DE ZEEUW
De WELFSCHOEN maakt een lange wandeling tot een genot. jacq.eplo°uvier Sngen
tweede blad
Niet door eigen kracht
Gemeenteraad van Middelburg.
FEU I L L ETON.
VAN
DONDERDAG 1 MEI 1930. No. 178.
Gistermiddag vergaderde de Gemeente
raad van Middelburg.
Afwezig dhr Portheine.
Notulen. Dhr Mes, R. K., maakt
nog enkele opmerkingen over het pen
sioenfonds der ambtenaren, waarover hij
in de vorige vergadering sprak.
Volgens Spr. heeft de gemeente hier
wel degelijk wat mee te maken. Zij con
troleert de rekening en aan haar komt
bij ontbinding het restant der kas.
De voorzitter antwoordt, dat de
gemeente over de verdeeling der gelden
niets te zeggen heeft.
Electrificatie O. en N. Vlissingsche weg
z.h.st. aangenomen.
Het subsidie-verzoek voor de Handels
school zal bij de 'begrooting 1931 wor
den behandeld.
Veersche weg. Dhr J eronimus
heeft nu wel de rekening 1929 van dezen
weg gezien, maar nooit die van 1928.
De voorzitter zal dit nagaan.
Overplaatsing onderwijzer school G
naar school K. Goedgekeurd.
Benoeming onderwijzer school G. Be
noemd wordt dhr P, A. Vermeulen te
Rhenen met alg. stemmen.
Aanwijzing plaatsvervangend hoofd
school K geschiedt volgens voorstel van
B. en W.
De gemeenterekening 1928 wordt vast
gesteld.
Aanvaarding van de door in
gezetenen aangeboden Ford
automobiel-brandspuit.
'Dhr G o r n e 1 i s s e, S. D., maakt zich
daar .niet zoo erg druk en warm over.
Hij acht die spuit niet zoo erg noodig.
Dit cadeau is voortgekomen uit een soort
paniek-stemming na den brand. Het geeft
den indruk, alsof het gemeentebestuur
in zijn taak is tekort geschoten, Spr. zal
echter niet tegen het voorstel stemmen.
Weth. Onder dijk merkt op, dat dhr
Gornelisse voor zichzelf persoonlijk
spreekt.
Dhr Paul: maar toch ook namens
meerdere leden der fractie.
Dhr Jeronimus acht meerdere klei
nere brandweereenheden beter dan één
groote.
De voorzitter acht het inzamelen
van deze gelden volkomen te verklaren.
B. en W. stellen deze spontane hulp op
grooten prijs. De ingezetenen wisten ook
wel, dat de gemeente ook wel een spuit
kon aanschaffen. Maar hier openbaarde
zich gezonde burgerzin.
Dhr v. d. Feltz, G. H., vindt het een
beetje jammer, dat dhr Gornelisse wat
kleineerend over dit aanbod heeft ge
sproken.
De voorzitter: zijn bedoeling is:
ik wil het cadeau wel aanvaarden, maar
je moet niet denken, dat ik het zelf niet
had kunnen koopen.
Dhr v. d. Feltz: we moeten er harte
lijk dankbaar voor zijn.
Dhr Naezer: de bedoeling is ook
geweest er een beetje gang achter te zet
ten.
D'hr Paul: heeft er niets op tegen de
spuit te accepteeren, maar men moet niet
denken, dat de gemeente er geen had
kunnen aanschaffen.
Weth. Ond er d ij k: de Raad heeft m.i.
te aanvaarden elk legaat, elk aanbod, dat
met goede bedoelingen aan den Raad
wordt aangeboden.
Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen.
Subsidie voor het
Koninginnef eest.
Dhr H o n.d i u s, A. R., dankt de meer
derheid van B. en W. voor hun tegemoet
komende houding betreffende de vrijstel
ling van betaling voor opbreken der
straten.
Maar het spijt Spr., dat B. en W. 1000
gld. afdingen op het verzoek van „Uit
het Volk, voor het Volk".
Naar Spr. heeft vernomen, zal juist
dan het gevolg zijn, dat het kinderfeest
zal komen te vervallen. Zulk een kinder
feest heeft groote opvoedkundige waarde.
In Spr.'s ziel is b.v. nog altijd de herin
nering levendig gebleven aan een feest
in 1865, ter herdenking van den slag bij
Waterloo.
Zoo vaak wordt bij subsidies gerekend
met hetgeen door belanghebbenden is bij
eengebracht. Welnu, door de buurtcom-
missies is voor het feest zeker vijf maal
zooveel ingezameld als de vereeniging
aan de gemeente vraagt.
De band tusschen Nederland en Oranje
is steeds heilzaam geweest. 'Ook zij, die
niet op Sprekers standpunt staan, zullen
erkennen, dat de regeering van H. M. de
Koningin een gezegende is geweest.
Zoo vaak is gezegd, dat het onderwijs
in Vaderlandsche geschiedenis is een his-
toire de guerre. Welnu, laten we straks
Middelburg nu eens toonen, dat de re
geering van H. M. de Koningin een his-
t-oire de paix is.
Het feest belooft schitterend te zullen
worden en zal aan vele neringdoenden
een extra-verdienste verschaffen. Spreker
stelt daarom voor, de gevraagde f 3500
subsidie te verleenen.
Mevr. W e ij 1 is er voor, den 50en ver
jaardag van H. M. de Koningin te vie
ren. In elke staatsinrichting kent men
volksfeesten en de 50e verjaardag van
ons staatshoofd is een goede gelegen
heid om feest te vieren. Spr. erkent, dat
het feest een mooi feest belooft te wor
den. Oud en jong zal er van kunnen ge
nieten.
Maar we moeten ook denken aan den
moeilijken tijd, waarin we leven. De werk-
loozen vragen weer onze aandacht.
Spr. gaat daarom van ganscher harte
accoord met het voorstel van B. en W.
Zij waardeert den arbeid van „Uit het
Volk, voor het Volk". En het is met leed
wezen, dat Spr. niet accoord kan gaan
met het volledig verzoek dezer vereen.
Er bestaan bovendien ook plannen, vol
gens welke de gemeente nog zal zorgen
voor een extra-verlichting in de feest-
week. Het lijkt Spr. het beste, deze voor
stellen tegelijk te behandelen.
Er werd voorgesteld, dat de gemeente
f 1500 in de feestverlichting zou bijdra
gen en ook nog voor enkele aan te bren
gen installaties zou zorgen.
De voorzitter licht toe, dat de P.
Z. E. M. een groote lichtweek zal hou
den. Zij had gevraagd, dat de gemeente
daarin f 1500 zou bijdragen. Ook ligt het
in de bedoeling enkele gebouwen, o.a. de
gasfabriek te verlichten.
B. en W. hadden èn het voorstel van
„Uit het Volk, voor het Volk" èn de bij
drage in de verlichting in de volgende
vergadering willen behandelen.
Maar eerstgenoemde vereeniging heeft
met nadruk gevraagd op haar verzoek
nu te beslissen.
Weth. de Veer, A. R., herhaalt, dat
B. en W. zullen voorstellen aan de P. Z.
E. M. een bijdrage van f 1500 in de ver
lichting te geven. Verder zullen B. en W.
een crediet vragen voor verlichting van
sommige gemeente-gebouwen. Dit wordt
geschat op f 1000. Daarbij zou nog komen
een bijdrage in enkele installaties. Deze
zou ook op f 1000 worden geschat.
Dat zou dus in totaal voor de verlich
ting f 3500 worden.
De voorzitter merkt op, dat dit
bedrag geèn subsidie voor de feesten is.
maar voor de lichtweek, die toevallig in
dienzelfden tijd valt (Gelach bij de soci
alisten).
Dhr Gornelisse, S. D., heeft een
andere meening dan dhr Hondius over
het Koningshuis. Sprekers fractie zal
dan ook stemmen tegen het voorstel van
de meerderheid van B. en W.
Het is een aardikapitaaltje (in totaal
f 7000) dat men voor de feestelijkheden
wil geven.
Zoo dikwijls wordt aangedrongen op
bezuiniging, maar nu denkt men daaraan
niet.
De voorzitter legt er den nadruk
op, dat de Raad toch niet minder dan
f 2500 subsidie kan geven voor een volks
feest als dit.
Mevr. de Graaf, V. D., vestigt de
aandacht op de houding van B. en W. in
1923. Toen stelden ze uit eigen beweging
een extra-subsidie voor een kinderfeest
voor. Nu willen B. en W. de f 1000 voor
een kinderfeest schrappen. Maar nu komt
Mevr. Weijl met de mededeeling aangaan
de de subsidie voor de verlichting. Mis
schien zijn hierdoor B. en W. van mee
ning veranderd.
Het kinderfeest kan niet meer worden
geschrapt. Krijgt „Uit het Volk, Voor het
Volk" de volle f 8500 niet, dan zal er op
andere onderdeelen van het feest beknib
beld moeten worden.
Spr. zal stemmen voor het voorstel
Hondius.
Dhr Jeronimus doet in niemand
onder voor waardeering voor ons Ko
ningshuis.
Maar een verjaardag is een private
aangelegenheid. Een 25- of 40- of 50-ja-
rig regeeringsjubileum is 'n aangelegen
heid, die 't volk raakt, omdat de Koningin
is de eerste ambtenaresse of dienaresse
van den Staat.
(Dhr Paul: het ambtenaren-regle
ment!).
Spr. zou als uitdrukkelijke voorwaarde
bij de subsidieering willen stellen, dat
het kinderfeest in geen geval mag ver
vallen.
Volgens spr. moet de Overheid zich
zooveel mogelijk onthouden van het orga-
niseeren van feesten. Dit moet aan ver-
eenigingen overgelaten worden. Spreker
wil b.v. niet voor de consequentie gesteld
worden om later te moeten stemmen voor
subsidie aan een feest om andere rede
nen, b.v. op den eersten Mei.
Weth. Onderdijk is principieel te
gen een dergelijke feestviering als hier
bedoeld. Spr. zegt, dat een zoo groot be
drag van f 7000 voor dit doel voor de
eerste maal zou worden uitgegeven.
Spr. kan zich voorstellen, dat men dit
bedrag zou uitgeven voor een waardige
ontvangst van het hoofd van den Staat,
maar de jaardag der Koningin is een
feest voor eigen vermaak.
Mevr. de Graaf, v.d., betreurt het,
dat er verband is gelegd tusschen de
f3500 voor het feest en de f3500 voor
de verlichting. Deze twee dingen staan
los van elkaar.
De voorzitter merkt tegenover den
heer Jeronimus op, dat we gaan vieren
den vijftigsten verjaardag van het Hoofd
van den Staat. Dat. heeft met andere
feesten, zooals den len Mei, niets te
maken.
Dhr v. d. Felt z, C.H., prijst de S. D.
A. P., die zich in deze kwestie netjes
heeft gedragen. (Interruptie: we zijn al
tijd netjes.) Liever had Spr. gehad, dat
er heelemaal niet over gesproken was
en dat de subsidie was beschouwd als
een dankoffer aan het geslacht van
Oranje.
De voorzitter brengt eerst in stem
ming het voorstel-Hondius om f3500 sub
sidie te geven.
Weth. Onderdijk deelt mede, dat
de soc.-dem. fractie geacht wil worden
niet aanwezig te zijn. Hiertegen komen
jle andere vier sociaal-democraten op.
Het voorstel-Hondius wordt daarop ver
worpen met 8 tegen 7 stemmen. (Vóór
mevr. de Graaf en dhrn Streefkerk, Hon
dius, den Hollander, Naezer, v. d. Feltz
en Vertregt. Buiten stemming bleef dhr
Onderdijk.)
Het voorstel van B. en W. (f 2500 sub
sidie) wordt daarna aangenomen met 10
tegen 6 stemmen (tegen de vijf sociaal
democraten en dhr Jeronimus).
In behandeling komt nu het Ambte
naren-reglement.
Dhr Paul, s.d., wil over dit punt iets
meer zeggen dan over het vorige, omdat
het hem meer interesseert. Spr. herinnert
aan de voorgeschiedenis van dit voorstel.
Het is behandeld in zeven vergaderingen
der commissie van overleg.
Spr. heeft gemerkt, dat men defgelyke
kwesties beter in een besloten college kan
bespreken dan b.v. in den Raad. In beslo
ten kring kan men er geen politieke
munt uit slaan.
De groote waarde van georganiseerd
overleg is ook nu weer gebleken. Spr.
had verwacht, dat het eenstemmig advies
dezer commissie, waarin alle partijen ver
tegenwoordigd zijn, met grooter welwil
lendheid door B. en W. en den Raad
zou zijn ontvangen dan nu het geval is
geweest. Door B. en W. zijn tal van wijzi
gingen voorgesteld. En van de Raads
leden heeft het amendementen geregend.
De amendementen die Spr.'s fractie heeft
ingediend bedoelen niet anders, dan een
terugkeer tot het advies van de com
missie voor georganiseerd overleg, al wa
ren er punten, waarin zij wel verder had
„willen gaan. Zij heeft dit echter nagela
ten, uit respect voor het georganiseerd
overleg, dat een compromis had weten te
vinden.
Spr. voert hot pleit voor dienstcommis
sies, die B-. en VV. hebben geschrapt.
Het amendement Jeronimus om de salaris
sen te doen afhangen van de indexcij ers
noemt spr. gek. Welk een chaos men dan
zou krijgen, is niet te voorzien.
Het ontslag van de gehuwde ambtena
res is Spr. niet sympathiek. De Raad
heeft niet te beslissen of een gehuwde
ambtenares in dienst zal blijven.
Dhr Jeronimus wil den achturendng
voor een deel om hals brengen. Zijn
amendement om te spreken van „in den
regel" is absoluut gevaarlijk.
Dan de vacanties. In vele gemeenten
krijgen do continu-arbeiders langer vacan-
tie dan anderen.
De politie kan onder dit reglement niet
vallen. Spr. vraagt den Burgemeester of
hij de positie van het politie-personeel
zooveel mogelijk in overeenstemming met
dit reglement wil brengen.
Dhr v. d. Feltz, ClH., is getroffen
door den velen arbeid, dien de gemeente
secretaris aan dit voorstel heeft gehad.
Spr. staat principieel ver van de lin
kerzijde af. Het gezag is volgens hem
van Goddelijken oorsprong. Uitoefening
van dat gezag is recht en plicht. Het per
soneel moet zich aan de Overheid on
derwerpen.
Dit beteekent echter niet, dat Spr. is
tegen een ambtenaren-reglement. De Over
heid oefent hare taak uit door menschen,
die ook zondig zijn. Tegen het gevaar
van onrechtvaardigheden moet dan ook
gewaakt worden. Regels van recht en
rechtvaardigheid moeten daarom opge
steld worden, opdat het personeel recht
vaardig en billijk behandeld worde.
We mogen ons echter niet laten verlei
den om 'trecht uit 'toog te verliezen. We
zitten hier niet om alleen de belangen
van het gerneentepersoneel, maar om die
van de geheele gemeente te behartigen.
Er is een streven om het georganiseerd
overleg bindend te maken. Daartoe is men
in Amsterdam gekomen, maar men is er
slechts matig mee ingenomen.
Spr. verzet zich tegen die bindend
verklaring. Georganiseerd overleg is van
groote waarde. Maar we moeten niet zoo
ver gaan, dat zijn adviezen bindend wor
den. Dan krijgen we een verplaatsing
van verantwoordelijkheid.
Spr. wil niet tekort doen aan den ar
beid van de commissie van georganiseerd
overleg. Maar B. en W. en de raad
blijven de verantwoordelijkheid dragen.
Mevr. W e ij 1, v.d., is ook de com
missie voor georganiseerd overleg zeer
dankbaar. In een goed ambtenaren-regle
ment ligt de waarborg voor een goede
functioneering van den Overheidsdienst.
Ook Spr. meent echter, dat R. en W. en
de Raad bevoegd zijn in het advies der
commissie ve&nderingen aan te brengen.
Anders was het geen advies meer. De
wijzigingen van den Raad kunnen ook
verbeteringen beteekenen.
De commissie heeft zelfs op één punt
(de gehuwde ambtenares) de beslissing
aan den Raad overgelaten.
Dhr den Hollander, A.R., kan zich
in hoofdzaak bij den heer v. d. Feltz aan
sluiten. Het is wel eens goed, hier de
dingen duidelijk te zeggen en scherp te
stellen.
Zoo laakt Spr. het, dat het soc.-dem.
blad „De Volksstrijd" laatst schreef, dat
dhr den Hollander niet moest vergeten,
dat hij uit arbeiderskring is voortgeko
men. Daarvoor schaamt hij zich in geen
enkel opzicht. Maar ieder Raadslid
moet hier de belangen van de geheele
gemeente behartigen en niet alleen van
één klasse.
Spr. is er voor, dat ieder werkne
mer onder een goed reglement leeft. Dat
kan nooit anders dan goed werken.
Men moet bij zulk 'n reglement echter
rekenen met 't particulier bedrijf. Als 't
Overheidspersoneel met handen en voeten
ver uitsteekt boven dat in het parti
culier bedrijf, is dat een anti-sociale toe
stand.
De Overheid moet zoo zegt men
het goede voorbeeld geven aan particu
liere werkgevers. Maar men moet niet
vergeten, dat de Overheid-werkgeefster
onder geheel andere omstandigheden
werkt dan een particulier. Zij heeft niet te
rekenen met concurrentie, enz.
Het is wel eens goed, dat men in so
cialistische kringen luistert naar iemand
als Wibaut, die nog onlangs heeft aange
toond, dat ondernemerswinst nog iets an
ders is dan geld, dat de kapitalisten
in hun zak steken. Een deel der winst
wordt ook weer gebruikt in het bedrijf.
Dhr Onderdijk: dat betoog kun je
wel in je zak houden!
(Verwarde interrupties van de sociaal
democraten.)
Dhr den Hollander: het zou me ver
blijden, als de soc.-dem. heeren hier allen
zoo verstandig zijn als dhr Wibaut.
Een particulier werkgever kan nu een
maal niet doen, wat de Overheid doet
Als men dat maar bedenkt.
Spr. verwijst naar de collectieve ar
beidscontracten. Wat B. en W. nu voor
stellen, gaat verre uit boven wat in de
meeste particuliere bedrijven is vastge
legd.
Gemeenteambtenaar en arbeider in vrij
bedrijf werken beide voor de gemeen
schap. Voor bevoorrechting van den eerste
is geen reden.
Dhr Paul heeft gezegd, dat de adviezen
van het georganiseerd overleg eenstemmig
zijn gegeven. Maar Spr. weet toch, dat
over twee artikelen de stemmen hebben
gestaakt.
Een veeg teeken noemt Spr. de wjjze,
waarop de gemeente-ambtenaren hun ver
langens nog eens in een openbare ver
gadering hebben geuit, gepaard met eeni-
ge liefelijkheden aan het adres van 't ge
meentebestuur.
Spr. kan het zich niet voorstellen, dat
er personen in den Raad zijn, die de
ongehuwde moeder geheel gelijk willen
stellen met de gehuwde. Hier wordt ge
broken met alle Chr. opvattingen van het
huwelijk.
De gemeente-ambtenaren krijgen een
positie, die velen uit het particulier be
drijf hen zullen benijden. Spr. denkt niet
dat de laatste ze ooit zoo mooi zullen
krijgen.
Weth. Onderdijk, s.d., bestrijdt den
heer v. d. Feltz. Zijn inzicht noemt spr.
onjuist. Wanneer een particuliere onder
neming gaat onderhandelen met haar ar
beiders, is daar geen sprake van gezag.
Dan gaat het .er alleen bij de arbeiders
om: wat kan men bereiken?
In het Overheidsbedrijf is staking bij
de wet verboden. Waarschijnlijk is dit ook
goed. Maar dan rust op de Overheid
de taak om de arbeids-voorwaarden zoo
te maken, dat hef personeel tevreden
kan zijn.
Het slot van de rede van den heer den
Hollander noemt Spr. een fanfare en niets
meer. Er is ook een tijd geweest (tijdens
den oorlog), dat het Overheidspersoneel
achter stond bij de arbeiders in particu
lieren dienst.
Wat dhr v. d. Feltz zegt over het gezag,
gaat toch maar gedeeltelijk op. Er is
een tijd geweest, dat men zich ook van
Chr. zijde heeft verzet tegen het gezag.
Nog onlangs heeft men zich verzet tegen
wat in Rusland gebeurt. Daar is toch ook
een gezag, door God ingesteld!
(Protesten bij de rechterzijde.)
door Annie Lucas.
G5) o
Zij zeide echter niets, maar vroeg
slechts: „hebt gij nooit aan haar ge
schreven, Allan
„Neen; daar had ik het recht niet toe.
Ik had aan haar vader kunnen schre
ven, maar om harentwil deed ik het niet.
Margaret dacht eenige oogenblikken na,
toen zeide zij: „Allan, mag ik u iets
vragen?"
„Van avond moogt gij mij alles vra
gen, zoo gij mij slechts belooft dit onder
werp in het vervolg niet meer aan te
roeren."
„Ik heb uw geheim bijna drie jaar
met mij omgedragen, Allan. Is er ooit
een woord over mijn lippen gekomen?"
„Neen, Maggie ik weet, dat ik u
vertrouwen kan. Maar wat wilt gij
weten?"
„Is er eenige herinnering, eenige be-
teekenis verbonden aan de bloemen die
zij mij meegaf azaleas?"
„Waarom denkt gij dat?" vroeg hij
snel.
„Omdat ik my verbeeldde, dat er een
eigenaardige uitdrukking op haar gelaat
was, toen zij mij die gaf en omdat
ik uwe ontroering 'bemerkte toén gij ze
zaagt."
„Die bloemen roepen allerlei herinne
ringen bij mij wakker. Ik kan ze nooit
zien zonder aan haar te denken. 'tZijn
haar lievelingsbloemen. Zij droeg witte
azaleas in het haar, toen ik haar voor
het eerst ontmoette. Zij droeg ze op
haar kleed, toen ik afscheid van haar
nam. Wij hielden ons laatste gesprek
in een serre vol azaleas. Dat is alles,
Margaret; een herinnering, die slechts
aan één kant bestaat, zooals gjj ziet."
„Ja en toch" maar zy ging niet
verder. Waartoe zou het dienen haar
zelf, en nog veel minder Allan, te over
tuigen, dat Averil een hoop koesterde,
die nooit verwezenlijkt zou worden?
Zij spraken nog lang met elkander.
Zonder terughouding vertelde Allan haar
alles van het verleden, en vraagde haar
naar elke bijzonderheid van dien namid
dag.. „Zie zoo, Margaret", zeide hij ein
delijk, „nu heb ik voor het eerst en
voor het laatst den vrijen teugel aan
mijn gevoel gegeven. Voortaan zal er
voor mij geen andere Averil bestaan dan
de eigenares van Ravenscraig, de vrien
din mijner zuster, voor mij een al-
ledaagsche kennis, en een mogelijk pa
tient. En ik zal mij tegenover haar zóó
gedragen, Margaret, dat hetgeen gij he
den gezien en gehoord hebt, zelfs u een
droom zal toeschijnen."
„Maar ach, Allan, wat zult gij daar
onder lydenl"
„Leed geeft kracht, Margaret, en ik
ben van plan mij zelf te overwinnen."
Margaret keek hem aan met een be
droefd gezichtje. Hij was doodelijk bleek,
diepe groeven doorploegden zijn gelaat,
welks uitdrukking strakker en trotscher
was dan ooit. Hij ontmoette haar blik,
en trok haar naar zich toe, zeggende:
„Maak u niet bezorgd over my, lieve
zuster. Help mii integendeel."
„U helpen, Allan, als ik slechts kon."
„Gy kunt mij helpen door mij drie
dingen te beloven. En wat gij belooft,
dat houdt gij, ik weet het."
„Wat dan, Allan?"
„In de eerste plaats, dat gij u om
mijnentwil in geen enkel opzicht zult
laten belemmeren in uw omgang met
juffrouw Muir. Hare vriendschap zal een
waar genot voor u wezen, en een groot
voorrecht voor al de anderen. Gij al
len moogt niet ljjden onder een kleine
gevoeligheid van mijn kant."
„Een kleine gevoeligheid! Och, Allan!
Maar ik wil het wel beloven, als gij
dat verlangt"
„Beloof mij ook, dat gij mij noch door
woord, noch door blik zult herinneren
aan het geheim, dat ik u heb toever
trouwd."
„Neen, dat zal ik niet doen, Allan
tenzij een bijzondere aanleiding er
my toe dwingt. Dit voorbehoud moet
gij mij toestaan."
„Doch maak er geen misbruik van,
Maggie, als gij mij liefhebt. En nu nog
één ding. Beloof mij, dat gij in geen
geval mijn geheim aan juffrouw Muir
zult verraden."
Gewillig gaf Margaret deze belofte.
Daarop deed Allan zijn best om te lachen
over het wanhopig gezicht dat zij zette,
en na nog enkele onverschillige zaken
met haar bepraat te hebben, zeide hij
haar op zijn gewonen, rustigen toon goe
den nacht.
Doch toen de deur achter haar toe
gevallen was, wierp hij zich achterover
in zijn stoel, ten prooi aan de diepste
moedeloosheid. „Veranderd en oud ge
worden. Mijn lieveling, mijn lieveling,
vindt gij dat? „Ernstig en deftig". Koud
en stroef zoudt gij gezegd hebben, in
dien gij niet te liefderijk waart voor
zulk een hard oordeel, maar noem mij
zoo in het vervolg. Op die manier kan
ik ten minste aanspraak maken op uwe
vriendschap en op uwe achting. O mijn
lieveling, wat doet het iemand pijn, liefde
en hoo.p voor goed uit zyn hart te moe
ten rukken."
Het duurde lang voordat Margaret, die
bezorgd luisterde, hem naar zijn kamer
hoorde gaan. Toen klonk zijn stap moe
en loom als van iemand, die een zwaren
strijd gestreden heeft.
Allan was den volgenden dag geheel
de oude. Zijne houding tegenover Averil,
die denzelJden middag met Mevrouw Sel-
wijn kwam hooren hoe Margaret het
maakte, was onberispelijk beleefd en
vriendelijk, hoewel eenigszins algemelen
en stijf. En zoo bleef het op den duur.
Zelfs het meest nauwlettend oog had by
hem niet de minste voorkeur kunnen
ontdekken voor iemand, die gewoon was
de harten stormenderhand te veroveren.
En 'twas, zooals Allan haar voorspeld
had, het kwam Margaret soms voor of
alles, wat zij .gezien en gehoord had,
slechts een droom was geweesj Wat Ave
ril betrof, jij was in den beginne een
weinig verlegen in Allans tegenwoordig
heid, maar deze verlegenheid, waarschijn
lijk het gevolg van een eenigszins ge
dwongen verhouding tegenover een ge
wezen, ouden vriend, dien zij geheel ver
anderd terugvond, verdween echer spoe
dig. CWordt vervolgd.)