- DE ZEEUW 1 fltfS evraagd. TWEEDE BLAD Staten-Generaal Niet door eigen kracht (Jit de Provincie. K K E R IJ. f aankomende ht gevraagd, kvrouw FEUILLETON. OOP: Gladiolenbollen. akelaar, Wolfaarts- OOP: mes- en een spotprijs. in O 8, Middelburg, ten planten, gewor- rf Bloemkoolplanten per 100. Breeweg, 't Zand. gevraagd letter P Bureau oes. IER, St. Laurens. met paarden om ERSE, Gapinge, EKKER, 't Zand Huishoudster EKKER, D 26, gd ster of Meid, ER, Landbouwer, ei werf', Gapinge. Meid-Huish., voor da, k. koken. Hulp n, goede behan- ENBERGH. traat 18a, Breda, VAN VRIJDAG 9 MEI 1930. No. 185. TWEEDE KAMER. Een geweigerde interpellatie. Op voorstel van don voorzit.er besloot gisteren de Tweede Kamer hot verzoek van den heer L. de Visser, Comm., o-m te interpolieeren over de actie tegen de z.g. geloofsvervolgingen in .Rusland niet toe to staan. jOndanks de bedreiging van den heer Be Visser met obstructs, we.d het voorstel van den voorzitter met 71 tegen "1 stem aangenomen. Herziening van de Gemeentewet. Hierna wordt de behandeling der Ge meentewet voortge-zet. Dhr v. d. B e r g h, V.D., verdedigt een amendement, om lotingen over personen door stembureaux steeds in het openbaar- te doen plaats hebben. De Minister neemt het amendement over. De heer Vliegen, S.D., licht een amendement toe om ie voorkomen, dat de geheels beraadslaging over een bogrooting in besloten zitting kan plaats hebben. De Minister wijst erop, dat het wets ontwerp regulariseert wat reeds tal van jaren practijk is. Het amendement gaat te ver en snijdt verschillende mogelijkheden af. De heer Ketelaar, V.D., stelt voor, artikel 44 eerste lid te vervangen door twee nieuwe leden. In het eerste lid .wordt gezegd, dat niet beraadslaagd of besloten mag worden in een besloten vergadering over: a. de toe lating van nieuwe "leden; b. de plaatse lijke begroeting en .rekening; o. het in voeren, wijzigen en afschaffen van plaat selijke belastingen; d. het aanschaffen of oprichten van inrichtingen van openbaar nut. Het tweede lid zegt, dat geen besluit mag w.orden genomen, in een besloten vergadering over de andere punten, thans in artikel 44 genoemd. Besloten .wordt dit amendement te doen drukken en ronddoelen en de be raadslaging over bet artikel en de amen dementen aan te houden. De heer v. d. B e r g h, licht een amen dement toe om op te beffen versehil'endo twijfelpunten ten aanzien van de voor waarden. yaarop ©en raadsbesluit moet tot stand komen. De Mini.ster neomt het amendement over. De heer v. d. B e r g h S.-D., verdedigt een amendement, om bepaalde bevoegd heden toe te kennen aan de vaste be stuurscommissies, bedoeld in ari. 54 der Gemeentewet. Sprekers bedoeling is do wet in. overeenstemming te brengen mot den bestaan den toestand in vele gemeen ten. De lieer De \yilde, A.-R., acht dit amendement niet zoo sobnr. als do voor steller het wil doen voorkomon. Spreker gaat er niet mee mode. De sociaal-de mccraten willen deze bevoegdheden toe kennen om het scheppen van. al'or'ei ge meentetod rijven m "go'ijk te ma'cn. De hoer van Holle nborg Hu bar R.-K., gevoelt ook groote bezwaren Jegcn het. amendement. Dr Vos, lib., verklaart, namens zijn fractie, dat hij niet instemt mot het denk beeld v. d. Be-rgh. De heer Vliegen, S.-D., betoogt.dat het Voorstel-v. d. Borgh vrij is van soci alistische dogmatiek. Een commissie kan zich in bepaalde zaken moer verdiepen dan de Raad. Minister Ruys sluit zich aan bij de bestrijders van dit amendement. Het kan niet de bedoeling zijn, art. 54 der Gemeentewet zóó te lezen, dat buiten den burgemeester, B. en W. en den Raad nog een vierde schijf waarover gemeen tezaken loopen, wordt ingevoerd. Deze nieuwe schijf is ook heetemaal niet noo dig, aldus spr. door Annie Lucas. 71) „Ik kon het hem niet uitleggen, Cecil. Alles wat ik Allan, en u, en iedereen kan zeggen is dat het mijn eigen geld niet was, en nog minder dat van Allan, hetwelk ik besteed heb". „Maar gij kondt toch zeggen van wie het dan wèl was van wien éÜ1 het gekregen hadt, Murray". „Dat is het juist, wat ik niet kon doen. Ik kon slechts zeggen, dat het gold mij was toevertrouwd door iemand, die mij had doen beloven de herkomst geheim te houden." „Maar gij zult toch niet zoo dwaas zijn uw woord te houden in de gegeven omstandigheden." „Omstandigheden veranderen geen fei ten." „Maar Murray, dat is dwaasheid krankzinnigheid". „Ik dacht, dat gij op dit punt anders zoudt denken, Cecil." Cecil kreeg een kleur. „Ja, ik begrijp wat gij bedoelt. Maar dat is iets anders, De heer v. d. B e r g h trekt zqn amen dement in. Vrouwen benoembaar tot burgemeester. Mej. Westerman, Lib., verdedigt 'n amendement, om ook vrouwen benoem baar te maken tot burgemeester. in ieder geval moet de m o g e 1 ij' k - beid worden opengelaten. In bet buiten land zijn vrouwelijke burgemeesters in functie, hetgeen tot geen bezwaren aan leiding heelt gegeven» Mej. Groeneweg, S.-D., verdedigt eenzelfde amendement-v. d. Bergh. Het gaat niet alleen om het recht van de vrouw, maai' ook om het belang der ge meenschap. Hoe weet men, dat de vrouw niet geschikt zaJ zijn ais hoofd van de pclitie? Hoe durft men dat zeggen in een land waar de Koningin staat aan het hoofd der weermacht? Spr trekt haar amendement in ten gunste van dat van mej. Westerman. Mevr. B a k k e r—N o r t, V.D., zegt, dat sinds 1923 de omstandigheden niet zijn veranderd en er dus geen reden was het voorstel in te trekken. Mej. Katz, C.-H. meent, dat het ver wijt van drijven in feministische richting niet juist is. Het gaat er niet om, dat gevraagd wordt, speciaal vrouwen te bo- neemeo, alleen de mogelijkheid open te laten, dat een vrouw wordt benoemd. In het buitenland heeft bet burgemeester schap door de vrouw nooit tot bezwaren geleid. Bovendien is de vrouw hier wel raadslid en daarmede wethouder en ook plaatsvervangend burgemeester. De heer De Wilde, A.-R., zegt, dat er eenige- moed toe behoort, het amende- dement te bestrijden. Toch moet spre ker dit doen. Het is geen zaak van man nen of vrouwen. Was er een anti-revo lutionaire vxouw in onze fractie, dan zou zij stommen tegen het amendement, om dat dit in strijd zou zijn met het anti revolutionair program. Het geldt hier een kwestie y&n jorinci- piëelen aard. Wordt dit amendement aan genomen, dan is weer een schrede gezet op den verkeerden weg. Mevr. De Vries—Bruins, S.-D., Gij kunt het toch niet tegenhouden. De heer De Wilde: Maar wij zullen er ons best toe doen. De- eer en positie der vrouw ligt niet in het publieke leven. Kan men zeggen, dat eenig landsbelang dit amendement eischt? Nu zegt men: er zullen slechts bij uitzondering vrouwen tct burgemeester worden benoemd. Maar spr .weet dit zoo niet. De redacteur van het „Weekblad voor Gemeentebelangen",, mr. Vos, geen man van rechts, acht de terugneming van de benoembaarheid van vrouwen tot burge meester toe te juichen. Te .erkennen, dat de omstandigheden het voor ongehuwde meisjes noodzakelijk maken haar brood te verdienen in betrek kingen, beteekent nog niet, dat men de wet moet gaan wijzigen om mogelijk te maken wat nooit noodig is geoordeeld. Deze eisch is een postulaat van het feminisme. Het karakter van de publieke colleges zou geheel veranderen indien de vrou wen er de meerderheid kregen. De aard der vrouwen is geheel anders. Het ambt vair burgemeester stelt zware psychische eischen. In Engeland is do lord mayoress niet hoofd dor politie. Het geldt hier een zaak van groote prinoipiëefe betoe kenis vcor ons. Wordt dit amendement aangenomen, dan zal sprekers fractie over wegen tegen het ontwerp te stemmen. De heer Kersten, S. G. P., acht dit amendement een teeken des tijds. Het is een merkwaardig verschijnse', dat zelfs mej Katz voor het amendement pleitte. Het heilloos drijven om de vrouw de gelijkgerechtigde van den man te maken en haar te verdrijven van de plaats die Gods Woord haar aanwijst, draagt de bitterste vruchten. Wij zijn tegen passief zoowel als actief vrouwenkiesrecht. Het Gods ordonnantie ond.rmijaend beginsel wordt hier doorgetrokken door het amen dement. De geëmancipeerde vrouw is geen vrouw meer, zij is een soort manwijf geworden en evenals een verwijfd man verachtelijk is, is ook zulk een manwijf verachtelijk. De vrouw moet niet staan aan het hoofd der gemeente. Wij heb ben vooral in deze dagen noodig een krachtige Regeering, ook aan het hoofd der gemeenten. In 1923 is men reeds en de persoon, die u het geld gaf, zal u wel van uwe belofte ontslaan." „Misschien wel, maar die persoon woont niet te Hadford-Leigh, en is op het cogenblik buiten mijn bereik." Gij ziet dus, Cecil, in welk een moei lijkheid ik mij bevind. Maar het is Allan niet ten kwade te duiden, dat hy niet alles onvoorwaardelijk gelooft" „Ja, dat is het wel", stoof Cecil op. „Gij hebt hem nog nooit bedrogen. Hij moest u op uw woord gelooven, ook te gen zijn beter weten in". „Dank u voor deze woorden", sprak Murray ernstig, zijn hand vriendelijk op Cecil's schouder leggende. Maar Cecil schudde ze af, alsof hem die brandde. „Neen, Murray, neen", zeide hij op springende en de kamer op en neer loo- pende. „0, ik kan dit niet verdragen. Wat moet ik doen?" „Op God vertrouwen, Cecil, zooals ik doe", sprak Murray, zichtbaar getroffen door de innigheid van Gicil's medegevoel. „Gij weet, dat Hij Zijn zegen beloofd heeft aan dengene, die gezworen heeft tot zijn schade, en niet verandert". En. hoe hard het mij ook valt om verdacht te worden, en vooral door Allan, toch ben ik overtuigd dat mijn rechtvaardi ging niet zal uitblijven, want er staat ge schreven: „Hij1 zal uwe gerechtigheid doen aan de grens geweest van deze gevaar lijke bepaling, maar gelukkig is men te elfder ure daarvan teruggekeerd. In de eerste plaats om principieels redenen moeten wij ons tegen het amendement verzetlen. Spr. hoopt, dat de Minister het amendement zal afwijzen. Wordt het onverhoopt aangenomen, dan zal dit een reden zijn voor sprekers fractie om zich tegen het ontwerp te verklaren. De heer Kortenhorst, R.K., schaart zich aan de zijde der bestrijders op prac- tische gronden. De heer v. d. W a e r d e n, S.D., vindt het gelukkig, dat het een uitzondering is dat op zoo ruwe wijze over de vrouw gesproken .wordt als de heer "Kersten deed. De heer Schokking, C.H., motiveert zijn stem. Indien hij met het amende ment niet kan meegaan, dan neeml hij de gronden van de heeren Kersten en De Wilde niet voor zijn rekening. Met de ordonnantiën Gods moet men voorzich tig zijn. Spr. wijst op de Koningin. Er kunnen dus omstandigheden zijn die het toelaatbaar en noodzakelijk maken dat een vrouw regeert. Ook wat het christelijk beginsel betreft, moeten we voorzichtig zijn met. de toepassing ervan. Het beginsel van den heer Kersten is te eenzijdig Er is een ontwikkeling van het maat schappelijk leven, waarin men niet langer kan zeggen dat een meisje alleen goed is om kcusen- te stoppen en werk in de keu ken te doen en te wachten tot zich een man voordoet. Tijdens de mobilisatie hebben de vrouwen uitnemend werk ge daan De vrouwen kijn zeker voldoende be kwaam om burgemeester te zijn. Maar spr. wil toezien dat de consequentie niet verder wordt doorgetrokken dan bepaald noodzakelijk is. Het is moeilijk aantoon baar, dat het een landsbelang zou zijn de vrouwen toe te laten als burgemeester. En waar er nu een richting is die leidt tot ontwrichting van het maatschappelijk leven, wil spr. de lijn niet doortrekken. Spr. sluit zich aan bij den heer Korten horst en w(jst er op dat er geklaagd wordt door de professoren dat er niet voldoende vrouwelijke krachten voor verpleging zijn te krijgen, terwijl er een zeer ruim aan bod is voor administratieve betrekkingen. De hoer L i n g b e e k, H.G.S., vindt in den Bijbel geen absoluut verbod van het burgemeesterschap der vrouw. In geval van nood kan de vrouw leiden. Spr. wijst op Deborah. Dit gebeurt alleen in geval van noodzaak. Zoo worden wij geregeerd door de Koningin, omdat er geen manne lijke telgen zijn. De Bijbel zegt ook dat alle dingen zijn geoorloofd, maar alle din gen stichten niet. En dat geldt van het burgemeesterschap der vrouw. De Minister zegt, dat hij sinds 1923 van meening is veranderd. Hij meent, dat het amendement niet moet worden aan vaard. Spr. neemt in déze kwestie geen uiterst standpunt in. Hij wenscht reke ning te houden met de ontwikkeling van het, maatschappelijk leven. Uit het verschil in aanleg tusschen man en vrouw vloeit noodzakelijk voort ver schil in recht en plicht. Dat verschil in aanleg maakt de vrouw minder geschikt voor burgemeester dan den man. In kleine plaatsen moet een burgemeester vaak hardhandig optreden en b.v. een man hij den arm vatten. Dat is geen werk voor een vrouw. De vrouw is weliswaar in vele landen benoembaar, maar de politietaak is haar veelal niet opgedragen. In den regel is de yjrouw dus ongeschikt. Voor de weinige uitzonderingen, die zouden kunnen wor den gevonden, is het neerleggen in de Gemeentewet van deze mogelijkheid niet gerechtvaardigd. Het amendement wordt aangeno men met 45 tegen 35 stemmen. Voor stemden de linkerzijde, de Katholieken Suring,. v. Poll, Meyer, Goseling, Aal- berse, Bongaerts, Guit, Nolens en v. Schaik en mej. Katz, G.H. De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag 1 uur. Ariel-Rit en Ralleye naar Goes houden. Dit is voor de derde maal, dat ge noemde club deze rit houdt door de mooiste gedeelten van Zeeland en Bra bant. Vorige jaren was de deelname aan deze ritten steeds zeer groot. Nu de ritten iets vervroegd zijn en Zeeland op zijn mooist is, zal de deelname niet minder zijn. Reeds een 10-tal rijders schreef in en dat terwijl de reglementen nog niet verzonden zijn. Aanmelding tot, deelname kan geschie den bij den heer C. de Leeuw, Ariel- agent te Kruiningen. Geen autobussen op West- fa ove. Hot aanhoudend gt 'kiijden van de rij weren naar en t >egang gevelde t' >t Westhovo, door zware auto's en auto bussen is oorzaa dat he. bi-stuur van de sticb'inq „Weslhovè" te Oosikapelle besloten beofi, tour:ng"a 's en .autob issen met meer dan 6 zi p aat-^n n'e' mre- o. Westhove toe ie la en. -- Electrisch licht. Uw radio-toe stel kan op de lichtleiding worden aan gesloten Prijs f 5"). J. M. Polderman, Goes. Adv. Middelburg. Onder de wijzigingen, d e de Tweede Kamer reeds in de gemeente wet heeft aangebracht, behoort die, waar bij bepaald wordt, dat vrouwen van ge meente-ambtenaren, geen Ld van den raad mogen zijn en dit brengt voor onze ge meente de vraag naar voren of de beide vrouwelijke leden wel in het college zul len kunnen blijven, als de wet is afge kondigd en of zij in 1931 wel bij even- tueele herkiezing zouden kunnen worden toegelaten. De echtgenoot van mevr. Weijl is gemeentearts, de echtgenoot van mevr. de Graaf heelt als bijbetrekking het direc teurschap van het gemeentelijk sportter rein. Wij kunnen momenteel niet nagaan of deze betrekkingen in dit verband als die van gemeenteambtenaar worden be schouwd, omdat z.ij niet het hoofdbestaan vormen. Maar is het wel zoo, dan zouden de genoemde vrouwelijke leden, die dan 3 jaar, de eerste periode met dén heer M. G. Boasson en in de tweede periode samen de Vrijzinnig-democratische fractie vormen, volgend jaar uit den raad ga,an,, als althans, wat wel te verwachten is, de wet vóór dien tijd is afgekondigd. Goes. Gisteravond hield de afd. van Patrimonium haar jaarvergadering. De secretaris, dhr B. P. Davidse, en de pen ningmeester, dhr N. Steenblok, brachten hun jaarverslagen uit. Het eerste meldde een langzame toeneming in ledental, het laatste jen batig saldo, waarmede de rekening kan worden afgesloten. De af tredende Bestuursleden, dhrn de Lange en Davidse, werden herkozen. Hierna hield ds Wiersinga uit V1 i s s i n g e n een lezing over de so ciale toestanden in Indië, speciaal in de cultures op Sumatra, op welk eiland Z.Eerw. vijf jaar onder de verstrooide Gereformeerden arbeidde. Spr. schetste de werving van koelies op Java voor Sumatra en het leven in en de arbeidsvoorwaarden op de cultures. Da.nk zij het optreden van het gouver nement is de positie der koelies veel verbeterd en is o.m. de poenale sanctie aanmerkelijk verzacht. De voeding en ge neeskundige verzorging zijn er zeer goed. Vanuit geestelijk oogpunt echter bezien, zijn de toestanden er. zoowel voor de as sistenten als de koelies ontzettend slecht. Diep .tragisch is het conflict tusschen de twee volkszielen, die van den Wes terling en den Oosterling. De ziel wordt er vaak kapot gemaakt. Spr. heeft dan ook op Sumatra, ondanks de hooge ver diensten, weinig blijde planters ontmoet. De Zondag wordt in de cultures niet gevierd, hoewel herhaaldelijk door de kerken in dezen aandrang op de regee ring is uitgeoefend. In geestelijk en ze delijk opzicht is het er een hel, zoo wel voor Europeaan als Javaan. Op deze onder stille aandacht aange hoorde rede volgde nog een uitvoerige bespreking De ve e vragen werden door ds Wiersinga op uitnemende wijze beant woord. Het was een buitengewoon leerzame en tevens ontroerend-ernstige avond. Kapelle. In het lokaal Obadja alhier hield de Coöp. Boerenleenbank haar ne gentiende jaarvergadering. De op reserve gebrachte winst be draagt f 2022,31. De balans gaf in ac tief en passief aan f 498649,33. Uit het verslag aangaande den toe stand der bank bleek, dat het leden tal klom van 17S tot 193 leden. Het aantal spaarders vermeerderde met 81 doch verminderde met 16, aldus klim mende van 423 tot 493. Een aanvang werd gemaakt met bou wen van een kantoor met kassierswo ning hetwelk in 1930 zijn beslag kreeg en op 15 April door den kassier be trokken werd. In het bestuur en den raad van toezicht kwam geen verandering. Herkozen werd het bestuurslid Joz. de Jager Az. en het aftredende lid van den raad van toezicht dhr P. Nijsse, even eens herkozen de plaatsvervangende be stuursleden P. Staal en J. Tollenaar. Het salaris van den kassier werd terugge bracht op f 1850, doch hieraan was toe gevoegd vrije woning onder beding van voor rekening van den kassier betaling van vuur en licht, watergebruik, telefoon, belasting, schoonhouden van kantoor enz. Motorsport. Op Vrijdag 16 en Zaterdag 17 Mei a.s. zal de Zeeuwsche Ariel Club haar jaarlijksche Zeeuwsche voorkomen als het licht, en uw recht als den middag". „Trek het u niet zoo aan, Cecil. 'tZal wel terecht komen, maak u daar niet on gerust over", sprak Murray op bemoedi genden toon. „En ik wil honderdmaal liever dit dragen, dan wat ik gevreesd had. Daar gaat de hel van de apotheek. Ik moet gaan". Hij ging, en zijn gelaat was zoo kalm en zijn houding zoo voorkomend, dat Al lan, die hem aandachtig gade sloeg, 'haast aan zijn eigen overtuiging begon te twij felen. Toen het werk in de apotheek was af- geloopen, begaf Murray zich naar de zit kamer. Sterk in het bewustzijn van zijn onschuld, en in zijn vertrouwen op God, besloot hij te doen, alsof er niets gebeurd was. Maar hij was niet voorbereid op de zichtbare stoornis, die zijn binnenkomen veroorzaakte, waardoor hij begreep, dat het gerucht van zijn schande hem reeds vóór was geweest. Hij had er niet aan gedacht Cecil te zeggen, dat Allan hem beloofd had, met uitzondering van Mar garet, voorloopig tenminste, nog met nie mand over de zaak te zullen spreken. Maar Cecil, die zich in de eenzaamheid niet op zijn gemak gevoelde, had zich bij de anderen gevoegd, en gevraagd naar de oorzaak van zijn ontroering, welke hij tevergeefs trachtte te verbergen, had 'hij De „Johan van Oldenbarnevelt" in reparatie. Z-ooals men weet is het vertrek op heden (Vrijdag)middag bepaald. op eens ten aanhoore van allen de gehee- le geschiedenis verteld. Murray werd bleek, en bleef onwille keurig even stilstaan. Daarop ging hij rustig verder. Toen hij langs Margaret kwam, stak zij hem haar hand toe. Hij nam die, en den blik, dien zij' tot hem op sloeg, getuigde van volkomen vertrouwen. Hij boog zich tot haar over, en haar een kus gevende, fluisterde hij: „ik wist wel, dat gij mij vertrouwen zoudt". Toen hij zich daarna oprichtte wierp Emmeline zich snikkende in zijn armen. „O Murray, is het omdat ik dat gezegd heb?" riep zij hartstochtelijk. „Gij hebt het niet gedaan; wij weten allemaal, dat gij het niet gedaan hebt. Maar was het, omdat ik dat gezegd heb, dat Allan zoo iets vreeselijks gedacht heeft?" „Neen, neen, kindje", zeide 'hij vrien delijk, „dat heeft er niets mee te maken. Cecil heeft u zeker alles verteld?" zeide hij om zich heen ziende. „Ja", luidde het eenstemmig antwoord. „Dan behoef ik niets meer te zeggen", Sprak hij rustig. „Alleen hoop ik dat gijlieden mij zult willen gelooven, als ik u verzeker, dat ik het vermiste geld niet aangeraakt heb; terwijl ik u vrien delijk verzoek over deze zaak het stil zwegen te willen bewaren." Allen drongen zich om hem heen, en verblijden zijn hart door de verzekering van hun vertrouwen en hun medegevoel. Allen, op een na; Ella Stretton bleef zwijgend op hare plaats zitten. Niemand merkte dit op behalve Murray zelf. En al ware het niemand opgevallen, dat haar zwijgen, zooals het Murray toe scheen, een bewijs was van haar geloof aan zijn schuld, toch zou geen mensch op de gedachte zijn gekomen, dat hare houding de bitterste druppel in zijn lij densbeker mengde. En toch was het zoo. Natuurlijk werd de zaak weer van alle kanten bekeken, en toen Allan een half uur later binnen kwam was men er, tot zijn groote ergernis nog druk mee bezig. Hij zag zich echter genoodzaakt zijn eigen meening uit te spreken, in antwoord op de verschillende vragen, die hem van alle kanten gedaan werden. Het was, zoo luidde zijn oordeel, bijna on gelooflijk, dat Murray het geld zou ge nomen hebben, en nog wel voor zulk een doel. Maar de uitlegging, die hij gaf was zoo onwaarschijnlijk, zijn wei gering, onder voorwendsel, dat hij zijn woord gegeven had, om den naam niet te noemen van den persoon, die hem het geld gegeven zou hebben, of om eenige inlichtingen daaromtrent te ver strekken, was zoo zonderling, dat zijn oordeel er hem toe drong zijn broeder voor schuldig te houden, totdat deze zijne onschuld zou kunnen bewijzen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5