Staten-Generaal.
FEUILLETON
Niet door eigen kracht
Uit de Provincie,
dat een wijziging van de Ltn5- m Tuia-
b ou w ongev all en wet wordt voorgesteld, die
er toe zal leiden, dat de lasten drukkende
op het land- en tuinbouwbedrijf, dat toch
reeds zulk een moeilijken tijd doormaakt,
weder zullen worden verzwaard.
Andere leden achtten een wijziging der
wettelijke regelen in zake de ongevallen
verzekering urgent ten gunste van de vis-
schers, visschende in het gezicht der kust,
die thans niet verzekerd kunnen zijn, wijl
zij op deel visschen.
EERSTE KAMER.
Begrooting van Waterstaat
De heer Van der Lande, R.K.,
wijst op ,den slechten toestand op som
mige stations als Amersfoort en Nijme
gen. Men moet trappen op en trappen
af en de treinen staan altijd een heel
eind weg.
Vervolgens behandelt spr. da nieuwe
verbinding van Amsterdam met den Rijn.
De heer Polak, S.D.A.P., handelde
eveneens over dit laatste.
Het is hier geen naijver van Amster
dam ten aanzien vair RotterdamAmster
dam wil slechts de bestaansmogelijkheid
van zijn haven tot haar volle recht laten
komen.
Spr. dringt verder aan op het tegen
gaan van vernieling van natuurschoon
bij het aanleggen van kanalen. Ook het
verdwijnen van molens moet worden
tegengegaan.
Verder wenschte spreker een behoor
lijke architectuur voor nieuwe groote brug
gen, waarvoor men een standaardmodel
schijnt te hebben, dat bovendien leelijk is.
De heer van Sasse van IJsselt,
R.K., acht den stelregel: „wie water deert,
die water keert", niet meer van dezen
tijd. Men moet zich afvragen: wat eischt
hel algemeen belang?
De heer De Gijselaar, C.-H., is van
oordeel, dat de minister zich wat al te ge
makkelijk afmaakt van den aandrang om
hulp van het Rijk voor verbetering van
waterschapstoestanden. De dijkbesturen
alleen kunnen niet langer verantwoor
delijk gesteld worden voor de waterkee-
ringen.
Als rijkshulp alleen mogelijk wordt ge
acht hij grooto rampen, dan bevordert
men op die manier het laat-maar-waaien-
systeem.
De heer De Zee a w, S.D'.A.P., bei-
spreekt den toestand van do stations te
Rotterdam ten aanzien waarvan hij ver
betering noodzakelijk aohit. Het station
Rotterdam-Zuid, dat het vroegere station
IJsselmonde vervangen heeft, is zóó inge
richt, dat het zou kunnen dienen als
school voor Noordpoolreizigers.
De belangstelling van de vreemde re
geeringen voor hare groote havens is
veel grooter dan die van onze regeering
voor Rotterdam, welks belangen toch pa
rallel loopea mot die van het geheele
land.
Uitvoerig zet spr. uiteen, wat de Duit
sdie regeering heeft gedaan voor Ham
burg om de concurrentie met andere ha
vens te kunnen weerstaan, en insgelijks
wat de Belgische regeering doet voor
Antwerpen.
Laat de minister zijn ernstige aan
dacht aan deze kwestie wijden.
De heer Moltmaker, S.D.A.P., heeft
verleden jaar den wensch te kennen ge
geven, dat aan het hoofd van het ver
steende Departement van Waterstaat eens
een man zou komen, die in de werk
wijze van dat departement eens verande
ring zou weten te brengen, maar spr.
ziet in dit opzicht nog weinig verande
ringen. De conservatieve hoofdambtena
ren regeeren blijkbaar nog als voorheen
en daarop moet spr. den minister met
nadruk wijzen. Het departement van Wa
terstaat staat niet in een besten geur.
Spr. bepleitte o.m. loonsverhooging van
het spoorwegpersoneel.
TWEEDE KAMER.
De winkelsluiting. Debat over de Zondags
sluiting.
Aan de orde is eerst de stemming
over artikel 2 van het Winkelsluitings-
ontwerp', in welk artikel als regel verbo
den wordt gedurende den Zondag en op
andere dagen tusscben namiddags 8 uur
door Annie Lucas
29.) _o—
„Diat deed er zeer zeker geen goed
aan," sprak deze met eenige aarzeling,
„,maar allerlei oorzaken hebben deze
ziekte in de hand gewerkt. Hij 'is al lang
niet wel geweest."
„Het was een schande van Green om
zulk een oude rammelkast te zenden,"
zeide Murray. „Om te beginnen kon een
van de raampjes niet eens toegemaakt
worden, en het is zijn schuld dat Dr
Charlton door en door nat is geworden."
„Ja," riep Cecil, deze verontschuldiging
gretig aangrijpende, „als het raampje ge
sloten had kunnen worden, en het
wiel niet los was geraakt, dan zou hij
even droog zijn gebleven als in zijln eigen
kamer. En als hij maar hier was goblevein,
en zich door Margaret had laten verzor
gen, dan zou hij er beter aan toen zijn
geweest. Och, had hij het maar gedaan.
Die ouwe Morrison is zoo'n zure, brom
merige vrouw, ik wist wel, dat die hem
aan zijfo lot zou overlaten." En Cecil
zag er uit als het beeld der wanhoop.
>,Zij is zeker geen vriendelijke, oude
vrouw, Cecil, maar Owen is niet aan
en wowmddags 5 iaur (W® wM»l voor
het publiek geopend te hebben.
De heer W ijn k o o p, C. P., verklaart
te zullen tegenstemmen, omdat hij be
zwaar heeft tegen de Zondagssluiting.
De heer Wijnkoop, C. P., verklaart
over zijn bezwaren aangaande de avond-
sluiting te zullen heenstappen en voor
te stemmen.
Het artikel wordt aangenomen met
73—9 stommen. (Tegen de liberalen en
de heeren Wijnkoop en Braat.)
Aan de orde is art. 3, waarbij de beer
Van Rappar d, Lib., een amendement
voorstelt om de wet ook niet van toe
passing te doen zijn met betrekking tot
den, verkoop van tabaksartikelen in restau
rants enz.
De heer Van Hellenberg Hu bar,
R.K., wenscht bij amendement den ver
koop van drukwerken in stations te bin
den aan de bepalingen der wet. Wie
op Zondag: een roman of iets dergelijks
wil lezen, moet zorgen, dat hij die lec
tuur op Zaterdag bijLijds in huis heeft.
Echter wanneer hij op reis gaat behoeft
hij dit niet te doen, hetgeen onlogisch
is. Hierbij komt nog onbillijkheid t.a.v.
de andere boekhandelaren.
Spr. verdedigt voorts een amendement
om een verkoop na sluitingstijd door
middel van automaten te verbieden. Spr.
acht dit een belang voor den midden
stand,
De heer Van Dis, S.G., licht een
amendement toe, beoogenda algeheels
Zondagssluiting behalve voor apotheken
en verder sluiting van alle openbare mid
delen van vervoer en restaurants in sta
tions.
De heer S me enk, A.R., verklaart zich
tegen het amendement-van Rappard. Hat
v,pordeel van de Zondagssluiting zou er
door worden ondermijnd. De sigarenwin
keliers zullen zich er tegen verzetten.
Geen bezwaar heeft spr. tegen de amen
dementen-van Hellenberg-Hubar. Het
amendement-van Dis bes trijdt spr. De wer
ken van noodzakelijkheid, die ook vol
gens gereformeerde opvatting op Zon
dag worden gedaan, staan, wat hun
noodzakelijkheid betreft,, niet onder alle
omstandigheden vast.
De heer Kortenhorst, R.K., ge
looft, dat bij bescherming] van den win
kelier men ook moet letten op het be
lang van den consument. Daarom juicht
hij het amendement-van Rappard toe. De
automaten wil spr. buiten de wet hou
den.
De heer Se ver ijn, A.-R., houdt een
betoog over den Christel ijken Zondag,
waarbij de voorzitter herhaaldelijk op-
meïkt, dat hij aan de algemeene be
schouwingen bezig is. Het amendemant-
vain Dis wenscht spr. niet te steunen,
uit hoofde van een gebrek aan concreet
heid.
De heer v. d. Bergh, S.D'.A.P., sluit
zich aan bij den heer van Rappard.
De betreffende bepaling is toch niet te
handhaven en leidt tot'allerlei ontduikin
gen. Spr. is tegen het verbod van ver
koop van drukwerken in stations en te
gen het verbod van verkoop door middel
van automaten.
De heer V i s s c h e r, A.R., betoogt, dat
de heer Van Dis, in plaats van te zoeken
wat vereenigt, (ten einde de wet voor de
practijk bruikbaar te maken) op de spits
drijft, wat verdeelt.
Of op deze wijze eerbied voor Gods
wet wordt bevorderd, betwijfelt spr.
Spr. steunt het eerste amendement-Van
Hellenberg Hubar, doch zou willen voor
stellen, dat daaraan nog wordt toege
voegd het verbod van verkoop' van dag
en weekbladen.
De heer Oud, Vrijlz. Dem., betoogt, wat.
het amendement-Van Dis betreft, dat wij
hier in een land met eien gemengde bevol
king leven en dat een Zondagswetgeving
altijd het karakter moet hebben van een
compromis.
De heer Schoikking, G.H., bestrijdt
het amendement-Van Dis, dat te ver gaat.
Wij sta,an hier niet op Israëlietisch
standpunt, maar op het nieuw testamenti-
sche, dat de mensch er niet is voor den
Sabbath, maar de Sabbath voor den
mensch.
Met het amendement-Van Rappard kan
spr. niet meegaan, oimdat het vooral op
het platteland tot gevolg zal hebben, dat
cafés tevens sigarenwinkels zullen wor
den.
haar liefderijke zorg overgelaten. Ik heb
hem een andere verpleegster gezonden,
een hartelijke, oude Iersche vrouw, wier
hart Owen gewonnen heeft door zijn
vriendelijkheid voor haar gestorven klein
zoontje. 'tWas heel verkeerd van hem,
Lucy, en bepaald slecht voor zich zelf,
maar hij heeft gansche nachten bij het
kind gewaakt, als zijn grootmoeder des
avonds doodmoe van haar werkhuizen
thuis kwam."
„0, 'dat is een heel ander geval,'* zei-
do Lucy, die geheel onvatbaar was voor
ironie. „Dat vind ik heel goed van hem.
Maar is hij inderdaad zóó ziek?"
„Hoe ziek?"
„Dat hij een verpleegster noodig heeft."
„Zeker, de meeste mienschen hebben
daar behoefte aan. Die oude Morrison is
stij'f van rheumatiek, en bovendien niet
de meest gewenschte persoon om iemand
qp te passen."
„Maar wat scheelt Dr Charlton? 'tis
zeker erger dan een zware verkoudheid?"
„Op 't oogenblik heeft hij1 longontste
king, maar ik vrees, dat er rheumatische
koor),sen bij zullen komen. Er zijn leelijke
verschijnselen. Doch wij willen hopen,
dat het er niet toe komen zal. De arme
man is er al erg .genoeg aan toe.'*
„Is er gevaar?" Murray, die altijd als
bij ingeving de wenschen van anderen
scheen te raden, deed deze vraag, die
Wat het amendement-Van Hellenberg—
Hubar betreft, spr. kan er niet voor stem
men, evenmin als voor het amendement
betreffende de automaten, die de con-
currentie-voorwaarden gelijk wil maken.
Die voorzitter deelt mede, dat de heeren
Visscher c.s. een amendement hebben in
gediend strekkende om den verkoop van
dag- en weekbladen, die thans onder de
uitzonderingen is opgenomen, onder de
bepalingen der wet te brengen.
De heer L i n g b e e k, H.G.S.P., betoogt,
dafc Gods wet zoowel een socialen als een
religieuzen kant heeft. Voor de godsdien-
stigen n.l. is de religieuze kant van de
grootste beteekenis, over den socialen
kant verschillen de meeningen. De Her
vormden hebben het verbod van arbeid
nooit) rigoureus maar altijd ruim toege
past.
De heer Duymaer van Twist,
A.R., vraagt den heer Van Dis enkele
inlichtingen over de beteekenis van zijn
amendement. Mag er geen herstellingsar-
beid aan electriseh licht e.d. geschieden?
Indien de verlichting in een kerk defect
raakt, mag dan dit defect niet worden
hersteld, doch moet de dienst worden
afgelast?
De heer Van Wijnbergen, R.K.,
voelt er niets voor, de lij'st van uitzonde
ringen nog uit te breiden. Eerder om ze
in te krimpen, indien dit maar niet ge
schiedt op de wijize als de heer Van
Dis wenscht.
Spr. beveelt de amendementen-Van Hel-
lenberg-Hubar aan, doch bestrijdt het
amendement-Van Rappard.
De heer Kersten, S.G.P., is tegen
het am.-v. Rappard, omdat hij zooveel
mogelijk de eerbiediging van den Zondag
wil bevorderen. Hij zal voor de amende
menten-V isscher en v. Hellenberg Hubar
stemmen. Spr. meent, d„a.t men kerk en
politiek moet onderscheiden de heer
Severijh heeft daarmee te weinig reke
ning gehouden. Naar spr.'s meening is het
juk, dat op het volk gelegd wordt door
Gods wc-t, nooit te zwaar, want God
stelt igeen onmogelijke eischen. Het ver
wijt, dat spr.'s partijl voor den Joodschen
Sabbath is, behoeft spr. niet meer te ba*
strijden. Het is er verre van, dat wij
ons willen stellen op het standpunt van
de Joodsc.he ledigheid. Diat is geen Sab-
hathviering. De Dordtsche Synode heeft
dit afdoende vasigesteld.
Het verwijt van den heer Visscher,
dat Spr. op de spits drijft wat verdeelt,
is een oud coalitie-argument. Spr. komt
ook op tegen het bezwaar van den heer
Ehilymaer v. Twist, als zou op' Zondag
geen electriseh licht hersteld mogen wor
den, .al ziet spr. er niet tegen op een
predikatie te houden in het donker (vroo-
lijkheid).
De extra-ordinaire werken van nood
zakelijkheid heeft Voetius omschreven als
die weiken, die plotseling over den
mensch komen en niet uitgesteld kunnen
worden, zooals wanneer er brand uit
breekt of wanneer de vijand voor de stad
komt. De Zondag is echter een zondedag
geiworden, een dag van uitgaan, van voe
ding van het vleesch.
De Leer Lingbeek heeft gezegd, dat de
Zondag geen dag van kwelling mag wor
den. Dat wordt hiji ook niet. De Zondag
moet zijln een dag der verlustiging tot hei
liging Gods. Met zijn redeneering raakt de
heer Lingbook in do verkeerde wateren
van het anti-nomianisme.
De heer v. d. Heide, S.D'.A.P., be
toogt, dat het hier langzamerhand ge
worden is een theologisch bacchanaal.
Met de am.-v. Dis en Visscher gaat Spr.
natuurlijk niet mee. Wij denken er niet
aan te verbieden om des Z.ondagsi na
een bepaald uur drukwerken te koopen.
Wij wenschen geen enkelen stap te doen
naar het ideaal van den Engelschen Zon
dag, die geen Christelijke Zondag is, maar
een .puriteinsche Zondag, waaraan de ge
goeden zich onttrekken door Zaterdags
naar buiten te gaan, doch waaronder
de arbeiders en middenstanders lijden.
Het gaat er bij de rechterzijde om
of Gods heilige wet ons verbiedt des
Zondags te koopen. Diat is herhaaldelijk
beweerd, ma.ar op welke gronden? In
den Bijbel staat nergens voorgeschreven
om den eersten dag van de week als een
rustdag te beschouwen en dan naar de
kerk te gaan. Uit een enkele plaats in
het N. Testament blijkt wel, dat het
gewoonte was op den eersten dag bij-
Margaret niet over haar lippen kon krij
gen, en die Cecil niet durfde uitspreken.
„Geen dadelijk gevaar. Maar in derge
lijke gevallen weet men nooit wat er
kan gebeuren."
„Arme, lieve dokter Charlton", zeide
de kleine, teergevoelige Emmeline, terwijl
de tranen haar in de zachte, blauwe
oogen kwamen. „Ik ben zoo bedroefd
over hem. En ik houd niets van die
knorrige, oude Morrison. Zou die andere
vrouw goed voor hem zijn, Allan?"
„Dat denk ik wel, kindje."
„0, dat hoop ik. Maar als men ziek is,
dan moet men iemand hebben, die heel
veel van ons houdt", zeide het vertroe
telde lievelingetje van het gezin. „Mijn
hoofdpijn is nooit zoo erg als Margaret
of Murray, of een van de anderen bij
mij komen zitten. Mason is heel goed
voor mij, en Hannah ook. Maar men
moet iemand hebben,, die nog anders
is als gewoon vriendelijk. En de kamers
van die arme Dr Charlton zijn zoo leelijk
en ongezellig. Maar gij gaat stellig naar
hem toe, Margaret", riep zij, alsof haar
eensklaps iets inviel. „Niemand kan zoo
goed zieken oppassen. Dat vind ik ten
minste, en Dr Charlton vindt het ook.
Dat heeft hij onlangs gezegd, weet gij
nog wel. Zeg, gij gaat gauw naar hem
toe, niet waar?"
„Och, indien ik slechts kon! indien
•en te komen, maar mee? oot mei Geen
woord van gebod. Wil men bet gebod
van den Bijbel opvolgen, dan houde men
den Sabbath. Maar ook de practijk der
eerste christenen was zoo niet, dat de
Zondag beschouwd moest worden als een
rustdag. Paulus reisde op Zondag. Wie
iets weet over het leven van de chris
tenen in de middeleeuwen, die weet,
dat de Zondag voor hen een dag van
vreugde, van ontspanning was. Kerke
lijk was de Sabbath geen andere dag
dan (©en gewone dag, de heiliging be-
toekende in 'de practijk niet anders dan
het nalaten van zwaren, slafelijfcen ar
beid. De hervormers hebben' er precies
zoo over gedacht. Spr. zou kunnen wij
zen op het leven van Luther; CaJvijn
hield zich bezig met het balspel op Zon
dag. Wie iets weet van de practijk van
het leven onder onze republiek, toen
wij de staatskerk hadden met art. 36,
weet, dat op Zondag gekaatst werd, dat
er leven en fleur was op dien dag en
niet de benepenheid, die niet christe
lijk maar puriteinsch is. Het is een carri-
catuur van het christendom om te zeg
gen, dat men op Zondag, dit niet mag
en dat niet mag omdat het verboden is.
De heer Zandt,, S.G.P., betoogt, dat
da Zondag een dag Gods is. Op Zondag
stond Christus op uit het graf, op dien
dag werd de H. Geest uitgestort op het
Pinksterfeest, op dien dag verscheen
Christus aan zijn discipelen. Wij heb
ben den dag des Heeren Je vieren on
van Godswege is het der overheid ge
boden dien dag te heiligen. De Gere
formeerden zijn gewoon tweemaal ter
kerke te gaan en des avonds bet ge
hoorde te overdenken en te betrachten.
Dat moge een modern predikant niet
aangenaam zijn,, een feit is het, dat
vele christenen daar hun vreugde in vin
den. Men moge de gtrenge viering van
den Engelschen Sabbath verdacht pogen
te maken, spr. acht deze Sabbathsvie-
ring een goed voorbeeld.
De Minister van Arbeid, H. en
N„ de heer Verschuur, wenscht een
onderscheid te maken tnsschen wat ieder
voor zich verplicht acht te doen en wat
de taak der overheid is. Spr. wenscht
van deze wet niet iets te maken, wat
menigeen van den godsdienst zou af
schrikken. Men zou den godsdienst geen
grooter ondienst kunnen doen dan een
wet te maken, die niet past op de wer
kelijkheid. Het zal na deze inleiding wel
duidelijk zijn hoe spr. denkt over het
amendement-v. Dis; voor de practische
uitvoerbaarheid van de wet zou de aan
neming van dit amendement funest zijn.
Wanneer men er rekening mee houdt,
dat schepen riiet zullen kunnen vertrek
ken, omdat zij op Zondag de laatste vic
tualiën niet meer zouden kunnen inne
men; dat zij, die niet zoo gelukkig zijn
een vrouw te hebben en nog wel een
vrouw, die goed koken kan, hun eten
niet, zooals zij gewend zijn, van den
kok kunnen betrekken; dat, wie onderweg
is met een of ander vehikel, bijv. om
zieken te bezoeken, dit aan den kant
van den weg zal moeten zetten als op
Zondag zijn benzinevoorraad op raakt.
Waar gaan we heen als wij een derge
lijke theocratische wetgeving zouden in
voeren
Het am.-v. Rappard zou op grooten
tegenstand stuiten bij de sigarenwinke
liers, zooals uit adressen reeds is ge
bleken. Spr. ontraadt de aanneming van
het amendement.
Het eerste am.-v. Hellenberg Hubar be
sprekende, betoogt spr., dat de spoorwe
gen tegen sluiting van de kiosken op
Zondag geen bezwaar hebben. Hef ver-
koopen van couranten langs de treinen
blijft dan gehandhaafd. Het zou spr. dan
ook weinig verdrieten als dit amende
ment werd aangenomen. Meer verdriet
zou het hem doen als het tweede am.-
v. Hellenburg Hubar werd aangenomen.
Hierdoor zou de vrijheid worden beperkt
en de ontwikkeling worden tegengegaan
en niemand van ons weet waarheen de
ontwikkeling van de automaten nogeems
zal leiden.
Het amendement-Visser zou in strijd
komen met de realiteit en getuigt niet
van practischen zin. Het zou den verkoop
van ochtendbladen op Zondag onmoge
lijk maken. Spr. moet het amendement
dan ook ten sterkste ontraden.
Het am.v. D i s wordt verworpen met
iik slechts mocht 1" antwoordde Margaret
met de stem van haar 'hart. Maar met
hare lippen stamelde zij sJechts: „Wij
zullen eens zijn, liefje."
Dat waren de eerste woorden, die zij
gesproken had.
„Neen, maar gij moet vast en zeker
gaan, Margaret. Niemand kan hem zoo
goed oppassen als gij. Toe zeg,, dat gij
gaan zult."
„Gij moet Margaret zien over te halen
om wat van haar lekkere geleien voor
Dr Charlton te maken. Ik denk, dat die
ouwe Morrison, daar wel geen slag van
zal hebben", aldus redde Allan ^zijn zus
ter uit de verlegenheid. En daarop gaf
bij een andere richting aan het gesprek
door Ella een boodschap van Edith SLret-
ton over te brengen,, en er werd niet
meer over Owen Charlton gesproken,
voordat bet middagmaal afgeloopen was,
en Margaret en Allan alleen achtergeble
ven waren.
Gewoonlijk begaf Allan zich dadelijk
na het eten naar zijne studeerkamer,
maar dien middag nam bij een courant,
vleidde zich in een gemakkelijken stoel,
en hield zich alsof hij las, terwijl het
gezin zich verspreidde. Murray en de
kleintjes gingen aan hun lessen, Lucy
zette haar hoed op om uit te gaan op
armenbezoek, en Cecil wandelde doelloos
door den twin.
799 stemmen (de heeren Van Dis m
Zandt. Dhr Kersten was vertrokken).
Het amendement-y. Rappard wordt
verworpen met 4436 stemmen. Voor
do Liberalen, S. D. A. P. (behalve de
heer v. d. Houven) V. D. en de heeren
Schouten, A. R., Kortenhorst, R. K.,
Beumer, A. R., Wijnkoop, Braat en Floris
Vos. De heer Schouten verklaart zich
bjj de stemming te hebben vergist.
Het eerste am.v. Hellenberg Hu
bar (verkoop van drukwerken in stations
verbieden op tijden, waarop boekwinkels
gesloten moeten zijn) wordt aangenomen
met 4635 stemmen (rechts tegen links).
Het am.-V isscher wordt verworpen
met 6317 stemmen. Voor de anti-rev.,
de S. G. P., en de heeren v. Vuuren,
R. K., Teulings, R. K„ Weitkamp, C. H.,
v. Wijnbergen, R. K„ mej. Meijer, R. K.,
en Schokking, C. H.
Het tweede amendement-v. Hellen
berg Hubar wordt verworpen met
5127 stemmen.
Het artikel wordt aangenomen z. h. s.
De vergadering wordt te 5.20 verdaagd
tot Woensdag 1 uur.
Electrificatie. Voor aanleg
huisinstallaties in alle plaatsen: J. M. Pol
derman, Goes. Tel. 129. Adv.
De zaak Reuvers. Naar aan
leiding van het verzoek van mr J. Adri-
aanse in de vergadering van de Prov. Sta
ten van 18 Febr. 1.1., om mededeeling
te doen omtrent de tegemoetkoming door
don Raad van bestuur der P.Z.E.M. ver
strekt aan G. Reuvers Jr., deelen Ged.
Staten mede, dat bij' request van' 1 Nov.
1.1. aan den kantonrechter te Middelburg
G. Reuvers Jr. tegen de P.Z.E.M. een
vordering heeft ingesteld tot terugbetaling
van hem opgelegde hoeten tot een totaal
bedrag van f 101.50, zulks hoofdzakelijk
op' grond van het Alg. Arbeidsreglement,
krachtens hetwelk die boeten waren opge
legd, ten gevolge van verzuim van forma
liteiten, voorgeschreven bij. art. 1637j van
het B.W., bindende kracht miste en wijl
bij de boetebepaling het bijl art. 1637 u
bepaalde niet steeds was in acht geno
men. Aangezien deze gronden op zich zelf
juist waren, heeft de Raad van Bestuur
besloten, overeenkomstig het advies van
Mr H. van der Reke Gallenfels, die door
den Ra,ad werd geraadpleegd, het gevor
derde bedrag te betalen. Hoewel deze
aangelegenheid zuiver en alleen de N.V.
„PZEM" betreft en de Raad van Bestuur
den. Staten geen verantwoording verschul
digd is, grijpen Ged. Staten niettemin
gaarne de gelegenheid aan, om door deze
inlichtingen de in de bladen gegeven,
blijkbaar van de zijde van G. Reuvers Jr.
afkomstige onjuiste voorstelling van deze
zaak recht te zetten.
Kranige oude heer. De - 60-
j.arige heer P. M. van Wijk, directeur
van een borstelfabriek te Hoorn, is Don
derdag' der vorige week vandaar vertrok
ken om een wandeling naar Vlissingen
te maken. Gisterenavond om kwart voor
zeven is hij in goede conditie te Vlissin
gen aangekomen, zoadat hij1 den afstand
HoornVlissingen in zes dagen heeft vol
bracht.
Middelburg. J.l. Vrijdagavond is in de
Concert- en Gehoorzaal alhier, door het
Evang. Luthersche Zangkoor o.a. gezon
gen het schoone „Gebed voor het Va
derland" van onzen stadgenoot den heer
H. den Engelsman. De heer Arnold
Spoel van 's-Gravenhage is de componist
van dit gebed in dichtmaat.
Vlissingen. Doordat door de betrokken
reederij cautie is gestort, is heden het
qp hot in de haven te Vlissingen.
liggende Duitsche stoomschip „Claus"
destijds gelegd beslag, opgeheven en is
hot schip wederom naar zee vertrokken.
Goes. O r a n j e-v ereeniging. Dins
dagavond vergaderde in het Schuttershof
de Oranje-vereeniging onder voorzitter
schap van dhr Abeleven, die in zijn ope
ningswoord de hoop uitsprak op een suc
cesvolle samenwerking en daarna mede
deeling deed van den voorloopigen uit
slag der ledenwerving. Die uitslag is niet
meegevallen. Velen schijnen nog niet te
begrijpen 't eigenlijk karakter der Oranje-
Nadat de laatste verdwenen was, keek
Allan even op', om zich te overtuigen,
dat zij alleen waren, en toen eensklaps
zijn courant neerleggende, verschrikte hij
haar door de plotselinge vraag: „Zeg,
Margaret, hiadt gij eenig besef, dat Owen
Charlton zoo arm was?"
„Ik vreesde, dat het in den laatsten
tijd erger met hem gesteld was, dan
hij voor ons wilde weten. Verscheiden
dingen, die ik nu en dan opmerkte,
brachten mij op dat vermoeden", ant
woordde zij met zachte stem. „Maar
waarom Allan?"
„Omdat ik van morgen van die knor
rige, oude hospita van hem gehoord heb,
dat hij gedurende verscheiden weken niet
in staat is -geweest zich de noaeftgste
levensbehoeften aan te schaffen."
„O, Allan I"
,,'tls maar al te waar, Margaret. De
arme kerel heeft den laatsten tijd voor
namelijk van brood, en slappe thee, en
havermout geleefd. En hij heeft het
meestal zonder vuur moeten doen en
zonder overjas, omdat het eenige klee-
dimgstuk, dat hiij bezat, het daglicht niet
kon verdrager En dit al'es, zoo vermoed
ik, omdat hij te hooghartig was om hulp
van zijne vrienden te vragen, en te eerlijk
om schulden te maken. Ik had geen
flauw dankbeeld van zulk een staat van
zaken." (Wordt vervolgd.)