DE ZEEOW
Van 4edriegelijke schittering
TWEEiDE BLAD.
Probeer toch ook
Staten-Generaal
Te u I L L ETON.
Binnenland
Uit de Provincie.
Zoeklichtjes.
VAN
VRIJDAG 24 JAN. 1930. No. 97.
^SSSÊSFfSL J. 1 -
EERSTE KAMER.
Belastingverlaging.
In de gisteren gehouden vergadering
van de Eerste Kamer kwam aan de orde
het ontwerp betreffende afschaffing
v erdedi g in gsibe la s t in g II en
opcenten op densuikeraccijns
De heer De G ij s e 1 a a r, G. H., be
toogt, dt de afschaffing van de opcenten
op den suikeraccijns weinig verlichting
brengt voor groote gezinnen en acht dit
voor de schatkist weggeworpen geld.
Hij critiseert voorts de 'verhoogde pro
gressie en wenscht hij verdere afschaf
fing van de Verdedigingsbelasting terug
te komen tot het oude tarief. Hij pleit
voor afschaffing van de opcenten op de
grondbelasting en zegt, met dit voorstel j
niet te kunnen medegaan.
De heer Slingenberg, V. D., zou
een extra aflossing de voorkeur hebben
gegeven en meent, dat de vleeschaccijns
kan worden afgeschaft door het accres
van de gewone middelen. Hij gaat overi
gens met het ontwerp mee.
De heer Gelderman, G. H., had lie
ver de opcenten op de grondbelasting zien
afgeschaft en acht het vastkoppelen van
de verdedigingsbelasting aan de inkom
stenbelasting onjuist.
De heer V a n G i 11 e r s, A. R., zegt,
dat het systeem, dat toegepast is, een
schaduw werpt over het ontwerp. Afschaf
fing van de opcenten op de grondbelasting
acht hij zeer urgent.
De heer Wibaut, S. D., zal voor het
ontwerp stemmen, maar zijn blijmoedig
heid in dit opzicht woTdt sterk getem
perd door het feit, dat niet het geheelo be
drag voor verlaging bestemd, ten dienste
komt van de indirecte belastingen.
De heer Van L a n s c h o t, A. R., be
pleit de noodzakelijkheid, de crisis-in
komsten gescheiden te houden van de ge
wone inkomsten en betreurt het daarom,
dat bij deze gelegenheid de progressie
van de inkomstenbelasting is gewijzigd.
De Minister van Financiën,
de heer De Geer, dankt de sprekers, die
hem hebben gesteund. Het doet hem ge
noegen, dat de algemeene vraag, of de
240 millioen niet hadden moeten zijn ge
bezigd voor versnelde oplossing, hier geen
punt van verschil heeft uitgemaakt. Alleen
de heer Slingenberg heeft dit punt aange
roerd, doch ten slotte heeft hij verklaard
te zullen berusten in de thans gevolgde
methode, daar de Kamer reeds in 1926 in
denzelfden geest had beslist. Wel zeide
de heer Slingenberg, dat de gemeenten
haar crisisuitgaven reeds geheel hebben
afgelost. Doch deze hadden alleen distri
butie-uitgaven, niet ook mobilisatie-uit
gaven, zooals het Rijk.
Welke heffingen nu in de eerste plaats
moesten worden verminderd? De heer De
Gijselaar had splitsing van dit ontwerp
in twee ontwerpen gewild. Maar de re
geering heeft reeds in de Tweede Kamer
verklaard, óf de '240 millioen in het lee-
ningfonds te hebben willen laten, óf de
beide crisisheffingen tegelijk af te schaf
fen. De regeering wenschte niet het ont
werp gehalveerd te zien. Op dit punt staat
de Eerste Kamer niet ten achter bij de
Tweede Kamer. De regeering wilde een
gelijke beurt geven aan de directe en de
indirecte belastingen.
Het saldo van het fonds moet tot 1943
dienen om de uitgaven voor het fonds te
normaliseeren. Er zal in 1933 elf millioen
minder uit het saldo behoeven te wor
den bijgepast. Maar de belastingen zullen
niet kunnen dalen. Eerst in 1944 zullen
de heffingen meer opbrengen dan de uit
gaven van het fonds. Eerst dan zal weer
tot verlaging der belastingen kunnen wor
den overgegaan. Intusschen zal er zeker
in dien tijd een grooter accrés zijn dan
drie ton per jaar.
Met het oog daarop acht spr. het waar
schijnlijk, dat men 1 Mei 1933 de opcen-
door
H. ZEEBERG.
11.) o
Tusschen hen heerscht stilteuit de
verte komt nog steeds het stemmengcraas
der dorpelingende klok doet tien sla
gen hooren.
„Wat is het warm!" zegt ze, om de
stilte te verbreken.
Nog steeds antwoordt hij niet.
Maar dan kijkt hij haar aan, lang. On
danks de donkerte ziet hij in haar oogen
een vreemd licht.
Hij heeft het' haai willeni besparen
Als hij in dienst moet, zal hij gaan, zon
der haar te verklaren, hoe oneindig lief
hij haar heeft
Veronderstel, dat het oorlog werd..
Maar hij kan nietHij wordt gedwon
gen te spreken.
„Anna!
Zij wendt zich naar hem, als "hij in
tuïtie voelend, wat komt; komt diohter
bij hem
„Huib?"
„Is het werkelijk, hoiu je van me?"
„Moet je dat nog vragen, Huib? Heb-je
ten op de inkomstenbelasting zal kunnen
halveeren.
De beer Gelderman wilde bovendien de
20 opcenten op de grondbelasting zien af
geschaft. Spr. kan echter niet toezeggen,
dat bij dit voor 1931 zal doen, en ook niet
dat dit voor 1933 mogelijk zal zijn. Dat
hangt af van het accrès, waarvan thans
niets te zeggen is.
Indien er inderdaad in het economisch
leven een ongunstige wending is geko
men, zooals de heer 'Gelderman vreest,
kan op dat accrès zeker niet gerekend
worden. Zelfs de 40 millioen boven de
raming in 1929 zijn geen bedrag, waarop
blijvend kan worden gerekend. Maar al
ware dit bedrag blijvend, dan bedenke
men, dat de raming over 1930 al 20 mil
lioen hooger is, en dat bovendien in 1931
23 millioen noodig zal zijn voor de ge-
meentefinanciën. Die 40 millioen zijn dus
ai weg.
Thans de afschaffing van de opcenten
op den suikeraccijns. De beer De
Gijselaar betoogde, dat dit slechts weinig
soulaas aan de consumenten zou geven.
Spr. handhaaft daar tegenover, dat per
hoofd der bevolking en niet per gezin, de
opcenten zijn te schatten op ongeveer
f 1,24 per jaar. Dit is zeker van waarde
voor de mingegoeden; van meer waarde
zelfs dan verhooging van de inkomens
grens voor de inkomstenbelasting.
Wat de Verdedigingsbelasting II be
treft, heeft men betreurd, dat deze is sa
mengesmolten met de inkomstenbelasting,
met wijziging der progressieschaal. De
samensmelting geeft zeer belangrijke ad
ministratieve vereenvoudiging, vooral bij
inning der kwade posten, terwijl hoven-
dien een logge heffing zoodoende ver
vangen wordt door elastische opcenten.
Opruiming van de Verdedigingsbelas
ting II maakt het veel gemakkelijker om
later in snel tempo van de opcenten af te
komen. Voor die samensmelting was wij
ziging in het tarief noodig, waartoe de
regeering natuurlijk volkomen bevoegd
was.
Men verwijt den minister zijn financi
eel pessimisme wel eens, maar vergele
ken bij het pessimisme van den heer De
Gijselaar is de minister een kwinkeleeren-
de nachtegaal.
De heeren Van Citters en Van Lan-
sc'hot vreesden, dats pr. hier een antece
dent schiep, maar dat zou alleen voor de
Verdediginssbelasting mogelijk zijn.
Wat de grondbelasting betreft, het is
juist, dat daarin een geweldig groot aan
tal personen zijn aangeslagen. Maar bij
het overgroote deel daarvan zijn de aan
slagen zoo klein, dat de 20 opcenten neer
komen op centen en dubbeltjes. Spr. kan
niet toezeggen, reeds spoedig de opcenten
v. de grondbelasting tg zullen afschaffen,
want bij de halveering van de opcenten
der inkomstenbelasting in 1933, die acht
millioen zal kosten, is erop gerekend, dat
er een accrès zal zijn van 4 millioen.
Spr, wil echter wèl toezeggen, indien
het accrès sterker mocht blijken, te 'zul
len overwegen, of na de halveering van de
opcenten op de inkomstenbelasting ver
volgens het eerst de helft van de overblij
vende. opcenten voor afschaffing aan de
orde zal komen, dan wel de opcenten op
de grondbelasting.
De heer Blomjous.R. K., motiveert
zijn stem te^en het ontwerp, om daarme
de de princiniëele scheiding, die tusschen
de crisisheffingen en den gewonen dienst
moet worden gemaakt, te accentueeren.
Het wetsontwerp wordt aangeno
men met 26 tegen 8 stemmen.
Tpgen de heeren De Gijselaar, C. H.,
Briët, A. R., Van Wassenaer van Cat-
wjjck, C. H Van Sasse van Ysselt. R. K.,
De Savnrnin Lohman, G. U., v. d. Hoe
den G. H., Blomjous, R. K. en Pollema,
C. H.
De vergadering wordt te 3 uur 30 ge
sloten.
Natuurschoon moedwillig vernield?
Mevrouw B,akker—Nort heeft aan, den
Minister van Waterstaat de volgende
schriftelijke vrageta gesteld:
Is het dein Minister bekend, da,t door het
legjgieh van een telefoonkabel langs dein
buitenkant van den Rijksstraatweg bijl Vee-
nend'aal circa 150 der bteulkenbaomen, die
dezeln weg maakten tot een prachtige
schaduiwrijke allee, onmiddellijk zijn d'ood-
dkt niet reeds lang gezien?"
„Vanmorgen pas", bekent hlij openhar
tig.
Bij haar kwam de schalkschheid boven:
„Wat zijn jullie, mannen toch onhandig
in die dingen! Ik wist het van jou reeds
lang! Ik heb op je gewacht," zei ze een
voudig.
Vóórdat zij de eerste huizen hadden
bereikt, heeft hij haar in de armen ge
nomen, terwijl zijn fiets tegen hem leunt,
en haar gekust, lang en vurig.
Het gezoem der stemmen is bedaard.
Langzamerhand zijn de dorpelingen naar
bed gegaan. Morgen zal het vroeg dag
zijn. Maar geen werkdag, zooals anders.
Vroeg op moeten zij. Want hun mannen
en zonen moeten heen, omdat de Konin
gin hen oproept voor het vaderland!
Zouden zij ooit terugkeeren? Zou de
oorlogsfakkel gezwaaid worden over Ne
derland?
Hebben die twee harten elkaar gevon
den, om spoedig elkaar weer te verliezen,
door het dreigend monster, dat oorlog
heet?...
Langzaam wandelen ze verder, dicht te
gen elkaar aangeleund.
Het wordt tijd om van elkaar te gaan.
'n Enkelen laten wandelaar komen zij
nog tegen, die naar hen kijkt en er het
zijne van denkt.
Dan nemen zij afscheid... De maan be-
glegaan, waarsehijfalijfe doordat de wor
tels dier boomen vlak langs de stam-
-men zijn. afgekapt, terwijl deze kabel
heel goed midden op 'den 7 9 meter
breeden weg had kunnen worden gelegd'?
Is de Minister niet van oordeel, dat een
dergelijk moedwillig vernietigen van na
tuurschoon in de toekomst zooveel mo
gelijk dient te worden vermeden, en wil
de Minister daartoe maatregelen treffen?
Veevervoer per spoor.
Omtrent heit veevervoer per spoor kaïn
voorloopig wonden medegedeeld, dat mei
ingiang van 1 Juli 1930 samenwerking
is verkregen tusschen de directie delf
Nederlandsche Spoorwegen en de Com
missie A I voor veevervoer van de Neder-
landscbe vereeniging tot bescherming van
dieren, waardoor, naar mag worden ver
wacht, het veevervoer in het algemeen
zeer gehaat zal worden.
Op wachtgeld gestelde onderwijzers.
Het Tweede Kamerlid Suiring heeft aan
den minister van 'onderwijs, kunsten en
wetenschappen de volgende vragen ge
steld
Is ook de minister niet van oordeel,
dat voor on wachtgeld gestelde onder
wijzers het wachtgeld s1 er hts dan doou
oojierdoms- of invaliditeits'iensioen kan
worden vervangen, indien het toe te ken
nen pensioen hooger 'is dan het genoten
wachtgeld, zoolang het genot van dit
wachtgeld niet is geëindigd ook, indien
overiglens door den belanghebbende aan
da voorwaarden, om voor zulk pensioen
in aanmerking te> komen, is voldaan? (Art.
48, 3de lid, der Pensioenwet 1922.)
Te veel geplakt aan zegels.
De heer J. W, Niemeyier herinnert in
„Het Kompas" aan de weigering van den
Raad van Arbeid te Utrecht om restitutie
te gieven van hetgeen voor een werknemer
te veel aan zegels was geplakt.
Hij spreekt er zïjh genoegen over ,uit
thans te kunnen melden ,dat de restitutie
ten islotte is verleend en zulks niettegen
staande de Raad van Arbeid te Utrecht
eerst mededeelde: „dat biji beslissing van
het Bestuur van den Raad van Arbeid te
Utrecht, 9 April 1929, 'is bepaald, dat
de door U in te hoog© loonklasse geplakte
rentezegels niet worden terugbetaald, aan
gezien de Invaliditeitswet geen bepalin
gen bevat; waarbij in het onderhavige
geval restitutie toegelaten wordt."
Nadat de Raad van Beroep te 'sGraven-
hage een beroep op het besluit van den
Raad van Arbeid te Utrecht niet ontvan
kelijk had verklaard, werd de werkgever
den ,lcn Nov. 1923 verrast door een brief
van den Raad van Arbeid te Utrecht,
waarin deze mededeelde:
„Dat het Restinr van den Raad van
Arbeid te Utrecht zich tot den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid heeft
gew-und met het verzoek zijn meeninjg
ta willen te kennen geven in zake de
restitutie-kwestie.
Thans heeft de Minister een richtlijn op
gesteld, waarnaar te handelen in over
weging wordt gegeven, zoolang de Invali
diteitswet op dit punt niet is aange
vuld."
Waaraan was toegevoegd de mededee-
lingl dat de R. v. A. bereid was de door
den Minister gegeven richtlijta te volgen,
doch dit in het betrokken geval alleen zou
kunnen doen als het ingestelde beroep
werd ingetrokken.
De werkgever heeft daarop geantwoord,
dat indien hieruit mocht worden afgeleid
dat wel restitutie z.o,u worden verleend in
gevallen met het zijne in overeenstem
ming er (geen bezwaar zou zijta. het beroep
in te trekken, immers:
„dan is er een einde gekomen aan
hetgeen hij gevoelde als een groote onbil
lijkheid tegenover vele burgers."
Diaarop gaf de Raad van Arbeid 'n vol
komen bevredigend antwoord.
De Zuiderzeepolders.
Naar het Dagblad van Noord-Brabant
uit goede bron verneemt, zal binnen en
kele dagen de benoeming afkomen van
eens zoo'n doosje Genius Wond'balsem.
Voelt hoe zacht en koel als sneeuw deze
zalf Üw roode gesprongen huid bedekt.
Ja, dat doet goed! Genius Wond'balsem,
dat helpt tenminse. 25 en 50 ets.
gint haar licht te verspreiden...
,Dag, Anna, tot morgen."
„Dag, Huib."
In het dorpje, in het land, waar oorlogs
wee dreigt te komen, heerscht rust voor
enkele uren.
En dan zouden ze gaan, de kloeke man
nen en jongens, nagestaard met tranen
in de oogen, door allen, groot en klein;
gaan de onbekende toekomst tegemoet,
een toekomst, die zoo dreigend is...
VI.
„Zou het wóAr zijn?'
„Wat?"
De heer Hansen, het hoofd der firma
van dien naam in Amsterdam, groothan
delaar in granen, keek zijn boekhouder
aan, die bovenstaande vraag had gedaan.
„Wat?"
„Dat het zóó of zóó staat, of Zonder
van gaat over den kop."
„Dat is toch niet waar? Me dunkt, dat
die nogal soliede leek."
„Ja, maar 't wordt toch vast beweerd.
De eerste klap moet geweest zijn het
failliet-gaan van een firma in het Duit-
sche mijngebied, ten gevolge van den oor
log. Dan moet hij gespeculeerd en daar
danig op verloren hebben."
„Dat laatste heb ik óók al gehoord.
Maar ik wist niet, dat het zóó erg was.
Ja, die speculatie ook! Van de eene zonde
komt het in de andere. Op de Beurs
ir. A. Roebroefe, rentmeester van het rent
ambt Niervaart, tot landbouwkundig inge
nieur bij de Zuiderzee-poJders, belast met
het z.g. sociaal- werk, a.m. het vormen
van dorpen, het aanleggen van wegen,
stichten van boerderijen, enz. Aan ir.
Mesu. te Zwolle zal de zorg voor afwate
ring' (vaarten, slooten, bemaling) worden
opgedragen; ir. Smeding te Deventer zal
het eigenlijke landbouwkundige werk voor
zijta! rekening krijgen.
HET ONTWERF-DRANKWET.
Op het ontwerp, houdende bepalingen
tot regeling van den kleinhandel in al
coholhoudende dranken, heeit de regoe-
ring een nadere noLa van wijziging in
gediend.
Do regeeriiig zegt in de toolichiing
o.m., dat tijdige behandeling van. het ont
werp gewenscht is, omdat het overgangs
bepalingen behelst in verband met de
vergunningen van rechtspersonen, voor
welke 1 Mei "1330 een fatale dag is en
het overigens zeèr noodige wijzigingen
van de- wet bevat.
Op .een drietal hoofdpunten heeft de
minister van arbeid zich nader heraden.
Die punten zijn: 1. de plaatselijke keuzo;
2 de verkoop van zwak-alcoholische dian
ken per flesch in winkels, waarin ook
in andere artikelen nering gedreven wordt;
3 de veanoolschapsvergiumingeu.
Het voorstel tot invoering van. plaat
selijke keuze bij stemming van de
burgers, wordt teruggenomen. Terugne
ming uit dit ontwerp lijkt, geraden om
spoedig een zuivere behandeling van een
stemming over het ontwerp te verkrijgen.
Zoodanig voorstel'ware in elk geval beter
bij afzonderlijk wetsontwerp te doen. In
middels is de minister vooralsnog niet
bereid daartoe over te gaan.
De verkoop van wijn en bier
in gesloten flesschen in allerlei winkels
is een veel verbreide praktijk geworden,
die weliswaar onder zekere omstandig
heden een schaduwzijde kan hebben, maar
die op zichzelve toch niet van d on aard
is, dat een verbod, waardoor gevestigde
belangen van veel middenstanders ge
schaad zouden worden, gerechtvaardigd
moet worden geacht.
De minister neemt dit verbod uit hef
ontwerp terug.
Daarnaast zijn eenige waarborgen tegen
misbruik noodig.
Ten aanzien van de vennoofschaps-ver-
gunningen meent de minister dat iets
verder kan worden gegaan en 'dat kan
worden toegelaten, dat voor restaurants
en dergelijke inrichtingen een vemnoot-
schapsvergunning geldt, omdat in den
regel dan de- geldelijke kracht van de in
richting op een zeker peil te brengen
en te houden aanwezig is. Bij algemee-
nen maatregel van bestuur zullen evenwel
normen voor dergelijke inrichtingen ge
steld moeten worden.
De begrafenis van Dr J. C. de Man.
Gisterenmiddag h,ad te Middelburg de
uitvaart plaats van wij'en dr J. G. de Man,
die gewoond hebbende te Ierseke, Zon
dag j.l. te Middelburg in het Gasthuis
overleed.
Vanuit het huis zijner zusters in de St..
Pieterstraat trok de lijkwagen, gevolgd
door drie rijtuigen naar de algemeene
begraafplaats. Enke'e bloemstukken wa
ren op de kist neergelegd. Op- de begraaf
plaats wachtten de voorzitter en secret
taris van het Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen eu nog enkele belangstel
lenden den stoet af.
Toen de kist aan den schoot der aarde
was toevertrouwd, nam de voorzitter van
het Zeeuwsch Genootschap, de heer mr
G. J. Spreng'er, het woord en schetste
hoe de overledene steeds werkte voot
het genootschap, ook toen hij te Ierseke
woonde en niet op zag tegen herhaal
delijk reizen naar Middelburg. Het heen
gaan .yan deizen werker, die ook aan
zijn opvolgers steeds gaarne inlichtingen
gaf, en wiens beide zusters nog steeds
haar krachten geven, is tevens een sym
bool van het verdwijnen van werkzame
geslachten af.s waartoe zij: behooren. Zijn
nagedachtenis zal in dankbare herinnering
voortleven,.
Vervolgens sprak de heer prof. dr M a x
heb ik hem onlangs nog eens gewaar
schuwd. „Ik weet wel, wat ik doe, mijn
heer Hansen," zei-ie. Ik haalde de schou
ders op. Hij moet het dan zelf maar we
ten! Maar d'r was groote agitatie op de
Beurs, en ik zag maar al te goed aan
hem, dat hij zeer geïnteresseerd was."
„Nu, ik heb gehoord, dat het faillis
sement ieder oogenblilc te venvachten
is."
,,'t Is jammer. Hij was 'n flinke kerel,
ondanks zijn vijandschap tegen al, wie
zich met godsdienst bemoeide. Een eer
lijke, joviale kerel."
De boekhouder haalde licht de. schou
ders op.
„Ik weet het niet, mijnheer Hansen",
zei hij, een grootboek opslaande en er in
starend, „ik weet het niet, maar z'n par
ticulier leven moet niet van de mooiste
zijn."
Verbaasd keek de heer Hansen op: „Dat
geloof ik haast niet. Zouden het geen
valsche praatjes zijn?"
„Ik weet het zeker, mijnheer. Ik heb
er wel niets mee te maken, maar heb
uit goede bron, dat z'n huwelijksleven on
gelukkig is; dat hij uitgaat; sterk onder
den invloed van drank thuis komt. On
langs is z'n oudste dochtertje gestorven.
Dat schijnt hem erg aangegrepen te heb
ben." a
,,'t Is ongeloofelijk. Ken-je z'n vrouw?"
Lu een van onze groote leiding ge
vende liberale dagbladen vond ik een
lang artikel waarin de „beroemde" film
speler Charlie Chaplin zijne denkbeelden
omtrent den Christus, die hij' zoo gaarne
zou verfilmen, weergeeft.
Moet .men die wijsheid lezen!
Christus, zoo orakelt hij, was een
Mensch. Hij was de Macht, verpersoon
lijkt in het VleescheJijke. Hij: was een
grootsch mensch met een sterken geest,
diw goed .at en dronk, met een groote
behoefte aan levensvreugde, een mooi,
sterk, warmbloedig rnensch, die werke
lijk gaeefi heeft en ja, waarlijk, hut
staat er die eou goed karakter had.
Omtrent de kruisiging van Christus ver
telt hij, dat daarvoor heecemaal geen bij
zondere raden was. De psychologie van
de massa beheerschte op dat oogenbli'k
de situatie. Enz. enz.
Dergelijke „wijsheid" wordt door een
van onze grootste bladen ais een soort
openbaring aan de lezers voorgezet.
En men meent dan geloof ik nog in
ernst dat men, door zich nog „waar-
deerend over den Christus uit te laten,
door, laat ik het maar duidelijk zeggen,
zoo van den Christus eu zijn werk een
spotbeeld te maken, blijk geeft van zijn
Christendom.
OPMERKER.
Web er als vriend en vakgenoot van
den overledene. Spr. schetste dr de Man
als bijzonder kundig op verschillende on-
derdeelen der dierkunde. De overledene
wa.s voor velen een vraagbaak en steeds
bereid adviezen te geven. Vele inusea in
bet buitenland eu ook in ons land en
vele exposities hadden zijn steun. Hij
werkte in 'het belang van de wetenschap
en de economie. Door taaie volharding
en werklust ge.ukte het hem veel dege
lijk werk te leveren. Buitengewone liefde
voor de waarheid en afkeer vau schijn,
maakte dat hij geen opgeblazenheid of
ijdclbeid kende. Hij was gesloten voor
alle uiterlijk vertoon. Hij heeft gewerkt
op zijn stiU©, bescheiden, eenzame wij- e
Zonder die -eigenschappen had hij niet
zoo gelukkig kunnen zija op zijn stille
dorpje, alleen met zijn wetenschap. Spr.
eindigde met: „Vaarwel Jan de Man".
De heer dr van den Graag uit Den
Haag, dankte namens de familie voor
de laatste eer zijn neef beloond en bracht
ook een Matsten groet aan den doode.
Nog trad naar voren de beer d e
K -o e ij e r, huisbewaarder in de woning
van den -overledene te Ierseke, die met
gevioelvoHe woorden dankte voor alles
wal. dr de Man voor hem en de zijnen
is geweest.
Electrisch licht. Uw radio-toe
stel kan op de lichtleiding worden aan
gesloten. Prijs f 55. J. M. Polderman, Goes.
(Adv.)
Middelburg. Dinsdagavond kwam de
A.R. Kiesvereeniging in vergadering bij
een. De secretaris en de penningmeester
brachten hun jaarveTsl-ag, uit. De eerste
bon mededeel en, dat het ledental dit jaar
met 30 pCt. was toegenomen en de laat
ste, dat hiij ruim f 70 iu kas had.
De aftredende bestuursleden S. Cal-
j-ouw en W. A. den Hollander, werden her
kozen, terwijl de heer J. A. Vertregt, die
reeds 35 jaren aaneeu deel vau het be
stuur had uitgemaakt, als zoodanig be
dankte. In die plaats werd gekozen de
heer J. S. Hoek.
Na deze huishoudelijke bezigheden
sprak het Gemeenteraadslid, de heer W.
A. den Hollander, over hetgeen in den
Raad in het afgeloopen jaar geschiedde
en welke houding onze A.R. leden had
den ingenomen bij de verschillende vraag
stukken.
De Voorzitter, Mr P. Dieleman, stelde
hierna, wegens het vergevorderd Uiur,
voor om de bespreking over het mee
gedeelde uit den Raad te doen plaats
hebben op ©en volgende vergadering,
waarschijnlijk begin Februari.
Na -dankzegging van Mr A. A. de Veer
werd de vergadering gesloten.
Vlissingen. Gisteravond hield de afdee-
ling Vlissingen van „Patrimonium" een
vergadering.
Na opening door den voorzitter, den
„Neen, mijnheer, niet bij mijn weten."
Hiermede was het gesprek afgeloopen.
De telephoon rinkinkte. De heer Hansen
nam de hoorn op. De boekhouder pende
alweer.
Daarop nam het hoofd der firma zijn
hoed, groette den boekhouder, met wien
hij zoo vertrouwelijk omging, en vertrok
naar huis.
Z'n vrouw vloog hem haast tegemoet:
„O, Nico, wat ben ik blij, dat je komt."
„Wat is er? Toch geen brand of dief
stal?"
Monter kwam het er uit. Hier. omringd
door de liefde van zijn vrouw vergat
hij alle zakenzorgen.
„Neen, maar Anna schreef, dat ze een
trein vroeger kwam dan oorspronkelijk
was bepaald."
„Zoo, dan zal ik me moeten haasten.
Kan ik het nog halen?"
„Ja, dat denk ik wel. Ga je dan?"
.Natuurlijk, in vliegende vaart."
Weg was-ie weer, al naar het Centraal
station, om z'n eenige dochter Anna te
gaan halen, die we reeds hebben ontmoet
als onderwijzeres op het Friesche dorp-je.
D'r was heel wat te doen geweest onder
de fcennissen van mijnheer en mevrouw
Hansen, toen Anna die betrekking aan
vaardde!
(Wordt vervolgd.)