Berlijnsche Brieven.
Voor huis en hof.
Het Vrouwenhoekje.
Dammen.
Da verbinding GoesNoord-
Be v e 1 a n d. By Kon. Besluit van 9-4-'30
is vernietigd het besluit van Ged. Staten,
waarbij ^an J. C. Krijger vergunning is
verleend tot het onderhouden yan een
autobusdienst GoesWolphaartsdijksche
Veer. De Verkeerscommissie uit de Mid-
denstandsvereen. „Handelsbelangen" en
„De Hanze" alhier heeft zich thans met
een adres tot de Koningin gewend.
Hieraan ontleenen wij:
dat gemelde vernietiging plaats yond
o.m. uit overweging, dat slechts dan op
oen verzoek om vergunning voor een
autobusdienst op dit traject gunstig zou
kunnen worden beslist, indien mocht zijn
gebleken, van nieuwe of inmiddels aan
den dag getreden omstandigheden, welke
eene afwijking van bet -Koninklijke be
sluit van 2 Februari 1928, Staatsblad
No. 16, zouden rechtvaardigen;
dat zoodanige omstandigheden zich
thans voordoen, hetgeen blijken mag uit
bet navolgende
dat afwijzend is beschikt op ons ver
zoek d.d. 22 Mei 1930, om na aankomst
van trein 3005 tea 8.04 ure te Goes een
trein naar Wolphaartsdijksche Veer te
doen Joopen.
dat gemelde afwijzing heeft plaats ge
vonden, uit overweging o.m. dat het aan
tal vervoerde personen per dag niet hoog
is geweest, terwijl voorts in verband met
den omloop van het materieel de be
oogde trein niet in de thans geldende
dienstregeling son behouden blijven;
dat adressante meent, dat gemelde aan
gevoerde argumenten niet steekhoudend
zijn, wijl toch het personenvervoer in
derdaad van veel grooter omvang is dan
door den dienst der Exploitatie van de
Nederlandsche Spoorwegen aangegeven,
die alleen rept van per trein vervoerde
personen en niet in aanmerking genomen
heeft de passagiers van trein en autobus
te samen, daar toch gedurende den tijd,
binnen welken het gemiddelde vervoer ge
constateerd is, beide vervoermiddelen aan
wezig waren;
dat een beroep op voor dit traject min
der aanwezig zijnd materiaal naar de
meaning van ondergeteekenden niet ge
rechtvaardigd is;
dat mede in aanmerking dient te wor
den genomen, dat de verbinding op de
trein No. 3005 (8.04 uur te Goes) van
historische beteekenis is, daar deze dienst
sinds menschenheugenis onafgebroken
heeft plaats gevonden, per omnibus, en
later per autobus en deze historische lijn
de verbinding, correspondeeren.de op trein
No. 3005 8.04 te Goes, door de Nederl.
Spoorwegen 8 dagen na de stopzet
ting van den autobusdienst is
verbroken geworden;
dat bovendien door burgemeester en
wethouders van Wolphaartsdijk d.d. 4 Juni
1930 B No. 152-V-3 een verzoek is ge
richt aan de Nederlandsche Spoorwegen,
waarin eveneens op de onvoldoende
dienstregeling van de tram GoesWol
phaartsdijksche Veer wordt gewezen
dat nu èn door de getroffen maatrege
len vanwege den Dienst der Nederland
sche spoorwegen èn ten gevolge van Uwe
Majesteits besluit van 9 April 1930, No 22
met betrekking tot het traject GoesWol
phaartsdijksche Veer voor de betrokken
passagiers een zeer ongewenschte toestand
is komen te bestaan, waardoor deze per
sonen zeer veel ongerief wordt aangedaan
het adressanten voorkomt, dat alleen dan
hierin kan worden tegemoet gekomen,
wanneer het mogelijk wordt, dat op ge
meld traject wederom een autobusdienst
wordt onderhouden.
Redenen, waarom .zij Uwe Majesteit
eerbiedig verzoeken Uw bovenvermeld be
sluit te willen herzien of wel het op an
dere wijze mogelijk te maken, dat een
autobusdienst zal kunnen worden onder
houden op het traject GoesWolphaarts
dijksche veer.
Dit verlangen zullen de bewoners van
Noord-Beveland vooral, maar ook de in
woners van enkele Zuid-Bevelandsche dor
pen billijken, want de verbinding Goes
Noord-Beveland kan de vergelijking met
de wijze, waarop zij vroeger werd onder
houden, geenszins doorstaan. Dit moge
het vólgende aantoonen. Noord-Bevelan
ders, die te 9.45 te Goes den trein naar
Roosendaal willen halen, moeten thans
reeds te 7.52 van het Wolphaartsdijksche
Veer vertrekken en dan circa U/a uur
in Goes op aansluiting wachten. Des Zon
dags is de ochtendverbinding nog slech
ter. .Men kan dan uit Noord-Beveland
den eersten trein piet halen.
Indien men uit de richting 'Roosendaal
komt met den rein, die om 21.04 (op
werkdagen) en om 20.35 (des Zondags)
te Goes arriveert, kan men niet meer per
locaaltrein naar het Veer komen.
Berlijn voorheen en thans.
„Man kann in Berlin nicht spa
zieren gehn, weil einem beim Spa
zieren nichts entgegenkommt."
Deze niet zeer animeerende zienswijze
zag ik dezer dagen in een Rerlijnsch
dagblad weergegeven. Ik vond het grappig
en het werkte op mijn lachspieren, bij
booge uitzondering eens naar iemand te
luisteren, die voor Berlijn niet veel over
heeft: „men kan in Berlijn niet gaan
wandelen, want bij zoo'n wandeling komt
men niets tegen." Ik houd het niet voor
onmogelijk, dat de man, die dit stoute
oordeel neerschreef, zoozeer met zichzelf
doende is, dat hij op zijn omgeving niet
meer kan letten. Berlijn met zijn vier
millioen inwoners en de duizenden, die
hat uit alle deelen der wereld bezoeken,
zullen zich in hun oordeel allicht niet
door deze pessimistische zienswijze laten
beïnvloeden. Voor hen zoowel als voor
my is het rondwandelen in Berlijn nog
steeds de moeite waard, en mocht het
noodlot willen, dat we dezen scepticus
tegen het lyf loopen, dan zullen we in een
breeden boog langs hem heen gaan, want
een gedachtenwisseling met menschen, die
alles beter weten, heeft weinig doel.
Wat zou ik er mee bereiken, wanneer
ik dezen wandelaar van mijn balcon uit
op een iep zou wijzen, welke minstens
honderd jaar oud is? Hij zou minachtend
grinniken om de blydschap, waarmede ik
in de schaduw van dezen boom zit te
■werken. Doelloos zou het wezen, hem
naar da bloeiende kastanje te leiden, die
voor het onlangs voltooide stadhuis van
Zehlendorf prijkt. Wat hebben al die oer
oude boomen met Berlijn uit te staan?
zou hy ongetwijfeld vragen en in den
grond der zaak zou hij nog gelijk krij
gen. Niettemin zijn er nog andere men
schen naïef genoeg, om trotsch te zijn
op het behoud van oude boomen en zoo
veel andere dingen, die het stedelijk
schoon verhoogen. Dat bleek dezer dagen,
toen volgens een verordening der politie
op aandringen der bewoners een wilg in
do Marienfelde niet werd geveld.
Ge kunt dien machtigen boom bewon
deren oostelyk van de Berliner Strasse,
aan den Königsgraben, daar staat hij
met zijn omvang van ruim zes en een
halve meter, 22 meter hoogte en 2 meter
in doorsnede. Ik las in de kroniek van
Marienfelde dienaangaande: op een goed
was een knecht werkzaam, die door zijn
vromen levenswandel den hijnaam „pro
feet" kreeg. Toen hij op hoogen leeftijd
zijn einde voelde naderen, .'plantte bij
aan den Königsgraben zijn dikken stok
neer, die hem zooveel jaren goede dien
sten bewezen had. En gelijk in de Tann-
hauser-sage de pelgrimstaf als een won-
derteeken van den Almachtige opbloeide,
ontsproot uit den staf van dezen eenvou-
digen knecht de wilg, dien velen bewonde
ren. Ge had de opschudding moeten mee
maken ,toen door de uitbreiding van den
ondergrond verleden jaar in Tempelhof
een stevige kastanje neergehaald moest
worden Ter vergoeding en kalmeering
liet men een even imposante kastanje
op den Dreifaltigkeitskirchhof onaange
raakt, zoodat de Bergmannstrasse nog lie
den een boom heeft, om trotsch op te
wezen. Kunstenaars van naam hebben
de oude platanen vereeuwigd, die ge in
het slotpark te Niederschönhausen, waar
eenmaal de gemalin van Frederik den
Groote resideerde, kunt bewonderen en
mocht het u aantrekken, eens het fami
liegraf der Humboldt's te bezoeken, dan
zult ge in het park van Tegel de grootste
linde van Gross-Berlin ontdekken. Deze
weinige boomen uit den goeden, ouden
tijd winnen aan beteekenis, nu haast
overal de straten wegens het sterk
toenemende verkeer verbreed moeten
worden. Den omvang van deze radicale
wijziging in het stedelijk schoon werd ik
me pas bewust, toen ik in Witzleben een
tentoonstelling bezocht, welke een origi
neel karakter draagt.
Van eind Mei tot begin Augustus kunt
ge in de verschillende hallen van Halen-
see een expositie van het Berlijnsche
Messe-Amt bezoeken, welke u een vrij
duidelijk beeld van het oude Berlijn
geven. Onder leiding van dr Stengel, den
directeur van het Markische Museum en
een staf van voortreffelijke medewerkers,
werd in zes enorme zalen om den Funk-
turm heen alles gegroepeerd, wat met de
betrekkelijk jonge historie der stad Berlijn
samenhangt. Men ziet, hoe uit de vesting
van de 18e eeuw een stad groeit, die zich
in den loop der 19e eeuw over verschil
lende dorpen langs de Spree uitbreidt.
Deze krans van dorpen groeide tot een
serie districten, welke saamgevat werden
tot Gross-Berlin. Wat Zille zoo voortref
felijk teekende, het volksleven, den kern
der wereldstad, vindt ge hier in allerlei
vorm weergegeven. Berlijn, zooals het
weent en lacht, kunt ge ontmoeten, het
oorspronkelijk leven in de volksbuurten,
de zeden en gewoonten der "beter gesitu
eerden, het reizen per postwagen en om
nibus. 0
Het cultureele leven uit vroeger tijden
ftoovert 'men u voor, de stamtafel der
honoratioren geeft u een beeld van het
ontstaan en den groei van musea, uni
versiteiten, theaters, bibliotheken en zoo
vele andere instituten van cultureele be
teekenis. De historie der tallooze kerken
wordt niet vergeten. De velen, die tot de
uitbreiding en verfraaiing der stad hebben
bijgedragen, worden gemeld en het is
een genot, al deze scheppende handen
in uw verbeelding te zien herleven.
Men voert u in de Brüderstrasse om
streeks 1800, op den achtergrond ziet
ge het huis der familie Nicolai, waar de
society verkeerde en op den achtergrond
ontdekt ge de Petri-kerk. Langs de Paro-
cihialstrasse leidt men u naar de Nicolai-
kerk en omstreeks 1830 woonden hier
de handwerkers van het meest uiteen
loopend bedrijf: timmerman, schoenmaker
kopersmid, slager, bakker, zadelmaker,
kapper en ge kunt het meesterstuk der ge
zellen bewonderen. Ge kunt de herberg
binnenwandelen, waar men ook lang gele
den reeds een „guten Tropfen" niet ver
smaadde en onze tijd komt u nuchter
voor, wanneer ge ziet, voor hoeveel ge
zelligheid men toen nog zin en gelegen
heid had. Zelfs de zin voor het poëti
sche ontbrak niet. De eerzame slager
wilde niet voor een moordenaar gehouden
worden, door wiens wreedheid we karbo
naden en ossenbief kunnen verteren. De
slagersgezel Johann Gottlieb Scheyde tee
kent het lam als een zinnebeeld van den
vrede, waardoor de christen zich van
andere volken onderscheidt en houdt vast
aan dit symbool als een bewijs „dat wij
slagers, ook al bestaat ons beroep in
dooden en bloedvergieten, Toch tegen
over onze medechristenen zachtmoedig,
tegenover onze vyanden tot verzoening
bereid zijn. Kijk, iedere os is een weer
gave van mannelijkheid, waarmede wij
voor niets in ons beroep terugdeinzen,
maar de os aangrijpen en dooden, waar
van het vleesch aan de menschen tot
voeding en onthaal kan dienen."
Als tegenstelling tot het handwerk
noem ik u de aristocratie en de burger
lijke intelligentie. Vier groote legeraan
voerders leven nog in den vorm van ge-
denksteenen boven den gevel van oude
Berlijnsche huizen voort. Als eereburger
ziet ge vermeld op den Pariser Platz 3
graaf Wrangel en als gouverneur van Ber
lijn ontdekt ge in de Oberwallstrasse 4a
Neithart von Gneisenau. De overwinnaar
van Fehrbellin staat gegrift boven de
zaak van Leineweber aan de Kölnische
Fischmarkt en de oude huzarengeneraal
von Ziethen troont boven de deur van
Koehstrasse 62. Vijf kanseliers werden
voor het nageslacht genoteerd in dui
delijke letters, Weinleben en Distelmeier
uit iden tijd der keurvorsten, de 16e eeuw,
graaf Carmer als groot-kanselier uit den
tijd van Frederik den Groote, natuurlijk
ook vorst Bismarck en zijn opvolger Ca
pri vi.
Van het oude Berlijn uit de 17e en 18e
eeuw zijn helaas weinig huizen overge
bleven. De deftige huizen, gebouwd door
den Hollandschen architect Nering, zijn al
lang afgebroken. Slechts op teekeningen
en etsen kan men ze nog weerzien en
bewonderen. Daaruit kunt ge afleiden,
hoe het er vroeger in de Kurstrasse
Spandauerstrasse en aan den Mühlen-
damm heeft uitgezien.
Van bijzondere charme is een. muziek
salon, waar de wandbekleeding motieven
uit de toenmalige muziekwereld aanwijst;
het geheel doet aan de Voltaire-kamer
in Sanssouci denken. Zeldzaam oud-Ber-
lijnsch porcelein staat op met de hand ge
sneden zuilen.
De Berlijnsche, eertijds Koninklijke Por-
zellanmanufaktur is rijkelijk vertegenwoor
digd. In sierlijke vitrinen kunt ge het
eerste Berlijnsche poroelein uit 1751
1763 bewonderen. Den invloed van Frede
rik den Groote kunt ge volgen, fraaie
tafelserviezen onder Franschen invloed.
Berlijnsche typen in porcelein, historische
medailles, plastiek uit den tijd van Scha-
dow en koppen met Hohenzolleni-por-
tretten worden getoond.
Het ernstige en het vroolijke, het voor
name en het eenvoudige, het tragische
en het komische, alles wordt u 'hier ge
boden. Dit alles ligt goeddeels nog in een
tijd dien we uit onze .jeugd bij overleve
ring of uit persoonlijke herinnering en
ervaring nog kennen. Dat verhoogt de at
tractie en al voelt ge bij dit alles hoogst
waarschijnlijk, dat Berlijn niet een stad is
met een ver verleden dit doet niets
af aan het feit, dat een bezoek aan deze
origineele tentoonstelling u menig vroolijk
of leerrijk oogenblik bereiden kan.
Zomer in den tuin,
In den bloementuin viert thans de zo
mer hoogtij al is de kalender het daar
dan officieel nog niet mee eens. Dagelijks
vermeerdert de bloemenweelde en al ons
streven dient er dan ook op gericht te zijn
den tuin in volkomen overeenstemming
te brengen met al het moois dat Flora's
kinderen ten toon spreiden en om deze
bloemenpracht zoo lang mogelijk te doen
duren. Zoo heel erg moeilijk is dit niet,
schoffelen, harken en het wieden van on
kruid, het geregeld begieten, tenzij de re
gen ons deze taak uit handen neemt,
brengt ons reeds een heel eind.
Naast deze noodige en nuttige werk
zaamheden dienen we tevens de uitge
bloeide bloemen in 'toog houden en ze
steeds zoo spoedig mogelijk verwijderen.
Uitgebloeide bloemen zijn uitgesproken
leelijk, hun kleuren verschieten en geven
aan het geheel een leelijk aanzien (niet
het minst is zulks bij de rozen het .geval.
Komen door het uitbloeien open plek
ken in den border, dan worden deze
zoo mogelijk met andere planten aange
vuld. Alleen op deze wijze en door al
deze kleine zorgen, waar zooveel van af
hangt, kunnen we voorkomen dat de tuin
reeds vrij spoedig een half herfstachtig
aanzien krijgt.
Het aanbinden behoort eveneens tot
deze reeks van kleine zorgen. "Aanbin
den is een heel eenvoudig werkje,, een
kind moet het kunnen doen, doch in
do practijk wordt er vaak tegen gezondigd.
Doet dit zoodanig dat de te gebruiken
stokjes zoo min mogelijk opvallen en
zorg vooral dat het uiterlijk der planten
los en ongedwongen blijft. Dus niet hier
een stevige stok neerplanten en daaraan
verschillende scheuten vastbinden, waar
door ze meer op takkebosschen dan op
planten gaan gelijken.
Het "bezit van een tuin is een bron
van genot doch daarnaast een van voort
durende zorg. Er is altijd wat te doen, elk
gewas, het eene meer, het andere minder,
heeft zijn vijanden, die, zoodra ze in groo-
ten getale verschijnen, maar al te vaak
den ondergang der planten veroorzaken.
Tracht liever te voorkomen dan te ge
nezen, houdt alle schadelijke rakkers
voortdurend in de gaten en grijp steeds
zoo spoedig mogelijk in waar zulks wordt
vereischt. Het is een kleinigheid iederen
dag alles even grondig te inspecteeren,
het is een inspanning die ontspannend
werkt en men wordt nimmer op onaan-
aangename wijze overrompeld.
In de tweede helft van deze maand be
ginnen reeds weer de zorgen voor de
tweejarige bloemzaden. We zaaien deze
op een beschaduwd plekje, houden de
grond Tochtig, daar anders het zaad by
droog weer ongekiemd in den grond
blyft liggen. In den nazomer worden de
plantjes verspeend op een iets zonniger
plekje. Ze zjjn dan in den herfst tot flinke
planten uitgegroeid, zoodat ze op de per
ken gebracht kunnen worden, waar ze
't volgend jaar zullen bloeien. Alvorens
te gaan zaaien eerst flink spitten, daarna
flink met de hark er over en zoo noodig
gieten. Daarna luchtig en niet te dik
zaaien en "hierna het gezaaide met een
dun laagje fijne gezeefde aarde bedekken,
waarna de grond nogmaals voorzichtig
wordt aangegoten.
Mooie en aanbevelenswaardige twee
jarige gewassen zijn Silenen, Muurbloe
men, Judaspenningen, Campanula Me
dium, Vingerhoedskruid (vergiftig), ge-
vuldbloemige Stokroos, Roode Ridder
sporen, Papaver nudicaule, enz. enz.
Iedere handelaar kan op dit gebied
een overvloed van keus bieden, zoowel
qualitatief als quantitatief. Voor een paar
dubbeltjes een tuin vól bloemen, zoodat
dit binnen ieders bereik ligt.
Asperges.
Deze weken, zoo lezen wij in „Voeding
en Hygiëne", zijn de asp erge-weken; als
we nu geen asperges eten zullen we weer
voor een jaar "het genot van verscihe as
perges moeten missen.
Als de prijs billijk is, dan zal menigeen
het met dien raad wel eens zijn.
De prijs van de asperges is inderdaad
op het oogenblik niet hoog. Men kan,
zeker als men zich tevreden stelt met
tweede kwaliteit, tegen behoorlijken prijs
asperges koopen. Tweede qualiteit asper
ges zijn b.v. de z.g. blauwen, dat zijn
asperges waarvan de koppen niet blank
zijn, maar ©enigszins blauw zijn gekleurd.
Bij het koken verdwijnt de blauwe kleur
wanneer de verkleuring nog niet héér
erg is. Verschil in smaak is dan ook
nog niet te proeven. Er is dus niets
tegen om asperges met blauwe koppen
te koopen.
Het asperge-gerecht in ons land is
een schotel slierasperges met gewelde
boter- 'harde eieren en nootmuscaat.
Boter en eieren kunnen worden vervan
gen door Hollandsche saus. Ook daar
van zijn de ingrediënten in hoofdzaak
boter en eieren, maar de bereiding heeft
er een geheel ander, fijner, gerecht van
gemaakt.
De slierasperges kunnen pok met kaas
saus in den oven worden gegratineerd.
Voor koude schotels zijn „ze geschikt,
want met mayonaisse of ravigottesaus,
wat tomaat en sla als garneering, geven
slierasperges een mopi voorgerecht of
tusschengerecht.
Dunne asperges, kromme en andere
exemplaren, die niet mooi genoeg zijn
voor slierasperges, worden gebruikt om
te stoven. Zij worden met een roomsaus
of, eenvoudiger met een mèlksausje en
wat nootmuscaat opgediend. De mooiste
stukken uit deze stoof-asperges de pun
ten, kunnen dienst doen als vulling van
groote en kleine omeletten. Een eier
koek met gehakte ham en punt-asperges
is een mooi voorgerecht of een goed
lunchgerecht, al of niet afgemaakt met
room en ei, met wat aspergepunten .ge
vuld, is ook van versche asperges héél
wa.t lekkerder dan van ingemaakte. Nu
ze er versch zijn, moet men er dus van
profiteeren, want de tijd, dat er versche
asperges zijn is kort. Na den langsten
dag worden ze schaarscher en ook duur
der en een week of tien dagen na dien
dag zijn er zoo ongeveer geen versche
asperges meer te krijgen.
Enkele recepten.
Aardbeien jam. Op 1 Ki.G. aard
beien 6 ons suiker en het sap van één
citroen. De aardbeien schoonmaken, voor
zichtig wasschen, 'fijnkneuzen met een
houten lepel, vlug laten koken tot een
deel van het vpcht verdampt is.
Dan suiker bijvoegen, vlug inkoken (nu
en dan roeren om aanzitten te voor
komen) tot jamdikte. Na bekoeling mogen
een paar druppels op een bord gestort,
niet meer uitloopen. De jam op smaalt
afmaken met citroensap en zoo heet mo
gelijk overdoen in heel zuivere potjes.
Na bekoeling een vet papier, gedrenkt
in zuiveren alcohol, op de jam leggen
en de potjes afsluiten met een vochtig
perkamentpapier of met schroefsluiting.
Rijst met rabarber. Benoodigd
2 ons d.i. 2 kopjes rijst, 1 hos rabarber,
6 kopjes water, iets zout, IV2 ons, d.i.
12 afgestreken lepels suiker, 1/2 thee
lepel zuiveringszout.
Wasch de rijst, zet ze op met het
water en het zout, snijd de rabarber in
stukjes, wasch ze en voeg ze bij de rijst,
wanneer deze 5 minuten gekookt heeft.
Kook de rijst verder op een zacht vuur
zonder roeren gaar '(1/2 uur). Roer voor
het opdoen voorzichtig rijst, rabarber, zui-
veringzout en suiker dooreen.
Heeft men een oven, dan kan alles
in een vuurvast schoteltje gedaan wor
den. Strooi bovenop een mengsel van
suiker en fijne kaneel. Leg hier en daar
boter en laat er in de oven een bruin
korstje op komen.
Hangop. 4V2 L. karnemelk, 6 be
schuiten, suiker. Bereiding: Doe de kar
nemelk in,een kussensloop en hang deze
op of leg in een vergiet een doek en
giet daar karnemelk in. Zet er een kom
onder om het vocht, dat er uit komt,
op te vangen. Schep af en toe het dikke
gedeelte .pit de doek, ga zoo voort tot
ze volkomen is uitgelekt. Presenteer er
suiker en beschuiten bij; is de hangop
te zuur, roer er dan wat melk door.
Ent lampekap opfrlnohen.
Wie rijden lampekappen wil opfrissehen
kan het eens probeeren met een bijna
koud zeepsopje, gemaakt van Venetiaan-
sche-, gal- of ammoniakzeep. Als de rij
eerst pen kwartiertje is geweekt in wa
ter met zout of water met azijn en zout,
wascht men ze vlug in het zeepsop en
laat vooral meerkleurige zijde er 'niet
lang in staan. Naspoelen in ruim koud
water, daarna te drogen hangen.
Dit geldt voor kappen, waarvan de zij
los zit of gemakkelijk kan worden los
getornd. Heeft men een strakgespannen
kap, waarvan het loshalen en weer in
elkaar zetten veel tijd en moeite rou
kosten, dan kan men in de meeste geval
len de schoonmaakkuur bewerkstelligen
met proppen watten en zeer lauw zeep
sop. Als koord en franje kleurecht zyn.
mogen ze gerust blijven zitten.
Inplaats van zeepsop kan men ook
lauw water gebruiken, waarin nen klein
scheutje ammoniak is gemengd. Twijfelt
men aan de echtheid der kleuren, dan
late men liever de lampekap chemisch
reinigen. Het is niet aan te raden, een
bekleed ijzeren geraamte met zij en al in
het water te stoppen. Alleen als het
metaal roestvrij is, is men er zeker van,
de lampekap op die manier niet te be
derven.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Oplossing probleem No. 143.
Auteur: J. Rendering, Amsterdam.
Stand.
Zw. 15 sch. op: 4, 7. 8, 9, 11, 13, 15, 16,
17, 19, 21, 26, 34, 38 en 41.
Wit 13 sch. op: 18, 20, 22, 24, 27, 28, 30,
32, 37, 39, 43, 46 en 49.
Oplossing.
Wit: 30—25 28—23 37—31 43X1 46X6
49X38 25X34.
Zw.: 19X30 17X19 26X28 13X31 34X43
15X24.
Oplossing probleem No. 144.
Auteur: J. Daane, Zoutelande.
Stand.
Zw. 10 sch. op: 2, 4, 8, 9, 12, 14, 16, 20,
31 en 45.
Wit 9 sch. op: 11, 17, 25, 28, 32, 39, 42
tot 44.
Oplossing.
Wit: 39—34 34-30 42-37 32—27 43—38
4440 30X10 25X1.
Zw.: 16X7 12X21 31X42 21X23 42X33
45X34 4X15.
Oplossing probleem No. 145.
Auteur: A. Wind, Eindhoven,
Stand.
Zw. 7 sch. op: 7, 8, 9, 19, 25, 30 en 37.
Wit 7 sch. op: 29, 32, 33, 39, 40, 41 en 49.
Oplossing.
Wit: 33—28 28—23 23X1.
Zw.: 37X46 46X35.
Oplossing probleem No. 146.
Auteur: A. Knol, A'dam.
Stand.
Zw. 10 sch. op: 6, 8, 9, 10, 13, 18, 19,
32, 33 en 38.
Wit 9 sch. op: 17, 22, 24, 25, 27, 29, 30,
34 en 40.
Oplossing.
Wit: 17—11 25-20 30-25 40—34 34X5.
Zw.: 6X28 32X21 19X39 33X15.
Oplossing probleem No. 147.
Auteur: J. Metz, A'dam.
Stand.
Zw. 11 sch. op: 1, 5, 7, 8, 10, 13, 18, 25,
29, 33, 39 en dam op 48.
Wit 12 sch. op: 14, 17, 20, 21, 22, 24,
27, 28, 31, 37, 41 en 47.
Oplossing.
Wit: 37—32 17—11 47—42 22-17 32X3
3X19.
Zw. 10X30 48X6 25X14 6X38 33X22.
Goede oplossingen.
Ontvangen van: J. Daane (alle nos) te
Zoutelande; S. Blaas (nos 143/146), A.
Verhage (nos 143/146), P. de Visser (nos
143/146),allen te Aagtekerke, J. Geelhoed
(nos 144/146), te Zoutelande, J. Huissoon
(alle nos), P. Boone (alle nos), A. Deur-
loo (nos 143/146), allen te Nieuwdorp.
Probleem No. 149.
Auteur: J. de Lange, Harderwijk.
6
16
26
36
46
15
25
35
45
Zw. 10 sch. op: 4, 5, 9, 12, 13, 16 tot
19, 28 en dam op 45.
Wit 12 sch. op: 20, 24 tot 27, 29, 30, 39,
42, 43, 44 en 48.
Wit speelt en wint.
Oplossingen binnen 8 dagen na laatste
plaatsing in elke maand.
Correspondentie.
J. D. te Z. Een zeer goede opmerking.