DE ZEEOW Van 4edriegelijke schittering TWEEiDE BLAD. Probeer toch ook Staten-Generaal Te u I L L ETON. Binnenland Uit de Provincie. Zoeklichtjes. VAN VRIJDAG 24 JAN. 1930. No. 97. ^SSSÊSFfSL J. 1 - EERSTE KAMER. Belastingverlaging. In de gisteren gehouden vergadering van de Eerste Kamer kwam aan de orde het ontwerp betreffende afschaffing v erdedi g in gsibe la s t in g II en opcenten op densuikeraccijns De heer De G ij s e 1 a a r, G. H., be toogt, dt de afschaffing van de opcenten op den suikeraccijns weinig verlichting brengt voor groote gezinnen en acht dit voor de schatkist weggeworpen geld. Hij critiseert voorts de 'verhoogde pro gressie en wenscht hij verdere afschaf fing van de Verdedigingsbelasting terug te komen tot het oude tarief. Hij pleit voor afschaffing van de opcenten op de grondbelasting en zegt, met dit voorstel j niet te kunnen medegaan. De heer Slingenberg, V. D., zou een extra aflossing de voorkeur hebben gegeven en meent, dat de vleeschaccijns kan worden afgeschaft door het accres van de gewone middelen. Hij gaat overi gens met het ontwerp mee. De heer Gelderman, G. H., had lie ver de opcenten op de grondbelasting zien afgeschaft en acht het vastkoppelen van de verdedigingsbelasting aan de inkom stenbelasting onjuist. De heer V a n G i 11 e r s, A. R., zegt, dat het systeem, dat toegepast is, een schaduw werpt over het ontwerp. Afschaf fing van de opcenten op de grondbelasting acht hij zeer urgent. De heer Wibaut, S. D., zal voor het ontwerp stemmen, maar zijn blijmoedig heid in dit opzicht woTdt sterk getem perd door het feit, dat niet het geheelo be drag voor verlaging bestemd, ten dienste komt van de indirecte belastingen. De heer Van L a n s c h o t, A. R., be pleit de noodzakelijkheid, de crisis-in komsten gescheiden te houden van de ge wone inkomsten en betreurt het daarom, dat bij deze gelegenheid de progressie van de inkomstenbelasting is gewijzigd. De Minister van Financiën, de heer De Geer, dankt de sprekers, die hem hebben gesteund. Het doet hem ge noegen, dat de algemeene vraag, of de 240 millioen niet hadden moeten zijn ge bezigd voor versnelde oplossing, hier geen punt van verschil heeft uitgemaakt. Alleen de heer Slingenberg heeft dit punt aange roerd, doch ten slotte heeft hij verklaard te zullen berusten in de thans gevolgde methode, daar de Kamer reeds in 1926 in denzelfden geest had beslist. Wel zeide de heer Slingenberg, dat de gemeenten haar crisisuitgaven reeds geheel hebben afgelost. Doch deze hadden alleen distri butie-uitgaven, niet ook mobilisatie-uit gaven, zooals het Rijk. Welke heffingen nu in de eerste plaats moesten worden verminderd? De heer De Gijselaar had splitsing van dit ontwerp in twee ontwerpen gewild. Maar de re geering heeft reeds in de Tweede Kamer verklaard, óf de '240 millioen in het lee- ningfonds te hebben willen laten, óf de beide crisisheffingen tegelijk af te schaf fen. De regeering wenschte niet het ont werp gehalveerd te zien. Op dit punt staat de Eerste Kamer niet ten achter bij de Tweede Kamer. De regeering wilde een gelijke beurt geven aan de directe en de indirecte belastingen. Het saldo van het fonds moet tot 1943 dienen om de uitgaven voor het fonds te normaliseeren. Er zal in 1933 elf millioen minder uit het saldo behoeven te wor den bijgepast. Maar de belastingen zullen niet kunnen dalen. Eerst in 1944 zullen de heffingen meer opbrengen dan de uit gaven van het fonds. Eerst dan zal weer tot verlaging der belastingen kunnen wor den overgegaan. Intusschen zal er zeker in dien tijd een grooter accrés zijn dan drie ton per jaar. Met het oog daarop acht spr. het waar schijnlijk, dat men 1 Mei 1933 de opcen- door H. ZEEBERG. 11.) o Tusschen hen heerscht stilteuit de verte komt nog steeds het stemmengcraas der dorpelingende klok doet tien sla gen hooren. „Wat is het warm!" zegt ze, om de stilte te verbreken. Nog steeds antwoordt hij niet. Maar dan kijkt hij haar aan, lang. On danks de donkerte ziet hij in haar oogen een vreemd licht. Hij heeft het' haai willeni besparen Als hij in dienst moet, zal hij gaan, zon der haar te verklaren, hoe oneindig lief hij haar heeft Veronderstel, dat het oorlog werd.. Maar hij kan nietHij wordt gedwon gen te spreken. „Anna! Zij wendt zich naar hem, als "hij in tuïtie voelend, wat komt; komt diohter bij hem „Huib?" „Is het werkelijk, hoiu je van me?" „Moet je dat nog vragen, Huib? Heb-je ten op de inkomstenbelasting zal kunnen halveeren. De beer Gelderman wilde bovendien de 20 opcenten op de grondbelasting zien af geschaft. Spr. kan echter niet toezeggen, dat bij dit voor 1931 zal doen, en ook niet dat dit voor 1933 mogelijk zal zijn. Dat hangt af van het accrès, waarvan thans niets te zeggen is. Indien er inderdaad in het economisch leven een ongunstige wending is geko men, zooals de heer 'Gelderman vreest, kan op dat accrès zeker niet gerekend worden. Zelfs de 40 millioen boven de raming in 1929 zijn geen bedrag, waarop blijvend kan worden gerekend. Maar al ware dit bedrag blijvend, dan bedenke men, dat de raming over 1930 al 20 mil lioen hooger is, en dat bovendien in 1931 23 millioen noodig zal zijn voor de ge- meentefinanciën. Die 40 millioen zijn dus ai weg. Thans de afschaffing van de opcenten op den suikeraccijns. De beer De Gijselaar betoogde, dat dit slechts weinig soulaas aan de consumenten zou geven. Spr. handhaaft daar tegenover, dat per hoofd der bevolking en niet per gezin, de opcenten zijn te schatten op ongeveer f 1,24 per jaar. Dit is zeker van waarde voor de mingegoeden; van meer waarde zelfs dan verhooging van de inkomens grens voor de inkomstenbelasting. Wat de Verdedigingsbelasting II be treft, heeft men betreurd, dat deze is sa mengesmolten met de inkomstenbelasting, met wijziging der progressieschaal. De samensmelting geeft zeer belangrijke ad ministratieve vereenvoudiging, vooral bij inning der kwade posten, terwijl hoven- dien een logge heffing zoodoende ver vangen wordt door elastische opcenten. Opruiming van de Verdedigingsbelas ting II maakt het veel gemakkelijker om later in snel tempo van de opcenten af te komen. Voor die samensmelting was wij ziging in het tarief noodig, waartoe de regeering natuurlijk volkomen bevoegd was. Men verwijt den minister zijn financi eel pessimisme wel eens, maar vergele ken bij het pessimisme van den heer De Gijselaar is de minister een kwinkeleeren- de nachtegaal. De heeren Van Citters en Van Lan- sc'hot vreesden, dats pr. hier een antece dent schiep, maar dat zou alleen voor de Verdediginssbelasting mogelijk zijn. Wat de grondbelasting betreft, het is juist, dat daarin een geweldig groot aan tal personen zijn aangeslagen. Maar bij het overgroote deel daarvan zijn de aan slagen zoo klein, dat de 20 opcenten neer komen op centen en dubbeltjes. Spr. kan niet toezeggen, reeds spoedig de opcenten v. de grondbelasting tg zullen afschaffen, want bij de halveering van de opcenten der inkomstenbelasting in 1933, die acht millioen zal kosten, is erop gerekend, dat er een accrès zal zijn van 4 millioen. Spr, wil echter wèl toezeggen, indien het accrès sterker mocht blijken, te 'zul len overwegen, of na de halveering van de opcenten op de inkomstenbelasting ver volgens het eerst de helft van de overblij vende. opcenten voor afschaffing aan de orde zal komen, dan wel de opcenten op de grondbelasting. De heer Blomjous.R. K., motiveert zijn stem te^en het ontwerp, om daarme de de princiniëele scheiding, die tusschen de crisisheffingen en den gewonen dienst moet worden gemaakt, te accentueeren. Het wetsontwerp wordt aangeno men met 26 tegen 8 stemmen. Tpgen de heeren De Gijselaar, C. H., Briët, A. R., Van Wassenaer van Cat- wjjck, C. H Van Sasse van Ysselt. R. K., De Savnrnin Lohman, G. U., v. d. Hoe den G. H., Blomjous, R. K. en Pollema, C. H. De vergadering wordt te 3 uur 30 ge sloten. Natuurschoon moedwillig vernield? Mevrouw B,akker—Nort heeft aan, den Minister van Waterstaat de volgende schriftelijke vrageta gesteld: Is het dein Minister bekend, da,t door het legjgieh van een telefoonkabel langs dein buitenkant van den Rijksstraatweg bijl Vee- nend'aal circa 150 der bteulkenbaomen, die dezeln weg maakten tot een prachtige schaduiwrijke allee, onmiddellijk zijn d'ood- dkt niet reeds lang gezien?" „Vanmorgen pas", bekent hlij openhar tig. Bij haar kwam de schalkschheid boven: „Wat zijn jullie, mannen toch onhandig in die dingen! Ik wist het van jou reeds lang! Ik heb op je gewacht," zei ze een voudig. Vóórdat zij de eerste huizen hadden bereikt, heeft hij haar in de armen ge nomen, terwijl zijn fiets tegen hem leunt, en haar gekust, lang en vurig. Het gezoem der stemmen is bedaard. Langzamerhand zijn de dorpelingen naar bed gegaan. Morgen zal het vroeg dag zijn. Maar geen werkdag, zooals anders. Vroeg op moeten zij. Want hun mannen en zonen moeten heen, omdat de Konin gin hen oproept voor het vaderland! Zouden zij ooit terugkeeren? Zou de oorlogsfakkel gezwaaid worden over Ne derland? Hebben die twee harten elkaar gevon den, om spoedig elkaar weer te verliezen, door het dreigend monster, dat oorlog heet?... Langzaam wandelen ze verder, dicht te gen elkaar aangeleund. Het wordt tijd om van elkaar te gaan. 'n Enkelen laten wandelaar komen zij nog tegen, die naar hen kijkt en er het zijne van denkt. Dan nemen zij afscheid... De maan be- glegaan, waarsehijfalijfe doordat de wor tels dier boomen vlak langs de stam- -men zijn. afgekapt, terwijl deze kabel heel goed midden op 'den 7 9 meter breeden weg had kunnen worden gelegd'? Is de Minister niet van oordeel, dat een dergelijk moedwillig vernietigen van na tuurschoon in de toekomst zooveel mo gelijk dient te worden vermeden, en wil de Minister daartoe maatregelen treffen? Veevervoer per spoor. Omtrent heit veevervoer per spoor kaïn voorloopig wonden medegedeeld, dat mei ingiang van 1 Juli 1930 samenwerking is verkregen tusschen de directie delf Nederlandsche Spoorwegen en de Com missie A I voor veevervoer van de Neder- landscbe vereeniging tot bescherming van dieren, waardoor, naar mag worden ver wacht, het veevervoer in het algemeen zeer gehaat zal worden. Op wachtgeld gestelde onderwijzers. Het Tweede Kamerlid Suiring heeft aan den minister van 'onderwijs, kunsten en wetenschappen de volgende vragen ge steld Is ook de minister niet van oordeel, dat voor on wachtgeld gestelde onder wijzers het wachtgeld s1 er hts dan doou oojierdoms- of invaliditeits'iensioen kan worden vervangen, indien het toe te ken nen pensioen hooger 'is dan het genoten wachtgeld, zoolang het genot van dit wachtgeld niet is geëindigd ook, indien overiglens door den belanghebbende aan da voorwaarden, om voor zulk pensioen in aanmerking te> komen, is voldaan? (Art. 48, 3de lid, der Pensioenwet 1922.) Te veel geplakt aan zegels. De heer J. W, Niemeyier herinnert in „Het Kompas" aan de weigering van den Raad van Arbeid te Utrecht om restitutie te gieven van hetgeen voor een werknemer te veel aan zegels was geplakt. Hij spreekt er zïjh genoegen over ,uit thans te kunnen melden ,dat de restitutie ten islotte is verleend en zulks niettegen staande de Raad van Arbeid te Utrecht eerst mededeelde: „dat biji beslissing van het Bestuur van den Raad van Arbeid te Utrecht, 9 April 1929, 'is bepaald, dat de door U in te hoog© loonklasse geplakte rentezegels niet worden terugbetaald, aan gezien de Invaliditeitswet geen bepalin gen bevat; waarbij in het onderhavige geval restitutie toegelaten wordt." Nadat de Raad van Beroep te 'sGraven- hage een beroep op het besluit van den Raad van Arbeid te Utrecht niet ontvan kelijk had verklaard, werd de werkgever den ,lcn Nov. 1923 verrast door een brief van den Raad van Arbeid te Utrecht, waarin deze mededeelde: „Dat het Restinr van den Raad van Arbeid te Utrecht zich tot den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid heeft gew-und met het verzoek zijn meeninjg ta willen te kennen geven in zake de restitutie-kwestie. Thans heeft de Minister een richtlijn op gesteld, waarnaar te handelen in over weging wordt gegeven, zoolang de Invali diteitswet op dit punt niet is aange vuld." Waaraan was toegevoegd de mededee- lingl dat de R. v. A. bereid was de door den Minister gegeven richtlijta te volgen, doch dit in het betrokken geval alleen zou kunnen doen als het ingestelde beroep werd ingetrokken. De werkgever heeft daarop geantwoord, dat indien hieruit mocht worden afgeleid dat wel restitutie z.o,u worden verleend in gevallen met het zijne in overeenstem ming er (geen bezwaar zou zijta. het beroep in te trekken, immers: „dan is er een einde gekomen aan hetgeen hij gevoelde als een groote onbil lijkheid tegenover vele burgers." Diaarop gaf de Raad van Arbeid 'n vol komen bevredigend antwoord. De Zuiderzeepolders. Naar het Dagblad van Noord-Brabant uit goede bron verneemt, zal binnen en kele dagen de benoeming afkomen van eens zoo'n doosje Genius Wond'balsem. Voelt hoe zacht en koel als sneeuw deze zalf Üw roode gesprongen huid bedekt. Ja, dat doet goed! Genius Wond'balsem, dat helpt tenminse. 25 en 50 ets. gint haar licht te verspreiden... ,Dag, Anna, tot morgen." „Dag, Huib." In het dorpje, in het land, waar oorlogs wee dreigt te komen, heerscht rust voor enkele uren. En dan zouden ze gaan, de kloeke man nen en jongens, nagestaard met tranen in de oogen, door allen, groot en klein; gaan de onbekende toekomst tegemoet, een toekomst, die zoo dreigend is... VI. „Zou het wóAr zijn?' „Wat?" De heer Hansen, het hoofd der firma van dien naam in Amsterdam, groothan delaar in granen, keek zijn boekhouder aan, die bovenstaande vraag had gedaan. „Wat?" „Dat het zóó of zóó staat, of Zonder van gaat over den kop." „Dat is toch niet waar? Me dunkt, dat die nogal soliede leek." „Ja, maar 't wordt toch vast beweerd. De eerste klap moet geweest zijn het failliet-gaan van een firma in het Duit- sche mijngebied, ten gevolge van den oor log. Dan moet hij gespeculeerd en daar danig op verloren hebben." „Dat laatste heb ik óók al gehoord. Maar ik wist niet, dat het zóó erg was. Ja, die speculatie ook! Van de eene zonde komt het in de andere. Op de Beurs ir. A. Roebroefe, rentmeester van het rent ambt Niervaart, tot landbouwkundig inge nieur bij de Zuiderzee-poJders, belast met het z.g. sociaal- werk, a.m. het vormen van dorpen, het aanleggen van wegen, stichten van boerderijen, enz. Aan ir. Mesu. te Zwolle zal de zorg voor afwate ring' (vaarten, slooten, bemaling) worden opgedragen; ir. Smeding te Deventer zal het eigenlijke landbouwkundige werk voor zijta! rekening krijgen. HET ONTWERF-DRANKWET. Op het ontwerp, houdende bepalingen tot regeling van den kleinhandel in al coholhoudende dranken, heeit de regoe- ring een nadere noLa van wijziging in gediend. Do regeeriiig zegt in de toolichiing o.m., dat tijdige behandeling van. het ont werp gewenscht is, omdat het overgangs bepalingen behelst in verband met de vergunningen van rechtspersonen, voor welke 1 Mei "1330 een fatale dag is en het overigens zeèr noodige wijzigingen van de- wet bevat. Op .een drietal hoofdpunten heeft de minister van arbeid zich nader heraden. Die punten zijn: 1. de plaatselijke keuzo; 2 de verkoop van zwak-alcoholische dian ken per flesch in winkels, waarin ook in andere artikelen nering gedreven wordt; 3 de veanoolschapsvergiumingeu. Het voorstel tot invoering van. plaat selijke keuze bij stemming van de burgers, wordt teruggenomen. Terugne ming uit dit ontwerp lijkt, geraden om spoedig een zuivere behandeling van een stemming over het ontwerp te verkrijgen. Zoodanig voorstel'ware in elk geval beter bij afzonderlijk wetsontwerp te doen. In middels is de minister vooralsnog niet bereid daartoe over te gaan. De verkoop van wijn en bier in gesloten flesschen in allerlei winkels is een veel verbreide praktijk geworden, die weliswaar onder zekere omstandig heden een schaduwzijde kan hebben, maar die op zichzelve toch niet van d on aard is, dat een verbod, waardoor gevestigde belangen van veel middenstanders ge schaad zouden worden, gerechtvaardigd moet worden geacht. De minister neemt dit verbod uit hef ontwerp terug. Daarnaast zijn eenige waarborgen tegen misbruik noodig. Ten aanzien van de vennoofschaps-ver- gunningen meent de minister dat iets verder kan worden gegaan en 'dat kan worden toegelaten, dat voor restaurants en dergelijke inrichtingen een vemnoot- schapsvergunning geldt, omdat in den regel dan de- geldelijke kracht van de in richting op een zeker peil te brengen en te houden aanwezig is. Bij algemee- nen maatregel van bestuur zullen evenwel normen voor dergelijke inrichtingen ge steld moeten worden. De begrafenis van Dr J. C. de Man. Gisterenmiddag h,ad te Middelburg de uitvaart plaats van wij'en dr J. G. de Man, die gewoond hebbende te Ierseke, Zon dag j.l. te Middelburg in het Gasthuis overleed. Vanuit het huis zijner zusters in de St.. Pieterstraat trok de lijkwagen, gevolgd door drie rijtuigen naar de algemeene begraafplaats. Enke'e bloemstukken wa ren op de kist neergelegd. Op- de begraaf plaats wachtten de voorzitter en secret taris van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen eu nog enkele belangstel lenden den stoet af. Toen de kist aan den schoot der aarde was toevertrouwd, nam de voorzitter van het Zeeuwsch Genootschap, de heer mr G. J. Spreng'er, het woord en schetste hoe de overledene steeds werkte voot het genootschap, ook toen hij te Ierseke woonde en niet op zag tegen herhaal delijk reizen naar Middelburg. Het heen gaan .yan deizen werker, die ook aan zijn opvolgers steeds gaarne inlichtingen gaf, en wiens beide zusters nog steeds haar krachten geven, is tevens een sym bool van het verdwijnen van werkzame geslachten af.s waartoe zij: behooren. Zijn nagedachtenis zal in dankbare herinnering voortleven,. Vervolgens sprak de heer prof. dr M a x heb ik hem onlangs nog eens gewaar schuwd. „Ik weet wel, wat ik doe, mijn heer Hansen," zei-ie. Ik haalde de schou ders op. Hij moet het dan zelf maar we ten! Maar d'r was groote agitatie op de Beurs, en ik zag maar al te goed aan hem, dat hij zeer geïnteresseerd was." „Nu, ik heb gehoord, dat het faillis sement ieder oogenblilc te venvachten is." ,,'t Is jammer. Hij was 'n flinke kerel, ondanks zijn vijandschap tegen al, wie zich met godsdienst bemoeide. Een eer lijke, joviale kerel." De boekhouder haalde licht de. schou ders op. „Ik weet het niet, mijnheer Hansen", zei hij, een grootboek opslaande en er in starend, „ik weet het niet, maar z'n par ticulier leven moet niet van de mooiste zijn." Verbaasd keek de heer Hansen op: „Dat geloof ik haast niet. Zouden het geen valsche praatjes zijn?" „Ik weet het zeker, mijnheer. Ik heb er wel niets mee te maken, maar heb uit goede bron, dat z'n huwelijksleven on gelukkig is; dat hij uitgaat; sterk onder den invloed van drank thuis komt. On langs is z'n oudste dochtertje gestorven. Dat schijnt hem erg aangegrepen te heb ben." a ,,'t Is ongeloofelijk. Ken-je z'n vrouw?" Lu een van onze groote leiding ge vende liberale dagbladen vond ik een lang artikel waarin de „beroemde" film speler Charlie Chaplin zijne denkbeelden omtrent den Christus, die hij' zoo gaarne zou verfilmen, weergeeft. Moet .men die wijsheid lezen! Christus, zoo orakelt hij, was een Mensch. Hij was de Macht, verpersoon lijkt in het VleescheJijke. Hij: was een grootsch mensch met een sterken geest, diw goed .at en dronk, met een groote behoefte aan levensvreugde, een mooi, sterk, warmbloedig rnensch, die werke lijk gaeefi heeft en ja, waarlijk, hut staat er die eou goed karakter had. Omtrent de kruisiging van Christus ver telt hij, dat daarvoor heecemaal geen bij zondere raden was. De psychologie van de massa beheerschte op dat oogenbli'k de situatie. Enz. enz. Dergelijke „wijsheid" wordt door een van onze grootste bladen ais een soort openbaring aan de lezers voorgezet. En men meent dan geloof ik nog in ernst dat men, door zich nog „waar- deerend over den Christus uit te laten, door, laat ik het maar duidelijk zeggen, zoo van den Christus eu zijn werk een spotbeeld te maken, blijk geeft van zijn Christendom. OPMERKER. Web er als vriend en vakgenoot van den overledene. Spr. schetste dr de Man als bijzonder kundig op verschillende on- derdeelen der dierkunde. De overledene wa.s voor velen een vraagbaak en steeds bereid adviezen te geven. Vele inusea in bet buitenland eu ook in ons land en vele exposities hadden zijn steun. Hij werkte in 'het belang van de wetenschap en de economie. Door taaie volharding en werklust ge.ukte het hem veel dege lijk werk te leveren. Buitengewone liefde voor de waarheid en afkeer vau schijn, maakte dat hij geen opgeblazenheid of ijdclbeid kende. Hij was gesloten voor alle uiterlijk vertoon. Hij heeft gewerkt op zijn stiU©, bescheiden, eenzame wij- e Zonder die -eigenschappen had hij niet zoo gelukkig kunnen zija op zijn stille dorpje, alleen met zijn wetenschap. Spr. eindigde met: „Vaarwel Jan de Man". De heer dr van den Graag uit Den Haag, dankte namens de familie voor de laatste eer zijn neef beloond en bracht ook een Matsten groet aan den doode. Nog trad naar voren de beer d e K -o e ij e r, huisbewaarder in de woning van den -overledene te Ierseke, die met gevioelvoHe woorden dankte voor alles wal. dr de Man voor hem en de zijnen is geweest. Electrisch licht. Uw radio-toe stel kan op de lichtleiding worden aan gesloten. Prijs f 55. J. M. Polderman, Goes. (Adv.) Middelburg. Dinsdagavond kwam de A.R. Kiesvereeniging in vergadering bij een. De secretaris en de penningmeester brachten hun jaarveTsl-ag, uit. De eerste bon mededeel en, dat het ledental dit jaar met 30 pCt. was toegenomen en de laat ste, dat hiij ruim f 70 iu kas had. De aftredende bestuursleden S. Cal- j-ouw en W. A. den Hollander, werden her kozen, terwijl de heer J. A. Vertregt, die reeds 35 jaren aaneeu deel vau het be stuur had uitgemaakt, als zoodanig be dankte. In die plaats werd gekozen de heer J. S. Hoek. Na deze huishoudelijke bezigheden sprak het Gemeenteraadslid, de heer W. A. den Hollander, over hetgeen in den Raad in het afgeloopen jaar geschiedde en welke houding onze A.R. leden had den ingenomen bij de verschillende vraag stukken. De Voorzitter, Mr P. Dieleman, stelde hierna, wegens het vergevorderd Uiur, voor om de bespreking over het mee gedeelde uit den Raad te doen plaats hebben op ©en volgende vergadering, waarschijnlijk begin Februari. Na -dankzegging van Mr A. A. de Veer werd de vergadering gesloten. Vlissingen. Gisteravond hield de afdee- ling Vlissingen van „Patrimonium" een vergadering. Na opening door den voorzitter, den „Neen, mijnheer, niet bij mijn weten." Hiermede was het gesprek afgeloopen. De telephoon rinkinkte. De heer Hansen nam de hoorn op. De boekhouder pende alweer. Daarop nam het hoofd der firma zijn hoed, groette den boekhouder, met wien hij zoo vertrouwelijk omging, en vertrok naar huis. Z'n vrouw vloog hem haast tegemoet: „O, Nico, wat ben ik blij, dat je komt." „Wat is er? Toch geen brand of dief stal?" Monter kwam het er uit. Hier. omringd door de liefde van zijn vrouw vergat hij alle zakenzorgen. „Neen, maar Anna schreef, dat ze een trein vroeger kwam dan oorspronkelijk was bepaald." „Zoo, dan zal ik me moeten haasten. Kan ik het nog halen?" „Ja, dat denk ik wel. Ga je dan?" .Natuurlijk, in vliegende vaart." Weg was-ie weer, al naar het Centraal station, om z'n eenige dochter Anna te gaan halen, die we reeds hebben ontmoet als onderwijzeres op het Friesche dorp-je. D'r was heel wat te doen geweest onder de fcennissen van mijnheer en mevrouw Hansen, toen Anna die betrekking aan vaardde! (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5