DE ZEEUW TWEEDE BLAD. PAULS OFFER. FEUILLETON VAN WOENSDAG 10 DEC. 1930. No. 61. TWEEDE KAMER. Binnenlandsche Zaken en Landbouw. De Kamer had gisteren allereerst te beslissen over de motie-van der Sluia c.s. tot wederaanstelling van een direc teur-generaal van den landbouw. Dhr De Visser, C. P., zal tegen de inotie stemmen, daar deze slechts een versterking beoogt van de bureaucratie zonder belang voor den kleinen landbouw. Dhr Schokking, C. H., zal eveneens tegen de motie stemmen na de verkla ringen van den Minister. Dhr Braat, P. B., zal op hoop van zegen vóór de motie stemmen. De motie wordt verworpen met 45 tegen 34 stemmen. Voor: de Soc.-Dem., Vnjz.-Dem., Lib. en de heeren Braat, P.B., en Lingbeek, H.G.S. Daarna werd voortgezet de behandeling van de begrooting van binnenlandsche zaken en landbouw. Dhr S n o e c k Henkemans, C. H., pleit voor uitbreiding van het Lager Land- en Tuinbouwonderwijs. Er dient in iedere gemeente een school te zijn, die door kinderen van alle gemeentenaren kan worden bezocht. Spr. wenscht een commissie van advies. Dhr Ebels, V. D., wenscht eveneens uitbreiding van het aantal scholen, spe ciaal lagere tuinbouwscholen. Dhr Van den Heuvel, A. R., geeft het denkbeeld in overweging den bouw van onderscheidene scholen, welke in 1932 zou plaats hebben, reeds in 1931 te voltooien. Een commisie van advies wenscht spr. niet Thans worden de land bouworganisaties om advies geivraagd. Deze regeling is goed. Dhr Van Rappard, V.-B., zou meer overleg wenschen tusschen de landbouw organisaties ten deze. De huidige regeling acht hij overigens in principe goed. Dhr Van Voorst tot Voorst, R.K meent, dat de organisaties het best kun nen beoordeelen, waar een school noo- dig is. Minister Ruys de Beerenbrouck antwoordt, dat de geheele hulp, die de regeering aan den landbouw biedt, ge baseerd is op den georganiseerden land bouw. Men mag verwachten, dat men zich aansluit bij één der drie groote landbouw organisaties. Voor instelling van een com missie is geen aanleiding. Wat het aantal scholen betreft, spr. had dit oorspronkelijk verdubbeld, maar fi- nanciëel bleek dit niet mogelijk. De ge maakte opmerkingen zal spr. overwegen. Dhr van Voorst tot Voorst, R.K., vestigt de aandacht op de behoefte van onderwijzers met akte land- en tuinbouw. De Minister zal dit nagaan. Dhr E b o 1 V. D., pleit voor uitgebrei der landbouwvoorlichting. De Minister wijst erop, dat f12000 meer is uitgetrokken hiervoor. Bij de afd. Visscherijen vestigt dhr Duymaer v. Twist, A. R., opnieuw aandacht op het gevaar, dat de Noord zee wordt leeggevischt. Met de zoetwatervisscherij gaat het den zelfden weg op als met die op de Noord zee. Speciaal heeft spr. het oog op de palingvisscherij. Spr. pleit voorts voor Zondags- en nachtsluiting van de zalmzegen-vissche- rijen op de beneden rivieren. Ten slotte worde zoo streng mogelijk de waterver ontreiniging bestreden. Dhr v. Zadelhoff, S. D., acht ver betering van de zalmvangst niet uitge sloten. De hooge waterstand is zeer na- deelig geweest, doch hieraan is niets te doen. Noodig hebben wij een statistiek over de zalmvangst in de andere landen, speciaal Duitschland. Spr. sluit zich aan bij den heer Duy maer v. Twist inzake de nachtelijke slui ting. Aan de bestrijding der waterveront reiniging wordt in ons land veel te wei nig gedaan. Dhr Drop, S. D., klaagt over den over- vloedigen aanvoer van niet-rijpe en voor de consumptie ongeschikte haring. De regeering dient in te grijpen. Dhr Knottenbelt, V. B., zegt, dat de minister voornemens is spoedig een verbod uit te vaardigen van aanvoer van puf door stoomtrawlers. Spr. hoopt, dat de Minister daarvoor vooraf de be langhebbenden, ook bij de trawlvisscherij zal hooren. Dhr Krijger, C. H., wijst op het na deel van een verbod van pufvisscherij voor de fabrikanten van vischmeel. In elk geval dienen de visschersvaartuigen van 40 ton of kleiner, die puf vangen, voor de vischmeelfabrieken te Breskens van een verbod te worden uitgezonderd. Dhr D u y s, S. D., zegt, dat de belang hebbenden, speciaal de eendenhouders, min of meer overrompeld zijn door het in uitzicht gesteld verbod van de puf visscherij. Spr. dient de volgende motie in: „De Kamer, overwegende, dat het ge- wenscht is, dat alvorens maatregelen wor den genomen, betreffende de pufvissche rij, belanghebbenden bij de pufvisscherij, zoomede bij de eendenhouderij en de vischmeelfabricage worden gehoord, gaat over tot de orde van den dag." Dhr Van de Bilt, R. K., is het eens met den heer Duys. Spr. vraagt den Minister niet te haastig te zijn met de uitvaardiging van een puf-verbod. Dhr Zijlstra, A.R., wijst erop, dat de vischmeelindustrie een belangrijke in dustrie is geworden en dat ook de een denhouderij in Waterland op de pufvis scherij is ingericht. Deze zaak moet in ternationaal geregeld worden. Dhr Oud, V. D., verzoekt den minis ter geen beslissing te nemen voordat de zaak in alle opzichten is onderzocht. Dhr Van Rappard, Lib., bepleit de belangen der zalmvisschers op de boven- rivieren. De Commissaris der Koningin in Zeeland heeft Maandag de opening verricht van de Waterleiding te Borssele. 84.) Vrij naar het Engelsoh. „Nu, ik ga maar", zeide Johanna op staande; „ik moet nog een en ander (doen," „Waar is Isabel?" vroeg mevrouw Sea- ton haar dochter. „Met Paul in de salon." Mevrouw Seaton loosde een tevreden zucht. „Wat die twee elkaar toch altijd te vertellen hebben, dat ze altoos samen alleen willen zijn, kan ik me niet begrij pen. ^Ik heb nog nooit van mijn leven niet iemand een onderhoud gehad, dat een derde niet zou mogen hooren." Haar moeder glimlachte. „Je hebt ook nog niet alles gezegd, wat er te zeggen valt in dit leven, vermoed ik." „Blijkbaar niet. Er schijnen nog steeds dingen tusschen hemel en aarde, waarvan ik in mijn gedachtenleven nimmer droom de, en hetgeen die twee bravo menschen- kinderen samen te bespreken hebben, achijnt er een van te zijn. Als ik in Isa- bels plaats stond, ben ik zeker, dat allee wat ik te zeggen had, ook door mijn fa milie gehoord mocht worden." „Wel mogelijk lieve, maar je zou het zeker niet kunnen, als je Paul was". Johanna, die zich gereed maakte om uit te gaan, rolde haar parapluie op met resolute bewegingen. „Nu moeder, ik zal me maar niet houden, of ik er alles van begrijp, Ik weet wel, dat ik nimmer in staat zal zijn, mijn gansche innerlijk voor wie ook, bloot te leggen, laat staan voor een man. En ik zou daarom, vrees ik, al gauw zijn uitgepraat. Maar die lieve mal- looten praten precies hun zestig minuten van het uur vol, en als je dan bij ongeluk in de kamer komt, kijken ze je verwijtend aan, of ze elkander slechts vijf seconden hadden mogen gunnen." Een van de meest geestdriftige politieke aanhangers van Paul was de oude Mar tha. Als ze het maar even schikken kon, woonde ze zijn meetings bij en ze scheen ze bijna even gewichtig te beschouwen als haar wekelijkschen kerkgang. „Ik geloof niet, dat de Paus in Rome of de minister-president een betere rede- voerig kan houden,, dan meneer Paul", zeide ze op zekeren dag, terwijl ze in de salon aan het vegen was tot Johanna, die een bos bloemen schikte. Johanna lachte. „Hij is stellig een ge boren redenaar, Martha; en hij bespeelt het klavier der openbare meening even De Minister zal met zijn ambtgenoot van Arbeid over de aangelegenheid der waterverontreiniging van gedachten wis selen. Inzake naclit- en Zondagssluitirg der zalmvisscherij is nog geen oplossing bereikt, die belanghebbenden en belang stellenden bevredigt; spr. is bereid, de zaak nog eens nader te overwegen. Wat betreft de puf-visscherij, spr. heeft heden een telegram ontvangen van de belanghebbenden uit Ilpendam en om streken, die verzoeken, met hun belan gen rekening te houden. Spr. zal dezen menschen gelegenheid geven, hun bezwa ren uiteen te zetten. De begrooting wordt aangenomen. Begrooting van Justitie. Hierna was aan de orde de begroo ting van Justitie. De algemeene beschouwingen worden geopend. De heer v. d. Berg, S.D., dringt op nieuw aan op een vereenvoudigde proce dure voor het innen van kleine vorde ringen en op een maatregel tegen onrecht vaardige ontslagen van werkgevers. Mevr. v. 11 a'l 1 i ev. E m b d e n, V. D., wijst het gevaar van de pornogra fie voor de rijpere jeugd en meent dat zwaarder straffen dienen te worden opge legd. Spr. dringt aan op meer invloed van de vrouw in opvoedingsgestichten vau jongens, enz. Voorts komt zij op tegen het toelaten in de pers van sensatie en gru- welberichten en blijft zij aandringen op een regeling van de echtscheiding, waar bij excessen worden afgesneden doch de deur niet gesloten wordt. Mej. Meyer, R. K. dringt aan op aanstelling van meer kantonrechters. Spr vraagt waarom arbeiders in staatsdienst niet tegen ongevallen zijn verzekerd. De heer v. W ij n b e r g e n, R. K., ver trouwt dat vereenvoudiging van de proce dure voor het innen van kleine vorde ringen, volgend jaar tot een oplossing zal komen. In vele opzichten verheugt spr. zich over de rede van Mevr. v. Itallie v. Embden. Spr. brengt den minister hul de voor hetgeen hii op dit terrein heeft verricht, doch meent dat we op dit ter rein nog 4050 jaar ten achter zijn. Zin nenprikkelende advertenties, die hier zoo onnoemeliik veel kwaad doen, zijn b.v. in België verboden. In Italië zijn het afge- loopen jaar krasse maatregelen genomen ten opzichte van de kleeding en zijn de menschonteerende z.g. schoonheidswed strijden verboden. Spr. bepleit verder strafbaarstelling van godslastering. Mdvrl B a k k e rN o r t, V.D., wijst op de toenemende onveiligheid speciaal ten plattelande. Er moet meer bereden politie ten plattelande zijn. Voorts wil spr. verbetering van de rechtspositie van het natuurlijke kind. Ook een niet erkend natuurlijk kind moet van de moo-i— nen erven, volgens den pud-Hollandschon regel. De vergadering werd te 6 uur geschorst tot 's avonds 8 uur. Avondvergadering. Waterleiding Paramaribo. In de avondvergadering kwam aan de orde de Waterleiding te Paramaribo (Su riname) volgens het door Dr J. W. Jenny Weijerman ontworpen plan, waarvoor een crediet van f2.S00.000 is aange vraagd. Het wetsontwerp werd na korte be spreking z. h. st. aangenomen. Daarna werd een aanvang gemaakt met de behandeling van de begrooting Koloniën. DE HOLLAND-I NDIëVLUCHTEN. Een onderhoud met Hans Martin Het vierde retourvliegtuig, de P. H. A. E. Z. is gistermorgen te 10.25 uur uit Neurenberg op Schiphol geland. Aan boord bevonden zich de piloten Fryns en Bot en de mecanicien Bruinenstein. Pas sagier was de heer Hans Martin, secre taris en onderdirecteur der K. L. M., die de vlucht van Batavia af heeft meege maakt. Zooals bekend, heeft de heer Mar tin gedurende 'n reis van ongeveer drie maanden een onderzoek ingesteld naar de op de Indië-route heerschende toestan den en de mogelijkheden nagegaan van eventueele verbeteringen en wijzigingen. Nadat de eerste begroeting door vrienden en bekenden was afgeloopen, toonde de handig, als een organist zijn instrument." „Dat doet hij inderdaad, lieve; 'hij schijnt nooit om een woord verlegen te zijn, ik moet eerlijk erkennen, dat ik nooit van meneer Paul had verwacht, dat hij zoo meesleepend kon praten. Wanneer men naar hem luistert, verbaast men er zich over, dat de menschen, die het niet Ei et hem eens zijn, niet in een gekkenhuis ijn terecht gekomen. Geen speld is er (tusschen te krijgen. En ik zeg maar, dat is je ware, zooals meneer Paul het doet, zoo brengt men ook iets tot stand." En toch zou ik denken Martha, dat men aan elke kwestie meer dan een kant heeft, en men behoort iederen kant te hooren, voor men zich een oordeel kan vormen." „Ik zou zeggen van niet, juffrouw, er is niets, wat een mensdh zoo in de war brengt. En wat heb je er aan? Er is maar een opvatting, die de juiste kan zijn, dat is duidelijk, zou ik zeggen; en wat voor nut heeft het, zijn tijd te verspillen met te luisteren naar de verkeerde?" „Maar Martha, hoe kan men beoor deelen wat goed en verkeerd is, wanneer men het vraagstuk niet van alle kanten bezien heeft?" Martha voegde met zulk een kraciht, dat de beeldjes op de kast rinkelden, i „Wees gezegend, hartje maar als je een vrouw bent, weet je wie het aan heer Martin zich bereid, het een en an der van zijn bevinding mee te deelen. Ik heb, zoo vertelde hij, alle stations langs de K. L. M.-route afgedaan en be sprekingen gevoerd te Angora, Teheran en in Brisch-Indië en uiteraard in die plaatsen, die op de route naar Indië ge regeld worden aangedaan. In Indië heb ik speciaal de Westkust van Maiakka be zocht, waar een reeks van nieuwe vlieg- stations is ontstaan, die nog nimmer door eenig K. L. M.-vliegtuig zijn bezocht, aan gezien onze vliegtuigen tot nu toe voort durend de route langs de Oostkust ge nomen hebben. Natuurlijk is mijn opdracht niet met honderd procent succes bekroond. Vele zaken zijn meegeloopen, met andere is 't weer minder vlot gegaan, zoowel uit een oogpunt van vliegtechniek als van poli tiek. In Indië heb ik mij hoofdzakelijk opgehouden te Batavia en te Bandoeng. Twaalf dagen geleden stapte ik aan boord van de P. H.A. E. Z voor de thuisreis, welke voor mij dubbel interes sant is geweest, aangezien ik de heen- j reis met een slakkengangetje gemaakt heb. Besprekingen en ander oponthoud, o. j m. drie weken ziekte te Teheran, waar ik op het gezantschap prachtig verpleegd ben, maakten, dat ik er drie maanden i over noodig had. De terugvlucht is zeer fortuinlijk ver- loopen, alleen konden we van Belgrado uit, door een misverstand met een tele gram Boedapest niet bereiken. We zijn daarom van Belgrado naar Neurenberg gevlogen. Fryns was aanvankelijk nog van plan, nog denzelfden dag naar Am sterdam te vliegen, de ingekomen weer berichten,,. die slecht waren, weerhielden hem van dit plan. Is het mogelijk, dat als gevolg van de besprekingen, welke u met verschillende autoriteiten gevoerd hebt, veranderingen zullen worden aangebracht in de Indië- route? Wellicht wel, antwoordde de heer Mar tin. De mogelijkheid bestaat, dat de rou te in de toekomst langs de westkust van Maiakka zal gaan, doch zekerheid daar omtrent bestaat uit den aard der zaak nog niet. U begrijpt wel, dat ik eerst van een en ander een rapport moet opstellen. Is de terugvlucht een plezierreis voor u geweest? In alle opzichten. De manier van sa menwerking tusschen de bemanning en de wijze, waarop ieder voor zijn eigen taak opkwam was geweldig. Ik heb zelf gereisd als een vorst. In een luien stoel zittende, gleed de geheele wereld onder mij door en genoot ik van de schitteren de en steeds afwisselende panorama's. U weet, dat na uw vertrek uit Angora het landingsterrein te Constantinopel voor voor de K. L. M.-toestellen niet meer be schikbaar werd gesteld? Dat weet ik, antwoordde de heer Mar tin. Toen ik uit Angora vertrok, liet het zich aanzien, dat alle moeilijkheden wa ren opgelost. Ik had echter besprekingen gevoerd met Buitenlandsche Zaken; het verbod om te Constantinopel te landen moet dan ook uitgevaardigd zijn door den generalen staf. Hoe was de accomodatie op de ver schillende vliegvelden? Behalve te Bangkok en te Akyab, waar de accomodatie zeer primiteif is, in laatstgenoemde plaats zijn we thans zelf aan het verbeteren trof ik overal zeer goede landingsterreinen. Nog een laatste vraag. Kreeg u den in druk, dat in Indië van den N. N. I. L. M.-dienst veel gebruik wordt gemaakt? Absoluut, antwoordde de heer Martin. De dienst wordt met de grootste regel maat uitgevoerd en dat is een onschat baar voordeel. Ook viel het me op, dat in Indië reeds veel aan de sportvliegerij wordt gedaan. En hiermede meen ik u vrijwel alles te hebben medegedeeld, wat er op het oogenblik te zeggen valt, dus Ons afscheid was hartelijk, doch iet wat haastig. DE CRISIS IN DEN LANDBOUW EN HET HYPOTHEEKBEDRIJF. Het is voor den geldbelegger thans geen plezierige tijd, schrijft het Hbld. De mees te effectenbezitters, die een min of meer belangrijk percentage aandeelen in hun portefeuille hebben, zitten met koersver liezen. Aan den anderen kant biedt de markt voor vaste rentedragende fondsen weinig aantrekkelijks voor den belegger Als men de koerslijst overziet, dan zal men bemerken, dat de meeste 4 Ml pet ge meente-obligaties en pandbrieven boven pari noteeren. Uit de ontvangst, die eeni- ge 4 pet leeningen hebben gehad, mag niet de conclusie worden getrokken, dat wij geleidelijk naar dit rentetype toe gaan. Integendeel bestaat in kringen, die met de beleggingsmarkt nauw contact hebben de opvatting, dat dit rentetype zich niet zal kunnen handhaven. Daaruit volgt dan dat in het gunstigste geval de houder van 4 pet stukken voorloopig met een handhaving van de tegenwoordige koer sen rekening mag houden, maar nage noeg niet met een verdere stijding der koersen. Wat pandbrieven betreft, hebben wij eenige malen de bewering hooren uiten, dat er bij beleggers een zekere terughou ding zou bestaan, zulks met het oog op den moeilijken toestand, waarin de land bouw verkeert, waaruit dan voor de hy potheekbanken verliezen zouden kunnen voortspruiten. De kwestie leek ons belangrijk genoeg, om daarover iets meer te weten te ko men en het is ons bij informatie geble ken, dat het belang van de hypotheekban ken bij landelijke eigendommen over het algemeen niet zoo groot is als velen mee- nen. Het is niet oninteressant eens na te gaan onder welke omstandigheden het landelijk en stedelijk hypotheekbedrijf zich in den loop der jaren heeft ontwik keld, omdat daaruit ook conclusies voor Het vierde postvliegtuig, de P.H.-A.E.Z., bemand met Frijns, Bot en Bruinesteijn, is Dinsdag op Schiphol gearriveerd. Aan boord bevond zich ook de algemeen secretaris der K.L.M., de heer I-Ians Martin, die de reis van Indië meemaak te. V.l.n.r.: Mevr. Smirnoff, Mevr. Martin, Frijns, Mevr. Frijns, 2e Piloot Bot, Mevr. Bot en de heer Plesman, directeur K.L.M. het verkeerde eind heeft, voordat je nog een woord hebt gehoord; en ben je een man, dan weet je nqg niet wat goed en verkeerd is, als je naar alles geluisterd hebt, wat er over te zeggen valt. Toch zijn meneer Pauls redevoeringen heel overtuigend, moet ik zeggen; vooral voor menschen, die het met hem eens zijn". „De gave der welsprekendheid is een groote macht", overpeinsde Johanna half luid; „het moet heerlijk zijn, als men ziet, dat honderden menschen aan je lip pen hangen, voor elk woord, dat je zegt en het gevoel te hebben, dat je ze naar welgevallen kunt kneeden in den vorm, die men zich wenscht." „Dat moet het inderdad, liefje eigenlijk is het een macht, te uitgebreid om te rusten in de handen van één, al is die ééne dan ook meneer Paul. Ik verbaas me er altijd over, dat zooveel van die heeren der schepping het zoo ver brengen in de wereld, terwijl ze todh eigenlijk geen steek weten en het niet eens kunnen hebben, dat een ander hun wat leeren wil. Ik vermoed, dat de voor zienigheid over de mannen al met even veel zorg waakt als over de kinderkens, want anders zou men niet weten, wat er van hen terecht zou komen vooral de ongetrouwden." „Je placht vroeger zoo'n vurig conser vatief te zijn", opperde Johanna, terwijl ze een vaas met narcissen vulde. „Dat is ook zoo juf; vroeger meende ik, dat in hun kamp nog het minste kwaad gesticht werd, omdat ze Zich met hun eigen zaken bemoeiden en het land zijn eigen weg lieten volgen. Bemoeizucht is een van die dingen, die ik niet 'kan uitstaan, en zooals het mij gaat, zoo zal het ook wel het land gaan. Men behoeft zijn neus niet te steken in dingen, die ons niet aangaan." „Dus nu ben je een verstokt Liberaal geworden, Martha?" „Nou, dat zou ik nu maar zoo niet willen beweren", antwoordde 'het oudje voorzichtig. „Mijn vader was er een, en ik herinner me, dat de liefde voor zijn beginsel hem zoo dwars zat, dat hij geen biefstukje kon eten, zonder moeder te ver tellen, hoeveel malscher het zou zijn uit gevallen, als hij het zelf had gedaan. Ik heb opgemerkt, dat als.de beer des hui zes een voorstander is van nieuwigheden, dan is het dikwijls narigheid in de keu ken. Daarom moet ik van al die vooruit strevende menschen niets hebben en daar bij blijft het", En Martha zwaaide zóó strijdlustig met haar stofdoek, alsof de heele liberale partij' er mede gekastijd moest worden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5