DE ZEEDW
Van een arm dorp, dat rijk werd
TWEEDE BLAD
Staten-Generaal
FEUILLETON
Uit de Provincie.
J3k,
UTAH
VRIJDAG! 1 AUG. 1930. Nr 225.
EERSTE KAMER.
Het Suikerwetje aangenomen. De
afkondiging niet voor 10 Aug.
De behandeling van het z.g. Suiker-
wetje wordt voortgezet.
De heer Koster, Lib., betoogt, dat er
voor gezorgd dient te worden, dat de
vooideelen van het ontwerp terecht ko-
men bij de bietenverbouwers. Het bezwaar
van het ontwerp is, dat de 'Centrale Sui-
kermaatsdhappij kan gaan dreigen- zelf
te raffineeren en door haar dreigement
voordooien kan behalen, die bij de verbou
wers beboeren.
De beer van Embden, V.-D., be-
strijdt het ontwerp ©n vraagt, waarom de
consument het gelag moet betalen. Spr.
wijst eir op, dat de consument jaren lang
gezucht beeft onder de hooge prijzen,
toen de landbouw groot© winsten maakte.
Die heer Sm een ge, Lib., wenschte
verlaging van de spoorwegtarieven voor
het bietenvervoer ten einde tegemoet te
komen aan de binnenschipperij.
De heer Van Citters, A.-R. is niet
enthousiast over het ontwerp, dat hij
echter zal aanvaarden. Hij acht het stand
punt van de regeering in. de huidige crisis
te berustend.
De Minister van Financiën, de
heer De Geer, meent, niet zeer uit
voerig behoeven te spreken, omdat het
meeste, dat hij ter verdediging zou willen
zeggen, reeds op voortreffelijke wijze door
anderen is opgemerkt. Spr. dankt voor
dien steun.
De heer Van Lanschot vroeg, of de
regeering inlichtingen kan geven omtrent
toekomstige plannen. De regeering kan
dat op het oogenblik niet; zij moet een
en ander rustig overwegen en behoeft
den steun der Staten-Generaal, dien zij
thans niet op korten 'termijn kan vragen.
Men moet echter niet vergeten, dat een
crisis, als thans de wereld teistert, niet
door regeeringsmaatregelen kan worden
bedwongen, doch ten hoogste verzacht.
Int.usschen moet men onderscheiden tus-
schen crisis-maatregelen en algemeen©
maatregelen. Het spreekt vanzelf, dat
laatstbedoelde maatregelen, die voor alle
tijden gelden, moeten worden genomen.
Wat in de memorie van antwoord stond,
sloeg echter alleen op crisismaatregelen.
De heer Wibaut heeft den gedachten-
gang der regeering ten onrechte aldus
weergegeven: het karakter van de 'kwaal
wil ik niet onderzoeken, ik geef slechts
een pijnstillend middel. De regeering heeft
bedoeld, dat met dit middel niet gewacht
moet worden tot er eenstemmigheid
heerscht over de diepere oorzaak van
het euvel.
De heer Wibaut heeft in zijn rede meer
dan eens argumenten bestreden zonder
op het verband te letten, waarin die argu
menten waren gebruikt. Zoo zeide hij tot
Hen beer v. d. Bergh. dat hij op diens
gezag gaarne geloofde, dat de onderne
mers de hoofden bij elkaar zullen steken.
D© heer v. d. Bergh heeft juist over die
samenwerking gesproken, omdat zij in
het belang van de consumenten zou zijn.
en geenszins bedoeld zou worden om de
consumenten te villen, zooals de heer Wi
baut scheen te 'veronderstellen.
De regeering beeft maatregelen geno
men. om de belanghebbende groepen tot
elkaar te brengen. Zoo is op baar initi
atief j.l. Maandag een bespreking gehou
den tusschen de suikerfabrikanten en de
suikerwerkfabrikanten over de levering
van suiker aan' de laatsten. Er is over
eenstemming bereikt.
De heer Koster, Lib., Votor hoe lang?
De Minister: Er is een algemeens
gedragslqn uitgestippeld voor onbepaalden
tijd. l
Op een andere vraag, of er waarborgen
zyiri, dat het voordeel aan de boe
door H. K i n g m a n s.
49) _0-
Hertha liep door naar het vertrek, dat
zij zoo goed kende. Het was een mooie
zitkamer, goed gemeubileerd. Bovendien
had de fijngevoelige Van Binsbergen nog
verschillende verfraaiingen aangebracht.
Z(jn slaapvertrek was er naast gelegen.
Maar na de laatste inzinking had hij
verzocht, zijn ledikant in de zitkamer
te brengen, waar meer zon kwam, welk
verzoek hem gul was toegestaan.
Hij lag met het gezicht naar de deux
gewend. Fn over zijn bleek, ingevallen
scherp gelaat met de hol in hun kassen
staande oogen, gleed een glimlach, toen
hij Hertha ontwaarde. Hij stak de beenige
hand uit, die Hertha, te vol, om te spre
ken, greep. Lang hield hij die slanke
hand vast
Dan greep Hertha een stoel en zette
zich naast hem. De deuren aan het eind
van het vertrek, deuren, die toegang ga.
ven tot een tuintje, stonden open. Maar
er kwam niet één zuchtje naar binnen.
Want er was geen aasje wind. In het
vertrek hing even een beklemmende stilte.
De oogen van Van Binsbergen rustten
kerfabrieken et belang beeft, <3s® bie--
tenbouw in stand tie houden., -en dat zij
reeds getoond heeft, daar prijs op te stel
len door het betalen van een hoogeran
prijs.
De heer Smeenge kan omtrent den da
tum van afkondiging gerust zijn; de afkon
diging zal zeker niet voor 10 Aug. ge
schieden. De belangen van de binnen
schippers pleiten warm voor de aanne
ming van het ontwerp. De opmerkingen
van den heer Smeenge over de vracht
tarieven zal spr. overbrengen aan zijn
betreffend en ambtgenoot.
De vraag is gesteld, of het bedrag
van het compenseerend invoerrecht niet
ver uitgaat boven de nadeelen van den
accijns. Een juiste taxatie daarvan is niet
te geven. Maar van overwegend belang
is, dat bij alle andere artikelen de marge
tusschen accijns en invoerrecht veel hoo-
ger is dan thans voor suiker wordt voor
gesteld. Spr. herinnert aan de verhooging
van het invoerrecht op bier, waarbij mi
nister van Gijn deze verhooging als com
pensatie beschouwde.
Van een precedent kan men hier niet
spreken; de wijze waarop de rëgeering
het ontwerp heeft gemotiveerd, snijdt haar
den pas af, dit te beschouwen als een
precedent.
Natuurlijk kan de regeering later andere
rechten op andere argumenten voorstel
len, maar dat kan zij ook doen zonder
dit ontwerp. Zij kan hieraan geen argu
ment ontleenen.
De afschaffing van de opcenten op de
grondbelasting, waarvan de heer Van Cit
ters sprak, zal op den duur wel komen,
maar baar te doen geschieden als cri
sis-maatregel daarvoor schrikt spreker te
rug.
Wat zal de Eerste Kamer doen? Spr.
heeft in adressen van Kamers van Koop
handel gelezen, dat de Eerste Kamer zoo
goed gedaan heeft door de verwerping
van bet voorstel-v. d. Heuvel en dat
zij nu ook dit ontwerp moet verwerpen.
Men heeft dan blijkbaar de debatten slecht
gevolgd. Een deel van de tegenstemmers
beeft door tegen te stemmen juist be
doeld bij de regeering aan te dringen,
zelve de zaak ter hand te nemen.
Het ontwerp wordt aangenomen
met 24 tegen 17 stemmen.
Tegen stemden de sociaal-democraten,
de vrijzinnig-democraten en de beeren
Pollema, G.H., Ter Haar, C.H., en v. d.
Lande, R.K.
De voorzitter zegt, dat bet zich
laat aanzien, dat de Kamer dit zittings
jaar niet meer bijeen zal komen. Spr.
wenscbt den leden een aangename vacan-
tie.
Daarna wordt de vergadering gesloten.
GEZOND BLIJVEN door Phi
lips hoogtezon voor huiselijk gebruik.
Vraag bet Uw buisdokter I Verkrijgbaar
by J. M. Polderman, Goes. Tel. 129.
(Adv.)
Vrij willige Verkeersin-
spectie in Zeeland over 1929.
Door de Vrijwillige Verkeersinspectie wer
den in dit verslagjaar 225 ritten gehouden.
Op 1 Januari 1930 bedroeg het leden
tal 153.
Tal van verkeersovertredingen werden
geconstateerd:
Tijdens de inspectieritten werden 32
waarschuwingen gegeven en werden 93
processen-verbaal opgemaakt.
De leden der Verkeersinspectie kunnen
met tevredenheid op hun werk terugzien.
De anarchie, die er voor de oprichting
op verkeersgebied bestond, is belangrijk
verminderd, sinds geen enkele weggebrui
ker er meer zeker van is, of zich niet
een politieman in een hem passeerende
automobiel bevindt.
Vlissingen. Woensdag werd hier in dein
tuin der Willeim III kazerne de Chr. GerefL
Zendingsdag gehouden.
Ds Tolsma van Zaamslag opende de
bijeenkomst op de gebruikelijke wijze en
sprak een openingswoord.
Ds Gruppen van Zwaagwesteinde sprak
over: „Om één ziel".
W ij letten op de massa, en vergeten
ren ten goede komt, antwoordt spr. dat
onafgebroken op Hertha.
„Hoe gaat het, Van Binsbergen?" vroeg
Hertha, eindelijk de stilte verbrekend.
Haar stem stokte. Want zij dacht aan
de diep aangrijpende tragiek: geen vader,
geen moeder, geen broers of zusters, geen
vrouw of kinderen.... eenzaam was hij
hier weggeteerd.
Hij lachte weer dien overgegeven glim
lach, dien Hertha haar gansche verdere
leven niet zou vergeten.
„Het gaat goed met mij, zuster. Ik
wacht rustig, tot Jezus mij halen komt
En dat duurt niet zoo lang meer".
„Ik denk 'het ook, Van Binsbergen", zei
Hertha. „Het zal niet lang meer duren.
Ik dank je voor alles, wat je voor mij
bent geweest. Je hebt mij niet alleen in
het werk op Zeeduin krachtig gesteund,
maar je hebt mij persoonlijk ook geleerd,
dat wij niet tegen Gods doen moeten in
gaan".
Van Binsbergen maakte, voox zoover
hem dat mogelijk was, een afwerende be
weging en richtte zioh wat op. lleriha
wilde hem dat beletten, maar hij' fluister
de, glimlachend: „Laat dat maar, zuster.
Het geeft niet meer voor mij. Ja", Her
tha schikte de kussens, „ja, graag een
kussen".
Zoo, half zittend en half liggend, zag
hij, met een glimlach, die niets aardsoh
meer bad, Hertha aan.
de Centrale Suiker-Mi! met "haar elf sni
tten eenling. Jezus Christus heeft ons een
ander voorbeeld nagelaten in de geschie
denis van de Kananeescihe vrouw. Jezus
verliet het bondsvolk en ging naar het
Galitea der Heidenen om één enkele ziel
j te redden. 1 i
Al winnen wij maar één ziel op ons
I Zendingsterrein, dan beeft de zending al
j aan haar doel beantwoord. Broeder Bik-
I ker is Gods instrument geweest voor
meerdere zielen.
Straks komen de eenlingen bij' elkaar.
Dan is het één schare, die niemand bedleon
kan. Met een hartelijke en dringende op
wekking tot steun met gebeds-, finaneiëele
en moreele gaven, besloot spr. zijn rede.
De weersgesteldheid dwong nu tot het
.verlaten van den tuin.
De bijeenkomst werd voortgezet m een
der groot© zalen.
Nu verkreeg het woord ds H. Hoogen-
doorn van Zierikzee met het onderwerp:
„Een kracht Gods" naar aanleiding van
Paulus' woord: „Ik schaam mijl het evan
gelie van Christus niet, want het is een
kracht Gods tot zaligheid, een iegelijk die
gelooft".
Aan Paulus zelf was het Woord tot een
kracht Gods geworden op Damascus' weg.
Toen ook moest hij van die kracht getui
gen voor de heidenen.
Eri® moet uitkomen, dat er ook in ons
hart een kracht gewerkt beeft. Spreker
houdt niet van de dusgenaamde gezel-
schapsmenschen, die daar vroom praten
en een zendeling licht durven noemen.
Gods Woord is niet een kracht, maar
DE kracht, onweerstaanbaar tot zaligheid.
Nadat gezongen was Ps. 84:3, werd de
morgenbijeenkomst gesloten.
Te twee uur werd de vergadering weer
heropend. Ds L. H. v. d. Heijden van Den
Haag sprak nu over „Onder alle heide
nen Uw heil".
De Zendingskerk, aldus Spr., is aller
eerst een biddende kerk. Zij bidt in Ps.
67:2 eerst voor zichzelf. Deze drievou
dige bede heeft tot doel „opdat men op
de aarde uwen weg kenne, onder alle
heidenen uw heil".
De heidenen kennen den weg des heils
niet. Dat moet de kerk dringen tot mede
lijden, tot het uitdragen der heilsbood
schap.
De kerk moet haar zendingsroeping
bewust zijn en bidden gelijk in Psalm 67,
met 't doel, dat zij steeds meer licht ver
spreide.
Na het zingen van Psalm 67:1 en 3,
trad als tweede spreker op de heer Ge-
leinse, a.s. zendeling der Chr. Geref.
Kerk. Zijn onderwerp luidde: „De zegen
der geslachten."
Een der eerste 'zendingsbeloften is die
aan Abraham, Gen. 12:3: „In u zuilen
alle geslachten des aaxdrijks gezegend
worden."
Bij dit woord was het eerste spruitje
van de Moederbelofte zichtbaar gewor
den. God was bezig om een groot volk
te formeeren, voorbereid om bet licht van
Gods genade te bewaren, maar ook straks
te doen uitstralen over alle geslachten.
De volkeren, ontstaan na Babels
spraakverwarring, liepen gevaar te ver
geten dat ze uit éénen bloede waren.
De Heere bad echter de belofte niet
vergeten. God wil de gescheidenen ver
binden. Hij is de God niet slechts van
Abraham, Isaak en Jacob, maar van alle
geslachten. Nu heeft de kerk de taak om
Gods Woord uit te dragen.
In vurige woorden wekte spreker nog
op om steun voor zendeling Bikker en
hemzelf, waar hij binnenkort naar In-
dië hoopt te vertrekken.
Als laatste spreker trad op ds H. Jan
sen, leger- en vlootpredikant.
We houden geen zendingsdagen voor
de dubbeltjes. Er moet een geestelijk prin
ciep aan ten grondslag liggen. Anders
gaat Christus er uit en de Mammon er
in. Het gaat niet om de massa-opkomst.
Gaat één ziel van een zendingsdag met
de belijdenis; „Zoo als vandaag heb ik
nog nooit in mijn ziel gevoeld de nood
zakelijkheid van zending", dan is de zen
dingsdag niet in het water gevallen.
Prof. Treub heeft berekend, dat Neder
land uit Indië aan winst heeft 500 millioen
gulden. Slechts één millioen daarvan
wordt besteed aan de zending. Daarom
drong spreker met klem er op aan, onze
roeping te verstaan.
„Ik moet u danken", zeide hij dan. „Ge
hebt ons hier in Landdorp beschaamd.
Wij hadden allang het werk in Zeeduin
moeten aanvatten. Er zijn daar, naar ge
bleken is, veel menschen, die Gods dier
baar Woord willen hooren. Gij zijt het
geweest, die hebt aangepakt. Wij moes
ten ons schamen
Hij hield op. Het spreken vermoeide
hem zeer.
„Je moet niet zooveel praten, Van Bins
bergen. Het is niet goed".
„Nu niet eens verpleegster zijn", glim
lachte hij. „Het geeft immers voor mij
niet meer? Laat mij maar praten. Als ik
moe ben rust ik wei. Ik ben zoo blij', dat
ge gekomen bent
„Maar ik zou vanmiddag vast gekomen
zijn", verzekerde Hertha. „Ik ben 's mid
dags toch altijd in Landdorp?"
Dat weet ik wel. Maar dan kon het
misschien te laat zijn.
Ik kan elk oogenblik worden gehaald.
Het is niets. Ik ben bereid. Mijn zonden
zijn mij vergeven. Straks lijd ik niet meer.
Maar zoo graag had ik u nog even ge
sproken. Daarom ben ik zoo blij, dat u
nog even gekomen zijt. Je bent voor mij
veel, veel geweest."
In cenen had hij het stijve „u" laten
varen en den vertrouwelijken vorm aan
genomen, wat Hertha dien middag trou
wens onmiddellijk had gedaan. „Veel ge-
Staande zong men broeder Geleinse
hierna tos Psalm 121 vers 4. Nu besloot
ds Jansen dezen goed geslaagden zen
dingsdag met gebed.
I
Schore. Donderdagavond vergaderde de
Raad dezer gemeente. Allereerst spreekt
de voorzitter enkele woorden, naar aan
leiding van het overlijden van het raads
lid C. Boonman. Spreker zegt, dat de
beer Boonman was een goed en waardig
raadslid, die steeds met ijver en toewij
ding de belangen der gemeente Schore
heeft gediend. Hierop worden onderzocht
de ingekomen geloofsbrieven van het
nieuwe raadslid B. C. H. van der Borgt
en wordt tot diens toelating besloten. De
beer Van der Borgt legt hierop de ver-
eischte eeden af in handen van den voor
zitter.
Medegedeeld wordt dat de Minister van
Waterstaat heeft bericht, dat het perso
neel, werkzaam aan de Schorebrug, is
opgedragen zooveel mogelijk rekening te
houden met de belangen van het landver-
keer bij het openen van genoemde brug
voor de scheepvaart. Brugopeningen,
welke langer dan 15 minuten duren,
komen echter hoogst z elden voor. Dit
laatste is gebleken bij een ingesteld onder
zoek. In de plaats van mej. H. F. de
Korte, wordt tot lid van de Commissie
van de Commissie van Toezicht op het
lager onderwijs in deze gemeente be
noemd de heer P. Deurloo. Met algemeene
stemmen wordt besloten een gedeelte van
den Schoorschzouteweg (oprit nabij den
Zanddijk) te verkoopen aan het Rijk voor
25.zulks in verband met den aanleg
van den nieuwen Rijksweg Kapelle
Noord-Brabantsche grens.
Aangeboden wordt de gemeente-reke
ning over 1929 met voor den gewonen
dienst een ontvang van 29.650.84, een
uitgaaf van 28.860.56^ en een batig
slot van 790.27^ en voor den kapitaal-
dienst een ontvang van 13.576.60, een
uitgaaf van 13.561.30 en een batig slot
van 15.30. Met algemeene stemmen
worden goedgekeurd een wijziging der
begrooting voor 1929 van het Burgerlijk
Armbestuur te Schore, de rekening van
dat bestuur over 1929 met een ontvang
van 7661.57, een uitgaaf van 7342.34H
en een batig slot van 319.22 Yn, en de
begroeting van dat bestuur voor 1931
met een ontvang en uitgaaf van
4583.50H. Ook wordt goedgekeurd de
begrooting voor 1931 van den Keurings
dienst voor vee en vleesch, met een ont
vang en uitgaaf van 6166.50.
Na breedvoerige toelichting werden met
algemeene stemmen aangenomen de voor
stellen van B. en W. tot reorganisatie
van het plaatselijk belastingstelsel in ver
band met de nieuwe financieele verhou
ding tusschen het Rijk en de gemeenten.
De gemeente wordt gerangschikt ia de
achtste klasse voor de personeels belas
ting en in de derde klasse voor de ge
meentefondsbelasting. Met, ingang van
1931 zullen geheven worden 30 opcentsn
op de gemeentefondsbelasting, 60 opcen
ten op de personeele belasting en 50 op
centen op de vermogensbelasting. De op
centen op de grondbelasting blijven be
paald op 20 voor ongebouwd en 80 voor
gebouwd. Medegedeeld wordt, dat het
nieuwe stelsel een belangrijke verminde
ring van belasting beteekent voor de in
woners dezer gemeente. In de vacature
Boonman wordt tot lid van de schattings
commissie benoemd de heer G. de Vrieze.
Bij de rondvraag informeert de heer
Nieuwenhuijse of reeds een chronometer
is aangekocht voor de controleering van
de snelheid der motorrijtuigen in de kom
der gemeente, waarop de voorzitter ont
kennend antwoordt. Hierna sluiting.
Wemeldinge. Loop der bevolking over
de maand Juli. Ingekomen: D. W. Hoe
kendijk van Middelharnis naar Oosthoek
C 2i; J. Felius van 's-Gravenhage naar
Oosthoek C la; M. Feleus van Kapelle
naar Vrede Best A 118; J. Meulenberg
van Ellewoutsdijk naar Oranjeboomstr.
B 72; H. M. Polie van den Bommel, a.b.
L. van der Hort van Kruiningen naar
Noordelijken Achterweg B 267; F. C.
Adriaanse van Enschedé naar Wilhel-
minastraat B 107.
Vertrokken: I. C. Flipse naar Wissen-
kerke, Middenstraat 60; A. Oskamp, naar
Haaksbergen Bimroe F 56; J. Jeremiasse
naar Kloetinge B 101; G. Schouwenaar
naar Grauw en Langendam.
Wissenkerke. Bevolking. Ingeko
men: 3, Cornelis Steendijk, B 334; 10, He
lena Strijd, B 5a; 14, Tannetje van der
Weele, A 190; 15, Iman Cornelis Flipse,
schilderskn. A 60; 29, Elisabeth Reinhoud
B 140.
Vertrokken: 3, Wilhelmina de Looff,
z. b. naar Princenhage, Bredascheweg 50a;
Tannetje Pieternella de Lange, naar
Kortgene, Molenpad 48a; 4, Jacobus Jan
van den Berge, Bakkerskn. naar Hein-
kenszand; 5, Pieter Hendrik Geelhoed, z.
b. naar Colijnsplaat, B 68; Lambrecht
Paulus van Halst, bakkerskn. naar Kloe
tinge; Hendrika Dina Ketelaar naar
's-Gravenhage, Doornikstraat 10; 16, Cor
nelis de Goffau, smidskn. naar Veere;
17,. Maria Thona Louwerse, onderwijzeres
naar Kapelle (Z.-B.).
Haamstede. De gemeenteraad besloot in
zijn vergadering van Woensdag 1.1. met al
gemeene stemmen tot afschaffing der be
staande gemeentelijke opcenten op onge
bouwde eigendommen en tot verminde
ring der opcenten op gebouwde eigen
dommen van 80 op 40.
In den regen heeft Tardieu te Parijs bjj de herdenking der Juli-revolutie van
1830 een rede gehouden.
weest", herhaalde hij', even rustend
„Je moet het heusch omdraaien, Van
Binsbergen. Je bent voel voor mij' ge
weest. Ik was wel ©ene in opstand, maar
jo hebt mij geloerd
„Ik was niet een heilige", zeide hij. „Ik
heb zweren strijd gehad, jaren geleden.
Ik w is t, dat ik zwak blijven zou; ik wist
dat ik vrij zeker jong sterven zou. Het
was niet zoo eenvoudig, om te berusten.
Als ik daar mijn vrienden, kerngezond,
promotie zag maken; als ik hen gelukkig
getrouwd zag, o, God alleen weet bet,
hoeveel slapelooze nachten ik gehad heb;
hoe ik heb liggen schreien als een klein
kind in opstand tegen vader of moeder:
waarom moest i k zóó zijn en waarom
ging 'het mijn vrienden voorspoedig
Hertha luisterde met smartelijke be
langstelling: ook h ij was door het tra
nendal gegaan; ook h ij had aanvechtin
gen van satan gehad.
„Maar", er klonk een juichtoon in zijn
Stem, „de Heere liet mij niet los. Hij over
won. Ik gaf mij geheel aan Hem. De strijd
was gestreden. Wat Hij' met mij' deed,
was goed. Ik bereidde mij voor op een
vroegtijdigen dood. Zóó kwam ik in Land
dorp
Hij' hijgde van vermoeidheid. Het klam
me zweet stond op zijn voorhoofd. Her
tha had diep medelijden met hem. Ze
legde haar hand op zijn hoofd.
„Zou je wel zooveel praten?" vroeg zij
vol liefde.
„Laat mij", smeekte hij. „Ik zal nog
even rusten".
Het was stil in het vertrek, waarin
van buiten de zwoele zomerwarmte kwam.
„Sluit de deuren", verzocht hij plotse
ling.
Hertha stond op, schreed naar de deu
ren en sloot die geruisohloos. Hij volgde
met zijn oogen haar slanke gestalte en
glimlachte, toen zij weer zijn bed naderde.
„Je bent een vrouw bij de gratie Gods",
zei hij min of meer geestdriftig. „Gescha
pen om anderen te dienen".
„Maar, Van Binsbergen...."
„Stil maar, zeide hij. „Misschien is dit
een vreemd sterfbed voor je, ik weet het
niet. Maar ik weet wel, dat ik over alles
praten kan. Ik denk, dat het komt, omdat
ik alles heb losgelaten. Er is nu niets,
niets meer, dat mij aan het leven bindt,
Ik heb God gebeden, mij vandaag nog weg
te nemen en bij Zich te nemen. Als Hij
het niet doet, is het ook goed. Zijn wil
geschiedde".
Vermoeid zweeg hij weer. Er verliepen
wel drie minuten van pijnlijke stilte.
,,'k Heb je verzocht de deuren te slui
ten. Wat ik nu ga zeggen, behoeft nie
mand te weten dan God en Hertha Van
Landen,
(Wordt vervolgd.)