nemotoren.
DE ZEEUW
DE WELFSCHOEN vervangt maatwerk. jacq'plouvier
Van een arm dorp, dat rijk werd
itijne
;o.
en.
tweede blad
Dp dit Blad
namenten
Wat er deze week voorviel
HET ADRES
A. WILKING
Uit de Provinoie
m KLIERZIEKTE
lelnkenszand.
toiheker,
ffoon 168
tr., GOES
EAU
r)
elke
ad of
selen,
eigerf
iland,
i.
21-23
Inkenszand.
Brieven uit Middelburg,
x.
GOES
VLISSINGEN
FEUILLETON.
aar van 2 tot 20
wagen. Speciale
ie tuinderij. Zeer
schmachines enz.
en, omdat zij
adig heeft U
11e Verband-
trumenten en
Babyverzor-
Bandages,
als: Eau de
ia's, Tanden-
an uw eigen
eschikking
GOES
f
1 soorten.
Medaille'3.
>ma's van de
en N.C.B.
VAN
ZATERDAG 12 JULI 1930. No. 238.
„De dood wenkt ieder pur".
Aan de waarheid van .dit woord wor
den we elk oogenblik herinnerd. Verkeers-
en andere ongelukken zijn aan de orde
van den dag en het is alleen doordat
we op dit gebied afgestompt zijn, dat het
on? nes niet meer treft
Maar bij een mijnongeluk als Donderdag
te Rausdorf bij Neurode plaats greep,
schrikt men toch een oogenblik op. Het
is dan ook geen kleinigheid, wat daar
gebeurde.
In een ondeelbaar oogenblik werden
daar een 150-tal mijnwerkers, terwijl zij
hun zwaar en gevaarlijk beroep uitoefen
den, door den dood achterhaald. Terwijl
alles rustig aan den arbeid was, trok
er een wolk van vergiftigde gassen door
de mijngangen en op hetzelfde oogenblik
was het lot van de mijnwerkers, die geen
kans hadden om 't gevaar te ontloopen,
beslist.
Hartverscheurende tooneelen speelden
zich in de omgeving van de mijn ai, zeg
gen de berichten. Geen wonder ook. Men
denke zich even in, wat het moet zijn, als
daar in een tbetrekkelijk kleine plaats
150 mannen niet van hun arbeid terug-
keeren, als daar tientallen vrouwen plot
seling tot weduwen en honderden kin
deren tot weezen worden gemaakt.
Ook de andere berichten, die in .de
afgeloopen week in het bijzonder de aan
dacht trokken, waren nu niet bepaald
van aangenamen aard.
In Britsch-Indië blijft het onrustig. De
toestand is op dit oogenblik nog wel niet
bepaald ernstig, maar niemand weet waar
toe het verzet van een deel der bevolking
in de toekomst leiden zal.
In Engeland is het de regeering die met
de handen in 't haar zit. De moeilijkheden
beginnen haar boven het hoofd te groeien,
en dat is te erger, omdat er vóór het te
genwoordige Kabinet aan het bewind
.kwam, zoo .vele en groote beloften werden
gedaan, die men naar thans blijkt, niet
vervullen kan.
In Finland is een sterk verzet tegen het
drijven van de communisten tot uiting
gekomen, waarbij tevens bleek, boe groe
ten omvang deze revolutionaire beweging
daar reeds had gekregen. Op dit oogen
blik heeft nu de Lappo-beweging de com
munisten wel eenigszins teruggedrongen,
maar als met deze bestrijding niet
gepaard gaat een bestrijding van de re
volutionaire beginselen, dan zal het
resultaat op den duur heel gering blijken
te zijn.
Een vergelijking van Nederland met an
dere landen, valt gewoonlijk niet in het
nadeel van ons land uit. Dat geldt zoo on
geveer van elk levensgebied.
Dit neemt echter niet weg, dat bet ook
bij ons niet alles zonneschijn en voorspoed
is. Wij denken hierbij o.a. aan bet bericht
van de Duitsche invoerrechten op boter,
die, althans op het eerste gezicht voor on
ze boterproductie noodlottig dreigen te
worden.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES
HULST
En was 't Duitschland maar alleen dat
de tarieven-schroeven aandraaide 1 Maar
zoo is het niet.
Er zijn mooie woorden gesproken de
laatste jaren over den „Geest van Genè-
ve", maar de practijk n a Genève is he
laas zoo, dat er weinig goeds van te zeg
gen valt.
Amice,
Zoo is dan- het Ambtenarenreglement
door den M ididel b u rgschen Raad verwor
pen. Ten tweeden male staakten de stem
men daarover. Bevreemdend is Ji«t dat
het C.-H. raadslid Streefkerk, bij eene
gewichtige stemming als deze, andermaal
zijn partijgenoot Van der Feltz alleen liet
staan.
Overigens: liever geen ambtenaren
reglement dan ©en met zooveel uit prin
cipieel oogpunt onverdedigbare bepalin
gen als het thans verworpene. Welis
waar toonden zich de soc. dem. raads
leden bereid, de eens met zooveel vuur
verdedigde bepaling, waarbij aan zwan
gere ongehuwde ambtenaressen verlof en
vol loon gedurende zekeren tijd zou wor
den toegestaan, los te laten, ten einde bet
reglement er toch door te krijgen, maar
de rechtschen gingen hier terecht niett
op in.
Voordat een nieuw oonoept reglement
aan de orde komt, kan men over een en
ander nog eens nadenken. De niet-socia-
listisc.be raadsleden ter linkerzijde kunnen
zich intusschen eens afvragen, of zij1 het
heilloos pad der gelijkstelling van ge
huwde ambtenaressen met sexe-genooten,
die in onzen, nog in zoovele opzichten
Christelijken staat het huwelijk minach
ten, weder opnieuw zullen, betreden.
Vo-orts kan men eens overwegen, welke
de rol en de bevoegdheid van het geor
ganiseerd overleg in de toekomst zal zijn.
Wellicht is het raadzaam het oog te rich
ten, naar wat dezer dagen in den Am-
sterdamschen Raad voorvalt.
Vooraf beschouwd, is merkwaardig het
feit, dat Ged. Staten van Friesland, waar-
in. ook twee sociaal-democraten zitting
hebben, hun goedkeuring aan de begroo
ting van Leeuwarden hebben onthouden,
omdat die Raad besloten had, de loonen
der gemeente-werklieden met f2 per week
te verhoogen. Die loonen waren vastge
steld in het topjaar .1921 en nimmer
verlaagd. Wel waren de loonen der bouw
vakarbeiders evenals andere particuliere
loonen sindsdien f 7 a f 8 teruggeloopen.
Ged. Staten motiveeren hun afwijzing met
de overweging, dat de tijdsomstandig
heden deze jaarlij'ksche hoogere uitgaaf
niet toelaten, doch integendeel tot een
loonsverlaging zouden moeten leiden. Zij
wijzen er op, dat handel en nijverheid
een tijd van druk doorleven, dat land
en tuinbouw vooral het zeer moeilijk
hebben, dat. bevolking en besturen in
de-zen moeilijken tijd samen moeten wer
ken om al worstelend boven te blijven.
Zij wijzen er voorts .op, dat zulk een gef
hee! ongemotiveerde loonsverhooging geen
gro-otere arbeidsprestatie ten gevolge zal
hebben, deswege ©en absoluut improduc
tieve uitgaaf voor de gemeente is, eene
verspilling in dubbelen zin, omdat men
er ook mee wil prikkelen tot opvoering
van de loonen in het particulier bedrijf,
dus storend wil inwerken op de natuur-
ljjke factoren, die het loonpeil behooren
te bepalen.
Vooral op dit laatste dient te worden
gelet. Het is de bedoeling der sociaal
democraten niet alleen de stemmen te
winnen der dankbare gemeentewerklieden,
doch ook van de particuliere arbeiders.
Of daardoor het geheele maatschappelijke
leven wordt ontwricht, komt er minder op
aan.. Stemmen werven voor 1931 is de
hoofdzaak. Of zij zich zelf in de grootste
moeilijkheden brengen, zoo zij eens- aan
het bewind mochten komen, is van min
der b^teekenis. Na ons komt de zond
vloed I
Letten we nu op Amsterdam. Daar is
overleg gepleegd tusschen het Gemeente
bestuur en Georganiseerd overleg. Stuk
voor stuk wist dit laatste aan B. en W.
allerlei voordeden te ontwringss. Deze
laatste, beducht, dat de gemeente
lijke schatkist het niet kon dragen, wilden
eerst niet toegeven, doch moesten. En
nu komen de voorstellen in den Raad, die
er nota bene niets aan mag
veranderen, doch alleen het crediet
kan toestaan of weigeren. In den Raad is
er op gewezen, dat de concessies van B.
en W. aan Georganiseerd Overleg van de
Gemeente zullen vragen, in 1S31 TA ton;
in 1932 12 Yt ton en in 1932 17 ton, wat
wil zeggen:
6 extra opcenten op de gemeentefonds-
belasting voor 1931; 10 extra opcenten op
de gemeentefonds-belasting voor 1932, en
14 extra opcenten op de gemeentefonds
belasting voor 1933.
Voor de andere belastingen, die de ge
meente te behartigen heeft, blijven er dus
bij een maximum van 80 opcenten, die
Amsterdam volgens wethouder Wibaut
spoedig zal bereiken, dan nog maar 66
over.
De enorme uitgave wordt gedaan voor
in 't geheel 100.000 belanghebbenden, ter
wijl er in totaal 750.000 Amsterdammers
zijn en dat in een tijd van dalende con
junctuur?
Ongenadig werd in den Raad de slap
heid gehekeld van B. en W., (waaronder
3 sociale wethouders) die zich bij het be
gin der onderhandelingen in 't georgani
seerd overleg op het standpunt stelden,
geene veranderingen in de loo-
nen toe te laten, doch die stuk
voor stuk alles toegaven wat
het personeel vroeg.
Tenslotte werd in den Raad gevraagd:
Wordt het budget der gemeente nog vast
gesteld door den Raad, of hebben wij hier
een niet-verantwoordelijke macht, die ons
dicteert wat wij moeten doen?
De Raad van Middelburg, als hij deze
zaak binnenkort heeft te entameer en, zil
wèl doen zich deze woorden te herinneren
en de Middelhurgsche kiezers evenzeer,
wanneer tegen de Raadsverkiezing van
het volgend jaar weder groote roodgeschik
derde borden op de pleinen der Zeeuw-
sche hoofdstad worden opgericht, vol met
■beloften van loonsverhooging, vacantie-
bijslag en dergelijke.
Intusschen zit de soc. dem. raadsfrac
tie thans in eene moeilijkheid, waarin zij
zichzelve gebracht heeft. Blijkbaar 'heeft
zij aan haar leden en begunstigers belof
ten gedaan, die zij nu niet kan nakomen
■Geen wonder, dat dhr van der Weel zich
opwond in de laatste raadsvergadering
en door den Voorzitter moest worden ver
maand hierover zijn mond te houden en
op deze wijze niet voort te gaan.
Men kan toch niet altijd voortgaan met
„beloven", zonder dat eindelijk eens op
nakoming dier beloften wordt aangedron
gen.
Wij spreken ten slotte de hoop uit, dat
alle inwoners van Middelburg, zoowel de
beter als de minder gesitueerden, zoowel
de groothandelaars als de winkeliers; zoo
wel de grootere als de kleinere ambachts
lieden; zoowel de ambtenaren als de ren
teniers in deze zaak eens flink zullen me
deleven en zich afvragen of het voor het
welwezen onzer stad wel gewenscht is, dat
een aaneengesloten slagorde van vijf roo-
de raadsleden, meestal geholpen door de
twee vrijzinnig-democratische dames de
financiën der Zeeuwsche hoofdstad op
dusdanige wijze belaagt.
Met vriendschappelijken groet,
-t. t.
METELLUS.
DE NIEUWE CULTUUR IN RUSLAND.
Een der idealen van het economisch
plan, dat men in Rusland in vijf jaren
hoopt te verwezenlijken, is "de massa
keuken en de massa-voedselver-
strekking.
Er is daar van staatswege een centrale
organisatie gesticht voor „algemeene
volksvoeding", die na vele conferenties
en enquêtes het vraagstuk der massa
keukens op zeer breede basis heeft mee-
nen te moeten oplossen.
Men heeft daarvoor verschillende eco
nomische, sociale en cultureele gronden.
De economische grond is, dat hierdoor de
voeding speciaal in de steden 9n indu-
striecentra's rationeeler en veel goedkoo-
per wordt. Men neemt aan, dat een arbei
der 40 pet. van zijn inkomen aan voe-
sel uitgeeft, dus beteekent deze massa-
spijziging eigenlijk een effectieve loons
verhooging, waardoor het levensniveau
der arbeiders zeer verbeterd wordt.
Verder is er nog een gezichtspunt van
groot economisch en sociaal belang, na
melijk dat de algemeene doorvoering der
spijziging in massa een groote rationa
liseering op het gebied der volkshuisves
ting en woningbouw tot gevolg hebben
zal. Men berekent officieel dat in de
Sovjetunie in de laatste twee jaar voor
den bouw van arbeiderswoningen lh/s
milliard roebel uitgegeven is. Hiervan
komt minstens 10 pet. voor bouw en
inrichting van keukens. Valt dus de nood
zakelijkheid van keukenbouw bij de arbei
derswoningen weg, z.oo heeft men een be
sparing van 130 millioen roebel.
Dan wordt er gewezen op de groote
beteekenis die het nieuwe plan der mas
sa-keuken in het leven der vrouw
hebben zal. De gemeenschappelijke keu
ken is de materieele grondslag voor een
werkelijk sociale en economische gelijk
stelling der vrouw. Tot nu toe had de
vrouw zich of geheel aan keukenarbeid
etc. te wijden of naast haar fabrieksarbeid
toch vele uren door te brengen met het
zorgen voor de individueele gezinsmaal
tijd. Denk een oogenblik in, de vrouw ont
slagen van alle keukenarbeid, wat een
stap vooruit naar de echte sovjetistische
yrijmaking der vrouw. Hoeveel milliarden
uren zoekgemaakt met keukenarbeid, ko
men er weer beschikbaar voor de indu-
strieele productie en cultureele ontwik
keling.
Aangezien Rusland voor alles een land-
bouwstaat is, eischen de groote coöpe
ratieve en staats-landbouwbedrijven con-
seauent 'de gemeenschappelijke keuken.
Dat spaart onnoodigen arbeid en verheft
de gemeenschapszin der landbevolking tot
het onvolprezen communistisch niveau.
Eind 1927 waren in de Sovjet-unie 700
gemeenschappelij ke volksgaarkeukens,
die dagelijks 550.000 maaltijden leverden.
Heden worden door deze keukens 2 mil
lioen maaltijden verstrekt.
De staatscommissie voor de „algemee
ne volksvoeding" wil nu over gansch Rus
land eeu dicht net van staats-volkskeu-
kens en eetgelegenheden oprichten, waar
voor op het economisch vijf jaar plan 'n
bedrag van 1.5 milliard roebel uitgetrok
ken is. In 1927-'28 werd voor dit doel
uitgegeven 10.3 millioen roebel, in 1929-
'30 tot 76 millioen roebel. Voor 1930-'31
staat een post van 200 millioen uitgetrok-
ken voor 1931-'32 465 millioen, en het
daaropvolgend jaar meent men 750 mil
lioen roebel noodig te hebben. Dan zal
minstens 75 pet der arbeiders en 50 pet
van hun gezinsleden deelen in de zege
ningen j}er gemeenschappelijke keuken.
Het zal, merkt het „Nederl. Weekbl."
hierbij op, den bewusten communist wel
dadig aandoen, dat de consequentie der
staatsmaaltijden, de ijzeren gelijkheid in
de hand werkt. Zoowel Stalin als 't
hooge uitvoerend comité en de miserabe
len van de straat zitten 's Maandags ge
meenschappelijk aan de bruine boonen,
en Dinsdags aan de erwtensoep, en het
moet den eetlust wel verhoogen, dat om
de gelijkheid der menschheid, de vrijheid
vertrapt wordt.
En wat een cultureele ontwikkeling
voor de Russische huisvrouw in een huis
te wonen zonder keuken en 's middags
aan te zitten met een paar kinderen in de
staatskeuken. Het menu is nu juist niet
wat ze zelf bereid zou hebben, maar ter-
wille van de kultureele overwegingen
geeft ze gaarne haar speciale vrijheden
prijs. Ze heeft zich ook wel gehinderd aan
de banale en ongegeneerde praat van een
paar kerels over zich, en zich geschaamd
terwille van zichzelf en haar kinderen,
maar wat zou dat men is nu eenmaal in
het keurslijf der communistische eenvor
migheid 'n nummer geworden, 'n staats-
object, slechts één cultureel belang ken
nende, n.l. den staat te dienen. Onver
wacht bezoek van familie en vrienden kan
de huisvrouw m ha kolteeaïe bewust
wording met eaa vriendelijk gebaar var»
wijzen naar de staatskeuken, die mis
schien op dit ontijdige uur juist gsslston
is. In elk geval geen extra rantsoen be
schikbaar heeft. Een huwelijks- of ver
jaardagsmaaltijd viert men in de staats-
gaarkeuken. Waarom zou men zich ook
meer achten als het staatshoofd Stalin,
die er zelfs de H-iun^hc eu Engelsche
gezant uitnoodigt om met hem te middag
malen?
Deze siaatskeukens beieekenen weef
een nieuw stuk levensslavemij,
de kleur en schakeering gaat van het
volksleven af, het gezinsleven wordt ver
der uiteengerukt, de jeugd groeit op tot
staaiscreaturen, tot de massa, de kudde.
Voor eenige godsaienstige levonsuiting is
in de staatskeuken geen plaats, kan
uiteraard moeilijk plaats zijn. Zoo zien
wij in heel deze beweging een verarming
van het leven, een schade voor de per
soonlijkheid, een uiteenrukken van bet
gezinsleven, en een uitdrijven van het
godsdienstbesef.
Ook in deze staats-keukens gullen .de
communisten echter de poep wel niet
zoo heet eten, als ze wordt opgeschept,
en zal men uit financiëele overwegingen
nog wel een paar keer moeten „blazen".
Volgens hun officiëele cjjfers heeft de
besparing bjj keukenlooze arbeiderswo
ningen a 130 millioen, voor de
centrale keukens in vijf jaar een uitgave
van li/s milliard tengevolge, waarvan
hoogstens één zevende der bevolking in
1933 profiteeren kan. Hoe op het einder
loos uitgestrekte platteland centrale keu
kens rationeel zullen kunnen werken, is
ons een volslagen raadsel. Voor zoover
deze theorieën werkelijkheid worden, kal
het praktisch wel hierop neerkomen, dat
het requireeren der landbouwproducten
door de politie moet dienen om de heer-
schend© sowjet-klasse en haar aanhang
aan een goedkoop maaltje eten te'helpen.
De kwestie Bc RuijterschoolTeerling.
Door den heer M. Teerling te Vlissin-
gen, die reeds sedert enkele jaren in een
proces gewikkold is met het bestuur der
Vereeniging Zeevaartscaool „de Ruyter-
school" te Vlissingen, is thans een adres
aan den gemeenteraad van Vlissingen ge
richt van don volgenden inhoud:
Zooals u bekend zal zijn, is onderge-
teekende gewikkeld in een procedure met
het bestuur der school. En ofschoon de
meeste leden deze kwestie van nabij ken
nen, moet ik beslist een kort resumé go-
ven van de verdere ontplooiing dezer zaak»
opdat u de hierna volgende vraag duide
lijk en gemotiveerd zal zijn. Immers, de
valschheid leugenachtigheid en onbe
trouwbaarheid van het bestuur in deze
zaak is u niet volkomen bekend, evenmin
als het u bekend zal zijn, dat dit bestuur
in 1924 uwen Raad in deze kwestie heeft
bedrogen op zeer laakbare wijze.
Ter zake komende kan ik u melden, dat
ik in 1916 als loeraar in Zeemanschap aan
genoemde school in dienst trad, onder de
bepaling, akte M. 'O. I. alsnog te behalen.
Omstreeks 1918-1919 gaf ik aan het be
stuur te kennen, bezwaren te hebben te
gen het hehalen van genoemde akte en
is een vorm van tuberculose. Ver
waarloost deze kwaal dus niet. Leest
wat Dr. H. VAN GRAFHORST,
arts, schrijft in zijn brochure„Wen
ken en raadgevingen bij de behande
ling van tuberculose en scrofulose"
over de gunstige resultaten verkregen
met granuline. Deze brochure, die
o.a. talrijke attesten bevat van ge-
neesheeren en genezen paiiënten.
wordt U op aanvrage, in gesloten
enveloppe gratis toegezonden door
de Pharm. Ond. Dr. J. H. VAN GRAF
HORST, Scheveningen, Alkmaarsche-
straat D 9.
i
door H. Kingmans.
34) _o_
,,'k Wil het haar toch eens vragen",
dacht Hertha. „Zij kan ten slotte maar
weigeren. 'kZou met plezier mijn eigen
kamer afstaan, maar 'k vrees, dat juf
frouw .Saaman het niet zal toestaan."
„Zie, wat u doen kunt", zeide Van
Binsbergen. „Eén berichtje en ik ben tot
uw dienst, al was het aanstaanden Zon
dag. Het geeft niets, al zijn er maar
vijf kinderen. Er komen er vanzelf meer,
let u maar op. Ik geloof met u, dat er
wat te doen is. En met de kosten komt
het wel in orde. Men wil hier wel geven.
Er is niets geen bezwaar tegen, die vrouw
Hoogeboom wat huur te betalen."
„De kosten zijn voorloopig bijzaak",
vond ook Hertha, ingelukkig, dat haar
voorstel zoo in goede aarde viel. „En
wat die huur betreft, 'kweet niet, of
vrouw Hoogeboom die hebben wil. Enfin,
dat zal ik wel zien. Wat ben ik Hanir
baar, dat ik naar hier gekomen ben!"
„En ik ben dankbaar, dat ik u helpen
kan en mag", zeide Van Binsbergen vol
vuur. Zijn oogen schitterden. „Mogelijk
geeft de Heere zegen op ons werk en
maken wij een begin met een evange-
lisatiepost. Als het zoover is, kunnen
wij op dominé rekenen?"
„Dat spreekt vanzelf. Oppervlakkig
sprekend, zouden wij kunnen zeggen: wij
huren een lokaal of houwen er een en be
ginnen. Dat kan goed gaan, maar als
regel mislukt het, naar den mensch ge
sproken. En bij een mislukking zijn wij
weg. Een Zondagsschool is een goede
hulpbrug. Door de kinderen kan men
de ouders bereiken. En dan komt men
ongemerkt van het een in het ander.
Het is pioniersarbeid, zuster. En, geloof
mij, reken op vijandschap en tegenstand.
iMaar die behoeven ons niet van 't werk af
te houden. Met onzen God kunnen wij
ten slotte krachtige 'daden doen. Ik ben
zeer dankbaar, dat wij op Zeeduin einde
lijk eens een aanknoopingspunt hebben-"
De predikant haalde oude herinnerin
gen op en troonde na eenigen tijd, de
de dames waren in een apart gesprek
geraakt, den onderwijzer mede naar zijn
studeerkamer. Kuchend verliet deze het
vertrek.
„Van Binsbergen is vriend des huizes",
lichtte mevrouw Misset Hertha in. „On
middellijk nadat wij hier kwamen, het
is vier jaren geleden, stal hij onze harten
door zijn ongekunsteld optreden, zijn
helder oordeel, vlug verstand en ondanks
dat alles zijn groote eenvoudigheid".
„Hij schijnt een kraan in het leeren",
merkte Hertha op.
„Hij leert spelend en zou verder ge
weest zijn, wanneer zijn gezondheidstoe
stand niet te wenschen overliet."
„Hij is niet sterk", zeide Hertha.
„Wat denkt ge?" vroeg de ander. „Als
verpleegster hebt ge een scherpe opmer
kingsgave".
„Die droge, schorre kuch bevalt mij niet.
Zijn gebogen houding wijst op een zwakke
borst. Ook vind ik zijn blos verraderlijk,
terwijl zijn oogen mij te onnatuurlijk
schitteren".
,,'k Heb respect voor je opmerkings
gave", zei de predikantsvrouw vol on
geveinsde bewondering: ,,'t Lijkt wel de
diagnose van een dokter".
Hertha glimlachte.
„Een "diagnose is iets anders. Ik heb
alleen verontrustende verschijnselen op
genoemd. Maar 'k durf geen ziekte te
noemen, omdat ik mij deerlijk zou kun
nen vergissen".
„En zijn vader èn zijn moeder zijn
aan t.b.a overleden" zei de ander, ais
om Hertha wegwijs te helpen.
„Ik dacht het wel", oordeelde Rertha.
„Jammer voor hem. Hij lijkt mij een emi
nente jongeman".
„Onder ons noemt dominé hem
„Da.vid", omdat hij God vreest met zijn
geheel© ziel en wezen. Hij is vol ijver en
zou ,veel meer kunnen prestoeren, dan
hij nu reeds doet, als hij niet zoo zwak
was. Maar hij draagt zijn lot met engelen
geduld. Wij hebben nog nooit een .enkel
symptoom van opstandigheid bij hem be
speurd, wat toch wel .verklaarbaar zou
zijn."
Hertha luisterde vol aandacht en kreeg
een steeds meer groeiende sympathie
voor 'den jongen man.
„Zou het wel goed zijh voor heim, dat
hij des Zondags naar Zeeduin komt? In
den winter is dat. geen werk op de fiets."
„Dan loopt 'hij wel. Houd hem niet
tegen. Hij is vol vuur en wil dat vuur
niet gedoofd hebben. En het is zeer wel
mogelijk, dat hij oud wordt".
„Het is mogelijk", peinsde Hertha over
luid, maar met twijfel in haar stem.
„Meent ge van niet?"
„Dat beweer ik niet, mevrouw. Maar de
andere mogelijkheid is even groot. Het
hangt af van zijn weerstandsvermogen."
„Dominé zegt dat ook altijd. Wij moe
ten ons wennen aan de gedachte, dat
Van Binsbergen ons voorgoed verlaten
gaat. Het is hard, maar de Heere weet,
wat goed is".
Over den afwezige kon piet meer wor
den gesproken, want hij trad het vertrek
weer binnen, op zijn gelaat den zonnigeni
glimlach en dien trek van innerlijke te
vredenheid en zielerust.
„Het regent, zuster", zei de predikant.
„Dus je gaat met de tram".
,,'k Heb het beloofd", berustte Hertha,
„maar ik ging net zoo lief op de fiets.
Het is niet ver naar het station?"
„Tien minuten".
„Ik zal even brengen", zeide Van
Binsbergen. „Wij hebben nog een half
uur den tijd".
„Doe u niet zooveel moeite voor mg1.
Ik..."
„Ik moet die richting uit en al was dat
niet zoo, dan zou het toch wel verbazend
ongalant zijn, als ik u alleen liet gaan".
Het half uur verstreek onder gezelligee
kout. Hertha had er spijt van1, dat zij
vertrekken moest, daar zij' zich volkomen
op haar gemak voelde.
(Wordt vervolgd.)