DE ZEEUW cht. Van bedriegelijke schittering TWEEDE BLAD. tIELBURG smmissie Bond verkrijgbaar. LHUIS aangeboden 5 waren, id bedrijf oembollen. UTEN, DONDERDAG 16 JAN. 1930. No. 90. Uit de Pers. De Tweede Haagsche Conferentie. FEU ILLETON, „Moesje. Uit de Provincie. (Wondt vervolgd.) t zelf. Cursus. k. 5.00—5.30 over: De Ma- 5.30—6.30 ■kes't. 6.45 ■rs. 7.157.45 nderwijsfonds Grarnofoon- -11.00 N. G. 1.25 N. G. R. 12.15—1.15 ■io. 1.15—2.00 izie'k. 4:00 omuziek. 5.00 onoert. Viool, g over Chris- ïcert. 35 Morgen wij- ;k. 12.20 Con- elconcert. 1.20 .0 Concert, so- Orkestconcert. Symphonie- Jrkest. 725 M. 12.20— Orkestconcert ïofoonmuziek. Concert. Or- 5.207.20, 9.35 luziek. 12.25 50 Orkestcon- igaal Vereeni- t. Camermuziek. 35 Orkestcon- 18ERICHT. van 17 Jan.: id uit West©- licht bewolkt, iets kouder. ig 2 uur: ag 760. seis: srdt gehouden ïuarl 1930, e Bogardzaal. ZUIDEMA. sleed en ar- :ek Crooswijk, 4ANN, 2e v. rdam. plantgoed illlijke prijzen -iillegom Z.-H. op aanvraag. J. BURGER. t 1 VAJX Tweeërlei liquidatie. In Den Haag aldus de „Amsterdam mer" is men weer eenige weken in con ferentie bijeen, om de gevolgen van den wereldoorlog te liquideeren. Het is de tweede herstelconferentie. En wie het goed met den vrede meent, kan niet an ders wensohen dan dat de hooge heeren hun herstelarbeid zoo veel mogelijk tot een goed einde zullen brengen. Dat liquidatie-proces is althans een sympathiek streven. Minder weldadig doet de liquidatie-be weging in. Rusland aan. Ook daar zou een herstelconferentie zeer op haar plaats zijn. Het Russische volk bloedt immers uit duizend wonden, eerst geslagen door de ellende van den oorlog en later door de verschrikkingen van de revolutie. De liquidaitie-actie in Rusland is ech ter minder op herstel gericht dan op voort zetting van het afbraakwerk, nu met na me op algeheele uitroeiing van. de religie. Men wil er niets minder dan het Chris tendom liquideeren en daarmede allen godsdienst uit de Sovjet-republiek ban nen. De atheïstische agitatoren denken daar vijï jaar mee werk te 'hebben. Men wil al vast beginnen met een wettelijk verbod van het bouwen van nieuwe kerken. De oude kerkgebouwen moeten geleidelijk aan den dienst onttrokken worden. En dan het publiek er maar steeds van doordrin gen, dat godsdienst opium voor het volk is. Ja, dan zal men er wel binnen vijf jaar mee klaar zijn. De heeren in Rusland zijn ook zoo wijs en verstandig Maar die in1 den hemel woont, zal lachen Liquidatie van den godsdienst! De Sa tan is er van het Paradijs af al mee be zig en nog is hij niets gevo derd. Do „heeren in Den Haag" zijn gisteren met. hunne besprekingen een goed. eind gevorderd. In die zitting van de zes uitnoodigende mogendheden over de Duitsche herstel- vraagstukken heeft men de aangelegen heid van de deelneming van de Rijks bank aan het kapitaal van de Int. Her- Btelbank behandeld. Men had de keuze tusschen opneming 5nl bet slotprotocol van Den Haag van de verplichting van de Rijksbank om deel te nemen of wel om dit te regelen door wijziging van de Rijfesbankwet. De Duitschers gaven aan deze laaitste methode da voorkeur, aangezien dat hun aangenamer was dan da andere oplossing, die met zich mede zoiu brengen, dat alleen voor Duitschiand zulk een speciale bepaling in het slatprotocol zou worden opgenomen. Allen gingen met het Duitsche voar- BteJ aocaord. Slechts wat de uitwerking betreft, n.l. de farmuleering van de aan te brengen wijzigingen in de Rijksbank- wet, wenschte één der credieteurstaten nog een beraadslaging met de juristen. De vraag van de mobilisatie der Duit- esche schuld kwam gisteren niet aan de orde in de bijeenkomst van zes. Cbé- ron en Moldenhauer zullen daarover sa men nog overleg plegen, terwijl ook aan het diner, dat Curtius gisteravond aan de Frainsche delegatie aanbood, nog gele genheid zou bestaan, dit punt te bespre- Verder hebben1 besprekingen plaats ge had over de liquid atie van het verleden, Zooals men zich herinnert bestonden jhieromtrent meeningsverschillen tusschen Duitschiand ©enerzijds en Italië en de Dominions anderzijds. door H. ZEEBERG. Ui j 5) -o- Maar zij' was er niet ai gjeweest, want het meisje had een plaatje voor den dag.gehaald, waarop: „Laat de kindeikens tot Mij kolmen en verhindert ze niet." „Moe, hier staat toch dat het wel voor kinderen is!" Ze had niet meer geweten, wiat ze zeg gen, moest. Die vragen oo|k van dat vroeg wijze fcimdl „Hou-je mond mlaar Oiver dien onzin," had ze wat hits giezegd. Toen 'het er uit was, speet het haar, want in het oog van 'haar dochtertje was een traan gekomen.. Nadenkend had zijl vóór zich uit gestaard en de eerstvol gende dagen niet veel gezegd. Daarom, hechtte ze absoluut geen waar de aan die bewering der dienstbode, dat Cor onwel was. Hot zon wel overgaan. De behandeling dezer zaak wa* daarom tot gisteren uitgesteld. Vóór de vergadering van gisteren is Australië tot een schikking met Duitsch iand over dit punt gekomen. Nieuw-Zee- land is er echter nog niet in geslaagd zijn moeilijkheden met Duitschiand te re gelen. Deze moeilijkheden hebben betrekking op vroegere Duitsche eigendommen in Samoa, welke overgenomen zijn door de regeering van Nieuw-Zealand en door den staat zijn behouden. Nu staat er ini het rapport der ex perts een bepaling volgens welke Duitsch iand afstand doet van elke vordering ter zake van eigendom, dat is geliquideerd of waarover definitief is beschikt. Namens Nieuw-Zeeland zette Graham nu tegenover Duitschiand uiteen, dat die woorden juist de bedoeling hadden om te voorzien in het zich hier voordoen de geval, dat de goederen behouden zijn door den Staat. De eigendommen in Samoa zouden dan onder deze clausule vallen. Men, is het echter nog niet eens geworden en de beraadslagingen zullen over dit punt wor den voortgezet. Gisterennamiddag, bij het verlaten van d# ochtendzitting der zes, verklaarde mi nister Wirth, dat alle vraagstukken, be halve dat der mobilisatie van de Duit sche schulden, rijp zijn voor een techni sche formuleering. Vandaag zal waarschijnlijk de mobi lisatiekwestie tot een oplossing komen en Vrijdag zal de gaheele regeling in de Duitsche commissie ook aan de kleine mogendheden worden voorgelegd. Gisteravond verklaarde Banes bij het verlaten van de commissie voor de O o s- t e 1 ij k e vraagstukken, dat de za ken goeden voortgang hadden en dat hij gelijk steeds optimistisch bleef en hoopte, dat men vóór Zaterdag deze kwes tie geregeld zou hebben. DE INDISCHE BEGROOTING. Voorloopig Verslag. Verschenen is het Voorl. Verslag over de wetsontwerpen tot goedkeuring van de besluiten van den Gouv.-Generaal van Ned.-Indië, houdende vaststelling van de onderscheidene afdeelingen der begroo ting van Ned.-Indië voor 1930. We ontleenen er het volgende aan: Verscheidene leden vroegen, hoe de mi nister, denkt over het reeds van verschil lende zijden geopperde denkheeld van de instelling van een vaste commissie voor koloniale aangelegenheden uit de Kamer, waarmede de minister geregeld voeling zal kunnen houden en waarme de o.m. door hem zal kunnen worden overgelegd, hoe het best die punten be treffende Indië, die van algemeen belang worden geacht, onder de aandacht van de Kamer kunnen worden gebracht. Verscheidene leden gaven uiting aan hun teleurstelling over het weder op treden van den minister. Andere leden verklaarden, den nieuwen bewindsman, mede op grond van het vroeger door hem gevoerde beleid, met vertrouwen te hebben zien optreden. Ver scheidene leden wenschten zich over de benoeming van dezen bewindsman niet uit te laten. Het beleid van den G.-G. kon verschei dene leden niet bevredigen. Het getuigt naar hun meening. van weifeling en aar zeling op verschillend gebied. Andere le den merkten op, dat er geen grond is voor de beschuldiging, dat deze G.-G. een zijdig de belangen van een bepaalde groep of partij zou voorstaan; door de gebeurtenissen van den laatsten tijd is dit nog eens ten overvloede bewezen. Bij alle verschil van meening omtrent de wenschelijkheid van verschillende maatregelen, was men vrij algemeen van gevoelen, dat het ten aanzien van Indië te volgen staatkundig beleid gericht moët zijn op bevordering van de geestelijke en materiëele ontwikkeling van Ned.- Indië. Men zou echter gaarne een duidelijke uiteenzetting ontvangen van de politiek, die de regeering op economisch en staat kundig gebied in de eerstvolgende jaren denkt te volgen. Vele leden waren van oordeel, dat de ontwikkeling van de staat kundige verhoudingen moet leiden tot meer zelfstandigheid van Ned.-Indië. (geworden. Zij had het kind hooren stem men; zij was hef bed uitgegaan en had haar zij- gevonden. Het 'kind vroeg wa ter en lachte haar toe. Het bijlzijh van moeder deed haar zooi goed. Angstig had zij haar kind aangezien. Zoo igOed en zoo kwaad het ging, had zij geholpen. Maar hét werd te erg. En in haar moederangst wals zijl teruggel oopen naar de slaapkamer, had haar man ge wekt. Hij wias (het was nui halftwee) mis schien nog maar een Uur thuis, maar zij vond het onverantwoordelijk, hemi on kundig te laten. Al was hun verhoudinjg de laatste tijiden niet van de beste ged weest, hij was toch in ieder geval Carrie's vader. Alle overwegingen had ze opi zyi gezet. De angst deed haar alles; vergeten. Hier was het leven1 van héér en zijn kind in gevaar. Hiji móést het weten. Gelukkig, nu was hij1 naar den dokter. Hij zou wel gauw terugkomen! met dezen. Dan was zij, verlost rnit do onzekerheid. Want die was zoo pijnlijk, zoo ontzettend pynljjk. Wat zou-ie zeggen? Zoiu-ie haar oen doodvonnis, het 'doodvonnis van haar eenig meisje aanzeggen? O, zij wilde het weten. Maar éls het oen Blechto tijding was, éls zij dat kind moest verliezen door den doodwat bleef haar dan over? Zij' kon or niet aan donken. Rieip het kind? Verscheidene leden, hoewel van mee ning, dat een onmiddellijke verbreking van den staatkundigen band tusschen Nederland en Indië met het oog op de belangen van Ned.-Indië en haar bevol kingsgroepen ongewenscht is, waren van oordeel, dat zoodanige verbreking in de toekomst noodzakelijk gevolg moet zijn van een staatkunde, welke gericht is op verhooging van de volkskracht der in- heemsche bevolkingsgroepen. De vraag werd gesteld, wat de houding van de re geering tegenover Indië zal zijn, wanneer door de Engelsche regeering aan Britsch- Indië de dominion status mocht worden toegekend. Verscheidene leden waren van oordeel, dat voor Nederland het in stand houden van een band tusschen het moederland en de gebiedsdeelen over zee ten allen tijde wenschelijk zal zijn, en dat bij voort gezette ontwikkeling van Ned.-Indië de beslissing over de duurzaamheid van de verhouding te zijner tijd mede van Indië zal afhangen. De overige leden achtten het noodzake lijk, dat Nederland zou zorgdragen voor het in stand houden van den Rijksband tusschen Nederland en Indië. Zij hadden met instemming uit de Troonrede verno men, dat de regeering het moederland en de koloniën als een hecht geheel be schouwt. In verband hiermede spraken zij de verwachting uit, dat de tegenwoor dige minister van Koloniën de geldende voorschriften der Indische Staatsregeling in dezen geest zou hanteeren, dat aan de Indische regeering van uit Nederland daadwerkelijke leiding wordt gegeven, op dat men zooveel mogelijk voor verras sende impulsieve toezeggingen en daden van den Landvoogd bewaard blijve. Het optreden van deRegeering tegen over de Inlandsche beweging gaf aanlei ding tot verschillende beschouwingen. Daarbij spreekt de Commissie van Rap porteurs het vertrouwen uit, dat de minis ter in de Mem. van Antwoord uitvoe rige inlichtingen zal verstrekken, betref fende de na het afdeelingsonderzoek op 29 December tegen de leiders en voor naamste leden der P.N.I. op groote schaal genomen politioneele maatregelen, zoo wel wat betreft de redenen, die tot het treffen van bedoelde maatregelen heb ben geleid, als met betrekking tot de re sultaten van de gehouden huiszoekingen en van het ingestelde onderzoek. Verschillende leden waren van oordeel, dat de Regeering in Indië aan de volks beweging en de vakactie ernstige en on- gewenschte belemmeringen in den weg legt, maar anderen oordeelden, dat de Regeering tegen de Inheemsche volks beweging niet te streng optreedt, o.m. we gens doorloopende pogingen uit Moskou, om de bevolking tegen het gezag in ver zet te brengen door scheeve voorstellin gen en het wekken van wantrouwen ook tegen die maatregelen, waarbij de Regeering met de beste bedoelingen be zield is. Verscheidene leden zagen in deze be grooting, waarin met klem de noodzake lijkheid wordt betoogd van de uiterste soberheid in 's lands dienst, de inluiding van een nieuwe periode van strenge be zuiniging en verwaarloozing van vitale volksbelangen, zooals Indië gekend heeft tijdens het vorig bewind van den tegen- woordigen minister. Voor een politiek van versobering oordeelden de hier aan het woord zijnde leden des te minder reden, omdat de toestand van 's lands finan ciën niet zoo ongunstig is, als wordt voor gesteld. Andere leden betoogden, dat de finan- ciëele toestand van Indië, zooal niet ver ontrustend, dan toch verre van rooskleu rig is. De Regeering ftioet zich niet door enkele voorspoedige jaren laten verlei den, haar budget daarnaar in te richten; maar gestreefd moet worden naar een evenwicht. Men sprak zijn bewondering uit voor de groote vorderingen van het luchtver keer met Indië, alsmede van de telefo nische verbinding per radio. Hulde werd gebracht aan de Regeering en de K.L.M. voor de ter zake betoonde activiteit. Men zou gaarne vernemen, hoever de onder handelingen met de Engelsche Regeering gevorderd zijn. ,,Ja„ lieveling?" „Ga ik sterven?" O, hoe* pijnlijk was dat! Het sneed haar door de ziel, als 'n tweesnijdend scherpi zwaard. i „Neenl, kindje, dat zal niet gebeuren, hoor. Straks komt de dokter." Het meisje zweegraakte weer" bui ten kennisijlde. „Dat zal niet gebeuren," had zjjl gezegd. Lag dat in héér macht? O, a,ls die Onver biddelijke eens kwam en hiji eischte: had zijl dan maar niet tei geven? Als God haar wilde straffen, nui reeds, oip aarde, door haar hour kind te ontne men, had zij' er dan het hoofd maar niet bij neer te leggen? Wat móest zij! anders doen? in opstand komen? Ja, dat zoiui zei Maar wat zou) het helpen? Imlmers niets I En als het kind stierf,waar ging het dan heen? O, zijl w'ist het wel (zijl wist bet immers van jongis aan), dat het kind dan verloren zon zijtri. En hior was het héér schuldZijl had het niet gewezen op den eonigem Heiland en 'Zaligmaker, omdat zo zelf meende, te bunnon leven zónder Hemi. Doch zij wist maar al te goeid, dat het niet ging. Wat was anders do oorzaak van al haar strijd do laatst» moandon? Was het niet do leegte, die daar binnon was, die ont zettende loogto, dat onvoldane gevoel, dat ze niet was, die ze wezen moest? DE TOESTAND OP CURAQAO. Omtrent het vervroegde vertrek van Hr Ms. „Van Galen" vernam het H d b 1. in bevoegde kringen het volgende: Sedert geruimen tijd reeds ontvingen de autoriteiten, zoowel hier te lande als op Curagao, berichten van bepaalden aard, waaraan echter niet overal die waarde werd gehecht, als degenen die deze be richten de wereld instuurden wensch ten. Toch hebben die berichten, die ken nelijk er op wijzen dat zij steeds uit de zelfde bron afkomstig zijn en die boven dien bedoelen de regeering te waarschu wen voor de ongerustheid welke er nog steeds op Curacao zou heerschen, bij verscheidene autoriteiten een gewillig oor gevonden. 'Hoewel men op het Departe ment. van Koloniën weinig geloofwaar digs vond in bovenbedoelde berichten, heeft de regeering toch gemeend maat regelen te moeten nemen. Zooals men weet, bevindt Hr. Ms. „Her tog Hendrik" zich op het oogenblik in de Curacaosche wateren met een totale bemanning van 300 koppen. Bovendien bevinden zich op het eiland zelf 135 man politietroepen, alsmede 90 mariniers. Curacao is dus allerminst onbewaakt. Nu was reeds besloten om de „Van Ga len" naar West-Indië te zenden en de datum van vertrek was vastgesteld op 22 Januari a.s. Op grond evenwel van nieuwe berichten, bij verschillende auto riteiten binnengekomen, heeft de regee ring het noodig geoordeeld de „Van Ga len" vroeger te laten vertrekken. Het oorlogsschip vertrekt nu 18 Januari a.s. van Den Helder. Aan boord zullen zich 25 onderofficieren en manschappen in schepen, hetgeen evenwel geen andere bedoeling heeft dan het op goedkoope wijze overbrengen van manschappen, die anders per particuliere gelegenheid naar West-Indië hadden moeten gaan. Intusschen kregen wij den indruk, dat het vervroegde vertrek van de „Van Ga len" niet met volstrekte goedkeuring van het Departement geschiedt. Daar blijkt men er van overtuigd te zijn, dat de toestand te Curacao thans geen reden tot ongerustheid geeft en dat, ook al mocht er iets gebeuren, er op het oogen blik voldoende troepen aanwezig zijn om de orde te handhaven en de veiligheid der bewoners te verzekeren. DE ZEEUWSCH-VLAAMSCHE WATERLEIDING. Men schrijft ons: Toen nu alweer twee jaar geleden van vele zijden bezwaren werden ge maakt tegen den opzet van het waterlei dingsplan' voor ""Zeeuwsch-Vlaanderen, 'heeft het Bestuur een uitgebreide Com missie van Onderzoek, waarin zoowel voor- als tegenstanders, benoemd om alle bezwaren te onderzoeken. Een der leden dezer commissie, legde een uitvoerige, door hem onderteekende nota over, die door het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening uitvoerig weer legd is; beide stukken zijn bij het in 1928 versohenen Rapport der Commissie afge drukt. Later heeft dit lid verklaard, dat de nota hem verstrekt was door Dr Jenny Weyerman te Goes, v De minister van Arbeid, Handel en Nij verheid noodigde daarop Dr Jenny Wey erman uit, zijn kritiek aan den minister bekend te maken, waarop Dr Weyerman den minister een tweetal nota's heeft toe gezonden; de eerste was ongeveer gelijk luidend aan het door bovenbedoeld lid aan de Commissie van Onderzoek overge legde stuk. Vervolgens heeft de Minister het oor deel van het Rijksbureau voor Drinkwa tervoorziening over de bezwaren van Dr Weyerman ingewonnen en daarna al do op deze zaak betrekking hebbende stuk ken om advies aan de Centrale Commis sie voor Drinkwatervoorziening le 's-Gra- ven'hage gezonden. Deze stelde een sub-commissie in, be- staande uit de heeren Prof. Mr P. Aal- berse, Oud-Minister van Arbeid, Handel en Nb v erheid en lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal (Voorzitter); Ir C. P. P. Ribbens, oud-Directeur der Ge meente-waterleiding te Delft en Dr P. Fesch, Directeur van den Rijks-geologi- schen Dienst te Haarlem (rapporteur). En na met dit kind, haar eenig meisje, was het niet een roepstem, zich te bekee- ren vóór het te laat was? Al die overleggingen stormden door haar van moeheid- bonzend hoofd. Bij de waschtafel ging zij zitten, steunde het hoofd op beide handen en schreide. En dan wonderlijk toch de gedachten van een menschl dan zag; zij1 haar moe der moedeloos zitten aan een vervelooze tafel gedrukt onder 's levens lastenEn dan kwam daar Barend Jansen, haar va der. Die legde zijn hand op haar schouder, keek haar liefdevol aan en troostte haar, wij'zend op GodDan kwam er weer een glimlach opi het van zorgon-door- ploegd gelaat. Wat 'n verschil bij! héér! Ja, 'n oogen blik was Herman vriendelijk geweest, zoio- even: maar bet zoui niet lang duren Dan was het weer de piuide. Als Cior stierf, zou hij een paar gemeenplaatsen zeggen en liet was voorbijl. Als héér smart zou blijven voortduren, en dat zoiui 't, dat wist zo zeker, dan zou hij uitgaan om zich schadeloos te stel len Naar boven .kwam weer die gedachte, dat hot zoo anders kon zijn, dan het was. ,En uit geprangde borat kwami de kreeti Vader 1.... .MoodorI Maar ver van haar waren ztfon zij weenden over hun afgedwaolue dochter, Conform het advies van deze sub-com missie heeft de Centrale Commissie voor Drinkwatervoorziening den Minister het gevraagde advies uitgebracht en de Minis ter heeft thans 'het Bestuur der Water leiding en de Commissie van Onderzoek met de verschillende rapporten in kennis gesteld. De Centrale Commissie komt tot de conclusie, dat de bezwaren van Dr Jenny Dr Weyerman ontwikklede bezwaren on- den terug gebracht, t.w.: 1. de abonnementstarieven en het wa terverbruik; 2. het waterverbruik en het vermogen der waterwinplaats; 3. waterverbruik voor vee; 4. afschrijvingspolitiek; en 5. tempo van aansluiting der aansïuit- bare perceelen. Op alle deze punten acht de commissie de geleverde critiek ten eenenmale on juist en de Minister heeft op grond daar van aan het Bestuur der Waterleiding, als zijn meening doen kennen, dat de door' Dr Weyerman ontwikkelde bezwaren on juist moeten worden geacht. De Raad van Commissarissen heeft met groote voldoening van deze mede- deeling kennis genomen. Het bestuur vertrouwt, dat ook door dit feit de oogen der Zeeuwsch-Vlaam- sche bevolking eindelijk zullen opengaan. De waterieidingzaak dreigt een der symptomen van onmacht en verdeeldheid te worden, die voor de ontwikkeling van Zeeuwsch-Vlaanderen zoo funest zijn. In zijn vergadering van 14 dezer heeft de Raad van Commissarissen besloten, in de eerstvolgende aandeelhoudersver gadering overeenkomstig het verzoek van St Jansteen en Axel de ontbinding der N. V. aan de orde te stellen. De Raad ver trouwt, dat dit ontbindingsvoorstel zal worden verworpen en dat daarna met kracht met den opbouw van het gestaakte werk zal worden voortgegaan. Lichtstoring. Maandagavond zat geheel Schouwen-Diuiv eland wat de elec- trische verlichting betreft in het duister. Als oorzaak wordt gemeld, dat bij' Kapelle een arm aan een der palen door den storm was verdraaid en ook doordat de isolator potten aan de palen met zout wa ter waren bestoven door zeewiater op ver schillende plaatsen. Dit laatste kan zich' "aleer voordoen 1! De accu leeg? Wij laden niet alleen, doch onderhouden ook uw accu, J. M. Pplderman, Goes. Adv. Middelburg. Gistermorgen zijln in den Helmi proeven genomen om te zien of met de aanwezige miotorgpuiten het Stadhuis tot boven toe kan worden bereikt. Daar toe werd het watef betrokken uit den bak onder het Stadhuis. De slangenvoer- dier nam plaats op een ladder, die tegen den achtergevel van het Stadhuis was geplaatst en van daar ,udt kan men tot bij de torentjes spuiten: Vlissingen. In 1929 kwamen 69 ge vallen van aanrijding ter kennis van de politie tegen 75 in 1928. In 35 geval len moest do oorzaak gezocht worden in onvoorzichtigheid. Éénmaal was zwaar lichamelijk letsel het gevolg, in 6 gevallen min ol meer zware verwonding. De baldadigheid der straatjeugd was in 1929 toenemende en ongeveer 250 kinderen werden door de politie ter zake straatschender^ onder handen genomen. Hierbij was soms sprake van meer ern stige feiten, als het werpen van steenen naar de voorruit van een passeereudejhi automobiel, 'het dood gooien van dieren, hot brand veroorzaken in een verhuis wagen en bet wringen van voorwerpen tusschen de tramrails. De politie beeft ini 1929 in totaal 42 vreemdelingen over de grenzen geleid, bet grootste deol verstekelingen, die van passeerendo schepen aan wal werden ge zet. Woensdag bestond het kassiers- cn effectenkantoor van de firma De Koster Co. alhier 100 jaar. Zoowel buiten- als binnenlandsche banken, waarmede het kantoor zakenrelaties onderhoudt, had den bloemstukkon gezonden. Vele geluk- wenschen zijn den tegenwoordigen eeni- gen finnant, den heer J. E. J. Jurry, toe gezonden; velen zijn hem persoonlijk komen gelukwenschen. Het personeel heeft een zilveren inktstel aangeboden die zelfs de kinderliefde vergat 1.... i i,i Hl .Do voordeur werd opengeslagen; op de trap klonken stappen; daar was Herman met den dolkter. Het was niet haar eigen dokter, maar een vreemde, een nog jonge man „Onze dokter was niet thuis. De heb' een ander gehaald." zei Herman, tot ver klaring. D|e dokter groette haar eenvoudig en ging rechtstreeks naar het bedje, waarop de kleine Cor ijlde. Lang en aandachtig beschouwde hij het meisje, voelde de pols, vergeleek polsslag en tijd, keek ernstig, maar sprak geen woord. Angstig keelk Oor naar elk zijner bewegingen. Dan weer naar het gelaat van den dokber. Maar als uit marmer gehouwen was het. Toen vroeg hij' met 'n zacht-sympa- thiefce stem, wat zijl gedaan had, en an dere inlichtingen. Met door-tranen-vor- stikto stom gaf zjj hem die. Uit het meegebrachte handtaschje haal de hjj medicijnen, gaf de patiënt in. „Heeft zij geijld I „Ja, zooeven. Hoor lv j Hot kwam weer. Do doktor ging vorder met hat onder- - zoek. 1 I l I 1 i

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5