Rechtzaken Gemengd Nieuws. De avonturen van een verkeersagente. In tegenwoordigheid van. Z.K.H. 'Prins Hendrik, heeft Woensdag op de Alg. Be graafplaats te Den Haag de teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk overschot van wijlen Jhr mr D. A. W. van Tets van Goudriaan, oud-minister van Buitenlandsche Zaken en oud-gezant. V.l.n.r. eerste rij: Z.K.H. Prins Hendrik, Jhr inr R. de Marees van Swinderen en R. F. C. baron van Bentinck van Schoon- heefen. fk» ■ven aandringen op de aanstelling van een D i r e c t e u reG ener aal van den Landbouw. Andere leden gevoelden geen behoefte aan een Directeur-Generaal. Opgemerkt werd echter, dat er een waarnemend Di- recteurJGeneraal is, hetgeen de vraag deed rijzen, wat eigenlijk diens functie inhoudt. Gevraagd werd, hoe de regeering dent over versnelde verbetering van de L a n d- bouwhoogeBchool en welke voor nemens te dier zake bij haar bestaan. Kantongerecht te Goes. Door den Kantonrechter t© Goes zijin ver oordeeld wegens overtreding Met een rijwiel de veiligheid van het ver keer in gevaar brengen, J. d. K., Kamperland f 5 b. s. 5 d. h. Als schipper met zijn vaartuig een rijkska naal bevarendie zijn naam niet op zijn scihip hebben, C. W,., Ameide f 5 b. a. 5 d. h. Als voren geen reglementen aan boord heb ben, L. v. d. L„ Antwerpen f 2 b. s. 2 d. h. Trekdier laten staan zonder voldoende toe zicht, J. P., Oudelande, glean. straf toegepast. Jagen op een anders grond zonder ver gunning van den rechthebbende, M. v. F., Waarde, vrijgesproken. 's Avonds fietsen zonder licht, S. d. W|., Goes, f 3 b. s. 1 w. t.sch.C. Wl U„ Ove- zande, J. P. A., Hbedeikenskerke en J. P., Krabbend'ijke, f 5 b. s. 5 d. h. Als voren en zonder reflector, M. B., Hoede- 'kenskerke, f 5 en f 1 b. s. 5 d. en 1 d. h. Dronkenschap, J. G., Goes f 15 b'. s. 16 d. b. Organisatie van. autodie- ve xi. In aansluiting op vroegere berich ten omtrent de ontdekking van een orga nisatie van Belgische en Nederlandsen e lieden, die in het eene land gestolen auto's in bet andere van de hand zoch ten te doen, meldt men. ons nader, dat het hier betreft eeai wijdvertakte orga nisatie, die o.a. ook in Nederland ope reerde. Thans wordt ook in Nederland een onderzoek ingesteld, in samenwerking met de Belgische justitie. Een der hoofd leiders schijnt te zijn de Nederlander W. O. v. d. M., vroeger fouragehandelaar te Roosendaal, die zich reeds voor den Nederlandsohen rechter eenmaal fe ver antwoorden heeft gehad wegens bedriegen lijke bankbreuk, te Roosendaal gepleegd. Deze v. d. M. is te Antwerpen in bet huis van bewaring opgesloten. De moord te Voorburg. De Haagsche politie heeft nog een tweede arrestatie gedaan in verband met den te Stompwijk gepleegden moord op den manufacturier v. d. Drift, uit Voorburg. Ook deze aangehoudene, een 30-jarige Oman is uit Den Haag afkomstig. Brand in een paraffine- loods te Haarlem. Gistermiddag on geveer 1 uur is brand uitgebroken in de paraffine-loods van de Nederlandsche raf finaderij van petroleum-producten te Haar lem. Het vuur sloeg spoedig over op eenige vaten olie, waardoor de brand snel een groote uitbreiding kreeg. Men wist de boeken van het kantoor tijdig in veiligheid te brengen. De brand, die door een der omwonenden tijdens den schafttijd werd ontdekt, was te ongeveer twee uur door de brandweer zoover be dwongen, dat gevaar voor uitbreiding ge weken werd geacht. De .gebouwen gjn verzekerd. De oorzaak van den brand is nog onbekend. Autobus te water. Gister avond is een nieuwe autobus uit Zoet er- meer, in de Pijnaokerschevaart gereden. De wagen sloeg geheel om. Er zaten geen passagiers in. De bestuurder Van Ber gen wist zich met groote moeite uit de in het water liggende auto te bevrij den. Overreden en gedood. Gister nacht omstreeks half drie is op den Haag- weg ter hoogte van de verffabriek nabij Delft een onbekende man aangereden door een auto, bestuurd door een heer uit Rotterdam. De man was bijna op slag dood. De auto reed daarna tegen een boom. De politie van Rijswijk beeft het lijk van den onbekenden man naar het lijkenhuis je aldaar vervoerd en de auto in beslag genomen. De passagiers, die in de auto waren gezeten, verkeerden in een „vroolijke" stemming. Zij hebben geen letsel beko men. Brandstichter voor de rechtbank. Gisteren heeft zich voor de rechtbank te Rotterdam een meuhel- verkooper te verantwoorden gehad, wien was ten laste gelegd, dat hij op 20 Juni van het vorig jaar in de zaak van de N.V. Woninginrichting Modern aan den Sta tionsweg brand zou hebben gesticht, waardoor gemeen gevaar voor goederen te duchten is geweest. Subsidiair werd hem ten laste gelegd, dat hij den brand zou hebben gemchit, «teneinde de ver- zeheringsbedrageh f 20.000 en f5000 be drijfsschade uitbetaald te krijgen. Verdachte ontkende brand te hebben gesticht. De ©isoh luidde: een gevangenisstraf voor den tijd van acht maanden. Veidachtes raadsman bepleitte vrij spraak. Na .re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op 11 Februari a.s. Kerkdiefstal. Het O. M. bij het Gerechtshof te Leeuwarden heeft vier jaar gevangenisstraf gevraagd tegen een 45- jariig koopman aldaar wegens diefstal met braak in de gereformeerde kerk te Raard, waarbij hij metalen beslag van de bijbels scheurde en deze boeken ver nielde. l Eiscb tegen Liebermann uitgesproken. De advocaat-generaal bij het Amsterdamscha Hof vereenigde zich in zijn requisitoir met het vonnis der rechtbank in de strafzaak-Liebermann. Rekening 'houdend met den gezondheids toestand van verdachte vroeg hij veroor deeling tot drie jaren gevangenisstraf met aftrek van acht maanden preventieve hechtenis. VROUWEN UIT DE FRANSCHE REVOLUTIE. (Bij de foto-pagina). In het wilde tijdperk van de Fransche revolutie hebben ook de vrouwen een rol gespeeld, zooals ze, in elk tijdperk van de wereldgeschiedenis een rol hebben ge speeld. Ze vochten en streden mede. Ze leden mede en werden slachtoffers, zoo goed als ze beulen waren. Sprekende in een conferentie voor de leden van de „Université des Annales", over de zenuwzieken in de dagen.van de Fransche revolutie, wijdde Dr Raoul Bau- det te Parijs ook eenige woorden aan de vrouwen, in de periode, waarin de he vigste hartstochten werden ontketend, en waarin tevens de schoonste blijken van menschenliefde werden gegeven. In de menigte,, in 'die volksmassa, vroe ger berustend zonder verzet, nu tot een razende bende geworden, waren de vrou wen de felsten, de meest brutalen, de wreedsten. Geleidelijk waren ze zóó geworden. Bij de inneming van de Bastille waren zij nog de toeschouwsters. Zij juichten de be legeraars toe en moedigden hun aan en toonden hun vuisten aan de belegerden. Dat was in Juli. Doch reeds in October vielen zij, door het werpen van steenen een batallon van de nationale garde, aan, forceerden de deuren van het Parijsche stadhuis, maakten zich meester van ge weren en kanonnen en marcheerden naar Versailles. Maar ze hebben nog niet de wreedheid, welke ze later zouden too- nen. Doch een jaar later zijn ze verschrikke lijk. Ze wisselen geweerschoten met de Zwitsers, die het koninklijke paleis, de Tuilleries, verdedigen, overweldigen de koninklijke vertrekken, rollen zich in het bed van de koningin en spelen met de lijken. Fabre d'Eglantine -noemt ze, eindelijk, „de vrouwelijke grenadiers van de revo lutie". Ze zijn de tricoteuses, die aan den voet van de guillotine haar breiwerk niet in den steek laten. Maar aan den kant, bij de koningsge- zinden, bij de Vendeërs, ziet men dezelf de hartstochten bij de vrouwen, als bij de revolutionairen en de moordenaars van de koninklijke familie. Ze zijn even bruaal, even wreed. Terwijl hun mannen terugtrekken voor de soldaten der revo- luitie, rennen zij naar de kanonnen en •doorsteken de artilleristen. Zij geven ook het voorbeeld van wreedheid. Na den te rugtocht der republikeinen bij Noirmou- tiers, martelden en doodden ze alle ge vangenen. Sommigen werden levend be graven, anderen levend verbrand. Uit den chaos der Fransche revolutie zijn zoowel vrouwen als mannen voort gekomen, die de aandacht overwaard zijn, omdat ze een stuk van de geschiedenis hebben gemaakt, omdat ze het centrum vormden van actie en reactie, van aanval en verdediging, van wreedheid en zelfop offering, van beestachtigheid en mensch- lievendheid. Daar is vooreerst Marie Antoinette, de dochter van Maria Theresia, gehuwd met Lodewijk XVI en met hem het slachtoffer wordende van de revolutie, die de oude toestanden doet verdwijnen en het oude koningschap, dat eeuwen lang over Frankrijk regeerde, verjoeg. Slachtoffers mede, van wat vroegere koningen hadden misdreven, met haar hoofd betalende, wat anderen hadden misdaan. Wil men Marie Antpinette zien als het slachtoffer van de omwenteling, dan heb ben wij haar ook te zien als een vrucht van haar tijd, van de opvoeding aan 'thof van de koningin v. Oostenrijk reeds jong gehuwd met den Franschen kroonprins en reeds jong gebracht naar een hof, waar Lodewijk de Vijftiende nog regeerde, een vorst zonder veel moraliteit en die aan zijn volk niet het voorbeeld beeft gegeven van zedelijkheid en belangstelling in heit lot van land en volk. Toen 11 Mei 1744 Lodewijk de Zestien de den Franschen troon besteeg, onder het gejuich van het volk, dat jubelde om den dood van zijn voorganger en om de ver heffing van een vorst, van wien men al les goeds verwachtte, was geheel Frank rijk in een hoopvolle stemming. Hier was een welgezind, een moreel hoogstaand per soon op den troon gekomen, hier was een koningin, die een toonbeeld was van beminnelijkheid en die een einde zou maken aan het zedenbederf van het bof. Doch de stemming veranderde al spoedig bij het volk, toen het bleef gebukt gaar; onder de zware belasting, waaraan niel te ontkomen scheen. Het volk, mede opge zweept door de revolutionaire theorieën, begon niet zonder reden te morren. De geschiedschrijvers zijn bet met el kaar eenns, ook generaal Toulongeon, haar tijdgenoot, dat zij een der voornaam ste oorzaken was van den ondergang van Lodewijk XVI. Zich verheven voelende boven de-volksmassa, was zij het, die den koning telkens trachtte te bewegen, zon der volksvertegenwoordiging te regeeren. De haat kwam, de haat v. de koningin be antwoord door de haat van het volk. Om het volk nog meer tegen haar op to zet ten, strooide men praatjes tegen haar uit. Aan het slot werd ze beschouwd als de grootste vijandin van Frankrijk. Ze werd voor de revolutionaire recht bank gebracht als een gewone samen- zweerster en een dochter van een keize rin en de gemalin van een koning te zien komen uit den cel van een gewone ge vangenis en verschijnende voor een ge wone rechtbank, was wel één van de bui tengewone voorvallen, in die dagen, zoo rijk aan geweldige gebeurtenissen. Hermann, de president van de recht bank, waarvoor de koningin terecht stond, verklaarde, dat het Fransche volk de ko ningin in staat van beschuldiging had. ge steld en alle politieke gebeurtenissen, ge durende de laatste vijf jaar tegen baar getuigden. Zij bleef, ook onder de grootste be schuldigingen, haar kalmte bewaren. Ze genover de vertegenwoordigers van het behield in de moeilijkste oogenblikken te- volk, die zich als zoodanig hadden op geworpen, haar koninklijke waardigheid. Die kalmte bewaarde ze, toen ze gevan gen werd genomen, toen men haar het eerst naar den Temple bracht en eindelijk haar opsloot in de Gongiergerie. Het doodvonnis werd uitgesproken om half vijf in den morgen van don 16den October 1793 en een kwartier daarna stonden de lieden gereed om haar naar het schavot te brengen. Haar hoofd yiel op de zelfde ..plaats, waar het hoofd van Lodewijk, haar ge maal en dat van vele anderen was ge vallen. Zij werd spoedig gevolgd door Madame Elisabeth, de zuster van .den koning, die alleen de misdaad had begaan, de zuster van een koning te zijn. Da.ar hebben we Charlotte Cor- d a y, die 13 Juli 1793 Marat vermoordde. Ze was geen koningsgezinde, gelijk men gewoonlijk beeft aangenomen. Ook zij blaakte van geestdrift voor de vrijheid, doch ook in haar was de haat tegen hen, die van de vrijheid misbruik maak ten om "te dooden. Charlotte Anne 'Marie Corday was te St. Saturnin geboren. Haar jeugd scheen te verloopen in een .stille afzondering, in gezelschap van haar vader, terwijl zij zich wijdde aan "'de letterkunde en ge schiedkundige studies. Zij zag hoe de „Girondijnen werden opgehitst tegen de Jacobijnen en hoe Ma- rat behoorde tot degenen, die de Girondij nen betitelden als volksbedriegers en vij anden van de verkregen vrijheden. In haar oogen evenwel, waren de Girondijnen de eenigen, die de Fransche republiek kon den redden, en was Marat de man, die daarbij het imeel an Sua weg sixtfuL Een feit is het, dat Marat in die dagen weinig of geen invloed meer bad, Hjj schold op iedereen, zag in alles en 'in, iedereen verraad en was het type van een volksmenner, die door allerlei middelen, •op allerlei manieren het yolk j>p zijn hand wist te krijgen. In de conventie was zijn invloed ge ring, maar onder het volk was hij zeer populair. Deze man, die dagen lang in een bad werkte, om eenigszins te ontko men aan de kwellingen yan een ziekte, waaraan hij leed, had al de sentimenten van haat ondergaan. De Girondijnen hadden tot zijn ver derf besloten, zooals hij het er op toe legde, de Girondijnen te vernietigen. Charlotte Corday stond aan de zijde der Girondijnen, en meegesleurd in de algemeens opwinding, besloot zij, Marat te dooden. Zij vertoefde te Caen, toen daar de Girondijnen bijeen kwamen. Haar groote schoonheid, haar jeugd, haar ener gie hadden ook de sympathie van deze afgevaardigden opgewekt. Ze beschouw den haar als hun gelijke, doch zij had hen geen deelgenoot gemaakt van haar plan, om neer te slaan dengene, dien ze hield voor den grootsten vijand van de lieden, wier politiek zij voorstond. Haar vader schrijft ze, dat ze naar Engeland gaat, om te ontkomen aan het onweer, dat Frankrijk bedreigt. Aan an deren veitelt ze, dat ze naar Parijs gaat, om familie op te zoeken. Te Parijs koopt zij zich een mes en vervoegt zich aan het huis van Marat. Tot twee 'maal toe wei gert hij haar te ontvangen. Ze schrijft hem een brief, waarin zij hem mededeelt, dat ze uit Calvados komt, hem belang rijke dingen heeft te vertellen en eetn be roep doet op- zijn medelijden. Voor de derde maal vraagt ze weer toegang tot hem. En om acht uur in den avond wordt ze toegelaten. Hij zit in het bad, omringd door papieren en pennen. Marat wil van haar de namen hoeren van de afgevaardigden, die fe Caen ver toeven. Ze noemt ze en hij schudt het hoofd en zegt: „goed, goed, ze zullen paar de guillotine gaan." Charlotte Corday grijpt naar het mes, dat zij links, onder haar corsage had ver borgen. en steekt het wapen in zijn hart. Ze wordt onmiddellijk gegrepen en naar de gevangenis yan de Abbaye ge bracht en vervolgens naar de Concieri- gerie. Voor de revolutionaire rechtbank ver klaarde zij, dat zij Marat had gedood in de hoop, dat zij aan het land den zoo noo- digen vrede zou geven en niet omdat zij in den man een misdadiger zag. Ter docd veroordeeld, hoorde ze 'het vonnis zonder eenige ontroering aan en met een glimlach op de lippen. Zij ging naar het schavot met een kalmte en een moed, die haar altijd hadden vergezeld. De menigte die met graagte .elke terechtstelling bij woonde. onthield zich ook nu niet van betoogingen, doch er was ook menigeen, die medelijden met haar had. Haar schoonheid haar vijf en twintig jaren wekten de ondering op, ook van hen, die haul waren geworden en menige vrouw hadden zien ter dood bren gen. En menigeen ontblootte het hoofd, toen zij voorbij trok. Een andere belangwekkende vrouw is Madame Roland, vrouw van den vroegeren minister Roland, van binnen- landsche zaken onder Lodewijk de XVI, Zij, dochter van een juwelier, jong en schoon, ,was door de studies der wijs- geeren, dg republikeinsche ideeën toef- gedaan. Haar man en ook zij hadden, zich bij de Girondijnen aangesloten en zij, een goed schrijfster, werkte niet alleen voor haar jnan de verschillende onder werpen uit, doch gebruikte ook haar be schaafde pen om propaganda te maken voor de denkbeelden van. haar partij. Ais Roland als minister ontslagen wordt omdat hij een al te vrijmoedigen brief aan den koning had geschreven, waarin hij er op aandrong meer haast te maken met de constitutie, treedt zijn vrouw meer en meer op den voorgrond. r. Maar heiden worden "betrokken in den strijd van de Bergpartij tegen de Giron dijnen. De Girondijnen worden in staat., van be schuldiging gesteld als verraders van hei vaderland. Mevrouw Roland wordt nog niet genoemd onder hen, doch ze blijft verdacht en men .geeft het bevel haar en haar echtgenoot te arresteeren. Hij weet te vluchten, doch haar weet men Je vinden en ze wordt naar de ge vangenis gevoerd. Hadden tal van Girondijnen bij hun terechtstelling blijken van moed gegeven, ook Madame Roland, zich sterk voelende door haar 'ideeën, beklom moedig het scbavct, als ze door de revolutionaire rechtbank, die in hjat groot werkt, ter dood wordt veroordeeld. Met haar stierven op denzelfden dag Bailly, Je eerste voorzitter van de Wet gevende Vergadering, die ook de zitting had geleid in "de kaatsbaan, waarin men verklaarde niet uiteen te gaan, 'vóór Frankrijk een grondwet had;, de pro cureur-generaal Manuel, die als een vij and werd beschouwd, omdat hij had ge poogd, den koning te redden, de hertog van Orleans, meneer „gelijkheid", die zich eerst erg volksgezind had getoond en mede tegen den 'koning conspireerde. Madame Roland werd met Lamarche, directeur van de assignatenfabriek op de zelfde kar na.ar het schavot gebracht. Ze gaf een bewijs van haar onverschilligheid door met hem, die haar vergezelde te twisten over den voorrang bij de terecht stelling. „Gaat "U voor, meneer Lamar che".. zeide 7e. „Ik heb den moed, .om i te wachten." y 25. Terwijl de twee paleiswachters hun1 ronde door het paleis voortzetten, begon de hoofdman, terwijl hij op het bed van varens en mos ging zitten, het verhaal van „Den witten vogel, die eens een poppetje was", dat door een boo ze heks werd betooverd. „Daar ben ik nieuwsgierig naar", zeide het agentje, terwijl hij ook op zijn bed ging zitten. „Er was eens", zoo begon de pal eis wachter. „Stop", zeide Keesie, „dat heb ik meer gehoord". „Ja, er was eens", dat heb je meer- gehoord, zoo beginnen alle sprookjes". „Dat wist ik niet", zeide Keesie, „men is nooit te oud om te loeren". 26. „Er was eens een poppetje, dat in een auto was gezet. Het was de pop van een lief aardig meisje. Op zekeren dag reed de auto heel hard door het bosch." „Daar had ik bij moeten wezen", zei bet verkeers agente,- „ik had ze dadelijk bekeurd. „Je moet niet altijd in de rede vallen, meneer Keesie." „Daar heb je gelijk in, je kunt wel teg1 ijk breien, doch niet tegelijk praten", merkte Keesie op. „Zoo is het en terwijl de auto zoo bard reed, viel het poppetje uit den wagen."

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 7