LEN
DE ZEEUW
DE WELFSCHOEN de beste dokter voor Uw voeten. JACQ^PLOÜVIER
Van een arm dorp, dat rijk werd
A
TWEEDE BLAD
HET ADRES
A. WILKING
ersinspan,
Wat er deze week voorviel
KLIERZIEKTE
IQ
NK,
h rijving
IV.) Haver.
K.
Uit den Goeschen Raad.
De Tentoonstelling te Antwerpen.
GOES
VLISSINGEN
FEUILLETON.
c lage
lelburg
jshoek
iH 1930 tot
an Notaris
alwaar dc
n,
3ANK-
>den ter
aotheek
soliede
vanaf
bevra-
u dezer
te Kapelle
us 1930,
(N.T.), ten
KENENDB
ïofstede in
ek te ver-
geb. 1922,
Culture
921, B 9278
(bruinkol
15 X bekr.)
geb. 1927,
ea (bruin-
8. 13501 (3
ïerrie) geo.
r.), Savora
320, B. 0853
inkol mer-
3 X bekr.)
geb. 1928,
Ultra (vos-
V.B. 58719
ilnkol mer-
2 X bekr.)
geb. 1930,
Robertina
1930, V.B.
II (vosbles
33535 (1 X
ingst), geb.
ik (voskol
337.
Ie paarden
ingst Abbé
VEE
ien, waar-
het N.R.S.,
en aan de.
Vaarzen, 2
.rige Vaar-
ïhreven in
rige Stier,
ingeschre-
arkens, 60
ïenden en
IBAPPEN:
Brik, Kar
ar (Albion
ine, Wied-
Sacksploe-
Aardap-
ort, 2 Ket-
verse soor-
3 Rolslee-
itenmolens
olen, Ros,
t, Kookfor-
Voederbalc-
hten, Gee-
aten, Zak-
lanzeeften,
Brs, Uien-
genlichter,
Wagenzeil,
Vorken en.
en Draad,
T:
s, Monster-
Reepen en
IAP:
uimelkarn,
ien en het-
;al worden
het beesti-
1 uur.
0 contant,
e koopers
2 Januari
it of borg-
uziek. Wel
VAN
ZATERDAG 26 JULI 1930. No. 250.
Een week van storm en regen, van ramp
op ramp wordt afgesloten.
De Juli-maand, die voor den landbouw van
zoo groote beteekenis is, telde tot nu toe
slechts weinig regenlooze dagen..
'tZiet er voor den akkerbouwer niet roos
kleurig uit. Naast de hooge tarieven, die
het buitenland van onze landbouwproducten
heft, waardoor de landbouw zeer moeilijke
tijden moet doormaken, komt -nu ook het
weer nog menige verwachting teleurstellen.
Van verhoogde invoerrechten gesproken,
ook daarvan was in de afgeloopen week
sprake. Immers Frankrijk volgde het Duitsche
voorbeeld en verhoogde niet weinig zijn ta
rieven. Wat de\J*vloed daarvan zal zijn op
onzen uitvoer, Laat zich gemakkelijk bevroeden.
Al die verhoogingen zijn blijkbaar mogelijk
in weerwil van den „geest van Genève".
Blijde vierde men in het Rijnland feest,
ter gelegenheid van het vertrek der vreemde
bezetting, toen opeens die vreugde wreed
werd verstoord door het diep-tragisch onge
luk te Koblenz, waarbij een instorting van
een noodbrug ongeveer 40 personen verdron
ken. Diepe deernis vervult zeker ons hart
met de slachtoffers van deze ramp en hun
nabestaanden. Welk een droefheid kwam
hier in plaats van de zoo verklaarbare feest
vreugde.
Ook Italië werd door een vreeselijke cata
strophe bezocht. Daar werden enkele 'dui
zenden mengchen geheel onverwacht, tenge
volge van een geweldige aardbeving, uit dit
leven weggenomen, terwijl anderen zwaar ge
wond werden en vele duizenden anderen zich
in één oogenblik zagen beroofd van hun huis
en verdere bezittingen. Na de aardbeving kwa
men nog een orkaan, en een overstrooming
de ellende vermeerderen.
Welk een leed is er deze week alzoo ge
leden., Wij gaan aan die ellende dikwijls
zoo onaandoenlijk voorbij en in ons leven
wordt de indruk van het eene oogenblik weer
door dien van het volgende verdrongen.
Maar toch mogen deze droeve gebeurtenissen
ons bepalen bij den diepen ernst van ons
leven en bij de vergankelijkheid daarvan.
God heeft ons ook hierin wat te zeggen.
Wat de verdere gebeurtenissen betreft, zij
herinnerd aan de moeilijkheden, die de En
gelsche regeering met Egypte moet doormaken
en aan de verzoeningspogingen, die in Britsch-
Indië worden ondernomen.
Het Engelsche kabinet heeft nog steeds niet
den wind in de zeilen.
Een geprikkelde stemming.
Enkele uitbarstingen De
nieuwe belastingregeling. 1000
voor het kinderfeest.
De atmosfeer in den Raad was Donder
dag zwaar geladen. Een kleine ontla
ding had al direct na da opening der zit
ting plaats. De heer Van Bommel v. Vlo
ten had n.l. in de notulen gelezen, maar
destijds niet gehoord, dat de burgemeester
hem in een vorige vergadering verweten
had, dat hij door particuliere werkzaam
heden zijn Raadslidmaatschap niet be
hoorlijk kan waarnemen. Als de burge
meester weer present is Z.Ed. Acht
bare was nu met vacantie afwezig, zoodat
wethouder Van Melle op zijn bekende
gemoedelijke, bijna vaderlijke wijze de
vergadering presideerde zal Ipj hem
daarover eens interpelleeren, zoo kon
digde hij alvast aan. 1
Een hevige bui brak los, toen mede
gedeeld werd, dat de heer Crucq ontslag
nam als lid der salaris-commissie. Ge
lijk wij in 1927 reeds opmerkten, toen de
Vrijheidsbonders weigerden in de Raads
commissies zitting te nemen, moet het
terwille van orde en regel im de werk
zaamheden hooge uitzondering blijven.
is een vorm van tuberculose. Ver
waarloost deze kwaal dus niet. Leest
wat Dr. J. H. VAN GRAFHORST,
arts, schrijft in zijn brochure„Wen
ken en raadgevingen bij de behande
ling van tuberculose en scrofulose"
over de gunstige resultaten verkregen
met granullne. Deze brochure, die
o.a. talrijke attesten bevat van ge-
neesheeren en genezen paiiënten,
wordt U op aanvrage, in gesloten
enveloppe gratis toegezonden door
de Pharm. Ond. Dr. J. H. VAN GRAF
HORST, Scheveningen, Alkmaarsche-
straat D 9.
dat een Raadslid uit een Raadscommis
sie treedt of daarvan geen lid wil worden.
De ontstemming gold ditmaal echter
meer de wijze, waarop dhr Grucq den
aftocht blies. Hij kon het niet goedvinden,
dat de salariscommissie een onderzoek
instelde naar de loonen in particulieren
dienst. Verscheidene Raadsleden gaven
niet onduidelijk te kennen, dat dit een
gelegenheidsmotief was. Een hunner liet
doorschemeren, dat dhr Crucq terwille
van de socialistische verkiezingspropagan
da niet meer met deze commissie te doen
wil Rebben. Dhr Van Bommel van Vloten
las uit de notulen voor, dat destijds, toen
tot de Instelling der commissie is beslo
ten wel degelijk is gesproken van verge
lijking der loonen in gemeentedienst met
die in particuliere bedrijven. Dhr Crucq
ontkende dit niet, maar trachtte zich
uit zijn onaangename positie te redden
door de uiterst-formeele opmerking, dat
er in de opdracht aan de commissie geen
melding van is gemaakt (wat wel nooit
zal voorkomen, daar het nu eenmaal
geen gewoonte is, dat men een commis
sie voorschrijft, hoe zij wel en niet mag
handelen) en door zich geweldig boos
te maken op den heer Van Vloten.
De Raad toonde zich verder niet weinig
ontstemd over het voornemen van dhr
Crucq, om gebruik te maken van hetgeen
hem als lid der commissie ter kennis was
gekomen. Hem werd er op gewezen, dat
hij evenals al de andere leden, den plicht
van geheimhouding op zich had genomen.
Alweer poogde dhr Crucq zich er onder
uit te werken, door op te merken, dat dit
niet gold de discussies, maar dit werd
door andere leden der commissie ont
kend.
In zijn boosheid het leek wel of hij
zijn buurman, den heer Van Vloten wil
de aanvliegen beschuldigde hij dezen,
dat hij zelf gebruik had gemaakt van
de gegevens "der commissie. De beschul
digde ontkende dit en de voorzitter
maakte al gauw een eind aan deze on
aangename discussie, die hij vergeefs had
getracht te sussen.
Een derde ontlading kregen we te hoo-
ren, toen de heer Van Poelgeest op boo-
zen toon zich beklaagde over de late
toezending van een belangrijk voorstel
aan de Raadsleden, dat al weken van
te voren ter kennis van de financieele
commissie was gebracht. De secretaris
merkte ter verontschuldiging op, dat
bijna nergens de Raadsleden de voor
stellen eerder krijgen dan hier, waarop
dhr Van Poelgeest weer antwoordde, dat
hij dan best kon begrijpen, dat in zoo
vele Gemeenteraden voorstellen werden
aangehouden. Inderdaad had dhr Van
Poelgeest gelijk, dat voor een zoo be
langrijk voorstel als de nieuwe belasting
regeling de Raadsleden wel een langeren
studietijd mogen hebben dan een paar
dagen.
Deze belastingregeling was wel 'het
voornaamste, dat de Raad te behandelen
had. B. en W. hadden deze ingewikkelde
kwestie bijzonder duidelijk en overzichte
lijk den Raadsleden voorgelegd, zoodatde
discussies ten zeerste vergemakkelijkt
werden.
Dat B. en W. voorstelden Goes in de
eerste klasse der fondsbelasting te bren
gen, zal zeker wel door ben, die een klein
inkomen hebben, toegejuicht worden. De
kleine inkomens worden daardoor niet
weinig ontlast. Wij teekenen hierbij aan,
dat Middelburg ook de eerste klas koos,
maar Vlissingen en Neuzen de tweede,
terwijl B. en W. van Zierikzee zelfs de
derde voorstellen.
Tot heden liet de regeling der inkom
stenbelasting te Goes wel wat te wenschen
over. De aftrok voor noodzakelijk levens
onderhoud en de kinderaftrek waren in
derdaad aan den lagen kant. Maar daar
in komt nu een verandering ten goede,
vooral ook, omdat de rijksregeling van
den 'kindei aftrek veel beter is dan de vroe
gere gemeentelijke. Moge de tijd nog eens
aanbreken, dat de in wezen onbillijke per-
soneele belasting tot zoo klein mogelijke
proporties kan worden teruggebracht.
Maar er moet voor de toekomst ook nog
wat te doen overblijven!
Dit werd ook den sociaal-democraten
geantwoord, toen deze nu reeds de op
centen op de fondsbelasting progressief wil
den maken. Het is beter de ontworpen
regeling, die zeker evenals in vrijwel alle
gemeenten, aan den voorzichtigen kant
zal zijn, nu eens even te laten werken.
Misschien wijst de .praktijk straks zelf
wel aan, dat hier en daar correcties
noodig z^jn. i
Er waren echter Teden, die het idee
der progressieve opcenten zoo buitenge-
woon vreeand vonden. Dhr Crucq had wel
gelijk, dat hier voor verwondering geen
reden was. De wet heeft deze progressie
nu eenmaal mogelijk gemaakt, hoewel
daarvan, althans in Zeeland, vrijwel nog
geen jebruik wcrdt gemaakt.
De Oranje-vereeniging heeft haar 1000
gld subsidie voor het Kinderfeest in Sep
tember a.s. gekregen. De 'S. D. A. P.'ers
voelden voor deze subsidie begrijpelij
kerwijs beelemaal niets en konden nfet
nalaten nog eenige hatelijkheden over de
feestviering, die met het voorstel niets
te maken hadden, ten. beste te geven.
De Vrijheidsbond oordeelde f500 sub
sidie voldoende, omdat in 1923 f 750 voor
eenzelfde doel was gegeven en we nu
in een tijid van crisis leven. De rechtscbej
meerderheid vond dit argument blijkbaar
niet klemmend en stemde voor de 1000
gulden. Het kinderfeest kan dus doorgaan
(Van een particulieren briefschrijver.)
Twee wereldtentoonstellingen even over
onze grens.
Is het wonder, dat deze evenementen
niet zonder meer aan ons volksleven
voorbij gaan?
Het ligt voor de band, dat vooral die
te Antwerpen ook de volle belangstelling
van ons gewest beeft. Wij behooren nu
eenmaal tot de goede Nederlanders, die
weliswaar in „Holland" het hart van
ons volk weten, doch die anderzijds weer
meer in de gelegenheid zijn om mee te
leven met onze Vlaamsche naburen dan
de Noorderlingen.
Naar Antwerpen"tis maar een
snapje. En zoo is er riiets vreemds in
gelegen, dat menige Zeeuw de grens
overgaat om te zien, wat de roemruchte
Antwerpsche wereldtentoonstelling voor
schoons en belangwekkends biedt.
Die roem is haar vooruitgegaan en d,e
schoonste verwachtingen bleken niet on
gegrond. Misschien zal een vergelijking
met wat vroegere exposities boden op
'n enkel punt een aanmerking uitlokken,
dochandere tijden andere gebrui
ken en nooit mag vergeten worden, dat
de verwoestende gevolgen van den we-
reldkrijg niet maar zoo op eens zijn
uitgewischt.
Voor wie geen eigen Buick of Chevrolet
heeft en een autobus voor het geheele
traject niet prefereert, is misschien de
geschiktste reisgelegenheid: per ochtend
sneltrein naar Bergen op Zoom en dan
per bus over Putte naar de Scheldestad,
waar ge dan vlak bij de Middenstatie aan
komt. Lijn 2 of lijn '24 brengt u in weinige
minuten tot voor den monumentalen ingang
van de Wereldtentoonstelling, juist tus-
schen twee punten, waar eertijds een paar
forten over de stad waakten.
Het terrein beslaat maar even een op
pervlakte van 60 H.A. en is door de stad
Antwerpen belangeloos voor dit doel ter
beschikking gesteld, met de noodige rio-
voor Manufseturen.
Dames- en Klnderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES HULST
leerlingen en leidingen en o.a. met de
twee monumentale bruggen over de ves
tinggrachten voor liet Engelsche pavil
joen. Na de expositie wordt het terrein
me.t den stratenaanleg benut voor de uit
breiding van dit aristocratische stadsge
deelte.
Het geboomte behoorde vroeger tot een
particulier buiten en draagt niet weini'g
bij tot het keurig aanzien van de tijdelijke
paviljoenstad.
't Lijkt wel een sprookjesstad met al
die kolossale witte paleizen, het een al
imposanter dan het andere. Mij dunkt, in
hellen zonnebrand moet men wel den in
druk hebben, in een Oostersche stad
verdwaald te zijn, al wijst de verschei
denheid in bouwtrant weer niet op een
architectonische eenheid.
Hoe jammer, dat de fiksche regenbuien
op den dag, dat ik er rondwandelde, mij
elke zoodanige illusie ontnamen.
Maar dan maakt ge van 'den nood een
deugd en zoekt ge schuilplaats in een
van de mooie hallen, waar tenslotte het
meest bezienswaardige is ondergebracht.
Tot de dagjesmenschen zou ik met
grooten nadruk willen zeggen: Tracht
toeih. vooral niet alles te zien, want al
loopt ge u de „baleinen" op de voeten,
ge zult weldra ervaren dat het onbegon
nen werk is te trachten van alles, eeD
eengiszins volledigen indruk mee te ne
men.
Dus moogt ge ook van uw briefschrij
ver niet verwachten een beschrijving te
ontvangen, die ook maar in eenig opzicht
volledig is.
Welk een breed terrein vjprdfc niet be
streken I Scheepvaart in den ruimsten zin
(scheepsbouw en havenwerken incluis);
koloniën; autovervoer en luchtverkeer,
welk een w'ijde perspectieven. Dan land
en tuinbouw en tenslotte echt Antwerp
sche gedachte een geheel aparte ten
toonstelling van de roemrijke 'Oud-Vlaam-
sche kunst.
Ligt het niet voor de hand, dat ge bij
een ééndaagsch bezoek moet schiften en
nog eens schiften? En dan nog krijgt men
van het goede te veel. Alleen al in de
Belgische aideelingen zou men dagen kun
nen doorbrengen; verscheidene vreemde
paviljoenen eischen van den aandachtigen
toeschouwer élk wel een goeden hal ven
dag.
Neem b.v. het Italiaansche paleis, dat
wel grooten indruk op ons maakte.
De galeiën van Venetië en Genua her
inneren aan de eerste aanraking tusschen
Italië en België, eeuwen geleden.
Een breede trap in marmer van Car
rara trekt al aanstonds de aandacht en
ook elders wordt het oog getroffen door
het schitterende marmer, dat in dit schoo-
ne land te vinden is. Alleen al de be
schrijving van de verschillende salons
zou ieen paar kolom in „Die Zeeuw" vra
gen.
In de z.g. eerezaal vindt men als eenige
ornamentsversiering de borstbeelden van
den koning van Italië en van den groot
sten aller fascisten Mussolini, henevens
de standaarden der voorname Italiaansche
kunststeden.
Ook als ge aandacht gaat schenken
aan de voortbrengselen van dit oude
rijk der Romeinen, komt ge oogen te
kort: olie, wijn, rijst, vermicelli, zijde,
wol, katoen, enz. enz.
De zeevaart is niet vergeten in dit
bijkans van alle zijden door grootsche
zeeën omspoelde land. Kostbare stukken
zjjn overgebracht uit musea en zeevaart-
arsenalen. De automobielnijverheid en de
luchtvaartnijverheid zijn door de modern-
wrrvgTcrr'; •'r.rïrr*" r rzcora
Er zullen wel heel wat „ontwikkelde"
Nederlanders zijn, die op de vraag waar
het dorp Witmarsum ligt, het antwoord
schuldig moeten blijven.
Des te merkwaardiger, dat de Rus
sische vluchtelingen, die eenigen tijd ge
leden naar Amerika emigreerden, aan dit
dorp hebben gedacht, toen rij hunne ne
derzetting in de oerwouden van Brazilië
een naam moesten geven.
Allicht zullen hun daarbij1 allerlei na
men van plaatsen uit de vruchtbare Oe
kraïne voor den geest hebben ge
staan. Namen, die herinneringen oprie
pen aan voorspoed en welvaart, vrede
en geluk.
Maar hunne gedachten gingen verder
terug naar hun geestelijken voorvader
Menno Simonsz, die te Witmarsum de
vrije ieere predikte.
Er zit iets moois in, dat deze van huis
en hof beroofde vluchtelingen bij hun
komst in de nieuwe wereld in de eerste
plaats hebben gedacht aan geestelijke
dingen.
En ook. dat daar in liet verre Bra
zilië, evenals dat vroeger in andere stre
ken gebeurde, de herinnering aan ons
land blijft voortleven.
Merkwaardig. Terwijl in ons land velen
aan den Witmarsumschen diervormer niet
de minste heugenis hebben, zijn 'tdaar in
het Braziliaansche oerwoud de eenvou
dige boeren van Duitsöh-Nederlandsche
afkomst, die zijn naam in dankbare her
innering doen voortleven.
OPMERKER.
ste exemplaren vertegenwoordigd en
danwat is er op kunstgebied veel
schoons te aanschouwen.
Het was in een der Italiaansche afdee-
lingen, dat wij een Walchersch gezel
schap ontmoetten. Dat zijn van die cos-
mopolitische ervaringen op een. wereld-
expositie. Ook onze provincialen blijven
niet meer op hun Zeeuwsche dorpje, in
de schuur of op den akker, maar de
geriefelijkheden van het moderne ver
keer werken er toe mede, dat ook zij
gaan zien „wat er alzoo in ae wereld te
koop is". En er is zooveel te koopl
Niet alleen Walcheren was flink ver
tegenwoordigd, herhaaldelijk trokken ook
Zuid-Bevelandsche hoeden en mutsen de
aandacht, zoodat wij ons soms waanden
op een Zeeuwschen hoogdag.
Ik geloof niet, dat er van de Noord-
Nederlanders velen zullen zijn, die de
Nederlandsche afd.eeling zullen overslaan,
Nederland mag er inderdaad wezen.
Dezer dagen heeft nog een bevoegde
schrijver gewezen op de groote betee
kenis van ons landje. Dat kleine, van
nature van bijna alle grondstoffen ver
stoken Nederland, met zijn op zee en
rivieren veroverden bodem, met zijn rijke
overzeesche gewesten aan de andere zij
de vjn het wereldrond, met zijn land
bouw en industrie, die artikelen van
hooge kwaliteit leveren, zou wat de doel
matigheid der organisatie aangaat, nog
grooter wonder te zien geven dam het
machtige wonderland dat Amerika heet.
Hoe het zij, het streelt den Nederland-
schen trots te mogen zien, da.t wij zoo
voornaam vertegenwoordigd zjjn op die
tentoonstelling. Het moderne, imponee-
rende paviljoen geeft een waarlijk
grootsch beeld van wat ons land onder
Gods zegen mocht bereiken. Men leert de
dingen echt groot zien en dat draagt,
mij dunkt, bij tot een. gevoel van op
rechte dankbaarheid voor het groote
voorrecht ook als natie iets te mogen zijn
in het bestaan der gansche menscbheid.
Natuurlijk wordt dat gevoel ook sterk,
als men de afdeeling Ned. Koloniën be
zoekt en een aanschouwelijk beeld krijgt
van ons werk daar in de overzeesche ge
westen.
Overal weer voorbeelden te over van
de dingen, waarin ons kleine landje
expresselijk een dubbele verkleining
groot mag zijn. 1
Denk slechts ,aan onze scheepvaart, aan
allerwegen de .gandacht trekkende Zuider-
door H. Kingmans.
44) o
HOOFDSTUK XIII.
V ij andschap en vriendschap.
Zeeduin, 15 Maart.
„Mijn .allerbeste vrienden,
Om maar onmiddellijk te zeggen, waar
op het staat: ik heb mij voorgenomen,
een lang epistel te schrijven en weer eens
uitvoerig „verantwoording" te doen van
mijn leven en u te vertellen van mijn er
varingen. Maar dan moet de brief heel
wat langer worden dan de gewone brie
ven, die zoo maandelijks naar Rotter
dam gaan.
Weet ge nog wel, dat jk vaak gelachen
heb, als we eens spraken over het aan
leggen en bijhouden van een dagboek?
Ik vond het altijd flauw en bakvischjes-
achtig. Een mensch kan van meening ver
anderen! Want thans betreur ik het zeer
er niet mede begonnen te zijn, bijvoor
beeld, toen ik naar Zeeduin ging. Het
is mij nu gebleken, dat er steeds wel iets
te vermelden valt, maar zeker, wanneer
Uien dingen en gebeurtenissen mede-
maakt. als ik hier.
Gelukkig, dat ik, al kan ik dan mijn
ervaringen niet aan een dagboek toe
vertrouwen, omdat ik er geen bezit, ge
regeld naar ulieden kan schrijven, daar
ik weel, dat ge met mij meeleeft en
mijn geschrijf gaarne voor lief neemt
ik dank God allen dag, dat Hij mij
u gegeven heeft. Want al heb ik ook
hier mijn vrienden en al bevalt het mij
hier nog steeds uitstekend, er zouden
toch moeilijkheden kunnen komen,
waarbij de raad van speciale vrien
den (die méér ouders dan vrienden zijn)
zéér welkom, zoo niet noodzakelijk, zou
wezen".
f
Hertha, begonnen aan een grooten brief
aan de Van Laansma's. in Rotterdam,
hield even op en staarde naar buiten,
waar langzamerhand de winterboei ver
broken werd, al was alles nog kaal en
troosteloos.
Zou het inderdaad niet kunnen, dat
er moeilijkheden kwamen?
Het gebeurde van de vorige week had
haar .meer geschokt dan zij wel wilde
weten. En steeds bleef de moeilijkheid
met dokter Van Stralen, dien zij ont
weken had, hoewel zij hem liefhad.
Zeker, zij was er nog niet. En het
was heerlijk, dat zij aan de Rotterdam-
sche vrienden alles kon vertellen, wan
neer zij althans alles wilde meedeelen.
Daarvan was Hertha nog niet zeker.
„Van mijn eigenlijk werk", dus ver
volgde zij haar brief, „heb ik geen bij
zonderheden te schrijven. Ik zou een ge
trouwe oopie kunnen geven van het ver
slag, dat ik aan het bestuur van het
„Groene Kruis" heb uitgebracht, maar
het is wat droog. De cijfers over het
aantal afgelegde bezoeken zeggen wel
iets, maar zij kunnen toch niet vertel
len, hoe het op die bezoeken toegaat.
Laat mij dan hier alvast mogen zeg
gen (straks komen er ook minder aange
name ervaringen 1) dat ik over bet alge
meen zeer veel vriendschap ondervind.
Heel vaak kan ik bespeuren, dat ik met
vreugde in de huizen ontvangen word.
Dat is heerlijk, want het doet het zware
werk der verpleging met opgewektheid
verrichten. Veel heerlijker is het evenwel,
dat er zoovelen zijn, die iets anders
willen hooren dan een .los praatje over
het weer, over dorpsnieuwtjes en over
alle mogelijke kwalen.
Ik kom thans in zes gezinnen, waaruit
er kinderen op de zondagsschool gaan.
Het daar gestrooide zaad draagt vrucht!
IDe kinderen vertellen er thuis van en
de ouders en moeders (vooral de moe
ders I) luisteren er naar met het gevolg,
dat zij er méér van willen weten. En
zoo is het gekomen, dat men mij in
vier gezinnen om een Bijbel heeft ge
vraagd, die natuurlijk bezorgd werd.
En als ik dan eens aanloop, dan wor
den mij honderd en één dingen gevraagd.
Het is geen nieuwsgierig vragen! Uit
alles blijkt, dat het hart geraakt is; dat
men zijn zondigen staat bewust wordt;
dat men zoekt naar 'den Verlosser van
zondaren.
O, er is op dit dorp zulk een honger!
En dan te bedenken, dat er een predikant
is, die veel gaven heeft ontvangen; die
gemakkelijk spreekt; in wien een radenaar
zit ('kheb hem eenige weken geleden
voor het eerst hooren preeken)een
predikant, die voor dit dorp alles kon
zijn. maar die .zijn roeping verwaarloost;
die zich heeft overgegeven aan het mo
dernisme; die onzen heerlijken Bijbel aan
flarden scheurt en den menschen alleen
van een deugdzaam leven spreekt. Welk
een zware, verantwoordelijkheid draagt
deze man! En hoe zwaar zal de ver
antwoording zijn, die hij eenmaal moet
afleggen I
Met de zondagsschool gaat het aardig
naar weusch. Het vermoeden, dat zij n&
het Kerstfeest zou verloopen, is niet al
leen in geen enkel opzicht bewaarheid,
maar is volkomen gelogenstraft door het
feit, dat er nog méér leerlingen bijge
komen zijn. Er zijn thans twee klassen
gevormd, omdat de leeftijden te veel uit
elkaar loopen. Ons „schoollokaal", dat
zeer goed voldoet, heeft juffrouw Saaman,
die onzen arbeid met groote belangstel
ling volgt en steunt, wat laten vermaken,
zoodat wij thans twee, behoorlijk van
elkaar gescheiden gedeelten hebben. Voor-
loopig kunnen wij het met haar „schuur
tje" nog wel doen. Het is mogelijk, dat
er tegen den volgenden winter een groote
verandering komt. .Maar daarover straks
nader.
Er is één groote tegenslag: mijnheer
Van Binsbergen is sedert eenige weken
ziek. Zijn werk is zeer bereidwillig over
genomen door een jongeren onderwijzer
van Landdorp, maar deze is, ondanks
zijn ongetwijfeld goeden wil en ijver, niet
zoo bekwaam en geschikt als Van Bins
bergen, die het geheim verstaat in te
leven in de ziel van het kind. Ik geloof,
dat dit komt. omdat hij zelf een groot
kind is. Kind in het .verkeerd doen. Kind,
met zijn gevoelig hart. Kind in zijn goed
denken van de menschen. Boven alles:
kind van onzen God.
(Wordt vervolgd.)