DE ZEEUW TWEEDE BLAD een bezoek aan de mijnstreek. Brieven uit de Residentie. Uit de Provincie. VAN DINSDAG 25 MAART Ï930. Nr 148. VII. Voor het kolenfront. Na een paar honderd meter geloopen te hebben arriveerden we voor een weg versperring. Beide sporen waren ter plaat se bezet. Het eene met een trein vol rondhouten en palen, die voor het stut ten moeten dienst doen en kort te voren waren aangevoerd, en een trein van tal- looze leegs wagens. Er aan den kant hij langs was niet mogelijk; er tusschend'oor ook niet. En bet eenigste was er over heen. Maar dat viel niet mee. Het beste was nog de .met hout ge vulde wagens te nemen. En zoo kropen we op de wagens, die we op handen en voeten, dan eens beklemd rakend tus- scben het hout, dan eens uitglijdend over-' kropen; de eene wagen na de andere; tot we eindelijk de ruimte tusschen de wagens zoo breed bevonden, dat we er zijdelings tusschen door konden schar relen. Maar eindelijk was de hindernis geno men en nu eensklaps de klimpartij had plaats in een onverlicht gedeelte van de gang belandden wij ter plaatse, waar 1.30 tot 1.50 meter hoog naar schatting althans en daarin ben ik nooit een meester geweest zich een verlichte opening in den linkerzijwand bevond, waarbij weer wat zwarte .gedaanten aan het werk waren. Een ijzeren goot stak door de opening naar buiten en deze was in schuddende beweging en stortte de „zwarte aarde" in den daaronder staan- den kolenwagen. Hier was de aanvoer van steenkool. De aanvoer zoo rechtstreeksch van het front. Telkens als een wagen gevuld was en iedere wagen, bevat een 750 K.G. werd hij weggeduwd in de richting van de hulpschacht vanwaar wij juist kwamen, en vervangen door een leege'. Wij vervolgden daarop onzen weg en na eenige oogenblikken bracht de neer Posma ons langs een bocht naar het einde van den gang <en daarmee recht voor de kolen, die bij 'tlichit van het daarvoor hangend electrisch licht prach tig glinsterden. Daar zaten dan de kolen, die ons licht en warmte leverden. Tusschen het ge steente samengeperst. Een paar mijnwerkers waren bezig in de kolenlaag te breken mat hun. door samengeperste luöht gedreven afbouw- hamers, 'lc Stond verwonderd te kijken. Ook hierom, omdat ik de kool rondom uit den wand zag rollen wanneer de mannen hun afbouwhamers er tegen plaatsten. 'tGaf een geluid als de électrische klinkhamer, die wel op scheepshellingen gebruikt worden; of als de instrumenten, die den laatstem tijd wel gebruikt wor den-voor straatverbetering. Een oorver- doovend lawaai dus. Maar waar moest men met die kolen heen, en met dat gruis. Ik zag geen Kolenwagen in de nabijheid.. En dan... boe was 't mogelijk, dat deze pair man nen zulk pen productie opleverden, dat de sleepers, die er toch verscheidene in de gang werkzaam waren, aan 'twerk konden blijven Terwijl ik hieraan nog stond te den ken, zag ik van den heer Kak nog slechts de be enen, en het allerachterste deel van zijn lichaam. Hij schoot in een hol, als een haas in den grand, hierbij het voor beeld volgend van onzen begeleider, die hem was voorgegaan. "k Begreep, dat men ook mij verwacht te en zoo scharrelde ik over de brokstuk ken kool en over 't gruis op handen en voeten rechtop gaan was niet mogelijk naar die zelfde opening waarin mijn beide medereizigers waren verdwenen. Maar lieve mensehen, wat was ik be gonnen. I Voor me z.ag ik een eind zonder ednd, waarin hier en daar een electrisch licht was opgehangen en waar langs de zol dering, die ongeveer 80 c.M. van den vloer verwijderd was een buis met sa mengeperste lucht liep. De breedte van de gang was, naar schatting, ongeveer een Meter en vanuit die lange lage en smalle gang 'klonken tallooze afbouw hamers. "kWas in een „pijler" aanbeland. Een pijler vain 240 Meter, welker eerste ge deelte zacht en laatste gedeelte wat meer glooide. 't Was een fantastisch gezicht. Maar, hier moesten we door. Pas dan zou ik kunnen zeggen voor bet kolen- front te zijn geweest. Dat frontje op 't eind van de gang was kinderspel bij wat "ik nu zou zien. Maar, hoe er door te komen? Recht op gaan, was niet mogelijk. Op handen eni voeten langs een 240 Meter glooian- den weg vol steenkoolstukkien en -gruis, was even onmogelijk. En daarbij er lag een goot in den pijler, die heen en weer schudde, zoo dat het onmogelijk zou zijn, ook al had bet gekund over de steenkool en het gruis, op handen en voeten of op de 'knieën voort te kruipen. „Ga u maar op den buik' in de goot liggen", adviseerde de heer Posma, ter wijl de heer Kok er al half in lag. Maar dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, Intussohen kwam ook ik in de goot terecht en daar ging het. Mijn koperen mijnlamp hield ik tus schen mijn beide handen; het licht ge richt op mijn „voorlage", den heer Kok, die weer den heer Posma volgde. De goot waarin we lagen was een ijzeren goot met schuine opstaande ran den. .En deze goot steunde op rollen, die weer op ijzeren ramen heen en weer liepen, terwijl bet geheel door een mo tor in voortdurende schuddende bewe ging gehouden werd. Bij iedere schokkende beweging gle den we een eindje voort. Zulk een goot dient voor het transport der mijnwerkers na.ar hun arbeidsveld en in deze pijler werkten op be paalde afstanden van elkaar een 42 ar beiders, maar meer nog voor het transport der kolen. De mijnwerkers toch scheppen de losgewerkte kolen in deze goot, die ze dan naar de uitgang van den pijler schudt, dus tot daar waar we straks de goot uit den wand in de gang hadden zien steken en de ko len in de wagens hadden zien vallen. (Wordt vervolgd.) In humoristische1 bladen zijln schoon moeders en professoren altijd zeer gewilde objecten en ook in de politiek kan men van het laatste soort mede-monschen, iji.1. ;lat der professoren, wel eens danig last hebben. Ik derik nu aan den vrijz.-democrati- schen (professor van Embden, lid van onze Eerste Kamer, die een zékere reputatie 1 iceft verworven als „ontwapenaar". Die er in ieder geval altijd de langste pariet raentaire redevoeringen over houdt. De Vrij'Z.-Democratische Kamerfractie bestaat uil vier leden en twee er van zijn professors. Ze lijken al heel weinig op elkaar, professor Kranenburg en profes sor van Embden, ook hierin niet, dat de eerste .altijd beproeft zakelijk en ook kort te zjjh in zijh vertoogan, maar dat de laatste, als het over de defensie en de ontwapening gaat, van geen uitscheiden weet. Dezer dagen sprak hiji in de Eerste Kamer drie en een half uurl De Eerste Kamer is dikwijls een vreeimd ding. Wat een half jaar vroeger soms in de Tweede Kamer uit den treure is be sproken, wordt daar weer behandeld met een virtuositeit, -alsof er nog geen woord over gekikt was. Een Eerste Kamer zooals we die tegenwoordig hebben is in vele opzichten een doublure van de Tweede Kamer. Als Kamer van toetsing willen wij absoluut niet haar bestaansrecht ont kennen, maar het lidmaatschap er van. wordt langzamerhand oolk al e&a „baam- -tje", dat goed wat af gaat werpen jein daardoor voor meerderen begeenenswaard is. Maar, daar wilden we het nu feitelijk niet over hebben. i Wel over die drie en een halfurige ont wapeningsrede van Prof. Van Embden, die veel had van een onuitgegeven bro chure, waarvoor de auteur geen uitgever kon vinden. Want zelfs deze spreker kon tegenover dezen burgerminister van; De fensie geen nieuwe punten meer aanvoe ren. Over de kwestie der ontwapening is men nu zoo langzamerhand uitgepraat, men wil haar, of men wil haar niet. De rest is van weinig beteekemis meer. Het nieuwe, och neen, dat is ook al weer audi is tegenwoordig het voor beeld van Denemarken. Daarover maken menschen als de heeren Albarda en van Embden zich tegenwoordig erg druk. Ik maak hier twee zeer algemeene op merkingen. De eerste is, dat, hoe men het ook wendt en keert, wat in Denemarken ge wild wordt geen nationale „ontwapening" is in den volstrekten zin. Het is hoogstenls een aanzienlijke beperking der bewape ning. Net zoo goed, als indertijd het Ont wapeningsvoorstel der S.D.A.P. ten onzent geen ontwapening was, maar alleen een beperking der bewapening. Maar een tweede opmerking is deze, dat men toch altijd h%el voorzichtig mjoet zijn met die buitenlandsche „voorbeel den''. Ouders, die kinderen hebben, kun nen weten, dat het toch feitelijk een heele verkeerde methode van opvoeding is om de kinderen altijd te wijzen opi'diet voorbeeld van neefjes en nichtjes, die ver weg wonen. „Dat zullen ook wel zulke heilige boontjes niet wezen 1" zeiggen ze ze dan licht. We hebben meer van die „voorbeelden" gehad. Indertijd was Denemarken ook altijd zoo'n heerlijk land voor de prot aigandisten van het staatspensioen. Het moet nu zoo langzamerhand wel een eldorado worden, eerst staatspensioen en nu onjfwapening 'tls haa.st te mooi om te gelooven. En men kan ook niet zeggen, dat het staats pensioen gegeven wordt van wat van de defensie vrij komt, want de volgorde is juist anders. V,an Roomschen kant slooft men zich nogal uit, om tegenover het beroep1 van sociaal-democraten en van vrijz.-democra ten op- Denemarken toch maar duidelijk te maken, dat dit beroep voor ons land mis plaatst is. Och, m'n beste mens ben, dat helpt toch niet. De leuze der nationale ontwapening is geen zakelijke meer, ze is een politieke geworden, niets anders dan een „lijim- houtje". En voor iemand als Prof. van Embden is het een stokpaardje geworden. Men moet hem de gelegenheid laten daar op eens per jaar eens lustig rond te rijden, ieder iaa.r wordt hij minder gevaarlijk Soms heeft zijh betoog iets kinderlijks, iets naiefs. Zoo wanneer hij' over het Rus sische gevaar spreekt. Om technische, fi nancieel© en politieke redenen is Rusland niet tot oorlogvoeren in staat, zegt hjj. Ik denk 'zoo, dat als de Sovjets iets van plan zijn, zij' niet eerst het advies van van Prof. van Embden zullen gaan inwin nen. Dat Rusland voor West-Europa een gevaar, een bedreiging blijft, met name door het ontwapende Duitschland, ziet hij toch niet. Hij werpt ieder, dia voor ofrus land bewapening' eisch blijift achten, aller lei mooie namen naar het hoofd, hij1 weet het en hij alleen. Op dat gebied is hij een waardig adjudant van zijh partijleider Marchant. Inplaats dat deze menschen wat meer bescheiden waren en opmerk ten: gij zijlt kortzichtig, wij zijh u wat vooruit, vroeger dachten wijl er oak over als Ifflj nu. Want de vrijz.-democraten in ons land hebben op dit gebied heel wat oude jpiunje. Een weinig meer bescheiden heid zou hen dan ook geenszins ontsieren. Toen Prof. van Embden in de Kamer sprak, heeft hij dat rustig kunnen doen, de Handelingen vermelden slechts een en kele interruptie. Maar toen Minister Dec kers hem zoo raak beantwoordde, deed hij niets dan iDterruppeeren. Deze interrup ties braken hein zoo nu en dan wel op en dat was eerlijk verdiend ook, maar ze toonden toch ook, dat die ontwape- naars het met de gepaste bescheidenheid niet erg nemen. Dat is trouwens be kend, we behoeven maar te herinneren Interieur der (Grootte Kerk te Goes. aan het debat Snjjdersvan Embden. Minister Deckers heeft goed gedaan met er eens op te wijzen, dat er in den Vrijiz.- Dem. Bond meerderen zijn, die van die ontwapeningsfratsen niets moeten hebben. Dat is bekend, maar het was goed, dat het maar eens publiek gezegd werd ook. De demagogie op dit punt is al erg ge noeg. Gun Prof. v. Embden z'n stok paardje, mogelijk weet hij met z'n vrijen tijd als professor geen raad, maar geloof niet, dat zelfs iedere vrijz.-democraat hem op dit punt even serieus neemt. J. H. Minister Ter pst. ra naar Zeeland. De Minister van Onderwijs, K, en W., mir Terpstra, zal zich heden, vergezeld van den heer Visser, chef der afd. K. en W. van zijn departement, en van de heeren dr Kalf, directeur van bet Rijksbureau voor de Monumenten zorg, en prof. v. d. Steur, voorzitter van de Rijkscommissie voor de Monu mentenzorg, naar Zeeland begeven ten einde te Middelburg, Veere en Goes ge bouwen op het gebied van zorg voo-r onze monumenten te bezichtigen. Frissche lucht op alle plaat sen met slechten reuk bij gebruik van een horon-apparaat (fl.50). J. M. Pol derman, Goes. (Adv.) Met ingang van 1 Mei a.s. is eervol ontslagen als adjunct-referendaris van den P. T. T. de heer B. Tanka, directeur van 'het P. T. T. kantoor te Sas van Gent. Goes. Wij vestigen op verzoek de aan dacht onzer lezers op de advertentie in dit nummer, waarin het optreden van den heer J. Sevensma uit Amsterdam op a.s. Donderdag wordt aangekondigd. Zaterdag 1.1. werd in de Chr. Be waarschool alhier door de Ned. Zondags- schoolvereen. een Conferentie gehouden van onderwijzers en onderwijzeressen van Zondagsscholen op Noord- en Zuid-Be veland. Na opening door den heer H. A. de Boer, secretaris der N.Z.V. op de gebrui kelijke wijze, werd door hem een woord van welkom gesproken, waarbij hij wees op het doel van dergelijke conferenties. Hierna werd door hem ingeleid het onder werp „De ziel van het kind". Uitgaande van de vraag wat weten wij van de ziel, behandelde spr. de groote moeilijkheden welke zich op dit terrein voordoen, on danks de leer der zielkunde. Wij moeten ons inspannen zooveel mogelijk hiervan te weten te komen, daar wij het noodig heb ben voor onzen arbeid op de Zondags school, waarbij het in de eerste plaats gaat .om de zielszorg van het kind. Deze arbeid draagt een geestelijk zedelijk karak ter. Telkens zullen wij hebben te vragen, wat leeft er in het kind, hierdoor wogdt do taak van hen die op een Zondags school arbeiden niet gemakkelijker en is deze niet afgeloopen, wanneer de kinderen naar huis gaan. Een aangename gedachtenwisseling volgde, waarin allerlei opmerkingen van practischen aard, mede naar aanleiding van het onderwerp naar voren werden ge bracht. Enkele vragen door Ds Kamsteeg gie- setld werden door den inleider beant woord. In de pauze werd een broodmaaltijd ge houden, waaraan men elkaar over ea weer vertelde van den arbeid. Na heropening der conferentie deed de voorzitter eenige mededeelingen over het 150-jarig bestaan der Zondagsschool-or ganisatie, dat in October a.s. herdacht zal worden. Op een vraag van één der aanwezigen hoe men bij1 de z.g. „Westhill-methode" te werk gaat, wordt door den voorzitter een beknopt overzicht gegeven. Na een opwekking om zich bijl' de Ned. Zondagsschool-Vereeniging aan te sluiten, werd deze goed geslaagde conferentie door den heer Duvekot met dankzegging ge sloten. Waarde. Vrijdag vergaderde alhier de Ring Oostelijk Zuid-Beveland der Ghr. Jongel. Vereen, onder voorzitterschap1 van Ds Wildschut. Deze vergadering werd be zocht door alle afd., tesamen met 62 le den. Verschillende werkzaamheden wissel den elkander af, zooals Bij bel bespreking, opstellen en voordrachten. Gekozien werd als voorzitter van den R. O. Z. Ds Wild schut, die deze benoeming, aannam. On- dertusschen werden door de afd. Waarde versnaperingen rondgediend. Nadat de voorzitter nog een Bluiitiings- woord gesproken had zong men het Bondslied en werd deze welgeslaagde avond door Ds Hoogenraad .gesloten. Wemeldinge. Door de bergingavaartui- ,gen .„Trio" en „Zeehond" van Hoogen- boazem en van der Tak ja assistentie verleend aan het in het Slaak gestrande motorschip „Johanna", schipper Kiik, ge laden met aardappelen en bestemd naar Antwerpen. Nadat een deel der lading in de „Trio" was overgeladen is het schip vlot gekomen en heeft zijn reis zonder ©ogenschijnlijk schade te hebben bekomen kunnen voortzetten. Gistermiddag liepen de geladen sleepsohepen „Charles" en „Jeanne", ge trokken door de sleepboot „Seolto", op den Oostberm van bet kanaal alhier. Daar het vallend water was, werd met niet minder dan vijf sleepbooten hulp ver leend, waarna beide schepen vrijwel on beschadigd vlot kwamen en de reis naar Antwerpen konden voortzetten. Koudekerks. Met ingang van 24 Maart j.l. is de openstelling' van het hulppost- kantoor alhier gewijzigd voor wat den post- en telegraafdienst betreft: van 8—10 uur v.m.; van 11—12.30 u; van 14—15.30 u.; van 18—19 uur. Telefoon blijft van 8—12.30 uur; van 14—16 uur; van 18—19.30 uur. Koudekerke. Maandagavond werd alhier de eindles gehouden van den 2-j_arigen landbouwcursus, in tegenwoordigheid van den Rijkslandbouwconsulent, dhr Stevens, R. en W., de comm. van toezicht en ver scheidene belangstellenden. Aan alle deelnemers werd een diploma uitgereikt: A. Abrahamse, A. Bommeljé, P. de Buck, E. Janse, D. Kerkhove, 0 Kodde, J. Poppe, J. Reijhierse, W. Roelse. J. Tevel, J. Ton, D'. Verhage, en C. de Witte. De heer Stevens roemde het onderwijs en hoopte dat de cursisten het onderwe- zene in de practijfc zullen brenigen. Nog werd het woord gevoerd door den Burgemeester en door dhr A. de Lange als voorz. van de Comm. van toezicht. Aan den leider, dhr J. G. Ruitenbeek, werd bij monde van den cursist J. Poppe, dank gebracht, en hem een souvenir aangebo den. Met een slotwoord en dankgebed 1 werd dezen avond beëindig. Het orgel in de Groote Kerk te Goes van terzijde gezien.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5