No. 184
Donderdag 8 Mei 1930
44e Jaargang
Dagblad voor de Provincie Zeeland
Hendrikse Go's Bank N.V. Goes
STER-TABAK
COUPONS EN LOSSINGEN
Aangesloten bij het Bureau voor Oplaag-contröle
Staten-Generaal
FEUILLETON
Niet door eigen kracht
Buitenland.
Belangrijkste Nieuws.
per 1 Mei vervallende
worden verzilverd door
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vontstraat 70, Goes.
TeL: Redactie en Administratie No. 1L
Postrekening No. «455.
Bijkantoor te Hiddelburg.
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. TeL No. 250.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per S maanden, franco per post, f3.—
Laste nummers 0 55
Prijs der Advertentien:
1—4 regels fl.20, elke regel meer 30 ct
By abonnement belangrijke korting.
TWEEDE KAMER.
Herziening van de Gemeentewet
De Tweede Kamer heeft gisteren een
aanvang gemaakt met de sinds tal van
jaren aanhangige wijziging van de Ge
meentewet.
Algemeene beschouwingen werden zoo
goea als niet gehouden, zoodat al heel
spoedig een aanvang kon worden gemaakt
met de behandeling der artikelen.
Door een in Art. 2 aangebrachte wijzi-
ziging zal voortaan in gemeenten met
meer dan 5000 zielen het burgemees
terschap met het secretari
aat alleen vereenigbaar zijn, als zulks
door de Kroon is goedgekeurd.
Het voornaamste punt dat gisteren de
aandacht vroeg betrof het lidmaat
schap van den raad.
Hierbij verdedigde de heer B o o n, V.B..
een amendement om beroepsmilitairen
niet uit te sluiten van het raadslidmaat
schap.
De heer Van den Bergh een amen
dement om de echtgenooten van
uitgeslotenen wel toe te laten tot
het raadslidmaatschap. Wordt de bepaling
van het ontwerp aangenomen, dan zullen
tal van raadsleden hun functies moeten
verliezen.
De heer Vliegen, S.D., een amen
dement om de uitsluiting van
vr ij gestelden uit het ontwerp te
schrappen. D'e uitsluiting behoort geba
seerd te zijn op de directe relatie met de
gemeente om de behartiging van eigen
belangen te voorkomen.
De beer De Wilde, A.R., een amen
dement om de o n d e r w ij z e r s bij het
lager en middelbaar onderwijs uit le slui
ten. Spr. wil de bestaande regeling der
Gemeentewet zien hersteld.
De heer Vliegen merkt op, dat de
positie van de onderwijzers volgens bet
ontwerp onduidelijk is. De openbare on
derwijzers kunnen niet lid van den raad
zijn, de bijzondere wel. Dit gaat niet.
De heer L i n g b e e k, H.G.S., dient een
amendement in, strekkende tot uitslui
ting van geestelijken en bedie
naren van den godsdienst.
De heer Snoeck Henkemans, G.
H., meent, dat de uitsluitingen zoo be
perkt mogelijk in getal moeten zijn.
Spr. acht het logisch, dat gemeente
ambtenaren en personen, die in hoogere
verhouding en b.v. als minister of lid
van Ged. Staten de besluiten van den
raad moéten bezien, worden uitgesloten.
Maar Spr. begrijpt niet waarom militairen
geen lid van den raad mogen zijn. Waar
om de echtgenooten van uitgeslotenen
eveneens uitgesloten moeten zijn, is spr.
ook onduidelijk. Ook mogen personen die
de belangen van gemeentepersoneel be
hartigen, niet worden uitgesloten.
De beer De Wilde, A.R., is er voor.
dat de incomptabiliteiten zullen worden
gehandhaafd. Met het amendement-Boon
gaat spr. niet mede. een krijgsman is
sterk ondergeschikt aan hooger gezag.
Een krijgsman b-v- is in hooge mate
door Annie Lucas
70) o
„Murray, ik moet u spreken. Kom on
middellijk bij mij in de studeerkamer",
zeide bij bij het verlaten der kamer.
„Pfuu!" floot Cecil, „daar is onweer
aan de lucht", want hoewel Allan op
zijn gewonen, kalmen toon sprak, was
er iets in den klank zijner stem, dat
iedereen, deed opzien. „Wat is er aan
de hand, Murray?"
„Niets, voor zoover ik weet", ant
woordde deze.
„Is er niets? Nu zijne hoogheid is
leelijk op zijn paardje, dat kan ik u
wel zeggen. In uwe plaats zou ik staan
rillen en beven."
„Wat kunt gij toch flauw zijn Cecil",
zeide Emmeline. „Murray verdient im
mers nooit een standje."
„Maar thans wacht er hem een, daar
durf ik mijn hoofd onder verwedden,
maar ik begrijp niet wat hij gedaan heeft
om den sultan op zjjn teenen te trap-
pen."
Niettegenstaande deze luchtige woorden
verplaatsbaar en wanneer hij dan wordt
verplaatst, dan zou men kunnen zeggen,
dat die verplaatsing is geschied, omdat
hij lastig was in den raad. Tegen het
amendement v. d. Bergh inzake de echtge
nooten heeft spr. principieel bezwaar,
omdat man en vrouw in het huwelijk
één zijn.
Spr. voelt ook veel voor het amende-
ment-Lingbeek, ofschoon hij erkent dat
schrapping van de incomptabiliteit van
de geestelijken lag op de historische lijn.
Uitsluiting van vrijgestelden acht hij lo
gisch. Van het antwoord der regeering
zal spr. zijn stem laten afhangen.
D© heer S m e e n k, A.R., erkent dat er
theoretisch voor het standpunt der Regee
ring inzake uitsluiting van de vrijgestel
den is te zeggen. Gesalariëerden kunnen
allicht de belangen van het personeel
eenzijdig behartigen, in strijd met het ge
meentebelang. Toch kan hij aan het voor
stel der Regeering zijn stem niet geven.
De heer S c h o k k i n g, G. H., zegt dat
de heer Snoeck Henkemans alleen voor
zichzelf sprak. Het gaat erom den ge
meenteraad zoo goed mogelijk samen te
stellen.
Spr. sluit zich ten aanzien van het
amendement-Boon bij den heer De Wilde
aan. De politiek moet vreemd blijven
aan degenen die in werkelijken dienst
zijn. Ook gevoelt spr. alles voor het
amendement-De Wilde inzake de onder
wijzers. Voor het oogenblik kan spr. niet
voor het amendement-Vliegen zijn om de
vrijgestelden toe te laten. Een van de
eerste vereischten voor het raadslidmaat
schap is onafhankelijkheid. Ambtenaren
der gemeente worden zelf uitgesloten.
Daarom is het onlogisch hun vertegen
woordigers als zoodanig toe te laten.
Ook de echtgenooten van uitgeslotenen
moeten uitgesloten zijn wegens den nau-
wen band tusschen man en vrouw.
De heer Kuiper, R.K., acht uitslui-
Iing van de geestelijken niet noodig. De
toelating van de onderwijzers werkt ver
schillend, omdat de openbare als amb
tenaren zullen zijn uitgesloten. Dit acht
hij ongewenscht. Met den heer De Wilde
acht spr. de uitsluiting van de echt
genooten van uitgeslotenen gewenscht,
omdat man en vrouw één zijn. Het ver
baast hem, dat de Regeering gekomen
is met de belangrijke wijziging tot uit
sluiting van vrijgestelden. Niet het ge
meentepersoneel, maar de partij is ver
antwoordelijk voor het karakter en de
onafhankelijkheid van de gekozen raads
leden. Juist het raadslidmaatschap van
een vrijgestelde van gemeentepersoneels
organisaties zal er toe bijdragen, dat er
meer rekening wordt gehouden met het
algemeen belang.
De Minister acht het juist, dat de
wetgever zoo weinig mogelijk uitsluitin
gen moet neerschrijven, zooals de heer
Snoeck Henkemans betoogde. Toch moet
niet het kiezerscorps uitmaken of zekere
incompabiliteiten al dan niet aanwezig
zijn. Want dan kan men het geheele
artikel 23 wel schrappen. Spr. bespreekt
alléreerst het amendement-Boon. Tegen
het raadslidmaatschap van een krijgsman
in werkelijken dienst zijn drie argumen-
scheen Cecil niet op zijn gemak. Hij
wipte met zijn stoel op en neer, bleef
afgetrokken zitten kijken, toen de an
deren de kamer verlieten, en scheen niet
te bemerken dat hij Hannah in den weg
zat bij het afnemen van de tafel. Toen
zij de kamer verliet, sprong hij op, zette
de deur van het vertrek wijd open, zoo
dat hij kon hooren of er iemand uit
de studeerkamer kwam, en liep toen met
onrustige schreden op en neer.
Er verliep meer dan een half uur,
voordat de bel van de apotheek een
patiënt aankondigde, en er een eind werd
gemaakt aan het onderhoud, dat hem
zoozeer beangste.
De deur van de studeerkamer werd
eindelijk geopend, en Allan kwam alleen
door de gang. Cecil slaakte een zucht
van verlichting. Haastig snelde hij naar
de studeerkamer. „Ik geloof, dat ikmij
voor niets ongerust heb gemaakt", mom
pelde hij onderweg. „Murray is zeker
al lang in de apotheek." Maar één blik
in de studeerkamer overtuigde hem van
het tegendeel. De schrik sloeg hem om
het hart, toen hij daar Murray zag staan
in een houding, welke de diepste neer
slachtigheid verried. Zijn lange gestalte
gebogen, de armen gekruisd op de hooge
leuning van zjjn vaders stoel, en het
hoofd daarop gezonken.
ten: lo. men houde de politiek buiten
het leger; 2e. het is ongewenscht, dat
in rang en graad verschillende personen
als collega in een college zitting heb
ben; 3e. de verplaatsbaarheid en de oj>-
roepbaarheid van den militair. Het amen
dement verdient dus geen aanbeveling.
Wat het amendement-Van den Bergh
betreft, acht spr. het ongewenscht, dat
de echtgenoote van den uitgeslotene
raadslid is. Thans de uitsluiting van de
vrijgestelden. De staatscommissie-Oppen-
heim heeft dit punt voorgesteld en spr.
heeft het in het ontwerp-1923 overgeno
men. De Staatscommissie zegt, dat als
bepaalde personen of groepen uitgesloten
zjjn men moet voorkomen, dat zij zich
op andere wijze toch in den Raad we
ten te vestigen. Het beslissende element
is, dat deze personen eenmaal tot Raads
lid gekozen, niet absoluut vrij zijn. De
voornaamste functie van de bezoldigde
bestuurders voor dit personeel is de
krachtige bevordering van de belangen
van het personeel. Zij zijn in de gemeen
teraden rechter in eigen zaak, juist dat
gene wat de wet onder alle omstandig
heden heeft willen voorkomen. Het wel
en wee van deze personen is afhankelijk
van hetgeen zij voor dit personeel ver
richten. Zij worden daarom in art. 23
met ambtenaren gelijk gesteld. Deze per
sonen kunnen niet met onbevangen blik
het algemeen belang construeeren. Van
spr. is dus niet te verwachten dat hij
dit voorstel terugneemt.
Tegen het amendement-De Wilde zal
spr. zich niet verzetten.
Eindelijk het amendement-Lingbeek.
Spr. acht het logisch als sluitstuk van
de Gemeentewet de opheffing van de
incompabiliteit der geestelijken te bevor
deren. In 1848 voerde men voor die
incompabiliteit aan, dat de geestelijken
vreemd waren aan de staatkundige zaken
dezer aarde. Dat is in 1930 anders ge
worden I (Vroolijkheid.). Aan de vrees,
dat geestelijke geschillen in den Raad
hun intrede zouden doen bij opheffing
der incompabiliteit kan spr. geen betee-
kenis toekennen. Waarom zouden de Ge
meenteraden vruchtbaarder hodem ople
veren voor de theologische disputen dan
de Staten-Generaal en de Provinciale Sta
ten? Aan de kiezers late men over te
beslissen of zij geestelijken willen af
vaardigen. Spr. is dus niet voor hét
amendement-Lingbeek.
Het amendement-Boon (om de krijgs
lieden in werkelijken /Henst niet uit te
sluiten) wordt verworpen met 57 te-
tegen '32 stemmen.
Het amendement-De Wilde Jem de uit
sluiting van onderwijzers te herstellen)
wordt aangenomen z. h. s.
Het amendement-Lingbeek (om de uit
sluiting der geestelijken te herstellen.)
wordt verworpen met 56 tegen 22
stemmen.
Het amendement-Van den Bergh (niet-
uitsluiting van echtgenooten van uitge
slotenen) wordt verworpen met 46
Uegen 32 stemmen.
Het amendement-Vliegen (niet-uitslui-
ting van vrijgestelden) wordt aangeno
men met 48 tegen 30 stemmen.
Murray hief het hoofd op. Zijn gelaat
was bleek en ontdaan.
„Ontdekt?" herhaalde hij afgebroken.
„Dat gelooft hij ten minste. Maar ik
heb het hem niet gezegd, Cecil."
Alle kleur week uit Cecil s gelaat. Voor
zichtig sloot hij de deur, en naar Mur
ray toegaande, raakte hij diens arm aan.
„Murray, Murray wat is er?" vraagde
hij met heesche stem. „Heeft hij het
ontdekt?"
„Wie dan? Zeg mij, hoe hij het weet,
en martel mij niet langer"
„Gij begrijpt mij verkeerd, Cecil. Gij
gelooft dat Allan u verdenkt."
„Natuurlijk. Wie anders."
„Mij".
„U? Wat nebt gij dan gedaan?"
„Mijn broeder bestolen, dat denkt Allan
ten minste-', sprak Murray bitter. „Nu
word ik gestraJEt voor mijn verdenking
van u".
„Murray!"
„Het is waar, Cecil. Allan gelooft dat
ik het geld weggenomen heb."
Cecil was buiten zichzelf van woede
en verontwaardiging, en het duurde eeni-
gen tijd, voordat Murray hem tot bedaren
ken brengen. Maar toen 'deze zeide: „Gij
moet het Allan niet kwalijk nemen, hij
heeft alle reden voor zijne verdenking"
volgde er weer een nieuwe uitbarsting.
Vergeet niet, dat
doorzijn heerlijken geuren
fijnen zachten smaak het 1
rooken van een pijp tabak
populair heeft gemaakt!
Denk daaraan,wanneer ge
begint met het rooken van
een pijp. Dan zal dadelijk
Ster tabak Uw merk zijn.
Het artikel wordt aangenomen z. h. s.
Hierna wordt de vergadering te 5.35
verdaagd tot Donderdagmiddag 1 uur.
De toestand In Britsch-IndiS.
Uit Delhi werd gisteravond gemeld, dat
108 menschen, waarvan 10 politie-amb-
tenaren, in ziekenhuizen opgenomen zijn.
Er zijn 4 dooden. De toestand is op
het oogenblik weer normaal.
De Britsche troepen, die sedert Maan
dag in de wijk der katoenfabrieken te
Bombay de wacht hielden, zijn terug
getrokken. Men ziet hierin een aanwij
zing van een verbeterden toestand. De
katoenfabrieken werken over het alge
meen met al haar personeel door.
Het gebied van Bombay heeft zijn nor
maal aanzien herkregen. De winkels heb
ben hun deuren heropend. Op de mark
ten wordt weer handel gedreven zooals
gewoonlijk.
In een rede voor honderdduizend per
sonen verklaarde Patel, de afgetreden
voorzitter van de Wetgevende Vergade
ring, dat de sociale boycot van amb
tenaren een zeer doeltreffend wapen was,
evenals het niet-betalen van grondbelas
ting. Hij zeide verder, dat men de re
geering op alle fronten moest bekam-
Maar "nu verloor Murray zijn geduld.
Als gij niet naar mij luisteren wilt, ga ik
heen" en hij keerde zich om, teneinde de
kamer te verlaten.
„Nu spreek op. Ik zal zwijgen", zeide
Cecil zich op een stoel latende vallen.
Toch liet hij Murray niet uitspreken
zonder hem telkens in de rede te vallen.
Toen Allan dezen morgen in de buurt
van Bell's Hofje was", vertelde Murray
met toonlooze stem, „liep hij even aan
hij de arme Fanny Fraser, die al zoolang
bedlegerig is. Tot zijn verbazing vond
hii haar uitgestrekt op een gloednieuw
waterbed. Natuurlijk vraagde hij, hoe zij
daar aankwam. Maar zijmocht het hem
niet zeggen, dat had zij beloofd; doch
haar babbelachtige moeder kon zich niet
inhouden, en vertelde hem, dat ik het
haar gegeven had.
Allan was niet weinig verbaasd, dat ik
van mijn kleine t oelage zulke dingen kon
bekostigen; maar hij dacht er niet verder
over na, totdat de weduwe Baines, die
voor hare deur stond hem staande hield,
en hem vertelde, wat die goede jongeheer
Murray al voor 'haar gedaan had hij
had haar achterstallige huur betaald, haar
geld gegeven om haar verpande bed te
lessen en brood voor haar arme kinde
ren te koopen. Hy had haar gezegd, dat
het zijn eigen geld niet was- en dat zjj er
Binnenland.
De Tweede Kamer over de herziening der
Gemeentewet.
Het nieuwe Spoorboekje.
Fraude te Rotterdam.
Een nieuw vlootprogram.
Buitenland.
De toestand in Britsch-Indië gunstiger.
De .onderhandelingen tusschen Engeland
en Egypte afgebroken.
Noodweer in Duitscliland.
Een staatsgreep in Spanje verijdeld.
Winterweer in Italië.
ALLE
pen. Dezen keer moest men zijn vrij
heid verwerven.
Patel verklaarde, dat hij den boycot van
Britsche waren en van alle buitenland-
sche stoffen in het bizonder voor be
langrijker hield dan de rest van het con
gresprogram.
Noodweer.
Gisterenmiddag tusschen half 6 en 6
uur is Berlijn geteisterd door een ge
weldige wolkbreuk, gepaard gaande met
onweer. Tallooze kelders staan onder wa
ter, vele straten zijn overstroomd en de
brandweer moest ettelijke pompen in be
drijf stellen om het water te verwijderen.
Toen het onweer uitbrak, heerschte er
binnen enkele minuten een diepe duis
ternis, die het verkeer ernstig beïnvloed
de en op sommige plaatsen zelfs ont
wrichtte.
De aangerichte schade is buitenge
woon groot. De bloesems der vruchtboo-
men in de omgeving der stad zijn na
genoeg totaal vernield.
Het Fuldadal had gisterenmiddag te
lijden van onweer en hagelstorm. Bij
Hersfeld werd alles, wat in de tuinen
en op het veld stond, totaal wegge
spoeld, aan de boomgaarden, werd groote
schade aangericht. Een meisje werd door
den bliksem gedood, haar broer werd
verlamd.
Weer een financiëel schandaal te Berlijn?
Er schijnt geen einde te komen .aan.
de lange reeks van schandalen, in het
Berlijnsch gemeentelijke beheer. Zooals
hekend, is sinds geruim en tijd een on
derzoek ingesteld tegen den gewezen wet
houder Busch, die bij het beheer der
onroerende goederen der stad Berlijh ook
aan zijn eigen voordeel zou hebben ge
dacht. Thans is echter ook een onder
zoek geopend tegen wethouder Katz, den
opvolger van Busch en het materiaal
waarover de bevoegde autoriteiten ba
rnet niemand over mocht praten, maar
zij wist wel beter. Jane Warren, en Betsy
Fraser. ,en Tom "Bradley mochten doen
wat ze wilden, maar zij moest haar er
kentelijkheid uitspreken."
Ongeloovig en ten hoogste verbaasd
deed Allan eenige vragen, en toen kwam
het aan het licht, dat ik gedurende de
laatste drie weken de goede geest van het
Hofje was geweest.
Hij kon niet begrijpen, hoe ik aan het
geld daarvoor gekomen was, daar de ge
heele som veel meer bedroeg dan mijn
driemaandelijksche toelage, die hij mij nog
niet eens betaald had. Terwijl hij daar
over liep na te denken, kwam hij Crocker
tegen. Cecil, ik weet bij ervaring ho©
plotseling een vermoeden bij iemand kan
opkomen, en ik kan best begrijpen, hoe
Allan bij het zien van Crocker op eens
den diefstal met die onbegrijpelijke uit
gaven in verband bracht. En ik weet ho©
men zulk een vermoeden niet van zich
af kan zetten, en ho© men er door ge
kweld wordt, en hoe men zich van alles
door het hoofd haalt. Geen wonder dus,
dat Allan hedenavond gedrukt, en stil, en
afgetrokken was."
„Maar maar toen gij het hein hebt
uitgelegd?"
(Wordt vervolgd.)