Staten-Generaal. FEUILLETON Niet door eigen kracht Uit de Provincie, dat een wijziging van de Ltn5- m Tuia- b ou w ongev all en wet wordt voorgesteld, die er toe zal leiden, dat de lasten drukkende op het land- en tuinbouwbedrijf, dat toch reeds zulk een moeilijken tijd doormaakt, weder zullen worden verzwaard. Andere leden achtten een wijziging der wettelijke regelen in zake de ongevallen verzekering urgent ten gunste van de vis- schers, visschende in het gezicht der kust, die thans niet verzekerd kunnen zijn, wijl zij op deel visschen. EERSTE KAMER. Begrooting van Waterstaat De heer Van der Lande, R.K., wijst op ,den slechten toestand op som mige stations als Amersfoort en Nijme gen. Men moet trappen op en trappen af en de treinen staan altijd een heel eind weg. Vervolgens behandelt spr. da nieuwe verbinding van Amsterdam met den Rijn. De heer Polak, S.D.A.P., handelde eveneens over dit laatste. Het is hier geen naijver van Amster dam ten aanzien vair RotterdamAmster dam wil slechts de bestaansmogelijkheid van zijn haven tot haar volle recht laten komen. Spr. dringt verder aan op het tegen gaan van vernieling van natuurschoon bij het aanleggen van kanalen. Ook het verdwijnen van molens moet worden tegengegaan. Verder wenschte spreker een behoor lijke architectuur voor nieuwe groote brug gen, waarvoor men een standaardmodel schijnt te hebben, dat bovendien leelijk is. De heer van Sasse van IJsselt, R.K., acht den stelregel: „wie water deert, die water keert", niet meer van dezen tijd. Men moet zich afvragen: wat eischt hel algemeen belang? De heer De Gijselaar, C.-H., is van oordeel, dat de minister zich wat al te ge makkelijk afmaakt van den aandrang om hulp van het Rijk voor verbetering van waterschapstoestanden. De dijkbesturen alleen kunnen niet langer verantwoor delijk gesteld worden voor de waterkee- ringen. Als rijkshulp alleen mogelijk wordt ge acht hij grooto rampen, dan bevordert men op die manier het laat-maar-waaien- systeem. De heer De Zee a w, S.D'.A.P., bei- spreekt den toestand van do stations te Rotterdam ten aanzien waarvan hij ver betering noodzakelijk aohit. Het station Rotterdam-Zuid, dat het vroegere station IJsselmonde vervangen heeft, is zóó inge richt, dat het zou kunnen dienen als school voor Noordpoolreizigers. De belangstelling van de vreemde re geeringen voor hare groote havens is veel grooter dan die van onze regeering voor Rotterdam, welks belangen toch pa rallel loopea mot die van het geheele land. Uitvoerig zet spr. uiteen, wat de Duit sdie regeering heeft gedaan voor Ham burg om de concurrentie met andere ha vens te kunnen weerstaan, en insgelijks wat de Belgische regeering doet voor Antwerpen. Laat de minister zijn ernstige aan dacht aan deze kwestie wijden. De heer Moltmaker, S.D.A.P., heeft verleden jaar den wensch te kennen ge geven, dat aan het hoofd van het ver steende Departement van Waterstaat eens een man zou komen, die in de werk wijze van dat departement eens verande ring zou weten te brengen, maar spr. ziet in dit opzicht nog weinig verande ringen. De conservatieve hoofdambtena ren regeeren blijkbaar nog als voorheen en daarop moet spr. den minister met nadruk wijzen. Het departement van Wa terstaat staat niet in een besten geur. Spr. bepleitte o.m. loonsverhooging van het spoorwegpersoneel. TWEEDE KAMER. De winkelsluiting. Debat over de Zondags sluiting. Aan de orde is eerst de stemming over artikel 2 van het Winkelsluitings- ontwerp', in welk artikel als regel verbo den wordt gedurende den Zondag en op andere dagen tusscben namiddags 8 uur door Annie Lucas 29.) _o— „Diat deed er zeer zeker geen goed aan," sprak deze met eenige aarzeling, „,maar allerlei oorzaken hebben deze ziekte in de hand gewerkt. Hij 'is al lang niet wel geweest." „Het was een schande van Green om zulk een oude rammelkast te zenden," zeide Murray. „Om te beginnen kon een van de raampjes niet eens toegemaakt worden, en het is zijn schuld dat Dr Charlton door en door nat is geworden." „Ja," riep Cecil, deze verontschuldiging gretig aangrijpende, „als het raampje ge sloten had kunnen worden, en het wiel niet los was geraakt, dan zou hij even droog zijn gebleven als in zijln eigen kamer. En als hij maar hier was goblevein, en zich door Margaret had laten verzor gen, dan zou hij er beter aan toen zijn geweest. Och, had hij het maar gedaan. Die ouwe Morrison is zoo'n zure, brom merige vrouw, ik wist wel, dat die hem aan zijfo lot zou overlaten." En Cecil zag er uit als het beeld der wanhoop. >,Zij is zeker geen vriendelijke, oude vrouw, Cecil, maar Owen is niet aan en wowmddags 5 iaur (W® wM»l voor het publiek geopend te hebben. De heer W ijn k o o p, C. P., verklaart te zullen tegenstemmen, omdat hij be zwaar heeft tegen de Zondagssluiting. De heer Wijnkoop, C. P., verklaart over zijn bezwaren aangaande de avond- sluiting te zullen heenstappen en voor te stemmen. Het artikel wordt aangenomen met 73—9 stommen. (Tegen de liberalen en de heeren Wijnkoop en Braat.) Aan de orde is art. 3, waarbij de beer Van Rappar d, Lib., een amendement voorstelt om de wet ook niet van toe passing te doen zijn met betrekking tot den, verkoop van tabaksartikelen in restau rants enz. De heer Van Hellenberg Hu bar, R.K., wenscht bij amendement den ver koop van drukwerken in stations te bin den aan de bepalingen der wet. Wie op Zondag: een roman of iets dergelijks wil lezen, moet zorgen, dat hij die lec tuur op Zaterdag bijLijds in huis heeft. Echter wanneer hij op reis gaat behoeft hij dit niet te doen, hetgeen onlogisch is. Hierbij komt nog onbillijkheid t.a.v. de andere boekhandelaren. Spr. verdedigt voorts een amendement om een verkoop na sluitingstijd door middel van automaten te verbieden. Spr. acht dit een belang voor den midden stand, De heer Van Dis, S.G., licht een amendement toe, beoogenda algeheels Zondagssluiting behalve voor apotheken en verder sluiting van alle openbare mid delen van vervoer en restaurants in sta tions. De heer S me enk, A.R., verklaart zich tegen het amendement-van Rappard. Hat v,pordeel van de Zondagssluiting zou er door worden ondermijnd. De sigarenwin keliers zullen zich er tegen verzetten. Geen bezwaar heeft spr. tegen de amen dementen-van Hellenberg-Hubar. Het amendement-van Dis bes trijdt spr. De wer ken van noodzakelijkheid, die ook vol gens gereformeerde opvatting op Zon dag worden gedaan, staan, wat hun noodzakelijkheid betreft,, niet onder alle omstandigheden vast. De heer Kortenhorst, R.K., ge looft, dat bij bescherming] van den win kelier men ook moet letten op het be lang van den consument. Daarom juicht hij het amendement-van Rappard toe. De automaten wil spr. buiten de wet hou den. De heer Se ver ijn, A.-R., houdt een betoog over den Christel ijken Zondag, waarbij de voorzitter herhaaldelijk op- meïkt, dat hij aan de algemeene be schouwingen bezig is. Het amendemant- vain Dis wenscht spr. niet te steunen, uit hoofde van een gebrek aan concreet heid. De heer v. d. Bergh, S.D'.A.P., sluit zich aan bij den heer van Rappard. De betreffende bepaling is toch niet te handhaven en leidt tot'allerlei ontduikin gen. Spr. is tegen het verbod van ver koop van drukwerken in stations en te gen het verbod van verkoop door middel van automaten. De heer V i s s c h e r, A.R., betoogt, dat de heer Van Dis, in plaats van te zoeken wat vereenigt, (ten einde de wet voor de practijk bruikbaar te maken) op de spits drijft, wat verdeelt. Of op deze wijze eerbied voor Gods wet wordt bevorderd, betwijfelt spr. Spr. steunt het eerste amendement-Van Hellenberg Hubar, doch zou willen voor stellen, dat daaraan nog wordt toege voegd het verbod van verkoop' van dag en weekbladen. De heer Oud, Vrijlz. Dem., betoogt, wat. het amendement-Van Dis betreft, dat wij hier in een land met eien gemengde bevol king leven en dat een Zondagswetgeving altijd het karakter moet hebben van een compromis. De heer Schoikking, G.H., bestrijdt het amendement-Van Dis, dat te ver gaat. Wij sta,an hier niet op Israëlietisch standpunt, maar op het nieuw testamenti- sche, dat de mensch er niet is voor den Sabbath, maar de Sabbath voor den mensch. Met het amendement-Van Rappard kan spr. niet meegaan, oimdat het vooral op het platteland tot gevolg zal hebben, dat cafés tevens sigarenwinkels zullen wor den. haar liefderijke zorg overgelaten. Ik heb hem een andere verpleegster gezonden, een hartelijke, oude Iersche vrouw, wier hart Owen gewonnen heeft door zijn vriendelijkheid voor haar gestorven klein zoontje. 'tWas heel verkeerd van hem, Lucy, en bepaald slecht voor zich zelf, maar hij heeft gansche nachten bij het kind gewaakt, als zijn grootmoeder des avonds doodmoe van haar werkhuizen thuis kwam." „0, 'dat is een heel ander geval,'* zei- do Lucy, die geheel onvatbaar was voor ironie. „Dat vind ik heel goed van hem. Maar is hij inderdaad zóó ziek?" „Hoe ziek?" „Dat hij een verpleegster noodig heeft." „Zeker, de meeste mienschen hebben daar behoefte aan. Die oude Morrison is stij'f van rheumatiek, en bovendien niet de meest gewenschte persoon om iemand qp te passen." „Maar wat scheelt Dr Charlton? 'tis zeker erger dan een zware verkoudheid?" „Op 't oogenblik heeft hij1 longontste king, maar ik vrees, dat er rheumatische koor),sen bij zullen komen. Er zijn leelijke verschijnselen. Doch wij willen hopen, dat het er niet toe komen zal. De arme man is er al erg .genoeg aan toe.'* „Is er gevaar?" Murray, die altijd als bij ingeving de wenschen van anderen scheen te raden, deed deze vraag, die Wat het amendement-Van Hellenberg— Hubar betreft, spr. kan er niet voor stem men, evenmin als voor het amendement betreffende de automaten, die de con- currentie-voorwaarden gelijk wil maken. Die voorzitter deelt mede, dat de heeren Visscher c.s. een amendement hebben in gediend strekkende om den verkoop van dag- en weekbladen, die thans onder de uitzonderingen is opgenomen, onder de bepalingen der wet te brengen. De heer L i n g b e e k, H.G.S.P., betoogt, dafc Gods wet zoowel een socialen als een religieuzen kant heeft. Voor de godsdien- stigen n.l. is de religieuze kant van de grootste beteekenis, over den socialen kant verschillen de meeningen. De Her vormden hebben het verbod van arbeid nooit) rigoureus maar altijd ruim toege past. De heer Duymaer van Twist, A.R., vraagt den heer Van Dis enkele inlichtingen over de beteekenis van zijn amendement. Mag er geen herstellingsar- beid aan electriseh licht e.d. geschieden? Indien de verlichting in een kerk defect raakt, mag dan dit defect niet worden hersteld, doch moet de dienst worden afgelast? De heer Van Wijnbergen, R.K., voelt er niets voor, de lij'st van uitzonde ringen nog uit te breiden. Eerder om ze in te krimpen, indien dit maar niet ge schiedt op de wijize als de heer Van Dis wenscht. Spr. beveelt de amendementen-Van Hel- lenberg-Hubar aan, doch bestrijdt het amendement-Van Rappard. De heer Kersten, S.G.P., is tegen het am.-v. Rappard, omdat hij zooveel mogelijk de eerbiediging van den Zondag wil bevorderen. Hij zal voor de amende menten-V isscher en v. Hellenberg Hubar stemmen. Spr. meent, d„a.t men kerk en politiek moet onderscheiden de heer Severijh heeft daarmee te weinig reke ning gehouden. Naar spr.'s meening is het juk, dat op het volk gelegd wordt door Gods wc-t, nooit te zwaar, want God stelt igeen onmogelijke eischen. Het ver wijt, dat spr.'s partijl voor den Joodschen Sabbath is, behoeft spr. niet meer te ba* strijden. Het is er verre van, dat wij ons willen stellen op het standpunt van de Joodsc.he ledigheid. Diat is geen Sab- hathviering. De Dordtsche Synode heeft dit afdoende vasigesteld. Het verwijt van den heer Visscher, dat Spr. op de spits drijft wat verdeelt, is een oud coalitie-argument. Spr. komt ook op tegen het bezwaar van den heer Ehilymaer v. Twist, als zou op' Zondag geen electriseh licht hersteld mogen wor den, .al ziet spr. er niet tegen op een predikatie te houden in het donker (vroo- lijkheid). De extra-ordinaire werken van nood zakelijkheid heeft Voetius omschreven als die weiken, die plotseling over den mensch komen en niet uitgesteld kunnen worden, zooals wanneer er brand uit breekt of wanneer de vijand voor de stad komt. De Zondag is echter een zondedag geiworden, een dag van uitgaan, van voe ding van het vleesch. De Leer Lingbeek heeft gezegd, dat de Zondag geen dag van kwelling mag wor den. Dat wordt hiji ook niet. De Zondag moet zijln een dag der verlustiging tot hei liging Gods. Met zijn redeneering raakt de heer Lingbook in do verkeerde wateren van het anti-nomianisme. De heer v. d. Heide, S.D'.A.P., be toogt, dat het hier langzamerhand ge worden is een theologisch bacchanaal. Met de am.-v. Dis en Visscher gaat Spr. natuurlijk niet mee. Wij denken er niet aan te verbieden om des Z.ondagsi na een bepaald uur drukwerken te koopen. Wij wenschen geen enkelen stap te doen naar het ideaal van den Engelschen Zon dag, die geen Christelijke Zondag is, maar een .puriteinsche Zondag, waaraan de ge goeden zich onttrekken door Zaterdags naar buiten te gaan, doch waaronder de arbeiders en middenstanders lijden. Het gaat er bij de rechterzijde om of Gods heilige wet ons verbiedt des Zondags te koopen. Diat is herhaaldelijk beweerd, ma.ar op welke gronden? In den Bijbel staat nergens voorgeschreven om den eersten dag van de week als een rustdag te beschouwen en dan naar de kerk te gaan. Uit een enkele plaats in het N. Testament blijkt wel, dat het gewoonte was op den eersten dag bij- Margaret niet over haar lippen kon krij gen, en die Cecil niet durfde uitspreken. „Geen dadelijk gevaar. Maar in derge lijke gevallen weet men nooit wat er kan gebeuren." „Arme, lieve dokter Charlton", zeide de kleine, teergevoelige Emmeline, terwijl de tranen haar in de zachte, blauwe oogen kwamen. „Ik ben zoo bedroefd over hem. En ik houd niets van die knorrige, oude Morrison. Zou die andere vrouw goed voor hem zijn, Allan?" „Dat denk ik wel, kindje." „0, dat hoop ik. Maar als men ziek is, dan moet men iemand hebben, die heel veel van ons houdt", zeide het vertroe telde lievelingetje van het gezin. „Mijn hoofdpijn is nooit zoo erg als Margaret of Murray, of een van de anderen bij mij komen zitten. Mason is heel goed voor mij, en Hannah ook. Maar men moet iemand hebben,, die nog anders is als gewoon vriendelijk. En de kamers van die arme Dr Charlton zijn zoo leelijk en ongezellig. Maar gij gaat stellig naar hem toe, Margaret", riep zij, alsof haar eensklaps iets inviel. „Niemand kan zoo goed zieken oppassen. Dat vind ik ten minste, en Dr Charlton vindt het ook. Dat heeft hij onlangs gezegd, weet gij nog wel. Zeg, gij gaat gauw naar hem toe, niet waar?" „Och, indien ik slechts kon! indien •en te komen, maar mee? oot mei Geen woord van gebod. Wil men bet gebod van den Bijbel opvolgen, dan houde men den Sabbath. Maar ook de practijk der eerste christenen was zoo niet, dat de Zondag beschouwd moest worden als een rustdag. Paulus reisde op Zondag. Wie iets weet over het leven van de chris tenen in de middeleeuwen, die weet, dat de Zondag voor hen een dag van vreugde, van ontspanning was. Kerke lijk was de Sabbath geen andere dag dan (©en gewone dag, de heiliging be- toekende in 'de practijk niet anders dan het nalaten van zwaren, slafelijfcen ar beid. De hervormers hebben' er precies zoo over gedacht. Spr. zou kunnen wij zen op het leven van Luther; CaJvijn hield zich bezig met het balspel op Zon dag. Wie iets weet van de practijk van het leven onder onze republiek, toen wij de staatskerk hadden met art. 36, weet, dat op Zondag gekaatst werd, dat er leven en fleur was op dien dag en niet de benepenheid, die niet christe lijk maar puriteinsch is. Het is een carri- catuur van het christendom om te zeg gen, dat men op Zondag, dit niet mag en dat niet mag omdat het verboden is. De heer Zandt,, S.G.P., betoogt, dat da Zondag een dag Gods is. Op Zondag stond Christus op uit het graf, op dien dag werd de H. Geest uitgestort op het Pinksterfeest, op dien dag verscheen Christus aan zijn discipelen. Wij heb ben den dag des Heeren Je vieren on van Godswege is het der overheid ge boden dien dag te heiligen. De Gere formeerden zijn gewoon tweemaal ter kerke te gaan en des avonds bet ge hoorde te overdenken en te betrachten. Dat moge een modern predikant niet aangenaam zijn,, een feit is het, dat vele christenen daar hun vreugde in vin den. Men moge de gtrenge viering van den Engelschen Sabbath verdacht pogen te maken, spr. acht deze Sabbathsvie- ring een goed voorbeeld. De Minister van Arbeid, H. en N„ de heer Verschuur, wenscht een onderscheid te maken tnsschen wat ieder voor zich verplicht acht te doen en wat de taak der overheid is. Spr. wenscht van deze wet niet iets te maken, wat menigeen van den godsdienst zou af schrikken. Men zou den godsdienst geen grooter ondienst kunnen doen dan een wet te maken, die niet past op de wer kelijkheid. Het zal na deze inleiding wel duidelijk zijn hoe spr. denkt over het amendement-v. Dis; voor de practische uitvoerbaarheid van de wet zou de aan neming van dit amendement funest zijn. Wanneer men er rekening mee houdt, dat schepen riiet zullen kunnen vertrek ken, omdat zij op Zondag de laatste vic tualiën niet meer zouden kunnen inne men; dat zij, die niet zoo gelukkig zijn een vrouw te hebben en nog wel een vrouw, die goed koken kan, hun eten niet, zooals zij gewend zijn, van den kok kunnen betrekken; dat, wie onderweg is met een of ander vehikel, bijv. om zieken te bezoeken, dit aan den kant van den weg zal moeten zetten als op Zondag zijn benzinevoorraad op raakt. Waar gaan we heen als wij een derge lijke theocratische wetgeving zouden in voeren Het am.-v. Rappard zou op grooten tegenstand stuiten bij de sigarenwinke liers, zooals uit adressen reeds is ge bleken. Spr. ontraadt de aanneming van het amendement. Het eerste am.-v. Hellenberg Hubar be sprekende, betoogt spr., dat de spoorwe gen tegen sluiting van de kiosken op Zondag geen bezwaar hebben. Hef ver- koopen van couranten langs de treinen blijft dan gehandhaafd. Het zou spr. dan ook weinig verdrieten als dit amende ment werd aangenomen. Meer verdriet zou het hem doen als het tweede am.- v. Hellenburg Hubar werd aangenomen. Hierdoor zou de vrijheid worden beperkt en de ontwikkeling worden tegengegaan en niemand van ons weet waarheen de ontwikkeling van de automaten nogeems zal leiden. Het amendement-Visser zou in strijd komen met de realiteit en getuigt niet van practischen zin. Het zou den verkoop van ochtendbladen op Zondag onmoge lijk maken. Spr. moet het amendement dan ook ten sterkste ontraden. Het am.v. D i s wordt verworpen met iik slechts mocht 1" antwoordde Margaret met de stem van haar 'hart. Maar met hare lippen stamelde zij sJechts: „Wij zullen eens zijn, liefje." Dat waren de eerste woorden, die zij gesproken had. „Neen, maar gij moet vast en zeker gaan, Margaret. Niemand kan hem zoo goed oppassen als gij. Toe zeg,, dat gij gaan zult." „Gij moet Margaret zien over te halen om wat van haar lekkere geleien voor Dr Charlton te maken. Ik denk, dat die ouwe Morrison, daar wel geen slag van zal hebben", aldus redde Allan ^zijn zus ter uit de verlegenheid. En daarop gaf bij een andere richting aan het gesprek door Ella een boodschap van Edith SLret- ton over te brengen,, en er werd niet meer over Owen Charlton gesproken, voordat bet middagmaal afgeloopen was, en Margaret en Allan alleen achtergeble ven waren. Gewoonlijk begaf Allan zich dadelijk na het eten naar zijne studeerkamer, maar dien middag nam bij een courant, vleidde zich in een gemakkelijken stoel, en hield zich alsof hij las, terwijl het gezin zich verspreidde. Murray en de kleintjes gingen aan hun lessen, Lucy zette haar hoed op om uit te gaan op armenbezoek, en Cecil wandelde doelloos door den twin. 799 stemmen (de heeren Van Dis m Zandt. Dhr Kersten was vertrokken). Het amendement-y. Rappard wordt verworpen met 4436 stemmen. Voor do Liberalen, S. D. A. P. (behalve de heer v. d. Houven) V. D. en de heeren Schouten, A. R., Kortenhorst, R. K., Beumer, A. R., Wijnkoop, Braat en Floris Vos. De heer Schouten verklaart zich bjj de stemming te hebben vergist. Het eerste am.v. Hellenberg Hu bar (verkoop van drukwerken in stations verbieden op tijden, waarop boekwinkels gesloten moeten zijn) wordt aangenomen met 4635 stemmen (rechts tegen links). Het am.-V isscher wordt verworpen met 6317 stemmen. Voor de anti-rev., de S. G. P., en de heeren v. Vuuren, R. K., Teulings, R. K„ Weitkamp, C. H., v. Wijnbergen, R. K„ mej. Meijer, R. K., en Schokking, C. H. Het tweede amendement-v. Hellen berg Hubar wordt verworpen met 5127 stemmen. Het artikel wordt aangenomen z. h. s. De vergadering wordt te 5.20 verdaagd tot Woensdag 1 uur. Electrificatie. Voor aanleg huisinstallaties in alle plaatsen: J. M. Pol derman, Goes. Tel. 129. Adv. De zaak Reuvers. Naar aan leiding van het verzoek van mr J. Adri- aanse in de vergadering van de Prov. Sta ten van 18 Febr. 1.1., om mededeeling te doen omtrent de tegemoetkoming door don Raad van bestuur der P.Z.E.M. ver strekt aan G. Reuvers Jr., deelen Ged. Staten mede, dat bij' request van' 1 Nov. 1.1. aan den kantonrechter te Middelburg G. Reuvers Jr. tegen de P.Z.E.M. een vordering heeft ingesteld tot terugbetaling van hem opgelegde hoeten tot een totaal bedrag van f 101.50, zulks hoofdzakelijk op' grond van het Alg. Arbeidsreglement, krachtens hetwelk die boeten waren opge legd, ten gevolge van verzuim van forma liteiten, voorgeschreven bij. art. 1637j van het B.W., bindende kracht miste en wijl bij de boetebepaling het bijl art. 1637 u bepaalde niet steeds was in acht geno men. Aangezien deze gronden op zich zelf juist waren, heeft de Raad van Bestuur besloten, overeenkomstig het advies van Mr H. van der Reke Gallenfels, die door den Ra,ad werd geraadpleegd, het gevor derde bedrag te betalen. Hoewel deze aangelegenheid zuiver en alleen de N.V. „PZEM" betreft en de Raad van Bestuur den. Staten geen verantwoording verschul digd is, grijpen Ged. Staten niettemin gaarne de gelegenheid aan, om door deze inlichtingen de in de bladen gegeven, blijkbaar van de zijde van G. Reuvers Jr. afkomstige onjuiste voorstelling van deze zaak recht te zetten. Kranige oude heer. De - 60- j.arige heer P. M. van Wijk, directeur van een borstelfabriek te Hoorn, is Don derdag' der vorige week vandaar vertrok ken om een wandeling naar Vlissingen te maken. Gisterenavond om kwart voor zeven is hij in goede conditie te Vlissin gen aangekomen, zoadat hij1 den afstand HoornVlissingen in zes dagen heeft vol bracht. Middelburg. J.l. Vrijdagavond is in de Concert- en Gehoorzaal alhier, door het Evang. Luthersche Zangkoor o.a. gezon gen het schoone „Gebed voor het Va derland" van onzen stadgenoot den heer H. den Engelsman. De heer Arnold Spoel van 's-Gravenhage is de componist van dit gebed in dichtmaat. Vlissingen. Doordat door de betrokken reederij cautie is gestort, is heden het qp hot in de haven te Vlissingen. liggende Duitsche stoomschip „Claus" destijds gelegd beslag, opgeheven en is hot schip wederom naar zee vertrokken. Goes. O r a n j e-v ereeniging. Dins dagavond vergaderde in het Schuttershof de Oranje-vereeniging onder voorzitter schap van dhr Abeleven, die in zijn ope ningswoord de hoop uitsprak op een suc cesvolle samenwerking en daarna mede deeling deed van den voorloopigen uit slag der ledenwerving. Die uitslag is niet meegevallen. Velen schijnen nog niet te begrijpen 't eigenlijk karakter der Oranje- Nadat de laatste verdwenen was, keek Allan even op', om zich te overtuigen, dat zij alleen waren, en toen eensklaps zijn courant neerleggende, verschrikte hij haar door de plotselinge vraag: „Zeg, Margaret, hiadt gij eenig besef, dat Owen Charlton zoo arm was?" „Ik vreesde, dat het in den laatsten tijd erger met hem gesteld was, dan hij voor ons wilde weten. Verscheiden dingen, die ik nu en dan opmerkte, brachten mij op dat vermoeden", ant woordde zij met zachte stem. „Maar waarom Allan?" „Omdat ik van morgen van die knor rige, oude hospita van hem gehoord heb, dat hij gedurende verscheiden weken niet in staat is -geweest zich de noaeftgste levensbehoeften aan te schaffen." „O, Allan I" ,,'tls maar al te waar, Margaret. De arme kerel heeft den laatsten tijd voor namelijk van brood, en slappe thee, en havermout geleefd. En hij heeft het meestal zonder vuur moeten doen en zonder overjas, omdat het eenige klee- dimgstuk, dat hiij bezat, het daglicht niet kon verdrager En dit al'es, zoo vermoed ik, omdat hij te hooghartig was om hulp van zijne vrienden te vragen, en te eerlijk om schulden te maken. Ik had geen flauw dankbeeld van zulk een staat van zaken." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 2