LEN DE ZEEUW DE WELFSCHOEN de beste dokter voor Uw voeten. JACQ^PLOÜVIER Van een arm dorp, dat rijk werd A TWEEDE BLAD HET ADRES A. WILKING ersinspan, Wat er deze week voorviel KLIERZIEKTE IQ NK, h rijving IV.) Haver. K. Uit den Goeschen Raad. De Tentoonstelling te Antwerpen. GOES VLISSINGEN FEUILLETON. c lage lelburg jshoek iH 1930 tot an Notaris alwaar dc n, 3ANK- >den ter aotheek soliede vanaf bevra- u dezer te Kapelle us 1930, (N.T.), ten KENENDB ïofstede in ek te ver- geb. 1922, Culture 921, B 9278 (bruinkol 15 X bekr.) geb. 1927, ea (bruin- 8. 13501 (3 ïerrie) geo. r.), Savora 320, B. 0853 inkol mer- 3 X bekr.) geb. 1928, Ultra (vos- V.B. 58719 ilnkol mer- 2 X bekr.) geb. 1930, Robertina 1930, V.B. II (vosbles 33535 (1 X ingst), geb. ik (voskol 337. Ie paarden ingst Abbé VEE ien, waar- het N.R.S., en aan de. Vaarzen, 2 .rige Vaar- ïhreven in rige Stier, ingeschre- arkens, 60 ïenden en IBAPPEN: Brik, Kar ar (Albion ine, Wied- Sacksploe- Aardap- ort, 2 Ket- verse soor- 3 Rolslee- itenmolens olen, Ros, t, Kookfor- Voederbalc- hten, Gee- aten, Zak- lanzeeften, Brs, Uien- genlichter, Wagenzeil, Vorken en. en Draad, T: s, Monster- Reepen en IAP: uimelkarn, ien en het- ;al worden het beesti- 1 uur. 0 contant, e koopers 2 Januari it of borg- uziek. Wel VAN ZATERDAG 26 JULI 1930. No. 250. Een week van storm en regen, van ramp op ramp wordt afgesloten. De Juli-maand, die voor den landbouw van zoo groote beteekenis is, telde tot nu toe slechts weinig regenlooze dagen.. 'tZiet er voor den akkerbouwer niet roos kleurig uit. Naast de hooge tarieven, die het buitenland van onze landbouwproducten heft, waardoor de landbouw zeer moeilijke tijden moet doormaken, komt -nu ook het weer nog menige verwachting teleurstellen. Van verhoogde invoerrechten gesproken, ook daarvan was in de afgeloopen week sprake. Immers Frankrijk volgde het Duitsche voorbeeld en verhoogde niet weinig zijn ta rieven. Wat de\J*vloed daarvan zal zijn op onzen uitvoer, Laat zich gemakkelijk bevroeden. Al die verhoogingen zijn blijkbaar mogelijk in weerwil van den „geest van Genève". Blijde vierde men in het Rijnland feest, ter gelegenheid van het vertrek der vreemde bezetting, toen opeens die vreugde wreed werd verstoord door het diep-tragisch onge luk te Koblenz, waarbij een instorting van een noodbrug ongeveer 40 personen verdron ken. Diepe deernis vervult zeker ons hart met de slachtoffers van deze ramp en hun nabestaanden. Welk een droefheid kwam hier in plaats van de zoo verklaarbare feest vreugde. Ook Italië werd door een vreeselijke cata strophe bezocht. Daar werden enkele 'dui zenden mengchen geheel onverwacht, tenge volge van een geweldige aardbeving, uit dit leven weggenomen, terwijl anderen zwaar ge wond werden en vele duizenden anderen zich in één oogenblik zagen beroofd van hun huis en verdere bezittingen. Na de aardbeving kwa men nog een orkaan, en een overstrooming de ellende vermeerderen. Welk een leed is er deze week alzoo ge leden., Wij gaan aan die ellende dikwijls zoo onaandoenlijk voorbij en in ons leven wordt de indruk van het eene oogenblik weer door dien van het volgende verdrongen. Maar toch mogen deze droeve gebeurtenissen ons bepalen bij den diepen ernst van ons leven en bij de vergankelijkheid daarvan. God heeft ons ook hierin wat te zeggen. Wat de verdere gebeurtenissen betreft, zij herinnerd aan de moeilijkheden, die de En gelsche regeering met Egypte moet doormaken en aan de verzoeningspogingen, die in Britsch- Indië worden ondernomen. Het Engelsche kabinet heeft nog steeds niet den wind in de zeilen. Een geprikkelde stemming. Enkele uitbarstingen De nieuwe belastingregeling. 1000 voor het kinderfeest. De atmosfeer in den Raad was Donder dag zwaar geladen. Een kleine ontla ding had al direct na da opening der zit ting plaats. De heer Van Bommel v. Vlo ten had n.l. in de notulen gelezen, maar destijds niet gehoord, dat de burgemeester hem in een vorige vergadering verweten had, dat hij door particuliere werkzaam heden zijn Raadslidmaatschap niet be hoorlijk kan waarnemen. Als de burge meester weer present is Z.Ed. Acht bare was nu met vacantie afwezig, zoodat wethouder Van Melle op zijn bekende gemoedelijke, bijna vaderlijke wijze de vergadering presideerde zal Ipj hem daarover eens interpelleeren, zoo kon digde hij alvast aan. 1 Een hevige bui brak los, toen mede gedeeld werd, dat de heer Crucq ontslag nam als lid der salaris-commissie. Ge lijk wij in 1927 reeds opmerkten, toen de Vrijheidsbonders weigerden in de Raads commissies zitting te nemen, moet het terwille van orde en regel im de werk zaamheden hooge uitzondering blijven. is een vorm van tuberculose. Ver waarloost deze kwaal dus niet. Leest wat Dr. J. H. VAN GRAFHORST, arts, schrijft in zijn brochure„Wen ken en raadgevingen bij de behande ling van tuberculose en scrofulose" over de gunstige resultaten verkregen met granullne. Deze brochure, die o.a. talrijke attesten bevat van ge- neesheeren en genezen paiiënten, wordt U op aanvrage, in gesloten enveloppe gratis toegezonden door de Pharm. Ond. Dr. J. H. VAN GRAF HORST, Scheveningen, Alkmaarsche- straat D 9. dat een Raadslid uit een Raadscommis sie treedt of daarvan geen lid wil worden. De ontstemming gold ditmaal echter meer de wijze, waarop dhr Grucq den aftocht blies. Hij kon het niet goedvinden, dat de salariscommissie een onderzoek instelde naar de loonen in particulieren dienst. Verscheidene Raadsleden gaven niet onduidelijk te kennen, dat dit een gelegenheidsmotief was. Een hunner liet doorschemeren, dat dhr Crucq terwille van de socialistische verkiezingspropagan da niet meer met deze commissie te doen wil Rebben. Dhr Van Bommel van Vloten las uit de notulen voor, dat destijds, toen tot de Instelling der commissie is beslo ten wel degelijk is gesproken van verge lijking der loonen in gemeentedienst met die in particuliere bedrijven. Dhr Crucq ontkende dit niet, maar trachtte zich uit zijn onaangename positie te redden door de uiterst-formeele opmerking, dat er in de opdracht aan de commissie geen melding van is gemaakt (wat wel nooit zal voorkomen, daar het nu eenmaal geen gewoonte is, dat men een commis sie voorschrijft, hoe zij wel en niet mag handelen) en door zich geweldig boos te maken op den heer Van Vloten. De Raad toonde zich verder niet weinig ontstemd over het voornemen van dhr Crucq, om gebruik te maken van hetgeen hem als lid der commissie ter kennis was gekomen. Hem werd er op gewezen, dat hij evenals al de andere leden, den plicht van geheimhouding op zich had genomen. Alweer poogde dhr Crucq zich er onder uit te werken, door op te merken, dat dit niet gold de discussies, maar dit werd door andere leden der commissie ont kend. In zijn boosheid het leek wel of hij zijn buurman, den heer Van Vloten wil de aanvliegen beschuldigde hij dezen, dat hij zelf gebruik had gemaakt van de gegevens "der commissie. De beschul digde ontkende dit en de voorzitter maakte al gauw een eind aan deze on aangename discussie, die hij vergeefs had getracht te sussen. Een derde ontlading kregen we te hoo- ren, toen de heer Van Poelgeest op boo- zen toon zich beklaagde over de late toezending van een belangrijk voorstel aan de Raadsleden, dat al weken van te voren ter kennis van de financieele commissie was gebracht. De secretaris merkte ter verontschuldiging op, dat bijna nergens de Raadsleden de voor stellen eerder krijgen dan hier, waarop dhr Van Poelgeest weer antwoordde, dat hij dan best kon begrijpen, dat in zoo vele Gemeenteraden voorstellen werden aangehouden. Inderdaad had dhr Van Poelgeest gelijk, dat voor een zoo be langrijk voorstel als de nieuwe belasting regeling de Raadsleden wel een langeren studietijd mogen hebben dan een paar dagen. Deze belastingregeling was wel 'het voornaamste, dat de Raad te behandelen had. B. en W. hadden deze ingewikkelde kwestie bijzonder duidelijk en overzichte lijk den Raadsleden voorgelegd, zoodatde discussies ten zeerste vergemakkelijkt werden. Dat B. en W. voorstelden Goes in de eerste klasse der fondsbelasting te bren gen, zal zeker wel door ben, die een klein inkomen hebben, toegejuicht worden. De kleine inkomens worden daardoor niet weinig ontlast. Wij teekenen hierbij aan, dat Middelburg ook de eerste klas koos, maar Vlissingen en Neuzen de tweede, terwijl B. en W. van Zierikzee zelfs de derde voorstellen. Tot heden liet de regeling der inkom stenbelasting te Goes wel wat te wenschen over. De aftrok voor noodzakelijk levens onderhoud en de kinderaftrek waren in derdaad aan den lagen kant. Maar daar in komt nu een verandering ten goede, vooral ook, omdat de rijksregeling van den 'kindei aftrek veel beter is dan de vroe gere gemeentelijke. Moge de tijd nog eens aanbreken, dat de in wezen onbillijke per- soneele belasting tot zoo klein mogelijke proporties kan worden teruggebracht. Maar er moet voor de toekomst ook nog wat te doen overblijven! Dit werd ook den sociaal-democraten geantwoord, toen deze nu reeds de op centen op de fondsbelasting progressief wil den maken. Het is beter de ontworpen regeling, die zeker evenals in vrijwel alle gemeenten, aan den voorzichtigen kant zal zijn, nu eens even te laten werken. Misschien wijst de .praktijk straks zelf wel aan, dat hier en daar correcties noodig z^jn. i Er waren echter Teden, die het idee der progressieve opcenten zoo buitenge- woon vreeand vonden. Dhr Crucq had wel gelijk, dat hier voor verwondering geen reden was. De wet heeft deze progressie nu eenmaal mogelijk gemaakt, hoewel daarvan, althans in Zeeland, vrijwel nog geen jebruik wcrdt gemaakt. De Oranje-vereeniging heeft haar 1000 gld subsidie voor het Kinderfeest in Sep tember a.s. gekregen. De 'S. D. A. P.'ers voelden voor deze subsidie begrijpelij kerwijs beelemaal niets en konden nfet nalaten nog eenige hatelijkheden over de feestviering, die met het voorstel niets te maken hadden, ten. beste te geven. De Vrijheidsbond oordeelde f500 sub sidie voldoende, omdat in 1923 f 750 voor eenzelfde doel was gegeven en we nu in een tijid van crisis leven. De rechtscbej meerderheid vond dit argument blijkbaar niet klemmend en stemde voor de 1000 gulden. Het kinderfeest kan dus doorgaan (Van een particulieren briefschrijver.) Twee wereldtentoonstellingen even over onze grens. Is het wonder, dat deze evenementen niet zonder meer aan ons volksleven voorbij gaan? Het ligt voor de band, dat vooral die te Antwerpen ook de volle belangstelling van ons gewest beeft. Wij behooren nu eenmaal tot de goede Nederlanders, die weliswaar in „Holland" het hart van ons volk weten, doch die anderzijds weer meer in de gelegenheid zijn om mee te leven met onze Vlaamsche naburen dan de Noorderlingen. Naar Antwerpen"tis maar een snapje. En zoo is er riiets vreemds in gelegen, dat menige Zeeuw de grens overgaat om te zien, wat de roemruchte Antwerpsche wereldtentoonstelling voor schoons en belangwekkends biedt. Die roem is haar vooruitgegaan en d,e schoonste verwachtingen bleken niet on gegrond. Misschien zal een vergelijking met wat vroegere exposities boden op 'n enkel punt een aanmerking uitlokken, dochandere tijden andere gebrui ken en nooit mag vergeten worden, dat de verwoestende gevolgen van den we- reldkrijg niet maar zoo op eens zijn uitgewischt. Voor wie geen eigen Buick of Chevrolet heeft en een autobus voor het geheele traject niet prefereert, is misschien de geschiktste reisgelegenheid: per ochtend sneltrein naar Bergen op Zoom en dan per bus over Putte naar de Scheldestad, waar ge dan vlak bij de Middenstatie aan komt. Lijn 2 of lijn '24 brengt u in weinige minuten tot voor den monumentalen ingang van de Wereldtentoonstelling, juist tus- schen twee punten, waar eertijds een paar forten over de stad waakten. Het terrein beslaat maar even een op pervlakte van 60 H.A. en is door de stad Antwerpen belangeloos voor dit doel ter beschikking gesteld, met de noodige rio- voor Manufseturen. Dames- en Klnderconfectle Tapijten - Gordijnen Bedden Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST leerlingen en leidingen en o.a. met de twee monumentale bruggen over de ves tinggrachten voor liet Engelsche pavil joen. Na de expositie wordt het terrein me.t den stratenaanleg benut voor de uit breiding van dit aristocratische stadsge deelte. Het geboomte behoorde vroeger tot een particulier buiten en draagt niet weini'g bij tot het keurig aanzien van de tijdelijke paviljoenstad. 't Lijkt wel een sprookjesstad met al die kolossale witte paleizen, het een al imposanter dan het andere. Mij dunkt, in hellen zonnebrand moet men wel den in druk hebben, in een Oostersche stad verdwaald te zijn, al wijst de verschei denheid in bouwtrant weer niet op een architectonische eenheid. Hoe jammer, dat de fiksche regenbuien op den dag, dat ik er rondwandelde, mij elke zoodanige illusie ontnamen. Maar dan maakt ge van 'den nood een deugd en zoekt ge schuilplaats in een van de mooie hallen, waar tenslotte het meest bezienswaardige is ondergebracht. Tot de dagjesmenschen zou ik met grooten nadruk willen zeggen: Tracht toeih. vooral niet alles te zien, want al loopt ge u de „baleinen" op de voeten, ge zult weldra ervaren dat het onbegon nen werk is te trachten van alles, eeD eengiszins volledigen indruk mee te ne men. Dus moogt ge ook van uw briefschrij ver niet verwachten een beschrijving te ontvangen, die ook maar in eenig opzicht volledig is. Welk een breed terrein vjprdfc niet be streken I Scheepvaart in den ruimsten zin (scheepsbouw en havenwerken incluis); koloniën; autovervoer en luchtverkeer, welk een w'ijde perspectieven. Dan land en tuinbouw en tenslotte echt Antwerp sche gedachte een geheel aparte ten toonstelling van de roemrijke 'Oud-Vlaam- sche kunst. Ligt het niet voor de hand, dat ge bij een ééndaagsch bezoek moet schiften en nog eens schiften? En dan nog krijgt men van het goede te veel. Alleen al in de Belgische aideelingen zou men dagen kun nen doorbrengen; verscheidene vreemde paviljoenen eischen van den aandachtigen toeschouwer élk wel een goeden hal ven dag. Neem b.v. het Italiaansche paleis, dat wel grooten indruk op ons maakte. De galeiën van Venetië en Genua her inneren aan de eerste aanraking tusschen Italië en België, eeuwen geleden. Een breede trap in marmer van Car rara trekt al aanstonds de aandacht en ook elders wordt het oog getroffen door het schitterende marmer, dat in dit schoo- ne land te vinden is. Alleen al de be schrijving van de verschillende salons zou ieen paar kolom in „Die Zeeuw" vra gen. In de z.g. eerezaal vindt men als eenige ornamentsversiering de borstbeelden van den koning van Italië en van den groot sten aller fascisten Mussolini, henevens de standaarden der voorname Italiaansche kunststeden. Ook als ge aandacht gaat schenken aan de voortbrengselen van dit oude rijk der Romeinen, komt ge oogen te kort: olie, wijn, rijst, vermicelli, zijde, wol, katoen, enz. enz. De zeevaart is niet vergeten in dit bijkans van alle zijden door grootsche zeeën omspoelde land. Kostbare stukken zjjn overgebracht uit musea en zeevaart- arsenalen. De automobielnijverheid en de luchtvaartnijverheid zijn door de modern- wrrvgTcrr'; •'r.rïrr*" r rzcora Er zullen wel heel wat „ontwikkelde" Nederlanders zijn, die op de vraag waar het dorp Witmarsum ligt, het antwoord schuldig moeten blijven. Des te merkwaardiger, dat de Rus sische vluchtelingen, die eenigen tijd ge leden naar Amerika emigreerden, aan dit dorp hebben gedacht, toen rij hunne ne derzetting in de oerwouden van Brazilië een naam moesten geven. Allicht zullen hun daarbij1 allerlei na men van plaatsen uit de vruchtbare Oe kraïne voor den geest hebben ge staan. Namen, die herinneringen oprie pen aan voorspoed en welvaart, vrede en geluk. Maar hunne gedachten gingen verder terug naar hun geestelijken voorvader Menno Simonsz, die te Witmarsum de vrije ieere predikte. Er zit iets moois in, dat deze van huis en hof beroofde vluchtelingen bij hun komst in de nieuwe wereld in de eerste plaats hebben gedacht aan geestelijke dingen. En ook. dat daar in liet verre Bra zilië, evenals dat vroeger in andere stre ken gebeurde, de herinnering aan ons land blijft voortleven. Merkwaardig. Terwijl in ons land velen aan den Witmarsumschen diervormer niet de minste heugenis hebben, zijn 'tdaar in het Braziliaansche oerwoud de eenvou dige boeren van Duitsöh-Nederlandsche afkomst, die zijn naam in dankbare her innering doen voortleven. OPMERKER. ste exemplaren vertegenwoordigd en danwat is er op kunstgebied veel schoons te aanschouwen. Het was in een der Italiaansche afdee- lingen, dat wij een Walchersch gezel schap ontmoetten. Dat zijn van die cos- mopolitische ervaringen op een. wereld- expositie. Ook onze provincialen blijven niet meer op hun Zeeuwsche dorpje, in de schuur of op den akker, maar de geriefelijkheden van het moderne ver keer werken er toe mede, dat ook zij gaan zien „wat er alzoo in ae wereld te koop is". En er is zooveel te koopl Niet alleen Walcheren was flink ver tegenwoordigd, herhaaldelijk trokken ook Zuid-Bevelandsche hoeden en mutsen de aandacht, zoodat wij ons soms waanden op een Zeeuwschen hoogdag. Ik geloof niet, dat er van de Noord- Nederlanders velen zullen zijn, die de Nederlandsche afd.eeling zullen overslaan, Nederland mag er inderdaad wezen. Dezer dagen heeft nog een bevoegde schrijver gewezen op de groote betee kenis van ons landje. Dat kleine, van nature van bijna alle grondstoffen ver stoken Nederland, met zijn op zee en rivieren veroverden bodem, met zijn rijke overzeesche gewesten aan de andere zij de vjn het wereldrond, met zijn land bouw en industrie, die artikelen van hooge kwaliteit leveren, zou wat de doel matigheid der organisatie aangaat, nog grooter wonder te zien geven dam het machtige wonderland dat Amerika heet. Hoe het zij, het streelt den Nederland- schen trots te mogen zien, da.t wij zoo voornaam vertegenwoordigd zjjn op die tentoonstelling. Het moderne, imponee- rende paviljoen geeft een waarlijk grootsch beeld van wat ons land onder Gods zegen mocht bereiken. Men leert de dingen echt groot zien en dat draagt, mij dunkt, bij tot een. gevoel van op rechte dankbaarheid voor het groote voorrecht ook als natie iets te mogen zijn in het bestaan der gansche menscbheid. Natuurlijk wordt dat gevoel ook sterk, als men de afdeeling Ned. Koloniën be zoekt en een aanschouwelijk beeld krijgt van ons werk daar in de overzeesche ge westen. Overal weer voorbeelden te over van de dingen, waarin ons kleine landje expresselijk een dubbele verkleining groot mag zijn. 1 Denk slechts ,aan onze scheepvaart, aan allerwegen de .gandacht trekkende Zuider- door H. Kingmans. 44) o HOOFDSTUK XIII. V ij andschap en vriendschap. Zeeduin, 15 Maart. „Mijn .allerbeste vrienden, Om maar onmiddellijk te zeggen, waar op het staat: ik heb mij voorgenomen, een lang epistel te schrijven en weer eens uitvoerig „verantwoording" te doen van mijn leven en u te vertellen van mijn er varingen. Maar dan moet de brief heel wat langer worden dan de gewone brie ven, die zoo maandelijks naar Rotter dam gaan. Weet ge nog wel, dat jk vaak gelachen heb, als we eens spraken over het aan leggen en bijhouden van een dagboek? Ik vond het altijd flauw en bakvischjes- achtig. Een mensch kan van meening ver anderen! Want thans betreur ik het zeer er niet mede begonnen te zijn, bijvoor beeld, toen ik naar Zeeduin ging. Het is mij nu gebleken, dat er steeds wel iets te vermelden valt, maar zeker, wanneer Uien dingen en gebeurtenissen mede- maakt. als ik hier. Gelukkig, dat ik, al kan ik dan mijn ervaringen niet aan een dagboek toe vertrouwen, omdat ik er geen bezit, ge regeld naar ulieden kan schrijven, daar ik weel, dat ge met mij meeleeft en mijn geschrijf gaarne voor lief neemt ik dank God allen dag, dat Hij mij u gegeven heeft. Want al heb ik ook hier mijn vrienden en al bevalt het mij hier nog steeds uitstekend, er zouden toch moeilijkheden kunnen komen, waarbij de raad van speciale vrien den (die méér ouders dan vrienden zijn) zéér welkom, zoo niet noodzakelijk, zou wezen". f Hertha, begonnen aan een grooten brief aan de Van Laansma's. in Rotterdam, hield even op en staarde naar buiten, waar langzamerhand de winterboei ver broken werd, al was alles nog kaal en troosteloos. Zou het inderdaad niet kunnen, dat er moeilijkheden kwamen? Het gebeurde van de vorige week had haar .meer geschokt dan zij wel wilde weten. En steeds bleef de moeilijkheid met dokter Van Stralen, dien zij ont weken had, hoewel zij hem liefhad. Zeker, zij was er nog niet. En het was heerlijk, dat zij aan de Rotterdam- sche vrienden alles kon vertellen, wan neer zij althans alles wilde meedeelen. Daarvan was Hertha nog niet zeker. „Van mijn eigenlijk werk", dus ver volgde zij haar brief, „heb ik geen bij zonderheden te schrijven. Ik zou een ge trouwe oopie kunnen geven van het ver slag, dat ik aan het bestuur van het „Groene Kruis" heb uitgebracht, maar het is wat droog. De cijfers over het aantal afgelegde bezoeken zeggen wel iets, maar zij kunnen toch niet vertel len, hoe het op die bezoeken toegaat. Laat mij dan hier alvast mogen zeg gen (straks komen er ook minder aange name ervaringen 1) dat ik over bet alge meen zeer veel vriendschap ondervind. Heel vaak kan ik bespeuren, dat ik met vreugde in de huizen ontvangen word. Dat is heerlijk, want het doet het zware werk der verpleging met opgewektheid verrichten. Veel heerlijker is het evenwel, dat er zoovelen zijn, die iets anders willen hooren dan een .los praatje over het weer, over dorpsnieuwtjes en over alle mogelijke kwalen. Ik kom thans in zes gezinnen, waaruit er kinderen op de zondagsschool gaan. Het daar gestrooide zaad draagt vrucht! IDe kinderen vertellen er thuis van en de ouders en moeders (vooral de moe ders I) luisteren er naar met het gevolg, dat zij er méér van willen weten. En zoo is het gekomen, dat men mij in vier gezinnen om een Bijbel heeft ge vraagd, die natuurlijk bezorgd werd. En als ik dan eens aanloop, dan wor den mij honderd en één dingen gevraagd. Het is geen nieuwsgierig vragen! Uit alles blijkt, dat het hart geraakt is; dat men zijn zondigen staat bewust wordt; dat men zoekt naar 'den Verlosser van zondaren. O, er is op dit dorp zulk een honger! En dan te bedenken, dat er een predikant is, die veel gaven heeft ontvangen; die gemakkelijk spreekt; in wien een radenaar zit ('kheb hem eenige weken geleden voor het eerst hooren preeken)een predikant, die voor dit dorp alles kon zijn. maar die .zijn roeping verwaarloost; die zich heeft overgegeven aan het mo dernisme; die onzen heerlijken Bijbel aan flarden scheurt en den menschen alleen van een deugdzaam leven spreekt. Welk een zware, verantwoordelijkheid draagt deze man! En hoe zwaar zal de ver antwoording zijn, die hij eenmaal moet afleggen I Met de zondagsschool gaat het aardig naar weusch. Het vermoeden, dat zij n& het Kerstfeest zou verloopen, is niet al leen in geen enkel opzicht bewaarheid, maar is volkomen gelogenstraft door het feit, dat er nog méér leerlingen bijge komen zijn. Er zijn thans twee klassen gevormd, omdat de leeftijden te veel uit elkaar loopen. Ons „schoollokaal", dat zeer goed voldoet, heeft juffrouw Saaman, die onzen arbeid met groote belangstel ling volgt en steunt, wat laten vermaken, zoodat wij thans twee, behoorlijk van elkaar gescheiden gedeelten hebben. Voor- loopig kunnen wij het met haar „schuur tje" nog wel doen. Het is mogelijk, dat er tegen den volgenden winter een groote verandering komt. .Maar daarover straks nader. Er is één groote tegenslag: mijnheer Van Binsbergen is sedert eenige weken ziek. Zijn werk is zeer bereidwillig over genomen door een jongeren onderwijzer van Landdorp, maar deze is, ondanks zijn ongetwijfeld goeden wil en ijver, niet zoo bekwaam en geschikt als Van Bins bergen, die het geheim verstaat in te leven in de ziel van het kind. Ik geloof, dat dit komt. omdat hij zelf een groot kind is. Kind in het .verkeerd doen. Kind, met zijn gevoelig hart. Kind in zijn goed denken van de menschen. Boven alles: kind van onzen God. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 7