DE ZEEUW tweede blad PAULS OFFER. Uit de Provincie Rechtzaken i 1 i i urm Uit den Mlddelburgschen Raad. FEUILLETON VAN VRIJDAG 12 SEPT. 1930. No. 290. De zitting van Woensdag, die weer vol tallig was, begon met een welverdiend complimentje van den voorzitter aan 't adres van allen, die hadden medegewerkt om de Oranje-feesten zoo schitterend te doen slagen. Wederkeerig dankte de ver- eeniging Uit het VolkVoor het Volk schriftelijk het Gemeentebestuur voor de ontvangen medewerking. De ingekomen stukken hielden vrij lang op. Ook over het voorstel van B. en "W. om alleen bij nieuw- en verbouw het aanbrengen van brievenbussen aan de woningen verplichtend te stellen, werd lang gepraat. Er waren .er, die ze ook graag aan alle bestaande woningen zagen aangebracht, maar zoover kwam het niet. Andere leden zagen daarin een te ver gaand ingrijpen in het eigendomsrecht. Ten slotte gebeurde er nie„s meer, dan B en W. voorstelden. Met het ambtenaren-reglement wordt het een ware lijdenshistorie. De lezers herinneren zich, dat het in een vorige zitting is verworpen, doordat de rechter zijde en de heeren van de bezuinigings partij (ieder op eigen gronden) tegenstem den. Van sociaal-democratische zijde is daarna tot twee keer toe getracht, althans de vaeanties voor de ambtenaren te red den. Maar ook dit lukte niet. De S.D.A.P. zag wel in, dat ze wat water in haar wijn moest doen, wilde de rechterzijde toegeven. Ze besloot toen een concessie te doen ten aanzien van het beruchte art. 36 (regelende het 'in dienst houden der ongehuwde moeder). Omdat de woordvoerder der rechterzijde bij het afleggen zijner verklaring destijds niet geheel volledig was en alleen van artikel 36 sprak, meende de soc. dem. fractie, dat daarmee aan het verlangen der rechterzijde was voldaan. Dit bleek echter gisteren niet het ge val te zijn. Zooals bij de behandeling van het reglement in eerste instantie wel duidelijk was geworden, zat ook in ar tikel 56 een principe, n.l. het ontslag der huwende ambtenares. Dhr den Hol lander 'had destijds helder aangetoond, dat bij art. 36 en 56 feitelijk éénzelfde principe in het geding was. Vandaar, dat de rechtsche fracties er nu op stonden, dat ook werd besloten tot het ontslag der huwende ambtenares. Maar nóch de S. D. A. P., nóch de Vrijz. Democraten wilden daaraan mede werken. Dhr Paul zei het onomwonden: ge krijgt het volle pond niet. En de Vrijz. Dem. dames bleken slechts noode aan het compromis medegewerkt te hebben, levend in de stille hoop, dat de e.v. Raadsverkiezingen eau «jvIatoa Raad sou- t den brengen, die dan wee? naar de pij- I pen der rooden en rossen zou willen dansen. Tot een tweeden stap waren ook zij niet bereid. De heer Jeronimus nam de gelegenheid waar om te trachten alsnog een paar van zijn verlangens ingewilligd te krijgen. Dhr Naezer trad daarbij als koopman op en zei: als jullie stemmen voor wijzi ging van artikel 19 (het hooren van ambtenaren door de hoofden van dienst) dan stem ik voor het reglement in zijn geheel. Dhr Paul was wel zoo vriendelijk, in de houding van rechts een beginsel te zien, maar kon dat bij de bezuinigers niet ontdekken. De verschillende woord voerders der rechterzijde toonden allen aan, dat de rechterzijde .allerminst in troebel water wil visschen. Van het be gin af beeft zij klaren wijn geschonken en nóg staat zij op het standpunt, dat zij alleen voor een ambtenaren-reglement kan stemmen, dat ten aanzien van de ambtenares principiëel aanvaardbaar is. Aan „koehandel" (een woord, dat en kele malen gebruikt is) heeft zij zich niet schuldig gemaakt. Toen de amendementen van de be zuinigers (op de artikelen 19 en 34) en vaïi de rechterzijde (op artikel 56) waren verworpen bij het laatste gaf de stem van dhr Naezer, die in tegenstelling met zijn partijgenoot Jeronimus tegen stem de, den doorslag stond het lot van het reglement in zijn geheel vast. Het werd andermaal verworpen met de stemmen van de rechterzijde en de be zuinigers tegen. Het gemeente-personeel kreeg echter het verlof, zooals het zou zijn geregeld, als het reglement was aangenomen. De Raad meende, dat dit personeel nu niet langer de dupe mocht worden van de lotgevallen van het reglement. Wat zal er nu verder gebeuren? Voor- loopig zit de wagen in het moeras. Zal hij daarin tot na de Raadsverkiezingen blijven zitten? Enkele heeren waren van meening, dat de ambtenaren in groote meerderheid de houding der drie link- sche fracties afkeuren. Dit zal wel niet zoo gemakkelijk zijn uit te maken. In ieder geval zal dit die fracties wel niet tot toegeven nopen. Wederom is de verhouding van de gemeente tegenover de Godshuizen een punt van bespreking geweest. Het is weer het zelfde liedje: de gemeente kan be talen en garant zijn, maar ze beeft ver der niets in te brengen. Het bestuur der Godshuizen bedisselt alles met Gedep. Staten. Geen wonder, dat daartegen, nu het zulke hooge bedragen gold (bet Gast huis onderging een groote uitbreiding) en het exploitatietekort er aanmerkelijk door werd vergroot, krachtig werd opge komen. Maar formeel is er weinig aan te doen. De Armenwet wordt nageleefd en daarmee is het uit. Dhr Paul vond het een eisch van be leefdheid, dat het Bestuur der Godshui zen in zulk een belangrijk werk den H.M. de Koningin en H.K.H. Prin.se® Juliana hebben een bezoek gebracht aan de groote land- en tuinbouwtentoonstelling, welke te Brummen gehouden werd. De vorstelijke bezoeksters maken een rondgang over het terrein. Vrij naar het Engelsch. 10) -o- HOOFDSTUK III. Intusschen, terwijl Alice haar hart brak in haar onbeantwoordde toegenegenheid voor Paul, brak Edgar het zijne in lief de voor Alice. Het leven kan ons soms vreemde parten spelen, dat ondervonden ook de heer en mevrouw Martin. Daar Paul arm was, wilden ze niets van hem weten als aanstaanden schoon zoon; Edgar echter, die rijk was, zouden ze met open armen ontvangen hebben en toch had Alice Paul lief, terwijl Ed gar haar onverschillig liet; en bijgevolg werden Alice's eens zoo blozende wangen bleek en schraal. De Fords waren zeer invloedrijke per- m Chayford, waar ze reeds gedu- e vers<heidene geslachten als koop- Bevestigd waren. Edgar was de ri q o 56. a sta|3ameling van den huize Ford, onraon-Ü"60! ne zusjes reeds jong het Aio oil e, ®ven vaarwel hadden gezegd. f„,e behoudenden, was Edgar eerder overdreven nauwgezetheid en plichtsbetrachting dim tot het tegen overgestelde. Hij was altijd klaar om al les voor zijn principes op te offeren wat volkomen in orde was; maar zoo nu en dan hield hij zijn vooroordeelen voor principes en dat is natuurlijk verkeerd. Een van zijn schoolvrienden had eens ge zegd: „Ford lijdt aan vervetting van ge weten" en het is waar, Edgar dreef het wel wat heel ver met zijn gemoedsbezwa ren. Voor de rest was hij een flink mensch. Hij was krachtig, slank en had een knap voorkomen en zijn schuwheid en overgevoeligheid, die hem zelf zoo veel last bezorgden, meiakten hem uiterst voorzichtig om de gevoelens van andere menschen niet te kwetsen. Hij praatte niet veel; maar liet altijd den indruk achter, dat hij buitengewoon onderhoudend was geweest, ofschoon men zich geen woord kon herinneren van wat hij gezegd had. Zijn zwijgen was interessanter dan het gesprek van de meeste menschen en zijn trots minder hinderlijk, dan hun zooge naamde nederigheid. Toch was hij in Zich zelf gekeerd en niet zonder hoogmoed. Om de menschheid in het algemeen gaf hij niet; hij was te schuw om hen te be grijpen en te gevoelig om hen te tarten, maar voor de weinigen, van wie hij hield, was zijn geduld onuitputtelijk en zijn toegenegenheid onwankelbaar; niets wat ze deden kon hem van hen vervreemden. Martha had eens opgemerkt: „Als mijn heer Edgar eenmaal komt te sterven, dan Raad had .geleend. Maar tot beleefdheid kan men nu eenmaal de menschen niet dwingen. Wel doelde dhr Paul en la ter ook dhr Jeronimus op de mogelijkheid van een gemeentelijk ziekenhuis. Dan is de gemeente tenminste baas in de ex ploitatie. Ten slotte zat er niets anders op als toe te geven, de gevraagde garantie voor de leening te verleenen, maar aan het Bestuur der Godshuizen zal toch de ont stemming van het Gemeentebestuur wor den kenbaar gemaakt. Dhr den Hollander bracht nog een an der onderwerp ter sprake. Het was hem gebleken, dat de Directeur van Gemeen tewerken de architect bij de verbouwing van het Gasthuis was geweest en daaraan een aardig bedrag bad verdiend. Ge noemd Raadslid kwam daartegen op. In een vorige vergadering had men lang zitten praten over de vraag, of een gemeente-ambtenaar of een zijner huisge- nooten een winkeltje mag hpbben en nu blijkt, dat een der hoofdamb tenaren flinke bijverdiensten heeft. Bij vo rige gelegenheden is wel eens gezegd, dat er bij gemeentewerken zooveel werk is. En nu kan de Directeur tijd vinden om er zulk een omvangrijk werk bij te doen. Uit mededeelingen van de zijde van B. en W. bleek echter, dat genoemde Directeur met goedvinden van den Raad architect is geworden der Godshuizen. Andere bijbetrekkingen, die zijn voorgan ger waarnam, zijn nem verboden. Maar dat eene is hem gelaten. Het deed wel eigenaardig aan, dat in dit verband enkele Raadsleden klaagden over te weinig controle door bedoelden Directeur. De voorzitter voerde als argument voor het uitoefenen van bijbetrekkingen aan, dat de betrokken architecten dan minder gevaar voor verstarring loopen. Tegen over dit eene argument, waarover men moeilijk kan nalaten te glimlachen, staan zeer zeker groote "bezwaren en gevaren (waarop dhr den Hollander liever niet wilde ingaan, maar die men wel kan be vroeden), zoodat er zeker alle reden is, dat men doe, zooals dhr den Hollander wilde: salarieer het personeel van ge meentewerken zooals het behoort, maar laat het niet anders dan in gemeente dienst arbeiden. Moge deze wenk ter harte worden genomen I Over de houding van den huisbaas Jeronimus tegenover het Gemeentebestuur zullen we niet veel zeggen. De geheele Raad, minus dhr Mes, vond, dat die zeer obstructioneel was'. D© woning Kin derdijk P 100 moet er desolaat uitzien, is zelfs voor bewoning ongeschikt. Maar nu vergt dhr Jeronimus van het Ge meentebestuur, dat dit precies aangeeft, hoeveel lekken er moeten gedicht, pannen gelegd, planken getimmerd, spijkers ge slagen, enz. Dit is natuurlijk onmogelijk. Er zal dan ook verder met den heer Jeronimus krachtens de woningwet wor den gehandeld, tenzij dhr Mes den heer Jeronimus nog tot betere gedachten weet te brengen. De rondvraag leverde ditmaal veel op. Wij verwijzen daarvoor echter naar het verslag. DE ANDREE EXPEDITIE. Uit het dagboek van Strindberg. De Scandinavische correspondent van de „Maasbode" schrijft: De oommissie, belast met de verzor ging van de gevonden voorwerpen der Andrée-expeditie heeft voorgeslagen, een kort resumé van de dagboeken te publi- ceeren, toen bekend werd, dat de dag bladexpeditie een dagboek van Strind berg gevonden had. De regeering van Zweden ging hier echter niet op in en verordende, dat het gevondene zoo gauw mogelijk naar Stockholm moest worden gedirigeerd, wijl eerst moest uitgemaakt worden, wie het auteursrecht der docu menten bezat De Zweedsche journalist, leider der Isbjörn-expeditie, die het lijk van Fren- kel en den schedel van Andrée vond en resten van den ballon, heeft Kvi- töia verlaten. Het weer werd plecht, de herfststormen, die het ijs in beweging brengen, zetten in. Terwijl de mannen aan het werk wa- zal mijnheer Paul in zijn schoenen naar zijn graf strompelen", wat haar min of meer schilderachtige manier was om uit drukking te geven aan 'tfeit, dat Edgar slechts eenige maanden ouder was dan Paul. Aan die gelijkheid van leeftijd en het verschil in temperament was het te danken, dat er een hechte vriendschap tusschen de twee jongens ontstaan was, die groeide, naarmate ze elkander beter leerden waardeeren. In elk opzicht verschilden de twee van elkaar. Terwijl Paul niet wist, wat schuw heid en verlegenheid beteekenden, ging Edgar mank aan beide eigenschappen; terwijl Paul zijn gevoelens toonde en erover sprak, hield Edgar de zijne zorgvuldig weggeborgen in de geheim ste schuilhoeken van zijn ziel. Paul was zekerder van zich zelf wanneer hij on gelijk had, dan Edgar, wanneer hij het bij het rechte eind had en terwijl Paul geneigd was een ander al heel weinig te ontzien, was Edgar teerhartig als een vrouw. Als Raul zich eenmaal had voor genomen een bepaalden weg te volgen, dan hield hij zich te vaster aan zijn besluit, als zich daarbij moeilijkheden voordeden, beschouwde het zelfs als een soort sport, die te overwinnen; maar als Edgar moeilijkheden op zijn weg zag, dan aarzelde hij dat pad in te slaan niet, omdat hij hang was voor de be swaren of moeilijkheden, die hij zou ont ren, vie! er reeds .veel sneeuw, ijst kwamen van alle "kanten opzetten; er werden er vijf neergeschoten, die al te dicht in de nabijheid kwamen. De deskundigen staan er van te kijken, dat het de bemanning van Isbjörn moge lijk geweest is, Kvitöia nog aan te doen, in dezen tijd van het jaar. Het is een kranig stuk van de zee- en vangstlui. Isbjörn heeft ongeluk met zijn machines gehad, die maar op halve kracht kunnen loopen. De radio-installatie werd door den storm stukgeslagen en voorioopig ge repareerd. Het Noorsche politietoezicht- schip is Isbjörn tegemoet gevaren. Stubbendorf heeft een kort resumé ge geven van hetgeen er in het dagboek ^van Strindberg staat. Daarmee is een einde gemaakt aan de hypothese, dat men mo gelijk met overblijfselen van de Italia- expeditie te doen had. Daarvan schijnt men Intusschen elders sporen ojitdekt te hebben. Strindberg vertelt, dat de opstijging den 11 en Juli plaats vond en dat de ballon op een ijsschots den 14den Juli om half acht neerkwam op 83 gr. 4 m. De plaats staat op een door Strind berg geteekend kaarje aangegeven. De tocht, die toen begon, om het leven te bergen, duurde drie maanden. Na een maand dreven zij af met het ijs, een groot gedeelte van .hun hebben en houden werd in het ijs achtergelaten, daar het niet mogelijk was alles mee te sleepen. Het eten werd gerantsoeneerd. Toen men eindelijk wilde opgeven, kwam Kvitöia in zicht. Er werd een groot feest gehouden, de Zweedsche vlag geheschen, een feestmaaltijd aangericht, een koek en wijn, door den koning ge schonken, den mannen voorgezet. Den tweeden October ging het ijsvlak aan stukken, waar de mannen een hut op gebouwd hadden. Na drie dagen wa ren zij op het eiland. Anderhalve week later sluit het dagboek. STEENKOOL OF A N- THRACIET is veel duurder dan centrale verwarming. Aanleg J. M. Pol derman, Goes. Tel. 129. (Adv.) Door den mist gestrand. Gis termorgen is tengevolge van den hevigen mist nabij Liefkenshoek gestrand het En- gelsche stoomschip „Trievelian", groot 12000 ton, geladen met graan naar Ant werpen; 12 sleepbooten waren in de na bijheid om assistentie te verleenen. Morgen (Zaterdag) is het 50 jaar geleden, dat de heer A. Mets, afdeelings- chef bij 'de Stoomvaart-maatschappij Zee land te Vlissingen herdenkt den dag, waarop hij voor 50 jaar als 13-jarige jongen bij deze maatschappij in dienst trad. De heer Mets is sedert 1 Septem ber 1923 in zijn huidige functie werk zaam. Landbouwuitvoerwet. Ter algemeene kennis wordt gebracht, dat, met ingang van 15 September a.s., o.a. de na te noemen personen belast zijn met de keuring van voor uitvoer be stemde uien en met de afgifte van op grond van die keuring te verleenen ver klaringen, certificaten, merken en bewij zen: voor Schouwen en Duiveland bij C. O. J. Hendrikse, Zierikzee, tel. 188; voor Tholen en St. Philipsland bij J. W. Elenbaas, St. Annaland, tel. 7; voor Noord- en Zuid-Beveland en Wal cheren bij P. Kasse, Middelburg, tel. 181: voor Zeeuwsch-Vlaanderen bij N. T. de Braai, Terneuzen, tel. 52. Door de politie te Kapelle is aan gehouden en ter beschikking van de justi tie gesteld een persoon uit Rotterdam, zekere J. W., verdacht van diefstal van koeken en sigaretten. Aangezien de man zonder middelen van bestaan was, is hij tevens wegens landlooperij aangehouden. Ten nadeele van zekere de N., wonende te Vrouwepolder, is een dezer dagen te Veere een rijwiel waarop een electrische lamp, ontvreemd. Een dezer dagen werd ten nadeele van Mej. C. te IJzendijke, uit hare wo ning een schilderstuk, voorstellende de beeltenis van Koning Willem III en Ko ningin Emma, ontvreemd. De dader is vermoedelijk door middel van een val- schen sleutel de woning binnengekomen. De politie stelt een onderzoek in. Nlsse. Woensdag is ook een Oranjefeest gevierd met de kinderen van onze ge meente. Het feest was op eenvoudigen voet ingericht. De kinderen werden rij kelijk onthaald gedurende den geheelen dag. Verschillende kinderspelen hadden plaats, waarvoor prijzen waren beschik baar gesteld. Een en ander heeft, dank zij de medewerking van het muziekge zelschap „Ons Genoegen" een goed ver loop gehad. Breskens, Niettegenstaande het verge vorderd seizoen werden gisteren met den provincialen stoombootdienst niet minder dan 1900 reizigers naar Vlissingen over gebracht en 40 automobielen. Op het parkeerterrein nabij de aanleg plaats der ferryboot stonden niet minder dan 82 touringcars, hoofdzakelijk afkom stig van de Belgische badplaatsen. Kantongerecht te Goes. Door den Kantonrechter te Goes zijn veroordeeld wegens overtreding: te Koudekerke harder rijden dan 20 K.M. per uur, met auto rijden zonder dat deze is voorzien van minstens twee goed werkende remmen, en met auto de veiligheid van het verkeer in gevaar brengen: P. T. te Goes f5 ojf 5 d. h„ f40 of 15 d. h„ f25 of 10 d.h.; met auto rijden zander voor en achterlicht M. P. v. H., Goes f 15 of 15 d.; met auto rijden en geen. richting aangeven: M. M. H., Tholen f5 of 5 d. h.; met auto rijden zonder geldig rijbewijs: W|. L., Goes f3 of 3 d. h. 'savonds fietsen zonder licht: L. M., Rrui- ningen f3 of 3 d. h., D. C. N., J. S. te Ierseke, P. v. B., Schore f5 of 5 d. h. Ter gelegenheid van het bezoek van H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana aan de groote land- en tuinbouwtentoonstelling te "Brummen gehouden, werden aan *de Koninklijke bezoeksters vele 'fraaie exempl. getoond. Het défilé. moeten, maar omdat hij ze als een aan wijzing van Hooger Hand beschouwde, dat die weg niet voor hem bedoeld was. Bij gevolg had Paul de elementen van succes in zich, als men met succes be doelt roem, voorspoed en het volgen van eigen intenties; terwijl Edgar een van die naturen was, gedoemd om te mis lukken, als men hieronder tenminste niet verstaat het zich eigen maken van de Eeuwige Waarheden, die een mensch be hoeft als bij dit leven verlaat. Met alle innigheid van een diepe en beschaafde, hoewel wat bekrompen na tuur, had Edgar Ford Alice lief. En als hij nu maar even verstandig als goed was geweest, dan zou hij al zijn best gedaan hebben om Alice voor zich te winnen zonder zich veel aan Paul gele gen te laten liggen en het zou hem wel gelukt zijn ook. Dat zou voor alle betrokken partijen het beste geweest zijn; want Alice was niet in staat Paul blij vend te boeien, zelfs al was ze in staat hem tijdelijk voor zich te winnen en ze was niet de vrouw om "Paul gelukkig te maken, zelfs al wist hij zich in de waan te brengen, dat hij haar lief had; terwijl Edgar heel goed in staat was geweest Pauls plaats in Alice's hart in te nemen en haar en zichzelf daardoor gelukkig te maken; als hjj maar beseft bad, welken weg hij te bewandelen had, maar ongelukkig genoeg was het Edgars gewoonte niet direct den juisten weg in te slaan. In de eerste plaats, redeneerde hij met zich zelf, moest hij rekening hou den met Alice's geluk en dat kon ze slechts vinden bij Paul; want de arme Ed gar had al even gauw de verraderlijke bleekheid van Alice's wangen opgemerkt als mevrouw Martin; zijn geweten schreef hem dus voor zich niet te plaatsen tus schen haar en den man, dien ze liefhad. De man bovendien, die zijn vriend was, en dien hij zijn geluk niet mocht ontroo- ven, als hij zich dat eenmaal bewust werd. En daarom besloot hij zich zelf te offeren op het altaar van liefde en vriend schap en het kwam geen ©ogenblik in hem op, dat de vlammen van dat offer zijn eigen geluk, zoowel als dat van Alice en Paul zouden kunnen verwoesten. Wat Paul betreft, hij bemerkte al even min iets van de liefde, die Edgar Alice toedroeg, als van de warmere gevoelens die Alice hem toedroeg. Zulke dingen merkte hij niet op, hoewel langzamerhand een vaag besef bij hem opkwam, dat Alice een heel knap meisje was en heel prettig in den omgang. Maar de rest van de wereld was niet zoo blind als Paul en zelfs juffrouw Dru- silla Dallicot, de meest bekende jonge dochter uit Chayford, had er een vermoe den van, hoe de zaken stonden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5