No. 6
Dinsdag 7 October 1930
45e Jaargang
Dagblad voor de Provincie Zeeland
Hendrikse Go's Bank N.V, Boes
Het vergaan van de R 101
EERSTE BLAD.
Belangrijkste Nieuws.
COUPONS EN LOSSINGEN
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Verschillende opvattingen omtrent de oorzaak van de
ramp. Een nationale begrafenis van de slachtoffers.
ALLE
per 1 OCTOBER vervallende
worden verzilverd door
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes.
Tel.: Redactie en Administratie No. 11.
Postrekening No. <4455.
Bijkantoor te Middelburg.
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. TeL No. 259.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummers 10.08
Prijs der AdvertentiSn:
14 regels £1.20, elke regel meer 30 ci
Bij abonnement belangrijke korting.
Geen Boerenpartij.
In het „Landbouwblad voor Zeeland"
schrijft de heer J. Huyssen-Dieleman te
Temeuzen, over het van sommige zij
den aanbevolen denkbeeld om een Boe
renpartij te stichten.
Hij verklaart hiervan niets te moeten
hebben.
„Een boerenpartij zegt hij het
klinkt zoo prachtig,maa<" heeft men er
wel eens .aan gedacht, dat, als alle ge
organiseerde boeren hieraan meededen,
er nog geen vier in de Tweede Kamer
zouden komen En denkt men, dat dit
iets zou uitrichten?
Zooals men zich wellicht zal herinne
ren, hebben jvij ons in denzelfden geest
uitgesproken.
Van een Boerenpartij, die uit den aard
der zaak uit zeer heterogene leden zal
moeten bestaan en een sterk uitgespro
ken belangen-karakter zal dragen, is voor
de oplossing van de moeilijkheden, waar
mee land- en tuinbouw momenteel te
kampen hebben, niets te verwachten.
Daaruit volgt niet, dat de boeren nu
maar stil zouden moeten ^zitten.
Integendeel. Als zij in hunne organi
saties hun stem laten hooren en dan
via die organisaties invloed op de Re
geering trachten uit te oefenen, dan zal
heel wat meer kracht ontwikkeld kunnen
worden, dan wanneer enkele bóeren-af
gevaardigden dat doen.
Bovendien kunnen de boeren zich in
de verschillende politieke organisaties la
ten gelden, zoo als dat ook jeeds gedaan
is, met het gevolg, dat een belangrijk per
centage der Kamerfracties uit agrariërs;
bestaat, die getoond hebben, wel degelijk
aan de boerenbelangen aandacht te schen
ken.
Deze afgevaardigden zullen1 niet alles
kunnen bereiken.
Het is niet in hunne macht, om de
moeilijkheden op te lossen;.
Maar als er op deze wijize iets ge
daan kan worden, dan zullen zij; het in
elk geval veel "beter kunnen doen, dan
de afgevaardigden van' een z.g. Boeren-
p art ij, die, zooals bij dergelijke "belan
genpartijen steeds het geval bleek te zijn,
geen invloed van berteekenis kunnen uit
oefenen..
Blinde leidslieden.
Voor de Communisten, die niets liever
willen dan onrust, wanorde, omkeering,
revolutie, is het een gouden tijd.
Voor velen is de toestand ver van
gunstig.
De werkgevers klagen, maar ook de
arbeiders. De plaag der werkloosheid
grijpt steeds meer om zich heen. Als het
niet verandert gaan velen een bangen
winter tegemoet.
De Communisten stellen zich daarvoor
hunne revolutionaire actie veel van voor.
Naarmate de sociale toestanden slech
ter worden, neemt de onrust toe, en
zijn de men sen en meer geneigd te luis
teren naar hen, die zoo graag het revo-
lutievuur willen ontsteken.
En nu schijnt het, dat zij daarbij hulp
zullen krijgen van Soo. Democratische
zijde.
De S. D. A. P. heeft zich reéds meer
malen van revolutie niet afkeerig ge
toond.
Denk maar aan wat in 1918 gebeur
de.
En ook later is nog weieens te kennen
gegeven, dat bet aanbeveling zou ver
dienen den boel eens op stelten te zet
ten.
Dien kant schijnt men nu ook uit te
willen.
Zondag, in de vergadering van Soci
aal Democratische Raads- en Statenle
den in de Provincie Groningen, kwam
een der sprekers verklaren, dat, als de
Regeering' niet genoeg doet inzake steun
aan werkloozeo, eenig kabaal van
den kant der arbeiders heilzaam
zou werken.
M.a. w. als het niet gaat, zooals zij
het wenschen, dan moeten de arbeiders
geweld gaan gebruiken.
En dat zegt een der leiders van hef
N. V. V., die ook in de S. D. A. P.
een eeerste plaats inneemt.
Deze ontwapenaar dreigt nu reeds met
geweld.
En hij doet dat in een omgeving; waar
de Communistische denkbeelden grooten.
invloed hebben op de bevolking.
'Natuurlijk, als het zoover "komt en er
vallen slachtoffers, dan zal deze leider
wel zorgen, dat hij heel ver uit de buurt
is.
En als de opgezweepte arbeiders ka-
taal gaan maken en de Communisten
nemen daarbij, als steeds, de leiding,
met het gevolg, dat de ellende nogal
grooter wordt, dan zal hij zich haasten
te yerklaren, dat hij het zóó niet bedoeld
heeft.
Maar dan is het te laatl
En dan zullen het weer de misleide
arbeiders zijn, die het gelag betalen'.
't Is wel diep treurig, dat op een der
gelijke wijze door zulke blinde leidslieden
terwijl de revolutie-brandstof zich overal
ophoopt, met vuur gespeeld wordt.
N.V. AMSTERDAMSCHE ELEMENTENFABRIEK v.h. GEBR. PETERS bericht, dat
haar nieuwe uitgebreide prijscourant van zwakstroom-sterkstroom
en radioartikeien op aanvraag gratis aan Heeren Handelaren worden toegezonden.
AMSTERDAM, C., PRINSENGRACHT 220-224.
Vanwege het Engelsche parlement van
Luchtvaart wordt officieel medegedeeld,
dat 54 personen aan boord van de R 101
waren geweest.
De ernstig gewonde, die overleden is,
brengt 't aantal slachtoffers van de ramp
definitief op 47. De toestand der gewonden
is onveranderd. De drie mecaniciens, die
hun leven aan het harsten van de water
tank danken, zijn reeds naar Engeland
teruggekeerd na het geven van een voor-
loopige getuigenverklaring aan de ge
mengde Fransdh-Engelsohe commissie.
!De Engelsche regeering heeft de torpe
dojagers Tempest en Tribune naar Calais
gezonden om de stoffelijke resten der 47
slachtoffers naar Engeland over te bren
gen. Vrijdag wordt een officieel© rouw
dienst in de St. Paulkathedraal te Londen
gehouden, waarhij, naar men verwacht, de
Koning tegenwoordig zal zijn.
De vermoedelijke oorzaak.
Een redacteur van het Persbureau Vaz
Dias heeft den heer G. Spit, chef van den
technischen dienst der K.L.M. op Schip
hol, gevraagd wat naar zijn meening d-3
oorzaak kan zijn van de ramp, welke
het Engelsche luchtschip R 101 heeft ge
troffen.
U weet, zeide de heer Spit dat de
R 101 is uitgerust met vijf motoren, waar
voor als brandstof zware olie wordt ge
bruikt.
Toen het luchtschip geheel gecon
strueerd was, bleek, dat, in geval van het
maken van een lange vlucht, het gewicht
der mee te nemen olie het schip zoo
zwaar belasten zou, dat er aan gewone
lading vrijwel niets kon worden mee
genomen.
Om aan dit groote bezwaar tegemoet
komen, is het luchtschip toen doorge
zaagd, waarna het verlengd werd. De
reeks nieuwe gascellen, welke zoodoende
aan de oorspronkelijke werden toege
voegd, vermeerderden het gasvolume en
daarmede ook het draagvermogen van
het schip.
U begrijpt echter, dat voor de lange
vlucht naar Karachi het maximum aan
ruwe olie is meegenomen, zoodat het ver
moeden zeker gewettigd is, dat de R. 101
door dit groote gewicht aan brandstof in
de eerste uren op geringe hoogte heeft
moeten vliegen.
Toen het schip dus, zooals uit de tele
grammen blijkt, met zwaar weer, in casu
een hevigen storm, te kampen kreeg, is
de besturing van het gevaarte op geringe
hoogte veel moeilijker geweest dan het
geval geweest zou zijn, wanneer het zich
in hoogere luchtlagen had kunnen voort
bewegen.
Was in dit verband een vlucht met de
R. 100, waarvan de motoren voor ben-
zine-verbruik zijn ingericht, niet te ver
kiezen geweest?
„In geen geval, antwoordde de heer
Spit. Alleen reeds niet vanwege het feit,
dat de R. 100 niet binnen de keerkringen
mag komen, omdat bij warme weersge
steldheid het gevaar voor het in brand
geraken van de benzine allerminst denk
beeldig is. Zoo bestond er voor de vlucht,
van de R 100 naar Canada niet hot
minste bezwaar, omdat het luchtschip
gedurende de geheele reis binnen het ge
bied bleef van het Noordelijk halfrond,
waar geen gevaarlijke temperatuuxsstij-
ging kon optreden.
Zooals U weet is de R. 100 later ge
bouwd dan de R 101. De ervaring, opge
daan bij het verbruik van ruwe olie,
heeft er toe geleid om de R. 100, in tegen
stelling met het thans vergane luchtschip,
met benzine-motoren uit te rusten. Hel
draagvermogen werd hierdoor aanzien
lijk vergroot, waartegenover echter het
nadeel staat, dat ik U reeds heb uiteen
gezet.
Volgens bericht uit Parijs, is de meest
waarschijnlijke veronderstelling omtrent
de oorzaak van de ramp, dat het schip
door een windhoos tegen den grond is
geslagen en daarop door het overslaan
van een vonk de ontploffing volgde.
Deze veronderstelling wordt bevestigd
door de verklaring van ingenieur Leech,
die op het oogenblik dat de ramp plaats
had, de leiding had. Hij deelt mede, dat
het luchtschip bij Beauvais verschrik
kelijk weer trof, zoodat het heen en weer
werd geslingerd. Hij had echter vertrou
wen in de solide constructie van het schip
zoodat hij zich geen oogenblik bezorgd
maakte.
Om 1 uur 40 had hij den indruk, dat
het schip buitengewoon zwaar stampte
en dat het slechts zeer langzaam vooruit
kwam, daar het voortdurend heen en
weer werd geslingerd.
Om 1 uur 43 had het luchtschip radio
verbinding met Le Bourget, dat de positie
van het luchtschip met 2 K.M. ten Zui
den van Beauvais opgaf.
Beauvais werd gepasseerd, zonder dat
Leech nauwkeurig wist, op welke hoogte
het luchtschip voer. Hij trachtte met alle
geweld tegen den wind op te tornen, die
het luchtschip steeds meer naar den
grond drukte. Daarbij kwam, dat 'iet ge
wicht van het luchtschip door de hevige
regenvlagen nog vermeerderd werd.
Toen deed hij de ontstellende waar
neming, dat hij de machines en het stuur
niet meer in zijn macht had en ondanks
alle pogingen gelukte het niet meer "het
schip omhoog te brengen; Het werd tegen
den grond geworpen en bijna op het
zelfde .oogenblik volgde de ontploffing
en sloegen de vlammen ,op.
Een andere veronderstelling is, dat door
het schokken van het lichtschip een elec-
trische draad in het binnenste van het
luchtschip is stuk geraakt en daardoor
kortsluiting is veroorzaakt, waardoor het
waterstofgas in brand zou zijn geraakt.
Volgens een derde lezing is de ramp
veroorzaakt door het weigeren van het
hoogtestuur, dat, evenals bij de eerste
oceaanvlucht van den „Graf Zeppelin"
tegen den druk van den wind niet is
bestand gebleken..
Men tracht thans ook vast te stellen,
óf het luchtschip van te voren reeds niet
beschadigd was. In verband hiermede is
het van belang, dat enkele stukken en
kele kilometers van de plaats van de
ramp verwijderd gevonden zjjn.
Blijkens een Engelsch blad is het lucht
schip reeds een jaar geleden aan het
zelfde gevaar blootgesteld geweest. Bij
een vlucht over de Oostkust van Enge
land bemerkte men n.l., dat het lucht
schip langzaam aan hoogte verloor, en
ondanks alle moeite slaagde men er niet
in, het schip weer omhoog te brengen.
Slechts met moeite gelukte het destijds
Cardington weer te bereiken.
Het luchtschip gebroken?
De ingenieurs, die behouden zijn, heb
ben nog geen voldoende mededeelingen
kunnen doen omtrent de oorzaak van de
catastrophe. De ingenieur Leech is over
tuigd, dat het luchtschip is gebroken,
en vermoedelijk aan de staartzijde. Men
voelde verschillende hevige schokken. De
bestuurder is ongetwijfeld in moeilijkhe
den geweest en het is waarschijnlijk, dat
hij het niet wenschelijk achtte de reis
voort te zetten en bij Beauvais heeft
willen landen en dit gedaan heeft juist
over het boschje heen, op 4 kilometers
van Beauvais. Bij den tweeden grooten
schok heeft hij het luchtschip weer willen
doen opstijgen, doch de achtersturen
werkten niet meer. Volgens den ingenieur
jLeech is den achtersteven reeds afgebro
ken voor de daling. Verzwaard door den
regen en door de aanzienlijke lading is
toen het luchtschip met ontzettende
kracht op den grond terecht gekomen, ge
heel uiteenkrakend en waarbij de gas
cellen met de 172.500 kubieke meter gas
ontploften. Hot vuur vond bovendien
voedsel in de 25.000 lieter zware olie.
Ook is het mogelijk, en zulks wordt ook
door de overlevende ingenieurs veronder
steld, dat het schip, eenmaal niet meer
aan het stuur beantwoordend, is gaan
drossen en dat de voorsteven tegen hoo
rnen is geschokt, waardoor de schokken
zich voordeden, die de ontploffing hebben
veroorzaakt.
De radio-telegrafist, die onder de over
levenden behoort, heeft verklaard, dat
Beauvais werd overvlogen op een hoogte
van niet meer dan 400 of 500 meter en
dat het was, alsof het luchtschip in een
luchtzak kwam, want het smakte plotse
ling naar omlaag.
De bestuurder scheen het luchtschip
nog in zijn macht te hebben, want het
verhief zich, doch zakte weer. Het ver
hief zich opnieuw, doch scheen dan ge
heel een speelbal te zijn, die heen en
weer geworpen wordt. Plotseling scheen
het zioh overeind ta stel'ea en met een
hevigen schok, gevolgd door een ontzet
tende ontploffing, was het lot der talrijke
opvarenden beslist.
Wat een ooggetuige vertelde.
Omtrent het oogenblik nadat de cata
strophe plaats greep, vertelt een. der be
woners van Allonne nog: „De nacht was
zwart als inkt en het was beurtelings mis
tig en helder, als de hevige rukwinden de
atmosfeer schoonveegden. Tal van wind-
stooten gingen met hevige regenvlagen ge
paard. Hij zag eerst de roode en groene
lichten en later het donkere silhouet van
het reusachtige gevaarte. Doch elk oogen
blik verduisterde het zware weer alle
zicht. Op een gegeven oogenblik zag hij
het landschap en de kathedraal van Beau
vais, waarvan hij ten Zuiden woont, zoo
hel verlicht, alsof door middel van mag
nesiumlicht een fotografie moest worden
genomen. Na eenige fantastisch sterke
flikkeringen zag hij, dat de onheilspel
lende verlichting bleef; plot® hoorde hij
toen den eersten ontzettenden knal, even
later gevolgd door een tweeden. Hij kon
daaruit opmaken, dat het luchtschip eeni
ge kilometer® verder ontploft moest zijn.
En inderdaad 'zag hij in oostelijke richting
een geweldige vuurhaard, waaruit de
vlammen hoog de lucht in opstegen.
„De bewoners, die de ramp hadden ge
zien maakten alarm, trouwens heinde en
ver was men 'door den ontzaglijken plof
opgeschrikt. Met allerlei middelen, fietsen,
auto's, zelfs te paard rende men naar de
plaats des onheil®, om zich rekenschap te
geven van wat gebeurd was." Men weet
dat hulp bieden onmogelijk was.
Uitlatingen van Dr Ecbener.
In een onderhoud met een vertegen
woordiger van het Wo'lffbureau heeft dr
Eckener o.a. gezegd, dat hij zich zijn oor
deel over de oorzaak van de ramp moet
voorbehouden, daar de omstandigheden
nog slechts onvoldoende bekend zijn. Vast
staat echter, dat de R 101 zeer laag heeft
gevlogen, van 100 tot 200 M. boven den
grond. De gezagvoerder heeft die hoogte
ongetwijfeld gekozen, omdat de wolken
zeer laag 'hingen en orienteering alleen
mogelijk was door er beneden te blijven
en zoo den weg naar het Rbone-dal zeker
te kunnen vinden. Deze weg was de eenig
bruikbare naar de Middellandsohe Zee. Nu
is het vliegen op geringe hoogte bij; buiïg
weer steeds met zeker gevaar verbonden
en men mag aannemen, dat het luchtschip
op het oogenblik van het ongeluk in zwaar
weer was. Eckener schat de overbelas-
Binnenland.
De jaarvergadering van „Patrimonium".
De F.H.-AEO e Sofia.
De eerste Nederlandsche nachttrein.
Buitenland.
Het vergaan van de R 101.
Onrust dn Noord-Span je.
ting, vooral ontstaan' door den hevigen ra.
gen, wel op 7 a 8 tan.
Al® een zwaar luchtschip bij buiig weer
door een valwind wordt neergedrukt, da
het zeer moeilijk het weer omhoog te bren
gen In dit geval, nu de R 101 blijk
baar zeer laag vloog, was dat buitenge
woon moeilijk en dit maakte de vaart bo
ven heuvelachtig terrein gevaarlijk.
Dat bij stooten op den grond of tegen
een heuvel een gasontploffing volgt is heel
waarschijnlijk, want er ontstaan bij een
stoot, naar men uit vroegere ongelukken
weet, haast altijd vonken, die het draag-
gas of de (benzine ontsteken.
Het ongeluk zou in het geval van de R
101 lang niet zoo erg zijn geworden, als
het in plaats van waterstof helium als
draaggas had gehad.
Het zou daarom zeer wenschelijk zijn,
dat de Amerikaansehe regeering voor de
geheele luchtschipvaart helium-gas ter be
schikking stelde, 'tgeen Amerika in vol
doende hoeveelheid bezit.
De Indentificatte der lijken.
De lijkkisten, met de overblijfselen der
Britsche helden, die bij de ontzettende
catastrophe met de R 101 het leven lie
ten, zijn uit Allone, waar ze tijdelijk wer
den opgebaard, naar Beauvais overge
bracht, ter voortzetting van de indentifi-
catie.
Evenwel, zooals wij reeds meldden, er
is weinig hoop, dat men hierin nog sla
gen zal, want de lijken zijn zoodanig ver
koold, dat verschillende afbrokkelden bij
het in de kist leggen. Daar het over-
groote deel der slachtoffers door de
ramp overvallen werden in de eerste
oogenblikken van den nachtrust en dus
kleeren en metalen voorwerpen hadden
afgelegd, had de commandant der gen
darmerie onmiddellijk last gegeven de
lijken te bergen met de voorwerpen, die
rondom werden gevonden.
Wijl het echter waarschijnlijk is, dat
door de schokken en het alarm de sla-
penden overeind zijn gevlogen en een
paniek is ontstaan, levert dit toch ook
weer geen betrouwbare aanwijzing.
Ook het lijk van lord Thomson is niet
herkend kunnen worden. Hot velums der
ineengeschrompelde lijken geeft al even
min aanwijzing, want sommige lijken zijn
zoodanig ineengeschrompeld, dat kinder
doodkisten ze kunnen bevatten.
Volgens de plaats in de gondel, waar
men ze terugvond, zijn de lijken in 3 af-
deelingen gerangschikt: van voren, in
het midden en achterin. Die in het mid
den zullen in geen geval te indentificee-
ren zijn. De voorwerpen, die bij hen ge
vonden werden, zijn geregistreerd en in
een enveloppe met hetzelfde nummer als
de resten geplaatst.
Een nationale begrafenis.
Een communiqué van het Britsche
Luchtvaartministerie deelt mede, dat een
brief is gezonden aan de families der
slachtoffers van de ramp, waarin, gezien
de onmogelijkheid om de meerderheid
der lijken te indentificeeren, wordt ge
opperd het denkbeeld van een gemeen
schappelijke begraving van alle stoffe
lijke overblijfselen, opdat één herinne
ringsmonument kan worden opgericht op
hun laatste rustplaats, welke waarschijn
lijk in Cardington zal zijn, of daar in
de buurt.
Een nationale begrafenis zal verleend
worden aan de slachtoffers en een her
denkingsdienst zal in de St. Paul ge
houden worden.