DE ZEEUW
DE WELFSCHOEN voorkomt bet ontstaan van eelt JACQ. PLOUVIER vlissingen
Van een arm dorp, dat rijk werd
TWEEDE BLAD
Gemeenteraad van Middelburg.
FEUILLETON.
VAK
DONDERDAG 24 JULI 1930. No. 248.
^Vervolg van het Eerste Blad.)
Voorstel-Jeronimus tot in
voering van een loonregeling,
die verband houdt met index
cijfer.
Dhr Jeronimus begint met een per
soonlijk feit: Dhr Paul heeft zich. ver
oorloofd, sprekers voorstel idioot te be
titelen. Spr. wist niet, dat dit woord
parlementair geoorloofd was.
Bij de bestrijders van zijn voorstel on
derscheidt spr. twee groepen, de opper
vlakkiger», en hen die dieper op de zaak
ingaan.
De oppervlakkigen noemt spr. diegenen,
welke meenen, dac een éénmaal bereikt
loon onveranderlijk moet zijn, die zicih
derhalve stellen op het standpunt van
een gulden is en blijft een gulden. De
bestrijding hiervan is zeer gemakkelijk,
immers de waarde en koopkracht van
het geld zijn veranderlijk, wa,t uitgedrukt
wordt in indexcijfers.
Men heeft spr. verweten, dat zijd toe
lichting zoo sober was. Spr. achtte het
echter vanzelfsprekend, dat er geen ver
dere voorlichting van noode was.
De eerbied voor B. en W. gebiedt,
eerst hun bestrijding te behandelen. (Ge
lach.)
Door welke oorzaken dan ook, is in
de laatste 50 jaar steeds strijd geweest
om het loon aangepast te kjijgen aan.
het levenspeil. Deze strijd zoude voor
komen zijn door indexloon-betaling.
Daardoor zou veel wind aan politie
ke zeilen onttrokken zijn.. Misschien het
grootste gebrek aan sprekers voorstel.
Het overheidsloon moet zich aanpas
sen bij het loon in het particuliere be
drijf en behoorlijk zijn, maar in de eerste-
plaats overeenkomstig de prestatie, maar
nimmer zijn een behoefteloon.
Of nu ergens een dergelijke wijze van
belooning als door spr. voorgesteld be
staat, is niet ter zake dienende, men
wil van Middelburg soms wel een voor
beeld maken, waarom dan niet op dit
gebied?
Evenwel, elders bestaat een mdexloen-
regeling. Blijkens het Alg. Handelsblad
van 11 Juli 1930 bestaat in 'IJsland een
indexloonregeling met een vast grond-
bedrag plus een variabelen toeslag.
De voorzitter: Verbuist u daar
heen.
Dhr Jeronimus: dan is u mij1
kwijt. Wel heel vriendelijk.
Dhr Paul: we hebben hier ook duurte-
ijselijke dingen.
De v o o r z i t terwaarop is de regeling
daar gebaseerd?
Dhr Jeronimus: op de kosten van
levensonderhoud.
In Denemarken bestaan taJ van» ar
beidsovereenkomsten met indexloon.
Ook in België bestond in het 'inflatie
tijdperk de zoogenaamde „perequotion",
een aanpassing van het loon aan de
waardedaling van de 'frank.
De voorzitter: maar is allang af
geschaft.
Dhr Paul: we hebben hier ook duurte-
toc-s lagen gehad.
Dhr J.: Thans vindt verandering van
loon en aanpassing bij de tijdsomstandig
heden 'incidentiëel plaats en niet volgens
vaste regels. .Zoo zelfs, dat de pensioen-
korting is ingevoerd en ingevoerd kon
worden omdat het loon en prij'zenpeil
iets gedaald waren.
De vast aangestelden mochten gewild
hebben dat sprekers denkbeeld reeds in
1914 bestaan had, afgebedelde duurte-
toeslagen waren automatisch verkregen.
Dat loonen veranderlijk zijn kan men
o.a. lezen in bet verslag van de Gua
rantee Trust. In Amerika kent men niet
de funeste en normaal herstel tegenwer
kende werkloozen .steun. Wie niet werkt,
zal niet eten. Daardoor wel grootere cri
sis, maar door den eisch der aanpassing
sneller herstel. Crisissen in het econo
misch leven zijn even onafwendbaar als
onweersbuien "in een warmen zomer. En
zoolang de socialistische toekomstmaat
schappij Moeder Natuur niet in bedwang
heeft zal ze er ook machteloos tegen
over staan.
Spr. herinnert er aan, dat in een zit
ting in 1921 met algemeene stemmen
besloten werd eene bepaling op te nemen
in de .salarisregeling als art. 40 Beizoldi-
gingsbeisluit.
Bovendien in het rapport van de Com
missie van Financiën van 1921 komt
het i ndexloon reeds om den hoek gluren
als zij schrijft, dat zij het wensehelijk
acht te bepalen: De Raad behoudt zich
voor om hij vermindering van de heer-
schende 'duurte door wijziging dezer ven
Bij zijn bezoek aan het Rijnland is president von Hindenburg allerwegen met
enthousiasme ontvangen. De president te Mainz.
ordening eene daarmede evenredige
vermindering te doen plaats hebben; be
houdens vermindering van de wedden
die eenmaal zijn toegekend.
De heer Paul zeide 1921 „De levens
behoeften zijn alhoewel niet meer
in prijsstijgende lijn, toch nog zoo kost
baar, dat eene verhooging van de thans
bestaande salarissen alleszins gewettigd
is". Maar dan, toch zeker ook, verlaging
bij afnemende duurte? En afnemende
èn toenemende duurte worden geregis
treerd door het Indexcijfer.
De voorzitter: Het is er een
symptoom van.
Dhr J.phr Paul heeft ook wat anders
gezegd wat ook sprekers volle instem
ming heeft, n.l. „de gemeente-ambtenaren
mogen niet de dupe worden van de
schrale gemeentekas".
Maar spr. vraagt dan, mogen de eion-
tribuabelen de dupe worden van loo
nen, die in verhouding tot het particu
liere bedrijf te boog zijn?
De Commissie van Salarisherziening
schreef in 1920: „Aan terugkeer tot prij
zen van j/oor den oorlog valt niet ta
denken". Verder: „met den. sterk verhoog
den levensstandaard moet worden reke
ning gehouden".
Over bovengenoemde uitlating van die
commissie, dat de prijzen niet zouden
kunnen terugvallen tot die van voor den
oorlog, zullen de landbouwers thans wel
anders denken.
Men verlieze vooral niet uit het oog
dat sprekers voorstel geenszins beoogt
weddeverlaging, aangezien spr. zioh zeer
zeker, wat de tegenwoordige ambtenaren
betreft, daar tegen zou moeten verklaren,
maar uitsluitend zoo spoedig mogelijk
aansluiting van het uit te 'betalen bedrag
aan de veranderde waarde van het geld.
Een ander schrikbeeld is de chaos.
Spr. is veel banger voor de chaos, die
spr. in een niet al te lang verschiet ziet,,
indien men zijn voorstel niet accepteert,
dan in het omgekeerde geval.
Er kan ook wat anders gebeuren. Men
kan om het overheidspersoneel zijn schijn-
loon te doen behouden inflatorisch te
werk gaan, maar.Spr. voelt zich te veel
democraat om zulks juist in het belang
der arbeiders te wenschen.
De belastingopbrengst in 1931 zal te
leurstellend zijn, misschien zelfs wel 1930
(tenzij er een kolossale wending kwam).
Door de 'verminderde belastingop
brengst komt dan het budget in gevaar.
De heer de Veer heeft eens gezegd de
gemeente moet een voorbeeld zijn. Vol
maakt accoord zegt Spr. In de regeling
maar niet in het loonbedrag, want daar
bij kan het particulier bedrijf niet vol
gen.
"De bedrijfstarieven moeten zich aan
passen aan het prijspeil, daar zorgt o.a.
de kolenclausule in het electriciteitscon-
tract wel voor. 'Moesten enkele jaren ge
leden de gaspr'ijzen mét .gewijzigd wor
den?
Men vraagt, of het cijfer voor Amster
dam wel juist is voor Middelburg. Be
slist niet, naar Sprekers meening is het
veel te gunstig, Middelburg kan er ech
ter geen apart statistisch bureau op na
houden. Naar Spr. hekend is, zijn er
slechts twee gemeentelijke cijfers in Ne
derland, n.l. Amsterdam en Den Haag.
In eerstgenoemde gemeente voor arbei
dersgezinnen en meergegoeden en in
laatstgenoemde voor arbeiders- en anïb-
tenarengezinnen. Overigens, men kan van
Spr. krijgen welk indexcijfer men wil.
Maar .Spr. heeft het vuurroode Amster
dam eerder dan het lichtrose 's Graven-
bage gekozen, om'dat Spr. verwacht, dat
een groote fractie in dezen raad eerder
vertrouwen in Amsterdam dan in Den
Haag zal hebben.
Wil men de verandering eerst doen
ingaan nadat b.v. vier kwartaalcijfers
aanleiding tot verarfdering zouden 'heb
ben gegeven, dus bij grootere stabiliteit,
dan is dat een modaliteit waarmede Spr.
vrede kan hebben.
Den ambtenaar en gemeentewerkman
zij een behoorlijk reëel loon gewaarborgd,
hij is het waard, maar men overdrijve
niet en make van hem geen Onze Lieve
Heere beestje waarvoor hij stijging van
hei waardegeldpeil anderen mogen zvroa- j
gen en belasting opbrengen om hem als
het ware hooger reëel loon te doen ge-
worden.
De Joonsberekening en uitbetaling door
Spr. bedoeld is vrij eenvoudig. De ver
anderlijkheid is niet zoo groot als men
zou verwachten.
Verwerpt men Sprekers voorstel dan
heeft men straks de keuze tusschen:
a. belastingverzwaring op het vermin
derde productieve inkomen, hetwelk de
crisis moet verscherpen en derhalve niet
uitvoerbaar is;
b. drastische algemeene loonsverlaging
en misschien plotseling ingaande.
Ten einde nu de meest zuivere stem
ming over het principe indexloon te krij
gen, wijzigl Spr. het eerste gedeelte van
zijn voorstel aldus: „Behalve d,e saia.
rissen, welke door de Kroon of Gedepu
teerde Staten worden vastgesteld, of die
welke aan de goedkeuring van de Kroon
of Gedeputeerde Staten zijn onderwor
pen, zullen de salarissen van nieuw te
benoemen ambtenaren en werklieden aan
stijging of daling onderhevig zijn in ver
band en in evenredigheid met index
cijfers volgens nader te stellen rege
len."
De voorzitter merkt op, dat er geen
enkel salaris is, dat niet aan de goed
keuring van de Kroon of Gedep. Staten
is onderworpen. Spr. stelt daarom een re
dactie-vereenvoudiging voor. Spr. heeft
dhr Jeronimus voortdurend hooren spre
ken over verlaging. Maar van verhooging
heeft hij niet gehoord. En toch kunnen
de indexcijfers ook stijgen. Spr. erkent
dat er buitengewone omstandigheden kun
nen zijn, die wijziging der salarissen noo-
dig maken. Maar dhr Jeronimus wil dit
automatisch doen geschieden zonder
besluit van den Raad. Daartegen gaat
Spr.'s bezwaar.
"Wanneer het stelsel van dhr J. alleen
in Middelburg werd toegepast, zouden
wij onze ambtenaren spoedig verliezen,
want ieder wil graag een vast loon.
Dhr Jeronimus erkent, dat alles
juist om dat automatische draait.
De voorzitter: uw stelsel krijgt pas
waarde, als het algemeene toepas
sing vindt. Het IJslandsche voorbeeld zegt
Spr. niets.
Dhr Paul, s.d., gelooft niet, buiten
de orde te zijn geweest, door het woord
idioot te hebben gebruikt. Spr. doelde op
het plan, niet op den persoon van dhr J.
Spr. acht het niet verdedigbaar een loon
regeling voor het Middelburgsche perso
neel te baseeren op Amsterdamsche of
Haagsche toestanden.
Dhr J. was tegenstander van een be
hoefteloon. Maar zijn voorstel houdt het
juist in.
Ook ziet Spr. groot bezwaar voor de
vaststelling van den pensioensgrondslag.
Verder- vraagt Spr.: hoe moet men bij
het opmaken der begrooting de salarissen
vaststellen? Het gevolg zal zijn, dat men
edn stuk achteraan komt bij de indexcij
fers .En dat is hoogst ongewenscht.
Spr. vestigt ook de aandacht op de
geringe prijsdaling in den kleinhandel.
Al dalen de prijzen der landbouwproduc
ten of in den groothandel, daarvan merkt
de consument zoo weinig.
Duurtetoeslagen kunnen gemotiveerd
zijn. Er kunnen omstandigheden zijn, die
loonsverlaging of verhooging billijken.
Maar dan moet dit bij Raadsbesluit ge
schieden en niet automatisch.
De salarissen van het Middelburgsche
gemeentepersoneel zijn ook nu nog aan
den lagen kant.
Spr. begrijpt niet best, hoe door daling
van de gemeente-salarissen de werkloos
heid kan verminderen. Spr. weet wel, dat
er ernstig geklaagd is door de slagers
over verminderden afzet, toen de rijks
ambtenaren zoo in salaris zijn gekort.
De ambtenaren zullen zeker de risico
niet vilien locpen van een op- en neer
gaand salaris. Dat zal men bij sollicitaties
wel ondervinden. De gemeentebegrootin-
gen zullen sterk varieeren. Ook noemt
Spr het onbillijk, dat de eene. ambtenaar
die later is aangesteld, een hooger of
lager salaris zou hebben dan een ander,
die eerder is benoemd.
Dhr den Hollander, A.R. meent,
dat dhr Jeronimus wel zou kunnen pro-
moveeren cp een proefschrift, als hier is
voorgelezen.
Spr. herhaalt, dat de gemeente-ambte
naren niet met handen en voeten boven
anderen mogen uitsteken. Maar ze mogen
ook niet in elk opzicht als voorbeeld
gebruikt worden. 1
Spr. kent aan de index-staatjes niet die
waarde toe als dhr Jeronimus. Die kun
nen voor ieder gezin zeker niet dienen.
De groote strijd in onze huidige maat
schappij is juist, dat elk loontrekkende
tracht een betere positie te bereiken.
Dat is uitgesloten, indien men krampach-
dig vasthoudt aan het behoefteloon, door
dhr Jeronimus bedoeld. Het zou dan toch
wel noodig zijn, dat het budget-cijfer ieder
jaar werd gewijzigd. Er kunnen nieuwe
behoeften ontstaan. Vroeger kende men
b.v. geen fietsen.
Waarom vraagt Spr. moet men
met het indexloon beginnen met den
gemeente-ambtena ar
Wat er van de „Christian Michelsen." overgebleven is. Reeds sedert het vorig
jaar is het sloopingswerk op het strand bij Hoek van Holland gaande. Binnen
enkele dagen zal van het schip niets meer te zien zijn.
door H. King mans.
42) o—
„Het dorp niet, maar de menschen wel,
dokter. Allen. Zonder één uitzondering",
zeide Hertha, afscheid nemend.
Weldra kraakte het kiezel op het tuin
pad, terwijl het dichtslaan van het hek
vertelde, dat het tweetal zioh op den straat
weg bevond.
„Heb je vanavond niets gemerkt man?"
vroeg mevrouw Van Leeuwen.
„Je zult je duidelijker moeten uitdruk
ken, lieve. Zóó is het mij te raadselachtig.
„Alfred heeft zijn hart verloren", ver
zekerde zij met volle overtuiging ;n haar
stem.
„Aan zuster Yan Landen, meen je?"
vroeg hij verbaasd.
„Aan zuster Van Landen", zeide zij.
„Vanmiddag bevreemdde het mij al .-er.
weinig, dat hij zioh zoo verblijd monde,
toen ik hem zeide, dat zij op bezoek zou
komen
„Een heel goede kennis. Zij h ibjjn no-
tahene samen jaren in het zieken»v.n? ge
werkt. Dan ontstaat er onwillekeurig een
band. Die is er tusschen de zuster en mij
al. En dat in dien korten tijd, dat wij sa
menwerken. Als dokter zag Alfred na
tuurlijk evengoed als ik, welk een be
kwaam, toegewijd verpleegster zij is".
„Dat is alles goed en wel. Ik dacht het
van middag ook en schonk er verder geen
aandacht aan. Maar 'k heb het vanavond
anders begrepen. Ik ben er van overtuigd,
dat het bij Alfred veel diepor zit. Hier is
genegenheid, hier is liefde in het spel.,
Albert. Wij moeten ons de illusie ontne
men, dat Alfred voor ons naar Zeeduin
gekomen is op een tijd, waarop hij nooit
kwam. Het is voor zuster Van Landen".
„Je zegt het met zulk een overtuiging,
dat ik ga wankelen", zeide dokter Van
Leeuwen, tóch nog verbaasd. „Bovendien
zien vrouwen in zulke zaken altijd veel
scherper dan mannen. 'kMoet je eerlijk
bekennen, dat het geen seconde in mij
opgekomen is, dat te denken. Wel wel,
zou het werkelijk zóó ver met Alfred zijn.
Nu, hij heeft er de jaren voor. Zij zijn
allebei ongeveer dertig. Het zou mij' spij
ten, zulk een goede verpleegster te moe
ten verliezen".
„Ho ho zoover is het nog lang niet".
„Zoover komt het dan toch?"
,Als Alfred wederliefde ontmoet. En die
heb ik nu juist niet kunnen bespeuren".
„Het is de groote vraag, of zuster Van
Landen vermoedens koestert. Wij weten
niet, of die twee in het ziekenhuis min of
meer vertrouwelijk met elkaar hebben om
gegaan, in den goeden zin van het woord
dan natuurlijk".
„Dat geloof ik nu juist niet. Enfin, van
zelf worden wij wol meer gewaar. Maar
eons afwachten, wat het wordt. Dat Al
fred zijn hart aan haar verloren heeft
staat voor mij vast".
„Je kunt wel gelijk hebben, al heb ik
er niets van gemerkt. Hij zou er wol een
goede, hartelijke vrouw aan krijgen, niet?"
„Een ideale vrouw, Albert. Ik mag haar
gaarne lijden en bewonder het in haar,
die toch met hart en ziel verpleegster is,
dat zij van de huishouding minstens even
veel verstand heeft als van de verpleging".
„Dat dacht ik ook. Zij zou een flinke
vrouw voor Alfred zijn. Alleen moest zij
niet zoo dwepen met den godsdienst. Het
dient nergens toe".
,0ch, dat werd op den duur vanzelf
minder. Bij Alfred zou zij immers geen
willig gehoor vinden? Onder zijn invloed
kwam zij wel tot andere inzichten, zou
zij de hare niet zoo geprononceerd uiten".
„Je schijnt veel te voelen voor een
verbintenis tusschen die twee", merkte
hit op.
„Ik zou dat huwelijk gaarne tot stand
zien komen", antwoordde zij. „Alfred
moet eenmaal eens een vrouw hebben.
Dat is goed voor hem, die huiselijk aan
gelegd is. En dan is zuster uitstekend
voor hem. Ik zou het betreuren; diep
betreuren, als hij kwam aanzetten, piet
een meisje dat in schouwburg en dan
cing meer op haar gemak is dan thuis;
dat het leven als een pretje opvat en
haar tijd doorbrengt met sigaretten-roo-
ken.
Dokter Van Leeuwen lachte luid.
„Met zoo'n portret zou Alfred niet
komen", zeide hij dan.
„Je kunt nooit weten. Zuster Van Lan
den is dan duizendmaal beter .geschikt."
„Hoor eens, vrouw".
Hij gei het met buitengewonea ernst.
„Ja, wat er is?"
„Beloof mij, dat je er geen invloed
op zult .pitoetenen."
„Ik denk er geen moment aan, Albert.
„Dan is het in orde", zeide hij vol
daan.
Het tweetal, waarover de dokter van
Zeeduin. en zijn vrouw zoo druk aan. het
redeneeren waren,, liep intusscben op den
straatweg Eerst wisselden zij geen woord
Hertha kon aan haar gemoedsstemming
geen naam geven. Zij had zeer wel be
merkt, dat dokter Van Stralen dien. avond
veel notitie van haar genomen had en
met kracht kwam weer naar voren het
vermoeden, dat In haar was opgekomen
sinds zij het ziekenhuis had verlaten.
Zij wist niet, wat zij er van denken
moest.
„Wat js het toch verbazend stil op
zoo'n dorp", zei hij dan, het stilzwijgen,
dat pijnlijk werd, verbrekend. „Wat een
verschil met de stadl"
„Tóch lokt die stilte mij wel aan"1,
vond Hertha. „Een mensch komt er echt
tot zichzelf,"
„U hebt er dus nog geen .spijt van,
naar Zeeduin gegaan te zjfn?"
„Nog geen enkele minuut Ik ben u
integendeel zeer dankbaar", dat u aan
mij Jiebt gedacht, toen uw oom u
schreef".
„Ik had uw bestwil op het oog. Het
speet mij „zeer, dat u vertrekken gingt
U wordt nog steeds gemist"
Hertha lachte vroolijL
„Niemand is onmisbaar, dokter. Ik zal
er heusch spoedig vergeten zijn."
„Dat is een deerlijke vergissing. Er
wordt nog vaak over u gesproken. En
als ik des avonds de ronde doe, denk
ik nog vaak, dat u naast mij loopt Ver
leden week sprak ik bij vergissing de
zuster met zuster Van Landen aan. Ik
ben u in ieder geval nog niet vergeten,
en betreur het, dat u vertrokken bent."
„Dan had u mij niet over Zeeduin moe
ten spreken", zeide Hertha, wier hart
bonsde.
(Wordt vervolgd.)