DE ZEEUW Het Geweten van RogerTrehern. TWEEDE BLAD. HET ADRES BANK Wat er deze week voorviel TUBERCULOSE A. WIL KING Uit de Provincie. IS. Brieven uit Middelburg. FEUILLETON, Brieven uit de Oost. Uit den Goeschen Raad. rste jaar loefte is eg voort hen, die van het R, duurt r of per ischaffen Dtterdam matiek) MIT te mshaven HO. te Rotter- D AM. 226 o IMG! OES isse; oog; ijke; Hg; IND- irse; VAN ZATERDAG 20 DEC. 1930. Nr 70. Het was een drukke vergaderweek. Om bij onze provincie te blijven, zij herinnerd aan de Raadsvergadering te Middelburg, waarin urenlang werd gepraat over de brandweer-reorganisatie; aan die te Goes, waar de begrooting voor 1931 nog moest worden vastgesteld en waar men tevens weer een breed debat hield over de vraag of de werkloozenzorg behoort tot de taak der gemeente of die van het Burg. Arm bestuur. Voor de tweede maal besliste de Goessche Raad tegen het voorstel van B. en W. in dat hier de gemeente moet optreden. Van belang is zeker ook het verheu gende feit, dat aan de Aardenburgsche kwesties een eind is gekomen, doordat Donderdag te Middelburg de acte werd gepasseerd, waarbij de bezittingen van het Weeshuis onder de diverse armbestu ren werden verdeeld. Wat vergaderen betreft, heeft de Twee de Kamer zelfs het record van vorige weken nog overtroffen. Aan de avondver gaderingen scheen geen einde te zullen komen. Het werden nachtzittingen in den vollen zin des woords. En wat al een heel magere belooning voor zooveel ijver is de leden mogen nog niet met Kerst- vacantie. Ze moeten volgende week nog terugkomen, o.a. om het Tarwewetje, dat wel niet een-twee-drie onder den hamer zal doorgaan, te behandelen. De Eerste Kamer vergaderde ook nu en dan en nam het vlootplan aan. Wat het buitenland betreft, moet her innerd aan de pogingen om in Spanje de aan het bewind zijnde regeering te ver jagen, pogingen, die echter misschien doordat ze te vroeg werden gewaagd schijnen mislukt te zijn, al zijn verschil lende personen het slachtoffer van deze onderneming geworden. Duitschland schijnt berucht te worden door de pogingen, waarmee men tracht vergaderingen van andersdenkenden te verstoren. In de keuze der middelen is men allesbehalve kieskeurig. Witte mui zen, rotte dieren, slangen enz., deden dienst. Het is wel een treurig bewijs van de verwording van onzen tijd. XXXIV. Amice, "k Vond het recht aangenaam, dat ook Mr Schwartz, de burgemeester van Ril- land-Baflh zich in de 's-Gravenpoldexsche veldwachterskwestie mengde en op zoo welwillende en opbouwende wijze zijne meening in dit blad ten beste gaf. Natuur lijk was ik zeer voldaan, dat ook hij, zij het „op verschillende andere gronden" geneigd bleek te zijn te vermoeden, dat ook Dr Kuyper in deze „niet de zijde van Ged. Staten zou hebben gekozen." Alleen spijt het mij, dat mr. S. die „verschillende andere gronden" niet aan gaf. Immers deze hadden wellicht tot eene beslissing in een voor ons gunstigen zin kunnen bijdragen. Wellicht wil mr. S. die gronden alsnog publiceeren. Dat 'dr Kuyper, in tegenstelling met liberale ministers als Van Houten en Goe man Borgesius, de gemeentelijke autono mie sterker zou hebben aangetast, dan voorheen, kan ik vooralsnog niet toege ven. De beide Kon. Besluiten, in zake Peursum en Appeltern zijn mij bekend, doch ik heb ze niet aangehaald, omdat er niet uit blijkt, althans behoeft te blijken, dat dr K. de gemeentelijke souvereiniteit dier gemeenten aanrandde. Het is altijd gewenscht de feiten en omstandigheden na te gaan, 'die aan deze en dergelijke be sluiten ten grondslag liggen. Dit behoedt, zooal© mr. Schwartz ook zelf waarschuwt, voor dogmatiseeren, idealiseeren en, ik voeg er bij, generaliseeren. Wanneer dr Kuyper, als raadsman der Kroon inderdaad zoo sterk was afgewe ken van zijn Anti-Rev. principes als Staatsman, wij' zouden bem moeten verloochenen. In dezen zou mr. door EVELYN EVERETT—GREEN. (Vrij naar het Engelsch.) Ik wist, dat Elinor me wel op mijn plichten zou wijzen en ik was van plan mijn best te doen. Maar de heele boel was van 't begin tot het eind'alleen maar uit praktisch oogpunt bekeken en ik ga liever uit bedelen, dan voor God en de menschen te beweren, dat ik mezelf ge roepen voel door den Heiligen Geest om het ambt op me te nemen of te verklaren, dat ik bet doe om God te verheerlijken". Roger stond met zijn rug naar het gor- dijnlooze raam, waardoor de eerste sche mering van den komenden dag naar bin nen viel, de handen in de zakken, zijn oogen tintelend, zijn heele houding dui dend op protest, zoo al niet verzet. Noel zei niets, maar daar Roger ook bleef zwijgen, vroeg hij eindelijk: „Gaan je moeilijkheden niet verder? Schwartz we verwachten van hetm als goed Anti-Revolutionair en leider der Zeeuwsche Anti-Rev. niet anders ook zoo moeten handelen. Immers dr. K. wil de zelf nooit, dat zijn geestverwanten 'hem als marionetten 'zouden navolgen, vooral niet als hij zelf anders handelde dan hij leerde. Doch is dit in casu wel geschied? lo. Wat Peursum betreft. Hier werd de veldwachter gesalarieerd met. f 150 plus f30 voor 'kleeding en uitrusting. De heeren raadsleden wilden, omdat de veld wachter toch weinig te doen had, hem op het land laten werken, teneinde van deze verdiensten te kunnen leven. Doch dx Kuyper adviseerde H. M. de Koningin, dat 'bovengenoemde bedragen onvoldoende zijn om te Peursum te kunnen leven, ge lijk de Raad, die 'het bedrag voor nood zakelijk levensonderhoud op f 300 stelde, ook zelf had toegegeven. En, wijl fooien aannemen „in strijd is zoowel met het algemeen, als met het gemeentelijk be lang", werd het beroep van Peursum's raad verworpen. Hoe men hierin aanran ding van gemeentelijke autonomie kan vinden, is mij een raadsel. Op grond van het algemeen belang, een volko men wettelijken rechtsgrond, werd het be sluit van G. S. gehandhaafd. De Raad stelde zelf het minimum voor noodzake lijk 'levensonderhoud vast op f 300. En dr Kuyper zou als man der 'kleine luijden zijn gehoond, als hij een zoo schandelijk salaris had gehandhaafd. Ik merk even op, dat het salaris te 's-Gravenpolder, 10 maal, zegge tienmaal zoo 'groot is, als dat te Peursum. Het is dus niet zoo zeer dat G. S. (en ook dr K. als minister) tre den in de autonomie der gemeente door zelf de salarissen vast te stellen, maar zij passen de Gemeentewet toe, die dus in dit opzicht de autonomie inperkt. 2o. Wat Appeltern betreft. Hier was het salaris f 230, d.i. plm. een achtste gedeelte van dat te 's-Gravenpolder, of schoon de gemeente Appeltern in dien tijd 3060 inwoners telde, tegen ruim 1000 thans te 's-Gravenpolder. In 't K.B. werd overwogen, dat bij zulk een salaris de veldwachter „er toe zou worden gebracht in dienst van anderen te arbeiden, waar door de voor dien arbeid vereischte on partijdigheid en onafhankelijkheid gevaar zouden loopen." Mij dunkt uit 'deze zoo krasse gevallen, waarin de gemeenteraad het algemeen be lang geheel uit het oog verloor en tot zijn plicht moest worden gebracht, kanmen niet afleiden, dat dr Kuyper de gemeen telijke autonomie aanrandde. Men zou dan, inplaats van deze gevallen op zich zelf te beschouwen, moeten gaan dogma tiseeren en idealiseeren en daartegen waarschuwt mr. Schwartz zelf niet ten onrechte. Is het juist, dat „op meer dan één ge bied een nieuwe juris-prudentie (door dr K.) is gevestigd, waardoor de gemeente lijke autonomie sterker werd aangetast dan voorbeen", dan gelieve mr. S. dit (andere) gebied te noemen. Doch dan zouden wij dr K. te dezen aanzien als den principieelen Anti-Rev. Staatsman moe ten loslaten, evenals wij wel eens Anti- ReV. bewindslieden (raadsleden) moeten verloochenen, die als zoodanig hun begin selen uit bet oog verliezen. Echter dit moet dan ten aanzien van dr K. overtuigend worden aangetoond. De practijk van het ministerschap mocht zelfs dr K. er niet toe brengen, „soms verder te gaan dan zijn politieke tegenstanders." De R.K. minister Ruys de Beeren- brouck, wiens gezag in de aanstaande be slissing voor 's-Gravenpolder gewicht in de schaal zal leggen, gaat dan ook een heel andere richting uit bij' de overwegin gen van bet K.B. van 3 Juli 1930, no. 97. T. B. C.-Patiënten, bespoedigt Uwe genezing door een kuur met granuline. Leest wat Dr. J. H. VAN GRAF HORST, arts schrijft in zijn brochure „Wenken en raadgevingen bij de be handeling van Tuberculose en Scro- fulose" over de gunstige resultaten, daarmee verkregen bij tuberculose en klierziekte. Deze brochure, die o. a. talrijke attesten bevat van geneesheeren en gewezen patiënten, wordt U, op aanvrage, in gesloten enveloppe, gratis toegezonden door de Pharm. Ond. Dr. J. H. VAN GRAFHORST. Scheventa- gen, Alkmaarsehe straat, D 9. heb je niet te kampen met twijfel betref fende de autoriteit van de kanonnieko boeken of de dogma's die je als vertegen woordiger van je kerk moet verkondi gen?" „Daar heb ik op het oogenblik geen moeilijkbeden mee. Dat houdt natuurlijk niet in, dat ik, zoowel op critisch, histo risch of authropolisch gebied geen zwarig heden zou hebben, maar gaat men op de ze wijze de Schrift onderzoeken, dan be- teekent dit een arbeid voor het leven en je hebt kans, dat je aan het eind nog even ver bent als toen je begon. Het antwoord op dergelijke kwesties is voor mij altijd, dat door al de eeuwen heen, de Bijbel nog vast staat als een rots, waar geen tittel of jota afgaat, wat nimmer het geval geweest zou zijn. wan neer hij slechts zijn waarde als historisch reliquie bezat, niets anders dan een bij een geraapte verzameling van mythen en legenden of zelfs een meer zuivere weer gave van historische feiten. Ik weet wel, dat men mij over deze dingen niet moet vragen om te argumenteeren; daar heb ik geen aanleg voor. Maar toch zegt mijn hart mij, dat de Schrift onaantastbaar is; dat het God Zelf is, Die Zich erdoor heeft voor Manufacturen. Dames* an Klnderoonfeotle Tapijten Gordijnen Bedden Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST Hij maakt daar een voorbehoud, 't welk in vroegere beslissingen niet voorkomt, als hij zegt, dat het oordeel over de groote van een veldwachteresalaris „aller eerst aan den gemeenteraad s t a a t", doch dat „het algemeen rijks belang van de openbare 'orde en de veilig heid daarmede toch dn zoo nauwe en be langrijke mate is betrokken, dat ten deze het toezicht van God. Staten zich ver der behoort uit te strekken, dan in het algemeen ten aanzien van de huis houding der gemeente geoorloofd is." Dus: ingrijpen in het oordeel van den raad bij beslissingen over de huishouding der gemeente is ongeoorloofd, tenzij; de raad daarbij' bet rijksbelang van open bare orde en veiligheid uit het oog ver liest. Dit deden de gemeenteraden van Peursum en Appeltern, toen zij hun veld wachters resp. met f180 en f230 sala rieerden. Of de raad van "s-Gravenpolder, die met f 1815 bezoldigt, dit ook doet, naar 't oordeel van de Kroon, kan m.i. gerus- telijk worden afgewacht. Een dergelijk salaris is m.i. alleszins „toereikend". Met de laatste alinea in het stuk van mr. Schwartz kan ik alleszins meegaan. Met vriendschappelijke groeten, METELLUS. DE VLOOTWET-AGITATIE. Onder het kopje „Droevig einde" schreef de „Residentiebode": Indien er nog een bewijs geleverd moest worden, dat de heele anti-vlootwet agitatie van de afgeloopen zomermaan den een opgeschroefd relletje was welke niet de minste weerklank vond bij het volk, dan zou dit bewijs hedenmorgen afdoende geleverd zijn. Vanochtend is de Eerste Kamer begon nen met het betrokken wetsontwerp (kos ten van een kruiser en van een flottielje vaartuig), maar hoeveel Nederlanders zullen daar aan gedacht hebben. Het Binnenhof was leeger dan gewoon lijk en de duiven, die van het Binnen hof meer en meer een tweede San Marco Piazza maken, werden niet het minst in hun rust gestoord, Op de gereserveerde tribune zaten zes personen, waaronder drie officieren van het departement, terwijl op de publieke tribune 7 menschen aanwezig waren. De Kamer zelf was leeg, een groot aan tal groene banken en zelfs van de elf man sterke sociaal-democratische fractie wa ren er slechts vijf leden aanwezig, n.l. mevr. PothuisSmit en de heeren Polak, Mendels, Moltmaker en Hermans. Ziedaar de wel volledige débacle van die z.g.n. anti-vlootwet-agitatie, waaraan volgens 't petionnement meer dan een millioen menschen hebben deelgenomen. Souburg. Loop der bevolking over de eerste helft der maand December. Gevestigd: J. F. Aerssens, Nieuwstraat B 63 van Vlissingen; Jannetje de Visser Kanaalstraat A 68 van Serooskerke; A. Touw en gezin, Ritth. straat A 132 van Rotterdam; J. A. Looy, Vliss. straat B 275, van Eindhoven; Mej. J. L. deBruijne van Teijlingenstraat B 23J, van Middel burg; C. de Schrijver en gezin, Wissel, C 127a, van Middelburg; J. Labeur, de Deckerstraat E 32, van N.-Indië; P. Hen- drikse, N. Vliss. weg C 174 van N.-Indii; C. de Willigen en gezin, Vliss. straat E 6 van Vlissingen; Mej. J. C. van Soun der, Ritth. straat B 387 van Vlissingen; mej. L. van Splunder, Ritth. straat B 387 van Colijnsplaat; Mej. L. de Buck, Buteuxstraat B 188, van Westkapelle; J. J. Walrave, Oranjeplein, A 172, van Utrecht. Vertrokken: G. F. Lindmeijer, Spoor straat A 97, naar Heerlen; R, P Aar- willen openbaren en Die dat nog wil doen. Neen, nogmaals neen, dat is het niet, wat me bezwaart, ofschoon het den schijn mag hebben, dat ik daarover in de war ben. Het ontvaiigen van den Heiligen Geest, dat ik belijden moet, baart me moeilijk heden en dat is voorwaar geen kleinig heid die men zoo terzijde kan schuiven en dat ben ik niet van plan ook". „Nu dan ben je ineens klaar. Als je be sluit eenmaal vast staat, kun je ook in eens uit de moeilijkheden geraken. Er is niets, wat den mensch zoo kan kwellen als twijfel, hoe hij moet handelen. Mij dunkt, dat je tamelijk goed weet, waar je aan toe bent". „Dat zeg je nu wel, maar het zal niet zoo eenvoudig zijn als bet wel lijkt; als ik thuis kom en hen er van in kennis moet stellen. „Maar ze zullen zich toch zeker wel bij je bezwaren neerleggen? Ik ben, zooals je weet, geen geloovig man. Voor mij zijn alle godsdiensten zoowat hetzelfde een uitspruitsel, veranderend naar klimaat en geestelijken groei, van denzelfden stam. En zeker is onkreukbare eerlijkheid en waarheidsliefde een deugd, die gewaar deerd moet worden door de belijders van nonts en gezin, van Teijlingenstraat R 234 naar Schoondijke; H. Mansbergen, Nieuwstraat B 65, naar Vlissingen; J. Vreeke, Paspoortstraat B 363, naar Maas sluis; G. Sanderse, van Teijlingenstr. B 239 naar Vlissingen; J. L. W. Goedhart, Wissel C 144, naar Middelburg; J. Oele, Spoorstraat A 94, naar Delft; W. Schout Braamstraat B 131, naar Koudekerke; F. Drop en gezin, Ritth. straat B 406, naar Vlissingen; A. J. Boers, Vliss. straat E 4 naar Ned. Indië. Meliakerke. Donderdagavond werd al hier in de Chr. School een ouderavond gehouden onder leiding van het hoofd der school dhr A. Flach. De opkomst was vrij goed. Dhr Flach leverde een referaat over „Het kind en zijn lectuur". Spr. bepaalde zich in 't bijzonder bij het kind uit het christelijk gezin. Onze eeuw is de eeuw van het kind. Het is de taak der ouders de kinderen te verzorgen, niet alleen naar het lichaam doch ook naar den geest. Bij de geeste lijke verzorging speelt ook de lectuur een rol. In dit opzicht worden ook vaak steenen voor brood gegeven. Het Boek voor het kind is de Bijbel, doch daarnaast mogen boeken en bladen gebruikt, die een positief Christelijken geest ademen. In de vorige eeuw was de kinderlectuur van een droevig gehalte, sprookjes en verhaaltjes van brave Hen drikken. Tegenwoordig is een schrijver als Van de Hulst b.v. een zeer goede kracht. Onderwijzers, schoolbesturen en ouders hebben een dure roeping, dit terrein niet te veronachtzamen. Hierna las de onderwijzer Lamain een vertelling uit een boek van Van de Hulst voor. Als jgewoonlijk vertoonde in het tweede deel der vergadering de onderwij zer G. Beukelman een serie lichtbeelden. Ook dit werk viel zeer in den smaak. Na nog een enkel woord van ds Bakker, Herv. predikant, ging deze voor in dank gebed. Deze bijeenkomst is zeer goed geslaagd. Het gezellige werd ook nog verhoogd door de ververschingen, welke door enkele dames in de pauzen werden rondgediend. Ovezand. De Raad vergaderde gisteren. Op een verzoek tot het organiseeren van een cursus in Landbouwhuishoud- kunde, waarvoor zich 24 leerlingen heb ben opgegeven, wordt gunstig beschikt. Aan de bewoners van de buurtschap Hollestelle wordt op hun verzoek eene tegemoetkoming verleend in de meerdere kosten voor het aanleggen van electri- citeit. In verband met de nieuwe jaarwedde- regeling van de Burgemeesters, Wethou ders, Secretarissen en Ontvangers wordt de begrooting voor J.931 gewijzigd. Wegens' de vele werkloosheid wordt besloten, na 1 Januari 1931 enkele werk zaamheden te laten uitvoeren, dis het afsteken van den 's Heerenhoekschen-dijk enzoovoort. XII. We wandelen langs de smalle en kron kelende gangetjes van een kampong. De hooge pisangboomen met hun groote en breede bladen geven de gewenschte be schutting tegen de felle zonnestralen. De krotterige huisjes-van-billik, eenmaal zon der eenige regelmaat neergezet, zijn even zoovele vieze woonplaatsen van de tal rijke bewoners. Hier is er een scheef ge zakt; de wanden zijn ingedeukt en bleiken niet in staat te zijn met de „balken" van bamboe, den zwaren last van de steenen dakpannen te dragen. Even verder staat een pasgebouwde woning; het heldere geel-roo'd steekt af tegen allerlei andere kleurenkombinaties, die alle even donker en vuil zijn. Onder de woningen spelen enkele naakte kinderen in het stof. Het welken vorm van Christelijken godsdienst ook. En dus denk je, dat ze het je thuis niet zoo heel gemakkelijk zullen maken, dat je in de wereld terug zult keeren als een verstootene, als een bedelaar mis schien, als je bet tenminste niet te bru taal vindt, dat ik zoo iets vraag. Mocht het zoo zijn, denk er dan aan, dat ik heel gezellige kamers heb in Londen en je graag onderdak wil geven, terwijl je eens rondkijkt om weer vasten grond on der de voeten te krijgen". Met een paar groote schreden doorliep Roger de kamer en greep Noel's hand. „Je bent een goede kerel, maar de ar moede zal me nog niet aangrijnzen. Moe der was een rijke vrouw en kreeg nog geld na haar huwelijk. Een deel daarvan is op ons vastgezet. Misschien wist ze, dat vader's heerschzuchtig karakter wel eens tot complicaties en moeilijkheden zou kunnen leiden, ofschoon ze dit nooit heeft kunnen voorzien. Als zij nog leefde, zou het mij nog veel harder vallen". Hij zweeg even en voegde er eenvoudig aan toe: „Wat er ook gebeurt, ik heb minstens een zesduizend per jaar van mezelf". „Daar bep, ik blij om", mi Noel kort. vuil van, den grond is geen bezwaar, want de kali is vlakbij en zwemmen kunnen deze kleuters reeds als de beste. Bij onze komst staan ze even beduusd stil en kijken ons verlegen aan met hun guitige kijkertjes. Toch wel aardige jochies, zoo als ze daar staan of spelen. Ze vermaken zich niet minder dan onze vaak verwende kinderen met al hun speelgoed. Aohter het huisje is moedor bezig aan bet rijststampen. In een uitgeholde boom stam liggen d9 rijstaren, die met een stam per, zoolang gestampt worden, tot de kor rels los komen. Regelmatig, eentonig valt het stootblok op het graan. Gekleed in haar kleurige sarong en kabaja werkt ze daar zoolang ze tijd heeft, af en toe rus tend om een nieuwe sirikpruim te nemen of even te kijken naar de spelende kin deren. Mannen zien we niet. Zij zijn op de sawah bezig met het uitpoten van de bibit voor de nieuwe oogst. De groote-7" jon gens hoeden de karbouwen, waarvan er een hebben uitgezocht, om als rijdier te dienen. We slaan een ander paadje in. Geluk kig heeft het de laatste dagen niet ge regend, zoodat de grond hard en droog is. Eenzaam zit daar een stokoude man op zijn voorgalerijtje. Hij kan niet meer werken op het land en bijna verlaten, slijt hij hier zijn laatste levensdagen. De deur is gesloten en ramen heeft zijn woning niet. Met een vlijmscherp mes peutert hij wat aan een bamboestengel. Zijn beverige hand omvat den stam, die slechts heel langzaam inkort. De afgesneden stukken zullen straks dienen als brandhout, waar voor de een of andere bewoner hem mis schien een 'bordje rijst geven zal. Eeuwenlang gaat dit leven al zoo voort en als niemand zich om deze menschen bekommert, hun goede noch kwade din gen Leert, dan zal dit leven nog jaren zoo voort blijven gaan. Er heerscht, ondanks alles, tevredenheid! De menschen zijn grootendeels analfabeet! 'Het kampong hoofd handhaaft het recht! De zon geeft hun den tijd van werken aan! Eenvoudige maarbange en bijgeloovige men schen zijn het. En de Christenplicht? G. De begrooting voor 1931. Een debat over de werkverschaf fing. Gemeente of Armbe stuur? De Gemeenteraad van Goes heeft ein delijk de begrooting voor 1931 behan deld en vastgesteld. Middelburg en vooral Vlissingen waren biermede aanmerkelijk vroeger gereed. Maar in Goes heeft men blijkbaar met zwaarder problemen te worstelen dan in de zooveel grootere Zeeuwsche zuster-steden. Toch bleek van die problemen in den Raad niet zoo heel veel. Behalve het jaar- lijksch gekibbel tusscken B. en W. en de financieele commissie (die strijd schijnt permanent te zijn, onverschillig wie het Dag. Bestuur en genoemde commissie uit maken), was er alleen de werkverschaf fing, die stof voor discussie opleverde. Over de eigenlijke begroeting is aanmer kelijk minder dan vorige jaren gezegd. Zelfs de traditioneele speech der S. D. A. P. was hoewel we voor de Raadsver kiezingen staan uitermate mager van inbond en mak naar den vorm, ook hier natuurlijk de werkverschaffing buiten 'be schouwing gelaten. De behandeling der begroeting was in zeer korten tijd ge schied. Zooals gezegd, legde de werkverschaf fing beslag op het grootste -deel van den tijd. Evenals vorig jaar stonden ook nu twee meeningen tegenover elkander. B. en W. die krampachtig formeel vasthielden aan de circulaire van Ged. Staten betoogden, dat de zorg voor alle werkloozen in Goes behoort tot de taa'k van bet Burg. Armbestuur. Volgens hen is er hier geen sprake van crisis werkloosheid. Mr. Goedbloed ging in dit opzicht niet noodgedwongen met Ged. Staten mee (zooals sommige Raadsleden) maar hij verheugde zich in deze verandering van principe. Volgens 'hem is elke ondersteu ning van of werkverschaffing aan werk loozen armenzorg, ook al geschiedt dit door het Gemeentebestuur. Daarom moet de gemeente dit werk ook aan bet Burg. Armbestuur overdragen. Er waren echter ook Raadsleden, die een andere meening waren toegedaan. De „De vrees voor de toorn van mijn va der en het verdriet en de teleur stelling van de anderen, die maken een lafaard van me". Noel keek hem glimlachend aan. „Je zuster? Noemde je haar niet Eli nor?" „Elinor is geen zuster van me. Ze is de kleindochter van dominee Trehern. Philippa, dat is mijn zuster die goede Phil. Ik wou, dat je baar kende. Ja, ze zal verschrikkelijk teleurgesteld zijn. Ze heeft er zich allang op verheugd, dat ik thuis zou komen. Elinor zal meer dan teleurgesteld zijn; ik heb er geen vermoe den van, hoe ze bet zal opnemen". In sommige opzichen was Roger nog naïef en jongensachtig. Net als toen het zijn inkomen betrof, vertelde hij open hartig: „Ik had altijd gedacht, dat Elinor eens mijn vrouw zou worden. Zoo dachten we er trouwens allemaal over. Ze is heel anders dan andere meisjes. Maar wat ze hiervan zal zeggen weet ik niet (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5