DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Staten-Oeneraal PAULS OFFER. Uit de Provincie. NIEMEUEttS HEERENBAAI VAN VRIJDAG 21 NOV. 1930. Nr. 45. TWEEDE KAMER. BEGROOTING VAN ARBEID, HANDEL EN NIJVERHEID. Na aanneming van een groot aantal wetsontwerpen werd in de vergadering van gisteren voortgezet de behandeling van de begrooting van arbeid, handel en nijverheid, hoofdstuk arbeid. De heer B r a u t i g a m, V. D., wil, in afwachting van een internationale rege ling van den arbeidstijd, voor het trans portbedrijf hier te lande een regeling. Spr. wijst op den zeer langen arbeids tijd in de binnen-beurtvaart en voor de chauffeurs. De heer J o e k e s, V. D., acht het den plicht der regeering, de Arbeidswet ver der toe te passen, waarbij zij niet kan ont komen aan uitbreiding van de arbeids inspectie. De heer Hiemstra, S. D., vraagt na te gaan, op welke wijze de musici, die in een noodtoestand verkeeren, geholpen kunnen worden, en constateert, dat de bescherming' van landarbeiders geen voortgang heeft. De heer Kuiper, R. K., informeert of het nog langer moet duren voor de Conventie van Washington geratificeerd is. De heer W ij n k o o p, C. P., heeft geen vertrouwen in den minister. De arbeiders zelf dienen de controle te verkrijgen over hetgeen in de fabrieken gebeurt. De ar beidsinspectie zal, zooals-die nu is, nooit goed kunnen werken. Van een georgani seerd bedrijf moet spr. niets hebben. Hij wil alleen den strijd van de arbeiders te gen de ondernemers. Mej. K a t z, C. H., bestrijdt het twee- ploegenstelsel voor vrouwen en meisjes in fabrieken, op grond van de onveilig heid op eenzame wegen. Het komt n.l. vaak voor, dat zij 's nachts naar huis of naar'de fabriek moeten. Aan den centra- len dienst der arbeidsinspectie zou Spr. een vrouwelijke deskundige wenschen. De Minister aan het woord. De Minister van Arbeid, H a n d e 1 en Nijverheid, de heer Verschuur, meent, dat de economi sche situatie van invloed moet zijn op het sociale beleid, al wordt ten onrechte vaak beweerd, dat de bedrijven bepaalde sociale lasten niet kunnen dragen. Intusschen moet in alle omstandighe den de regeering vasthouden aan het schéppen van sociale rechtvaardigheid, al dient zij de draagkrachtder bedrijven in het oog te houden. Deed de regeering dit laatste niet, dan zou de regeering he den nog de volledige arbeidswet invoe ren, voorts een arbeidswet voor de land arbeiders, een werkloosheidsverzekering, enz. Dit zijn alle maatregelen, die zich sociaal zeer goed laten denken. De draag kracht der bedrijven is echter zeer ver minderd. Vele verwijten van Dr Vos waren zeer onbillijk. De regeering houdt zeer goed rekening met de economische omstandig heden. Ook het verwijt van geen belang stelling te hebben voor den middenstand is ongegrond. Spreker heeft op zijn de partement een aparte af deeling voor den middenstand ingesteld, en hij wijst op de winkelsluitingswet, een uitnemend mid- denstandsbelang. Dat de sociale lasten de daling der kleinhandelsprijzen tegenhouden is ook on juist. De sociale lasten zijn gedurende den tijd, dat wij op die daling wachten, niet verhoogd. We moeten eer zien in de richting der kartels en trusts. Die heb ben vaak de prijsbepaling in de hand. De daling der groothandelsprijzen levert hun dan voordeel op. Men weet, dat met onderzoek van dit vraagstuk een commis sie is belast. De Nederlandsche regeering kan eerst overgaan tot ratificatie der 8-urencon- FEUILLETON. Vrij naar het Engelsch. 69.) „Ik vind bet schandelijk onrechtvaar dig!" riep Johanna uit. Paul deed, of hij zijn ontbijt vervolgde. „Neen, dat is het niet; het is volmaakt rechtvaardig. Voor alles, wat we doen of laten, moeten we vroeg of laat rekening en verantwoording afleggen, .en dat mo gen we niet vergeten, wat we ook doen in het l§ven. Nu moet ik het gelag be talen voor het schrijven van „Schijn en Wezen". „Maar het spijt je toch, dat het boek ooit geschreven is, is 't niet?" vroeg Johanna. „Dat zal waar wezen, het doet mij1 meer leed dan iemand anders. Maar toch, het helpt niet heel ,veel, of we al treuren over hetgeen niet meer ongedaan kan worden gemaakt, het is maar het beste om zonder mopperen de schuld, die we ons zelf hebben opgelegd, te aanvaarden. Si' is nu eenmaal «en wissel getrokken ventio als andere landen als Duitschland en Engeland, zich ook daartoe opmaken. Daarvan is niets te merken. De arbeid van vrouwen en meisjes in fabrieken heeft de belangstelling der re geering. Het idee van Mej. Katz zal spr. overwegen. Naar de werking van het tweeploegenstelsel zullen partieele onder zoeken worden ingesteld. Het tweeploe genstelsel beeft op zichzelf al moreele bezwaren en er wordt met leedwezen ge constateerd, dat de economische omstan digheden dit stelsel voor uitbreiding vat baar maken. Aan de ergste uitwassen moet intusschen een einde worden ge maakt. Dit is de strekking van een alg. maatregel van bestuur, die den leeftijd voor meisjes verhoogt tot 18 jaar, dien der jongens tot 16 jaar. Een absoluut verbod voor vrouwenarbeid in twee ploe gen zou een te drastische maatregel zijn. De vacantie heeft v%or den arbeider een verheffenden invloed. Dit instituut ont wikkelt zich geweldig. Is het wel noodig, dat de regeering nog inet maatregelen komt? Bij zulk een natuurlijken groei kan de overheid een afwachtende houding aan nemen. De regeering zou bet betreuren, als de textielindustrie één der oorzaken was, dat de regeering de wettelijke regeling der vacantie zou moeten ter hand nemen. Inzake de huisindustrie hoopt Spr., dat spoedig een ontwerp kan worden inge diend. De algemeente maatregel van bestuur ten aanzien van toepassing van de Ar beidswet op kantoorbedienden is heden naar den Hoogen Raad van Arbeid ge gaan, De regeering hoopt, dat deze maat regel in de eerste helft van 1931 in wer king kan treden. Daarna komen de apo thekersbedienden en koffiehuispersoneel aan de beurt. Wat de landarbeiders betreft, wijst Spr. op de landbouwcrisis. Van toestanden in het transportbedrijf heeft spr. met groot misnoegen kennis genomen. Bij stoomketels wordt vaak de veiligheid afgezet. De inspectie houdt zich met dit verschijnsel bezig, maar het is zeer moeilijk, dit vergrijp op heeterdaad te constateeren. Tenslotte ontwikkelt spr. nog eenige gedachten over de bedrijforganisatie. Zoo als die bedrijfsorganisatie bij de regee ring leeft, zal zij alleen een adviseerende bevoegdheid hebben. Zij vormt een voe dingsbodem voor de collectieve contrac ten en de bindendverklaring laat zich op die basis goed denken. De toepassing der bindendverklaring zal in een tijd als de ze zeker kleiner moeten zijn dan in nor male tijden. De algemeene beraadslagingen over de ze afdeeling worden gesloten. Avondvergadering. Aan de orde is de afdeeling sociale verzekering. De beer Snoeck Henkemans, G. H. constateert met volledige instem ming, dat de minister ten aanzien van de ouderdomsvoorziening van meening is, dat de materieele regeling moet voor afgaan aan de formeele. Teleurstellend acht spr. bet, dat de minister opneming in de invaliditeitswet van de loontrek- kenden boven 35 jaar niet een van de meest dringende aanvullingen der wet noemt. Spr. bestrijdt vöorts 't geven van toeslagen in de premie voor de lagere inkomens. Ten aanzien van de ziekteverzekering wijst spr. op de groote moeilijkheid voor de losse arbeiders. De beer S m e e n k, A.R., hoopt, dat het wetsontwerp tot herziening van de invaliditeits- en ouderdomswet, welke herziening de minister 1 Januari 1932 in werking wil zien getreden, spoedig zal worden ingediend. Het vrijstellen van premiebetaling voor de inkomens beneden f 1500 acht spr. principieel verkeerd; bet zou de concurrentievoorwaarden in een ongun stige verhouding voor de anderen bren gen. Voorts vraagt spr. of bet juist is, dat bet gevaar dreigt, dat voor bepaalde be drijven tot premieverhooging voor de ziekteverzekering zal moeten worden overgegaan. De heer Oud, V.D., is van meening, dat alleen de invoering van staatspen sioen een regeling kan brengen, die op den duur ook voor de niet-loontrekken- op de menscben, en nu willen zij deze ook incasseeren". ,,'t Ergste is, dat men deze zaak niet alleen in zijn beurs voelt", zeide domi nee Seaton zuchtend. „Schijn en Wezen" heeft me heel wat meer dan geld gekost", zei Paul. „Dat weet ik", antwoordde zijn vader, „en ik hoopte, dat de gehuld gedelgd was". Paul glimlachte. „Het is ijdele hoop te verwachten, dat, als we naar Egypte gaan om graan te koopen, het geld terug gestort zal worden in "onze eigen zak ken. Maar als we dan toch onze schulden moeten betalen, laat ons er dan maar liever niet meer over spreken, als het u hetzelfde is." Zoo veranderde men van onderwerp; maar den heelen verderen dag mompelde Johanna 'telkens, als iemand haar kon hooren: „Die oude Shelford is een harde kerel!" Toen de dominee en Johanna hun ge wone wandeling gingen maken, bleef Paul bij zijn moeder, die zat te breien en speelde met haar kluwen wol, hetgeen hij als kind ook gaarne deed. „Mijn jongen, waar is Isabel Carnaby nu?" vroeg mevrouw Seaton plotseling. Paul was een oogenblik overrompeld, den, de kleine zelfstandige werkers, dia economisch met arbeiders zijn gelijk te stellen, bevredigend kan zijn. Spr. acht bet onjuist, dat de minister niet terugkomt op zijn standpunt, dat hernieuwing der erkenning van bedrijfs verenigingen, bedoeld in art. 91, 2e lid der ziektewet uitgesloten is. Het is vol gens spr. onlogisch om een instelling als de „Centrale Onderlinge" met 9000 leden niet te erkennen omdat zij z.g. „onvolwaardig" is. De beer Bakker, C.H., wensebt evenals de heer Smeenk de loontrek- kenden boven 35 jaar te zien opgenomen in de invaliditeitswet. Spr. bepleit eeni ge positieverbetering voor de agenten van de ouderdomsverzekering. Hij vraagt of er ook een rechtsgrond zou kunnen worden gevonden om de zieken kassen, die losse arbeiders opnemen, te helpen. De beer Drop, S.D.A.P., hoopt, dat een regeling zal worden getroffen, waardoor ook het mijnwerkersfonds zal voldoen aan de vereisebten voor de in- validiteis- en ziektewet. De heer dr Vos, lib., sluit ziöh aan bij de woorden van mr Oud ten gunste van staatspensionneering. Opvallend is dat circa 95 pet. van de ongevallen buiten de ongevallenwet blij ven. Toch bedragen de administratie kosten van de Rijksverzekeringsbank 3^ millioen gulden. Het revenu voor de ingevolge de inva liditeitswet verzekerden is ook zeer ge ring; unificatie kan hier verbetering brengen. De beer Van den Heuvel, A.R., zou een meer coulante behandeling van de bedrijfsvereenigingen door de Raden van Arbeid wenschen in gevallen van vertraging in rentebetaling of zegelplak- king. Het beginsel, dat de controle inge volge de wet moet worden verhaald op de bedrijfsvereenigingen, noemt spreker verkeerd, in het bijzonder voor de land en tuinbouwongevallenwet. De heer Kupers, S. D., beveelt den minister aan, de ouden van dagen te' helpen. Verstrekking van een kosteloos pen sioen van f3 per week (echtparen f6) aan hen, die, 65 jaar zijnde, buiten de in validiteitswet vallen, zou 60 millioen kos ten voor het eerste jaar en daarna f 1 millioen per jaar stijgende. Thans kost de ouderdomsverzorging 31 millioen per jaar. De heer Kortenhorst, R. K., wijst op de tot nu toe gunstige ervaring met de Ziektewet. De samenwerking die tus- schen de Federatie der bedrijfsvereeni gingen en de Raden van Arbeid is tot stand gekomen, maakt het gemakkelijk, wenschelijk gebleken oplossingen te vin den voor bepaalde onderdeelen. Spr. be twist, dat de werknemers geen voldoen de medezeggenschap bij de uitvoering van de ziekteverzekering zouden hebben. De heer De Visser, C. P., heeft gee nerlei vertrouwen in de hervormings- groepen van S.D.A.P. tot Regeering ten aanzien van de sociale voorzieningen. Spreker dient een motie in waarin ge vraagd wordt het nemen van maatrege len, waardoor blijvend voor hen, die den leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, en die het nog worden, wordt voorzien, en tevens voor hun weduwen en weezen, zonder dat eenige bijdrage van premie door hen is verschuldigd". Daar de motie niet wordt ondersteund maakt zij geen onderwerp van beraadsla ging uit. De heer Kersten, S.G.P., vraagt wie den Staat het recht geeft, verzekerings- dwang op te leggen. Het is onbillijk en onrechtvaardig, de gewetensbezwaarden die toch wel belasting moeten betalen, niet vrij te stellen van den verzekerings- dwang. De heer Kuiper, R. K., bepleit zelf standigheid van de bedrijfsfondsen. Beantwoording door den Minister. De Minister van Arbeid, Han- delenN ij verheid, MrVerschuur zal zich wegens het vergevorderde uur van den avond (kwart voor 12) in zijn antwoord beperking opleggen. Aan de herziening van de invalidi teit- en ouderdomsverzeke ring, die spr. met 1 Januari 1932 in werking zou willen zien treden, wordt met voortvarendheid gearbeid. Over de ziekteverzekering is in maar antwoordde onmiddellijk rustig: „Ze is nog in de stad en gaat geloof ik, te gen het eind van het seizoen met Lord Wrexham .trouwen." „Ik hield erg veel van Isabel." „Dat weet ik, moeder; ik ook." „Wat voor een type is Lord Wrexham?" „'Het beste type van een Engelschen gentleman." „Dus je denkt wel, dat hij goed bij Isa bel past?" vroeg mevrouw Seaton met een zucht van verlichting. „Dat heb ik niet gezegd," antwoordde Paul, liet de kluwen op den grond val len en bukte zich om haar weer op"" te rapen. „Denk je, dat hij haar gelukkig kan ma ken?" hield mevrouw Seaton vol. Paul zweeg eenige oogenblikken voor hij antwoordde: „Niet zoo gelukkig, als ik had kunnen doen". „Hij zal ha,ar niet begrijpen, denk ik?" „Neen", f „O Paul, waarom heb je baar ooit la ten gaan?" „Omdat ik maar pen gewone jongen ben, en onbemiddeld. Als haar huwelijk met mij geen opoffering van haar kant had gevergd, zou ik haar nimmer hebben laten gaan, en ik zou haar gelukkig ge maakt hebben, ondanks alles. Maar ik verschillend opzicht gesproken. Spr. er kent gaarne, dat zij tot nu toe aan de verwachtingen heeft beantwoord, terwijl anderzijds verschillende wenschen nog onvervuld zijn gebleven. Spr. zal gaarne onderzoeken of er aan leiding is meer consideratie te gebrui ken jegens bedrijfsvereenigin gen die aan haar verplichtingen niet tijdig hebben voldaan. Spr. wil den heer Bakker toezeggen, dat hij het denkbeeld zal overwegen om plaatselijke kassen, die losse arbeiders opnemen, te helpen. De plannen, waaraan de Regeering bezig is te arbeiden, bewegen zich in drieërlei richting: te helpen de ouden van dagen die zonder rente verkeeren; de voorko ming, dat zich eenzelfde groep vormt door uitvallen en de verhooging van de prestaties der invaliditeitswet. Daar de plannen den Hoogen Raad van Arbeid moeten passeeren, is er uiteraard nog een zekere tijd noodig alvorens zij de Kamer kunnen bereiken. Aan reorganisatie van de sociale ver zekering zal spr. gaarne t.z.t. zijn gedach ten wijden, doch het begrip unificatie lijkt hem te veel op mystificatie. Bij verbetering van de positie der agen ten V.O.V. moet men wel bedenken, dat deze weer moet terugvallen op de ver zekerden. Het betrekken van personen, die boven 35 jaar nog in loondienst komen, in de invaliditeitswet levert wel bezwaren op: spr. wil echter overwegen wat ten deze kan worden gedaan. Waar hulp kan worden geboden aan hen, die deze noodig hebben, daar moet dit geschieden; Spr. kan daarom niet met de denkbeelden van den heer Ker sten meegaan. In het algemeen zal spr. gaarne nog in de Handelingen nagaan, wat verder nog tor sprake werd gebracht. Te 12.50 wordt de vergadering verdaagd tot heden één uur. Middelburg. Gisterenavond had in de /roote zaal van het Schuttershof alhier pén bijeenkomst plaats van leden van .iet verband Zeeland van den Vrijwilli- gen Motordienst met hun dames en met genoodigden, w.o. de leden van den Bij zonderen Vrijwilligen Landstorm en de officieren van het garnizoen Middelburg. De aanwezigen," die de zaal zoo wat voor de helft vulden, hebben volop ge noten van het vertoonen van de zesdee- lige film van de Bataafsche Petroleum- Maatschappij. Een der heeren van de Bataafsche zorg de voor een zeer duidelijke toelichting van hetgeen op het doek werd vertoond. Een zeer aangename en welkome af wisseling bracht de Mondharmonica-ver- eeniging „Crescendo Buitentuin" door voor het begin en tijdens de pauze op de van haar bekende goede wijze voor muziek te zorgen. Het mag in alle opzichten een wel geslaagde avond worden genoemd. N.- en St Joosland. Woensdagmiddag had Mej. Z. alhier de kachel aangemaakt, waarna zij zich even verwijderde voor haar werkzaamheden. Toen zij terug kwam stond de schoor steenmantel volop in brand, alsmede het schoorsteenkleed enz. Gelukkig kon men dit begin van brand spoedig blusscken. Waarschijnlijk is door den feilen wind de vlam uit de kachel geslagen en daardoor in aanraking geko men met het schoorsteenkleed. Zierikzee. Gisteravond werd alhier een propaganda- landstormavondi gehouden in hotel „Juliana", welke goed was be zocht. De vergadering werd geopend door den Burgemeester, dhr J. C. A. Banninck, die een inleidend woord sprak, er op wij zende, dat het aantrekkelijke van dezen avond voor hem inzonderheid is gelegen in de saambindende kracht, die er uit spreekt. Onmiddellijk daarna stelde hij aan de aanwezigen voor de Res. Luite nant-kolonel H. Bierman, Commandant Bijz. Vrijw. Landstorm Verband Zeeland, wien hij met zijn benoeming als comman dant gelukwenschte. Daarna verkreeg commandant Bier man het woord, die bedankte voor de prettige en gulle ontvangst en gaarne kennis wenschte te maken met de Land- stormers. kon haajr niet dwingen mijn armoede te aanvaarden, toen ik eenmaal had gezien, dat ze er voor terug deinsde". „Maar liefde is toch het hoogste goed, vooral voor een vrouw; ze wil liever arm en behoeftig zijn met den man, van wien ze houdt, dan met een eenzaam hart aanzitten aan de tafel der rijken". „Ik geloof niet, dat u en Johanna vol komen begrijpen, hoeveel stand en for tuin, met wat erbij behoort, beteekenen vo-cr een vrouw, die is groot gebracht als Isabel", zei Paul. „Voor u zijn bet uiter lijkheden. die uw innerlijk leven absoluut onbewogen laten, maar voor haar is het de lucht, die' ze inademt". „Wil je daarmee zeggen, dat ze niet gelukkig zou kunnen zijn zonder dat al les?" „Neen, dat beweer ik niet; integendeel zulke dingen kunnen Isabel niet gelukkig maken. Maar ze zou .ze uit eigen vrijen wil moeten opgeven. Ik kon haar moei lijk dwingen ze op te geven, omdat ik nu toevallig meende, dat ze ook zonder dat gelukkig zou kunnen zijn vooral waar mijn geluk van die opoffering af hankelijk was". „Ik begrijp wat je 'bedoelt; had ze armoede verkozen, dan zou jij haar ge lukkig in die .armoede hebben .gemaakt, Friesche 10-18 cents per half ons _V00R FIJNPROEVERS,, Zijn rede aanvangende wees hij op de moeilijke tijdsomstandigheden, waaronder ons volk veelszins verkeert, waarom het noodig is waakzaam te zijn en te blij ven. Ons verband, aldus spreker, is het 22ste deel van het verbond, dat gesloten is, sedert Troelstra zich vergiste, Een ver bond dat inplaats van revolutie, onze Vorstin wil beschermen en het onzalig pogen van Troelstra wil beantwoorden met een „dat nooit". Spr. herinnerde er aan, dat er ahc.,n bij den Vrijwilligen Landstorm 67000 re- geeringsgetrouwe mannen zijn georgani seerd, waarvan 3000 in Zeeland. Voorts wees hij op de algemeene taak van het instituut, hierin bestaande om in revolutionaire en woelige dagen weer stand te bieden en de orde en rust te handhaven. Het mooie van deze beweging, zoo ver volgde spreker, is hierin gelegen, dat deze bescherming van de hoogste belangen van ons volk niet geschiedt, om voor deel of loon, maar geheel vrijwillig door mannen, die zich hiertoe gedringen ge voelen. Aan het eind van zijn rede las hij met instemming de verklaring voor van den Minister-President afgelegd in de Twee de Kamer, naar aanleiding van de ge vaarlijke uitspraak van het socialistisch Kamerlid Albarda, ten opzichte van de houding der S.D.A.P. ingeval ons land in oorlog mocht komen. Hierna ging Spr. er toe over om aan de heeren A. Leeuwe te Haamstede en P. B. van 'tVeer te Zierikzee, het brevet van scherpschutter uit te reiken. Na de pauze waarin door een strijk kwartet enkele muzieknummers ten bes te werden gegeven, verkreeg dhr P. G. Laernoes, secretaris der Prov. Landstorm commissie, het woord. Ook deze spr. herinnerde aan den ern3t der tijden en de gebeurtenissen van den laatsten tijd. Hij waarschuwde krachtig voor het ge vaar van het communisme, waarom het noodzakelijk is waakzaam en paraat te blijven. Hij wees er met nadruk op, dat het instituut van den Vrijw. Landstorm een vredesinstituut bij uitnemendheid is. Ook bi'acht hij dhr J. E. v. d. Broek, leider van de Gewestelijke Landstormcommis sie hulde voor zijn bemoeiingen als orga nisator. Hierna werd door het kwartet wederom gemuciseerd en de vergadering door den Burgemeester gesloten. HET CONFLICT IN DE TYPOGRAFIE. In ziin economische kroniek in de Eco nomist zegt dr B. Bölger o.a.: Wie de zaken ziet zooals ze zijn, zal moeten erkennen dat ook de bedrijfsorga nisatie niet in staat is geweest, goede ver houdingen te scheppen. Evenals bij elke onderhandeling over de arbeidsvoorwaar den, probeerden de arbeidersorganisaties den werkgevers zooveel af te dwingen als hun op bet betrokken oogenblik moge lijk is. Krijgen zij naar hun meening niet voldoende, en zien zij de kans schoon, dan dreigen zij met een staking, in de hoop dat de patroons zich daardoor zullen la ten beinvloeden en verdere toezeggingen zullen gaan doen. Zij handhaven hun eischen volledig, totdat zij zien dat het wel eens zou kun nen mi sloop en en vinden in de Rijksbe middeling een dankbaar instituut om den aftocht te dekken, teneinde daana in hart roerende termen te verklaren, dat zij het toch eigenlijk zijn, die het zoo goed met de bedrijfsorganisatie meenen en ter wijl ongeveer de helft van hun eisch is in gewilligd zich daarvoor zeer groote op offeringen hebben willen getroosten. Waren de omstandigheden anders ge weest, niets zou hen hebben weerhouden om de geheele bedrijfsgemeenschap om ver te gooien, doch, zooals het orgaan van de socialistische Alg. Ned. Typogra fen Bond verklaart, „toen puntje bij paal tje kwam, waren de hoofdbestuurders tot maar je achtte jezelf niet gerechtigd, haar die armoede tegen haar wil op te dringen". „Precies; zoolang ik zag„ dat ze tevre den was meft mijn liefde, wist ik, dat ik haar geluk hield in de holte van mijn hand eh ik vreesde .geen armoede voor haar of voor mij; maar toen ik bemerkte, dat ze terugdeinsde voor het moeilijke leven, dat ze gekozen had, achtte -ik het mijn plicht als main van eer, om haar vrij te .laten". „Weet je wel, dat ik wel eens bang ben geweest, dat je erg bard tegen haar was geweest, lieve jongen". „Dat was ik in het begin ook hard en bitter en trotsch; maar als de liefde bezit neemt van bet terrein, dan moet de trots spoedig het onderspit delven en smelt de hardheid weg als sneeuw voor de zon. In het allereerste 'begin deed mijn trots mij haar ontwijken, om dat ze mij een paar heel leelijke din gen naar het hoofd had gegooid; maar ik heb haar al spoedig vergeven, daar ik wist, dat ze ze in drift gezegjd had en ze eigenlijk niet meende, en ik zou haar toch vergeven hebben, zelfs al meende ze ze wel", voegde hij er glim lachend aan toe. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5