No. 7
Woensdag 8 October 1930
45e Jaargang
Dagblad voor de Provincie Zeeland
Heden een Speciale Etalage van COTY-artikelen
RINW
Hendrikse Qo's Bank N.V. Gcss
Wilt U iets fijns
Het vergaan van de R 101
EERSTE BLAD.
A. C. VAN DER REST
Belangrijkste Nieuws.
COUPONS EN LOSSINGEN
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Bijzonder gewaardeerde Geschenken
bij Iedere gelegenheid
De uitvaart van de slachtoffers. Aangrijpende tooneelen
te Beauvais.
ALLE
per 1 OCTOBER vervallende
worden verzilverd door
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes.
Tel.: Redactie en Administratie No. 11.
Postrekening No. 4«55.
Bijkantoor te Middelburg.
Firma F. P. BHUIJ, L. Burg. Tel. No. 259.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentien:
1regels (1,20, elke regel meer 30 ct.
BIJ abonnement belangrijke korting.
Het ziet er op economisch- en als ge
volg daarvan op sociaal gebied, ver van
gunstig uit.
Er is op het terrein van het sociale
leven zeër veel verbeterd de laatste
jaren.
Na de donkere dagen in het laatst
van de vorige eeuw, is over heel de linio
een tijd van opgang gevolgd.
Zeker er zijn ook nu nog wel sociale
misstanden aan te wijzen, er is ook nu
nog wel sociale ellende, maar over 't
geheel is er toch 68n ontzaglijke voor
uitgang.
De vraag komt thans echter op, of niei
het hoogtepunt is bereikt en of we niet
staan aan den vooravond van een reeks
magere jaren, waarin de zon van voor
spoed schuil gaat achter dikke zorgen-
wolken.
Het is altijd gevaarlijk zich aan voor
spellingen te wagen. De ervaring heeft
wel geleerd, dat ook de meest ervaren
economen zich, als het gaat over wat de
toekomst zal brengen, deerlijk kunnen
vergissen.
Maar dit neemt niet weg, dat de voor
teekenen, voorzoover wij die kunnen
waarnemen, zeer ongunstig zijn.
Het spook der werkloosheid grijnst
ons van alle kanten aan. Het is een in
ternationale kwaal, die daarom ook heel
moeilijk te bestrijden is. Zelfs ziet het
er naar uit, dat door de steeds meer toe
nemende rationalisatie, die aanvankelijk
hoogere loonen mogelijk maakte, de
werkloosheid eer grooter dan minder zal
worden.
Daarbij komt, dat dank zij de steeds
feller wordende concurrentie en mede in
verband met de toenemende werkloos
heid, de loonen zich in dalende lijn gaan
bewegen.
In verschillende industrieën zal hier
aan niet te ontkomen zijn.
Zoo schrijft b.v. de heer Polak, de
leider van den Diamantbewerkersbond:
„Tot eiken prijs moeten wij trachten
te voorkomen, dat de Amsterdamsche
diamantbewerkers elders een stuk brood
zullen hebben te zoeken of blijvend be
deelden zullen worden. Als de buiten-
landsche centra niet het peil onzer ar
beidsvoorwaarden kunnen naderen, dan
moeten wij ons in de richting
van het peil der hunne be
wegen.
Er is ons geen ander middel gebleven,
om ons bestaan te redden. Misschien
zal dit ons geen redding brengen. Maar
wij mogen niet nalaten zelfs het uiterste
te beproeven om den ondergang te ont
gaan."
Het zal den heer Polak heel wat
moeite hebben gekost om dit neer to
schrijven. Hij kon toch weten, dat men
hem in eigen kring voor'deze uitspraken
weinig dankbaar zou zijn, en dat de
communisten daarvan gebruik zouden
maken zooals dan ook reeds geschied
is om hem als een „verrader" en ais
een „kapitalistenknecht" op de kaak te
stellen.
Trouwens, men moet, enkele bevoor
rechte bedrijven uitgezonderd, over loons
verlaging ook niet gering denken.
Op tal van uitgaven, b.v. woninghuur
valt weinig te bezuinigen. En het is vol
strekt niet zeker dat al worden de loo
nen verlaagd, de prijzen der eerste le
vensbehoeften in beduidende mate zul
len dalen.
Wij weten niet wat de toekomst zal
brengen.
Maar alles wijst er op, dat „vrouw
zorg", die een 'wijle naar den achter
grond was gedrongen, weer in tal van
woningen een plaats zal opeischen.
En als de zorg komt en de ellende,
dan komt er ook weer de onrust, voor
al nu in onze dagen het zaad der on
tevredenheid met zoo milde hand wordt
gestrooid en zelfs van socialistische zijde
de arbeiders worden opgewekt kabaal
te maken.
De toekomst ïs donker.
Veel zal er nu van afhangen of de
Christenen hunne roeping zullen verstaan.
Als er over en weer is een streven om
samen te werken en door samenwerking
de moeilijkheden het hoofd te bieden,
dan zullen wel niet alle zwarigheden wor
den weggenomen, maar dan is er bij alle
donkerheid toch nog wel hoop voor de
toekomst.
Vfesda&r dat wij zoowel de patroons als
Ga dan naar
LANGE KERKSTRAAT 42 - GOES!
U kunt ook opbellen No. 1©8 en U ontvangt
een prachtsorteering ter keuze I
do arbeiders opwekken zich te organi-
'seeren naar eigen beginsel.
Indien ooit, dan is het nu noodig onze
Christelijke organisaties te versterken en
zoo bij het licht van Gods Woord geza
menlijk te zoeken naar middelen om
ook in deze donkere tijden den rechten
weg te vinden.
PEPERMUNT
het beste'
dageiijksche
middel ter
opwekking en
verfrissching.
verzamelde zich een enorme menigte en
geleidelijk arriveerden ook de troepen. In
de stad zelf hingen ontelbare Fransche
en Engelsche vlaggen in rouwfloers.
Om tien uur werden de poorten van
het stadhuis gesloten en kwamen de of-
ficiëele personen aan.
Een diepe emotie beving de menigte,
toen drie der overlevenden van de R. 101,
namelijk Leech, Binks en Bell, arriveer
den alle drie zonder hoed en in de klee-
ren, die zij op het oogenblik van de ramp
droegen.
In een doodsche stilte stond de menig
te tot elf uur te wachten, roerloos bijna.
Om 1 minuut voor elf klonk het eerste
der 101 saluutschoten door de lucht; een
kort commando weerklonk, de klaroe
nen schalden, de troepen presenteerden
het geweer en alle aanwezigen onthloot-
ten eerbiedig het hoofd.
De tonen van het „God save the King"
en daarna van de Marsellaisse, gespeeld
door het muziekkorps, weerklonken, en
even later vulde het geronk van vliegtuig
motoren de lucht: tientallen vliegtuigen
van le Bourget vertrokken om denBrit-
schen luchthelden de laatste eer te bewij
zen, cirkelden boven het plein.
Toen brak het aangrijpend oogenblik
aan, waarop de dooden hun thuisreis
zouden aanvangen. Een voor een reden
de affuiten aan, op elk waarvan twee
kisten waren geplaatst, bedekt met de
Engelsche kleuren en toen de 24 affuiten
zich hadden opgesteld, zette de stoet zich
langzaam in beweging. Eerst kwamen
de afdeelingen gendarmes, daarna het
muziekkorps, dat een doodenmarsch blies,
toen het vaandel en vervolgens de infan
terie.
Achter de soldaten liepen de leden van
het brandweercorps der stad Beauvais,
die tot de eersten behoorden, die op de
plaats van de ramp aankwamen, doch
onmachtig stonden tegenover de vlam
menzee en urenlang niet de geringste
poging konden doen, óm het vuur te blus-
schen.
Voorafgegaan door soldaten, die tien
tallen kransen droegen, volgde de lan
ge rij van 24 affuiten, elk geëscorteerd
door acht soldaten, en diep ontroerd, met
ontbloot hoofd, bracht de bevolking haar
groet aan de omgekomen luchtvaarders.
Achter den droeven stoet volgden de drie
overlevenden en de officiëele persoonlijk
heden, alsmede een groote menigte van
Fransche burgers, oud-strijders, padvind-
sters en nonnen. De stoet werd gesloten
door afdeelingen infanterie, mariniers en
Spahi's.
Om kwart voor twaalf werd het sta-
1 tion bereikt, dat gedecoreerd was met
Fransche en Engelsche vlaggen, met
rouwfloers omhuld.
Om kwart over een reed de lange trein
met zijn droeven lsat het station van
Da uitvaart der slachtoffers.
De uitvaart van de slachtoffers van
de „R 101"-ramp, heeft gisteren te Beau
vais met indrukwekkende plechtigheid
plaats gehad.
Door heel Frankrijk hingen op dezen
nationalen rouwdag de vlaggen halfstok
en overal zag men ook de Britsche en
de Fransche nationale 'kleuren door een
rouwfloers samen gehouden..
Te Beauvais was de stemming ontroe
rend. Den ganschen ochtend waren kran
sen aangebracht en bloemen, van de
Fransche regeering natuurlijk en van het
Engelsche gouvernement, van de stad
Beauvais, van den stadsraad enz., maar
daarnaast ontelbare uit alle "kringen der
bevolking heerlijk vertolkend de liefde
en deelneming van duizenden bij dit tra
gisch ongeluk.
Even voor half elf brachten1 de autori
teiten, aan wier hoofd zich minister-pre
sident Tardieu en de Britsche gezant,
Lord Tyrell, bevonden, een laatsten groet
aan de slachtoffers in de rouwkapel van
het stadhuis.
De 48 doodkisten, ieder door de Brit
sche ylag gedekt, werden om '11 uur op
artilleriewagens geplaatst, omgeven door
escortes van Fransche militaire lucht
vaarders.
Terwijl de muziek het Engelsche volks
lied aanhief en de artillerie saluutscho
ten loste, vertrok de .stoet naar het sta
tion, omgeven door infanterie en spa
hi's, terwijl eenige vliegregimenten in de
lucht defileerden.
De geheele bevolking volgde den stoet,
waarin de ontzaglijke massa bloemen me
degedragen wend.
Om kwart over één vertrok de trein
naar Boulogne, nadat de troepen voor
de laatste maal gedefileerd hadden.
Aldaar zou om vijf uur de overbren
ging op 2 Britsche oorlogsbooten .plaats
hebben.
Na afloop ,van den rouwdienst in do
kathedraal van Beauvais overhandigde de
Britsche gezant aan Tardieu een schrijven
van den koning van Engeland, waarin
deze aan de Fransche regeering zijn dank
betuigt voor de hulp bij de ramp ver
leend. Bij aankomst te Boulogne werden
de kisten, terwijl de kustbatterijen en een
Fransche torpedojager een laatste saluut
afvuurden, overgebracht op de Engelsche
torpedojagers „Tribune" en j,Tempest",
die de vlag halfstok geheschen hadden.
De torpedojagers aanvaardden' om vijf
uur de reis naar Engeland, waar zij',
aangezien slechts langzaam kon worden
gevaren, tegen middernacht verwacht wer
den.
Een aangrijpende dag te Beauvais.
Omtrent de uitvaart der slachtoffers
wordt aan „De Crt" nog het volgende ge
meld:
Op bet groote plein voor het raadhuis
Beauvais uit, terwijl een menigte van
naar schatting 100.000 personen een laat
sten groet bracht
Door het trieste landschap reed de trein
naar de kust. Hier en daar langs den
spoorweg stonden groepen menschen, die
eerbiedig een groet brachten aan de
dooden. Op elk station stonden de amb
tenaren met ontbloot hoofd toen de
wagons voorbijgleden.
Te Boulogne werd de trein gedeeltelijk
langs een in de straten liggende spoor
lijn naar de kade gevoerd, waar een
Engelsche torpedojager gereed lag om
de stoffelijke resten der opvarenden van
de R. 101 over te nemen. Ook in Boulog
ne heerschte rouw; van alle huizen woei
de vlag halstok evenals van de in de
haven liggende schepen.
Terwijl de trein Boulogne binnenreed,
werden van het fort saluutschoten afge
vuurd. Bij aankomst van den trein op
de kade werd door het muziekkorps de
Marsellaisse en God save the King ten
gehoore gebracht, terwijl leden van de
brandweer de kisten op hun schouders
naar een kraan brachten, die de kisten
een voor een neerliet op het dek van
den Engelschen torpedojager, waar ma
trozen, met ontbloot hoofd, de kisten in
ontvangst namen en naar het kanonnen-
dek overbrachten.
Eenigszins terzijde stonden de drie over
levenden van de R. 101, Plotseling werd
de ontroering een hunner, Bell, te mach
tig en hij zakte ineen. Hij werd snel
weggedragen, doch binnen enkele minu
ten had hij zich weer hersteld.
De plechtigheden in Engeland.
De kisten zullen .te Pover ontscheept
worden en vanmorgen om 'één uur aan
het Victoriastation te Londen aankomen.
Daar staat een eerewacht van de Engel
sche luchtmacht gereed om den droeven
last te ontvangen. De kisten zullen van
daag naar het doodenhuis 'in het West
minster ziekenhuis overgebracht worden
voor mogelijke identificatie door fami
lieleden. waarna Donderdag op een na
der aan te wijzen plaats gelegenheid zal
zijn voor het publiek om rle gaoden
door een défilé de laatste eer te bewij
zen.
De prins van ijales zal den Koning
vertegenwoordigen bij den lijkdienst op
Vrijdag in de Sint Paul.
De meeste familieleden hebben' reeds
toestemming verleend voor een 'begrafe
nis in een groot gemeenschappelijk graf,
dat te Cardington zal gedolven worden
cp het plaatselijk kerkhof, dat dicht bij
den ankermast is gelegen en waar later
een passend gedenkteeken kan worden
opgericht.
Beschouwingen over de oorzaken
van de ramp.
In de „N. R. Crt." worden van uit Lon
den nog allerlei beschouwingen gegeven
over de oorzaken van de ramp.
Iets zekers kan hier over de oorzaak
natuurlijk nog niet gezegd worden, maar
wel schijnt het of uit de beschikbare ge
gevens zou vastgesteld kunnen worden
boe alles in zijn werk gegaan is. Wii
mogen aannemen, dat het schip kort
voor het ongeluk niet hooger voer dan
500 voet. Tevoren was het op 1500 voe:,
geweest, maar, volgens de mededeelingen
van den tweeden piloot Leech, had het
schip met groote snelheid een eerste
duikbeweging gemaakt. Fransche pilo
ten, die de streek goed kennen, zeggen,
dat daar bij een zekeren wind een zeer
gevaarlijke benedenwaartsche luchtstroom
of zuiging is, waartegen ook vliegtuigen
gewoonlijk al hun kracht noodig hebben
en waar alleen piloten, die de streek
goed kennen, in bepaalde omstandig
heden uit kunnen komen. Een dergelijke
luchtzuiging zou ook de R. 101 naar be
neden getrokken hebben. Volgens ver
klaringen is men er in geslaagd, het
schip, welks neus dus benedenwaarts
gericht was, weer horizontaal te krijgen,
niet echter door den neus weer te doen
stijgen, maar door den staart te doen
dalen.
Het schip is echter, zooals de corres
pondent van de „Times" zegt, 700 voet
lang. Volgens Leech had het een hoek
van 45 graden gedoken. Toen het weer
horizontaal was moet het dus 300 voet
Binnenland.
De jaarvergadering van Patrimonium.
Dreigend conflict in de typografie.
Cassatie aangeteekend in do moordzaak-
Lans
Buitenland.
Beschouwingen over de luchtschipramp.
De troebelen in Brazilië.
De dumping der Sovjets.
Mac Donald verdedigt zjju beleid.
Aardbeving in Beieren.
lager gekomen zijn dan te voren, d.w.z.
te dicht bij den grond om nog eenmaal
veilig hetzelfde proces te doorstaan. Men
zou daarom een poging aangewend heb
ben om door de machines op volle kracht
te doen werken en ballast uit te werpen,
weer tot veiliger hoogte te stijgen. En
drie minuten vóór het ongeluk ontbood
Irwin de diensthebbende officieren voor
een bespreking voor de beste gedragslijn.
Inderdaad zou daarop een nieuwe be
nedenwaartsche windvlaag den neus
weer naar omlaag gedrukt hebben en
het bevel om de machine toen zoo lang
zaam mogelijk te doen werken, kwam te
laat, zoodat het schip met een snelheid
van ongeveer 50 knoopen den grond
raakte. De weersgesteldheid begunstigde
het ontstaan van verticale luchtstroo-
men. De groote vraag wordt bij deze ver
klaring: waarom de R 101 over het ge
heel zoo laag gekoerst heeft. Ook boven
Groot-Brittanië immers blijkt het sterk
de aandacht getrokken te hebben, dat
het luchtschip zoo laag stevende.
De regen wordt daarvoor nog steeds
als de voornaamste oorzaak opgegeven.
Het luchtschip had een systeem van aan
vulling van den waterballast, waardoor
het den regen in boven aan bet lichaam
aanwezige reservoirs opving en deze
naar de ballasttanks overgebracht kon
worden. Echter kon dit systeem de nood
zaak van snelle verlichting van het schip
niet snel genoeg bewerken. Is het waar,
dat Irwin op het laatste oogenblik geen
water, maar olie heeft laten uitwerpen,
dan zou dit aldus verklaard moeten wor
den, dat hij in de noodzaak om het schip
zoo snel mogelijk uit een gevaarlijken
lagen stand te doen opstijgen, wel ge
dwongen was om olie uit te gooien, om
dat het met het water niet snel genoeg
kon.
De „Daily Mail" vraagt waarom het
luchtschip, toen meteorologisch gebleken
was, dat de omstandigheden ongunstig
waren of werden, niet teruggeroepen is.
Ditzelfde blad merkt nog op, dat da
R 101 na haar aanzienlijke verlenging,
feitelijk onvoldoende beproefd was.
In zijn nieuwen vorm had het schip
niet meer dan een paar uren gevaren
Een merkwaardig redding.
De marconist Disley heeft aan een ver
tegenwoordiger van de News Chronicle
het volgende verteld, hoe hij uit het bran
dende luchtschip ontsnapte:
„Ik lag in mijn kooi te wachten tot ik
dienst moest doen. Plotseling voelde ik,
dat er iets gebeurde en sprong op, maar
voor ik een schakelaar kon pakken werd
ik door een schrikkelijke vlam verrast,
die me bijna tegen den grond sloeg.
„Alles werd donker. Dan plotseling op
nieuw een uitbarsting van vlammen naar
het inwendige van het schip. Ik dacht,
dat mijn einde gekomen was en rende de
gang in teneinde een weg te vinden om
te ontkomen. Mijn eerste gedachte was
ergens doorheen te breken en ik gebruik
te mijn tanden en nagels, maar al mijn
pogingen waren nutteloos. Ik versaag
de echter niet, tot mijn krachten afna
men en de vlammen steeds nader kwa
men. Opnieuw deed ik er een aanval op,
doch het begaf zich niet. Uitgeput zonk
ik op den grond en uitte een kort gebed.
Toen ik viel voelde ik, dat er iets onder
mij doorboog. Inderdaad stortte ik naar
beneden en het scheen alsof ik in een
vuurzee viel. Ik stak mijn hand uit en
voelde iet» nat». Het vu gras.