DE ZEEUW
WSfF* DE WELFSCHOEN verdeelt de lichaamszwaarte over de geheele voetzool, jacq/plouvier lul*™
TWEEDE BLAD
Bij Scheren
Zoeklichtjes
KLIERZIEKTE
Wat er deze week voorviel
Brieven uit de Oost.
In elke huishouding is dit nieuwe snelwerkende
reinigingsmiddel© met enthousiasme ontvangen.
Onontbeerlijk voor het afwasschen van vaatwerk,
lepels, vorken, messen enz. Het is merkwaardig,
hoe vet, saus- en etensresten in een ommezien
verdwijnen. Alles blinkt weer als nieuw!
Ook onmisbaar voor alle voorwerpen van glas,
kristal, porcelein, metaal, steen, tegel, marmer, hout,
enz. Het werkt bovendien desinfecteerend en is
absoluut reukloos, hetgeen een groot voordeel be-
teekent boven 't gebruik van zeep, zeeppoeder, enz.
Eén eetlepel
op 10 Liter (eenl
lemmer) water-I
FEUILLETON.
Niet door eigen kracht
YV C/VOVyAiO"
werp tot herziening van de Gemeente
wet is een beslissing genomen, die be
treurd moet worden. De mogelijkheid is
n.L dat ^>3 b6-
noehid kunnen wn^ni tot burgemeester.
Ingrijpende veranderingen zullen hier
van wel nisi -ïbi gevolg zijn. Het zal
t t j r»*v,w> w> rr '1 vv''** C-yroi"-^*
tot. burgemeester wordt benoemd. En als
dat een enkele maal gebeurt, dan zal
dat wel niet tot rampen aanleiding ge
ven.
Zoo bezien is deze beslissing niet van
zoo heel veel belang. Maar ze is het
wèl als we letten op het beginsel, dat
hierbij tot uiting kwam, n.l. het drijven
om de vrouw te brengen op een andere
plaats dan waar ze naar Gods bestel ge
zet is.
Intusschen en 't is wel goed daar eens
óp te letten zien we hier weer een
van de gevolgen van het verbreken van
de rechtsche samenwerking.
Was die samenwerking gebleven, dan
had men van A.-R. zijde invloed kun
ncn uitoefenen op de R.-K, Kamerfrac
tie. Nu was dat niet het geval. Men
stond nu over en weer vrij, met het ge
volg, dat met de A.-R. wens chcn in dit
opzicht niet gerekend werd.
Zoo blijkt telkens weer, dat zij, die in
November 1925 zoo hard juichten, toch
wel wat voorbarig zijn geweest en dat het
de linksche partijen zijn, die tenslotte
van 't uiteengaan der rechtsche groepen
profiteeren.
OPMERKER.
is een vorm van tuberculose. Ver
waarloost deze kwaal dus niet. Leest
wat Dr. J. H. VAN GRAFHORST,
arts, schrijft in zijn brochure: „Wen
ken en raadgevingen bi] de behande
ling van tuberculose en scrofulose"
over de gunstige resultaten verkregen
met granuline. Deze brochure, die
o.a. talrijke attesten bevet van ge-
neesheeren en genezen paiiënten,
wordt U op aanvrage, in gesloten
enveloppe gratis toegezonden door
de Pharm. Ond. Dr. J. H. VAN GRAF
HORST, Scheveningen, Alkmaarsche-
straat D 9.
lucht zit", en uit alle oorden van de
wereld' vangt men woorden of muziek op.
En aan al dat „radio-gedoe" doet ook
Ned.-Indië mee. Het neemt er zelfs een
'eerste plaats bij in. Hoilandsch vernuft,
onder leiding van den reeds overle
den heer De Groot, voor wien kort
geleden een monument onthuld is,*) heeft
hier op de belling van. den Malabar
een radio-„burcht" neergezet, die er zijn
mag en die voor vele wereidlijnen een
onmisbare schakel is.
Huldo aan deze wereldveroveraars, die
onder 'Gods bestuur zulke dingen tot
stand brachten 1
Dit monument, dat onder groote be
langstelling door den G.-G. onthuld is,,
bestaat uit een grooten aardbol, met aan
twee tegenovergestelde zijden een levens
groot beeld, dat het oor te luisteren legt
naar wat aan de andere zijde gesproken
wordt. Aan den eenen kant staat geschre
ven in groote gouden letters:
,,'t Scheppend genie van De Groot ver
bond trots d' oorlogsbezwaren Nederland
en Indië, zoover uiteen, door den tril
lenden aether"
terwijl de andere helft het opschrift
draagt:
„Eenzaam in trotsche natuur ligt zijn
schepping op Malabars steilte, 't Woord
harer machtige stem klinkt door tot da
einden der aardéffl.
B. G
VAN
ZATERDAG 17 MEI 1930. No. 192.
In de afgeloopen week is een groot
man van ons heengegaan. Mr P. J. Troel
stra, jarenlang de bezielde en bezielende
leider van de S. D. A. P„ is na een
lang en smartelijk lijden gestorven.
Mr Troelstra was een groot man. Hij
had groote gaven ontvangen, gaven, die
hij niet gebruikt heeft om zijn eigen be
langen te dienen, maar voor de ver
wezenlijking van zijn socialistische idea
len. Staande bij het open graf van dezen
grooten Nederlander willen wij niet ver
geten, dat hij was een vurig bestrijder van
de Christelijke beginselen en de Christe
lijke partijen, maar wij willen ook den
ken aan de grootsche wijze waarop hij
streed voor wat in zijn oogen rechtwas
en wat naar hij meende alleen geluk en
welvaart voor de massa kon brengen.
Terwijl de Eerste Kamer de Indische
begrooting behandelde, heeft de Tweede
Kamer zich bezig gehouden met de her
ziening van de gemeentewet, waarbij o.a.
'n nadere regeling voor samenwerking van
gemeenten tot stand kwam.
Van groot belang is zeker wel de
Donderdag gepubliceerde regeling van de
verdeeling van "dien radio-zendtijd. Het
strekt ongetwijfeld tot voldoening, dat
onze Christelijke Radiovereeniging hierbij
op voet van gelijkheid werd behandeld en
dat zij bij de verdeeling het volle pond
kreeg.
Er is toch een en ander veranderd
in ons landl
Intusschen blijkt hieruit, hoe noodza
kelijk het is dat het Christelijk volksdeel
voor zijne rechten opkomt en blijft opko
men.
Er wordt nu met de belangen van de
N.G.R.V. gerekend, maar alleen omdat
deze organisatie zich heeft doen respec
teeren en onvermoeid voor hare rechten
bet pleit heeft gevoerd.
Als we onzen blik richten naar het
buitenland, dan zien \^ij allereerst de
groote wereld-tentoonstelling te Antwer
pen waar dezer dagen het Nederlandsche
paviljoen werd geopend. Het stemt tot
blijdschap, dat naar het algemeen ge
voelen, ons land in deze omgeving een
goed figuur maakt.
Zien we verder om ons heen, dan zijn
het in 't bijzonder de gebeurtenissen in
Britsch-Indië die de aandacht trekken en
waarvan nog niemand kan zeggen welke
gevolgen ze zullen hebben.
Oogenschjjnlijk is het daar vrij rustig
en heeft de Regeering niet veel moeite
om den toestand te beheerschen. Maar
dat zegt nog niet veel. Want het smeult
overal en 'de groote vraag is slechts
of het bij smeulen zal blijven, dan wel
of de vlammen van het oproer straks
naar alle kanten zullen uitslaan. Is het
laatste het geval, dan staan ons nog ern
stige tijden te wachten. 1
Gelukkig dat ook deze dingen in God?
hand zijn I
IV.
Ergens in Zuid-Amerika ligt de stad
Rio de Janeiro.
Hier, op Java de stad Bandoeng.
Niets meer of minder dan 24.000 K.M.
afstand 1
En tochI
„Hallo", klonk het uit de studio in
onze bergstad.
„Ja, met De Lange," was het antwoord
uit Zd-Amerika.
„Hoe laat heeft u het, meneer De
Lange?"
„Tien voor elf in den morgen."
„En hier is het tien over elven in den
avond."
Dit zijn enkele vrij aangehaalde woor
den uit het dezer dagen tusschen beide
bovengenoemde plaatsen gevoerde tele
foongesprek, bij de opening van den
dienst op Rio de Janeiro.
Afstanden? Zeker, onze Oost ligt ver
weg. Een maand varens. Ook de ver
schillende deelen van den archipel lig
gen ver uit elkaar, verder dan in ons
kleine en vlakke land vaak gedacht wordt.
Maar de moderne mensch kent geen
afstanden meer. Heel doodgewoon vraagt
men iemand uit Amerika, hoe laat het
is, hoewel de afstand zoo groot is, dat
er maar eventjes twaalf uur 20 minuten
tijdsverschil blijkt te bestaan. Gesprek
ken met Holland en overige landen van
Europa zijn al heel gewoon "geworden.
Leverde dat ook wat sensatie in 't begin.
geen stukgaan en pijn meer en ook geen na-
schrijnen der huid, als men vóór het inzeepen
de huid even inwrijft met slechts een weinig
Doos 30,60, Tube 80 ct. PUROL
nu vindt ,men dat al heel normaal. En
niet alleen gesprekken worden er gevoerd.
Als de Kroonprinses promoveert hooren
wij haar hier in onze huiskamer spreken I
Zelfs is het nog niet zoo heel lang gele
den, dat we het autogetoeter op de Am-
sterdamsche straten hoorden, alsoj we er
bij waren; het loven, bieden en schette
ren van de Joodsche marktkooplui klonk
ons als een oude bekende in de ooren,
terwijl ook de carillonbespeling er het
zijne toe bijdroeg ons in het volle hoofd
stedelijke leven over te plaatsen, al was
het dan in gedachten I
Ook de bijna dagelijksche Phohi-concer-
ten uit Huizen zijn ons zeer welkom.
Even luisteren wat er zooal „in de
Een eetlepelop 10 liter I emmer
heet water - een uitgave van nog geen
cent - is voldoende.
Prijs iIS Cent per pakje
Een product van de Perail-fabrieben.
Eeltig Importeur t S
E. Ostennann Co'i Handel Mij., N.V. Amsterdam.
door Annie Lucas.
77) o—
Allan's eerste gang was naar het tele
graafkantoor. „Kom onmiddellijk te huis.
Ik moet u spreken", seinde hij aan Mur
ray. Daarop begaf hij zich naar het
station. Maar daar had men niets van
Cecil gezien. Hij had dit ook niet ver
wacht. Cecil had slechts een valies bij
zich gehad, en zou zeker den vroegen
trein aan een volgend station genomen
hebben, ten einde zijn spoor te doen
verliezen.
Allan legde dien morgen slechts zijn
hoogst noodige visites af, en ging toen
met zijn rijtuig naar al de stopplaatsen
van den trein, die Cecil te voet had kun
nen bereiken. Maar nergens was eenig
spoor van den vluchteling te ontdekken.
«.Gaat gij weer uit, Allan? was Marga
rets uitroep toen de treurige dag bijna
voorbij was. Zij kwam juist van boven,
waar zij alles voor Ella tegen den nacht
in orde had gbracht, in de hoop nog even
rustig met hem te kunnen spreken, toen
zij zag dat hij zijn overjas aantrok."
„Slechts even naar het station, om te
zien of Murray met den laatsten trein
meegekomen is. Heb ik u niet gezegd,
dat ik vanmorgen om hem getelegra
feerd heb?"
„Neen", antwoordde zij verwonderd. En,
toen Allans ooge de hare ontmoetten,
riep zij uit: „O Allan, gij denkt toch
niet
Dof en bitter klonk het antwoord.
„Dat Cecil den diefstal beging, waarvan
ik in mijn dwazen waan Murray beschul
digd heb? Ja, Margaret, dat denk ik".
Na dit gezegd te hebben, ging hij heen,
terwijl zij bleef staan als het toonbeeld
van droefheid en schrik.
Murray kwam met den laatsten trein,
en hij bracht, helaas de bevestiging van
hun ergste vrees.
Cecil héd het. geld genomen. Verleid
door den heimelijken invloed van Ber-
ecitram Hayes, en den openlijken aan
drang van zijn andere kennissen had hij
zijn, aan Margaret gegeven woord, ge
broken en was gedurig, nadat allen zich
ter ruste hadden begeven, het huis uitge
slepen. zijn weg nemende door het vens
ter van de studeerkamer.
Hij ,ging om kaart te spelen en te
drinken op de kamers van Bertram Hayes
wiens hospita ct niets 'tegen had, dat
jongelui eens plezier hadden mits zij er
ruim voor betaalden. Opgewonden en
luchthartig als hij was, verloor Cecil spoe
dig zijn kalmte, 'en eindigde met hoog
en roekeloos te spelen. Geen wonder, dat
hji weldra schulden maakte, en in groote
moeilijkheden geraakte. Tevergeefs "had
Murray, dien hij had weten over te halen I
om hem niet te verraden, er bij hem op
aangedrongen alles aan "Allan "te beken
nen. i
Op den dag, waarop de diefstal ge
pleegd was, had hij, volgens zijn zeggen,
een brief van Harry Austruthur gehad,
aandringende op de betaling van een
scm, die hij hem schuldig was. Doch dit
was niet alles. Op weg naar zijn kan
toor was hij aangehouden geworden door
een kennis van nog minder allooi, bij
wien bii insgelijks in bet krijt stond, en
die hem dreigde, dat Dr Mayburn alles
zou te weten komen, indien hij niet zorg
de dat bet geld er dienzelfden avond
was. Cecil was buiten zichzelf van angst.
Hij kende den man genoeg om te weten,
dat hij zijn bedreiging zou volvoeren. Hij
wist dat Margaret, noch Murray, noch
Bertram konden helpen. De eenige red
ding, die hem overbleef was te trachten
geld te krijgen door zijn horloge, een
kostbaar geschenk van Lady Maitland, en
een diamanten doekspeld, die aan zijn
vader behoord had, te verpanden, en
Ned Thwaites over te halen om op het
ontbrekende te wachten.
De speld was thuis. Daar hij alleen' op
het achterkantoor zat te werken, kostte
het hem geen moeite om weg te sluipen
door het plantsoen, dat, zooals de lezer
zich herinneren zal, tusschen de Bank
en den tuin van Dr Mayburn gelegen
was. Om niet gezien te worden, ging hij
door het venster van de studeerkamer
naar 'binnen. Op de lessenaar lag bet
geld.
Hoe hij ^er toe' gekomen wasv. om' het
geld weg te nemen, had hij, zooals hjj
later bekende, nooit kunnen begrijpen.
Maar hij deed het, en maakte zich zoo
gauw als hij kon uit de voeten, werktuige
lijk het venster achter zich sluitende, zoo-
als hij gewoon was dat te doen.
De geheele handeling had geen tien
minuten geduurd. Zijn afwezigheid was
door niemand opgemerkt, hoewel hij twee
minuten na zijn terugkeer, door een der
klerken, bij zijn chef geroepen weid.
Eerst toen hij tijd had om na te den
ken, kwam hij met een gevoel van schrik
en bittere schaamte tot het rechte besef
van hetgeen bij gedaan had. Hij dacht
er over na, of hij de zaak niet als een
grap zou kunnen "behandelen. Maar Ned
Thwaites zou zijne bedreiging volvoeren,
en wat zou, wat kon Allan denken van
een gTap op zulk een oogenblik uitge
haald?
De teerling was geworpen. Hij moest de
gevolgen van zijn daad afwachten. En
het spreekt vanzelf, dat hij er niet aan
dacht het geld te stelen. Hij zou het ano
niem met dubbele rente terug zenden.
Aldus zjjn geweten paaiende, gelijk
reeds zoo menigéén vóór 'hem, met de
bedriegelijke redeneering, dat hij het geld
slechts geleend had, en dat niemand het
behoefde te weten, maar 'dat ook niemand
er onder zou lijden, begaf Cecil zich
naar huis. Onderweg kwam hij Ned
Thwaites tegen, onbeschofter en dreigen
der dan ooit, en in een opwelling van
teleedigden trots gaf bij hem het geld.
De rest is den lezer bekend.
Dit was de hoofdinhoud van Cecil's
schrijven aan Murray. "De brief maakte
geen goeden indruk, niettegenstaande het
hartstochtelijke berouw, waarvan hij ge
waagde. Er sprak meer verontschuldiging
dan .yeroordeeling va,n zijn gedrag, en
meer dan aan zich zelf verweet hij! het
gebeurde aan anderen, vooral aan Bertam
Hayes en aan Allan. Indien Bertram er
niet geweest was, dan zou bij1 nooit zulke
verkeerde dingen gedaan hebben. En Al
lan's bardheid en gestrengheid hadden er
hem toe gebracht bedrog te plegen. Als
Murra^ hem niet zoo in het nauw had
gebracht, dan zou hij nooit het wegnemen
van het geld ontkend hebben. En als hij
niet had gelogen, dan had hij het nooit
kunnen dulden, dat deze moest lijden on
der de afschuwelijke onbegrijpelijke ver
denking van Allan. Hoe bitter zijn berouw
ook mocht wezen, toch was het inderdaad
meer spijt over de gevolgen van het be
dreven kwaad, dan wroeging over de
zonde zelf, en zijn beloften voor de
toekomst waren overvloediger en schoo
ner' dan ooit,
(Wordt vervolgd.)