DE ZEEUW Gesprongen Handen Chocolade visite-kaartjes DERDE BLAD Uit de Provincie Rechtzaken Gemengd Nieuws. Ruwe Huid Schrale Lippen Winterhanden Wintervoeten VAN ZATERDAG 13 DEC. 1930. No. 64. ANTI-REVOLUTIONAIRE JONGEREN-ACTIE. I. Midden in den politieken strijd bij de verkiezing van de leden der Tweede Ka mer kwam plotseling een beweging in onze partij, die onder de initialen A. R. J. A. bovenstaanden naam aannam. Een beweging, die bet in baar eersten levenstijd niet aan belangstelling ontbrak, terwijl ook tevens die belangstelling zicb uitstrekte tot dit gewest. Reeds in het begin van het vorig jaar meende men ook in de Centrale Vlissin- gen niet achter te moeten blijven, terwijl we hebben kunnen lezen in de dagbladen dat ook in Zuid-Beveland een begin ge maakt is met die actie. In verhand hiermede is het niet on- gewenscht, deze organisatie in het alge meen eens wat nader te bekijken. Aanvankelijk verkeerde men in de mee ning, dat er bij ons aan zulk een actie geen behoefte was, en dat zij, inplaats van vruchtbaar te werken, schade zou toe brengen aan andere organisaties van dien aard. Onze leider, de heer Colijn, heeft in verband daarmee gezegd „Hiervoor heb ben wij geen vrees te koesteren, immers de ervaring leert nu eenmaal, dat het ver- eenigingsleven ten allen tijde aan grenzen van expansie gebonden is. Op jeugd volgt wasdom en daarna treedt meestal de stil stand in. Het is niet eenvoudig, daarvoor een verklaring te vinden. Maar er worde slechts gelet op het aantal aangesloten leden en het aantal stemmen, en dan is ten onzent een verhouding van 1 6 a 7 niet overdreven. Het afzijdig blijven van het organisato risch leven is schadelijk voor een warm voelend partijleven". Met andere woorden, wat dit betreft kan er niet te veel gedaan worden, tot welzijn der partij. In verband met de omstandigheden, waarin wij als partij verkeeren, naar aan leiding van de steeds moeilijker worden de vragen van het politieke leven, begint men langzamerhand ook in onzen kring te gevoelen de noodzakelijkheid van meer dere studie van onze beginselen, en om die beginselen practisch te I e e r e n toe passen. Dit is zeer makkelijk gezegd, maar bij de uitvoering daarvan stuit men op moei lijkheden. Studeeren is misschien niet zoo moei lijk. Goed studeeren is waarschijnlijk moei lijker. Onze A. R. beginselen goed bestudeeren is zeer moeilijk. Nog moeilijker is het, die beginselen zóó te bestudeeren, dat we ze later in de practijk kunnen gebruiken en toepassen. De meer ouderen, die kunnen meespre ken uit vroeger dagen, over het vuur, de liefde en de werkkracht van onze rnen- schen uit dien tijd, zullen het toestemmen. Er is de laatste jaren veel veranderd, maar helaas niet ten goede. Het peil van de politieke belangstelling is bij de Anti-Revolutionairen hoe langer hoe meer aan het dalen. Wat de oorzaken van dit verschijnsel betreft, deze zijn in meer dan één rich ting te zoeken. Allereerst komt wel in aanmerking de algeheele verslapping van het Christe lijk leven over heel de linie. Men verkeert in de veronderstelling, dat onze levensbeschouwing zich zóó ge wijzigd heeft, dat de teugels, steeds ste vig gehouden, nu wel wat kunnen ge vierd worden. Tevens is van groot belang, de voort- lurende partijversnippering, die zeer ze ker op velen deprimeerend werkt en de politiek, en wel speciaal de Anti-Rev. po litiek in het discrediet brengt. Dagelijks kunnen wij lezen, hoe bezwa ren en fouten ons worden aangewreven en in de meeste gevallen geheel ten onrech te, waardoor dan toch de partij benadeeld wordt. Niet het minst schadelijk werkt de on zekerheid, die vaak blijkt te bestaan ten aanzien van de toepassing onzer begin selen op de zeer ingrijpende vragen van het leven. Noodig is dus, dat wij als Anti-Rev. op het politieke en maatschappelijke terrein van het leven ons beginsel hoog houden en dit kan alleen door te leeren wat hot beginsel inhoudt en hoe het practisch te gebruiken is. We hebben door Gods kracht in de jongste historie veel ontvangen, en de grootste moeilijkheid is dan ook niet ge weest het te verkrijgen, maar de grootste moeilijkheid blijkt en zal in de toekomst zeker blijken te zijn, te behouden wat we hebben ontvangen. Dr J. Severijn wees er in een verga dering van de A. R. J. A. te Oud-Alblas op, dat er een geslacht is heengegaan, dat geweldigen invloed heeft gehad, maar dat nu verachtering is ingetreden. Sprekor schreef dit toe aan de glorie die wij oogstten. Zoo is achter den rug de moeizame op bouw van organisaties, die thans het leven beheerschen op gebied van politiek, onderwijs en maatschappij. Zoo is achter den rug de voornaamste strijd om verbetering van het Kiesstelsel. Zoo is achter den rug onze groote schoolstrijd. Zoo zijn achter den rug al de moei lijkheden, in Gods kracht door onze voor mannen overwonnen. Door dit alles kwam er inzinking, die sfeer van: het zal wel goed komen, die nog bevorderd werd door de psychische inzinking, na den grooten wereldoorlog. Bij velen hangt dit samen met algeheele onverschilligheid ten aanzien der geeste lijke vragen, maar daarnaast zijn er toch ook velen, bij wie het tekort aan liefde voor onze Anti-Rev. partij en haar strijd voor een belangrijk deel voortkomt uit gemis aan bekendheid met: 1. De zeer ingrijpende, niet alleen ma- terieele, maar ook principiëele vragen, waarvoor het leven van onzen tijd op politiek gebied ons plaatst. 2. Het groote belang van de politieke gedachte, zooals onze groote voormannen als Kuyper en Groen die hebben voorge dragen. 3. De ontzaglijk ernstige belangen, die op dit terrein op het spel staan. Hoe is het op dit terrein van het leven met onze jonge menschen gesteld? Helaas, het gemis aan belangstelling treft men ook bij hen aan. Het afzijdig blijven van ons organisa torisch partijleven geldt in dubbele mate de jongere generatie. De heer Colijn schreef dan ook in „De Standaard" van 1 Febr. j.l.: „De tijden zijn zoo veelszins anders dan voorheen. Hoeveel uren, die, door een ge neratie vroeger, nog besteed werden aan rustig lezen van waarlijk niet eenvoudige boekwerken als „Ons Program" b.v. worden thans in beslag genomen door allerlei vorm van lichtere lectuur, door radio-uren, om van andere dingen maar niet te spreken. In het dus ontstane vacuum moet door organisatie zoo goed mogelijk worden voorzien. En dit geldt met name voor het jonge geslacht, dat straks onzen strijd zal moe ten voortzetten. Hun scholing is onmisbaar voor den bloei der partij. En dan vooral scholing op het stuk der leidende beginselen". Demonstratie. In dit nummer vinden de dames een advertentie van het Modevakschool-In stituut E.N.S.A.I.D. De oprichtster en nog steeds de hoofd leidster: Mevrouw M. HendrikseKna pen, ondervond vroeger zelf het moeilijke en tijdroovende van het toen vereischte gereken en geteeken bij de Kniplessen. Dit leidde haar tot het uitdenken en in haar eigen school beproeven van een nieuwe methode, waarbij dat gereken en geteeken gansch onnoodig is en waar door de leerlingen gemakkelijker begrij pen en dus vlugger en prettiger de les sen kunnen volgen, terwijl tevens de aan huis gebonden dames door schriftelijke lessen volgens deze methode thuis het knippen van elk kleedingstuk grondig kunnen leeren. De methode bleek zoodanig aan het doel te beantwoorden, dat in een 10-tal jaren met haar staf van leeraressen op 460 scholen het Knippen, Naaien en Stofversierën naar deze methode onder wezen wordt, terwijl bovendien steeds duizenden cursisten de Radio- of Schrif telijke cursussen volgen. (De 100 dui zendste cursiste werd dezer dagen inge schreven, hetgeen dankbaar in stilte werd herdacht.) Gaarne wekken wij dan ook alle dames op tot bezoeken der demonstratie. ELECTRISCHE KACHELS EN HAARDEN bij J. M. Polderman, Goes. Tel. 129, vanaf f 9. (Adv.) Goes. Zooals in dit nummer wordt medegedeeld, zal a.s. Woensdag hier de prachtfilm „De eeuwige stilte" worden vertoond. Deze film is door de geheele pers van alle richting aanbevolen. Voor bijzonderheden verwijzen wij naar de ad vertentie. Dinsdagavond heeft een vertooning Voor den Vrijw. Landstorm plaats. Nieuwdorp. Woensdagavond heeft Ds H. van der Loos, van Baarland, voor de plaatselijke afdeeling van de C. J. V. al hier „Bidt en Werkt", een lezing gehou den in het kerkgebouw der Ned. I-Ierv. Gemeente, dat helaas met veel te wei nig belangstellenden was bezet. Ds v. d. Loos behandelde, na de ge bruikelijk opening der bijeenkomst, het onderwerp: „De persoon en beteekenis van Dr Albert Schweitzer". Spreker sprak eerst over het leven van dezen grooten mensch uit den tegenwoordigen tijd; hoe hij èn als theoloog èn als wijsgeer èn als musicus tot de allereersten behoort en zoowel in de theologie als philosofie don doctorstitel behaalde. Vervolgens werd behandeld, hoe Dr Schweitzer heel diep onder den indruk geraakte van de ellen de van de zwarte bevolking van Afrika door de schuld grootendeels van de „be schaafde" Europeanen, die er alcohol en allerlei andere verkeerde artikelen en ge bruiken invoerden; en hoe Dr Schw. het als zijn christenplicht voelde daar in h9t donkere oerwoud van Afrika te gaan helpen. Toen vooral bleek de groote wils kracht van Doctor Schw., want om er goed voorbereid heen te gaan, begon hij opnieuw te studeeren en behaalde nu zijn derden doctorstitel, n.l. in de Medicijnen. Toen ging hij in 1913 met zijn vrouw naar midden Afrika. Vervolgens werd verteld van de geweldige moeilijkheden, die in het oerwoud en te midden van de negers te overwinnen waren, vooral ook, omdat sinds 1914, toen het „beschaafde" Europa den wereldoorlog ontketende, Dr Schw. van alle hulp verstoken bleef. Toch wist hij door zijn geweldige geloofs kracht vol te houden en nu staat er mid den in het oerwoud een modern zieken huis opgericht door een van de geloofs helden uit den tegenwoordigen tijd, die zoo een heel klein stukje van Europa's groote schuld tegenover de zwarte be volking van Afrika heeft trachten goed te maken. Dit gedeelte van zijn rede had Ds van der Loos getiteld: „Hoe het licht werd in de oerwouden". Na wederom gemeenschappelijk gezang hield hij het tweede gedeelte: „Hoe het licht wordt in het oerwoud", waar hij de menschelijke ziel vergeleek met een oerwoud en spraK over het eenige licht, dat daar de duis ternis kan verjagen, het Licht, dat op Kerstmis geboren werd: Jezus Christus. Zijn soms wel wat moeilijk te volgen lezing was daarom van zoo groot belang, omdat wij er door in aanraking kwamen met een van die ware daad-christenen, waaraan onze tijd zoo dringend behoefte heeft. Met dankgebed en gemeenschappelijK gezang werd deze leerzame avond, waar voor wij de C. J. V. zeer erkentelijk moe ten zijn, gesloten. Rechtbank te Middelburg. Dood door schuld. Gisteren had zich voor de rechtbank te Middelburg te verantwoorden over het feit, dat aan zijn schuld te wijten is, dat een ander om het leven kwam, de 22-ja- rige chauffeur P. R. te 's-Heerenhoek. Verdachte zou in den nacht van 7 op 8 Juli 1.1. op den Siguitschendijk onder Kwadendamme met een door hem be stuurd wordende vrachtauto, zoodanig roekeloos, onvoorzichtig en onoordeel kundig hebben gereden, dat hij een zeke re P. Ryk heeft aangereden, tengevolge waarvan het slachtoffer als het ware werd verpletterd en eenige oogenblikken later ter plaatse is overleden. Door het O. M. werden in deze zaak een 14-tal getuigen en deskundigen opge roepen, terwijl als verdachte's verdediger optrad Mr F. W. Adriaanse, advocaat te Middelburg. Verdachte was verschenen. Als eerste deskundige werd gehoord Dr Hulst, arts te Leiden, die verklaringen aflegde omtrent het zwaar uitwendig ge weld en de inwendige verwondingen, waaraan het slachtoffer is overleden. Vol gens deze deskundige zou het slachtof fer, aan de linkerzijde zijn aangereden. Volgens desk. zou het slachtoffer op het oogenblik van de aanrijding op den grond hebben gezeten met den rug naar den weg. De tweede deskundige, Dr Huese, chi rurg te Goes, zegt op een vraag van den President, of het mogelijk kan geweest zijn, dat de inzittenden van de auto niets van de aanrijding hebben bemerkt, dit onwaarschijnlijk te achten. Zijn meening is, dat de man bij de aanrijding tegen den boom heeft gestaan. De getuige-deskundige, Dr Spuyman te Vlissingen, rapporteert over zijn onder zoek naar vezels van houtsplinters op de auto aangetroffen. De deskundige A. Vijgeboom te Vlis singen, legt aan de hand van zijn uitge bracht rapport de verklaringen af, waar van de conclusie is, dat het motorrijtuig van verdachte met den boom, waarbij het slachtoffer zich bevond, in aanraking moet zijn geweest. De getuige A. Wouterse, vrachtrijder te Kwadendamme, ging op 8 Juli 1.1. des morgens 5.15 uur naar de weide en vond aan den weg van Kwadendamme, liggen de met het gezicht naar den boom, het slachtoffer liggen. Aanvankelijk dacht get., dat de man sliep, zijn hoed lag ach ter zijn rug. Get. is doorgeloopen en bij het terugkomen bemerkte hij, dat de boom beschadigd was. Hij heeft toen met een zekere Kole de man onderzocht, waarbij bleek, dat hij ernstig gewond was. Het lichaam was nog warm, doch de man was buiten bewustzijn. Men heeft toen een dokter gewaarschuwd. Getuige heeft des nachts lawaai gehoord van een vracht auto, die blijkbaar nogal een flinke gang had. Op een vraag van den President aan Dr Hulst, of, wanneer om 2 uur 's nachts het ongeval was geschied, ruim 3 uur la ter het lichaam nog warm kon zijn, ant woordt deskundige bevestigend. Verdachte merkt op, dat hij den bewus- ten nacht niet hard gereden heeft. Getuige Koning heeft het slachtoffer eveneens zien liggen en daoht eveneens, dat de man sliep. Get. heeft 's nachts geen auto gehoord. Get. A. Ganseman, rijksveldwachter-ma joor te Ovezande, hoorde van het onge val en is er heen gegaan. Dr Kole was reeds ter plaatse geweest. Get. vond het lijk, liggende met het gezicht naar den boom, die diep ingekerfd was. Op een vraag van verdediger aan ge tuige, of er meerdere van dat soort hoo rnen aan dien weg staan en of het een drukke verkeersweg is, antwoordt get. be vestigend. Op een opmerking van den Officier van Justitie, dat dit 's nachts om 3 uur toch niet het geval kan zijn, zegt get., dat het meerdere molen gebeurt, dat er 's nachts geen auto passeert. Getuige Langenberg, Rijksveldwachter te Kwadendamme, vernam op den bewus- ten morgen, dat er een lijk aan den weg lag en heeft een onderzoek ingesteld en de auto van verdachte in beslag genomen. Aan de auto zelf heeft hij niets bespeurd. Get. had dien dag surveillance-diensten, bij gelegenheid van de Kwadendamsche kermis. Get. heeft dien nacht een auto gezien nabij het café van Bal, hoorde remmen en zag aan het licht, dat de auto doorreed. Get. weet niet, of het de auto van verdachte was. Get. kende het slacht offer niet en heeft het op dien avond niet gezien, zoodat hij ook niet kan zeggen, dat hij dronken was. Het sluitingsuur was volgens den ouden tijd 2 uur. Op een vraag van den Officier van Jus titie, zegt get., dat hij de bewuste auto plotseling naar rechts heeft zien om draaien. Getuige Roelse, veldwachter te Hoede- kenskerke, heeft eveneens het lijk van het slachtoffer gezien op den bewusten mor gen, toen Dr Kole al ter plaatse was ge weest. In de nabijheid was een spoor van autobanden. Het slachtoffer stond vol gens get. goed bekend. Ook deze getuige zag een auto des nachts naar rechts een hoek op zijn richting maken. Een vijftal getuigen, die in den bewus ten nacht door verdachte met zijn auto zijn vervoerd, leggen verklaringen af, hoe zij den bewusten kermisavond hadden doorgebracht, waaruit bleek, dat allen nog al flink hadden gedronken. Door den Pre sident aangemaand de waarheid te zeg gen, verklaren zij niet te kunnen zeggen iets gevoeld of iets gezien te hebben tij dens den rit wat op een aanrijding of overrijding wees. Zij hebben niemand op den weg gezien en ook niet bemerkt, dat verdachte plotseling naar rechts uitweek. Vervolgens werd als getuige a dechar ge gehoord, D. Rijk, broer van verdachte, die op een vraag van den verdediger, of hij wist, dat de beugel van de vrachtauto, voor dat het ongeluk gebeurde, gebogen was, bevestigend antwoordde. De deskundige a decharche, A. Visser te Middelburg, zegt met verdediger op de plaats van het ongeval een onderzoek te hebben ingesteld. Deskundige schrijft het verbuigen van den beugel van de auto toe aan het dagelijksch omklappen van het deksel van de auto. Desk. zegt niet, dat het verbuigen van den beugel niet kan zijn ontstaan door de botsing met den boom, doch dat behoeft niet. Over deze verklaring van deskundige ontspint zich een discussie tusschen deskundige en ge tuigen Vijgeboom, Spuyman en Visser. Verdachte, door den President onder vraagd, zegt in den bewusten nacht op een dansvloer te Kwadendamme te zijn geweest. Verdachte ontkent tijdens den rit, tegen een boom te zijn gereden. Ver dachte zegt niet dronken te zijn geweest. Van Kwadendamme komende, is hij langs een anderen weg naar het café van Bal gereden. Verdachte zegt ook niet te we ten iemand te hebben aangereden en hij heeft niemand op den weg zien liggen. - De Officier van Justitie, aan het woord komende, acht het wettig en overtuigend bewijs in deze zaak geleverd. Volgens spr. mag bij deze ongelukkige historie niet uit het oog worden verloren, dat het den bewusten avond kermis te Kwadendamme was en er nog al wat gedronken is. Vol gens spr. staat vast, gelet op de inker vingen in den boom, en de linkerachter- stangen van de vrachtauto, die met el kaar kloppen, dat verdachte tegen den boom is aangereden. Het is volgens spr. uitgesloten, dat het een ander geweest kan zijn. Het slachtoffer heeft bij of te gen een boom gestaan. Een tweetal ge tuigen hebben gezien, dat de auto plot seling een zwenking naar rechts maakto Men kan zich er niet vanaf maken, dat het deze auto niet is geweest. Alles wijst op het tegendeel. Aangezien verdachte gunstig bekend staat, zal spr. niet het maximum der straf eischen, doch niettemin is een gevoelige straf op zijn plaats.De Officier eischt een gevangenisstraf van 6 maanden. De verdediger van verdachte, Mr Adri aanse, zijn pleidooi aanvangende, zegt, te zijn geschrokken van den eisch van den Officier van Justitie en vindt de ganse! e zaak buitengewoon duister. Inderdaad is verdachte met zijn auto in de buurt van het ongeval geweest. Hij is dien dag voor zaken naar Kwadendamme geweest en heeft met de aldaar gehouden kermis eenige personen met zijn auto vervoerd. Wanneer deze verdachte inderdaad schuld heeft, dan loopen de vijf getuigen, die hier zijn gehoord, en die verdachte heeft vervoerd, een groot risico, door te verklaren, dat zij van niets weten. Het slachtoffer zelf is eenige dagen aan den zwier geweest. De deskundige Vijgeboom en ook de Officier zijn uitgegaan van de gedachte, dat verdachte de man is en in die richting heeft men het geval gecon strueerd, doch spr. heeft in geen enkel opzicht de zekerheid, dat het de auto van verdachte is geweest die den boom heeft stuk gereden en niemand kan dus met absolute zekerheid zeggen, dat verdachte het slachtoffer, dat zich bij den boom heeft bevonden, heeft dood gereden. Als men de zaak goed bekijkt, dan be staan er inderdaad enkele aanwijzingen tegen verdachte. Er moet hard zijn ge reden, doch geen van de passagiers van verdachte heeft iets van de aanrijding bemerkt. Spr. is van meening, dat de Rechtbank niet zal aannemen, dat ver dachte de man is. Ook tuschen de deskundigen onderling bestaat groot meeningsverschil. Dr Hulst zegt, dat het slachtoffer moet hebben ge zeten, terwijl Dr Huese de meening is toe gedaan, dat de man heeft gestaan. Uit niets blijkt, dat het de auto van verdachte is, die den boom heeft aangereden. Ver dachte is een schuldfeit ten laste gelegd, doch het is niet voldoende, dat men meent, dat verdachte het slachtoffer tus schen zijn auto en den boom heeft dood gedrukt. Daarvan is niets bewezen. Vol gens verdediger kan in deze geen veroor deeling volgen, zooals de zaak er nu voor staat. Met 'n eisch als die van het O. M. zal naar spr.'s overtuiging de Rechtbank niet mee gaan. Mocht de Rechtbank verdach te niet vrijspreken, dan verzoekt spr. 't opleggen van een geldboete te overwegen. Na re- en dupliek bepaalt de Recht bank de uitspraak op 22 Dec. a.s. Door de rechtbank te Middelburg wer den gisteren de navolgende zaken be handeld H. W., 30 jaar, koopman te Sas van Gent, was in hooger beroep gekomen tegen een vonnis van den kantonrechter te Terneuzen, waarbij hij wegens over treding van de Motor- en Rij wiel wet (als bestuurder van een motorrijtuig daarmede rijden over een weg op zoodanige wijze en met zoodanige snelheid, dat de vrij heid en de veiligheid van het verkeer wordt in gevaar gebracht, gepleegd bij herhaling) werd veroordeeld tot een geld boete van f 200 of 20 d.h. en 2e tot een hechtenisstraf van 7 dagen voorw. Eisch: bev. vonnis waarvan hooger ber. Th. S., 26 jaar, werkman te Sluiskil, thans in voorarrest, verdacht van dief stal van f 100, ten nadeele van E. Ter- mondt te Sluiskil op 9 Nov. j.l. Eisch 6 maanden gevangenisstraf. P. Th. O., 19 jaar, arbeider te Bosch- kapelle, in voorarrest, verdacht van dief stal van een kruik oude jenever, een flesch Vermouth en een flesch Oranje bitter, ten nadeele van den caféhouder D. te Axel, op 6 Sept. 1.1. Eisch 1 maand gevangenisstraf. C. V. G-, 21 jaar, arbeider te Aarden burg, in voorarrest, verdacht van diefstal van een rijwiel ten nadeele van A. Wage te Watervliet, op 12 October 1.1. Eisch: 6 mnd. gev. straf. H. W., 30 jaar, koopman te Sas van Gent, was in hooger beroep gekomen te gen een vonnis van den kantonrechter te Terneuzen, waarbij hij wegens overtreding van de Motor- en Rijwielwet (het als be stuurder van een auto daarmede over den openbaren weg rijden met zoodanige snel heid en onder den invloed van sterken drank, dat de veiligheid van het verkeer werd in gevaar gebracht), werd veroor deeld tot een geldboete van f 15 of 10 d. en f 100 boete of 10 d. h., tevens met ont zegging van de bevoegdheid, motorrijtui gen te besturen voor den tijd van 6 mnd. Eisch: bevestiging vonnis, waarvan hoo ger beroep. De overval op een post kantoor te Amsterdam. Een gedeelte van den bui, gevonden. Donderdagmiddag hebbel werklieden in een onbewoond huis te Rotterdam een ^akje gevonden. Na het geopend te hebben, ontdekten zij, dat e: brieven in zaten. Zij stelden hiervan de Rotterdam- sche politie in kennis. Deze onderzocht den inhoud van het rakje en het bleek, dat de brieven een vedeelte waren van den buit, dien de indringer in het post-, kantoor in de Kerkstraat te Amsterdam Zaterdag 1.1. op een -ctbeambte heeft gemaakt. Brandstichting in een school. Het is de politie van Oos terbeek gelukt, de daders van de brand stichting in de openbare school aldaar op te sporen. Het zijn drie broertjes resp. 7, 8 en 10 jaar oud. Ze hebben bekend baldadigheid te hebben; gehandeld. Het papier, de ->tm'e"*" en de lucifers hadden ze in de school gevonden.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 9