ontzagen en dat ingrijpen in de ge melde materies op het voetspoor van de zen staatsman voortaan regel werd. Ook is een feit, dat deze practijk inging tegen hetgeen in de administratieve rechtslitte- raluur geleerd werd. Moet dit óns nu brengen tot de stelling, dal de practijk van het ministerschap Dr K. er niet toe mocht brengen om „soms verder te gaan dan zijn politieke tegenstanders", ja om hem te verloochenen, zooals Metellus zegt? Deze consekwentie kan ik niet' aan vaarden, lijkt mij ook niet noodig. Laat men de feiten niet verdoezelen, maar er kennen, dat de rechtspraak hier een om mezwaai maakte. Daar staat tegenover, dat Dr K. in tal van andere gevallen den gemeenten meerdere ruimte liet. In een artikel, dat ik in November schreef voor A. R. Staatkunde, besprak ik een teekenend geval, waarbij de gezagheb bende schrijvers het standpunt van den Minister afkeurden, doch ik meende mij op de hoofdzaak aan diens zijde te moe ten scharen. Het zou niet moeilijk zijn daaraan meerdere voorbeelden toe te voe gen. Dat Dr K. in zijn nieuwe kwaliteit de zaken eens onder ander licht zag, is be grijpelijk, al behoeft dit ons niet te nopen nu ook zijn afwijkende beslissingen te ver dedigen. Elke practijk laat haar sporen na op de theorie. En de aanhangers van Mr Marchant en Ds Kersten zouden aan gerijpt inzicht winnen, wanneer deze lei ders eens via een ministerszetel tot rea liseering hunner leeringen werden geroe pen. Bovendien, het criterium bij de uit oefening van toezicht op de begrooting is uitermate zwevend, laat in menig geval ruimte voor debat, voor meer of minder, Administratieve rechtspraak is nu een maal geen wiskunde. En ten slotte: dat zelfs groote mannen van tijd tot tijd een steek laten vallen, kan onze wetenschap versterken, dat ook deze menschelijke arbeid gebrekkig is. Dit kan ons voor generaliseeren behoe den en zal ons nopen tot geregeld onder zoek. Voor de prettige discussie met Metellus Middelburgensis, wiens brieven ik steeds met belangstelling lees, wil ik bij deze gelegenheid dank zeggen, gelijk ik U, ge achte Redactie, die toebreng voor de plaat sing. Hoogachtend, Mr P. A. SCHWARTZ. Krabbendijke, 28 December 1930. M. de R., Mag ik s.v.p. van u nog een kleine plaatsruimte vragen ter aanvulling van mijn ingezonden stuk van 1.1., betreffende de salarieering van gemeenteambtenaren. Door een samenloop van omstandig heden, heeft bij sommigen de meening post gevat, als zou in genoemd stuk Kou dekerke bedoeld zijn, waar de gemeente werkman gesalarieerd wordt met f 850 per jaar. Gaarne wil ik hier verklaren (en het strekt het gemeentebestuur van Koude kerke tot eer) dat haar gemeentewerk man een salaris geniet van f 1240 plus een jaarlijksche gratificatie van f 60. Daaruit blijkt dat ik onmogelijk deze gemeente heb kunnen bedoelen, maar te vens blijkt dan ook hoe noodzakelijk het is, om ten spoedigste ook voor de lagere groep der ambtenaren een meer uniforme regeling te ontwerpen. Met dank voor de plaatsing, P. DOITRLEIJN. Koudekerke, 30 Dec. 1930. Mosselenstrooperij? Gisteren hebben voor de Rechtbank te Rotterdam terecht gestaan de 21-jarige J. J. d. J. en de 20-jarige G. J. d. J., beiden mosselvisscher te Bruinisse, verdacht, van diefstal in vereeniging van een hoe veelheid mosselen van een terrein, ver pacht aan C. Jumelet Jz. onder de ge meente Ouddorp, gepleegd op 21 Augus tus. Beide verdachten ontkenden. De opzichter L. v. d. Weele had op 21 Augustus het toezicht op het mosseivis- schen gehad en door zijn kijker, die 70 maal vergroot, gezien, dat verdachten met hun scheepje Bru. 37 op de perceelen 127 en 126 onder Ouddorp vischten, waarvan slechts één perceel hun eigendom is. Get. had met opzet het oog op deze beide mos- selvisschers gehouden, omdat ze reeds langer van dit soort strooperijen verdacht werden. Getuige heeft duidelijk het neer laten en ophalen van de mosselkor ge zien. Getuige J. J. Boot was in gozelschap van den vorigen getuige geweest op 21 Augustus. Hij had het scheepje de grens tusschen de beide perceelen die door ba kens is aangegeven, zien overschrijden, en 6 maal de kor zien ophalen. J. J. d. J. stond aan de lier en het roer, G. J. d. J. gooide de kor leeg. Pb tijd. God geeft den tijd bij dag on jaar, ach neen, bij kleene tikskes maai en 't laatste tikske komt aloor men 't peist of weet, eilaas te zeer. De wijzer wijst elke uur en tijd maar de uur niet dat gij schuldig zijt te sterven! Zijt dus voorbereid, de wijzer wijst naar de eeuwigheid GUIDO GEZELLF. denk. Met -A n mm dayelijkbCh® BrorlH middel ter KR& H HBIl opwekking en SSi mr M verfrirsscRtng. Getuige G. Jumelet Iz., pachter van het perceel 126, had verleden jaar op zijn perceel mosselen gezaaid. Hij had op 21 Augustus, na aankomst van de BRU. 37 te Bruinisse, den mossel voorraad in dat scheepje gezien en in den hoop zijn mos selen gevonden, onder de daarover ge storte andere mosselen. Die mosselen wa ren gelijk aan het door hem uitgezaaide goed en onderscheidden zich van de an dere. Tusschen zijn mosselen waren oes terschelpen van de oude oesterbanken op die perceelen, die ook aangetroffen wer den in het schip. Het O. M. achtte op grond van de ge tuigenverklaringen' het bewijs geleverd. Jumelet had Zeeuwsche mosselen uitge zaaid, de verdachten hadden Ztuderzeo- mosselen op hun perceel. Het O. M. en den recbter-commissaris hebben een on derzoek in loco ingesteld, dat de verkla ringen van de getuigen bevestigde. G. J. d. J. is in 1928 reeds eens wegens strooperij van mosselen veroordeeld. Eisch f75 boete subs. 15 d..k. voor elk der verdachten. De verdediger, mr. du Croo te Zierik- zoe, betoogde, dat zelfs al is bewezen, dat de Bru. 37 op perceel 126 gevisclit heeft, dan nog maar alleen vaststaat, dat de bemanning daar heeft gevisclit. De be manning, wie is dat? Er is een bijzondere verhouding- aan boord. De schipper regelt de navigatie en de visscherij. Aan de ver dachten kan dus geen mededaderschap, ten hoogste medeplichtigheid woulen len laste gelegd. Een soortgelijk geval heeft zich in 1913 voorgedaan voor de voor malige rechtbank te Zierikzee, bij de be handeling van een oiertredmg van liet baggerregiement, toen de ondergeschikten werden vrijgesproken, Dit vonnis is rn cassatie door den Hoogen Raad beves tigd. Op deze gronden zal G. J. d J. hier moeten worden vrijgesproken. Voor het overige vraagt pleiter clementie. Programma vaoi Donderdag 1 Jan. HUIZEN, 298 M. NCRV 10—11 Mor genwijding, te leiden door Dr J. H. Gun ning J.Hzn. KRO 11.3012 Lunchmuziek. 12.152.30 Vervolg concert. NCRV 2.30 —3.30 Kamermuziek. 3.304 Gramofoon. 45 Concert, te geven door het solo-kwar tet „Apollo". 5.457.30 Concert door het „Hollandsch Harpkwartet". 810.45 Concert door het Cbr. Radioorkest. (Har monie-orkest). HILVERSUM, 1875 M. AVRO-uitzen- ding. 8.018 35 Gramofoon. 8.359.00 Nieuwjaarswijding door Ds L. C. W. Eke- ring. 910 Orgelconcert. 10.3012 Och tendconcert door het AVRO-kwintet. 12.30 2 Middagconcert. 23 Piano-voor dracht. 2.303 Populair concert door 't AVRO-octet. 3.30—4.30 Gramofoon. 4.30 5.30 Ziekonuurtje. 5.307 Concert door orkest. 77.30 Gramofoon. 8.3011 Po pulair concert door het omroep-orkest. DAVENTRY, 1554,4 M. 10.35 Korte godsdienstoefening. 1.20 Concert. 2.20 2.50 Gramofoon. 3.20 Vesper uit de West minster Abbey. 7 Gedeelte uit het „Weih- nachtsoratorium" van J. S. Bach. 8.05 Concert. Programma van Vrijdag 2 Jan. 1931. HILVERSUM. 1875 M. 8.00 Gramofoonpla- ten. 10.00 Vrijz. Morgenwijding. 11.30 Gramofoonplaten. 12.302.00 AVflO-Con- eert. 2.013,00 Gramofoonplaten. 3.00 --4.00 Concert. Kwintet. VARA Orgel spel. 5.15 Concert. Orkest. HUIZEN. 293 M. Algemeen programma, te verzorgen door den KRO. 8.00915 Gramo foonplaten. 12.001,30 Concert Kwintet. 1.302 0) Cramcfo np'a en 2 45315 Concert, cello, fluit, viool, piano. 4.15— 4.30 Gramofoonplaten. 4.306.45 Vervolg Concert. 6.457.15 Gramofoonplaten. 7.4511.00 Concert. Orkest. DAVENTRY, 1554.4 M. 12.20 Concert, viool en piano. 12.502.50 Orgelspel. 1.50—2.50 Gramofoonplaten. 7.00 Concert, Vocaal kwartet, koor en orkest. 8.05 Zang (tenor). De A.V.R.O. Oudejaarsnacht. Naar wij vernemen heeft de Minister van Waterstaat de A.V.R.O. toestemming verleend voor een uitzending op de 1875 M.-golf van 12 uur 15 tot 1 uur 80 in den nacht van 81 Dec. op 1 Januari a.s., onder voorwaarde, dat met het begin van de uitzending gewacht moet worden tot de N.C.R.V. met haar oudejaars- avonduitzendhg gereed is. Nader vernemen wij nog, dat het program ma, dat op golflengte 1875 M. wordt uitge zonden zal bestaan uit lichte gramoloonmu- ziek en het overbrengon van Nieuwjaarsvven- schen van gezagvoerders en bemanning van j Nederlandsche schepen aan hun familieleden en omgekeerd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 10