DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Staten-Oeneraal
PAULS OFFER.
Uit de Provincie.
NIEMEUEttS
HEERENBAAI
VAN
VRIJDAG 21 NOV. 1930. Nr. 45.
TWEEDE KAMER.
BEGROOTING VAN ARBEID, HANDEL
EN NIJVERHEID.
Na aanneming van een groot aantal
wetsontwerpen werd in de vergadering
van gisteren voortgezet de behandeling
van de begrooting van arbeid, handel en
nijverheid, hoofdstuk arbeid.
De heer B r a u t i g a m, V. D., wil, in
afwachting van een internationale rege
ling van den arbeidstijd, voor het trans
portbedrijf hier te lande een regeling.
Spr. wijst op den zeer langen arbeids
tijd in de binnen-beurtvaart en voor de
chauffeurs.
De heer J o e k e s, V. D., acht het den
plicht der regeering, de Arbeidswet ver
der toe te passen, waarbij zij niet kan ont
komen aan uitbreiding van de arbeids
inspectie.
De heer Hiemstra, S. D., vraagt na
te gaan, op welke wijze de musici, die in
een noodtoestand verkeeren, geholpen
kunnen worden, en constateert, dat de
bescherming' van landarbeiders geen
voortgang heeft.
De heer Kuiper, R. K., informeert
of het nog langer moet duren voor de
Conventie van Washington geratificeerd
is.
De heer W ij n k o o p, C. P., heeft geen
vertrouwen in den minister. De arbeiders
zelf dienen de controle te verkrijgen over
hetgeen in de fabrieken gebeurt. De ar
beidsinspectie zal, zooals-die nu is, nooit
goed kunnen werken. Van een georgani
seerd bedrijf moet spr. niets hebben. Hij
wil alleen den strijd van de arbeiders te
gen de ondernemers.
Mej. K a t z, C. H., bestrijdt het twee-
ploegenstelsel voor vrouwen en meisjes
in fabrieken, op grond van de onveilig
heid op eenzame wegen. Het komt n.l.
vaak voor, dat zij 's nachts naar huis of
naar'de fabriek moeten. Aan den centra-
len dienst der arbeidsinspectie zou Spr.
een vrouwelijke deskundige wenschen.
De Minister aan het woord.
De Minister van Arbeid,
H a n d e 1 en Nijverheid, de heer
Verschuur, meent, dat de economi
sche situatie van invloed moet zijn op
het sociale beleid, al wordt ten onrechte
vaak beweerd, dat de bedrijven bepaalde
sociale lasten niet kunnen dragen.
Intusschen moet in alle omstandighe
den de regeering vasthouden aan het
schéppen van sociale rechtvaardigheid,
al dient zij de draagkrachtder bedrijven
in het oog te houden. Deed de regeering
dit laatste niet, dan zou de regeering he
den nog de volledige arbeidswet invoe
ren, voorts een arbeidswet voor de land
arbeiders, een werkloosheidsverzekering,
enz. Dit zijn alle maatregelen, die zich
sociaal zeer goed laten denken. De draag
kracht der bedrijven is echter zeer ver
minderd.
Vele verwijten van Dr Vos waren zeer
onbillijk. De regeering houdt zeer goed
rekening met de economische omstandig
heden. Ook het verwijt van geen belang
stelling te hebben voor den middenstand
is ongegrond. Spreker heeft op zijn de
partement een aparte af deeling voor den
middenstand ingesteld, en hij wijst op de
winkelsluitingswet, een uitnemend mid-
denstandsbelang.
Dat de sociale lasten de daling der
kleinhandelsprijzen tegenhouden is ook on
juist. De sociale lasten zijn gedurende
den tijd, dat wij op die daling wachten,
niet verhoogd. We moeten eer zien in
de richting der kartels en trusts. Die heb
ben vaak de prijsbepaling in de hand.
De daling der groothandelsprijzen levert
hun dan voordeel op. Men weet, dat met
onderzoek van dit vraagstuk een commis
sie is belast.
De Nederlandsche regeering kan eerst
overgaan tot ratificatie der 8-urencon-
FEUILLETON.
Vrij naar het Engelsch.
69.)
„Ik vind bet schandelijk onrechtvaar
dig!" riep Johanna uit.
Paul deed, of hij zijn ontbijt vervolgde.
„Neen, dat is het niet; het is volmaakt
rechtvaardig. Voor alles, wat we doen of
laten, moeten we vroeg of laat rekening
en verantwoording afleggen, .en dat mo
gen we niet vergeten, wat we ook doen
in het l§ven. Nu moet ik het gelag be
talen voor het schrijven van „Schijn en
Wezen".
„Maar het spijt je toch, dat het boek
ooit geschreven is, is 't niet?" vroeg
Johanna.
„Dat zal waar wezen, het doet mij1 meer
leed dan iemand anders. Maar toch, het
helpt niet heel ,veel, of we al treuren
over hetgeen niet meer ongedaan kan
worden gemaakt, het is maar het beste
om zonder mopperen de schuld, die we
ons zelf hebben opgelegd, te aanvaarden.
Si' is nu eenmaal «en wissel getrokken
ventio als andere landen als Duitschland
en Engeland, zich ook daartoe opmaken.
Daarvan is niets te merken.
De arbeid van vrouwen en meisjes in
fabrieken heeft de belangstelling der re
geering. Het idee van Mej. Katz zal spr.
overwegen. Naar de werking van het
tweeploegenstelsel zullen partieele onder
zoeken worden ingesteld. Het tweeploe
genstelsel beeft op zichzelf al moreele
bezwaren en er wordt met leedwezen ge
constateerd, dat de economische omstan
digheden dit stelsel voor uitbreiding vat
baar maken. Aan de ergste uitwassen
moet intusschen een einde worden ge
maakt. Dit is de strekking van een alg.
maatregel van bestuur, die den leeftijd
voor meisjes verhoogt tot 18 jaar, dien
der jongens tot 16 jaar. Een absoluut
verbod voor vrouwenarbeid in twee ploe
gen zou een te drastische maatregel zijn.
De vacantie heeft v%or den arbeider een
verheffenden invloed. Dit instituut ont
wikkelt zich geweldig. Is het wel noodig,
dat de regeering nog inet maatregelen
komt?
Bij zulk een natuurlijken groei kan de
overheid een afwachtende houding aan
nemen.
De regeering zou bet betreuren, als de
textielindustrie één der oorzaken was,
dat de regeering de wettelijke regeling
der vacantie zou moeten ter hand nemen.
Inzake de huisindustrie hoopt Spr., dat
spoedig een ontwerp kan worden inge
diend.
De algemeente maatregel van bestuur
ten aanzien van toepassing van de Ar
beidswet op kantoorbedienden is heden
naar den Hoogen Raad van Arbeid ge
gaan, De regeering hoopt, dat deze maat
regel in de eerste helft van 1931 in wer
king kan treden. Daarna komen de apo
thekersbedienden en koffiehuispersoneel
aan de beurt.
Wat de landarbeiders betreft, wijst Spr.
op de landbouwcrisis.
Van toestanden in het transportbedrijf
heeft spr. met groot misnoegen kennis
genomen. Bij stoomketels wordt vaak de
veiligheid afgezet. De inspectie houdt
zich met dit verschijnsel bezig, maar het
is zeer moeilijk, dit vergrijp op heeterdaad
te constateeren.
Tenslotte ontwikkelt spr. nog eenige
gedachten over de bedrijforganisatie. Zoo
als die bedrijfsorganisatie bij de regee
ring leeft, zal zij alleen een adviseerende
bevoegdheid hebben. Zij vormt een voe
dingsbodem voor de collectieve contrac
ten en de bindendverklaring laat zich op
die basis goed denken. De toepassing der
bindendverklaring zal in een tijd als de
ze zeker kleiner moeten zijn dan in nor
male tijden.
De algemeene beraadslagingen over de
ze afdeeling worden gesloten.
Avondvergadering.
Aan de orde is de afdeeling sociale
verzekering.
De beer Snoeck Henkemans,
G. H. constateert met volledige instem
ming, dat de minister ten aanzien van
de ouderdomsvoorziening van meening
is, dat de materieele regeling moet voor
afgaan aan de formeele. Teleurstellend
acht spr. bet, dat de minister opneming
in de invaliditeitswet van de loontrek-
kenden boven 35 jaar niet een van de
meest dringende aanvullingen der wet
noemt. Spr. bestrijdt vöorts 't geven van
toeslagen in de premie voor de lagere
inkomens.
Ten aanzien van de ziekteverzekering
wijst spr. op de groote moeilijkheid voor
de losse arbeiders.
De beer S m e e n k, A.R., hoopt, dat
het wetsontwerp tot herziening van de
invaliditeits- en ouderdomswet, welke
herziening de minister 1 Januari 1932
in werking wil zien getreden, spoedig
zal worden ingediend.
Het vrijstellen van premiebetaling
voor de inkomens beneden f 1500 acht
spr. principieel verkeerd; bet zou de
concurrentievoorwaarden in een ongun
stige verhouding voor de anderen bren
gen.
Voorts vraagt spr. of bet juist is, dat
bet gevaar dreigt, dat voor bepaalde be
drijven tot premieverhooging voor de
ziekteverzekering zal moeten worden
overgegaan.
De heer Oud, V.D., is van meening,
dat alleen de invoering van staatspen
sioen een regeling kan brengen, die op
den duur ook voor de niet-loontrekken-
op de menscben, en nu willen zij deze
ook incasseeren".
,,'t Ergste is, dat men deze zaak niet
alleen in zijn beurs voelt", zeide domi
nee Seaton zuchtend.
„Schijn en Wezen" heeft me heel wat
meer dan geld gekost", zei Paul.
„Dat weet ik", antwoordde zijn vader,
„en ik hoopte, dat de gehuld gedelgd
was".
Paul glimlachte. „Het is ijdele hoop
te verwachten, dat, als we naar Egypte
gaan om graan te koopen, het geld terug
gestort zal worden in "onze eigen zak
ken. Maar als we dan toch onze schulden
moeten betalen, laat ons er dan maar
liever niet meer over spreken, als het
u hetzelfde is."
Zoo veranderde men van onderwerp;
maar den heelen verderen dag mompelde
Johanna 'telkens, als iemand haar kon
hooren: „Die oude Shelford is een harde
kerel!"
Toen de dominee en Johanna hun ge
wone wandeling gingen maken, bleef
Paul bij zijn moeder, die zat te breien en
speelde met haar kluwen wol, hetgeen
hij als kind ook gaarne deed.
„Mijn jongen, waar is Isabel Carnaby
nu?" vroeg mevrouw Seaton plotseling.
Paul was een oogenblik overrompeld,
den, de kleine zelfstandige werkers, dia
economisch met arbeiders zijn gelijk te
stellen, bevredigend kan zijn.
Spr. acht bet onjuist, dat de minister
niet terugkomt op zijn standpunt, dat
hernieuwing der erkenning van bedrijfs
verenigingen, bedoeld in art. 91, 2e lid
der ziektewet uitgesloten is. Het is vol
gens spr. onlogisch om een instelling
als de „Centrale Onderlinge" met 9000
leden niet te erkennen omdat zij z.g.
„onvolwaardig" is.
De beer Bakker, C.H., wensebt
evenals de heer Smeenk de loontrek-
kenden boven 35 jaar te zien opgenomen
in de invaliditeitswet. Spr. bepleit eeni
ge positieverbetering voor de agenten
van de ouderdomsverzekering. Hij
vraagt of er ook een rechtsgrond zou
kunnen worden gevonden om de zieken
kassen, die losse arbeiders opnemen, te
helpen.
De beer Drop, S.D.A.P., hoopt, dat
een regeling zal worden getroffen,
waardoor ook het mijnwerkersfonds zal
voldoen aan de vereisebten voor de in-
validiteis- en ziektewet.
De heer dr Vos, lib., sluit ziöh aan
bij de woorden van mr Oud ten gunste
van staatspensionneering.
Opvallend is dat circa 95 pet. van de
ongevallen buiten de ongevallenwet blij
ven. Toch bedragen de administratie
kosten van de Rijksverzekeringsbank 3^
millioen gulden.
Het revenu voor de ingevolge de inva
liditeitswet verzekerden is ook zeer ge
ring; unificatie kan hier verbetering
brengen.
De beer Van den Heuvel, A.R.,
zou een meer coulante behandeling van
de bedrijfsvereenigingen door de Raden
van Arbeid wenschen in gevallen van
vertraging in rentebetaling of zegelplak-
king.
Het beginsel, dat de controle inge
volge de wet moet worden verhaald op
de bedrijfsvereenigingen, noemt spreker
verkeerd, in het bijzonder voor de land
en tuinbouwongevallenwet.
De heer Kupers, S. D., beveelt den
minister aan, de ouden van dagen te'
helpen.
Verstrekking van een kosteloos pen
sioen van f3 per week (echtparen f6)
aan hen, die, 65 jaar zijnde, buiten de in
validiteitswet vallen, zou 60 millioen kos
ten voor het eerste jaar en daarna f 1
millioen per jaar stijgende. Thans kost
de ouderdomsverzorging 31 millioen per
jaar.
De heer Kortenhorst, R. K., wijst
op de tot nu toe gunstige ervaring met
de Ziektewet. De samenwerking die tus-
schen de Federatie der bedrijfsvereeni
gingen en de Raden van Arbeid is tot
stand gekomen, maakt het gemakkelijk,
wenschelijk gebleken oplossingen te vin
den voor bepaalde onderdeelen. Spr. be
twist, dat de werknemers geen voldoen
de medezeggenschap bij de uitvoering
van de ziekteverzekering zouden hebben.
De heer De Visser, C. P., heeft gee
nerlei vertrouwen in de hervormings-
groepen van S.D.A.P. tot Regeering ten
aanzien van de sociale voorzieningen.
Spreker dient een motie in waarin ge
vraagd wordt het nemen van maatrege
len, waardoor blijvend voor hen, die den
leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, en
die het nog worden, wordt voorzien, en
tevens voor hun weduwen en weezen,
zonder dat eenige bijdrage van premie
door hen is verschuldigd".
Daar de motie niet wordt ondersteund
maakt zij geen onderwerp van beraadsla
ging uit.
De heer Kersten, S.G.P., vraagt wie
den Staat het recht geeft, verzekerings-
dwang op te leggen. Het is onbillijk en
onrechtvaardig, de gewetensbezwaarden
die toch wel belasting moeten betalen,
niet vrij te stellen van den verzekerings-
dwang.
De heer Kuiper, R. K., bepleit zelf
standigheid van de bedrijfsfondsen.
Beantwoording door den Minister.
De Minister van Arbeid, Han-
delenN ij verheid, MrVerschuur
zal zich wegens het vergevorderde uur
van den avond (kwart voor 12) in zijn
antwoord beperking opleggen.
Aan de herziening van de invalidi
teit- en ouderdomsverzeke
ring, die spr. met 1 Januari 1932 in
werking zou willen zien treden, wordt
met voortvarendheid gearbeid.
Over de ziekteverzekering is in
maar antwoordde onmiddellijk rustig: „Ze
is nog in de stad en gaat geloof ik, te
gen het eind van het seizoen met Lord
Wrexham .trouwen."
„Ik hield erg veel van Isabel."
„Dat weet ik, moeder; ik ook."
„Wat voor een type is Lord Wrexham?"
„'Het beste type van een Engelschen
gentleman."
„Dus je denkt wel, dat hij goed bij Isa
bel past?" vroeg mevrouw Seaton met
een zucht van verlichting.
„Dat heb ik niet gezegd," antwoordde
Paul, liet de kluwen op den grond val
len en bukte zich om haar weer op"" te
rapen.
„Denk je, dat hij haar gelukkig kan ma
ken?" hield mevrouw Seaton vol.
Paul zweeg eenige oogenblikken voor
hij antwoordde: „Niet zoo gelukkig, als
ik had kunnen doen".
„Hij zal ha,ar niet begrijpen, denk ik?"
„Neen", f
„O Paul, waarom heb je baar ooit la
ten gaan?"
„Omdat ik maar pen gewone jongen
ben, en onbemiddeld. Als haar huwelijk
met mij geen opoffering van haar kant
had gevergd, zou ik haar nimmer hebben
laten gaan, en ik zou haar gelukkig ge
maakt hebben, ondanks alles. Maar ik
verschillend opzicht gesproken. Spr. er
kent gaarne, dat zij tot nu toe aan de
verwachtingen heeft beantwoord, terwijl
anderzijds verschillende wenschen nog
onvervuld zijn gebleven.
Spr. zal gaarne onderzoeken of er aan
leiding is meer consideratie te gebrui
ken jegens bedrijfsvereenigin
gen die aan haar verplichtingen niet
tijdig hebben voldaan.
Spr. wil den heer Bakker toezeggen, dat
hij het denkbeeld zal overwegen om
plaatselijke kassen, die losse arbeiders
opnemen, te helpen.
De plannen, waaraan de Regeering bezig
is te arbeiden, bewegen zich in drieërlei
richting: te helpen de ouden van dagen
die zonder rente verkeeren; de voorko
ming, dat zich eenzelfde groep vormt
door uitvallen en de verhooging van de
prestaties der invaliditeitswet.
Daar de plannen den Hoogen Raad van
Arbeid moeten passeeren, is er uiteraard
nog een zekere tijd noodig alvorens zij
de Kamer kunnen bereiken.
Aan reorganisatie van de sociale ver
zekering zal spr. gaarne t.z.t. zijn gedach
ten wijden, doch het begrip unificatie lijkt
hem te veel op mystificatie.
Bij verbetering van de positie der agen
ten V.O.V. moet men wel bedenken, dat
deze weer moet terugvallen op de ver
zekerden.
Het betrekken van personen, die boven
35 jaar nog in loondienst komen, in de
invaliditeitswet levert wel bezwaren op:
spr. wil echter overwegen wat ten deze
kan worden gedaan.
Waar hulp kan worden geboden aan
hen, die deze noodig hebben, daar moet
dit geschieden; Spr. kan daarom niet
met de denkbeelden van den heer Ker
sten meegaan.
In het algemeen zal spr. gaarne nog
in de Handelingen nagaan, wat verder
nog tor sprake werd gebracht.
Te 12.50 wordt de vergadering verdaagd
tot heden één uur.
Middelburg. Gisterenavond had in de
/roote zaal van het Schuttershof alhier
pén bijeenkomst plaats van leden van
.iet verband Zeeland van den Vrijwilli-
gen Motordienst met hun dames en met
genoodigden, w.o. de leden van den Bij
zonderen Vrijwilligen Landstorm en de
officieren van het garnizoen Middelburg.
De aanwezigen," die de zaal zoo wat
voor de helft vulden, hebben volop ge
noten van het vertoonen van de zesdee-
lige film van de Bataafsche Petroleum-
Maatschappij.
Een der heeren van de Bataafsche zorg
de voor een zeer duidelijke toelichting
van hetgeen op het doek werd vertoond.
Een zeer aangename en welkome af
wisseling bracht de Mondharmonica-ver-
eeniging „Crescendo Buitentuin" door voor
het begin en tijdens de pauze op de van
haar bekende goede wijze voor muziek
te zorgen. Het mag in alle opzichten een
wel geslaagde avond worden genoemd.
N.- en St Joosland. Woensdagmiddag
had Mej. Z. alhier de kachel aangemaakt,
waarna zij zich even verwijderde voor
haar werkzaamheden.
Toen zij terug kwam stond de schoor
steenmantel volop in brand, alsmede het
schoorsteenkleed enz.
Gelukkig kon men dit begin van brand
spoedig blusscken. Waarschijnlijk is door
den feilen wind de vlam uit de kachel
geslagen en daardoor in aanraking geko
men met het schoorsteenkleed.
Zierikzee. Gisteravond werd alhier een
propaganda- landstormavondi gehouden
in hotel „Juliana", welke goed was be
zocht. De vergadering werd geopend door
den Burgemeester, dhr J. C. A. Banninck,
die een inleidend woord sprak, er op wij
zende, dat het aantrekkelijke van dezen
avond voor hem inzonderheid is gelegen
in de saambindende kracht, die er uit
spreekt. Onmiddellijk daarna stelde hij
aan de aanwezigen voor de Res. Luite
nant-kolonel H. Bierman, Commandant
Bijz. Vrijw. Landstorm Verband Zeeland,
wien hij met zijn benoeming als comman
dant gelukwenschte.
Daarna verkreeg commandant Bier
man het woord, die bedankte voor de
prettige en gulle ontvangst en gaarne
kennis wenschte te maken met de Land-
stormers.
kon haajr niet dwingen mijn armoede te
aanvaarden, toen ik eenmaal had gezien,
dat ze er voor terug deinsde".
„Maar liefde is toch het hoogste goed,
vooral voor een vrouw; ze wil liever
arm en behoeftig zijn met den man, van
wien ze houdt, dan met een eenzaam
hart aanzitten aan de tafel der rijken".
„Ik geloof niet, dat u en Johanna vol
komen begrijpen, hoeveel stand en for
tuin, met wat erbij behoort, beteekenen
vo-cr een vrouw, die is groot gebracht als
Isabel", zei Paul. „Voor u zijn bet uiter
lijkheden. die uw innerlijk leven absoluut
onbewogen laten, maar voor haar is het
de lucht, die' ze inademt".
„Wil je daarmee zeggen, dat ze niet
gelukkig zou kunnen zijn zonder dat al
les?"
„Neen, dat beweer ik niet; integendeel
zulke dingen kunnen Isabel niet gelukkig
maken. Maar ze zou .ze uit eigen vrijen
wil moeten opgeven. Ik kon haar moei
lijk dwingen ze op te geven, omdat ik
nu toevallig meende, dat ze ook zonder
dat gelukkig zou kunnen zijn vooral
waar mijn geluk van die opoffering af
hankelijk was".
„Ik begrijp wat je 'bedoelt; had ze
armoede verkozen, dan zou jij haar ge
lukkig in die .armoede hebben .gemaakt,
Friesche
10-18 cents per half ons
_V00R FIJNPROEVERS,,
Zijn rede aanvangende wees hij op de
moeilijke tijdsomstandigheden, waaronder
ons volk veelszins verkeert, waarom het
noodig is waakzaam te zijn en te blij
ven.
Ons verband, aldus spreker, is het
22ste deel van het verbond, dat gesloten
is, sedert Troelstra zich vergiste, Een ver
bond dat inplaats van revolutie, onze
Vorstin wil beschermen en het onzalig
pogen van Troelstra wil beantwoorden
met een „dat nooit".
Spr. herinnerde er aan, dat er ahc.,n
bij den Vrijwilligen Landstorm 67000 re-
geeringsgetrouwe mannen zijn georgani
seerd, waarvan 3000 in Zeeland.
Voorts wees hij op de algemeene taak
van het instituut, hierin bestaande om
in revolutionaire en woelige dagen weer
stand te bieden en de orde en rust te
handhaven.
Het mooie van deze beweging, zoo ver
volgde spreker, is hierin gelegen, dat deze
bescherming van de hoogste belangen
van ons volk niet geschiedt, om voor
deel of loon, maar geheel vrijwillig door
mannen, die zich hiertoe gedringen ge
voelen.
Aan het eind van zijn rede las hij met
instemming de verklaring voor van den
Minister-President afgelegd in de Twee
de Kamer, naar aanleiding van de ge
vaarlijke uitspraak van het socialistisch
Kamerlid Albarda, ten opzichte van de
houding der S.D.A.P. ingeval ons land
in oorlog mocht komen.
Hierna ging Spr. er toe over om aan
de heeren A. Leeuwe te Haamstede en
P. B. van 'tVeer te Zierikzee, het brevet
van scherpschutter uit te reiken.
Na de pauze waarin door een strijk
kwartet enkele muzieknummers ten bes
te werden gegeven, verkreeg dhr P. G.
Laernoes, secretaris der Prov. Landstorm
commissie, het woord.
Ook deze spr. herinnerde aan den ern3t
der tijden en de gebeurtenissen van den
laatsten tijd.
Hij waarschuwde krachtig voor het ge
vaar van het communisme, waarom het
noodzakelijk is waakzaam en paraat te
blijven.
Hij wees er met nadruk op, dat het
instituut van den Vrijw. Landstorm een
vredesinstituut bij uitnemendheid is. Ook
bi'acht hij dhr J. E. v. d. Broek, leider
van de Gewestelijke Landstormcommis
sie hulde voor zijn bemoeiingen als orga
nisator. Hierna werd door het kwartet
wederom gemuciseerd en de vergadering
door den Burgemeester gesloten.
HET CONFLICT IN DE TYPOGRAFIE.
In ziin economische kroniek in de Eco
nomist zegt dr B. Bölger o.a.:
Wie de zaken ziet zooals ze zijn, zal
moeten erkennen dat ook de bedrijfsorga
nisatie niet in staat is geweest, goede ver
houdingen te scheppen. Evenals bij elke
onderhandeling over de arbeidsvoorwaar
den, probeerden de arbeidersorganisaties
den werkgevers zooveel af te dwingen als
hun op bet betrokken oogenblik moge
lijk is. Krijgen zij naar hun meening niet
voldoende, en zien zij de kans schoon, dan
dreigen zij met een staking, in de hoop
dat de patroons zich daardoor zullen la
ten beinvloeden en verdere toezeggingen
zullen gaan doen.
Zij handhaven hun eischen volledig,
totdat zij zien dat het wel eens zou kun
nen mi sloop en en vinden in de Rijksbe
middeling een dankbaar instituut om den
aftocht te dekken, teneinde daana in hart
roerende termen te verklaren, dat zij het
toch eigenlijk zijn, die het zoo goed met
de bedrijfsorganisatie meenen en ter
wijl ongeveer de helft van hun eisch is in
gewilligd zich daarvoor zeer groote op
offeringen hebben willen getroosten.
Waren de omstandigheden anders ge
weest, niets zou hen hebben weerhouden
om de geheele bedrijfsgemeenschap om
ver te gooien, doch, zooals het orgaan
van de socialistische Alg. Ned. Typogra
fen Bond verklaart, „toen puntje bij paal
tje kwam, waren de hoofdbestuurders tot
maar je achtte jezelf niet gerechtigd,
haar die armoede tegen haar wil op te
dringen".
„Precies; zoolang ik zag„ dat ze tevre
den was meft mijn liefde, wist ik, dat
ik haar geluk hield in de holte van mijn
hand eh ik vreesde .geen armoede voor
haar of voor mij; maar toen ik bemerkte,
dat ze terugdeinsde voor het moeilijke
leven, dat ze gekozen had, achtte -ik het
mijn plicht als main van eer, om haar
vrij te .laten".
„Weet je wel, dat ik wel eens bang
ben geweest, dat je erg bard tegen haar
was geweest, lieve jongen".
„Dat was ik in het begin ook hard
en bitter en trotsch; maar als de liefde
bezit neemt van bet terrein, dan moet
de trots spoedig het onderspit delven
en smelt de hardheid weg als sneeuw
voor de zon. In het allereerste 'begin
deed mijn trots mij haar ontwijken, om
dat ze mij een paar heel leelijke din
gen naar het hoofd had gegooid; maar
ik heb haar al spoedig vergeven, daar
ik wist, dat ze ze in drift gezegjd had
en ze eigenlijk niet meende, en ik zou
haar toch vergeven hebben, zelfs al
meende ze ze wel", voegde hij er glim
lachend aan toe.
(Wordt vervolgd.)