DE ZEEUW De WELFSCHOEN maakt een lange wandeling tot een genot. jacq.eplo°uvier Sngen tweede blad Niet door eigen kracht Gemeenteraad van Middelburg. FEU I L L ETON. VAN DONDERDAG 1 MEI 1930. No. 178. Gistermiddag vergaderde de Gemeente raad van Middelburg. Afwezig dhr Portheine. Notulen. Dhr Mes, R. K., maakt nog enkele opmerkingen over het pen sioenfonds der ambtenaren, waarover hij in de vorige vergadering sprak. Volgens Spr. heeft de gemeente hier wel degelijk wat mee te maken. Zij con troleert de rekening en aan haar komt bij ontbinding het restant der kas. De voorzitter antwoordt, dat de gemeente over de verdeeling der gelden niets te zeggen heeft. Electrificatie O. en N. Vlissingsche weg z.h.st. aangenomen. Het subsidie-verzoek voor de Handels school zal bij de 'begrooting 1931 wor den behandeld. Veersche weg. Dhr J eronimus heeft nu wel de rekening 1929 van dezen weg gezien, maar nooit die van 1928. De voorzitter zal dit nagaan. Overplaatsing onderwijzer school G naar school K. Goedgekeurd. Benoeming onderwijzer school G. Be noemd wordt dhr P, A. Vermeulen te Rhenen met alg. stemmen. Aanwijzing plaatsvervangend hoofd school K geschiedt volgens voorstel van B. en W. De gemeenterekening 1928 wordt vast gesteld. Aanvaarding van de door in gezetenen aangeboden Ford automobiel-brandspuit. 'Dhr G o r n e 1 i s s e, S. D., maakt zich daar .niet zoo erg druk en warm over. Hij acht die spuit niet zoo erg noodig. Dit cadeau is voortgekomen uit een soort paniek-stemming na den brand. Het geeft den indruk, alsof het gemeentebestuur in zijn taak is tekort geschoten, Spr. zal echter niet tegen het voorstel stemmen. Weth. Onder dijk merkt op, dat dhr Gornelisse voor zichzelf persoonlijk spreekt. Dhr Paul: maar toch ook namens meerdere leden der fractie. Dhr Jeronimus acht meerdere klei nere brandweereenheden beter dan één groote. De voorzitter acht het inzamelen van deze gelden volkomen te verklaren. B. en W. stellen deze spontane hulp op grooten prijs. De ingezetenen wisten ook wel, dat de gemeente ook wel een spuit kon aanschaffen. Maar hier openbaarde zich gezonde burgerzin. Dhr v. d. Feltz, G. H., vindt het een beetje jammer, dat dhr Gornelisse wat kleineerend over dit aanbod heeft ge sproken. De voorzitter: zijn bedoeling is: ik wil het cadeau wel aanvaarden, maar je moet niet denken, dat ik het zelf niet had kunnen koopen. Dhr v. d. Feltz: we moeten er harte lijk dankbaar voor zijn. Dhr Naezer: de bedoeling is ook geweest er een beetje gang achter te zet ten. D'hr Paul: heeft er niets op tegen de spuit te accepteeren, maar men moet niet denken, dat de gemeente er geen had kunnen aanschaffen. Weth. Ond er d ij k: de Raad heeft m.i. te aanvaarden elk legaat, elk aanbod, dat met goede bedoelingen aan den Raad wordt aangeboden. Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen. Subsidie voor het Koninginnef eest. Dhr H o n.d i u s, A. R., dankt de meer derheid van B. en W. voor hun tegemoet komende houding betreffende de vrijstel ling van betaling voor opbreken der straten. Maar het spijt Spr., dat B. en W. 1000 gld. afdingen op het verzoek van „Uit het Volk, voor het Volk". Naar Spr. heeft vernomen, zal juist dan het gevolg zijn, dat het kinderfeest zal komen te vervallen. Zulk een kinder feest heeft groote opvoedkundige waarde. In Spr.'s ziel is b.v. nog altijd de herin nering levendig gebleven aan een feest in 1865, ter herdenking van den slag bij Waterloo. Zoo vaak wordt bij subsidies gerekend met hetgeen door belanghebbenden is bij eengebracht. Welnu, door de buurtcom- missies is voor het feest zeker vijf maal zooveel ingezameld als de vereeniging aan de gemeente vraagt. De band tusschen Nederland en Oranje is steeds heilzaam geweest. 'Ook zij, die niet op Sprekers standpunt staan, zullen erkennen, dat de regeering van H. M. de Koningin een gezegende is geweest. Zoo vaak is gezegd, dat het onderwijs in Vaderlandsche geschiedenis is een his- toire de guerre. Welnu, laten we straks Middelburg nu eens toonen, dat de re geering van H. M. de Koningin een his- t-oire de paix is. Het feest belooft schitterend te zullen worden en zal aan vele neringdoenden een extra-verdienste verschaffen. Spreker stelt daarom voor, de gevraagde f 3500 subsidie te verleenen. Mevr. W e ij 1 is er voor, den 50en ver jaardag van H. M. de Koningin te vie ren. In elke staatsinrichting kent men volksfeesten en de 50e verjaardag van ons staatshoofd is een goede gelegen heid om feest te vieren. Spr. erkent, dat het feest een mooi feest belooft te wor den. Oud en jong zal er van kunnen ge nieten. Maar we moeten ook denken aan den moeilijken tijd, waarin we leven. De werk- loozen vragen weer onze aandacht. Spr. gaat daarom van ganscher harte accoord met het voorstel van B. en W. Zij waardeert den arbeid van „Uit het Volk, voor het Volk". En het is met leed wezen, dat Spr. niet accoord kan gaan met het volledig verzoek dezer vereen. Er bestaan bovendien ook plannen, vol gens welke de gemeente nog zal zorgen voor een extra-verlichting in de feest- week. Het lijkt Spr. het beste, deze voor stellen tegelijk te behandelen. Er werd voorgesteld, dat de gemeente f 1500 in de feestverlichting zou bijdra gen en ook nog voor enkele aan te bren gen installaties zou zorgen. De voorzitter licht toe, dat de P. Z. E. M. een groote lichtweek zal hou den. Zij had gevraagd, dat de gemeente daarin f 1500 zou bijdragen. Ook ligt het in de bedoeling enkele gebouwen, o.a. de gasfabriek te verlichten. B. en W. hadden èn het voorstel van „Uit het Volk, voor het Volk" èn de bij drage in de verlichting in de volgende vergadering willen behandelen. Maar eerstgenoemde vereeniging heeft met nadruk gevraagd op haar verzoek nu te beslissen. Weth. de Veer, A. R., herhaalt, dat B. en W. zullen voorstellen aan de P. Z. E. M. een bijdrage van f 1500 in de ver lichting te geven. Verder zullen B. en W. een crediet vragen voor verlichting van sommige gemeente-gebouwen. Dit wordt geschat op f 1000. Daarbij zou nog komen een bijdrage in enkele installaties. Deze zou ook op f 1000 worden geschat. Dat zou dus in totaal voor de verlich ting f 3500 worden. De voorzitter merkt op, dat dit bedrag geèn subsidie voor de feesten is. maar voor de lichtweek, die toevallig in dienzelfden tijd valt (Gelach bij de soci alisten). Dhr Gornelisse, S. D., heeft een andere meening dan dhr Hondius over het Koningshuis. Sprekers fractie zal dan ook stemmen tegen het voorstel van de meerderheid van B. en W. Het is een aardikapitaaltje (in totaal f 7000) dat men voor de feestelijkheden wil geven. Zoo dikwijls wordt aangedrongen op bezuiniging, maar nu denkt men daaraan niet. De voorzitter legt er den nadruk op, dat de Raad toch niet minder dan f 2500 subsidie kan geven voor een volks feest als dit. Mevr. de Graaf, V. D., vestigt de aandacht op de houding van B. en W. in 1923. Toen stelden ze uit eigen beweging een extra-subsidie voor een kinderfeest voor. Nu willen B. en W. de f 1000 voor een kinderfeest schrappen. Maar nu komt Mevr. Weijl met de mededeeling aangaan de de subsidie voor de verlichting. Mis schien zijn hierdoor B. en W. van mee ning veranderd. Het kinderfeest kan niet meer worden geschrapt. Krijgt „Uit het Volk, Voor het Volk" de volle f 8500 niet, dan zal er op andere onderdeelen van het feest beknib beld moeten worden. Spr. zal stemmen voor het voorstel Hondius. Dhr Jeronimus doet in niemand onder voor waardeering voor ons Ko ningshuis. Maar een verjaardag is een private aangelegenheid. Een 25- of 40- of 50-ja- rig regeeringsjubileum is 'n aangelegen heid, die 't volk raakt, omdat de Koningin is de eerste ambtenaresse of dienaresse van den Staat. (Dhr Paul: het ambtenaren-regle ment!). Spr. zou als uitdrukkelijke voorwaarde bij de subsidieering willen stellen, dat het kinderfeest in geen geval mag ver vallen. Volgens spr. moet de Overheid zich zooveel mogelijk onthouden van het orga- niseeren van feesten. Dit moet aan ver- eenigingen overgelaten worden. Spreker wil b.v. niet voor de consequentie gesteld worden om later te moeten stemmen voor subsidie aan een feest om andere rede nen, b.v. op den eersten Mei. Weth. Onderdijk is principieel te gen een dergelijke feestviering als hier bedoeld. Spr. zegt, dat een zoo groot be drag van f 7000 voor dit doel voor de eerste maal zou worden uitgegeven. Spr. kan zich voorstellen, dat men dit bedrag zou uitgeven voor een waardige ontvangst van het hoofd van den Staat, maar de jaardag der Koningin is een feest voor eigen vermaak. Mevr. de Graaf, v.d., betreurt het, dat er verband is gelegd tusschen de f3500 voor het feest en de f3500 voor de verlichting. Deze twee dingen staan los van elkaar. De voorzitter merkt tegenover den heer Jeronimus op, dat we gaan vieren den vijftigsten verjaardag van het Hoofd van den Staat. Dat. heeft met andere feesten, zooals den len Mei, niets te maken. Dhr v. d. Felt z, C.H., prijst de S. D. A. P., die zich in deze kwestie netjes heeft gedragen. (Interruptie: we zijn al tijd netjes.) Liever had Spr. gehad, dat er heelemaal niet over gesproken was en dat de subsidie was beschouwd als een dankoffer aan het geslacht van Oranje. De voorzitter brengt eerst in stem ming het voorstel-Hondius om f3500 sub sidie te geven. Weth. Onderdijk deelt mede, dat de soc.-dem. fractie geacht wil worden niet aanwezig te zijn. Hiertegen komen jle andere vier sociaal-democraten op. Het voorstel-Hondius wordt daarop ver worpen met 8 tegen 7 stemmen. (Vóór mevr. de Graaf en dhrn Streefkerk, Hon dius, den Hollander, Naezer, v. d. Feltz en Vertregt. Buiten stemming bleef dhr Onderdijk.) Het voorstel van B. en W. (f 2500 sub sidie) wordt daarna aangenomen met 10 tegen 6 stemmen (tegen de vijf sociaal democraten en dhr Jeronimus). In behandeling komt nu het Ambte naren-reglement. Dhr Paul, s.d., wil over dit punt iets meer zeggen dan over het vorige, omdat het hem meer interesseert. Spr. herinnert aan de voorgeschiedenis van dit voorstel. Het is behandeld in zeven vergaderingen der commissie van overleg. Spr. heeft gemerkt, dat men defgelyke kwesties beter in een besloten college kan bespreken dan b.v. in den Raad. In beslo ten kring kan men er geen politieke munt uit slaan. De groote waarde van georganiseerd overleg is ook nu weer gebleken. Spr. had verwacht, dat het eenstemmig advies dezer commissie, waarin alle partijen ver tegenwoordigd zijn, met grooter welwil lendheid door B. en W. en den Raad zou zijn ontvangen dan nu het geval is geweest. Door B. en W. zijn tal van wijzi gingen voorgesteld. En van de Raads leden heeft het amendementen geregend. De amendementen die Spr.'s fractie heeft ingediend bedoelen niet anders, dan een terugkeer tot het advies van de com missie voor georganiseerd overleg, al wa ren er punten, waarin zij wel verder had „willen gaan. Zij heeft dit echter nagela ten, uit respect voor het georganiseerd overleg, dat een compromis had weten te vinden. Spr. voert hot pleit voor dienstcommis sies, die B-. en VV. hebben geschrapt. Het amendement Jeronimus om de salaris sen te doen afhangen van de indexcij ers noemt spr. gek. Welk een chaos men dan zou krijgen, is niet te voorzien. Het ontslag van de gehuwde ambtena res is Spr. niet sympathiek. De Raad heeft niet te beslissen of een gehuwde ambtenares in dienst zal blijven. Dhr Jeronimus wil den achturendng voor een deel om hals brengen. Zijn amendement om te spreken van „in den regel" is absoluut gevaarlijk. Dan de vacanties. In vele gemeenten krijgen do continu-arbeiders langer vacan- tie dan anderen. De politie kan onder dit reglement niet vallen. Spr. vraagt den Burgemeester of hij de positie van het politie-personeel zooveel mogelijk in overeenstemming met dit reglement wil brengen. Dhr v. d. Feltz, ClH., is getroffen door den velen arbeid, dien de gemeente secretaris aan dit voorstel heeft gehad. Spr. staat principieel ver van de lin kerzijde af. Het gezag is volgens hem van Goddelijken oorsprong. Uitoefening van dat gezag is recht en plicht. Het per soneel moet zich aan de Overheid on derwerpen. Dit beteekent echter niet, dat Spr. is tegen een ambtenaren-reglement. De Over heid oefent hare taak uit door menschen, die ook zondig zijn. Tegen het gevaar van onrechtvaardigheden moet dan ook gewaakt worden. Regels van recht en rechtvaardigheid moeten daarom opge steld worden, opdat het personeel recht vaardig en billijk behandeld worde. We mogen ons echter niet laten verlei den om 'trecht uit 'toog te verliezen. We zitten hier niet om alleen de belangen van het gerneentepersoneel, maar om die van de geheele gemeente te behartigen. Er is een streven om het georganiseerd overleg bindend te maken. Daartoe is men in Amsterdam gekomen, maar men is er slechts matig mee ingenomen. Spr. verzet zich tegen die bindend verklaring. Georganiseerd overleg is van groote waarde. Maar we moeten niet zoo ver gaan, dat zijn adviezen bindend wor den. Dan krijgen we een verplaatsing van verantwoordelijkheid. Spr. wil niet tekort doen aan den ar beid van de commissie van georganiseerd overleg. Maar B. en W. en de raad blijven de verantwoordelijkheid dragen. Mevr. W e ij 1, v.d., is ook de com missie voor georganiseerd overleg zeer dankbaar. In een goed ambtenaren-regle ment ligt de waarborg voor een goede functioneering van den Overheidsdienst. Ook Spr. meent echter, dat R. en W. en de Raad bevoegd zijn in het advies der commissie ve&nderingen aan te brengen. Anders was het geen advies meer. De wijzigingen van den Raad kunnen ook verbeteringen beteekenen. De commissie heeft zelfs op één punt (de gehuwde ambtenares) de beslissing aan den Raad overgelaten. Dhr den Hollander, A.R., kan zich in hoofdzaak bij den heer v. d. Feltz aan sluiten. Het is wel eens goed, hier de dingen duidelijk te zeggen en scherp te stellen. Zoo laakt Spr. het, dat het soc.-dem. blad „De Volksstrijd" laatst schreef, dat dhr den Hollander niet moest vergeten, dat hij uit arbeiderskring is voortgeko men. Daarvoor schaamt hij zich in geen enkel opzicht. Maar ieder Raadslid moet hier de belangen van de geheele gemeente behartigen en niet alleen van één klasse. Spr. is er voor, dat ieder werkne mer onder een goed reglement leeft. Dat kan nooit anders dan goed werken. Men moet bij zulk 'n reglement echter rekenen met 't particulier bedrijf. Als 't Overheidspersoneel met handen en voeten ver uitsteekt boven dat in het parti culier bedrijf, is dat een anti-sociale toe stand. De Overheid moet zoo zegt men het goede voorbeeld geven aan particu liere werkgevers. Maar men moet niet vergeten, dat de Overheid-werkgeefster onder geheel andere omstandigheden werkt dan een particulier. Zij heeft niet te rekenen met concurrentie, enz. Het is wel eens goed, dat men in so cialistische kringen luistert naar iemand als Wibaut, die nog onlangs heeft aange toond, dat ondernemerswinst nog iets an ders is dan geld, dat de kapitalisten in hun zak steken. Een deel der winst wordt ook weer gebruikt in het bedrijf. Dhr Onderdijk: dat betoog kun je wel in je zak houden! (Verwarde interrupties van de sociaal democraten.) Dhr den Hollander: het zou me ver blijden, als de soc.-dem. heeren hier allen zoo verstandig zijn als dhr Wibaut. Een particulier werkgever kan nu een maal niet doen, wat de Overheid doet Als men dat maar bedenkt. Spr. verwijst naar de collectieve ar beidscontracten. Wat B. en W. nu voor stellen, gaat verre uit boven wat in de meeste particuliere bedrijven is vastge legd. Gemeenteambtenaar en arbeider in vrij bedrijf werken beide voor de gemeen schap. Voor bevoorrechting van den eerste is geen reden. Dhr Paul heeft gezegd, dat de adviezen van het georganiseerd overleg eenstemmig zijn gegeven. Maar Spr. weet toch, dat over twee artikelen de stemmen hebben gestaakt. Een veeg teeken noemt Spr. de wjjze, waarop de gemeente-ambtenaren hun ver langens nog eens in een openbare ver gadering hebben geuit, gepaard met eeni- ge liefelijkheden aan het adres van 't ge meentebestuur. Spr. kan het zich niet voorstellen, dat er personen in den Raad zijn, die de ongehuwde moeder geheel gelijk willen stellen met de gehuwde. Hier wordt ge broken met alle Chr. opvattingen van het huwelijk. De gemeente-ambtenaren krijgen een positie, die velen uit het particulier be drijf hen zullen benijden. Spr. denkt niet dat de laatste ze ooit zoo mooi zullen krijgen. Weth. Onderdijk, s.d., bestrijdt den heer v. d. Feltz. Zijn inzicht noemt spr. onjuist. Wanneer een particuliere onder neming gaat onderhandelen met haar ar beiders, is daar geen sprake van gezag. Dan gaat het .er alleen bij de arbeiders om: wat kan men bereiken? In het Overheidsbedrijf is staking bij de wet verboden. Waarschijnlijk is dit ook goed. Maar dan rust op de Overheid de taak om de arbeids-voorwaarden zoo te maken, dat hef personeel tevreden kan zijn. Het slot van de rede van den heer den Hollander noemt Spr. een fanfare en niets meer. Er is ook een tijd geweest (tijdens den oorlog), dat het Overheidspersoneel achter stond bij de arbeiders in particu lieren dienst. Wat dhr v. d. Feltz zegt over het gezag, gaat toch maar gedeeltelijk op. Er is een tijd geweest, dat men zich ook van Chr. zijde heeft verzet tegen het gezag. Nog onlangs heeft men zich verzet tegen wat in Rusland gebeurt. Daar is toch ook een gezag, door God ingesteld! (Protesten bij de rechterzijde.) door Annie Lucas. G5) o Zij zeide echter niets, maar vroeg slechts: „hebt gij nooit aan haar ge schreven, Allan „Neen; daar had ik het recht niet toe. Ik had aan haar vader kunnen schre ven, maar om harentwil deed ik het niet. Margaret dacht eenige oogenblikken na, toen zeide zij: „Allan, mag ik u iets vragen?" „Van avond moogt gij mij alles vra gen, zoo gij mij slechts belooft dit onder werp in het vervolg niet meer aan te roeren." „Ik heb uw geheim bijna drie jaar met mij omgedragen, Allan. Is er ooit een woord over mijn lippen gekomen?" „Neen, Maggie ik weet, dat ik u vertrouwen kan. Maar wat wilt gij weten?" „Is er eenige herinnering, eenige be- teekenis verbonden aan de bloemen die zij mij meegaf azaleas?" „Waarom denkt gij dat?" vroeg hij snel. „Omdat ik my verbeeldde, dat er een eigenaardige uitdrukking op haar gelaat was, toen zij mij die gaf en omdat ik uwe ontroering 'bemerkte toén gij ze zaagt." „Die bloemen roepen allerlei herinne ringen bij mij wakker. Ik kan ze nooit zien zonder aan haar te denken. 'tZijn haar lievelingsbloemen. Zij droeg witte azaleas in het haar, toen ik haar voor het eerst ontmoette. Zij droeg ze op haar kleed, toen ik afscheid van haar nam. Wij hielden ons laatste gesprek in een serre vol azaleas. Dat is alles, Margaret; een herinnering, die slechts aan één kant bestaat, zooals gjj ziet." „Ja en toch" maar zy ging niet verder. Waartoe zou het dienen haar zelf, en nog veel minder Allan, te over tuigen, dat Averil een hoop koesterde, die nooit verwezenlijkt zou worden? Zij spraken nog lang met elkander. Zonder terughouding vertelde Allan haar alles van het verleden, en vraagde haar naar elke bijzonderheid van dien namid dag.. „Zie zoo, Margaret", zeide hij ein delijk, „nu heb ik voor het eerst en voor het laatst den vrijen teugel aan mijn gevoel gegeven. Voortaan zal er voor mij geen andere Averil bestaan dan de eigenares van Ravenscraig, de vrien din mijner zuster, voor mij een al- ledaagsche kennis, en een mogelijk pa tient. En ik zal mij tegenover haar zóó gedragen, Margaret, dat hetgeen gij he den gezien en gehoord hebt, zelfs u een droom zal toeschijnen." „Maar ach, Allan, wat zult gij daar onder lydenl" „Leed geeft kracht, Margaret, en ik ben van plan mij zelf te overwinnen." Margaret keek hem aan met een be droefd gezichtje. Hij was doodelijk bleek, diepe groeven doorploegden zijn gelaat, welks uitdrukking strakker en trotscher was dan ooit. Hij ontmoette haar blik, en trok haar naar zich toe, zeggende: „Maak u niet bezorgd over my, lieve zuster. Help mii integendeel." „U helpen, Allan, als ik slechts kon." „Gy kunt mij helpen door mij drie dingen te beloven. En wat gij belooft, dat houdt gij, ik weet het." „Wat dan, Allan?" „In de eerste plaats, dat gij u om mijnentwil in geen enkel opzicht zult laten belemmeren in uw omgang met juffrouw Muir. Hare vriendschap zal een waar genot voor u wezen, en een groot voorrecht voor al de anderen. Gij al len moogt niet ljjden onder een kleine gevoeligheid van mijn kant." „Een kleine gevoeligheid! Och, Allan! Maar ik wil het wel beloven, als gij dat verlangt" „Beloof mij ook, dat gij mij noch door woord, noch door blik zult herinneren aan het geheim, dat ik u heb toever trouwd." „Neen, dat zal ik niet doen, Allan tenzij een bijzondere aanleiding er my toe dwingt. Dit voorbehoud moet gij mij toestaan." „Doch maak er geen misbruik van, Maggie, als gij mij liefhebt. En nu nog één ding. Beloof mij, dat gij in geen geval mijn geheim aan juffrouw Muir zult verraden." Gewillig gaf Margaret deze belofte. Daarop deed Allan zijn best om te lachen over het wanhopig gezicht dat zij zette, en na nog enkele onverschillige zaken met haar bepraat te hebben, zeide hij haar op zijn gewonen, rustigen toon goe den nacht. Doch toen de deur achter haar toe gevallen was, wierp hij zich achterover in zijn stoel, ten prooi aan de diepste moedeloosheid. „Veranderd en oud ge worden. Mijn lieveling, mijn lieveling, vindt gij dat? „Ernstig en deftig". Koud en stroef zoudt gij gezegd hebben, in dien gij niet te liefderijk waart voor zulk een hard oordeel, maar noem mij zoo in het vervolg. Op die manier kan ik ten minste aanspraak maken op uwe vriendschap en op uwe achting. O mijn lieveling, wat doet het iemand pijn, liefde en hoo.p voor goed uit zyn hart te moe ten rukken." Het duurde lang voordat Margaret, die bezorgd luisterde, hem naar zijn kamer hoorde gaan. Toen klonk zijn stap moe en loom als van iemand, die een zwaren strijd gestreden heeft. Allan was den volgenden dag geheel de oude. Zijne houding tegenover Averil, die denzelJden middag met Mevrouw Sel- wijn kwam hooren hoe Margaret het maakte, was onberispelijk beleefd en vriendelijk, hoewel eenigszins algemelen en stijf. En zoo bleef het op den duur. Zelfs het meest nauwlettend oog had by hem niet de minste voorkeur kunnen ontdekken voor iemand, die gewoon was de harten stormenderhand te veroveren. En 'twas, zooals Allan haar voorspeld had, het kwam Margaret soms voor of alles, wat zij .gezien en gehoord had, slechts een droom was geweesj Wat Ave ril betrof, jij was in den beginne een weinig verlegen in Allans tegenwoordig heid, maar deze verlegenheid, waarschijn lijk het gevolg van een eenigszins ge dwongen verhouding tegenover een ge wezen, ouden vriend, dien zij geheel ver anderd terugvond, verdween echer spoe dig. CWordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5