,J
DE ZEEUW
V
r
TWEEDE BLAD
PAULS OFFER.
raak,
Gemeenteraad van Middelburg.
FE U ILLETON
,k|fr
li:
'I If
I ev
"XT
iat
I h
pa
-j
I SI
DE
IT
1880
I AM
rukt
/per
580.
aan-
voor-
leeren
>30,
ouburg
)euren,
deeien,
Me
fw
VAN
DONDERDAG 16 OCT. 1930. No. .14.
(Vervolg van het Eerste Blad.)
Verbetering voorziening met
brandblusehwater. Dhr v. d.
Feltz, G.H., is verheugd over dit begin
van verbetering der brandbluschmiddelen.
Spr. hoopt, dat als dit eerste schaap over
den dam is, er meerdere zullen volgen.
Spr. vraagt spoedig'een voorstel tot reor
ganisatie van het brandweerpersoneel.
De v o o r z. zegt, dat alles gereed is
en hopelijk in de November-vergadering
aan de orde zal komen.
Dhr v. d. Feltz begrijpt niet, waarom
men geen brandkranen boven den grond
wil. Dan kan men oneindig veel meer wa
ter krijgen dan bij een ondergrondsche
aansluiting.
Weth. de Veer: hoeveel is oneindig?
Dhr v. d. Feltz: daar gaat het niet
om. Men kan bovengrondsche kranen wel
op zulke plaatsen aanbrengen, dat ze geen
sta-in-den-weg zijn. Men heeft ze in tal
van groote steden.
B. en W. willen de 12 duims leiding
niet doortrekken tot de Markt. Wij1 hebben
op de Markt echter groote belangen tegen
het vuur te verdedigen» Hef is gewenscht
hier over een zoo groot mogelijke hoe
veelheid water te beschikken. Zoektynen
aansluiting op de 12-duimsleiding m de
Lange Delft, dan geldt het bezwaar van
den afstand (drukverlies).
Dhr den Hollander, A.R. wijst ook
op het Arukverli.es over grooten af
stand. Om nu spoedig en veel water bij
de hand te hebben kwam de commissie
van fabricage met het idee om op de
12-duimsleiding aansluitingen te geven.
Twee groote pompen hebben niet genoeg
aan een vierduimsleiding. Nu zeggen B.
en W., dat de groote spuiten zooveel mo
gelijk bij open water opgesteld moeten
worden. Maar dan krijgt men weer het
drukverlies wegens den grooten afstand.
Spr. dringt nogeens aan op meer aanslui
tingen aan de 12-duimsleiding.
Dhr Streefkerk, C.H., heeft gezien,
dat er op de Balans slechts één aanslui
ting komt voor de motorspuit. Dat is te
weinig. iSpr. (zegt ook dat een bo
vengrondsche aansluiting veel voor heeft
Bij eiken brand is de eerste klap goud
waard. Daarom wil spr. meer bovengrond
sche aansluitingen aan de 12-duims-
buk. We moeten het !>K«!hlix8fthmate-
riaal zoo economisch mogelijk benutten
en niet in waarde verminderen door wa
ter aan te voeren op grooten afstand. Ook
Spr. is voor bet, doortrekken van de
12-duimsleiding van de Heerenstraat tot
de Markt.
Dhr H o n d i u s, A.R., wil dit laatste
ook. Het gaat om de bewaring van een
wereldvermaard gebouw. Toen we eenige
jaren geleden enkele motorspuiten kregen,
dacht de Raad, dat onze gebouwen safe
waren. Het tegendeel is gebleken. Spr.
geeft in overweging de aanwezige brand
putten op de Markt te verbinden met de
grachten. (Interruptie: Da's veel duurder
dan de 12-duims buis doortrekken.)
Spr. vraagt of het nu voorgestelde wer
kelijk voldoende is en of de Raad nu
volkomen gedekt is.
Dhr Jeronimus vraagt of-de buis
leiding van de Oranjezon naar de water
kelder hier safe is.
Weth. De Veer: daar zal ik maar di
rect op antwoorden, want da's natuurlijk
een strikvraag. De 10 duims buis is
goed en de 8 duims is vrij goed. We
kunnen natuurlijk nooit verzekeren, dat
er geen buisbreuk kan voorkomen. Naar
het oordeel der bedrijven is de leiding
van de Oranjezon naar hier in orde.
Dhr N a e z e r wil de brandputten op de
Markt steeds gevuld doen zijn met lei
dingwater.
Weth. Da Veer constateert dat in het
algemeen tegen de voorstellen geen ingrij
pende bezwaren zijn ingebracht.
De bovengrondsche brandkranen be
sprekende zegt spr., dat er naar de mee
ning van B. en W. voldoende brandkranen
zijn, maar Spr. spreekt pertinent tegen,
dat er bij bovengrondsche brandkranen
oneindig, ja zelfs aanzienlijk meer water
wordt gegeven dan bij ondergrondsche
brandkranen.
De commissie der Kon. Ned. Brand
weervereniging kwam tot een noodzake
lijke hoeveelheid bluschwater van 2000
L. per minuut. Welnu, daarmee is gere
kend. Dia hoeveelheid is volgens het voor
stel van B. en W. overal aanwezig waar
die 12-duims buis ligt en waar openbare
gebouwen zijn.
Meer dan 2000 L. kan men niet krijgen.
Dat is het maximum voor de bedrijven.
Meer is er niet Daarop 13 de geheels
waterleiding ing'.ste'd. Wil men meer heb
ben, dan moeten er andere buizen naar
den Oranjezon gelegd worden en moet
men in de stad een grootere buis dan
een 12-duims leggen.
Of men dus al de 12-duims buis legt
van Heerengracht naar Markt, dat maakt
op de hoeveelheid water op de Markt
geen verschil.
Een bovengrondsche kraan kan een sta-
in-den-weg zijn. En een ander gevaar 'is,
WK"-;S||taéièü
Het huis van Michiel Adrz. de Ruyter, aan de Prins Hendrikkade te Amster
dam is geheel gerestaureerd. In den gevel prijkt het borstbeeld van den „Groo
ten Admiraal".
Vrij naar het Engelsch.
39)
„Maar het kost je zelf toch gewoonlijk
ook veel moeite om tot een beslissing te
komen", zei PauL
„Dat weet ik wel, en daarom keur ik
die karaktertrek in andere menschen af.
Ik weet zeker, dat ik oud voor mijn tijd
zal worden, omdat ik nooit weet, of ik
mijn regenmantel mee zal nemen naar
de kerk, of niet, of hoe vaak per week
ik je zal schrijven."
„Welke afgoden heeft u in uw museum
bijgezet, moeder?" vroeg Johanna.
„0, lieve kind, als een vrouw getrouwd
is, is er in haar hart slechts plaats
voor God, haar man en haar kinderen
en dan moet ze nog erg voorzichtig zijn,
dat man en kinderen niet meer dan Üe
hun toebedeelde ruimte gaan lnnemen."
Dominee Seaton glimlachte. „Ik geloof
niet, dat je je daar bezorgd over hoeft
te maken, Ruth; want ik meen, dat, hoe
meer ruimte we in. ons hart maken voor
onze msdemenschea, hoe meer er over
blip voos- God"
„Paul zal je morgen Chayford eens
moeten laten zien", zei mevrouw Seaton,
zich tot Isabel wendend; „het is een
aardig oud stadje en de omgeving is
heel mooi. 'Houd je veel van wandelen?
„Ik houd even veel van wandelen als
van praten, mevrouw Seaton, wat heel
wat zeggen wil."
„Dat doet me plezier, lieve kind."
„En Paul heeft me al heel wat van de
inwoners van het stadje verteld", voegde
Isabel er aan toe: „ik ken ze reeds alle
maal bij naam. Ik weet zeker, dat ik
een examen over Chayford zou kunnen
afleggen en er met vlag en wimpel door
zou komen."
„Wat zal het leuk zijn, je aan alle
bekenden voor .te stellen", riep Johanna
uit, „en te zien, of ze juist zoo zign,
als je je had voorgesteld."
„Hoe jnaakt mevrouw Martin het?"
vroeg Isabel.
„Beter dan ooit", antwoordde Johanna.
„Ze voert een zwaren tweestrijd tusschen
haar eerbied voor je sociale positie en je
godsdienstige principes, die ze niet erg
hoog schijnt aan te slaan. Maar ze ver
zoent zich weer met je door je positie
in deze wereld en je uitzichten in het
leven hiernamaals te meten met verschil
lende maten, zoodat die twee "niet met
«Ster in step komen."
dat men lekken niet. merkt. Aansluiting
aan het riool, levert gevaar voor besmet
ting van hot leidingwater op. B. en W.
meenen, dat het veel beter is, onder
grondsche brandkranen te nemen. In Ne
derland worden de bovengrondsche kra
nen, volgens een schrijven dat Spr. voor
leest, wel voor de industrie afgenomen,
maar de gemeentebesturen prefereeren
nog over het algemeen de ondergrond
sche. Alleen hier en daar wordt er een
proef genomen.
Tot den heer Iiondius zegt Spr. dat
er volgens het voorstel van B. en W.
2000 L. water per minuut beschikbaar is.
Doortrekking van de 12-duims buis ver
mindert het gevaar voor het stadhuis al
lerminst.
Spr. wil aan de bedrijven voldoende
vertrouwen schenken en daarom den
Raad vragen het voorstel ongewijzigd te
aanvaarden.
Dhr Streefkerk repliceert. Na de
ontvangen inlichtingen neemt Spr. genoe
gen met ondergrondsche brandkranen.
Volgens spr. is de waarde der oude
buizen te hoog getaxeerd.
Weth. de Veer zegt, dat het gemid
delde is genomen.
De heer den Hollander vraagt
naar de capaciteit der pompen in den
watertoren.
Weth. de Veer: samen 240 M5. per
uur.
Dhr. den Hollander: dus bij een
belangrijken brand moeten beide pom
pen werken! Spr. wijst op de toenemen
de uitbreiding der stad en zou de capa
citeit willen opvoeren om safe te zijn.
Het voorstel van B. en W. wordt hier
na z.h.st. aangenomen.
De voorzitter dankt de Kon. Ned.
Brandweer Vereeniging voor hare be-
langelooze adviezen en den heer Boelen
voor de gegeven toelichting.
De Ned. Bond van Gemeente
ambtenaren en het georgani
seerd overleg. Dhr, Portheine
begrijpt nietj waarom B. en W. voorstel
len hierop afwijzend te beschikken. Hei
woord „categorale organisatie" is uitge
vonden door enkele algemeene organi
saties. Spr. bepleit inwilliging van het
verzoek. Deze vereeniging moet volgens
spr. tot het georganiseerd overleg wor
den toegelaten. Het is een vereeniging,
die over het geheele land hare afdeelin-
gen heeft.
Dhr. v. d. Feltz, G.-H., zegt, dat in
de practijk de algemeene bonden ook niet
ieder omvatten. De belangen van de ca
tegorale bonden zijn nu niet voldoende
vertegenwoordigd in het G.O. Spr. zou
een categoralen bond willen toelaten tot
het G.O., als de belangen zijner leden
worden besproken en er minstens 5 leden
te Middelburg zijn.
Dhr. den Hollander, A.-R., staat
niet erg sympathiek tegenover de cate
gorale bonden. Er is gelegenheid te over
om zich naar richting te organiseeren
in algemeene organisaties.
Dhr. Jeronimus: Naar richting?
Da's juist de fout.
Dhr. den Hollander: Anderen
zien dit juist niet als een fout. Spr. zou
echter voor dezen bond een uitzondering
willen maken, omdat hij al bestond, toen
de algemeene organisaties nog niet wa
ren opgericht.
Er is echter een bezwaar. Er is hier
geen af deeling. Spr. vraagt: beschouwen
de leden van dezen bond het misschien
als een daad van standing, zich apart
te organiseeren?
Spr. zou ongeveer dezelfde voorwaar
den willen stellen als dhr. v. d. Feltz.
Dhr. Paul is voor het voorstel van
B. en W. Inwilliging van het verzoek
zou het allerlei groepjes al heel gemak
kelijk maken tot het G.O. te worden toe
gelaten.
De voorwaarde van dhr. v. d. Feltz is
practisch niet na te leven. De aan de
orde komende zaken zijn vaak niet ge
makkelijk te scheiden. Spr. is tegen het
toelaten van categorale bonden.
Mevr. Weijl herinnert er aan, dat
in 1926 eenzelfde verzoek van dezen
bond is afgewezen. Er was gelegenheid
in 1926 om behalve modern en christe
lijk zich ook neutraal te organiseeren.
Maar de af deeling van het Nat. Vakver
bond van Gemeente-ambtenaren is in
middels hier opgeheven. De Ned. Bond
van Gemeente-ambtenaren heeft niet
zoo'n streng categoraal karakter. Van
„Hoe verbazend aardig van haar!" riep
Isabel verrukt uit.
„Ze heeft Martha verschrikkelijk be-
leedigd de laatste maal, dat ze hier op
visite was", vervolgde Johanna, „door
te zeggen, dat de staart van onze poes
te kort was voor een echte Angorakat.
Martha vertelde het me later vol veront
waardiging en voegde er aan toe: „Als
of ze al niet in genoeg dingen haar neus
steekt, om zich nu ook nog 'te bemoeien
met de schepping van de creaturen op
deze wereld."
ledereen lachte; toen zei Isabel: „Mar
tha is een schat I Het doet me plezier,
dat ik haar heb leeren kennen."
„Ja, het is een goed, hartelijk mensch",
zei Paul, „ofschoon ik moet erkennen,
dat ik haar meer zou waardeeren, .als
haar geweten haar niet altijd voorschreef,
onaangename waarheden te zeggen, Ik
vraag geen leugens, maar als men met
alle geweld harde waarheden wil zeggen,
kan men toch wel een weinig op den
vorm letten."
„Bovendien is het niet altijd noodig",
zei mevrouw Seaton, „het is verkeerd
onwaarheden te verkondigen, maar het
is niet altijd verkeerd t.e zwijgen."
„U bedoelt, als iemand mooie oogen
heeft en een JeeSijke mond, dan sou u
haar vertellen, hoe jnooi u haar oogen
den bode af tot dm bvxrgemeeater toe
kunnen er lid vsn zijn. De bond doet
goed vak-technisch werk.
In Hilversum bestaat reeds een rege
ling, als dhr. v. d. Feltz bedoelt. Spr.
stelt aanhouding voor. Intusschen kun
nen dan te Hilversum inlichtingen wor
den ingewonnen. Het meest gewenscht
zou spr. het vinden, indien er een fusie
kwam tusschen de algemeene en cate
gorale bonden.
Weth. Onderdijk heeft bij de be
handeling van het Ambtenaren-regle
ment gezegd, dat de Raad de beslissing
aan zich heeft om categorale bonden tot
het G.O. toe te laten.
Spr. acht het niet mogelijk te voldoen
aan de voorwaarde van den heer v. d,
Feltz. Het gaat practisch niet, den bond
alleen toe te laten voor speciale punten.
B. en W. willen de deur niet openzet
ten voor toelating van alle mogelijke ca
tegorale bonden.
Het reglement voor Georganiseerd
Overleg te Hilversum is weer geheel an
ders dan hier. Daar zitten werkgevers
en werknemers in het G.O. Wanneer de
bedoelde bond aan het G.O. wil deel
nemen, behoeft hij alleen zijn statuten te
wijzigen, zoodat alle gemeente-ambtena
ren kunnen toetreden. Spr. wil niet mee
werken aan de verknoeiing van het G.O.
Over het voorstel van den heer v. d.
Feltz (toelating van dezen bond tot het
G.O. onder door hem genoemde voor
waarden) staken de stemmen.. (Tegen de
S.D.A.P., de heeren Vertregt, Mes en de
Veer.)
Rondvraag. Dhr. v. d. Feltz
vraagt of het juist is, dat in den Nieuwen
Vliss. Weg een put ligt, die gevaar op
levert en veroorzaakt is door de water
leiding. Zal worden onderzocht.
"Verder brengt spr. de garnizoen s-
kwestie ter sprake. Met 1 Oct. is het
garnizoen alhier opgeheven. Alleen zou
een afdeeling mitrailleurs hier komen. In
1922 is ook door een comité met steun
van het gemeentebestuur bewerkt, dat het
garnizoen weer terugkeerde. De motie
ven, toen aangevoerd, gelden ook nu nog.
De voorzitter verzoekt den heer
v. d. Feltz, die nu niet alle op te noe
men. De Raad is van de gegrondheid
daarvan overtuigd. Het comité is bij den
Minister op audiëntie geweest en kreeg
te hooren, dat het garnizoen niet officieel
is opgeheven. Maar door de reorganisa
tie van het leger bestaat voortaan een
bataljon nu niet meer uit vier, maar uit
drie onderdeelen. Deze worden nu te
Bergen op Zoom samengevoegd. In plaats
van de infanterie krijgen we nu mitrail
leurs.
Dhr. Mes: Dat is ook al weer afge
last. We krijgen de opleidingsschool voor
officieren.
Dg v o o r i s t e r: als men Aet garni
zoen wilde opheffen, zouden we het oude
contract inzake het afstaan van exercitie
velden weJ eens nagaan. Want daar staan
verplichtingen voor het Rijk in. Spr. wil
in ieder geval adkaesie betuigen aan hst
streven van het comité.
De heer Paul maakt echter bezwaar
tegen enkele gedeelten van het adres,
door het comité aan den Minister go-
richt. Spr. wil geen adhaesie betuigen
aan een adres, dat hij niet behoorlijk
kent.
De heeren De Veer en Jeronimus zijn
het hiermee eens,
Ten slotte vindt de Raad goed, dat B.
en W. in dezen diligent blijven, maar zich
los houden van het adres van het comité.
Dhr. Portheine wil, nu er toch
aan de Langeviele buitenbrug gewerkt
wordt, deze brug verbreeden. Zij is voor
het verkeer te smal.
Do vo o r z i 11 e r, dat zal verschrik
kelijk veel geljj, kosten. Maar aan ge
meentewerken is opgedragen de moge
lijkheid van verbreeding dezer brug te
onderzoeken en daarover rapport uit ta
brengen.
Dhr. Paul merkt op, dat het auto
verkeer straks niet meer over deze brug
maar over de brug bij den Poelendale-
singel zal gaan.
De heer v. d. Weel ontkent dit, de
voorzitter bevestigt het.
Dhr. v. d. Weel wil de vest bij den
Tramsingel wat versmallen. Dan komt er
meer ruimte voor het uitstappen der
trampassagiers. Het is daar nu 's avonds
gevaarlijk.
De voorzitter: binnenkort komt er
een voorstel tot uitbaggeren van de ves
ten. Begonnen wordt bij den Poeledale-
singel tot aan de Seisbrug. Misschien zou
dit te combineeren zijn met hetgeen de
heer v. d. Weel bedoelt.
Dhr. v. d. Weel wil liefst eerst de
vest bij de Noordbrug uitbaggeren. Daar
is het 't meest noodig.
De voorzitter zegt, dat voor het
geen B. en W. willen, wellicht steun te
krijgen is.
Dhr. Vertregt heeft reeds eerder
de verbreeding van de Langeviele buiten-
brug ter sprake gebracht.
Volgens spr. zal dat niet zooveel kos
ten. Spr. denkt aan een paar uitgebouw
de trottoirs.
Dhr. Jeronimus: Dat is in Goes
ook gebeurd.
De voorzitter: Maar het staat
leelijk.
Dhr. Jeronimus ontkent dit
Hierna te ongeveer zes uur sluiting.
De warmwatervoorziening van Utrecht. Te Utrecht is men begonnen met de
werkzaamheden voor de warmwatervoorzieining, welk werk het eerste van dien
aard in Europa is. Een frappant kijkje op het werk.
vond en over den mond niet spreken?"
veronderstelde Isabel.
Mevrouw Seaton glimlachte geamuseerd
„Ja, zoo zou moeder doen", zei Jo
hanna., „ze zal nooit iets zeggen, waar
een ander verdriet over zou kunnen heb
ben. En ik geloof zelfs, dat ze nog verder
zou gaan en alleen naar de oogen kijken:,
zonder op te merken, dat de mond leelijk
was. Ze heeft de buitengewoon goede ge
woonte altijd het mooie van menschen
en dingen te zien."
„Dat is waar", stemde de dominee toe.
Johanna vervolgde: „Het spijt me te
moeten erkennen, dat onaangename waar
heden een ware beproeving voor me zijn.
Het is waarlijk niet mijn plan onaange
naam te zijn, maar ze ontsnappen me,
voor ik het zelf weet. Juffrouw Dallicot
vroeg me gisteren, of ik haar nieuwen
hoed mooi vond en ik zei „Neen", voor
ik tijd had gehad mijn woorden te over
wegen. Het deed me achteraf veel spijt,
ze keek zoo teleurgesteld".
„Mijn kind", zei dominee Seaton, „je
moest acht slaan .op de gevoelens van
andere menschen en trachten iemand
nooit pijn te doen, als je het op eenigerlei
manier kan voorkomen."
„Dat doe ik ook, vader, maar nu en
dan is mijn verstand vlugger dan mijn
gevoel,. En ik weet zeker, als u het hoofd
deksel ook maar uit de verte te zien
krijgt, dan zult u toegeven, dat het in
dit geval geen wonder was."
„Beschrijf het eens", vroeg Isabel.
„Het was een spookachtige combinatie
van zwarte en witte veeren en roode
bloemen", antwoordde Johanna; „hetdeed
me denken aan een begrafenis, als de
stoet door een veld met klaprozen gaat;
bet maakte werkelijk een naargeestigen
indruk".
„Verzaak niet je eigen en je vaders
vriend", zei .dominee Seaton verwijtend.
„Juffrouw Dallicot is een lieve vriendin
van me, wier vriendschap ik op hoogen
prijs stel."
„Ik verzaak haar niet, vader, ik be
schrijf alleen maar haar hoofdbedekking".
Dominee Seaton schudde het hoofd.
„Als men een vriend rijk is, moet men
zelf zich ook als zoodanig gedragen, en
het komt me voor, dat je iemand niet
belachelijk kunt maken, terwijl je hem
vriendschappelijk gezind bent, mijn kind."
„Wacht, tot u den hoed in kwestie
gezien heeft", hield Johanna yol.
„Ik tenminste, kijk er vol verwachting
naar uit," zei Paul. „Als we -Zondag
naar de kerk gaan, zal ik eens extra
aandacht aan haar besteden."
(Wordt vervolgd.)