nemotoren. DE ZEEUW DE WELFSCHOEN vervangt maatwerk. jacq'plouvier Van een arm dorp, dat rijk werd itijne ;o. en. tweede blad Dp dit Blad namenten Wat er deze week voorviel HET ADRES A. WILKING Uit de Provinoie m KLIERZIEKTE lelnkenszand. toiheker, ffoon 168 tr., GOES EAU r) elke ad of selen, eigerf iland, i. 21-23 Inkenszand. Brieven uit Middelburg, x. GOES VLISSINGEN FEUILLETON. aar van 2 tot 20 wagen. Speciale ie tuinderij. Zeer schmachines enz. en, omdat zij adig heeft U 11e Verband- trumenten en Babyverzor- Bandages, als: Eau de ia's, Tanden- an uw eigen eschikking GOES f 1 soorten. Medaille'3. >ma's van de en N.C.B. VAN ZATERDAG 12 JULI 1930. No. 238. „De dood wenkt ieder pur". Aan de waarheid van .dit woord wor den we elk oogenblik herinnerd. Verkeers- en andere ongelukken zijn aan de orde van den dag en het is alleen doordat we op dit gebied afgestompt zijn, dat het on? nes niet meer treft Maar bij een mijnongeluk als Donderdag te Rausdorf bij Neurode plaats greep, schrikt men toch een oogenblik op. Het is dan ook geen kleinigheid, wat daar gebeurde. In een ondeelbaar oogenblik werden daar een 150-tal mijnwerkers, terwijl zij hun zwaar en gevaarlijk beroep uitoefen den, door den dood achterhaald. Terwijl alles rustig aan den arbeid was, trok er een wolk van vergiftigde gassen door de mijngangen en op hetzelfde oogenblik was het lot van de mijnwerkers, die geen kans hadden om 't gevaar te ontloopen, beslist. Hartverscheurende tooneelen speelden zich in de omgeving van de mijn ai, zeg gen de berichten. Geen wonder ook. Men denke zich even in, wat het moet zijn, als daar in een tbetrekkelijk kleine plaats 150 mannen niet van hun arbeid terug- keeren, als daar tientallen vrouwen plot seling tot weduwen en honderden kin deren tot weezen worden gemaakt. Ook de andere berichten, die in .de afgeloopen week in het bijzonder de aan dacht trokken, waren nu niet bepaald van aangenamen aard. In Britsch-Indië blijft het onrustig. De toestand is op dit oogenblik nog wel niet bepaald ernstig, maar niemand weet waar toe het verzet van een deel der bevolking in de toekomst leiden zal. In Engeland is het de regeering die met de handen in 't haar zit. De moeilijkheden beginnen haar boven het hoofd te groeien, en dat is te erger, omdat er vóór het te genwoordige Kabinet aan het bewind .kwam, zoo .vele en groote beloften werden gedaan, die men naar thans blijkt, niet vervullen kan. In Finland is een sterk verzet tegen het drijven van de communisten tot uiting gekomen, waarbij tevens bleek, boe groe ten omvang deze revolutionaire beweging daar reeds had gekregen. Op dit oogen blik heeft nu de Lappo-beweging de com munisten wel eenigszins teruggedrongen, maar als met deze bestrijding niet gepaard gaat een bestrijding van de re volutionaire beginselen, dan zal het resultaat op den duur heel gering blijken te zijn. Een vergelijking van Nederland met an dere landen, valt gewoonlijk niet in het nadeel van ons land uit. Dat geldt zoo on geveer van elk levensgebied. Dit neemt echter niet weg, dat bet ook bij ons niet alles zonneschijn en voorspoed is. Wij denken hierbij o.a. aan bet bericht van de Duitsche invoerrechten op boter, die, althans op het eerste gezicht voor on ze boterproductie noodlottig dreigen te worden. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST En was 't Duitschland maar alleen dat de tarieven-schroeven aandraaide 1 Maar zoo is het niet. Er zijn mooie woorden gesproken de laatste jaren over den „Geest van Genè- ve", maar de practijk n a Genève is he laas zoo, dat er weinig goeds van te zeg gen valt. Amice, Zoo is dan- het Ambtenarenreglement door den M ididel b u rgschen Raad verwor pen. Ten tweeden male staakten de stem men daarover. Bevreemdend is Ji«t dat het C.-H. raadslid Streefkerk, bij eene gewichtige stemming als deze, andermaal zijn partijgenoot Van der Feltz alleen liet staan. Overigens: liever geen ambtenaren reglement dan ©en met zooveel uit prin cipieel oogpunt onverdedigbare bepalin gen als het thans verworpene. Welis waar toonden zich de soc. dem. raads leden bereid, de eens met zooveel vuur verdedigde bepaling, waarbij aan zwan gere ongehuwde ambtenaressen verlof en vol loon gedurende zekeren tijd zou wor den toegestaan, los te laten, ten einde bet reglement er toch door te krijgen, maar de rechtschen gingen hier terecht niett op in. Voordat een nieuw oonoept reglement aan de orde komt, kan men over een en ander nog eens nadenken. De niet-socia- listisc.be raadsleden ter linkerzijde kunnen zich intusschen eens afvragen, of zij1 het heilloos pad der gelijkstelling van ge huwde ambtenaressen met sexe-genooten, die in onzen, nog in zoovele opzichten Christelijken staat het huwelijk minach ten, weder opnieuw zullen, betreden. Vo-orts kan men eens overwegen, welke de rol en de bevoegdheid van het geor ganiseerd overleg in de toekomst zal zijn. Wellicht is het raadzaam het oog te rich ten, naar wat dezer dagen in den Am- sterdamschen Raad voorvalt. Vooraf beschouwd, is merkwaardig het feit, dat Ged. Staten van Friesland, waar- in. ook twee sociaal-democraten zitting hebben, hun goedkeuring aan de begroo ting van Leeuwarden hebben onthouden, omdat die Raad besloten had, de loonen der gemeente-werklieden met f2 per week te verhoogen. Die loonen waren vastge steld in het topjaar .1921 en nimmer verlaagd. Wel waren de loonen der bouw vakarbeiders evenals andere particuliere loonen sindsdien f 7 a f 8 teruggeloopen. Ged. Staten motiveeren hun afwijzing met de overweging, dat de tijdsomstandig heden deze jaarlij'ksche hoogere uitgaaf niet toelaten, doch integendeel tot een loonsverlaging zouden moeten leiden. Zij wijzen er op, dat handel en nijverheid een tijd van druk doorleven, dat land en tuinbouw vooral het zeer moeilijk hebben, dat. bevolking en besturen in de-zen moeilijken tijd samen moeten wer ken om al worstelend boven te blijven. Zij wijzen er voorts .op, dat zulk een gef hee! ongemotiveerde loonsverhooging geen gro-otere arbeidsprestatie ten gevolge zal hebben, deswege ©en absoluut improduc tieve uitgaaf voor de gemeente is, eene verspilling in dubbelen zin, omdat men er ook mee wil prikkelen tot opvoering van de loonen in het particulier bedrijf, dus storend wil inwerken op de natuur- ljjke factoren, die het loonpeil behooren te bepalen. Vooral op dit laatste dient te worden gelet. Het is de bedoeling der sociaal democraten niet alleen de stemmen te winnen der dankbare gemeentewerklieden, doch ook van de particuliere arbeiders. Of daardoor het geheele maatschappelijke leven wordt ontwricht, komt er minder op aan.. Stemmen werven voor 1931 is de hoofdzaak. Of zij zich zelf in de grootste moeilijkheden brengen, zoo zij eens- aan het bewind mochten komen, is van min der b^teekenis. Na ons komt de zond vloed I Letten we nu op Amsterdam. Daar is overleg gepleegd tusschen het Gemeente bestuur en Georganiseerd overleg. Stuk voor stuk wist dit laatste aan B. en W. allerlei voordeden te ontwringss. Deze laatste, beducht, dat de gemeente lijke schatkist het niet kon dragen, wilden eerst niet toegeven, doch moesten. En nu komen de voorstellen in den Raad, die er nota bene niets aan mag veranderen, doch alleen het crediet kan toestaan of weigeren. In den Raad is er op gewezen, dat de concessies van B. en W. aan Georganiseerd Overleg van de Gemeente zullen vragen, in 1S31 TA ton; in 1932 12 Yt ton en in 1932 17 ton, wat wil zeggen: 6 extra opcenten op de gemeentefonds- belasting voor 1931; 10 extra opcenten op de gemeentefonds-belasting voor 1932, en 14 extra opcenten op de gemeentefonds belasting voor 1933. Voor de andere belastingen, die de ge meente te behartigen heeft, blijven er dus bij een maximum van 80 opcenten, die Amsterdam volgens wethouder Wibaut spoedig zal bereiken, dan nog maar 66 over. De enorme uitgave wordt gedaan voor in 't geheel 100.000 belanghebbenden, ter wijl er in totaal 750.000 Amsterdammers zijn en dat in een tijd van dalende con junctuur? Ongenadig werd in den Raad de slap heid gehekeld van B. en W., (waaronder 3 sociale wethouders) die zich bij het be gin der onderhandelingen in 't georgani seerd overleg op het standpunt stelden, geene veranderingen in de loo- nen toe te laten, doch die stuk voor stuk alles toegaven wat het personeel vroeg. Tenslotte werd in den Raad gevraagd: Wordt het budget der gemeente nog vast gesteld door den Raad, of hebben wij hier een niet-verantwoordelijke macht, die ons dicteert wat wij moeten doen? De Raad van Middelburg, als hij deze zaak binnenkort heeft te entameer en, zil wèl doen zich deze woorden te herinneren en de Middelhurgsche kiezers evenzeer, wanneer tegen de Raadsverkiezing van het volgend jaar weder groote roodgeschik derde borden op de pleinen der Zeeuw- sche hoofdstad worden opgericht, vol met ■beloften van loonsverhooging, vacantie- bijslag en dergelijke. Intusschen zit de soc. dem. raadsfrac tie thans in eene moeilijkheid, waarin zij zichzelve gebracht heeft. Blijkbaar 'heeft zij aan haar leden en begunstigers belof ten gedaan, die zij nu niet kan nakomen ■Geen wonder, dat dhr van der Weel zich opwond in de laatste raadsvergadering en door den Voorzitter moest worden ver maand hierover zijn mond te houden en op deze wijze niet voort te gaan. Men kan toch niet altijd voortgaan met „beloven", zonder dat eindelijk eens op nakoming dier beloften wordt aangedron gen. Wij spreken ten slotte de hoop uit, dat alle inwoners van Middelburg, zoowel de beter als de minder gesitueerden, zoowel de groothandelaars als de winkeliers; zoo wel de grootere als de kleinere ambachts lieden; zoowel de ambtenaren als de ren teniers in deze zaak eens flink zullen me deleven en zich afvragen of het voor het welwezen onzer stad wel gewenscht is, dat een aaneengesloten slagorde van vijf roo- de raadsleden, meestal geholpen door de twee vrijzinnig-democratische dames de financiën der Zeeuwsche hoofdstad op dusdanige wijze belaagt. Met vriendschappelijken groet, -t. t. METELLUS. DE NIEUWE CULTUUR IN RUSLAND. Een der idealen van het economisch plan, dat men in Rusland in vijf jaren hoopt te verwezenlijken, is "de massa keuken en de massa-voedselver- strekking. Er is daar van staatswege een centrale organisatie gesticht voor „algemeene volksvoeding", die na vele conferenties en enquêtes het vraagstuk der massa keukens op zeer breede basis heeft mee- nen te moeten oplossen. Men heeft daarvoor verschillende eco nomische, sociale en cultureele gronden. De economische grond is, dat hierdoor de voeding speciaal in de steden 9n indu- striecentra's rationeeler en veel goedkoo- per wordt. Men neemt aan, dat een arbei der 40 pet. van zijn inkomen aan voe- sel uitgeeft, dus beteekent deze massa- spijziging eigenlijk een effectieve loons verhooging, waardoor het levensniveau der arbeiders zeer verbeterd wordt. Verder is er nog een gezichtspunt van groot economisch en sociaal belang, na melijk dat de algemeene doorvoering der spijziging in massa een groote rationa liseering op het gebied der volkshuisves ting en woningbouw tot gevolg hebben zal. Men berekent officieel dat in de Sovjetunie in de laatste twee jaar voor den bouw van arbeiderswoningen lh/s milliard roebel uitgegeven is. Hiervan komt minstens 10 pet. voor bouw en inrichting van keukens. Valt dus de nood zakelijkheid van keukenbouw bij de arbei derswoningen weg, z.oo heeft men een be sparing van 130 millioen roebel. Dan wordt er gewezen op de groote beteekenis die het nieuwe plan der mas sa-keuken in het leven der vrouw hebben zal. De gemeenschappelijke keu ken is de materieele grondslag voor een werkelijk sociale en economische gelijk stelling der vrouw. Tot nu toe had de vrouw zich of geheel aan keukenarbeid etc. te wijden of naast haar fabrieksarbeid toch vele uren door te brengen met het zorgen voor de individueele gezinsmaal tijd. Denk een oogenblik in, de vrouw ont slagen van alle keukenarbeid, wat een stap vooruit naar de echte sovjetistische yrijmaking der vrouw. Hoeveel milliarden uren zoekgemaakt met keukenarbeid, ko men er weer beschikbaar voor de indu- strieele productie en cultureele ontwik keling. Aangezien Rusland voor alles een land- bouwstaat is, eischen de groote coöpe ratieve en staats-landbouwbedrijven con- seauent 'de gemeenschappelijke keuken. Dat spaart onnoodigen arbeid en verheft de gemeenschapszin der landbevolking tot het onvolprezen communistisch niveau. Eind 1927 waren in de Sovjet-unie 700 gemeenschappelij ke volksgaarkeukens, die dagelijks 550.000 maaltijden leverden. Heden worden door deze keukens 2 mil lioen maaltijden verstrekt. De staatscommissie voor de „algemee ne volksvoeding" wil nu over gansch Rus land eeu dicht net van staats-volkskeu- kens en eetgelegenheden oprichten, waar voor op het economisch vijf jaar plan 'n bedrag van 1.5 milliard roebel uitgetrok ken is. In 1927-'28 werd voor dit doel uitgegeven 10.3 millioen roebel, in 1929- '30 tot 76 millioen roebel. Voor 1930-'31 staat een post van 200 millioen uitgetrok- ken voor 1931-'32 465 millioen, en het daaropvolgend jaar meent men 750 mil lioen roebel noodig te hebben. Dan zal minstens 75 pet der arbeiders en 50 pet van hun gezinsleden deelen in de zege ningen j}er gemeenschappelijke keuken. Het zal, merkt het „Nederl. Weekbl." hierbij op, den bewusten communist wel dadig aandoen, dat de consequentie der staatsmaaltijden, de ijzeren gelijkheid in de hand werkt. Zoowel Stalin als 't hooge uitvoerend comité en de miserabe len van de straat zitten 's Maandags ge meenschappelijk aan de bruine boonen, en Dinsdags aan de erwtensoep, en het moet den eetlust wel verhoogen, dat om de gelijkheid der menschheid, de vrijheid vertrapt wordt. En wat een cultureele ontwikkeling voor de Russische huisvrouw in een huis te wonen zonder keuken en 's middags aan te zitten met een paar kinderen in de staatskeuken. Het menu is nu juist niet wat ze zelf bereid zou hebben, maar ter- wille van de kultureele overwegingen geeft ze gaarne haar speciale vrijheden prijs. Ze heeft zich ook wel gehinderd aan de banale en ongegeneerde praat van een paar kerels over zich, en zich geschaamd terwille van zichzelf en haar kinderen, maar wat zou dat men is nu eenmaal in het keurslijf der communistische eenvor migheid 'n nummer geworden, 'n staats- object, slechts één cultureel belang ken nende, n.l. den staat te dienen. Onver wacht bezoek van familie en vrienden kan de huisvrouw m ha kolteeaïe bewust wording met eaa vriendelijk gebaar var» wijzen naar de staatskeuken, die mis schien op dit ontijdige uur juist gsslston is. In elk geval geen extra rantsoen be schikbaar heeft. Een huwelijks- of ver jaardagsmaaltijd viert men in de staats- gaarkeuken. Waarom zou men zich ook meer achten als het staatshoofd Stalin, die er zelfs de H-iun^hc eu Engelsche gezant uitnoodigt om met hem te middag malen? Deze siaatskeukens beieekenen weef een nieuw stuk levensslavemij, de kleur en schakeering gaat van het volksleven af, het gezinsleven wordt ver der uiteengerukt, de jeugd groeit op tot staaiscreaturen, tot de massa, de kudde. Voor eenige godsaienstige levonsuiting is in de staatskeuken geen plaats, kan uiteraard moeilijk plaats zijn. Zoo zien wij in heel deze beweging een verarming van het leven, een schade voor de per soonlijkheid, een uiteenrukken van bet gezinsleven, en een uitdrijven van het godsdienstbesef. Ook in deze staats-keukens gullen .de communisten echter de poep wel niet zoo heet eten, als ze wordt opgeschept, en zal men uit financiëele overwegingen nog wel een paar keer moeten „blazen". Volgens hun officiëele cjjfers heeft de besparing bjj keukenlooze arbeiderswo ningen a 130 millioen, voor de centrale keukens in vijf jaar een uitgave van li/s milliard tengevolge, waarvan hoogstens één zevende der bevolking in 1933 profiteeren kan. Hoe op het einder loos uitgestrekte platteland centrale keu kens rationeel zullen kunnen werken, is ons een volslagen raadsel. Voor zoover deze theorieën werkelijkheid worden, kal het praktisch wel hierop neerkomen, dat het requireeren der landbouwproducten door de politie moet dienen om de heer- schend© sowjet-klasse en haar aanhang aan een goedkoop maaltje eten te'helpen. De kwestie Bc RuijterschoolTeerling. Door den heer M. Teerling te Vlissin- gen, die reeds sedert enkele jaren in een proces gewikkold is met het bestuur der Vereeniging Zeevaartscaool „de Ruyter- school" te Vlissingen, is thans een adres aan den gemeenteraad van Vlissingen ge richt van don volgenden inhoud: Zooals u bekend zal zijn, is onderge- teekende gewikkeld in een procedure met het bestuur der school. En ofschoon de meeste leden deze kwestie van nabij ken nen, moet ik beslist een kort resumé go- ven van de verdere ontplooiing dezer zaak» opdat u de hierna volgende vraag duide lijk en gemotiveerd zal zijn. Immers, de valschheid leugenachtigheid en onbe trouwbaarheid van het bestuur in deze zaak is u niet volkomen bekend, evenmin als het u bekend zal zijn, dat dit bestuur in 1924 uwen Raad in deze kwestie heeft bedrogen op zeer laakbare wijze. Ter zake komende kan ik u melden, dat ik in 1916 als loeraar in Zeemanschap aan genoemde school in dienst trad, onder de bepaling, akte M. 'O. I. alsnog te behalen. Omstreeks 1918-1919 gaf ik aan het be stuur te kennen, bezwaren te hebben te gen het hehalen van genoemde akte en is een vorm van tuberculose. Ver waarloost deze kwaal dus niet. Leest wat Dr. H. VAN GRAFHORST, arts, schrijft in zijn brochure„Wen ken en raadgevingen bij de behande ling van tuberculose en scrofulose" over de gunstige resultaten verkregen met granuline. Deze brochure, die o.a. talrijke attesten bevat van ge- neesheeren en genezen paiiënten. wordt U op aanvrage, in gesloten enveloppe gratis toegezonden door de Pharm. Ond. Dr. J. H. VAN GRAF HORST, Scheveningen, Alkmaarsche- straat D 9. i door H. Kingmans. 34) _o_ ,,'k Wil het haar toch eens vragen", dacht Hertha. „Zij kan ten slotte maar weigeren. 'kZou met plezier mijn eigen kamer afstaan, maar 'k vrees, dat juf frouw .Saaman het niet zal toestaan." „Zie, wat u doen kunt", zeide Van Binsbergen. „Eén berichtje en ik ben tot uw dienst, al was het aanstaanden Zon dag. Het geeft niets, al zijn er maar vijf kinderen. Er komen er vanzelf meer, let u maar op. Ik geloof met u, dat er wat te doen is. En met de kosten komt het wel in orde. Men wil hier wel geven. Er is niets geen bezwaar tegen, die vrouw Hoogeboom wat huur te betalen." „De kosten zijn voorloopig bijzaak", vond ook Hertha, ingelukkig, dat haar voorstel zoo in goede aarde viel. „En wat die huur betreft, 'kweet niet, of vrouw Hoogeboom die hebben wil. Enfin, dat zal ik wel zien. Wat ben ik Hanir baar, dat ik naar hier gekomen ben!" „En ik ben dankbaar, dat ik u helpen kan en mag", zeide Van Binsbergen vol vuur. Zijn oogen schitterden. „Mogelijk geeft de Heere zegen op ons werk en maken wij een begin met een evange- lisatiepost. Als het zoover is, kunnen wij op dominé rekenen?" „Dat spreekt vanzelf. Oppervlakkig sprekend, zouden wij kunnen zeggen: wij huren een lokaal of houwen er een en be ginnen. Dat kan goed gaan, maar als regel mislukt het, naar den mensch ge sproken. En bij een mislukking zijn wij weg. Een Zondagsschool is een goede hulpbrug. Door de kinderen kan men de ouders bereiken. En dan komt men ongemerkt van het een in het ander. Het is pioniersarbeid, zuster. En, geloof mij, reken op vijandschap en tegenstand. iMaar die behoeven ons niet van 't werk af te houden. Met onzen God kunnen wij ten slotte krachtige 'daden doen. Ik ben zeer dankbaar, dat wij op Zeeduin einde lijk eens een aanknoopingspunt hebben-" De predikant haalde oude herinnerin gen op en troonde na eenigen tijd, de de dames waren in een apart gesprek geraakt, den onderwijzer mede naar zijn studeerkamer. Kuchend verliet deze het vertrek. „Van Binsbergen is vriend des huizes", lichtte mevrouw Misset Hertha in. „On middellijk nadat wij hier kwamen, het is vier jaren geleden, stal hij onze harten door zijn ongekunsteld optreden, zijn helder oordeel, vlug verstand en ondanks dat alles zijn groote eenvoudigheid". „Hij schijnt een kraan in het leeren", merkte Hertha op. „Hij leert spelend en zou verder ge weest zijn, wanneer zijn gezondheidstoe stand niet te wenschen overliet." „Hij is niet sterk", zeide Hertha. „Wat denkt ge?" vroeg de ander. „Als verpleegster hebt ge een scherpe opmer kingsgave". „Die droge, schorre kuch bevalt mij niet. Zijn gebogen houding wijst op een zwakke borst. Ook vind ik zijn blos verraderlijk, terwijl zijn oogen mij te onnatuurlijk schitteren". ,,'k Heb respect voor je opmerkings gave", zei de predikantsvrouw vol on geveinsde bewondering: ,,'t Lijkt wel de diagnose van een dokter". Hertha glimlachte. „Een "diagnose is iets anders. Ik heb alleen verontrustende verschijnselen op genoemd. Maar 'k durf geen ziekte te noemen, omdat ik mij deerlijk zou kun nen vergissen". „En zijn vader èn zijn moeder zijn aan t.b.a overleden" zei de ander, ais om Hertha wegwijs te helpen. „Ik dacht het wel", oordeelde Rertha. „Jammer voor hem. Hij lijkt mij een emi nente jongeman". „Onder ons noemt dominé hem „Da.vid", omdat hij God vreest met zijn geheel© ziel en wezen. Hij is vol ijver en zou ,veel meer kunnen prestoeren, dan hij nu reeds doet, als hij niet zoo zwak was. Maar hij draagt zijn lot met engelen geduld. Wij hebben nog nooit een .enkel symptoom van opstandigheid bij hem be speurd, wat toch wel .verklaarbaar zou zijn." Hertha luisterde vol aandacht en kreeg een steeds meer groeiende sympathie voor 'den jongen man. „Zou het wel goed zijh voor heim, dat hij des Zondags naar Zeeduin komt? In den winter is dat. geen werk op de fiets." „Dan loopt 'hij wel. Houd hem niet tegen. Hij is vol vuur en wil dat vuur niet gedoofd hebben. En het is zeer wel mogelijk, dat hij oud wordt". „Het is mogelijk", peinsde Hertha over luid, maar met twijfel in haar stem. „Meent ge van niet?" „Dat beweer ik niet, mevrouw. Maar de andere mogelijkheid is even groot. Het hangt af van zijn weerstandsvermogen." „Dominé zegt dat ook altijd. Wij moe ten ons wennen aan de gedachte, dat Van Binsbergen ons voorgoed verlaten gaat. Het is hard, maar de Heere weet, wat goed is". Over den afwezige kon piet meer wor den gesproken, want hij trad het vertrek weer binnen, op zijn gelaat den zonnigeni glimlach en dien trek van innerlijke te vredenheid en zielerust. „Het regent, zuster", zei de predikant. „Dus je gaat met de tram". ,,'k Heb het beloofd", berustte Hertha, „maar ik ging net zoo lief op de fiets. Het is niet ver naar het station?" „Tien minuten". „Ik zal even brengen", zeide Van Binsbergen. „Wij hebben nog een half uur den tijd". „Doe u niet zooveel moeite voor mg1. Ik..." „Ik moet die richting uit en al was dat niet zoo, dan zou het toch wel verbazend ongalant zijn, als ik u alleen liet gaan". Het half uur verstreek onder gezelligee kout. Hertha had er spijt van1, dat zij vertrekken moest, daar zij' zich volkomen op haar gemak voelde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5