DE ZEEUW
Van een arm dorp, dat rijk werd
Uit de Provincie
TWEEDE BLAD
Brieven uit Middelburg.
FEUILLETON
ging «1 verhooging dor begrooting van
het Zuiderzeefonds voor 1930.
WIJZIGING WET RIJKSPOSTSPAAR
BANK.
VAN
MAANDAG 28 JULI 1930. No. 251.
XIII.
Amise,
Al weder een regenachtige Middelburg-
sche Marktdag 1 De marktkooplui treffen
het slecht en durven hunne waren haast
niet uitpakken. Doch ook de vreemde
en inheemsche plezierreizigers klagen en
de Middelburgers, die met den pleizier-
trein naar Holland zijn afgereisd, zullen
het daar ook wel niet bijzonder treffen.
Enfin, de zomer duurt nog lang en niet
altijd zal de regen blijven neerpiassen.
Die verkoopdagen worden druk bezocht,
daar de landbouwers toch niet op het
land kunnen werken. Alleen maar: er
wordt wel land geveild, doch slechts wei
nig verkocht; het meeste te koop gebo-
dene wordt om de lage prijzen ingehouden
en wat er nog verkocht wordt, brengt
slechts weinig op. Merkwaardig is het in
hoe korten tijd de klad is gekomen in
koop en pachtprijzen. En het lijkt er niet
op, dat dit in afzienbaren tijd zal ver
anderen. De prijzen van de landbouw
producten blijven te laag, vooral hooi is
in geen jaren zoo goedkoop geweest.
Dergelijke beschouwingen hoort men
dagelijks. Toch schijnen andere feiten al
die klachten over geldschaarschte te lo
genstraffen. Immers bijna iedereen gaat
voor zijn genoegen op reis. Treinen en
autobussen zitten vol. en de Antwerpsche
tentoonstelling trekt heel wat bezoekers.
D® perrons te Roosendaal zijn vol reizi
gers, die de vertrekkende treinen staan
af 'te wachten.
In de hoofdstad des lands, welker finan-
tieën onlangs als treurig werden afge
schilderd, komt weer verandering. Het
aantal opcenten dat op de gemeentelijke
fondsbelasting ,zal worden geheven, schijnt
veel lager te worden dan eerst gedacht
werd. Er wordt weer geduid op buiten
kansjes voor de Stadsschatkist. En direct
is men er bij om weer groote uitgaven
te doen. Het kan weer lijden, denkt men.
Onze voorouders dachten anders en zei
den: Wat goed is om gegeten te worden,
is ook goed om bewaard te worden. Maar
in onzen tijd heet het: Jong hart en treurt
niet en wees niet ongeduldig. Want wat
men niet betalen kan, dat moet men blij
ven schuldig. Diaarom maar geld geleend,
'teene millioentje na 't andere.
In Amsterdam moet een nieuw open
baar gymnasium komen. En wat denkt
men dat het kosten zal? Slechts f 745.100,
plus de igrond, die f 148.000 vergt.
Het loopt dus hard naar de negen
tonnen gouds, of f35.39 per kub. M. nut
tige ruimte. In Utrecht zouden de kosten
voor een nieuw gymnasium per kub. M.
nuttige ruimte f37.64 bedragen. Daar
tegenover staat, dat die kosten voor het
in aanbouw zijnde Gereformeerde gym
nasium aan de Keizersgracht slechts op
f 18 per kub. M. werden berekend of iets
minder dan de helft. Toch wordt dit
gymnasium ook een monumentaal gebouw
op een fraaien stand. En dan praat men
nog van de hoog® kosten van. het bjj^
zonder onderwijs.
Van gymnasium gesproken. Woensdags
middag heeft de linksche meerderheid
van den Middelburgschen raad weer een
aardig stukje uitgehaald, dat bijzonder
geschikt is om de oogen van onze Chr.
Historische medeburgers te openen.
Deze broeders, die voor het Chx-istelijk
lager onderwijs zich inspannen, voelen
over het algemeen weinig voor Bijzonder
hooger en voorbereidend hooger ornder-
wijs, zulks met enkele gunstige uitzonde
ringen. Men wil, zeggen ze, de splitsing in
bijzonder en openbaar onderwijs niet op
alle terrein doorvoeren, in de hoop, dat
vooral bet openbaar hooger en voorberei
dend hooger vonderwijs niet al te on
christelijk wordt in onze nog altijd Chris
telijke natie. De practjjk staat met dit
ideaal pog al eens op gespannen voet,
en d® Middelburgsche vrijzinnige raads-
meerderheid stoort er zich weinig aan.
door H. K i n g m a n s.
45) -o-
Ik weet niet, wat ik moet denken van
den toestand van Van Binsbergen. U weet
er van, want ik schreef méér over hem.
Het ziet er niet naar uit, dat hij het nog
vele jaren maken zal. Hij weet dat zelf
zeer wel. Hij sprak er met mij wel over
op een wijze die zeide, dat hij met 's-Hee-
ren leiding geheel eenswillend is".
De pen van Hertha rustte roerloos op
het papier. Zij zag haar yriend Van
Binsbergen op zijn bed liggen, rustig af
wachtend, wat God over hem beschikte.
Hij ,lag daar maar stil met dien ver
trouwenden glimlach om zijn mond. Hij
was de verpersoonlijking van het geduld.
Hertha, hoe geloovig en vol godsver
trouwen ook, had er den diepsten eerbied
voor. Hier was weer een van de raadselen
Gods! Een zeer bekwame, begaafde jonge
man met een hart, ijverend voor Gods
zaak, werd in zijn bewegingen gehandi
capt door een ziektetoestand, die heim,
vroeg of laat, naar den dood zou voeren,
vermoedelijk wel vroeg, want de bloed-
Voor eenige jaren passeerde die meer
derheid bij een benoeming tot learaar
in de Fransche taal aan het gymnasium,
nummer één der aanbeveling en' be
noemde nummer 2. No. 1 was Roomsch-
Katholiek en jio. 2 vrijzinnig. Daarna
bij eene benoeming tot 'leeraar in bat
Hebreeuwsch aan dezelfde onderwijsin
richting bad de vrijzinnige raadsmeerder-
heid den moed om den tegenwoordigen
Groningschen hoogleeraar dr de Groot
te passeeren en den modernen: predikant
dr Cannegieter te benoemen, hoewel vast
stond, dat eerstgem., getuige zijn latere be
noeming tot hoogleeraar, den benoemde
in bekwaamheid verre overtrof. En thans
gaat voor de derde maal de Raad dr
Qbbink voorbij en benoemt den voorgan
ger van de Vrijzinnig Hervormden, die
den titel van doctor in de godgeleerdheid
niet draagt en evenmin blijk gaf van,
zooals dr Obbink, zich bewogen te hebben
op het gebied van Hebreeuwsch en andere
Oostersche antiquiteiten. Men ziet wat er
van die praatjes over betere qualiteit
van het onderwijs overblijft, waarover
sommige vrijzinnigen den mond vol heb
ben. Mien gaat den meer bekwame en zijn
schitterende aanbevelingen voorbij, omdat
hij rechtzinnig is, dat is de eenvoudige
waarheid.
Voorts bereikt men er mee, dat het
inkomen van den vrijzinnigen voorganger,
wiens tractement alleen bijeengebracht kan
worden, doordat een aantal leden der
Ned. Herv. Kerk voor hun lidmaatschap
bedankte en alzoo hun kerkelijke bijdra
gen, die hierdoor vrijkwamen, bij dit trak
tement werden gevoegd, opnieuw met
eenige honderden guldens uit de gemeen
tekas ditmaal, kon worden verbeterd. Zoo
snijdt het mes aan twee kanten.
Da Middelb. Courant, wie dit onverant
woordelijk bedrijf blijkbaar toch wel al te
machtig is, meent een andere beweeg
reden te hebben gevonden. Het zoekt
hiervoor een andere oorzaak, n.l. in de
onvrijzinnige" houding van den kerke-
raad der Herv. gemeente, die aan Ds
Kastein, den voorganger der Vrijzinnig-
Hervormden een doopbeurt weigerde (1)
Jiierdoor geprikkeld, zou het vrijzinnige
(deel van den Raad, bij wijze van demon
stratie, den orthodoxen predikant hebben
gewipt en den vrijzinnigen voorganger met
zijn benoeming een pleister op de wond
hebben gedrukt.
Dusde meerderheid van een poli
tiek bestuurslichaam als de Raad zou
een in haar oogen kerkelijke tekort
koming door een politieke bestuursdaad
harerzijds hebben gewroken. Ziedaar het
clericalisme in zijn vollen omvang. Ver
menging van kerk en staat! De leerlingen
van het gymnasium, die later predikant
hopen te worden, en waarvan verschei
dene niet eens tot de Herv. Kerk beboe
ren, krijgen in plaats van eeni rechtzinni
ge®, een modernen leeraar in bat He
breeuwsch, omdat de Hervormde kerke-
raad dezen een doopbeurt heeft gewei
gerd. En dit vonnis wordt voltrokken door
een negental vrijzinnige raadsleden, waar
van geen enkele lidmaat der Herv. Gei-
meente is. (Een zelfs der Jsraëlietiscbe»
gemeente.) Begrijpe wie het kan!
De Middelb. Crt. acht zulk een monstru
euze daad, schoon „menschelijk volkomen
begrijpelijk", een „ongewenschte en on
juiste vermenging van wereldlijke en ker
kelijke zaken."
Och neen! Middelb. Courant. Gij' zoekt
de reden, waar die niet te vinden is. Het
is eenvoudig héét, verbitterde haét tegen
al wat rechtzinnig is, anders niets.
En daarom, nogmaals, mogen de oogen
van onze Chr. Hist, broeders nu eens
opengaan
Ten slotte blijkt weer, dat het doen
eener wetenschappelijke benoeming door
een Raad, die geheel of bijna geheel uit
onbevoegden bestaat, een reine dwaas
heid is.
Met vriendschappelijke groeten,
t.t.
METELLUS.
DE ZUIDERZEEWERKEN.
Voor dit Jaar nog zes millioen aan
gevraagd. De raming over 1929.
vermoedelijk met 8V2 procent te
verminderen. Het in cultuur bren
gen der Wieringermeergronden.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi-
spuwing van een viertal weken geleden
was een slecht teeken. Een gansch leven
lag, naar den mensch gesproken, nog
vóór hem. Hij had, zijn gaven en capaci
teiten wezen er op, in de maatschappij
een vooraanstaande plaats kunnen inne
men; hij had voor bet Koninkrijk Gods
veel kunnen beteekenen; hij had een
vrouw zeer gelukkig kunnen maken, want
hij had een ruim, liefhebbend hart. Maar
de Heere wilde van dat alles niets. Hij
nam straks Zijn kind tot zich. O, waar
om was d'at toch, waarom was dat toch?
Peinzend staarde Hertha naar buiten.
In de frissche slaapkamer van Landdorp
zag zij den lijder, dien zij om den anderen
dag bezocht, liggen, bleek, met oogen,
die glinsterdenHij was één van haar
liefste patiënten. Zij achtte hem zeer
hoog. Er was bij baar een sterk ontwik
keld gevoel van sympathie voor hem.
Hertha realiseerde zich dat wel eens:
als er diep in haar hart niet liefde
voor een ander schuilde, dan zou zij
Van Binsbergen kunnen liefhebben, zoo
als een reine vrouw een man bemint...
Zij liet de pen weer over het papier
glijden, zich ontworstelend aan haar
gepeins.
„Het is een blijk van Gods genade-
trouw, dat Hij het dezen patient zoo
gemakkelijk maakt Hij denkt an spreekt
zoo rustig over den dood, dien hjj, bij
Versnelde uitvoering.
Zooals de minister van Waterstaat bij
de ontwerp-begrooting van het Zuider
zeefonds voor 1930 kon mededeel en, laat
bet zich aanzien, dat de afsluiting van
de Zuiderzee reeds in 1932 tot stand
zal kunnen worden gebracht, derhalve
veel eerder dan in het najaar van 1928
werd aangenomen.
Het gevolg van deze snellere uitvo<ering
is, dat nog dit jaar werken tot uitvoering
zullen kunnen komen, waarop eerst in
1931 was gerekend. Deze werken zijn een
gedeelte dijkvak op het Breezand en een
gedeelte dijkvak GaatjeVlieter, waarvoor
f 6.085.000 wordt aangevraagd.
Deze verhoogde aanvrage beteekent niet
een overschrijding van ,de laatste raming
integendeel is uit de cijfers van het
afgeloopen jaar gebleken, dat deze ver
moedelijk met 81/2 procent verminderd
zal kunnen worden doch de behoefte
aan meer geld voor het loopende jaar
als gevolg van de snellere uitvoering.
De verkaveling van den Wierin-
germeerpolder.
Gelden «gorden aangevraagd voor de
indienstneming van tijd. personeel: drie
landbouwkundige ingenieurs, een persoon
belast met de leiding van de admini
stratie, twee klerken en een concierge.
Voor voortzetting van het onderzoek
van den Wieringermeerpolder, het doen
van laboratoriumproeven, enz. is door de
Commissie-Lovink f 100.000 uitgetrokken.
Had en heeft tot dusverre in hoofdzaak
de stoute technische conceptie van het
geheele plan der Zuiderzeewerken tot de
verbeelding der bevolking gesproken,
thans dringt zich hoe langer hoe meer
op den voorgrond het belang, dat het
in cultuur brengen der gronden pn hunne
uitgifte, met betgeen daaraan behoort
vooraf te gaan en daarmede overigens
samenhangt, voor bet welslagen der on
derneming heeft. Het wetsontwerp beoogt,
met deze materie thans een practisch
begin te maken. Deze poging strekt zich
niet verder uit dan tot hetgeen thans
onmiddellijk vereischt wordt.
Voorstellen inzake verdere plannen tot
het in cultuur brengen en vervolgens uit
geven der gronden zullen aanhangig won
den gemaakt, zoodra de Regeering, aan
de hand van ontvangen adviezen daar
omtrent een beslissing zal hebben geno
men. Het thans voorgestelde berust op de
ervaringen met het werk der Co-mmissie-
Lovink opgedaan.
De centra van bewoning.
Bij het uitwerken van het plan is mede
de ligging der centra van bewoning nader
beschouwd. Doelmatig werd geacht, dat
deze op onderlinge afstanden van 4 K.M.
over den polder verspreid zouden worden.
Op bet plan zijn een aantal punten aan
gegeven, welke voor het vormen van der
gelijke oentra het meest in aanmerking
komen. De definitieve vaststelling van
de ligging hiervan zal echter eerst kunnen1
worden bepaald, nadat het bewonings-
vraagstuk van den polder in samenhang
zal kunnen zijn beschouwd met de nog
niet verschenen adviezen omtrent de uit
gifte van gronden.
In cultuurbrenglng Wieringer
meergronden.
Om met de ontginningswerken een aainr
vang te maken wordt voor 1930 aanger
vraagd f 1.7 millioen.
Aangezien de proefpolder-Andijk nog
slechts een jaar bezaaid is kunnen
worden, behoeven de hier opgedane
ervaringen nog in verschillende opzichten
aanvulling en hervestiging, waardoor de
huidige opvattingen nog wijzigingen kun
nen ondergaan. Aanhoudende en nauw
gezette bestudeering van de Andijker on
derzoekingen zullen in komende jaren
richting geven aan de voor de Wieringer-
meer te treffen maatregelen. Nauwe sa
menwerking met de Commissie-Lovink
blijft dus geboden.
Hef ligt, naar de minister meent, ini de
rede, dat ook de hierbedoelde werkzaam
heden onder leiding van zijn departement
worden, uitgevoerd. Omtrent hetgeen in
een verder afliggend stadium behoort 'te
geschieden, zal in den loop van dit jaar
een beslissing worden genomen.
wijze van spreken, eiken dag verwacht,
Er is niets, dat hem bezwaart, althans
voor zoover ik bet kan bespeuren. Hij
weet zich geheel in Jezus geborgen en
zal een ruimen ingang hebben. God is
groot en goedl Het is mij wel eens
moeiljjk. te berusten in 's-Heeren wil.
Van Binsbergen kon nog zooveel doen
voor 's-Heeren zaak! Ik sprak er ver
leden week met hem over. Maar hij glim
lachte alleen en zeide: „Ik ben zeer
dankbaar, want ik heb veel kunnen doen.
'kHeb in'de afgeloopen twaalf jaar veel
kinderen van Jezus mogen vertellen. En
deze laatste maanden heb ik u in Zeeduin
mogen helpen" (hij is zótó Tiescheiden!
de werkelijkheid is, dat hij mij niet hielp,
maar ik hem; bij had de leiding, die in
goede handen was!) „aan een taak, die
méér dan heerlijk is. Ik ben er zéér blij
om. Als de Heere het wil, zet ik mijn
taak voort. En zoo niet, wat Hij doet is
goed" Onder zooveel dankbaarheid, kalm
te, berusting en eenswillendheid wordt
men still
Zooals ik zeide, voor de zondagsschool
is zijn ziekte een zware tegenslag. En
als Van Binsbergen sterft of wegens zwak
te niet kan weerkeeren, dan weet ik
nog niet, hoe het moet. Maar ach, dominé
Misset heeft geljjk, de Heere zal ook
dan voorzien
Ds M. volgt met groote belangstelling
ons eenvoudig werk in Zeeduin. Hij noemt
Verhooging der rentevergoeding
tot maximum 3 pCt. mogelijk
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van de wet tot instelling eener Rijks
postspaarbank. Behoudens aanvulling van
enkele leemten en herstel van in de prac-
tijk gebleken onjuistheden, wordt o.m.
beoogd een verbooging van bet
rentegeven d maximum der in
lagen.
Het rentegevend maximum voor inla
gen bedraagt thans 1200. Voor den hui-
digen tijd moet dit bedrag te laag wor
den geacht, o.m. tengevolge van de waar
dedaling van het geld. Eenigermate kan
dit blijken uit bet feit, dat ultimo* 1928
niet minder dan 97.357 boekjes in omloop
waren met een tegoed van meer dan
1000. Voorgesteld wordt, bet maximum
thans op 2500 te brengen.
Het instituut der Staatsschuld-
boekjes beeft zijn doel gemist; van het
Staatsscbuldboekje wordt slechts zelden
gebruik gemaakt, nadat het rentegevend
maximum op bet spaarbankboekje is be
reikt. De Bezuinigingscommissie beeft als
baar meening te kennen gegeven, dat bet
aanbeveling zou verdienen, de Staats-
schuidboekjes te doen vervallen. De Regee
ring echter is van meening. dat een maat
regel van zóó vergaande strekking niet
gewettigd is. Wel acht zij bet wenschelijk,
te trachten, de oorspronkelijke bedoeling
van den wetgever dichter te benaderen.
Te dien einde wordt voorgesteld, dat
slechts voor hetgeen boven 2000 op een
spaarbankboekje is ingelegd, of voor een
gedeelte daarvan, een inschrijving op een
Staatsscbuldboekje zal kunnen worden
verkregen. Die boekjes zullen dan, naar te
verwachten is, meer dan tot dusver slechts
als „overlaat" van de spaarbankboekjes
dienst doen.
Al vaak is er, na de algemeene stijging
van den rentestand, tengevolge van den
wereldoorlog, op aangedrongen, om ook
de rentevergoeding van de
Rijkspostspaarbank iets op te
voeren. De financieele positie der Bank
liet dat echter, juist in de jaren, waarin
voor verbooging der rentevergoeding het
meest aanleiding bestond, allerminst toe,
tengevolge van de toen lage beurswaarde
van het effectenbezit. Ultimo 1920 kon de
balans slechts sluitend worden gemaakt
met een vordering op den Staat van bijna
50 millioen. In de volgende jaren werd
de positie gaandeweg minder ongunstig.
Voor bet eerst in 1925 kon van een
reserve van 21 millioen worden gespro
ken en sindsdien kwamen door verder
koersberstel van het fondsenbezit de be-
drijfsoverscbotten van vele jaren, welke
steeds tot versterking van bet inleggers
kapitaal waren aangewend, meer en meer
tot bun recht. Ultimo 1929 bedroeg de
reserve ongeveer 46 millioen, zijnde
ruim 13 pet. van bet inleggerskapitaal.
Indien de grootte van dit fonds nog ver
der blijft stijgen, wordt het billijk geacht,
een deel van het jaarlijksche bedrijfsover-
scbot aan te wenden tot verhooging van
de rentevergoeding voor de inleggers.
Daarbij moet evenwel niet uit het oog
verloren worden, dat bet in bet algemeen
fewenscht is, de rente van de Rijkspost
spaarbank aan den lagen kant te houden,
teneinde niet teveel bij particuliere instel
lingen belegde gelden naar den Staat te
doen vloeien. In verband met aard en
doel van de Rijkspostspaarbank mag deze
niet met particuliere instellingen in con
currentie treden, noch al te zeer een be
leggingsinstituut voor kleine deposito's
worden.
Het komt de Regeering dan ook voor,
dat de rentevergoeding van de Rijkspost
spaarbank in normale omstandigheden
niet boven drie pet. moet uitgaan. Zij
stelt daarom voor, dit percentage als
maximum in de wet vast te leggen en de
rente, welke feitelijk wordt vergoed, bij
algemeenen maatregel van bestuur te be
palen. Zonder dat wetswijziging noodig
is, kan dan te gelegener tijd tot een
matige renteveihooging worden overge
gaan. Wanneer het oogenhlik daarvoor is
aangebroken, zal afhangen van het ver
loop van den rentestand.
het een groot werk, maar zóó groot is
het heusch niet. Ik vind, dat wij zoo
weinig doen en dat het zoo langzaam
gaat. „Niet forceeren, zuster", zegt de
dominé dan, „niet forceeren. Het gaat
best zoo. Langzaam, maar zeker. Ik houd
niet van wonderboomen". Ik geloof, dat
dominé gelijk heeft. Het zou ook te vlug
kunnen gaan.
Bovendien mag ik niet ondankbaar zijn.
Want wij werken met veel zegen. Ik zeide
daareven reeds, hoeveel ouders belang
stelling krijgen voor hoogere dingen. Ds
Misset denkt er thans sterk over, tegen
den aanstaanden winter een lokaal te
openen, waar in ieder geval éénmaal per
week en misschien ook des Zondags
avonds geëvangeliseerd worden kan. In
Landdorp preekt hij 's-morgens en 's-mid-
dags en dan zou hij 's-avonds naar hier
kunnen komen. In dat lokaal zou voor
taan dan ook de zondagsschool gehou
den kunnen worden. Ik stel mij er heel
wat van voor, omdat er dan voor de
ouders geregelde dienst komt. Het is een
heel klein begin van een kerk, waar
's-Heeren Woord zuiver zal worden be
diend.
Als ik er aan denk, dan voel ik, hoe
hoogst ondankbaar het is, om te zeggen,
dat het zoo langzaam gaat. Ds Misset
zegt, dat het integendeel vlug gaat, dat
niet moet worden vergeten, boe sinds jaar
en dag bet modernisme Zeeduin door-
Kamor van Koophandel en Fabrieken
voor Zeeuwsch-Vlaanderem.
Een optimistisch verslag.
Verschenen is het jaarverslag van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Zeeuwsch-Vlaanderen te Temeuzen.
Volgens dit verslag nam de Kamer met
leedwezen waar, dat er geen voortgang
gemaakt werd met het plan tot het aan
leggen eener drinkwaterleiding.
Omtrent den algemeenen oconomischen
toestand van het gebied der Kamer kan
voor het verslagjaar, in afwijking met
vorige jaren, de toon optimistischer zijn
al is deze niet onvermengd, in verband
met de slechte bedrijfsresultaten, welke
de landbouw, het bestaansmiddel van de
meerderheid der bevolking in het gebied
der Kamer, in bet jaar beeft te boeken,
niettegenstaande een oogst werd binnen
gehaald zoo rijk als nooit te varen het
geval was.
Bestond er een jaar te voren groote
zorg, in verband met bet toenemend aan
tal werkloozen in het gebied der Kamer,
thans was dit beeld geheel veranderd,
en was er eer sprake van een tekort
aan werkkrachten. Behalve het bouwen
van de groote fabriek te Sluiskil, die zeer
veel werkkrachten vorderde, waren daar
op ook andere werkzaamheden en om
standigheden van invloed, o.m. minder
aanbod van werklieden uit het buitenland.
Er kwamen tijden van gebrek aan ar
beidskrachten. De emigratie naar het bui
tenland of naar de industrie-centra kwam
daardoor tot stilstand. Er "kwam eer een
tegenover gestelde trek, al is bet, dat het
bevolkingscijfer in totaal nog iets terug
liep. Die vermindering was thans echter
niet abnormaal te noemen, het gewone
verschijnsel van den trek van bet platte
land naar de steden. Het bevolkings-cijfer
dat op 31 December 1928 82.428 bedroeg,
daalde in 1929 tot 82.297, een verschil
van 131, terwijl de daling in 1928 be
droeg 453 en in 1927 288.
Er zijn gedurende de laatste jaren in
de pers enkele beschouwingen versche
nen over den teruggang der bevolking
van Zeeuwsch-Vlaanderen, waarbij vooral
met bezorgdheid de aandacht werd ge-
vestigd op het terugloopen der geboorten.
Het werd besproken als een verschijnsel,
dat zich, na vroeger in andere deeleni
van het land reeds te zijn geconstateerd,
zich thans ook in Zeeuwsch-Vlaanderen
voordoet. Het vraagstuk werd in die ar
tikelen beschouwd van de ethische zijde.
Te vermoeden is echter, dat de econo
mische toestand van het gewest hierop
van invloed is. De ongunstige omstandige
beden, de werkloosheid, hebben ongetwij
feld bet aantal huwelijken gereduceerd,
terwijl de uittocht van honderden jonge
menschen, die elders een bestaan gingen
zoeken, ook van invloed is geweest op
een verminderd aantal geboorten.
Was de toestand over het jaar 1928
in het algemeen nog zeer ongunstig, de
plotselinge werkverruiming in 1929 bracht
algemeene welvaart, aangezien werk en
verdiensten van de arbeidende klasse ook
welvaart beteekent voor den middenstand.
De opleving, ook in dien stand, was
zeer goed merkbaar.
Geen aflaten van Kanaal
water. Het Bureau van de Kamer van
Koophandel verzoekt ons te berichten, dat
de aflating van het kanaal door Walche
ren, welke bepaald was van 23 Juli tot
9 Aug. voor onbepaalden tijd is
uitgesteld.
Bloedvergiftiging. Die heer
W. te Middelburg heeft vorige week een
puistje aan zijn neus opengekrabd. Hier
door is bloedvergiftiging ontstaan en
moest de beer W. naar bet gasthuis
worden overgebracht, alwaar hij gister
nacht is overleden.
Nationale vaandelgroet
aan H. M. de Koningin. Een depu
tatie uit het bestuur van den „Vlissing-
schen Oranjebond*' zal zich op Dinsdag
16 Sept. a.s. met het vaandel der vereeni-
ging naar 'sGravenhage begeven, ten ein
de deel te nemen aan den Nationale»
Vaandelgroet, die, naar aanleiding van
den 50sten verjaardag der Koningin, al-
zuurde hoe het materialisme er volko
men zegevierde; hoe men van ouder op
kind de kerk alleen van buiten kende.
En inderdaad zóó beschouwd (en zoo
moeten wij het toch beschouwen) is er
reden tot overvloedigen dankl
Gods Geest werkt hier krachtig, 'k Heb
u meermalen van mijn lammen Kees ver
teld. Lichamelijk gaat hij niet achteruit,
maar geestelijk is hij met sprongen vooruit
gegaan. Hij is omgezet en nu een kind
van onzen Heiland, die tot andere kinde
ren over Hem spreekt. De ontevreden trek,
die zoo menigmaal zijn van lijden getui
gend gelaat ontsierde, is geheel verdwe
nen. En de omkeering hij zijn moeder is
eenvoudig frappant. Natuurlijk gijn haar
leelijke karaktertrekken, die haar in het
dorp niet geliefd hadden gemaakt, niet
geheel verdwenen, maar zij vecht er tegen
met succes. En toen zij bij den liberalen
boer Von Dalen, op wiens boerderij zij
tweemaal per week werken ging, den
dienst werd opgezegd, omdat zij in haar
huisje eerst Zondagsschool had laten Hou
den, nam zij die harde bejegening zeer
kalm op, tot mijn niet geringe verbazing.
De Heere zal mij wel iets anders geven,
zeide zij. Twee weken later was het bij
een ander in orde!
(Wordt vervolgd.)