mnz
ut»!
H s g-e-l
DE ZEEÜW
1§K11
lis?!*
I
frtS 1|
15-sr-i
DERDE BLAD.
NERVEUS EN OVERSPANNEN
ONRUSTIG EN SLAPELOOS
Mijnhardt's Zenuwtabletten
ffi
ft
g.$
•as
m
x.
Uit de Provincie.
Land- en Tuinbouw.
Radio-nieuws
frB'B.
t'l.lfE
w
a
ij p
-&1®
S'<8 e
Ph
Cfë
§8«
9
S
8 h
fc H - 8 3 g
5 gǤ;g 3 0 5'
j P pj r+- p3
J'D W S 1) _H
-3 m S'* ?-s
ftp r (p t+<p
N-jjiUF;
O f=
o cn
j^j-»
Ui
- h
O <j <q
£3 CD (D
£a3 3
- Ui
,rB§
^-.S -
a® s 3
■in e- 2
B
<§FW
<1 tr"
S-
p B
K' 5'
g
*0'
o
j*
W
HI
B
o
CO
CK)
3
^'gcL
CD y
9*
0 03
g
S jr"
a
g 3
Sd<39.
2
s:&
3 -C
3 r-N
liS 8 5
pr g
3
Hr- 2T
0 3d
|g|
P PJ
Pa Q
p
J5'®
3
li
II
<A t
N g. N S"#
i s^31
O C pj O
1B e
gr'Ji
'i
O <T)
O H(
FT us rr-uy
Cfa p 2 cjs
3I^
P- o
3 p s- sr p- S.'
cp 1 p ca: H
FT K "-
g a,
VAN
ZATERDAG 29 MAART 1930. No. 152.
VOORJAAR.
Hoor even! ifc vertel je watl
Ik bob vandaag de vlag maar uitgestoken,
Omdat de lucht iets héél bijzonders had,
Omdat de winden zoo naar bloemen
[roken.
Men zei: daar is iets schoons op til!
En keek, of men de koningin verwachtte
De wereld was zoo wijd, zoo wit, zoo
[stil
Ik keek eens hier, ik keek eens daar
[en laohitte.
Toen dreef ©en groote vogel aan
En bleef wat spelen op zijn z.ilv'ren
[zeilen,
Die bad twee steilte' om in een pool
[te staan
En nog een stok om slootjes mee te
[peilen.
Daar dreef nog eens iets wits voorbij,
Heel in de verde hing een klok to klinken
De witte mist hing op de groene wei
En daarin stond een druipend paard te
[blinken.
De wereld kreeg eensklaps een kleur!
De groote hemel was ineens ontloken
De rijke zon verguldde een oude dour
En toen heb ik de vlag maar uitgestoken!
EEN BEZOEK AAN DE MIJNSTREEK.
Voorschrift is, dat, zoo spoedig een put
kool weggehaald is, gestut moet worden
Nu zijn er arbeiders, die zich wel eens
niet aan dit voorschrift houden. Ze zijn
zoo gewend geraakt aan hun arbeid en
aan de omgeving waarin zij werken, ook
aan de veiligheid van het ondergrondsche
bedrijf, dat zij, wanneer zij kool weghalen
uit den wand en zij boven zich krijgen
een steenen vlak, dat sterk en hecht is,
zij het plaatsen van voorloopige stutten
wel eens achterwege laten.
'tKan nog wel lijden denken ze; het
gesteente is sterk. Maar ze denken wel
eens niet voldoende aan den geweldigen
druk van de honderden meters dikke dek
lagen.
In de meeste gevallen gaat het wel
goed. Maar 't kan ook mis gaan. Hei
gesteente kan plotseling breken en zij
kunnen daarbij getroffen worden. Doode-
lijk getroffen worden. Maar u proeft,
dat het dan aan eigen onvoorzichtigheid
te wijten is. Wanneer geregeld gestut
wordt, en het hout er voor wordt met
de schudgoot aangevoerd, behoeft geen
vrees te bestaan. U hebt u zelf van de
zaak kunnen overtuigen!
En inderdaad dit was juist.
Nu iis het stutten niet het eenigst voor
schrift voor veiligheid voor de aan den
arbeid zijnde mijnwerkers in de pijlers.
Ze moeten er voor zorgen, dat onmid
dellijk alle kool en alle gesteente, dat
bij 't halcken los gekomen is, en niet
direct naar beneden gekomen is, naar
beneden gehaald wordt. Daar dit bij ver
der hakken onverwacht zou kunnen val
len en dan mijnarbeiders aan handen
of voeten zou kunnen verwonden.
Ook dit voorschrift wordt wel eens
overtreden.
Toen wij in den pijler zaten en voor
den fweeden keer nit den goot geko
men waren, tastte de heer Kok aan ©en
stuk steen, dat aan den wand uitstak,
enmeteen rolde het met een hoe
veelheid steenkool naar beneden. Zon
der gelukkig op een hand of voet te
recht te komen. Ziehier een geval van
overtreding, waarop, nadat wij den pij
ler hadden verlaten, de betrokken mijn
werker attent werd gemaakt.
Dergelijke dingen behoeven echter niet
voor te komen. Zoodat er werkelijk voor
«Qns geen aanleiding is den mijnarbeid
als gevaarlijker te beschouwen dan wedken
anderen arbeid ook, waarbij nalatigheid
ook gemakkelijk een ongeval tengevolge
kan hebben.
Wanneer een opperman op een steiger
zijn steenen niet in evenwicht op z'n
schouder heeft gevleid en dezen rollen
er af, kan iemand, die er onder staat
doodelijk getroffen worden. Zoo ook kun
nen zij, die op een steiger werken, van
onvoldoende bevestiging van het steiger-
werk, het slachtoffer worden. Wat ook
wel gebeurt. Maar daarom is het bouw
vak nog geen gevaarlijk bedrijf
Beroepsziekten, enz.
Terwijl we toch spraken over het vei
ligheidsprobleem, bracht ik de kwestie
der beroepsziekten in 't midden: een
kwestie, zeer geliefd in de kolommen^van
„Het Volk".
'lcHad er juist iets over gelezen; maar
er werd niet bij vermeld, wat onder
beroepsz ie leien moest worden verstaan.
Men zon heel gemakkelijk aan iets
vreeselijks kunnen denken. En daarom
roerde ik de zaak aan.
„Inderdaad", aldus onze geleider, „in
derdaad wordt over die beroepsziekten
veel geschreven. En de groote massa
schrikt.
„Aan welke vreeselijke ziekten zijn de
mijnwerkers wel overgeleverd?" vraagt de
buitenwacht vol zorg. Welnu, een ziekte,
wh
dié wel eens bij mijnwerkers voorkomt
eni die dan verband houdt met zijn ar
beid is de „nystachmis", de oogensidde
ring, die een gevolg is van het staren
in de mijnlampen.
Veel echter komt de ziekte niet voor.
En dit is nu ook de eenigste kwaal,
die verband houdt met den mijnarbeid.
Men meent ook wel, dat de „kruip-
ktnie" een door den mijnarbeid gewerkte
ziekte is. Maar dit is dwaasheid.
Hoeveel menscben verrichten hun ar
beid niet voor een deel met gebogen
knieën of op de knieën liggend. Ook
in het gewone bedrijfsleven komt het
voor, dat er wat vocht tusschen de ge
wrichten komt.
We hebben nog wat oveT deze ziekte
nagepraat en 't bleek mij wel, dat we in
de alarmeerende berichten hierover niets
anders behoeven te zien dan een soor-
tige propaganda van zekere groep, die
wil demonstreeren, dat de belangen der
mijnwerkers bij haar toch wel het meest
veilig zijn.
„Hoe is dan uw gedachte over den
mijnarbeid?" vraagt men allicht. En mijn
antwoord is: „Er zijn mooier beroepen.
Maar 'k zou liever mijnwerker bij de gra
tie Gods zijn, dan werklooze, die de hand
moeten ophouden voor steun, 't Leven
in een pijler is moeizaam. Men ademt
den geheelen dag steenkoolstof in. De
mjjmarbeid vereisebt inspanning. Men
moet e-r ©en gezond lichaam voor heb
ben."
Wie mijnwerker wil worden moet zich
daarvoor aanmelden. Hij wordt in contact
gebracht met de chefs, ontvangt een
briefje voor een consult met den mijn-
arts, wordt na goedgekeurd te zijn op
nieuw verwezen naar zijn chefs en wordt
'daarna gedurende drie dagen bovengronds
wegwijs gemaakt met 't maken van mijn
gangen, met de veiligheidsplichten en
werktuigen, met zijn rechten en plichten
enz. En pas daarna daalt bij in de schacht
af, iTiet meer vreemd tegenover 't be
drijf en direct eenigszins gewapend tegen
de moeilijkheden.
Over de opleiding enz. handel ik nog
in een der volgende artikelen.
Voor heden vervolg ik met den lezer
den. tocht ondergronds, die nadat wij
ons praatje over de veiligheid uit had
den, van de zijgang voerde naar de N.W.
steeng'ang. die we geheel te voet afleg
den.
't Was een lange wandeling, deels over
een, plankier tusschen de rails gelegd
over een goot, -die liet mijnvvater af
voerde.
Onderweg moesten we nog even ruim
baan maken voor een trein. Juist in
een kromming van den weg, zoodat we
ons tegen den wand „dun" moesten ma
ken, orn de locomotief met zijn aanhang
van wgzïens te laten pass-eeren.
Een eind verder op werden de eerste
electrische lichten zichtbaar. En bij een
kruispunt van gangen was in de verte
reeds het breede emplacement zichtbaar
van 'de verdieping 537 M.
Daar natuurlijk eenzelfde leven en be
weging.
Voor we echter in de schachtkooi op
stegen bezochten we met den heer Posma
de pompenkamer. De weg daarheen, uit
stekend verlicht, voerde over de hellin
gen, waarover de ledige wagentjes langs
kettingen werden opgetrokken om eige
ner 'beweging te rijden naar de koppel
plaats voor 't verdere transport. 'tWas
een klimpartij, er over heen en er langs,
met bezijden een diepe watergoot. Maar
daarna kwamen we in een rustig gan
getje en even daarna stonden ws in
de pompenkamer.
(Wordt vervolgd.)
Vuile handen. Vloeibare ?eep
en zeep-automaten zijn voordeelig in ge
bruik. J. M. Polderman, Goes. Adv.
Door den Commissaris der Konin
gin ,is met ingang van 26 dezer eervol
ontslag verleend aan den heer L. J. Col-
sein, als lid der gezondheidscommissie,
zetel Hulst.
Onderscheidingen. Bij Kon.
besluit is als blijk van goedkeuring en
tevredenheid de bronzen eerepenning
voor menscbllevend hulpbetoon en een
loffelijk 'getuigschrift toegekend aan: J. A.
Krakeel, los werkman, te Zierikzee; A. G.
Margory, Be'gisch onderdaan, werkzaam
bij het Belgisch loodswezen te Vlissingen.
Middelburg. A.s. Woensdag vergadert
de Gemeenteraad. B. en W. stellen voor
om voor het belastingjaar 1930—'31 het
vermenigvuldigingscijfex der plaatselijke
directe belastingen naar het inkomen vast
te stellen op 1.1. J\iet genoegen wen-
schen zij te constateeren, dat, terwijl de
noodige voorzichtigheid wordt in acht ge
nomen, ook thans weder een belangrijke
procentische verlaging, namelijk met meer
dan 8 pCt. mogelijk blijkt. Als gevolg
van de nieuwe wet op de financiëele vèr-
hcuding tusschen rijk en gemeenten, is
het dit jaar de laatste maal, dat den. raad
een voorstel tot vaststelling van den mul-
tiplicator bereikt.
B. en W. geven een opsomming van
het vermenigvuldigingscijfer in de 10
voorafgaande belastingjaren en wel: 1920
-'21 1.6; 1921—'22 1.5; 1922—'23 1.2,
1923-'24 1.15; 1924-'25 1.1; 1925—'26
1; 1926-'27 1.15; 1927—'28 1.2; 1928
-'29 1.325; 1929-30 1.2.
Zooals reeds gemeld heeft het be
stuur der Vereen, tot bevordering van hei
Vreemdelingenverkeer in Walcheren vooi
éónnaa1 een extra subsidie van f500
aangevraagd, met het doel, ter gelegenheid
van de Wereldtentoonstelling te Antwer
pen, op ruime schaal reclame te maken
voor een bezoek aan Middelburg en Wal
cheren. B. en W. meenen, dat dit voor
nemen in elk opzicht toejuiching verdient
en bijzondere financieele steun van de
gemeente om de uitvoering daarvan mo
gelijk te malken zeker gerechtvaardigd is.
Zij stellen dan ook gaarne voor het ver
zoek in te willigen en voor 1930 een
extra-subsidie y&n f 500 toe te staan,
te Vinden uit onvoorzien 1930.
Twee leden der commissie van finan
ciën vereenigen zich met het voorstel,
doch het derde lid in aanmerking nemen
de, dat eerst eenige maanden terug een
voorstel tot subsidieverhooging door den
Raad is verworpen, vindt voorloopig geen
vrijheid zich met het voorstel te vereeni
gen en wenscht zijh definitief oordeel tot
in de a.s, vergadering op te schorten.
Goes. Gisteravond hebben wij de laatste
winterlezing in dit seizoen gehad van
wege de Ver. voor Chr. Winterlezingen.
De eivolle zaal toonde, dat het Goesche
publiek een aangename herinnering be
waart aan de vroegere lezingen van Ds
D. A. van den Bosch.
- Deze Haagsche predikant sprak nu over
„Het Geweten".
Ds Kamsteeg leidde hem met een enkel
woord in, nadat de bijeenkomst met ge
bed geopend was.
Spreker herinnerde zich een schilder
stuk van den kunstenaar van het Oude
Verbond, Abel Pan. Het heeft tot onder
werp „De schepping van den mensch",
de mensch is er voorgesteld in de embryo
gestalte, maar een lichtstraal schiet uit
den hemel en hult hem in een mantel
van licht (Gen. 2:7). Alzoo werd de
mensch tot een levende ziel. Een treffen
de, zuiver doorvoelde voorstelling voor
waar. Immers wij zijn van Gods geslacht.
Zoo -kwam de spreker tot deze vragen:
Vanwaar het geweten? Hoe werkt het ge
weten?
Het geweten is van God aan den
mensch gegeven. Maar daarbij moet aan
stonds aangeteekend worden, dat de geza-
ligden in den hemel geen geweten ken
nen, en dat de mensch alleen de werking
van het geweten ervaart als hij zich be
wust wordt een zonde te doen. De poten
tie van het geweten is er altijd, maar het
protesteert dan pas als de zonde zich op
doet.
„Het geweten", zegt Paulus, „beschul
digt en Pntschuldigt ons", doch hier moet
de exegese toch iets anders zijn, dan dat
het geweten ook na een goede daad zou
werken.
Spr. maakte hier de vergelijking met
een manometer, waarmede de innerlijke
spanning gemeten wordt.
Ook mannen als Strauss en Rousseau,
die het bestaan van het geweten ontken
den, bleken toch ook niet te kunnen ont
komen aan de beten van het geweten.
Als het geweten altijd de stem van
God is, waarom revolteert men dan niet
altijd in gelijke mate na een wandaad?
Denk aan een moord en aan het werk der
koppensnellers. Ja, in één gezin komen
zelfs de tegenstellingen aan het licht, op
zoo velerlei gebied. Wat moeten wij in
verband hiermede van God denken?
Ook Immanuel Kant, de groote wijs
geer, heeft hierover nagedacht, maar de
oplossing heeft hij niet gegeven.
De stem van God is in Zijn Woord en
in Zijn Wet en nu hebben wij die op ons
geweten te doen inwerken.
Voor een zuivere .gewetenswerking zijn
ncodig drie dingen: het goed kennen en
bewaren van Gods wet; in de tweede
plaats het zuiver kennen en doorzien
van de daden, die getoetst moeten wor
den aan de wet en ten derde de zuivere
toetsing van die daden aan de wet.
De zonde belemmert dus een zuivere
werking van het geweten.
Spr. lichtte dit toe met voorbeelden
uit het dagelijksche leven: een stukje
staal bij een kompasnaald; de gebrekkige
afstemming van een radiotoestel. Het ge
weten is een tempel in ruïne. Maar het
stempel van den Schepper valt niet te
loochenen. Het is den mensch geraden
niets tegen het geweten te doen, doch
alles naar den wil van Jezus Christus,
door Vinet genoemd het geweten van
het geweten.
Nochtans is het laatste woord niet aan
het geweten, maar aan God. Tenslotte
kan ook het geweten dwalen. De geschie
denis heeft er tallooze bewijzen van ge
leverd.
Het geweten moet altjjd weer gelijk
gezet worden naar de zon van Gods
Woord.
Dan zal het ons doen zien, dat wij niet
in Gods weg zijn. Het is zoo „het gees
telijk evenwichtsgevoel", dat wel een heel
juiste definitie is.
Hoe werkt het geweten?
Eerst is er de preventieve, vóórko
mende werking. Als de zonde wenkt met
lékkend gebaar, kan de stem van het ge
weten zich doen. hooren. Denk aan de
verzoeking, die op David aanstormde, toen
Koning S.aul, de gezalfde des Heeren,
binnen zijn bereik in de spelonk! lag te
slapen. Allen kennen de bonzing van' het
hart, alsof er gezegd wordt: dat niet.,
dat nooit!
Nadat de zondige daad gedaan is,
kerft het geweten den mensch in: Mensch,
gij hebt misdaan. Dat is de aanklacht
zonder .aanzien des persoons.
In „De heilige oorlog" heeft Bunyan
zoo zuiver laten zien hoe getracht wordt
de consciëntie tot zwijgen te brengen.
Maar al lijkt het toegeschroeid als met een
brandijzer, het zal zich tenslotte toch
nog doen gelden. Zelfs bij een Judas is
het nog aan het woord gekomen. Cons
ciëntie is de samenweting van den hei
ligen God en den mensch. Het vergeten is
den mensch niet gegund en het geweten
Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende
Glazen Buisje 75 cent.
Bij Apothekers en Drogisten
laat zich nimmer omkoop en.
Met tal van sprekende voorbeelden uit
Gods Woord, uit oude en nieuwe lite
ratuur en uit het dagelijksch leven on
derstreepte spreker een en ander.
De werking van het geweten nu leidt
tot wroeging of berouw. Hoe aangrijpend
heeft Shakes, eare Je wroeging geschetst
in zijn drama „Macbeth". En de geschie
denis van Judas, die Jezus verried, is
een ontzettend voorbeeld van de kna
gende werking des gewetens.
Zalig de mensch, die als zijn geweten
hem aanklaagt, in de schuld komt vallen
en zijn zonde belijdt; die leert luisteren
naar de stem der genade. Dan is het
een zegen van God.
"Laat ons alt.jd weer met het ons aan
klagende geweten komen aan de voeten
van Jezus Christus.
Niet blijven staan in het ravijn, waar
Judas' lichaam ligt, maar opgaan naar
den heuvel, waar het lichaam van on
zen Heiland hangt, wiens vergevende lief
de alle schuld vermag uit te wis&chen.
Nadat ds Kamsteeg uiting gegeven had
aan zijn gevoelens van dankbaarheid,
daarmede aller dank vertolkende, sloot
ds van den Bosc'n met dankzegging.
Dood in den dop.
Verzorging der jonge kuikens.
Het uitkomen der kuikens gaat niet al
tijd zoo vlot als men wel zou wensehein.
Een der meest onaangename feiten is wel,
dat men kuikens vindt die geheel ontwik
keld zijn en toch niet uit hebben kunnen
komen. Dit komt vooral bij machinaal broe
den nog al eens voor en is oen ecihto
ramp, daar men lang niet altijd de oorza
ken kan aangeven, l'och komt het bij na
tuurlijk broeden ook wel voor.
Vaak ligt het in de voeding der foktoom.
De hennen hebben te veel hun krachten ver
bruikt om eieren te vormen en deze eieren
bevatten niet genoeg van allerlei stoffen om
een gezond en krachtig kuiken te vormen.
Om door de schaal heen te breken heeft
het kuiken zeer veel kracht noodig en deze
ontbreekt vaak. Men geeft dan de schuld
aan de te sterke eierschalen, probeert deze
dunner te krijgen door met azijn enz. te spren
kelen, doch de hoofdfout is het te zwakke
kuiken zelf. Ook bij besmetting met pullo-
rum komt het z.g. „dood in den dop" vee)
voor. Bij deze ziekte hebben de kuikens
vaak een zeer abnormale hartspier die de
inspanning van het door de schaal breken
absoluut niet verdragen kan.
Op den dag van het uitkomen komen dus
vaak onze fouten met de foktoom zich wre
ken. Trouwens bij het schouwen blijkt vaak
al dat er iets niet in orde is, al weten
we vaak niet, wat er fout is. Gissingen
daaromtrent „zijn er massa's te maken, doch
met zekerheid een fout aanwijzen valt niet
mee. Zoo heb ik thans reeds een paar we
ken in mijn broedoentrale eieren mijner fok-
tcomen, Wit Leghorns en Wit Wyaiadottes,
liggen onder precies dezelfde omstandighe
den. De foktoomiein zelf zitten ooik onder preciest
dezelfde omstandigheden. Toch vallen er bij
de eerste schouwing na een week broeden
bijna geen Leghorns uit en frappant veel
Wiyandottes. De Rhode Island Reds staan zoo
wat tusschen beide in. Ook bij de tweede
schouw vielen er weer meer Wyandottes uit.
Deze gijn dus klaarblijkelijk veel zwakker in
dit geval.
Soms kunnen de kuikens niet uitkomen
doordat zij misvormingen vertoonen van kop
en ledematen. Soms ligt de kop aan het
spitse einde van het ei, inplaats van zoo
als dat normaal is, aan het stompe uiteinde.
Ook gebeurt het wel dat de kop onder den
linkervleugel gebogen is inplaats van onder
den rechter. Zoo zien we dus dat er mas1-
sa's oorzaken kunnen zijn van „Dood in
den dop".
Zijn da kuikens uit dan is dus warmte
en rust het voornaamste. Maak de kloek
niet zenuwachtig door te gauw de kuikens
ta willen zien of ze te willen tellen. Laat
ze rustig opdroogen. Als de hen van het
nest loopt om te eten of te drinken bedek
dan de kuikens even met een flanellen lap,
zoodat ze geen kou kunnen vatten.
Zoodra de kuikens van zelf onder de kloek
uit komen en aan van alles en nog wat gaan
pikken, breng dan moeder en kuikens over
naar een kloekenhokje, waarin de hen vast
gezet wordt, doch de kuikens uit en in kunnee
lcopen. Zwakke, blinde kuikens of diertjes
met mismaakte beenen, snavel, enz. moeten
hoe wreed het ook lijkt, afgemaakt worden.
Let bij hen en kuikens goed op luizen. Bij
natuurlijk gebroede kuikens wil zich wel eens
de gevaarlijke kopluis ontwikkelen. Deze nes
telt zich op kop en nek der kuikens en velen
sterven dientengevolge. Het beste is in zoo'n
geval heel voorzichtig met wat benzine den
kop te penseelen, op de plaats waar de
luizen zitten. Ook wordt er wel eens wat
vet of olie op den kop der kuikens 'gesmeerd,
doch dit wordt gauw zeer vies door het
stof dat er aan kleeft.
Zorg er voor dat in het kloekenhokje de
hen niet bij het dure kuikenvoer kan ko
men en plaats het voerbakje voor de hen
zoo hoog, dat do kuikens er niet bij kun
nen komen.
Over den tijd wanneer we de kuikens kun
nen voeren een volgende keer. Ik kan- al
wel vast zeggen, dat men de kuikens gerust
kan gaan voeren, zoodra ze gaan rondloo-
pen en pikken, al moet fnen ze niet opeens
te veel geven.
Vroeger liet men de kuikens een of twee
dagen vasten, doch dit blijkt niet noodig te
zijn en zelfs bij gezonde kuikens niet ge-
wenscht te zijn.
Dr TE HENNEPE.
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen
door onze abonné's worden gezonden aan
Dr Te Hennepo, Diergaardosingel 96a te Rot
terdam. Postzegel van 6 cent voor antwoord
insluiten en blad vermelden.
Programma van Maandag 31' Maart.
HUIZEN 1875 M. 10.00—10.15 Morgenwij
ding. 11.1511.45 Jenny de Waal over
„Lectuur voor het volwassen meisje". 12.15
2.00 Concert. 2.002.45 Kookpraatje,
2,45—4.30 Aansl. v. h, Rembrandt-Theater
te Amsterdam. 5.006.00 Kinderuurtje.
6.006.45 Gramofoonplaten. 6.457.15
Boekenhalfuurtje. 7.157.45 Engelsoh:
Beginners. 8.00 Opera-Concert. 9.00
Voordracht. 9.25 Voortz. Opera-concert.
10.15 Radio-Tooneel.
HILVERSUM tot 6 uur 298 M. Na 6 uur
1071 M. Uitsl. N.C.RV.-Uitz. 8.15—9.00
Concert. 10.3011.00 Ziekendienst.
11.0011 30 Lezen van Chr. Lectuur.
12.301.45 Orgelconcert. 2.002.35 Uit
zending voor scholen. 2.353.15 A. J.
HerwigDe Dahlia in den tuin. 3.15
3.45 Knipcursus. 4.00—5.00 Ziekenuurtje.
5.006.30 Concert, sopraan, alt en piano.
6.407.10 Sprekers namens de Ned. Chr.
Reisvereeniging. J. C. Risseeuw en H. W],
J. J. van Deventer. 7.10—8.00 Uurtje
voor de Rijpere Jeugd. 8.0011.00 Uit-
zendavond. Spreker: G. Baas Kzn, over: Ar
beidsvreugde. Muzikale medewerking vam het
Boris Lensky-Trio.
B'AVENTRY 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
12.20 Orgelconcert. 1.35 Orkestconcert.
4.35 Orkestconcert. 7.00 Piano-recital.
8.20 Symphonic Orkest. 10.05 Con
cert. Instrumentaal Kwartet, sopraan, fluit.
PARIJS „RADIO-PARIJS" 1725 M. 12.50
2.20 Gramofoonplaten. 4.05 Orkestconcert
en soli. 6.55 Gramofoonplaten. 8.20
Concert. „Manon". Opera van Massenet. Or
kest, koren en solisten.
LANGENBERG 473 M. 6.20—7.20, 9.36—
11.15 en 11.30 Gramofoompl. 12.251.50
Concert. Orkest, alt, viool. 4.505.50 Kar
mermuziek. 7,55 Orkestconcert. 8.20
Rondgang door ïjialzburg. Orkest, sopraan, Cé-
gel, piano en sprekers.
BRUSSEL 508.5 M. 5.20 Trio-concert.
6.50 Gramofoonpl. 8.35 Gramofoonpl.
8.50 Symphonieooncert.
De limöh van de turfgravers in de Peel, waar op bet oogenblik groote bedrijvig
heid heerscht.