Uit de Provincie
Het Koninklijk bezoek aan
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Ft GEBR. MULDER Boe»
Zaterdagmorgen arriveerden do Konin
gin, de Prins on de Prinses en gevolg
niet den Uolnklijken trein om 7, 65 te
Vlake, Op het perron waren) voor de
ontvangst aanwezig de burgemeester van
Sehoro J, G. van Nleuwonhuijzen, de
Commissaris der Koningin in Zeeland,
Jhr Mr J. W. Quarles van Ufford en Jhr
W. Z. van Teijlingen, kamerheer in bui
tengewonen dienst, wonende te Oostka-
pelle. Tijdens de wandeling van den trein
naar de boot onderhield de Koningin zich
met den burgemeester van Schore en
vroeg belangstellend naar aangelegenhe
den de gemeente betreffende. Vooraf wa
ren de leden van Ged. Staten van Zee
land met den Griffier der Staten reeds
aan boord gegaan van de Provinciale
boot „Luctor et Emergo". Met die boot,
waarop de koninklijke vlag werd gehe-
schen, werd de reis voortgezet via Hans-
weert naar Terneuzen. Te Hansweert
moest de boot een tijd wachten in ver
band met het schutten. Van deze gelegen
heid werd gebruik gemaakt door de be
manningen der te Hansweert liggende
Belgische plezierjachten, namons wie
Hare Majesteit een bouquet bloemen werd
aangeboden. De Koningin liet dankzeg
gen voor deze attentie.
De morgen-tocht.
Het is precies half 10 en luide klinkt
te Neuzen het hoera-geroep op, dat den
Vorstelijken personen begroet. De burge
meester dhr J. Huizenga, is ter begroe
ting op de ponton aanwezig. Hij richt
enkele woorden van welkom tot het hoo-
ge gezelschap, waarna diens dochtertje,
jongejuffrouw Grietje Huizenga, namens
het gemeentebestuur van Terneuzen bloe
men aanbiedt.
Bij de aanlegplaats in de oude haven
waar de „Luctor et Emergo" arriveerde
staat het muziekgezelschap „De Ver-
eenigde Werklieden" opgesteld, dat met
het „Wilhelmus" de Vorstelijke bezoekers
begroet.
Ter plaatse staan ook gereed de auto's
voor de Koninklijke Familie en het gevolg
waarna de stoet zich formeert, die ge
sloten wordt door motorwielrijders.
De heer de Jonge, opzichter van den
Rijkswaterstaat te Terneuzen maakte in
de Koninklijke auto den tocht mede om
den weg te wijzen.
De tocht door Zeeuwsch-Vlaanderen
neemt een aanvang!
Door Nieuwstraat, Burg. Geillstraat,
Markt, de Jongestraat en Heerengracht,
gaat het via de Axelsche brug langs
Axelsche straat en Provincialen weg naar
Axel.
Overal langs den weg is de bevolking
opgesteld, en ook bij het passeeren van
de gehuchten en buurtschappen is er
geestdriftige toejuiching. Echter kan niet
overal worden stilgehouden, in verband
met den korten duur van het bezoek en
de vele dorpen, die bezocht worden.
Onder weg naar Axel heffen te Drie
wegen de schoolkinderen het Wien Neer-
landsch Bloed aan.
Even voorbij Spui biedt een der Axel-
schen, die destijds de Prinses een
Axelsch costuum aangeboden had, H. K.
H. bloemen aan.
Om tien uur arriveert men in Axel.
Hier wordt naar de markt voor het raad
huis gereden. Het plein is vrijwel geheel
gevuld met toeschouwers, die een warme
ovatie brengen.
Bij aankomst van den stoet speelt het
muziekgezelschap „Concordia" het Wil
helmus, bij vertrek „Hosanna" het Wien
Neerlands Bloed. Ook worden door de
zangvereenigingen „Asaf" en „Orelio" nog
enkele liederen ten gehoore gebracht, en
bloemen namens de gemeente Axel aan
geboden.
De burgemeester, de heer F. Blok, ver
neemt, dat H. M. de Koningin hem be
noemd heeft tot Ridder in de Orde van
Oranje-Nassau.
Het versierde marktplein wordt alweer
verlaten: tot langer oponthoud ontbreekt
de tijd!
Voordat de volgende stopplaats Zuid-
dorpe wordt bereikt, rijdt men langs de
grens van Overslag. De burgemeester, de
heer Stevens, is niet zoo gebelgd over het
„overslaan" van Overslag; of hij brengt
aan de grens den Vorstelijken personen
een groet.
Zuiddorpe ontvangt het Hooge bezoek
met klokgelui, wat enkele andere ge
meenten later ook doen.
Te Zuiddorpe staan alle plaatselijke
vereenigingen met haar vaandels opge
steld en brengen de schoolkinderen een
zanghulde. Door het dochtertje van bur
gemeester A. C. van Waes worden bloe
men aangeboden aan H. M. de Koningin
en door het dochtertje van wethouder
A. F. M. Termote aan H. K. H. Prinses
Juliana.
Een dichte menschenmenigte staat
langs den weg opgesteld, want aan dit
deel van Zeeuwsch-Vlaanderen viel nog
nimmer tevoren de eer te beurt de leden
van het Kon. Huis binnen zijn grenzen te
mogen begroeten. Luide klinkt het hoe
rageroep op, in een woord: een enthousias
te ontvangst, waarbij de warme Oranje
liefde op ondubbelzinnige wijze geuit
wordt.
Van Zuiddorpe naar Westdorpe is de
afstand spoedig afgelegd. Dit dorp is fees
telijk versierd, en terwijl de auto's voor
rijden, wordt ook hier de Kon. Familie
door den burgemeester verwelkomd.
De schoolkinderen zingen het Konin-
ginnelied; diverse vereenigingen staan op
het plein voor het gemeentehuis opge
steld.
Maar „spoed" vormt het wachtwoord
op dezen dag, want eer de morgentocht
volbracht is, moeten nog drie bezoeken
afgelegd worden. En de tijd is snel ver
streken I
Men pas Beert do oostarcmB dor gemeonto
Sas van Gent reeds, Basulnpselnd doet
dit den waehteiden weten, m H, M.'s
mtaikugger „Medusa", speciaal voor deze
gelegenheid naar Sas van Gent gediri.
geerd op verzoek van de plaatselijke feest
commissie, lost saluutschoten.
Een grootsch© ontvangst in dit stedeke
zoo kort bij de landgrenzen. Maar toch
ten volle één met Nederland. Deze oude
veste heeft immer van warme Oranje
liefde hip gegeven. De band, tusschen
het Koninklijk Huis en deze stad op
6 September 1644 door 'Z.H. Prins Frede-
rik Hendrik van Nassau gelegd, .blijve
onverbreekbaar!
De Harmonie, opgesteld nabij de Oude
Brug, speelt het Volkslied. Het dochtertje
van wethouder Marquinie biedt aan H. M.
de Koningin, en het dochtertje van het
raadslid IJsebaert aan H. K. H. de Prinses
bloemen aan. De schoolkinderen staan
tegenover het stadhuis opgesteld en zin
gen een welkomstlied.
Onaangenaam doen aan de jongens in
korte broeken met groote A.V.R.O.-vlag-
gen. Weldenkende voorstanders van den
neutralen omroep, moeten dit met de
tegenstanders afkeuren.
OndeT luide toejuichingen van een tal
rijk publiek betreden de Vorstelijke per
sonen bot bordes van het Stadhuis, waar
zij enkele ©ogenblikken vertoeven. Deze
uitzondering, wat betreft het bezoek aan
Sas van Gent, wordt door de geestdrif
tige bevolking op hoogen prijs gesteld.
Maar ook hier komt het eind spoedig,
t spoedig. Langs Westkade, Stations
straat, Poelstraat, Westdam, Park, Kloos
terlaan, Westkade (Noord) gaat het naar
Philippine, het dorp bij den Braakman.
Hier viel ons speciaal op de eerepoort
waarop een mosselvissehersschuit Ph. I
genaamd „Wilbelmina". De burgerwacht
brengt hier den militairen groet.
Vermelding dient ook de vlaggentooi
der visschersscheepjes. Ook hier heeft
men voor een waardige ontvangst ge
zorgd. Voor het raadhuis begroet burge
meester P. A. Rammeloo de Kon. Fa
milie. Alle plaatselijke vereenigingen staan
opgesteld. Bloemen worden aangeboden,
een zanghulde gebracht, en het uur van
vertrek is reeds daar. Philippine heeft
getoond, welke liefde het heeft voor den
Oranjestam, en tijdens dit bezoek is wel
ten duidelijkste gebleken, dat gok deze
bevolking den band met Oranje zoo hecht
en zoo sterk mogelijk wil bewaren. Van
Philippine gaat het naar Hoek, het .laat
ste bezoek in den morgen. De burgemees
ter, mr J. A. van Tienhoven, is ter be
groeting aanwezig.
Hierna vangt de terugtocht naar Ter
neuzen ,aan, waar het hooge gezelschap
te ongeveer half één yerwacht wordt, om
vandaar uit per „Luctor et Emergo" naar
Walsoorden te varen.
Echter is het gezelschap reeds om on
geveer 12 uur in Terneuzen, waardoor
het uur van vertrek iets vervroegd wordt
hetgeen voor velen, die zich aan het eerst
aangegeven tijdstip hielden, oorzaak was,
dat zii eerst aankwamen, toen de boot
reeds vertrokken was!
Aan boord van de Luctor et Emergo
stond een tafel in hoefijzervorm, versierd
met .rozen in diverse kleuren, en enkele
bloemstukken in het midden. Aan het
hoofd der tafel zat H. M. de Koningin,
tusschen den Commissaris en den beer
van 'Rompu. Naast den Commissaris zat
Prinses Juliana en naast deze mr P.
Dieleman.
De middag-tocht.
Om half drie komt de „Luctor et Emer
go" te Walsoorden aan, en het gezelschap
zet voet aan wal in ,het land van Hulst".
Kanongebulder als de „Luctor et Emer
go" te Walsoorden in 't zicht komt. De
steiger is versierd: eerepoorten, vlaggedoek
en bloemen. De muziekvereeniging „Sint
Caecilia" speelt bij 'taan wal stappen.
Van Walsoorden gaat het naar ICloos-
terzande, waar het gemeentehuis van
Walsoorden is. Hier wordt de Konink
lijke Familie verwelkomd door den bur
gemeester, Mr R. J. J. Lambooy; het doch
tertje van het raadslid Vereecken biedt
bloemen aan, waarna de schoolkinderen
den Vorstelijken personen een zanghulde
brengen.
Doch slechts 10 minuten zijn voor het
bezoek aan Kloosterzande uitgetrokken.
Het gaat nu door den Kruispolder en
langs de Paal naar een dér gemeenten,
die de Koningin nog nimmer mochten
ontvangen, n.l. Graauw en Langendam,
waar burgemeester F. J. van Campen,
het welkom uitspreekt. De klokken lui
den, de kinderen zingen o.a. „Lang zal
zij leven" en het is hier, dat de eerste
postduiven worden losgelaten, een typisch
Zeeuwsch-Vlaamsch gebruik om zijn
vreugde te toonen.
Clinge is de volgende gemeente. Hier
zijn ook alle vereenigingen met haar vaan
dels opgesteld. Bij aankomst speelt de
muziekvereeniging ter verwelkoming.
Door jongejuffrouw Anna Jansen van het
gehucht Nieuw-Namen en door jongejuf
frouw Sara van der Peijl van Kapelle-
brug, worden bloemen aangeboden, ter
wijl Z. K. H. Prins Hendrik een paar
klompjes aangeboden worden. Clinge is
immers het centrum der klompen-indu
strie, en het is daarom, dat men den
Prins op die wijze met de werkzaam
heid van een groot deel der bevolking
in kennis stelt.
De opschriften op de beide eerepoorten
zijn het vermelden zeker waard.
Zij luiden: „Wees welkom Koninklijk
Het aangewezen adres voor:
Verbandstoffen
Pleisters
Auto-Verbandtrommels
Zak-Verbanddoosjes enz. enz.
gezin; Heel Clinge haalt U feestelijk in"j
en „Wat ook wijke, wat ook vall', Clinge's
trouw staat pal'.
Burgemeester J. W. Vienings begroet
de vorstelijke bezoekers.
Men moet hier evenals des morgens te
Axel en Philippine, koeren en dit maak
te, dat de samengekomen autoriteiten,
vereenigingen, kinderen en publiek, tot
tweemaal toe hun groet kunnen brengen.
Spoedig is nu St.-Jansteen bereikt, waar
bij het gemeentehuis wordt halt gehou
den, nadat reeds een gedeelte der be-
vlagde en versierde, uitgestrekte gemeen
te is doorgereden. Het is hier de pas op
getreden burgemeester, de heer P. H.
Geirnaert, die reeds zoo kort na het aan
vaarden zijner functie, zulke hooge gasten
welkom mag heeten en dank brengen voor
hun bezoek aan zijn gemeente.
Ook de Handboogmaatschappij „Sint
Jan" staat langs den weg, dien de stoet
volgt, opgesteld. De schoolkinderen bren
gen een vlaggenhulde en zingen een lied.
De burgemeester spoedt zich nu naar
Heikant om ook aldaar tegenwoordig te
zijn bij het zingen door de kinderen der
school aldaar; die een welkomstlied doen
hooren.
Nu gaat het naar Koewacht.
Niets willen wij te kort doen aan het
werk in andere plaatsen, maar van de
slechts enkele minuten bezochte gemeen
ten, spande toch zeker de grensgemeen
te Koewacht wel de kroon in de versie
ring. Men had hier de eerepoort met
gloeilampjes verlicht, wat ook over dag
een goed effect maakte. Maar bijzonder
keurig was de groote baldakijn voor het
gemeentehuis, waaronder zich de burger
lijke en kerkelijke autoriteiten hadden
vereenigd.
We zien hier verder opgesteld de Hand
boogmaatschappij „Sebastiaan" en „Juli
us Caesar", het Schuttersgilde „Sint Am-
brosius", dat uit 1700 dateert en diverse
andere maatschappijen en vereenigingen.
De duivenmaatschappijen laten de vele
honderden duiven op.
Het was hier, dat burgemeester M. Die-
rick, het woord richt tot de Koningin.
Zang en muziek weerklinken. Hier moet
ook worden gekeerd en wel op het pleintje
vlak bij de grens, zoodat de auto's de Bel
gische gendarmens en douanen passeer
den die de vorstelijke personen hun groet
brengen.
Onder saluutschoten werd Koewacht
vertalen en over Absdale kwam men te
Hulst.
Hoe enUr.usiast de toejuichingen
van de bevolking ook mogen zijn: de tijd
voor het bezoek aan Koewacht is voorbij!
Hulst staat op 't programma.
Het hoogtepunt van den dag breekt
aan!
Deze gemeente-staat in het teeken van
de herdenking van het feit. dat de ge
meente voor 750 jaar de staatsrechten
kreeg en alom wijst de versiering op het
medeleven der geheele bevolking met dit
feest. Maar Zaterdag was het dubbel feest,
daar het Koninklijk bezoek plaats had en
nadat te Clinge enkele regendroppels vie
len had de intocht te Hulst plaats, met
het zoo welkome Oranjezonnetje.
Ten ongeveer kwart over 5 uur komt,
onder het gelui der klokken, de Konink
lijke stoet van Koewacht via den Abs-
daalschen straatweg Hulst binnen en be
geeft zich langs den Stationsweg, Gent-
sche Poort, Gentschestraat, Groote Markt,
naar het stadhuis.
Vóór het stadhuis staan enkele honder
den schoolkinderen met vlaggetjes opge
steld, daarachter de vereenigingen van
Hulst met hare vaandels en vlaggen.
Met den rug naar 't stadhuis staat 'n
eerewacht van 100 man van den Bijz.
Vrijw. Landstorm van Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen, die gecommandeerd wordt
door den kapitein Elout van Domburg. De
landsvrouwe betuigt ook tegen de heeren
overste H. Bierman, commandant in Zee
land en P. G. Laernoes, secretaris, Haar
groote tevredenheid.
Het feest-comité staat naast den stadhuis
toren opgesteld, terwijl ook vertegen
woordigers van de nationale en geweste
lijke landstorm-commissie hunne belang
stelling toonen.
Aan den voet van het stadhuis wordt
H. M. verwelkomd door den burgemees
ter. Dan inspecteert H. M. de eere-wacht
en bestijgt onder het hoera-geroep der
toeschouwers de trappen van het stad
huis. Op het bordes Stelt de burgemees
ter aan H. M. de wethouders voor. De
oudste wethouder Ch. J. Burm, verwel
komt dan Z. K.H. den Prins en den heer
E. Th. Lockefeer en H. K. H. Prinses
J uliana.
De Koninklijke familie met gevolg, de
Commissaris der Koningin en de leden
van Ged. Staten begeven zich door het
rijk versierde stadhuis naar de Raads
zaal.
In de hal van het stadhuis wordt door
het oudste dochtertje van den burgemees
ter bloemen aangeboden en door een doch
tertje van den heer Lockefeer aan Hare
Koninkl. Hoogheid.
In de Raadzaal staan de gemeente
secretaris en de raadsleden naar volgorde
van ouderdom opgesteld en worden aan
H. M. door den burgemeester voorgesteld,
aan den Prins en de Prinses -door de wet
houders.
Dan begeeft H. M. zich naar Haar zetel
met den Prins en de Prinses. Burgemees
ter Truffino houdt nu de volgende toe
spraak.
Majesteit,
Wanneer het mij geoorloofd is een en
kel woord tot U te richten, dan kan dat
ulut tindtu'i zijn dan uun hartelijk dank-
wöqrd nameaë alle insegutenen voor de
wanne belangstelling, die Uwe Majesteit,
met Uw Koninklijke gemaal en Konink
lijke doohter toont voor Zeeuwsoh-Vlaon-
deren, in 't bijzonder ook voor de stad
Hulst.
Ik hen gelukkig, Uwe Majesteit de ver
zekering te kunnen geven van de groote
aanhankelijkheid en liefde der geheele
burgerij jegens U en Uw Koninklijk Huis..
Het is een gelukkig samentreffen, dat
Uw hooggewaardeerd bezoek juist valt in
de dagen, dat wij feestelijk herdenken het
750-jarig bestaan der stadsrechten. Im
mers behalve een reden tot vreugde over
de in 1180 van Philips van den Elzas
verkregen voorrechten, is die gebeurtenis
een gereede aanleiding om in levendige
herinnering terug te brengen de geschie
denis van ons stadje, waaraan zoo nauw
verbonden zijn de groote daden uit het
roemrijke Huis van Oranje.
Heeft Hulst altijd haar Souvereinen op
bijzondere wijze geëerd, reeds vanaf den
tijd van Lodewijk van Male en Hen, een
voor een binnen hare wallen met den
grootsten luister ontvangen, met nog'
meer trots en eerbetoon heeft zij de groote
Oranje-zonen binnen hare veste begroet;
Prins Maurits en Frederik Hendrik, die
als helden streden op en rond de nog be
staande stadswallen, waar het bloed der
Oranje's vloeide en zelfs Hendrik van
Nassau het leven liet.
En als in 1645 de „Stedendwinger",
Prins Frederik Hendrik, de sterke stad
Hulst innam en daarmede den hoeksteen
vestigde van het machtige gebouw van de
Republiek der Vereenigde Nederlanden,
dan is de hechtste grondslag gelegd van
de eenheid van Zeeuwsch-Vaanderen met.
het overige deel van Nederland en van
den band, die Zeeuwsch-Vlaanderen,
Hulst in 't bijzonder, bindt aan het Huis
van Oranje.
De bevestiging van die duur bevochten
eenheid met overig Nederland en van
dien band met ons Vorstenhuis, dat is
voor iederen Zeeuwsch-Vlaming, voor
iederen burger van de stad Hulst zijn
leven, zijn liefde en ideaal.
Zoo is het dan begrijpelijk, dat ieder
stadsfeest als vanzelf wordt een Oranje
feest.
En ook deze herdenkingsdagen, zoo
luisterrijk ingezet met het aliervereerendst
bezoek van Uwe Majesteit en Uw Konink
lijk gezin en eindigend met een bijzonde
ren Koninginnedag, het zijn dagen van
hartelijke hulde aan het geliefde Oranje
huis.
Maar aan U, Majesteit, zijn we de
hulde verschuldigd, dat de oorzaak van
de levendige liefde, die tot op den huidi-
gen dag voor het Huis van Oranje be
staat, ligt hij U zelf.
Nooit heeft Zeeuwsch-Vlaanderen een
Souverein gekend, die persoonlijk zooveel
belangstelde in het wel en wee van deze
landstreek. En draagt de groote Prins
Hendrik den geweldigen naam van „Ste
dendwinger", U zij de eerenaam van
„Hartenwinner"; zelfs het kleine kind zal
den naam stamelen Koningin Wilhelmina.
Wij zijn U dankbaar voor zooveel daad
werkelijke liefde en brengen lof aan God,
dat Hij ons een Vorstin heeft gegeven tot
glorie van ons Vorstenhuis en Vaderland,
tot heil van Zeeuwsch-Vlaanderen.
En het einde mijner woorden, die U
zich gewaardigd heeft te willen aanhoo-
ren, moge zijn een oprecht gebed tot den
Allerhoogste, dat Hij U nog vele jaren
moge sparen voor ons, Uw volk, en dat
de Zeeuwsch-Vlamingen, op de eerste
plaats de ingezetenen van Hulst, mogen
zijn en blijven: de hechte schragen van
Uw Troon, de stoute strijders voor Uw
gezag, de 'kostbaarste parelen aan Uw
kroon.
Tot slot, Majesteit, zij het mij vergund,
U namens de Gemeente, als herinnering
aan dezen gedenkwaardigen dag, aan te
bieden: het Gedenkboek onzer stad, waar
in beknopt beschreven staat de geschie
denis van de „Poorte van Hulst".
H. M. de Koningin beantwoordde de
rede van den burgemeester als volgt:
Mijnheer de burgemeester,
Het is mij en de mijnen een waar ge
noegen heden opnieuw een bewijs van ons
medeleven met Zeeuwsch-Vlaanderen te
geven door onze tegenwoordigheid bij de
herdenking van de verleening der stads
rechten aan Hulst en tevens aan de ge
meenten, welke wij heden bezoeken; ik
houd mij er van overtuigd, dat de hechte
banden, waarmede Zeeuwsch-Vlaanderen
aan het Vaderland en mijn Stamhuis ver
bonden is, indien mogelijk heden nog nau
wer zullen worden toegehaald.
Als op een dag als heden de vervlogen
tijdperken onzer geschiedenis voor onzen
geest voorbijtrekken, dan daagt voor ons
op de belangrijke plaats, welke dit deel
van ons land in de historie van Neder
land heeft ingenomen.
Met waardeering vind ik in Uwe
woorden vertolkt, mijnheer de burgemees
ter, de geestdrift en het krachtige besef
van saamhoorigheid voor die duurbevoch-
ten eenheid, die ook heden weder van
den kant der bevolking van Zeeuwsch-
Vlaanderen mij tegenklonken en die hij
mij warmen weerklank vinden.
U dankend voor de woorden tot mij
en de mijnen gericht en voor de aanbie
ding van het Gedenkboek der geschiede
nis van de „Poorte van Hulst" besluit ik
met den hartgrondigen wensch, dat deze
Het beste dajelllksche
ilddel Ier opwekking
'enverfrlsschln^^fl
stad haar alouclen roem «al weten op
te houden en door de veerkracht en
den noesten ijver van haar bevolking
een gelukkige toekomst tegemoet gal
Hierna wordt Mevr. Truffino aan H. M.
voorgesteld en wordt door haar en eenige
jongedames de thee aangeboden.
De Kon. Familie onderhoudt zich en
kele oogenblikken met den gemeente
secretaris en ieder der raadsleden. Dan
wordt het teeken gegeven, dat de optocht,
die reeds in de Steenstraat staat opge
steld, kan doortrekken en slaat de Kon.
Familie met gevolg den optocht gade
vanaf de pui van het stadhuis.
Het is werkelijk een aardig schouwspel.
De heele stoet is verdeeld in drie al-
deelingen, waarbij de eerste voorstelt het
oudste tijdperk van de Hulster historie,
de geschiedenis van de Kruistochten. Daar
ziet men trompetters, tempelridders, Sara-
cenen, krijgsknechten en kruisridders, daar
is een praalwagen met als hoofdfiguur
Dirk van den Elzas en een met Wulfaert
van der Maelstede.
Het tweede gedeelte .opent met een
sobere groep, die in haar sjofele kleedij'
heel goed armoede en ellende typeert
van lijfeigenen. Daarna komen klaroen
blazers en een praalwagen1 met als hoofd
figuur Filips van den Elzas en een met
het oude zegel van Hulst. Voorts het gilde
St. Joris, St. 'Christoffel en ten slotte
de praalwagen met schippers en koop
lieden uit het oude Hulst. Het .geheel
stelt voor de opbloei van Hulst, terwijl
de derde en laatste afdeeling den opbloei
van het Hulster Ambacht laat zien. Zij
omvat de magistraat van Hulster Ambacht
een wagen met Benedictijnen als bedij
kers, een praalwagen betrekking hebbend
op de hier ter stede uitgeoefende mee
krap bereiding, de schaapherders, visschers
lieden en landslieden uit Hulster-Ambacht
en ten slotte een de aardigste wagen
van alle praalwagen van Heintje de
Vos voor koning Nobel, herinnerend aan
het oude verhaal van den slimmen Rein,
welk© fabel hier in deze streetc ontstaan
heet te zijn.
Als de stoet Is voorbijgetrokkenj volgt
de zanghulde van de kinderen en van. het
mannenkoor La.us Deo uit Bergen .op
Zoom, waarna de gasten zich naar de
historische tentoonstelling begeven.
H. M. toont bijzonder veel belangstel
ling voor de oude archieven. Zij consta
teert met groote waardeering, dat de ver
schillende stukken getuigden van de aan
hankelijkheid van het Hulstersche volk
aan het gezag.
Alvorens de tentoonstelling te verlaten,
plaatsen de vorstelijke bezoekers hun
handteekening in het bezoekersboek.
Tenslotte wordt nog onder geleide van
freule S. Collot d'Escury een bezoek ge
bracht aan de tentoonstelling van. oude
kleederdrachten uit bet land van Hulst,
en Axel, ondergebracht in de vroegere
teekenschool achter het stadhuis.
Ook vernemen wij nog, dat ten stad-
huize te Hulst door H. M. bijzondere
waardeering is betuigd voor het feit, dat
de indrukwekkende herdenkingsfeesten
door de Hulstersche bevolking in onder
linge samenwerking zijn georganiseerd.
H. M. droeg den burgemeester op, hier
voor aan die bevolking 'Haar hulde over
te brengen.
Door een zeer dichte menschen
menigte rijden de auto's de stad uit>
het gaat al weer in de richting Walsoor
den, waar de „Luctor et Emergo" de
bezoekers wacht. Tijdens dit deel van
den tocht worden bij het gehucht Ter
Hole nog 'bloemen aangeboden en een
zanghulde gebracht. Via Kuitaart bereikt
men Walsoorden, waar men te ongeveer
half 7 arriveert. Weldra vertrekt de boot
naar Vlake.
Te kwart voor acht arriveert Hare Ma
jesteit met Haar gevolg per stoomschip
„Luctor et Emergo"1 aan den steiger bij
het station Vlake, alwaar Zij andermaal
door den Burgemeester van Schore, dhr J.
G. van Nieuwenhuijzen, wordt ontvangen.
Ter zijde van den steiger is opgesteld
het muziekgezelschap Sche'degalm" van
Hansweert dal, als Hare Majesteit den
wal betreedt, het Wilhelmus speelt, zulks
nadat Hare Majesteit den directeur, dhr
J. H. "'Polderman, nog enkele woorden
heeft toegesproken. Hierna wandelt het
Hooge gezelschap naar het station, waar
bij het door ontzaglijke menigte luid
ruchtig wordt toegejuicht. Te acht uur
is de Koninklijke trein vertrokken.
Dreigden er aanvankelijk tijdens den
namiddag donkere wolken, zoodra Hulst
bereikt was, scheen de zon op de tal
rijke menigte, die zich nabij het stad
huis had opgesteld. De Koninklijke Fa
milie reed den geheelen tocht in een
open auto.
Ter gelegenheid van dit bezoek wer
den nog twee zilveren medailles verleend,
n.l. aan den brigade-commandant der
rijksveldwacht Louwerse te Sint Jansteen,
en aan den brigade-commandant der ma-
rechaussée Robijn te Hontenisse.
Dank van H. M. de Koningin,
Het heeft H. M. de Koningin behaagd,
mij op te dragen aan de bevolking van
Zeeland, en in het bijzonder aan de be
volking van het Oostelijk deel van
Zeeuwsch-Vlaanderen, Haren diep gevoel
den dank over te brengen voor de ont
vangst van Hare Majesteit, Hare Ko
ninklijke Hoogheid Prinses Juliana, en