DE ZEEUW Van een arm dorp, dat rijk werd Uit de Provincie TWEEDE BLAD Brieven uit Middelburg. FEUILLETON ging «1 verhooging dor begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1930. WIJZIGING WET RIJKSPOSTSPAAR BANK. VAN MAANDAG 28 JULI 1930. No. 251. XIII. Amise, Al weder een regenachtige Middelburg- sche Marktdag 1 De marktkooplui treffen het slecht en durven hunne waren haast niet uitpakken. Doch ook de vreemde en inheemsche plezierreizigers klagen en de Middelburgers, die met den pleizier- trein naar Holland zijn afgereisd, zullen het daar ook wel niet bijzonder treffen. Enfin, de zomer duurt nog lang en niet altijd zal de regen blijven neerpiassen. Die verkoopdagen worden druk bezocht, daar de landbouwers toch niet op het land kunnen werken. Alleen maar: er wordt wel land geveild, doch slechts wei nig verkocht; het meeste te koop gebo- dene wordt om de lage prijzen ingehouden en wat er nog verkocht wordt, brengt slechts weinig op. Merkwaardig is het in hoe korten tijd de klad is gekomen in koop en pachtprijzen. En het lijkt er niet op, dat dit in afzienbaren tijd zal ver anderen. De prijzen van de landbouw producten blijven te laag, vooral hooi is in geen jaren zoo goedkoop geweest. Dergelijke beschouwingen hoort men dagelijks. Toch schijnen andere feiten al die klachten over geldschaarschte te lo genstraffen. Immers bijna iedereen gaat voor zijn genoegen op reis. Treinen en autobussen zitten vol. en de Antwerpsche tentoonstelling trekt heel wat bezoekers. D® perrons te Roosendaal zijn vol reizi gers, die de vertrekkende treinen staan af 'te wachten. In de hoofdstad des lands, welker finan- tieën onlangs als treurig werden afge schilderd, komt weer verandering. Het aantal opcenten dat op de gemeentelijke fondsbelasting ,zal worden geheven, schijnt veel lager te worden dan eerst gedacht werd. Er wordt weer geduid op buiten kansjes voor de Stadsschatkist. En direct is men er bij om weer groote uitgaven te doen. Het kan weer lijden, denkt men. Onze voorouders dachten anders en zei den: Wat goed is om gegeten te worden, is ook goed om bewaard te worden. Maar in onzen tijd heet het: Jong hart en treurt niet en wees niet ongeduldig. Want wat men niet betalen kan, dat moet men blij ven schuldig. Diaarom maar geld geleend, 'teene millioentje na 't andere. In Amsterdam moet een nieuw open baar gymnasium komen. En wat denkt men dat het kosten zal? Slechts f 745.100, plus de igrond, die f 148.000 vergt. Het loopt dus hard naar de negen tonnen gouds, of f35.39 per kub. M. nut tige ruimte. In Utrecht zouden de kosten voor een nieuw gymnasium per kub. M. nuttige ruimte f37.64 bedragen. Daar tegenover staat, dat die kosten voor het in aanbouw zijnde Gereformeerde gym nasium aan de Keizersgracht slechts op f 18 per kub. M. werden berekend of iets minder dan de helft. Toch wordt dit gymnasium ook een monumentaal gebouw op een fraaien stand. En dan praat men nog van de hoog® kosten van. het bjj^ zonder onderwijs. Van gymnasium gesproken. Woensdags middag heeft de linksche meerderheid van den Middelburgschen raad weer een aardig stukje uitgehaald, dat bijzonder geschikt is om de oogen van onze Chr. Historische medeburgers te openen. Deze broeders, die voor het Chx-istelijk lager onderwijs zich inspannen, voelen over het algemeen weinig voor Bijzonder hooger en voorbereidend hooger ornder- wijs, zulks met enkele gunstige uitzonde ringen. Men wil, zeggen ze, de splitsing in bijzonder en openbaar onderwijs niet op alle terrein doorvoeren, in de hoop, dat vooral bet openbaar hooger en voorberei dend hooger vonderwijs niet al te on christelijk wordt in onze nog altijd Chris telijke natie. De practjjk staat met dit ideaal pog al eens op gespannen voet, en d® Middelburgsche vrijzinnige raads- meerderheid stoort er zich weinig aan. door H. K i n g m a n s. 45) -o- Ik weet niet, wat ik moet denken van den toestand van Van Binsbergen. U weet er van, want ik schreef méér over hem. Het ziet er niet naar uit, dat hij het nog vele jaren maken zal. Hij weet dat zelf zeer wel. Hij sprak er met mij wel over op een wijze die zeide, dat hij met 's-Hee- ren leiding geheel eenswillend is". De pen van Hertha rustte roerloos op het papier. Zij zag haar yriend Van Binsbergen op zijn bed liggen, rustig af wachtend, wat God over hem beschikte. Hij ,lag daar maar stil met dien ver trouwenden glimlach om zijn mond. Hij was de verpersoonlijking van het geduld. Hertha, hoe geloovig en vol godsver trouwen ook, had er den diepsten eerbied voor. Hier was weer een van de raadselen Gods! Een zeer bekwame, begaafde jonge man met een hart, ijverend voor Gods zaak, werd in zijn bewegingen gehandi capt door een ziektetoestand, die heim, vroeg of laat, naar den dood zou voeren, vermoedelijk wel vroeg, want de bloed- Voor eenige jaren passeerde die meer derheid bij een benoeming tot learaar in de Fransche taal aan het gymnasium, nummer één der aanbeveling en' be noemde nummer 2. No. 1 was Roomsch- Katholiek en jio. 2 vrijzinnig. Daarna bij eene benoeming tot 'leeraar in bat Hebreeuwsch aan dezelfde onderwijsin richting bad de vrijzinnige raadsmeerder- heid den moed om den tegenwoordigen Groningschen hoogleeraar dr de Groot te passeeren en den modernen: predikant dr Cannegieter te benoemen, hoewel vast stond, dat eerstgem., getuige zijn latere be noeming tot hoogleeraar, den benoemde in bekwaamheid verre overtrof. En thans gaat voor de derde maal de Raad dr Qbbink voorbij en benoemt den voorgan ger van de Vrijzinnig Hervormden, die den titel van doctor in de godgeleerdheid niet draagt en evenmin blijk gaf van, zooals dr Obbink, zich bewogen te hebben op het gebied van Hebreeuwsch en andere Oostersche antiquiteiten. Men ziet wat er van die praatjes over betere qualiteit van het onderwijs overblijft, waarover sommige vrijzinnigen den mond vol heb ben. Mien gaat den meer bekwame en zijn schitterende aanbevelingen voorbij, omdat hij rechtzinnig is, dat is de eenvoudige waarheid. Voorts bereikt men er mee, dat het inkomen van den vrijzinnigen voorganger, wiens tractement alleen bijeengebracht kan worden, doordat een aantal leden der Ned. Herv. Kerk voor hun lidmaatschap bedankte en alzoo hun kerkelijke bijdra gen, die hierdoor vrijkwamen, bij dit trak tement werden gevoegd, opnieuw met eenige honderden guldens uit de gemeen tekas ditmaal, kon worden verbeterd. Zoo snijdt het mes aan twee kanten. Da Middelb. Courant, wie dit onverant woordelijk bedrijf blijkbaar toch wel al te machtig is, meent een andere beweeg reden te hebben gevonden. Het zoekt hiervoor een andere oorzaak, n.l. in de onvrijzinnige" houding van den kerke- raad der Herv. gemeente, die aan Ds Kastein, den voorganger der Vrijzinnig- Hervormden een doopbeurt weigerde (1) Jiierdoor geprikkeld, zou het vrijzinnige (deel van den Raad, bij wijze van demon stratie, den orthodoxen predikant hebben gewipt en den vrijzinnigen voorganger met zijn benoeming een pleister op de wond hebben gedrukt. Dusde meerderheid van een poli tiek bestuurslichaam als de Raad zou een in haar oogen kerkelijke tekort koming door een politieke bestuursdaad harerzijds hebben gewroken. Ziedaar het clericalisme in zijn vollen omvang. Ver menging van kerk en staat! De leerlingen van het gymnasium, die later predikant hopen te worden, en waarvan verschei dene niet eens tot de Herv. Kerk beboe ren, krijgen in plaats van eeni rechtzinni ge®, een modernen leeraar in bat He breeuwsch, omdat de Hervormde kerke- raad dezen een doopbeurt heeft gewei gerd. En dit vonnis wordt voltrokken door een negental vrijzinnige raadsleden, waar van geen enkele lidmaat der Herv. Gei- meente is. (Een zelfs der Jsraëlietiscbe» gemeente.) Begrijpe wie het kan! De Middelb. Crt. acht zulk een monstru euze daad, schoon „menschelijk volkomen begrijpelijk", een „ongewenschte en on juiste vermenging van wereldlijke en ker kelijke zaken." Och neen! Middelb. Courant. Gij' zoekt de reden, waar die niet te vinden is. Het is eenvoudig héét, verbitterde haét tegen al wat rechtzinnig is, anders niets. En daarom, nogmaals, mogen de oogen van onze Chr. Hist, broeders nu eens opengaan Ten slotte blijkt weer, dat het doen eener wetenschappelijke benoeming door een Raad, die geheel of bijna geheel uit onbevoegden bestaat, een reine dwaas heid is. Met vriendschappelijke groeten, t.t. METELLUS. DE ZUIDERZEEWERKEN. Voor dit Jaar nog zes millioen aan gevraagd. De raming over 1929. vermoedelijk met 8V2 procent te verminderen. Het in cultuur bren gen der Wieringermeergronden. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi- spuwing van een viertal weken geleden was een slecht teeken. Een gansch leven lag, naar den mensch gesproken, nog vóór hem. Hij had, zijn gaven en capaci teiten wezen er op, in de maatschappij een vooraanstaande plaats kunnen inne men; hij had voor bet Koninkrijk Gods veel kunnen beteekenen; hij had een vrouw zeer gelukkig kunnen maken, want hij had een ruim, liefhebbend hart. Maar de Heere wilde van dat alles niets. Hij nam straks Zijn kind tot zich. O, waar om was d'at toch, waarom was dat toch? Peinzend staarde Hertha naar buiten. In de frissche slaapkamer van Landdorp zag zij den lijder, dien zij om den anderen dag bezocht, liggen, bleek, met oogen, die glinsterdenHij was één van haar liefste patiënten. Zij achtte hem zeer hoog. Er was bij baar een sterk ontwik keld gevoel van sympathie voor hem. Hertha realiseerde zich dat wel eens: als er diep in haar hart niet liefde voor een ander schuilde, dan zou zij Van Binsbergen kunnen liefhebben, zoo als een reine vrouw een man bemint... Zij liet de pen weer over het papier glijden, zich ontworstelend aan haar gepeins. „Het is een blijk van Gods genade- trouw, dat Hij het dezen patient zoo gemakkelijk maakt Hij denkt an spreekt zoo rustig over den dood, dien hjj, bij Versnelde uitvoering. Zooals de minister van Waterstaat bij de ontwerp-begrooting van het Zuider zeefonds voor 1930 kon mededeel en, laat bet zich aanzien, dat de afsluiting van de Zuiderzee reeds in 1932 tot stand zal kunnen worden gebracht, derhalve veel eerder dan in het najaar van 1928 werd aangenomen. Het gevolg van deze snellere uitvo<ering is, dat nog dit jaar werken tot uitvoering zullen kunnen komen, waarop eerst in 1931 was gerekend. Deze werken zijn een gedeelte dijkvak op het Breezand en een gedeelte dijkvak GaatjeVlieter, waarvoor f 6.085.000 wordt aangevraagd. Deze verhoogde aanvrage beteekent niet een overschrijding van ,de laatste raming integendeel is uit de cijfers van het afgeloopen jaar gebleken, dat deze ver moedelijk met 81/2 procent verminderd zal kunnen worden doch de behoefte aan meer geld voor het loopende jaar als gevolg van de snellere uitvoering. De verkaveling van den Wierin- germeerpolder. Gelden «gorden aangevraagd voor de indienstneming van tijd. personeel: drie landbouwkundige ingenieurs, een persoon belast met de leiding van de admini stratie, twee klerken en een concierge. Voor voortzetting van het onderzoek van den Wieringermeerpolder, het doen van laboratoriumproeven, enz. is door de Commissie-Lovink f 100.000 uitgetrokken. Had en heeft tot dusverre in hoofdzaak de stoute technische conceptie van het geheele plan der Zuiderzeewerken tot de verbeelding der bevolking gesproken, thans dringt zich hoe langer hoe meer op den voorgrond het belang, dat het in cultuur brengen der gronden pn hunne uitgifte, met betgeen daaraan behoort vooraf te gaan en daarmede overigens samenhangt, voor bet welslagen der on derneming heeft. Het wetsontwerp beoogt, met deze materie thans een practisch begin te maken. Deze poging strekt zich niet verder uit dan tot hetgeen thans onmiddellijk vereischt wordt. Voorstellen inzake verdere plannen tot het in cultuur brengen en vervolgens uit geven der gronden zullen aanhangig won den gemaakt, zoodra de Regeering, aan de hand van ontvangen adviezen daar omtrent een beslissing zal hebben geno men. Het thans voorgestelde berust op de ervaringen met het werk der Co-mmissie- Lovink opgedaan. De centra van bewoning. Bij het uitwerken van het plan is mede de ligging der centra van bewoning nader beschouwd. Doelmatig werd geacht, dat deze op onderlinge afstanden van 4 K.M. over den polder verspreid zouden worden. Op bet plan zijn een aantal punten aan gegeven, welke voor het vormen van der gelijke oentra het meest in aanmerking komen. De definitieve vaststelling van de ligging hiervan zal echter eerst kunnen1 worden bepaald, nadat het bewonings- vraagstuk van den polder in samenhang zal kunnen zijn beschouwd met de nog niet verschenen adviezen omtrent de uit gifte van gronden. In cultuurbrenglng Wieringer meergronden. Om met de ontginningswerken een aainr vang te maken wordt voor 1930 aanger vraagd f 1.7 millioen. Aangezien de proefpolder-Andijk nog slechts een jaar bezaaid is kunnen worden, behoeven de hier opgedane ervaringen nog in verschillende opzichten aanvulling en hervestiging, waardoor de huidige opvattingen nog wijzigingen kun nen ondergaan. Aanhoudende en nauw gezette bestudeering van de Andijker on derzoekingen zullen in komende jaren richting geven aan de voor de Wieringer- meer te treffen maatregelen. Nauwe sa menwerking met de Commissie-Lovink blijft dus geboden. Hef ligt, naar de minister meent, ini de rede, dat ook de hierbedoelde werkzaam heden onder leiding van zijn departement worden, uitgevoerd. Omtrent hetgeen in een verder afliggend stadium behoort 'te geschieden, zal in den loop van dit jaar een beslissing worden genomen. wijze van spreken, eiken dag verwacht, Er is niets, dat hem bezwaart, althans voor zoover ik bet kan bespeuren. Hij weet zich geheel in Jezus geborgen en zal een ruimen ingang hebben. God is groot en goedl Het is mij wel eens moeiljjk. te berusten in 's-Heeren wil. Van Binsbergen kon nog zooveel doen voor 's-Heeren zaak! Ik sprak er ver leden week met hem over. Maar hij glim lachte alleen en zeide: „Ik ben zeer dankbaar, want ik heb veel kunnen doen. 'kHeb in'de afgeloopen twaalf jaar veel kinderen van Jezus mogen vertellen. En deze laatste maanden heb ik u in Zeeduin mogen helpen" (hij is zótó Tiescheiden! de werkelijkheid is, dat hij mij niet hielp, maar ik hem; bij had de leiding, die in goede handen was!) „aan een taak, die méér dan heerlijk is. Ik ben er zéér blij om. Als de Heere het wil, zet ik mijn taak voort. En zoo niet, wat Hij doet is goed" Onder zooveel dankbaarheid, kalm te, berusting en eenswillendheid wordt men still Zooals ik zeide, voor de zondagsschool is zijn ziekte een zware tegenslag. En als Van Binsbergen sterft of wegens zwak te niet kan weerkeeren, dan weet ik nog niet, hoe het moet. Maar ach, dominé Misset heeft geljjk, de Heere zal ook dan voorzien Ds M. volgt met groote belangstelling ons eenvoudig werk in Zeeduin. Hij noemt Verhooging der rentevergoeding tot maximum 3 pCt. mogelijk Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van de wet tot instelling eener Rijks postspaarbank. Behoudens aanvulling van enkele leemten en herstel van in de prac- tijk gebleken onjuistheden, wordt o.m. beoogd een verbooging van bet rentegeven d maximum der in lagen. Het rentegevend maximum voor inla gen bedraagt thans 1200. Voor den hui- digen tijd moet dit bedrag te laag wor den geacht, o.m. tengevolge van de waar dedaling van het geld. Eenigermate kan dit blijken uit bet feit, dat ultimo* 1928 niet minder dan 97.357 boekjes in omloop waren met een tegoed van meer dan 1000. Voorgesteld wordt, bet maximum thans op 2500 te brengen. Het instituut der Staatsschuld- boekjes beeft zijn doel gemist; van het Staatsscbuldboekje wordt slechts zelden gebruik gemaakt, nadat het rentegevend maximum op bet spaarbankboekje is be reikt. De Bezuinigingscommissie beeft als baar meening te kennen gegeven, dat bet aanbeveling zou verdienen, de Staats- schuidboekjes te doen vervallen. De Regee ring echter is van meening. dat een maat regel van zóó vergaande strekking niet gewettigd is. Wel acht zij bet wenschelijk, te trachten, de oorspronkelijke bedoeling van den wetgever dichter te benaderen. Te dien einde wordt voorgesteld, dat slechts voor hetgeen boven 2000 op een spaarbankboekje is ingelegd, of voor een gedeelte daarvan, een inschrijving op een Staatsscbuldboekje zal kunnen worden verkregen. Die boekjes zullen dan, naar te verwachten is, meer dan tot dusver slechts als „overlaat" van de spaarbankboekjes dienst doen. Al vaak is er, na de algemeene stijging van den rentestand, tengevolge van den wereldoorlog, op aangedrongen, om ook de rentevergoeding van de Rijkspostspaarbank iets op te voeren. De financieele positie der Bank liet dat echter, juist in de jaren, waarin voor verbooging der rentevergoeding het meest aanleiding bestond, allerminst toe, tengevolge van de toen lage beurswaarde van het effectenbezit. Ultimo 1920 kon de balans slechts sluitend worden gemaakt met een vordering op den Staat van bijna 50 millioen. In de volgende jaren werd de positie gaandeweg minder ongunstig. Voor bet eerst in 1925 kon van een reserve van 21 millioen worden gespro ken en sindsdien kwamen door verder koersberstel van het fondsenbezit de be- drijfsoverscbotten van vele jaren, welke steeds tot versterking van bet inleggers kapitaal waren aangewend, meer en meer tot bun recht. Ultimo 1929 bedroeg de reserve ongeveer 46 millioen, zijnde ruim 13 pet. van bet inleggerskapitaal. Indien de grootte van dit fonds nog ver der blijft stijgen, wordt het billijk geacht, een deel van het jaarlijksche bedrijfsover- scbot aan te wenden tot verhooging van de rentevergoeding voor de inleggers. Daarbij moet evenwel niet uit het oog verloren worden, dat bet in bet algemeen fewenscht is, de rente van de Rijkspost spaarbank aan den lagen kant te houden, teneinde niet teveel bij particuliere instel lingen belegde gelden naar den Staat te doen vloeien. In verband met aard en doel van de Rijkspostspaarbank mag deze niet met particuliere instellingen in con currentie treden, noch al te zeer een be leggingsinstituut voor kleine deposito's worden. Het komt de Regeering dan ook voor, dat de rentevergoeding van de Rijkspost spaarbank in normale omstandigheden niet boven drie pet. moet uitgaan. Zij stelt daarom voor, dit percentage als maximum in de wet vast te leggen en de rente, welke feitelijk wordt vergoed, bij algemeenen maatregel van bestuur te be palen. Zonder dat wetswijziging noodig is, kan dan te gelegener tijd tot een matige renteveihooging worden overge gaan. Wanneer het oogenhlik daarvoor is aangebroken, zal afhangen van het ver loop van den rentestand. het een groot werk, maar zóó groot is het heusch niet. Ik vind, dat wij zoo weinig doen en dat het zoo langzaam gaat. „Niet forceeren, zuster", zegt de dominé dan, „niet forceeren. Het gaat best zoo. Langzaam, maar zeker. Ik houd niet van wonderboomen". Ik geloof, dat dominé gelijk heeft. Het zou ook te vlug kunnen gaan. Bovendien mag ik niet ondankbaar zijn. Want wij werken met veel zegen. Ik zeide daareven reeds, hoeveel ouders belang stelling krijgen voor hoogere dingen. Ds Misset denkt er thans sterk over, tegen den aanstaanden winter een lokaal te openen, waar in ieder geval éénmaal per week en misschien ook des Zondags avonds geëvangeliseerd worden kan. In Landdorp preekt hij 's-morgens en 's-mid- dags en dan zou hij 's-avonds naar hier kunnen komen. In dat lokaal zou voor taan dan ook de zondagsschool gehou den kunnen worden. Ik stel mij er heel wat van voor, omdat er dan voor de ouders geregelde dienst komt. Het is een heel klein begin van een kerk, waar 's-Heeren Woord zuiver zal worden be diend. Als ik er aan denk, dan voel ik, hoe hoogst ondankbaar het is, om te zeggen, dat het zoo langzaam gaat. Ds Misset zegt, dat het integendeel vlug gaat, dat niet moet worden vergeten, boe sinds jaar en dag bet modernisme Zeeduin door- Kamor van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderem. Een optimistisch verslag. Verschenen is het jaarverslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen te Temeuzen. Volgens dit verslag nam de Kamer met leedwezen waar, dat er geen voortgang gemaakt werd met het plan tot het aan leggen eener drinkwaterleiding. Omtrent den algemeenen oconomischen toestand van het gebied der Kamer kan voor het verslagjaar, in afwijking met vorige jaren, de toon optimistischer zijn al is deze niet onvermengd, in verband met de slechte bedrijfsresultaten, welke de landbouw, het bestaansmiddel van de meerderheid der bevolking in het gebied der Kamer, in bet jaar beeft te boeken, niettegenstaande een oogst werd binnen gehaald zoo rijk als nooit te varen het geval was. Bestond er een jaar te voren groote zorg, in verband met bet toenemend aan tal werkloozen in het gebied der Kamer, thans was dit beeld geheel veranderd, en was er eer sprake van een tekort aan werkkrachten. Behalve het bouwen van de groote fabriek te Sluiskil, die zeer veel werkkrachten vorderde, waren daar op ook andere werkzaamheden en om standigheden van invloed, o.m. minder aanbod van werklieden uit het buitenland. Er kwamen tijden van gebrek aan ar beidskrachten. De emigratie naar het bui tenland of naar de industrie-centra kwam daardoor tot stilstand. Er "kwam eer een tegenover gestelde trek, al is bet, dat het bevolkingscijfer in totaal nog iets terug liep. Die vermindering was thans echter niet abnormaal te noemen, het gewone verschijnsel van den trek van bet platte land naar de steden. Het bevolkings-cijfer dat op 31 December 1928 82.428 bedroeg, daalde in 1929 tot 82.297, een verschil van 131, terwijl de daling in 1928 be droeg 453 en in 1927 288. Er zijn gedurende de laatste jaren in de pers enkele beschouwingen versche nen over den teruggang der bevolking van Zeeuwsch-Vlaanderen, waarbij vooral met bezorgdheid de aandacht werd ge- vestigd op het terugloopen der geboorten. Het werd besproken als een verschijnsel, dat zich, na vroeger in andere deeleni van het land reeds te zijn geconstateerd, zich thans ook in Zeeuwsch-Vlaanderen voordoet. Het vraagstuk werd in die ar tikelen beschouwd van de ethische zijde. Te vermoeden is echter, dat de econo mische toestand van het gewest hierop van invloed is. De ongunstige omstandige beden, de werkloosheid, hebben ongetwij feld bet aantal huwelijken gereduceerd, terwijl de uittocht van honderden jonge menschen, die elders een bestaan gingen zoeken, ook van invloed is geweest op een verminderd aantal geboorten. Was de toestand over het jaar 1928 in het algemeen nog zeer ongunstig, de plotselinge werkverruiming in 1929 bracht algemeene welvaart, aangezien werk en verdiensten van de arbeidende klasse ook welvaart beteekent voor den middenstand. De opleving, ook in dien stand, was zeer goed merkbaar. Geen aflaten van Kanaal water. Het Bureau van de Kamer van Koophandel verzoekt ons te berichten, dat de aflating van het kanaal door Walche ren, welke bepaald was van 23 Juli tot 9 Aug. voor onbepaalden tijd is uitgesteld. Bloedvergiftiging. Die heer W. te Middelburg heeft vorige week een puistje aan zijn neus opengekrabd. Hier door is bloedvergiftiging ontstaan en moest de beer W. naar bet gasthuis worden overgebracht, alwaar hij gister nacht is overleden. Nationale vaandelgroet aan H. M. de Koningin. Een depu tatie uit het bestuur van den „Vlissing- schen Oranjebond*' zal zich op Dinsdag 16 Sept. a.s. met het vaandel der vereeni- ging naar 'sGravenhage begeven, ten ein de deel te nemen aan den Nationale» Vaandelgroet, die, naar aanleiding van den 50sten verjaardag der Koningin, al- zuurde hoe het materialisme er volko men zegevierde; hoe men van ouder op kind de kerk alleen van buiten kende. En inderdaad zóó beschouwd (en zoo moeten wij het toch beschouwen) is er reden tot overvloedigen dankl Gods Geest werkt hier krachtig, 'k Heb u meermalen van mijn lammen Kees ver teld. Lichamelijk gaat hij niet achteruit, maar geestelijk is hij met sprongen vooruit gegaan. Hij is omgezet en nu een kind van onzen Heiland, die tot andere kinde ren over Hem spreekt. De ontevreden trek, die zoo menigmaal zijn van lijden getui gend gelaat ontsierde, is geheel verdwe nen. En de omkeering hij zijn moeder is eenvoudig frappant. Natuurlijk gijn haar leelijke karaktertrekken, die haar in het dorp niet geliefd hadden gemaakt, niet geheel verdwenen, maar zij vecht er tegen met succes. En toen zij bij den liberalen boer Von Dalen, op wiens boerderij zij tweemaal per week werken ging, den dienst werd opgezegd, omdat zij in haar huisje eerst Zondagsschool had laten Hou den, nam zij die harde bejegening zeer kalm op, tot mijn niet geringe verbazing. De Heere zal mij wel iets anders geven, zeide zij. Twee weken later was het bij een ander in orde! (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5