DE ZEEUW
Gesprongen Handen
Chocolade
visite-kaartjes
DERDE BLAD
Uit de Provincie
Rechtzaken
Gemengd Nieuws.
Ruwe Huid Schrale Lippen
Winterhanden Wintervoeten
VAN
ZATERDAG 13 DEC. 1930. No. 64.
ANTI-REVOLUTIONAIRE
JONGEREN-ACTIE.
I.
Midden in den politieken strijd bij de
verkiezing van de leden der Tweede Ka
mer kwam plotseling een beweging in
onze partij, die onder de initialen A. R.
J. A. bovenstaanden naam aannam.
Een beweging, die bet in baar eersten
levenstijd niet aan belangstelling ontbrak,
terwijl ook tevens die belangstelling zicb
uitstrekte tot dit gewest.
Reeds in het begin van het vorig jaar
meende men ook in de Centrale Vlissin-
gen niet achter te moeten blijven, terwijl
we hebben kunnen lezen in de dagbladen
dat ook in Zuid-Beveland een begin ge
maakt is met die actie.
In verhand hiermede is het niet on-
gewenscht, deze organisatie in het alge
meen eens wat nader te bekijken.
Aanvankelijk verkeerde men in de mee
ning, dat er bij ons aan zulk een actie
geen behoefte was, en dat zij, inplaats van
vruchtbaar te werken, schade zou toe
brengen aan andere organisaties van dien
aard.
Onze leider, de heer Colijn, heeft in
verband daarmee gezegd „Hiervoor heb
ben wij geen vrees te koesteren, immers
de ervaring leert nu eenmaal, dat het ver-
eenigingsleven ten allen tijde aan grenzen
van expansie gebonden is. Op jeugd volgt
wasdom en daarna treedt meestal de stil
stand in. Het is niet eenvoudig, daarvoor
een verklaring te vinden. Maar er worde
slechts gelet op het aantal aangesloten
leden en het aantal stemmen, en dan is
ten onzent een verhouding van 1 6 a 7
niet overdreven.
Het afzijdig blijven van het organisato
risch leven is schadelijk voor een warm
voelend partijleven".
Met andere woorden, wat dit betreft
kan er niet te veel gedaan worden, tot
welzijn der partij.
In verband met de omstandigheden,
waarin wij als partij verkeeren, naar aan
leiding van de steeds moeilijker worden
de vragen van het politieke leven, begint
men langzamerhand ook in onzen kring
te gevoelen de noodzakelijkheid van meer
dere studie van onze beginselen, en om
die beginselen practisch te I e e r e n toe
passen.
Dit is zeer makkelijk gezegd, maar bij
de uitvoering daarvan stuit men op moei
lijkheden.
Studeeren is misschien niet zoo moei
lijk.
Goed studeeren is waarschijnlijk moei
lijker.
Onze A. R. beginselen goed bestudeeren
is zeer moeilijk.
Nog moeilijker is het, die beginselen
zóó te bestudeeren, dat we ze later in de
practijk kunnen gebruiken en toepassen.
De meer ouderen, die kunnen meespre
ken uit vroeger dagen, over het vuur, de
liefde en de werkkracht van onze rnen-
schen uit dien tijd, zullen het toestemmen.
Er is de laatste jaren veel veranderd,
maar helaas niet ten goede.
Het peil van de politieke belangstelling
is bij de Anti-Revolutionairen hoe langer
hoe meer aan het dalen.
Wat de oorzaken van dit verschijnsel
betreft, deze zijn in meer dan één rich
ting te zoeken.
Allereerst komt wel in aanmerking
de algeheele verslapping van het Christe
lijk leven over heel de linie.
Men verkeert in de veronderstelling,
dat onze levensbeschouwing zich zóó ge
wijzigd heeft, dat de teugels, steeds ste
vig gehouden, nu wel wat kunnen ge
vierd worden.
Tevens is van groot belang, de voort-
lurende partijversnippering, die zeer ze
ker op velen deprimeerend werkt en de
politiek, en wel speciaal de Anti-Rev. po
litiek in het discrediet brengt.
Dagelijks kunnen wij lezen, hoe bezwa
ren en fouten ons worden aangewreven en
in de meeste gevallen geheel ten onrech
te, waardoor dan toch de partij benadeeld
wordt.
Niet het minst schadelijk werkt de on
zekerheid, die vaak blijkt te bestaan ten
aanzien van de toepassing onzer begin
selen op de zeer ingrijpende vragen van
het leven.
Noodig is dus, dat wij als Anti-Rev. op
het politieke en maatschappelijke terrein
van het leven ons beginsel hoog houden
en dit kan alleen door te leeren wat
hot beginsel inhoudt en hoe het practisch
te gebruiken is.
We hebben door Gods kracht in de
jongste historie veel ontvangen, en de
grootste moeilijkheid is dan ook niet ge
weest het te verkrijgen, maar de grootste
moeilijkheid blijkt en zal in de toekomst
zeker blijken te zijn, te behouden wat we
hebben ontvangen.
Dr J. Severijn wees er in een verga
dering van de A. R. J. A. te Oud-Alblas
op, dat er een geslacht is heengegaan,
dat geweldigen invloed heeft gehad, maar
dat nu verachtering is ingetreden.
Sprekor schreef dit toe aan de glorie
die wij oogstten.
Zoo is achter den rug de moeizame op
bouw van organisaties, die thans het
leven beheerschen op gebied van politiek,
onderwijs en maatschappij.
Zoo is achter den rug de voornaamste
strijd om verbetering van het Kiesstelsel.
Zoo is achter den rug onze groote
schoolstrijd.
Zoo zijn achter den rug al de moei
lijkheden, in Gods kracht door onze voor
mannen overwonnen.
Door dit alles kwam er inzinking, die
sfeer van: het zal wel goed komen, die
nog bevorderd werd door de psychische
inzinking, na den grooten wereldoorlog.
Bij velen hangt dit samen met algeheele
onverschilligheid ten aanzien der geeste
lijke vragen, maar daarnaast zijn er toch
ook velen, bij wie het tekort aan liefde
voor onze Anti-Rev. partij en haar strijd
voor een belangrijk deel voortkomt uit
gemis aan bekendheid met:
1. De zeer ingrijpende, niet alleen ma-
terieele, maar ook principiëele vragen,
waarvoor het leven van onzen tijd op
politiek gebied ons plaatst.
2. Het groote belang van de politieke
gedachte, zooals onze groote voormannen
als Kuyper en Groen die hebben voorge
dragen.
3. De ontzaglijk ernstige belangen, die
op dit terrein op het spel staan.
Hoe is het op dit terrein van het leven
met onze jonge menschen gesteld?
Helaas, het gemis aan belangstelling
treft men ook bij hen aan.
Het afzijdig blijven van ons organisa
torisch partijleven geldt in dubbele mate
de jongere generatie.
De heer Colijn schreef dan ook in „De
Standaard" van 1 Febr. j.l.:
„De tijden zijn zoo veelszins anders dan
voorheen. Hoeveel uren, die, door een ge
neratie vroeger, nog besteed werden aan
rustig lezen van waarlijk niet eenvoudige
boekwerken als „Ons Program" b.v.
worden thans in beslag genomen door
allerlei vorm van lichtere lectuur, door
radio-uren, om van andere dingen maar
niet te spreken.
In het dus ontstane vacuum moet door
organisatie zoo goed mogelijk worden
voorzien.
En dit geldt met name voor het jonge
geslacht, dat straks onzen strijd zal moe
ten voortzetten.
Hun scholing is onmisbaar voor den
bloei der partij.
En dan vooral scholing op het stuk
der leidende beginselen".
Demonstratie.
In dit nummer vinden de dames een
advertentie van het Modevakschool-In
stituut E.N.S.A.I.D.
De oprichtster en nog steeds de hoofd
leidster: Mevrouw M. HendrikseKna
pen, ondervond vroeger zelf het moeilijke
en tijdroovende van het toen vereischte
gereken en geteeken bij de Kniplessen.
Dit leidde haar tot het uitdenken en
in haar eigen school beproeven van een
nieuwe methode, waarbij dat gereken en
geteeken gansch onnoodig is en waar
door de leerlingen gemakkelijker begrij
pen en dus vlugger en prettiger de les
sen kunnen volgen, terwijl tevens de aan
huis gebonden dames door schriftelijke
lessen volgens deze methode thuis het
knippen van elk kleedingstuk grondig
kunnen leeren.
De methode bleek zoodanig aan het
doel te beantwoorden, dat in een 10-tal
jaren met haar staf van leeraressen op
460 scholen het Knippen, Naaien en
Stofversierën naar deze methode onder
wezen wordt, terwijl bovendien steeds
duizenden cursisten de Radio- of Schrif
telijke cursussen volgen. (De 100 dui
zendste cursiste werd dezer dagen inge
schreven, hetgeen dankbaar in stilte
werd herdacht.)
Gaarne wekken wij dan ook alle dames
op tot bezoeken der demonstratie.
ELECTRISCHE KACHELS
EN HAARDEN bij J. M. Polderman,
Goes. Tel. 129, vanaf f 9. (Adv.)
Goes. Zooals in dit nummer wordt
medegedeeld, zal a.s. Woensdag hier de
prachtfilm „De eeuwige stilte" worden
vertoond. Deze film is door de geheele
pers van alle richting aanbevolen. Voor
bijzonderheden verwijzen wij naar de ad
vertentie.
Dinsdagavond heeft een vertooning
Voor den Vrijw. Landstorm plaats.
Nieuwdorp. Woensdagavond heeft Ds
H. van der Loos, van Baarland, voor de
plaatselijke afdeeling van de C. J. V. al
hier „Bidt en Werkt", een lezing gehou
den in het kerkgebouw der Ned. I-Ierv.
Gemeente, dat helaas met veel te wei
nig belangstellenden was bezet.
Ds v. d. Loos behandelde, na de ge
bruikelijk opening der bijeenkomst, het
onderwerp: „De persoon en beteekenis
van Dr Albert Schweitzer". Spreker sprak
eerst over het leven van dezen grooten
mensch uit den tegenwoordigen tijd; hoe
hij èn als theoloog èn als wijsgeer èn als
musicus tot de allereersten behoort en
zoowel in de theologie als philosofie don
doctorstitel behaalde. Vervolgens werd
behandeld, hoe Dr Schweitzer heel diep
onder den indruk geraakte van de ellen
de van de zwarte bevolking van Afrika
door de schuld grootendeels van de „be
schaafde" Europeanen, die er alcohol en
allerlei andere verkeerde artikelen en ge
bruiken invoerden; en hoe Dr Schw. het
als zijn christenplicht voelde daar in h9t
donkere oerwoud van Afrika te gaan
helpen. Toen vooral bleek de groote wils
kracht van Doctor Schw., want om er
goed voorbereid heen te gaan, begon hij
opnieuw te studeeren en behaalde nu zijn
derden doctorstitel, n.l. in de Medicijnen.
Toen ging hij in 1913 met zijn vrouw
naar midden Afrika. Vervolgens werd
verteld van de geweldige moeilijkheden,
die in het oerwoud en te midden van de
negers te overwinnen waren, vooral ook,
omdat sinds 1914, toen het „beschaafde"
Europa den wereldoorlog ontketende, Dr
Schw. van alle hulp verstoken bleef. Toch
wist hij door zijn geweldige geloofs
kracht vol te houden en nu staat er mid
den in het oerwoud een modern zieken
huis opgericht door een van de geloofs
helden uit den tegenwoordigen tijd, die
zoo een heel klein stukje van Europa's
groote schuld tegenover de zwarte be
volking van Afrika heeft trachten goed
te maken. Dit gedeelte van zijn rede had
Ds van der Loos getiteld: „Hoe het licht
werd in de oerwouden". Na wederom
gemeenschappelijk gezang hield hij het
tweede gedeelte: „Hoe het licht wordt in
het oerwoud", waar hij de menschelijke
ziel vergeleek met een oerwoud en spraK
over het eenige licht, dat daar de duis
ternis kan verjagen, het Licht, dat op
Kerstmis geboren werd: Jezus Christus.
Zijn soms wel wat moeilijk te volgen
lezing was daarom van zoo groot belang,
omdat wij er door in aanraking kwamen
met een van die ware daad-christenen,
waaraan onze tijd zoo dringend behoefte
heeft.
Met dankgebed en gemeenschappelijK
gezang werd deze leerzame avond, waar
voor wij de C. J. V. zeer erkentelijk moe
ten zijn, gesloten.
Rechtbank te Middelburg.
Dood door schuld.
Gisteren had zich voor de rechtbank
te Middelburg te verantwoorden over het
feit, dat aan zijn schuld te wijten is, dat
een ander om het leven kwam, de 22-ja-
rige chauffeur P. R. te 's-Heerenhoek.
Verdachte zou in den nacht van 7 op 8
Juli 1.1. op den Siguitschendijk onder
Kwadendamme met een door hem be
stuurd wordende vrachtauto, zoodanig
roekeloos, onvoorzichtig en onoordeel
kundig hebben gereden, dat hij een zeke
re P. Ryk heeft aangereden, tengevolge
waarvan het slachtoffer als het ware
werd verpletterd en eenige oogenblikken
later ter plaatse is overleden.
Door het O. M. werden in deze zaak
een 14-tal getuigen en deskundigen opge
roepen, terwijl als verdachte's verdediger
optrad Mr F. W. Adriaanse, advocaat te
Middelburg.
Verdachte was verschenen.
Als eerste deskundige werd gehoord
Dr Hulst, arts te Leiden, die verklaringen
aflegde omtrent het zwaar uitwendig ge
weld en de inwendige verwondingen,
waaraan het slachtoffer is overleden. Vol
gens deze deskundige zou het slachtof
fer, aan de linkerzijde zijn aangereden.
Volgens desk. zou het slachtoffer op het
oogenblik van de aanrijding op den grond
hebben gezeten met den rug naar den
weg.
De tweede deskundige, Dr Huese, chi
rurg te Goes, zegt op een vraag van den
President, of het mogelijk kan geweest
zijn, dat de inzittenden van de auto niets
van de aanrijding hebben bemerkt, dit
onwaarschijnlijk te achten. Zijn meening
is, dat de man bij de aanrijding tegen den
boom heeft gestaan.
De getuige-deskundige, Dr Spuyman te
Vlissingen, rapporteert over zijn onder
zoek naar vezels van houtsplinters op de
auto aangetroffen.
De deskundige A. Vijgeboom te Vlis
singen, legt aan de hand van zijn uitge
bracht rapport de verklaringen af, waar
van de conclusie is, dat het motorrijtuig
van verdachte met den boom, waarbij het
slachtoffer zich bevond, in aanraking
moet zijn geweest.
De getuige A. Wouterse, vrachtrijder
te Kwadendamme, ging op 8 Juli 1.1. des
morgens 5.15 uur naar de weide en vond
aan den weg van Kwadendamme, liggen
de met het gezicht naar den boom, het
slachtoffer liggen. Aanvankelijk dacht
get., dat de man sliep, zijn hoed lag ach
ter zijn rug. Get. is doorgeloopen en bij
het terugkomen bemerkte hij, dat de boom
beschadigd was. Hij heeft toen met een
zekere Kole de man onderzocht, waarbij
bleek, dat hij ernstig gewond was. Het
lichaam was nog warm, doch de man was
buiten bewustzijn. Men heeft toen een
dokter gewaarschuwd. Getuige heeft des
nachts lawaai gehoord van een vracht
auto, die blijkbaar nogal een flinke gang
had.
Op een vraag van den President aan
Dr Hulst, of, wanneer om 2 uur 's nachts
het ongeval was geschied, ruim 3 uur la
ter het lichaam nog warm kon zijn, ant
woordt deskundige bevestigend.
Verdachte merkt op, dat hij den bewus-
ten nacht niet hard gereden heeft.
Getuige Koning heeft het slachtoffer
eveneens zien liggen en daoht eveneens,
dat de man sliep. Get. heeft 's nachts geen
auto gehoord.
Get. A. Ganseman, rijksveldwachter-ma
joor te Ovezande, hoorde van het onge
val en is er heen gegaan. Dr Kole was
reeds ter plaatse geweest. Get. vond het
lijk, liggende met het gezicht naar den
boom, die diep ingekerfd was.
Op een vraag van verdediger aan ge
tuige, of er meerdere van dat soort hoo
rnen aan dien weg staan en of het een
drukke verkeersweg is, antwoordt get. be
vestigend.
Op een opmerking van den Officier van
Justitie, dat dit 's nachts om 3 uur toch
niet het geval kan zijn, zegt get., dat het
meerdere molen gebeurt, dat er 's nachts
geen auto passeert.
Getuige Langenberg, Rijksveldwachter
te Kwadendamme, vernam op den bewus-
ten morgen, dat er een lijk aan den weg
lag en heeft een onderzoek ingesteld en
de auto van verdachte in beslag genomen.
Aan de auto zelf heeft hij niets bespeurd.
Get. had dien dag surveillance-diensten,
bij gelegenheid van de Kwadendamsche
kermis. Get. heeft dien nacht een auto
gezien nabij het café van Bal, hoorde
remmen en zag aan het licht, dat de auto
doorreed. Get. weet niet, of het de auto
van verdachte was. Get. kende het slacht
offer niet en heeft het op dien avond niet
gezien, zoodat hij ook niet kan zeggen,
dat hij dronken was. Het sluitingsuur
was volgens den ouden tijd 2 uur.
Op een vraag van den Officier van Jus
titie, zegt get., dat hij de bewuste auto
plotseling naar rechts heeft zien om
draaien.
Getuige Roelse, veldwachter te Hoede-
kenskerke, heeft eveneens het lijk van het
slachtoffer gezien op den bewusten mor
gen, toen Dr Kole al ter plaatse was ge
weest. In de nabijheid was een spoor van
autobanden. Het slachtoffer stond vol
gens get. goed bekend. Ook deze getuige
zag een auto des nachts naar rechts een
hoek op zijn richting maken.
Een vijftal getuigen, die in den bewus
ten nacht door verdachte met zijn auto
zijn vervoerd, leggen verklaringen af, hoe
zij den bewusten kermisavond hadden
doorgebracht, waaruit bleek, dat allen nog
al flink hadden gedronken. Door den Pre
sident aangemaand de waarheid te zeg
gen, verklaren zij niet te kunnen zeggen
iets gevoeld of iets gezien te hebben tij
dens den rit wat op een aanrijding of
overrijding wees. Zij hebben niemand op
den weg gezien en ook niet bemerkt, dat
verdachte plotseling naar rechts uitweek.
Vervolgens werd als getuige a dechar
ge gehoord, D. Rijk, broer van verdachte,
die op een vraag van den verdediger, of
hij wist, dat de beugel van de vrachtauto,
voor dat het ongeluk gebeurde, gebogen
was, bevestigend antwoordde.
De deskundige a decharche, A. Visser
te Middelburg, zegt met verdediger op de
plaats van het ongeval een onderzoek te
hebben ingesteld. Deskundige schrijft het
verbuigen van den beugel van de auto
toe aan het dagelijksch omklappen van
het deksel van de auto. Desk. zegt niet,
dat het verbuigen van den beugel niet
kan zijn ontstaan door de botsing met den
boom, doch dat behoeft niet. Over deze
verklaring van deskundige ontspint zich
een discussie tusschen deskundige en ge
tuigen Vijgeboom, Spuyman en Visser.
Verdachte, door den President onder
vraagd, zegt in den bewusten nacht op
een dansvloer te Kwadendamme te zijn
geweest. Verdachte ontkent tijdens den
rit, tegen een boom te zijn gereden. Ver
dachte zegt niet dronken te zijn geweest.
Van Kwadendamme komende, is hij langs
een anderen weg naar het café van Bal
gereden. Verdachte zegt ook niet te we
ten iemand te hebben aangereden en hij
heeft niemand op den weg zien liggen.
- De Officier van Justitie, aan het woord
komende, acht het wettig en overtuigend
bewijs in deze zaak geleverd. Volgens spr.
mag bij deze ongelukkige historie niet
uit het oog worden verloren, dat het den
bewusten avond kermis te Kwadendamme
was en er nog al wat gedronken is. Vol
gens spr. staat vast, gelet op de inker
vingen in den boom, en de linkerachter-
stangen van de vrachtauto, die met el
kaar kloppen, dat verdachte tegen den
boom is aangereden. Het is volgens spr.
uitgesloten, dat het een ander geweest
kan zijn. Het slachtoffer heeft bij of te
gen een boom gestaan. Een tweetal ge
tuigen hebben gezien, dat de auto plot
seling een zwenking naar rechts maakto
Men kan zich er niet vanaf maken, dat
het deze auto niet is geweest. Alles wijst
op het tegendeel.
Aangezien verdachte gunstig bekend
staat, zal spr. niet het maximum der straf
eischen, doch niettemin is een gevoelige
straf op zijn plaats.De Officier eischt een
gevangenisstraf van 6 maanden.
De verdediger van verdachte, Mr Adri
aanse, zijn pleidooi aanvangende, zegt, te
zijn geschrokken van den eisch van den
Officier van Justitie en vindt de ganse! e
zaak buitengewoon duister. Inderdaad is
verdachte met zijn auto in de buurt van
het ongeval geweest. Hij is dien dag voor
zaken naar Kwadendamme geweest en
heeft met de aldaar gehouden kermis
eenige personen met zijn auto vervoerd.
Wanneer deze verdachte inderdaad
schuld heeft, dan loopen de vijf getuigen,
die hier zijn gehoord, en die verdachte
heeft vervoerd, een groot risico, door te
verklaren, dat zij van niets weten. Het
slachtoffer zelf is eenige dagen aan den
zwier geweest. De deskundige Vijgeboom
en ook de Officier zijn uitgegaan van de
gedachte, dat verdachte de man is en in
die richting heeft men het geval gecon
strueerd, doch spr. heeft in geen enkel
opzicht de zekerheid, dat het de auto van
verdachte is geweest die den boom heeft
stuk gereden en niemand kan dus met
absolute zekerheid zeggen, dat verdachte
het slachtoffer, dat zich bij den boom
heeft bevonden, heeft dood gereden.
Als men de zaak goed bekijkt, dan be
staan er inderdaad enkele aanwijzingen
tegen verdachte. Er moet hard zijn ge
reden, doch geen van de passagiers van
verdachte heeft iets van de aanrijding
bemerkt. Spr. is van meening, dat de
Rechtbank niet zal aannemen, dat ver
dachte de man is.
Ook tuschen de deskundigen onderling
bestaat groot meeningsverschil. Dr Hulst
zegt, dat het slachtoffer moet hebben ge
zeten, terwijl Dr Huese de meening is toe
gedaan, dat de man heeft gestaan. Uit
niets blijkt, dat het de auto van verdachte
is, die den boom heeft aangereden. Ver
dachte is een schuldfeit ten laste gelegd,
doch het is niet voldoende, dat men
meent, dat verdachte het slachtoffer tus
schen zijn auto en den boom heeft dood
gedrukt. Daarvan is niets bewezen. Vol
gens verdediger kan in deze geen veroor
deeling volgen, zooals de zaak er nu voor
staat.
Met 'n eisch als die van het O. M. zal
naar spr.'s overtuiging de Rechtbank niet
mee gaan. Mocht de Rechtbank verdach
te niet vrijspreken, dan verzoekt spr. 't
opleggen van een geldboete te overwegen.
Na re- en dupliek bepaalt de Recht
bank de uitspraak op 22 Dec. a.s.
Door de rechtbank te Middelburg wer
den gisteren de navolgende zaken be
handeld
H. W., 30 jaar, koopman te Sas van
Gent, was in hooger beroep gekomen
tegen een vonnis van den kantonrechter
te Terneuzen, waarbij hij wegens over
treding van de Motor- en Rij wiel wet (als
bestuurder van een motorrijtuig daarmede
rijden over een weg op zoodanige wijze
en met zoodanige snelheid, dat de vrij
heid en de veiligheid van het verkeer
wordt in gevaar gebracht, gepleegd bij
herhaling) werd veroordeeld tot een geld
boete van f 200 of 20 d.h. en 2e tot een
hechtenisstraf van 7 dagen voorw.
Eisch: bev. vonnis waarvan hooger ber.
Th. S., 26 jaar, werkman te Sluiskil,
thans in voorarrest, verdacht van dief
stal van f 100, ten nadeele van E. Ter-
mondt te Sluiskil op 9 Nov. j.l.
Eisch 6 maanden gevangenisstraf.
P. Th. O., 19 jaar, arbeider te Bosch-
kapelle, in voorarrest, verdacht van dief
stal van een kruik oude jenever, een
flesch Vermouth en een flesch Oranje
bitter, ten nadeele van den caféhouder
D. te Axel, op 6 Sept. 1.1. Eisch 1 maand
gevangenisstraf.
C. V. G-, 21 jaar, arbeider te Aarden
burg, in voorarrest, verdacht van diefstal
van een rijwiel ten nadeele van A. Wage
te Watervliet, op 12 October 1.1. Eisch:
6 mnd. gev. straf.
H. W., 30 jaar, koopman te Sas van
Gent, was in hooger beroep gekomen te
gen een vonnis van den kantonrechter te
Terneuzen, waarbij hij wegens overtreding
van de Motor- en Rijwielwet (het als be
stuurder van een auto daarmede over den
openbaren weg rijden met zoodanige snel
heid en onder den invloed van sterken
drank, dat de veiligheid van het verkeer
werd in gevaar gebracht), werd veroor
deeld tot een geldboete van f 15 of 10 d.
en f 100 boete of 10 d. h., tevens met ont
zegging van de bevoegdheid, motorrijtui
gen te besturen voor den tijd van 6 mnd.
Eisch: bevestiging vonnis, waarvan hoo
ger beroep.
De overval op een post
kantoor te Amsterdam.
Een gedeelte van den bui,
gevonden. Donderdagmiddag hebbel
werklieden in een onbewoond huis te
Rotterdam een ^akje gevonden. Na het
geopend te hebben, ontdekten zij, dat e:
brieven in zaten.
Zij stelden hiervan de Rotterdam-
sche politie in kennis. Deze onderzocht
den inhoud van het rakje en het bleek,
dat de brieven een vedeelte waren van
den buit, dien de indringer in het post-,
kantoor in de Kerkstraat te Amsterdam
Zaterdag 1.1. op een -ctbeambte heeft
gemaakt.
Brandstichting in een
school. Het is de politie van Oos
terbeek gelukt, de daders van de brand
stichting in de openbare school aldaar
op te sporen. Het zijn drie broertjes resp.
7, 8 en 10 jaar oud. Ze hebben bekend
baldadigheid te hebben; gehandeld.
Het papier, de ->tm'e"*" en de lucifers
hadden ze in de school gevonden.