DE ZEEUW TWEEDE BLAD. PAULS OFFER. FEUILLETON Uit de Provincie. V^N DINSDAG 11 NOV. 1930. No. 36. DE LANDBOUWCRISIS. Steun aan de bletencultuur het voornaamste. De Volkskrant heeft het R.-K. Tweede Kamerlid A. J. Loerakker geïnterviewd. Het volgende is aan diens antwoorden ontleend: De crisis is het hevigst in den akker bouw en den tuinbouw. In het gemengde bedrijf op de zandstreken is op het oogen- blik nog van een crisis niet zooveel te bemerken. De toestand is daar wel niet zoo rooskleurig, maar van een crisis in den zin zooals we dat gewoonlijk ver staan, kan daar nog niet gesproken wor den, omdat men de producten voor een groot gedeelte in vleesch weet om te zet ten en de vleeschprijzen tot voor keten tijd redelijk waren. Het gevaar is echter niet denkbeeldig, dat ook de vleeschprij zen zullen verlaagd worden, omdat an dere producten, n.l. van den akkerbouw, niet dan met groote schade kunnen ver bouwd worden en men zich dus algemeen op de vleeschproductie zal toeleggen. Wat den akkerbouw betreft déér is de toestand inderdaad zeer ernstig. In de veenkoloniën waar in hoofdzaak maar twee producten worden verbouwd, n.l. fa brieksaardappelen en rogge, zijn thans beide producten niet dan ver beneden den kostprijs van de hand te doen. De vereenigde coöperatieve fabrieken (A.V. B.) hebben zelfs vrijwel den geheelen oogst 1929 nog in voorraad. De nood is daar dan ook reeds zoo hoog gestegen, dat velen de benoodigde kunstmest niet hebben kunnen bestellen, terwijl hel. gewone kwantum kunstmest daa*- noodig is om weer een redelijken oogst, te kunnen verwachten. Ipl de overige akkerbouwgewesten is het vooral de lage suikerprijs, welke van doorslaggevende beteekenis moet worden geacht, ofschoon daar ook bijna alie andere producten tarwe en za den - slechts beneden den kostprijs of met een te geringe winst kunnen ver bouwd worden. De verbouw van suiker bieten is echter daarom zoo belangrijk en van doorslaggevende beteekenis, om dat deze voor een groot gedeelte de werk gelegenheid voor de landarbeiders ten platteland e uitmaakt en de zoozeer be langrijke en kostbare geheele suikerin dustrie met zijn fabrieken en installaties daarop rust. Het algemeen gevoelen is, dat er een overproductie is in de suikercultuur en het zou dus rationeel zijn om de cultuur een weinig in te krimpen en met de behoefte in overeenstemming te brengen, doch het fatale is juist, dat er te dien aanzien nog geen overeenstemming is en radien wij in Nederland, dus eenzijdig, de cultuur zouden inperken, zulks op de wereldmarkt niet van overwegenden invloed zou zijn. Het ergste is evenwel, dat waar andere landen niet inkrimpen, wij daardoor onzen akkerbouw zouden ontwrichten, onze arbeidsgelegenheid v%or een goed deel zouden hebben opge offerd en ons zelf van de wereldmarkt ztHiden uitschakelen. Deze weg'zou dus voor ons land een ramp zijn. "eÖok om economische redenen ge steld, dat deze den doorslag moeten ge ven behoeven wij niet voor anderen het veld te ruimen, wijl de cultuur van suikerbieten en ook onze suikerindustrie Bp een zeer hoog peil staan en wel heel vaak beweerd, maar nog nooit bewezen is, dat zelfs de suikerrietcultuur econo misch voordeeliger zou zijn. Waar het dus zoo staat, dat geheele landbouwgewesten, zoowel werkgevers als arbeiders bij deze cultuur betrokken zijn, is hot duidelijk, dat de overheid zal moeten voorkomen, dat deze cultuur te sterk wordt ingekrompen of vrijwel ver dwijnt. En ik kan u dan ook wel ver zekeren, dat deze aangelegenheid in de comnussie-Lovink een punt van bespre king uitmaakt. Voor zoover ik het zie aldus ver volgde de heer Loerakker— zijn er maar twee middelen om de productie van sui kerbieten vrijwel op peil te houden, n.l. Vrij naar het Engelsch. o— „Ik ben arm geweest", zei Madder ley; „en ik kan u verzekeren, juffrouw Carnaby, dat die grap niet aan uw ver wachtingen zou beantwoorden." "Isabel bediende zich van kievitseieren, „Ik voelde wel, dat het verlangen dwaas kvas en ik heb om meer gezond ver stand gebeden." De schilder haalde zijn schouders op en ging op zijn gemak naar het buffet om zich van ham te bedienen. „Let maar niet op hem, Wrexham", zei Isabel spy tig; „hij verzint maar wat, alleen om mij te prikkelen." Lord Wrexham keek zeer verbaasd. JJ,yMaar Isabel, wat scheelt er aan? Jy efn< Madderley waren vroeger zulke goede vrienden." „Vroeger, ja; maar vriendschap kan niet altyd duren, evenmin als kleeren." een belangrijke verhooging van invoer recht of een productiepremie. De eerste methode is, gezien de poli tieke situatie en het feit, dat het groot ste deel van de productie voor het bin nenland is bestemd, niet aanbevelens waardig, zoodat men vanzelf zal moeten komen tot productiepremie. Men kan de productie,premie op verschillende wijzen toekennen; voorloopig schijnt mij een premie per duizend kilogram bieten wel de meest practische methode; een pre mie per hectare zou ik minder geschikt achten, wijl aan hen, die hun land en het product geen behoorlijke behandeling geven,'een even groot bedrag zou wor den verstrekt, als aan hen, die daaraan veel arbeid en zorg besteden. Voor mij is de steun aan de bieten cultuur voorwat de landbouwcrisis be treft het voornaamste, wijl daarvan af hankelijk is de werkgelegenheid voor de arbeidera Zoo is b.v. een maalgebod voor tarwe, hoewel 't een der middelen is, waarvan eenige hulp kan worden ver wacht, ook daarom minder belangrijk, omdat de tarwebouw veel minder arbeid vraagt en het is duidelijk, dat steun aan het bedrijf toch ook ten goede moet ko men aan de arbeiders, hetgeen echter niet wil zeggen, dat daarom dit middel ach terwege zou moeten blijven. Het is duidelijk aldus de heer Loer akker dat de middelen slechts hulp middelen kunnen zijn, en de crisis niet door de regeering kan worden opgelost, aangezien zij een internationaal ver schijnsel is. Dit neemt niet weg, dat er nog heel wat kan worden gedaan om de gevolgen van de crisis te verzachten. Van groot belang lijkt mij daarbij, dat de landbouwers en arbeiders in dezen tijd vooral gezamenlijk optrekken en de landbouwers hun heil niet pogen te zoeken in loonsverlaging, waarmee bet bedrijf niet gered is, terwijl toch beider belangen vordert, dat krachtige hulp wordt geboden. Ik wees u reeds op de noodzakelijkheid van steun aan de suikerindustrie, de in voering van een maal- en mengverbod van tarwe, een renteloos voorschot voor de aardappel meelindustrie en vergeet dit vooral niet: een verlaging van de spoor- en tramvrachten; dit laatste zcu ook voor onzen tuinbouw van zeer groot belang zijn Een maatregel tot wering van dum- pingspraktijken lijkt mij bovendien onder de tegenwoordige omstandigheden on misbaar. STRATEGISCHE STOOMTRAMS IN BELGIE? De Donderdagsche markt van Middelburg zou een gevaarlijk voorwendsel zijn voor het Belgische militairisme. Het „Dagblad van Noord-Brabant" zet zijn campagne over de Belgische strate gie bij de Nederlandscbe grens voort. Het brengt nieuwe inlichtingen over strategische werken op de Belgische kust, vlak bij de Zeeuwsch-Vlaamsche grens. Er is daar een nieuw spoorlijntje aange legd, waarlangs vele Nederlandsche toe risten dezen zomer reeds gereisd hebben. Deze spoorlijn schijnt echter voor heel andere doeleinden aangelegd te zijn dan „Ik heb altyd opgemerkt", zei Madder ley, „dat een vriendschap, die niet op de een of andere manier beproefd „wordt, het langste stand houdt." „Wat beweer je daar over vriend schap?" vroeg Lord Robert van de an dere zijde van de tafel. De eereplaats, waar zijn titel hem recht op gaf, was een zware last voor iemand, die zoo onoverkomelijk jong is. „Ik kan een ein deloos aantal inlichtingen geven op dit gebied, daar platonische vriendschap spe ciaal myn kracht is." „Ik geloof niet in platonische vriend schap", zei Lady Farley; „daarvoor heb ik heusch te lang geleefd." Sir Benjamin lachte vroolyk. „Maar toch, lieve, zou je deze jonge, onge trouwde personen wel van je hoogere wijsheid kunnen laten profiteeren, vindt je niet?" „Vertel eens, hoe u zich zoudt gedra gen, als u niet iemand een platonische vriendschap had gesloten, tante Caro line?" vroeg Violet Esdaile. „Wel in de eerste plaats zou ik nooit met myn vriend redetwisten, mannen heb ben er het land aan en je doet de wereld ier toch geen goed mee. Toen ik jong voor de bevordering van het vreedzame internationale verkeer. Vlak bij de Neder landsche grens, aan den kant van Le Zoute, aldus het blad, ligt het vliegveld van een particuliere aero-club. Nabij de bezinkingsvijvers van in aanleg zijnde rioleeringswerken was men bezig met bouwwerk, dat in enkele opzichten deed denken aan den bouw van een kazemat, zooals er langs de Fran- sche Oostkust tot stand gekomen zijn. Nu de bouw voltooid is, vernemen we voor het eerst, dat er ook een groot aan tal militairen graafwerk heeft verricht. Daar zulks bij publieke werken over het algemeen niet te doen gebruikelijk is gewoonlijk slechts wanneer de nood dwingt was ook dit voor velen, met ons, een reden te meer, om te veronder stellen, dat men hier niet alleen met wa- terleidingswerken voor de stad Knocke, doch ook met strategische werken heeft te doen. Evenals de Fransche kazematten aan de Fransche Oostgrens, volgens de be schrijving in „De Matin", is het bouw werk in een kleine bodemverheffing ver borgen. Het bestaat uit een groot stuk be ton, waarin een vierkante zaal is gele gen van dezelfde afmetingen als in de aangehaalde beschrijving. Evenals in Frankrijk moesten ook hier duizenden kubieke meters zand vervoerd worden en vergde de bouw van de groote mas sieve deelen zes maanden hard werken. Het bouwwerk is midden in een open vlakte achter de duinen gelegen. Rondom liggen in grooten kring de schuilplaatsen die indertijd door de Duitschers gebouwd werden. In deze streek zijn er opvallend veel. Komt men van Sluis gereden, dan ontmoet men ze overal in den Noord- Westelijken hoek van België; één zagen we er zelfs staan op een boerenerf. Naar de bewoners der streek vertelden, wor den deze nog steeds door militairen on derhouden. Een breede weg met sterk wegdek loopt van Knocke af tot nabij de water leidingen. Op dezen weg komt een door het duin aangelegde betonweg naar het vliegveld uit. Langs de terreinen van de Compagnie Le Zoute loopt voorts de nieuwe tram lijn Knocke-Retranchement, welke lijn slechts in gebruik is in de zomermaan den. Dat deze lijn er gekomen is, heeft de bewoners der streek bevreemd. In krin gen, die zich in het bijzonder bezighou den met het exploitatie-vraagstuk der Belgische badplaatsen, is men van mee ning, dat spoor en tram over het alge meen meer schade dan voordeel brachten aan de duurdere badplaatsen, waar men zooveel mogelijk het eendagspubliek wil weren. Ostende en Blankenberghe onder vonden in het verleden, dat door 't druk ker verkeer van eendagspubliek tengevol ge van spoor- en tramaanleg, de in ho tels logeerende badgasten de voorkeur gingen geven aan rustiger badplaatsen, die zij minder vulgair achtten. Dat ook de regeering met deze zijde van het exploitatievraagstuk der badplaatsen rekening houdt, bleek uit de omstandig heid, dat bij het bekend worden van een plan der Nationale Maatschappij van de was, probeerde ik natuurlijk te bewijzen, dat ik gelijk had, als ik wist, dat het zoo was, maar als een man me nu te recht wijst over dingen, waar hij absoluut geen verstand van heeft, dan neem ik zijn correctie voor kennisgeving aan en zeg, dat ik me dan zeker vergist heb. Natuurlyk weet ik heel goed, dat ik ge lijk heb en dat hij zich vergist, maar wat doet dat er toe? Het is de plicht van een vrouw zich aangenaam te maken niet statistisch juiste dingen te zeg gen." „En wat zou u nog meer doen, Lady Farley?", vroeg haar gastheer. „Ik zou nooit trachten zijn anecdoten te verbeteren. Het is een onvergeeflijke zonde. Ik weet, dat er huisgezinnen onge lukkig zyn geworden, levenslange vriend schap verbroken, omdat iemand zei, dat het een of ander op Donderdag gebeurd was, terwyl do verteller had gezegd, Vrij dag; terwijl er doodelijke veeten zyn ont staan over de kwestie of A zijn vriend B van den trein van 10.20 of van die van 10.45 haalde." „Lady Farley heeft de mannen mei een zeker doel bestudeerd", zei Madder- lay. Belgische Spoorwegen tot aanleg van een spoorweg Maldeghem-Knocke, de tegen woordige minister van Verkeerswezen, de heer Lippens, die overigens ook groo te particuliere belangen te Knocke heeft, zich krachtig tegen dit plan verzette. Na de totstandkoming van de Natio nale Maatschappij van Belgische Spoor wegen werd door het desbetreffend mi nisterie opgevraagd, welke plannen tot uitbreiding van het Belgische spoorweg net men had van dat tijdstip af tot over tien jaar. Bij deze gelegenheid is ook be kend geworden het plan tot aanleg van een spoorweg Maldeghem-Knocke. De oorzaken der bevreemding met be trekking tot den aanleg van voornoem de lijn Knocke-Retranchement, waren ten eerste gelegen in het feit, dat men wel Zeeuwsch-Vlaanderen ging aansluiten, dat toch evengoed als de Belgische pro vincie ééndagspubliek kan brengen en ten tweede, doordat de lijn maar weinig lucratief zou blijken te zijn. Voor het toe- ristenvervoer naar Breskens behoefde men de aansluiting niet tot stand te bren gen. Dit vervoer geschiedde en geschiedt thans na den aanleg der lijn nog met tal- looze auto-cars, waarvan de badgasten, als overal in oorden van toerisme, bij voorkeur gebruik maken. Wil men niet aannemen, dat in België's Noord-West- hoek de wegenaanleg verband houdt met de uitvoering van strategische plannen, dan blijft zeer veel onverklaarbaar. Door de aldaar verschijnende provinciale pers is langen tijd actie gevoerd voor het verkrijgen van een weg, die Maldeghem met de zeekust verbindt, waardoor vele kleinere plaa'sen, die thans nog geïso leerd liggen, betere verkeersmogelijkheid krijgen en er bovendien de kortste ver- giuding van Brussel met de zeekust over een lengte van 110 K.M. gelegd wordt. Al acht men een spoorwegverbinding Mal deghem-Knocke niet in 't belang van de hotelhouders te Knocke, overig België zou er toch wel mee gebaat zijn. Naar men ons mededeelde, ziet het er den eersten tijd evenwel nog niet naar uit, dat er, evenmin als een spoorweg verbinding, een nieuwe verkeersweg Knocke-Maldeghem tot stand zal komen. Mede in verband met de behoefte aan dezen verkeersweg en de bezwaren, waar op het plan tot aanleg afstuit, komt het bedrag van tien millioen francs, dat thans besteed gaat worden aan een nieuwen zes meter breeden macadamweg van Brugge naar de Nederlandsche grens al zonderling royaal voor. Nabij dezen weg liggen kleine dorpen als Hoecke, Oost- kerke, Coolkerke, Lapscheure en Damme, waaronder er zijn, die zeshonderd zielen tellen. Bovendien moet men overgaan tot aanleg van een nieuwen weg. Langs het kanaal Brugge-Sluis bestaat er slechts een weg van Brugge naar Damme. De bestaande weg Sluis-Brugge loopt niet langs het kanaal, doch over Dudzoele. Men doet het voorkomen of de weg niet alleen wordt aangelegd om de aanliggen de plaatsen uit hun isolement te verlos sen, maar ook voor het vreemdelingen verkeer van Brugge uit naar Breskens, daar vandaar uit des Donderdags in het zomerseizoen veel autocars naar de markt te Middelburg gaan, die thans de Ze glimlachte. „Er bestaat zoo iets als zelfopvoeding buiten den wil van den betrokkene." „Caroline heeft volkomen gelijk", zei Lady Esdaile, „het geeft nooit iets om met een man te redetwisten. In de eer ste plaats weet hij het altyd beter." „Dat is nog geen regen om tegen die gewoonte niet in opstand te komen", mompelde Lady Farley. „Maar hij' weet het werkelijk meestal beter dat wil zeggen, als het om de groote dingen gaat." „Nu tante Caroline ons geleerd heeft, hoe ons tegenover de mannen te gedra gen, wil mijnheer Madderley ons mis schien wel eens vertellen, hoe ons te gedragen tegenover vrouwen", stelde Isa bel voor, „want ik geloof, dat hij trots gaat op zijn diepe kennis van en ver achting van onze sekse." „Met genoegen. Als ik met vrouwen in aanraking kom, dan prent ik me als wachtwoord altijd in myn hoofd de waar schuwing, die in spoorwegwagons onder het net staat gedrukt: Deze netten zijn alleen bestemd voor lichte voorwerpen en mogen niet voor zwaardere bagage ge bruikt worden", en daar vaar ik altyd route Brugge-Maldeghem-Oostburg ne men. Om aan te nemen, dat men in België f 700.000 beschikbaar stelt om het 't eene deel der toeristen het andere deel volgt den weg Knocke-Sluis eenigszins gemakkelijker te maken hun geld elders dan te Brugge en de Belgische badplaat sen te gaan verteeren, is een verbeelding noodig, waarover wel geen enkel Neder lander zal beschikken. Zeer duidelijk is dit niet de reden ge weest tot den aanleg van den weg Brug ge-Sluis. In België is men over het alge meen niet zoo royaal met het voteeren van gelden voor verbetering van bepaal de wegen. Men denke aan 't jarenlange gesukkel met den slechten weg achter Selzaete, in aansluiting met den prach- tigen weg van Sas van Gent naar Ter- neuzen. Dat men er zich hier algemeen van overtuigd houdt, dat het plan van den nieuwen weg Brugge-Sluis géén andere dan strategische bedoelingen voorstelt, is voor de hand liggend. De hooge waterstand. Zondagmiddag werden door bewoners van Belgisch Overslag pogingen aange wend om een dijk door te graven en zoo doende een groote hoeveelheid water op Hollandsch Overslag te spuien. Met een 30-tal menschen wilde men al een aan vang nemen tot het verrichten der werk zaamheden. Door tijdig optreden der plaatselijke politie van Hollandsch Over slag, welke zich terstond in verbinding stelde met de gendarmerie van Wachte- beke werd dit echter gelukkig verhin derd. XapeRa. In tuinbouwkringen ia met ge noegen vernomen, dat Gedep. Staten onzer Prov. aan de Provinciale Staten voorstellen om een bedrag van ten hoog ste f 10.000 uit te trekken op de begroo ting der Provincie als bijdrage voor een te stichten Proef- of D'emonstratietuin te Kapelle. Iedere belanghebbende weet, dat er vooral op het gebied der glascultuur en 'kassenbouw dringend voorlichting noo dig is. Veel fouten worden daarbij nog gemaakt, en het is daarom; vooral ook met het oog op de voorgenomen selec- tieproeven van aardbeien, bessen en fram bozen, van buitengewone groote beteeke nis voor ons tuinbouwcentrum Zuid-Beve land als er straks een goed ingerichte proeftuin op dit gebied tot stand Ikomt. Niettegenstaande de mailaise, welke we op velerlei gebied ontwaren, worden in Kapelle en andere plaatsen dit najaar weer verscheiden kassen en druiven- serres bijgebouwd. We kunnen dan ook niet anders dan de voorstellen van Ged. Staten ten zeerste toejuichen. Wemeltlinge. Gaarne verwijzen wij naar de advertentie in dit nummer, waar in wordt aangekondigd een Chr. Winter- lezing van den bekenden Utrechtschen predikant Ds van Arkel over „Bileam". Er zal ongetwijfeld veel belangstelling voor bestaan. Amemuiden. Zondagavond werd in de Geref. Kerk een propaganda-avond gehou den door do Geref. Jongel. Vereen, al hier, waarin als spreker optrad D's Lin deboom van Seroóskerke. Na opening op gebruikelijke wijze door den vice-voor- zitter P. Koster, verkreeg Ds Lindeboom het woord over het onderwerp: „Geest drift ©n Levensmoed". In een ernstige rede, toonde spr. aan het onderscheid tusschen heilige en on heilige bezieling. De heilige geestdrift of bezieling, leidt naar God. toe, de on heilige bezieling voert van God af. 'Om de heilige bezieling te bezitten, is voor onze jonge menschen noodig, bestudee ring der Chr. beginselen, met als richt snoer Gods Woord. Onze tijd is arm aan echte bezieling naar God, maar rijk aan bezieling die van God afvoert. Echter zij, die bezield zijn met heilige bezie ling, kunnen louterend en zegenend op de wereld inwerken. De J. V. is. een krachtig hulpmiddel van God gegeven, om den tijd uit te koopen in den aangenamen tijd. Laten we, aldus spr., de kostelijke jaren van onze jeugd niet verloren laten gaan, maar de schatten Gods zoeken. Beschouw het leven onder hemelsch licht. wel bij. Voor „lichte voorwerpen" moet men lezen genoegens, weelde, bewonde ring enz.; en voor zwaardere bagage: ziekte, leed, misverstand, armoede en alle mogelijke andere rampspoeden." „Juist", zei Isabel. „Ik heb eens een man gekend, die zijn zwaro bagage in het net legde, on danks de waarschuwing", zei de schil der, „het net brak, de koffer viel op zijn hoofd en hij liep een schedelbreuk op; en ik heb een anderen man gekend, die dezelfde vergissing beging in zijn omgang met een dame; zyn schedel brak niet, maar zyn hart." Isabels oogen schoten vonken. „Ik vrees dat uw vrienden niet even verstandig zyn als u." „Misschien niet, maar ik hoop, dat ze wijsheid zullen krijgen door de onder vinding". „Het moeilijkste van onze vrienden", zei Isabel, is, dat ze nooit weten, waar om ze boos zijn. Als een man uit zijn humeur is, maakt hij daar heusch geen geheim van; maar de reden van zyn ont stemming blyft een diep geheim." (Wordt vervolgd.) By (gelegenheid van de opening van den Nispenscheweg, die Roosendaal met Fsschen verbindt, trok een kleurrijke stoet van Roosendaal uit, waarin meisjes een reusachtigen schaar op een kussen meedroegen, welke by het doorknippen van het lint gebruikt zou worden.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5