DE ZEEUW
Het Geweten van RogerTrehern.
TWEEDE BLAD.
HET ADRES
BANK
Wat er deze week voorviel
TUBERCULOSE
A. WIL KING
Uit de Provincie.
IS.
Brieven uit Middelburg.
FEUILLETON,
Brieven uit de Oost.
Uit den Goeschen Raad.
rste jaar
loefte is
eg voort
hen, die
van het
R, duurt
r of per
ischaffen
Dtterdam
matiek)
MIT te
mshaven
HO. te
Rotter-
D AM.
226
o
IMG!
OES
isse;
oog;
ijke;
Hg;
IND-
irse;
VAN
ZATERDAG 20 DEC. 1930. Nr 70.
Het was een drukke vergaderweek. Om
bij onze provincie te blijven, zij herinnerd
aan de Raadsvergadering te Middelburg,
waarin urenlang werd gepraat over de
brandweer-reorganisatie; aan die te Goes,
waar de begrooting voor 1931 nog moest
worden vastgesteld en waar men tevens
weer een breed debat hield over de vraag
of de werkloozenzorg behoort tot de taak
der gemeente of die van het Burg. Arm
bestuur. Voor de tweede maal besliste de
Goessche Raad tegen het voorstel van
B. en W. in dat hier de gemeente moet
optreden.
Van belang is zeker ook het verheu
gende feit, dat aan de Aardenburgsche
kwesties een eind is gekomen, doordat
Donderdag te Middelburg de acte werd
gepasseerd, waarbij de bezittingen van
het Weeshuis onder de diverse armbestu
ren werden verdeeld.
Wat vergaderen betreft, heeft de Twee
de Kamer zelfs het record van vorige
weken nog overtroffen. Aan de avondver
gaderingen scheen geen einde te zullen
komen. Het werden nachtzittingen in den
vollen zin des woords. En wat al een
heel magere belooning voor zooveel ijver
is de leden mogen nog niet met Kerst-
vacantie. Ze moeten volgende week nog
terugkomen, o.a. om het Tarwewetje, dat
wel niet een-twee-drie onder den hamer
zal doorgaan, te behandelen.
De Eerste Kamer vergaderde ook nu en
dan en nam het vlootplan aan.
Wat het buitenland betreft, moet her
innerd aan de pogingen om in Spanje de
aan het bewind zijnde regeering te ver
jagen, pogingen, die echter misschien
doordat ze te vroeg werden gewaagd
schijnen mislukt te zijn, al zijn verschil
lende personen het slachtoffer van deze
onderneming geworden.
Duitschland schijnt berucht te worden
door de pogingen, waarmee men tracht
vergaderingen van andersdenkenden te
verstoren. In de keuze der middelen is
men allesbehalve kieskeurig. Witte mui
zen, rotte dieren, slangen enz., deden
dienst. Het is wel een treurig bewijs van
de verwording van onzen tijd.
XXXIV.
Amice,
"k Vond het recht aangenaam, dat ook
Mr Schwartz, de burgemeester van Ril-
land-Baflh zich in de 's-Gravenpoldexsche
veldwachterskwestie mengde en op zoo
welwillende en opbouwende wijze zijne
meening in dit blad ten beste gaf. Natuur
lijk was ik zeer voldaan, dat ook hij, zij
het „op verschillende andere gronden"
geneigd bleek te zijn te vermoeden, dat
ook Dr Kuyper in deze „niet de zijde van
Ged. Staten zou hebben gekozen."
Alleen spijt het mij, dat mr. S. die
„verschillende andere gronden" niet aan
gaf. Immers deze hadden wellicht tot
eene beslissing in een voor ons gunstigen
zin kunnen bijdragen. Wellicht wil mr. S.
die gronden alsnog publiceeren.
Dat 'dr Kuyper, in tegenstelling met
liberale ministers als Van Houten en Goe
man Borgesius, de gemeentelijke autono
mie sterker zou hebben aangetast, dan
voorheen, kan ik vooralsnog niet toege
ven. De beide Kon. Besluiten, in zake
Peursum en Appeltern zijn mij bekend,
doch ik heb ze niet aangehaald, omdat er
niet uit blijkt, althans behoeft te blijken,
dat dr K. de gemeentelijke souvereiniteit
dier gemeenten aanrandde. Het is altijd
gewenscht de feiten en omstandigheden
na te gaan, 'die aan deze en dergelijke be
sluiten ten grondslag liggen. Dit behoedt,
zooal© mr. Schwartz ook zelf waarschuwt,
voor dogmatiseeren, idealiseeren en, ik
voeg er bij, generaliseeren.
Wanneer dr Kuyper, als raadsman der
Kroon inderdaad zoo sterk was afgewe
ken van zijn Anti-Rev. principes als
Staatsman, wij' zouden bem moeten
verloochenen. In dezen zou mr.
door EVELYN EVERETT—GREEN.
(Vrij naar het Engelsch.)
Ik wist, dat Elinor me wel op mijn
plichten zou wijzen en ik was van plan
mijn best te doen. Maar de heele boel
was van 't begin tot het eind'alleen maar
uit praktisch oogpunt bekeken en ik ga
liever uit bedelen, dan voor God en de
menschen te beweren, dat ik mezelf ge
roepen voel door den Heiligen Geest om
het ambt op me te nemen of te verklaren,
dat ik bet doe om God te verheerlijken".
Roger stond met zijn rug naar het gor-
dijnlooze raam, waardoor de eerste sche
mering van den komenden dag naar bin
nen viel, de handen in de zakken, zijn
oogen tintelend, zijn heele houding dui
dend op protest, zoo al niet verzet. Noel
zei niets, maar daar Roger ook bleef
zwijgen, vroeg hij eindelijk:
„Gaan je moeilijkheden niet verder?
Schwartz we verwachten van hetm als
goed Anti-Revolutionair en leider der
Zeeuwsche Anti-Rev. niet anders ook
zoo moeten handelen. Immers dr. K. wil
de zelf nooit, dat zijn geestverwanten 'hem
als marionetten 'zouden navolgen, vooral
niet als hij zelf anders handelde dan
hij leerde.
Doch is dit in casu wel geschied?
lo. Wat Peursum betreft. Hier werd
de veldwachter gesalarieerd met. f 150
plus f30 voor 'kleeding en uitrusting. De
heeren raadsleden wilden, omdat de veld
wachter toch weinig te doen had, hem op
het land laten werken, teneinde van deze
verdiensten te kunnen leven. Doch dx
Kuyper adviseerde H. M. de Koningin,
dat 'bovengenoemde bedragen onvoldoende
zijn om te Peursum te kunnen leven, ge
lijk de Raad, die 'het bedrag voor nood
zakelijk levensonderhoud op f 300 stelde,
ook zelf had toegegeven. En, wijl fooien
aannemen „in strijd is zoowel met het
algemeen, als met het gemeentelijk be
lang", werd het beroep van Peursum's
raad verworpen. Hoe men hierin aanran
ding van gemeentelijke autonomie kan
vinden, is mij een raadsel. Op grond van
het algemeen belang, een volko
men wettelijken rechtsgrond, werd het be
sluit van G. S. gehandhaafd. De Raad
stelde zelf het minimum voor noodzake
lijk 'levensonderhoud vast op f 300. En dr
Kuyper zou als man der 'kleine luijden
zijn gehoond, als hij een zoo schandelijk
salaris had gehandhaafd. Ik merk even
op, dat het salaris te 's-Gravenpolder, 10
maal, zegge tienmaal zoo 'groot is, als
dat te Peursum. Het is dus niet zoo zeer
dat G. S. (en ook dr K. als minister) tre
den in de autonomie der gemeente door
zelf de salarissen vast te stellen, maar zij
passen de Gemeentewet toe, die dus in dit
opzicht de autonomie inperkt.
2o. Wat Appeltern betreft. Hier was
het salaris f 230, d.i. plm. een achtste
gedeelte van dat te 's-Gravenpolder, of
schoon de gemeente Appeltern in dien tijd
3060 inwoners telde, tegen ruim 1000
thans te 's-Gravenpolder. In 't K.B. werd
overwogen, dat bij zulk een salaris de
veldwachter „er toe zou worden gebracht
in dienst van anderen te arbeiden, waar
door de voor dien arbeid vereischte on
partijdigheid en onafhankelijkheid gevaar
zouden loopen."
Mij dunkt uit 'deze zoo krasse gevallen,
waarin de gemeenteraad het algemeen be
lang geheel uit het oog verloor en tot zijn
plicht moest worden gebracht, kanmen
niet afleiden, dat dr Kuyper de gemeen
telijke autonomie aanrandde. Men zou
dan, inplaats van deze gevallen op zich
zelf te beschouwen, moeten gaan dogma
tiseeren en idealiseeren en daartegen
waarschuwt mr. Schwartz zelf niet ten
onrechte.
Is het juist, dat „op meer dan één ge
bied een nieuwe juris-prudentie (door dr
K.) is gevestigd, waardoor de gemeente
lijke autonomie sterker werd aangetast
dan voorbeen", dan gelieve mr. S. dit
(andere) gebied te noemen. Doch dan
zouden wij dr K. te dezen aanzien als den
principieelen Anti-Rev. Staatsman moe
ten loslaten, evenals wij wel eens Anti-
ReV. bewindslieden (raadsleden) moeten
verloochenen, die als zoodanig hun begin
selen uit bet oog verliezen. Echter dit moet
dan ten aanzien van dr K. overtuigend
worden aangetoond. De practijk van het
ministerschap mocht zelfs dr K. er niet
toe brengen, „soms verder te gaan dan
zijn politieke tegenstanders."
De R.K. minister Ruys de Beeren-
brouck, wiens gezag in de aanstaande be
slissing voor 's-Gravenpolder gewicht in
de schaal zal leggen, gaat dan ook een
heel andere richting uit bij' de overwegin
gen van bet K.B. van 3 Juli 1930, no. 97.
T. B. C.-Patiënten, bespoedigt Uwe
genezing door een kuur met granuline.
Leest wat Dr. J. H. VAN GRAF
HORST, arts schrijft in zijn brochure
„Wenken en raadgevingen bij de be
handeling van Tuberculose en Scro-
fulose" over de gunstige resultaten,
daarmee verkregen bij tuberculose en
klierziekte. Deze brochure, die o. a.
talrijke attesten bevat van geneesheeren
en gewezen patiënten, wordt U, op
aanvrage, in gesloten enveloppe, gratis
toegezonden door de Pharm. Ond.
Dr. J. H. VAN GRAFHORST. Scheventa-
gen, Alkmaarsehe straat, D 9.
heb je niet te kampen met twijfel betref
fende de autoriteit van de kanonnieko
boeken of de dogma's die je als vertegen
woordiger van je kerk moet verkondi
gen?"
„Daar heb ik op het oogenblik geen
moeilijkbeden mee. Dat houdt natuurlijk
niet in, dat ik, zoowel op critisch, histo
risch of authropolisch gebied geen zwarig
heden zou hebben, maar gaat men op de
ze wijze de Schrift onderzoeken, dan be-
teekent dit een arbeid voor het leven en
je hebt kans, dat je aan het eind nog
even ver bent als toen je begon.
Het antwoord op dergelijke kwesties is
voor mij altijd, dat door al de eeuwen
heen, de Bijbel nog vast staat als een
rots, waar geen tittel of jota afgaat, wat
nimmer het geval geweest zou zijn. wan
neer hij slechts zijn waarde als historisch
reliquie bezat, niets anders dan een bij
een geraapte verzameling van mythen en
legenden of zelfs een meer zuivere weer
gave van historische feiten. Ik weet wel,
dat men mij over deze dingen niet moet
vragen om te argumenteeren; daar heb
ik geen aanleg voor. Maar toch zegt mijn
hart mij, dat de Schrift onaantastbaar is;
dat het God Zelf is, Die Zich erdoor heeft
voor Manufacturen.
Dames* an Klnderoonfeotle
Tapijten Gordijnen
Bedden Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES HULST
Hij maakt daar een voorbehoud, 't welk
in vroegere beslissingen niet voorkomt,
als hij zegt, dat het oordeel over de groote
van een veldwachteresalaris „aller
eerst aan den gemeenteraad
s t a a t", doch dat „het algemeen rijks
belang van de openbare 'orde en de veilig
heid daarmede toch dn zoo nauwe en be
langrijke mate is betrokken, dat ten deze
het toezicht van God. Staten zich ver
der behoort uit te strekken, dan in het
algemeen ten aanzien van de huis
houding der gemeente geoorloofd is."
Dus: ingrijpen in het oordeel van den
raad bij beslissingen over de huishouding
der gemeente is ongeoorloofd, tenzij; de
raad daarbij' bet rijksbelang van open
bare orde en veiligheid uit het oog ver
liest. Dit deden de gemeenteraden van
Peursum en Appeltern, toen zij hun veld
wachters resp. met f180 en f230 sala
rieerden. Of de raad van "s-Gravenpolder,
die met f 1815 bezoldigt, dit ook doet, naar
't oordeel van de Kroon, kan m.i. gerus-
telijk worden afgewacht. Een dergelijk
salaris is m.i. alleszins „toereikend". Met
de laatste alinea in het stuk van mr.
Schwartz kan ik alleszins meegaan.
Met vriendschappelijke groeten,
METELLUS.
DE VLOOTWET-AGITATIE.
Onder het kopje „Droevig einde" schreef
de „Residentiebode":
Indien er nog een bewijs geleverd
moest worden, dat de heele anti-vlootwet
agitatie van de afgeloopen zomermaan
den een opgeschroefd relletje was welke
niet de minste weerklank vond bij het
volk, dan zou dit bewijs hedenmorgen
afdoende geleverd zijn.
Vanochtend is de Eerste Kamer begon
nen met het betrokken wetsontwerp (kos
ten van een kruiser en van een flottielje
vaartuig), maar hoeveel Nederlanders
zullen daar aan gedacht hebben.
Het Binnenhof was leeger dan gewoon
lijk en de duiven, die van het Binnen
hof meer en meer een tweede San Marco
Piazza maken, werden niet het minst
in hun rust gestoord,
Op de gereserveerde tribune zaten zes
personen, waaronder drie officieren van
het departement, terwijl op de publieke
tribune 7 menschen aanwezig waren.
De Kamer zelf was leeg, een groot aan
tal groene banken en zelfs van de elf man
sterke sociaal-democratische fractie wa
ren er slechts vijf leden aanwezig, n.l.
mevr. PothuisSmit en de heeren Polak,
Mendels, Moltmaker en Hermans.
Ziedaar de wel volledige débacle van
die z.g.n. anti-vlootwet-agitatie, waaraan
volgens 't petionnement meer dan een
millioen menschen hebben deelgenomen.
Souburg. Loop der bevolking over de
eerste helft der maand December.
Gevestigd: J. F. Aerssens, Nieuwstraat
B 63 van Vlissingen; Jannetje de Visser
Kanaalstraat A 68 van Serooskerke; A.
Touw en gezin, Ritth. straat A 132 van
Rotterdam; J. A. Looy, Vliss. straat B
275, van Eindhoven; Mej. J. L. deBruijne
van Teijlingenstraat B 23J, van Middel
burg; C. de Schrijver en gezin, Wissel,
C 127a, van Middelburg; J. Labeur, de
Deckerstraat E 32, van N.-Indië; P. Hen-
drikse, N. Vliss. weg C 174 van N.-Indii;
C. de Willigen en gezin, Vliss. straat
E 6 van Vlissingen; Mej. J. C. van Soun
der, Ritth. straat B 387 van Vlissingen;
mej. L. van Splunder, Ritth. straat B
387 van Colijnsplaat; Mej. L. de Buck,
Buteuxstraat B 188, van Westkapelle; J.
J. Walrave, Oranjeplein, A 172, van
Utrecht.
Vertrokken: G. F. Lindmeijer, Spoor
straat A 97, naar Heerlen; R, P Aar-
willen openbaren en Die dat nog wil doen.
Neen, nogmaals neen, dat is het niet, wat
me bezwaart, ofschoon het den schijn mag
hebben, dat ik daarover in de war ben.
Het ontvaiigen van den Heiligen Geest,
dat ik belijden moet, baart me moeilijk
heden en dat is voorwaar geen kleinig
heid die men zoo terzijde kan schuiven en
dat ben ik niet van plan ook".
„Nu dan ben je ineens klaar. Als je be
sluit eenmaal vast staat, kun je ook in
eens uit de moeilijkheden geraken. Er is
niets, wat den mensch zoo kan kwellen
als twijfel, hoe hij moet handelen. Mij
dunkt, dat je tamelijk goed weet, waar je
aan toe bent".
„Dat zeg je nu wel, maar het zal niet
zoo eenvoudig zijn als bet wel lijkt; als ik
thuis kom en hen er van in kennis
moet stellen.
„Maar ze zullen zich toch zeker wel bij
je bezwaren neerleggen? Ik ben, zooals je
weet, geen geloovig man. Voor mij zijn
alle godsdiensten zoowat hetzelfde een
uitspruitsel, veranderend naar klimaat en
geestelijken groei, van denzelfden stam.
En zeker is onkreukbare eerlijkheid en
waarheidsliefde een deugd, die gewaar
deerd moet worden door de belijders van
nonts en gezin, van Teijlingenstraat R
234 naar Schoondijke; H. Mansbergen,
Nieuwstraat B 65, naar Vlissingen; J.
Vreeke, Paspoortstraat B 363, naar Maas
sluis; G. Sanderse, van Teijlingenstr. B
239 naar Vlissingen; J. L. W. Goedhart,
Wissel C 144, naar Middelburg; J. Oele,
Spoorstraat A 94, naar Delft; W. Schout
Braamstraat B 131, naar Koudekerke; F.
Drop en gezin, Ritth. straat B 406, naar
Vlissingen; A. J. Boers, Vliss. straat E 4
naar Ned. Indië.
Meliakerke. Donderdagavond werd al
hier in de Chr. School een ouderavond
gehouden onder leiding van het hoofd der
school dhr A. Flach. De opkomst was
vrij goed.
Dhr Flach leverde een referaat over
„Het kind en zijn lectuur". Spr. bepaalde
zich in 't bijzonder bij het kind uit het
christelijk gezin.
Onze eeuw is de eeuw van het kind.
Het is de taak der ouders de kinderen
te verzorgen, niet alleen naar het lichaam
doch ook naar den geest. Bij de geeste
lijke verzorging speelt ook de lectuur
een rol. In dit opzicht worden ook vaak
steenen voor brood gegeven.
Het Boek voor het kind is de Bijbel,
doch daarnaast mogen boeken en bladen
gebruikt, die een positief Christelijken
geest ademen. In de vorige eeuw was de
kinderlectuur van een droevig gehalte,
sprookjes en verhaaltjes van brave Hen
drikken.
Tegenwoordig is een schrijver als Van
de Hulst b.v. een zeer goede kracht.
Onderwijzers, schoolbesturen en ouders
hebben een dure roeping, dit terrein niet
te veronachtzamen.
Hierna las de onderwijzer Lamain een
vertelling uit een boek van Van de Hulst
voor. Als jgewoonlijk vertoonde in het
tweede deel der vergadering de onderwij
zer G. Beukelman een serie lichtbeelden.
Ook dit werk viel zeer in den smaak.
Na nog een enkel woord van ds Bakker,
Herv. predikant, ging deze voor in dank
gebed. Deze bijeenkomst is zeer goed
geslaagd. Het gezellige werd ook nog
verhoogd door de ververschingen, welke
door enkele dames in de pauzen werden
rondgediend.
Ovezand. De Raad vergaderde gisteren.
Op een verzoek tot het organiseeren
van een cursus in Landbouwhuishoud-
kunde, waarvoor zich 24 leerlingen heb
ben opgegeven, wordt gunstig beschikt.
Aan de bewoners van de buurtschap
Hollestelle wordt op hun verzoek eene
tegemoetkoming verleend in de meerdere
kosten voor het aanleggen van electri-
citeit.
In verband met de nieuwe jaarwedde-
regeling van de Burgemeesters, Wethou
ders, Secretarissen en Ontvangers wordt
de begrooting voor J.931 gewijzigd.
Wegens' de vele werkloosheid wordt
besloten, na 1 Januari 1931 enkele werk
zaamheden te laten uitvoeren, dis het
afsteken van den 's Heerenhoekschen-dijk
enzoovoort.
XII.
We wandelen langs de smalle en kron
kelende gangetjes van een kampong. De
hooge pisangboomen met hun groote en
breede bladen geven de gewenschte be
schutting tegen de felle zonnestralen. De
krotterige huisjes-van-billik, eenmaal zon
der eenige regelmaat neergezet, zijn even
zoovele vieze woonplaatsen van de tal
rijke bewoners. Hier is er een scheef ge
zakt; de wanden zijn ingedeukt en bleiken
niet in staat te zijn met de „balken" van
bamboe, den zwaren last van de steenen
dakpannen te dragen. Even verder staat
een pasgebouwde woning; het heldere
geel-roo'd steekt af tegen allerlei andere
kleurenkombinaties, die alle even donker
en vuil zijn. Onder de woningen spelen
enkele naakte kinderen in het stof. Het
welken vorm van Christelijken godsdienst
ook. En dus denk je, dat ze het je thuis
niet zoo heel gemakkelijk zullen maken,
dat je in de wereld terug zult keeren als
een verstootene, als een bedelaar mis
schien, als je bet tenminste niet te bru
taal vindt, dat ik zoo iets vraag. Mocht
het zoo zijn, denk er dan aan, dat ik
heel gezellige kamers heb in Londen en
je graag onderdak wil geven, terwijl je
eens rondkijkt om weer vasten grond on
der de voeten te krijgen".
Met een paar groote schreden doorliep
Roger de kamer en greep Noel's hand.
„Je bent een goede kerel, maar de ar
moede zal me nog niet aangrijnzen. Moe
der was een rijke vrouw en kreeg nog
geld na haar huwelijk. Een deel daarvan
is op ons vastgezet. Misschien wist ze,
dat vader's heerschzuchtig karakter wel
eens tot complicaties en moeilijkheden zou
kunnen leiden, ofschoon ze dit nooit heeft
kunnen voorzien. Als zij nog leefde, zou
het mij nog veel harder vallen".
Hij zweeg even en voegde er eenvoudig
aan toe: „Wat er ook gebeurt, ik
heb minstens een zesduizend per jaar van
mezelf".
„Daar bep, ik blij om", mi Noel kort.
vuil van, den grond is geen bezwaar, want
de kali is vlakbij en zwemmen kunnen
deze kleuters reeds als de beste. Bij onze
komst staan ze even beduusd stil en
kijken ons verlegen aan met hun guitige
kijkertjes. Toch wel aardige jochies, zoo
als ze daar staan of spelen. Ze vermaken
zich niet minder dan onze vaak verwende
kinderen met al hun speelgoed.
Aohter het huisje is moedor bezig aan
bet rijststampen. In een uitgeholde boom
stam liggen d9 rijstaren, die met een stam
per, zoolang gestampt worden, tot de kor
rels los komen. Regelmatig, eentonig valt
het stootblok op het graan. Gekleed in
haar kleurige sarong en kabaja werkt ze
daar zoolang ze tijd heeft, af en toe rus
tend om een nieuwe sirikpruim te nemen
of even te kijken naar de spelende kin
deren.
Mannen zien we niet. Zij zijn op de
sawah bezig met het uitpoten van de bibit
voor de nieuwe oogst. De groote-7" jon
gens hoeden de karbouwen, waarvan
er een hebben uitgezocht, om als rijdier
te dienen.
We slaan een ander paadje in. Geluk
kig heeft het de laatste dagen niet ge
regend, zoodat de grond hard en droog
is. Eenzaam zit daar een stokoude man
op zijn voorgalerijtje. Hij kan niet meer
werken op het land en bijna verlaten, slijt
hij hier zijn laatste levensdagen. De deur
is gesloten en ramen heeft zijn woning
niet. Met een vlijmscherp mes peutert hij
wat aan een bamboestengel. Zijn beverige
hand omvat den stam, die slechts heel
langzaam inkort. De afgesneden stukken
zullen straks dienen als brandhout, waar
voor de een of andere bewoner hem mis
schien een 'bordje rijst geven zal.
Eeuwenlang gaat dit leven al zoo voort
en als niemand zich om deze menschen
bekommert, hun goede noch kwade din
gen Leert, dan zal dit leven nog jaren zoo
voort blijven gaan. Er heerscht, ondanks
alles, tevredenheid! De menschen zijn
grootendeels analfabeet! 'Het kampong
hoofd handhaaft het recht! De zon geeft
hun den tijd van werken aan! Eenvoudige
maarbange en bijgeloovige men
schen zijn het.
En de Christenplicht? G.
De begrooting voor 1931.
Een debat over de werkverschaf
fing. Gemeente of Armbe
stuur?
De Gemeenteraad van Goes heeft ein
delijk de begrooting voor 1931 behan
deld en vastgesteld. Middelburg en vooral
Vlissingen waren biermede aanmerkelijk
vroeger gereed. Maar in Goes heeft men
blijkbaar met zwaarder problemen te
worstelen dan in de zooveel grootere
Zeeuwsche zuster-steden.
Toch bleek van die problemen in den
Raad niet zoo heel veel. Behalve het jaar-
lijksch gekibbel tusscken B. en W. en de
financieele commissie (die strijd schijnt
permanent te zijn, onverschillig wie het
Dag. Bestuur en genoemde commissie uit
maken), was er alleen de werkverschaf
fing, die stof voor discussie opleverde.
Over de eigenlijke begroeting is aanmer
kelijk minder dan vorige jaren gezegd.
Zelfs de traditioneele speech der S. D. A.
P. was hoewel we voor de Raadsver
kiezingen staan uitermate mager van
inbond en mak naar den vorm, ook hier
natuurlijk de werkverschaffing buiten 'be
schouwing gelaten. De behandeling der
begroeting was in zeer korten tijd ge
schied.
Zooals gezegd, legde de werkverschaf
fing beslag op het grootste -deel van den
tijd. Evenals vorig jaar stonden ook nu
twee meeningen tegenover elkander.
B. en W. die krampachtig formeel
vasthielden aan de circulaire van Ged.
Staten betoogden, dat de zorg voor
alle werkloozen in Goes behoort tot de
taa'k van bet Burg. Armbestuur. Volgens
hen is er hier geen sprake van crisis
werkloosheid.
Mr. Goedbloed ging in dit opzicht niet
noodgedwongen met Ged. Staten mee
(zooals sommige Raadsleden) maar hij
verheugde zich in deze verandering van
principe. Volgens 'hem is elke ondersteu
ning van of werkverschaffing aan werk
loozen armenzorg, ook al geschiedt dit
door het Gemeentebestuur. Daarom moet
de gemeente dit werk ook aan bet Burg.
Armbestuur overdragen.
Er waren echter ook Raadsleden, die
een andere meening waren toegedaan. De
„De vrees voor de toorn van mijn va
der en het verdriet en de teleur
stelling van de anderen, die maken een
lafaard van me".
Noel keek hem glimlachend aan.
„Je zuster? Noemde je haar niet Eli
nor?"
„Elinor is geen zuster van me. Ze is
de kleindochter van dominee Trehern.
Philippa, dat is mijn zuster die goede
Phil. Ik wou, dat je baar kende. Ja, ze
zal verschrikkelijk teleurgesteld zijn. Ze
heeft er zich allang op verheugd, dat ik
thuis zou komen. Elinor zal meer dan
teleurgesteld zijn; ik heb er geen vermoe
den van, hoe ze bet zal opnemen".
In sommige opzichen was Roger nog
naïef en jongensachtig. Net als toen het
zijn inkomen betrof, vertelde hij open
hartig:
„Ik had altijd gedacht, dat Elinor eens
mijn vrouw zou worden. Zoo dachten we
er trouwens allemaal over. Ze is heel
anders dan andere meisjes. Maar wat ze
hiervan zal zeggen weet ik niet
(Wordt vervolgd.)