Land- en Tuinbouw. I III Tengevolge van de verzakking van den spoordijk bij. Mooidrecibt heeft het trein verkeer RotterdamGouda belangrijke stagnatie ondervonden. Met man en macht zijn de hieistellinjgswerkzaamheden uitgevoerd met het gevolg, dat thans het verkeer vrijwel hersteld is. den auto bleef wachten. Toen de chauf feur zich eenige metera van zijn wagen verwijderd had, draaide de onbekende passagier zich plotseling om, trok een revolver en loste een schot, dat den chauffeur juist in den mond trof. Ondanks de zware verwonding trachtte de chauffeur te vluchten, doch reeds na eenige meters afgelegd te hebben struikelde hij en viel in een greppel. Zijn aanvaller had hem dus weer spoedig bereikt, en hoewel de ongelukkige chauffeur op de knieën om genade smeekte, joeg de onverlaat zijn slachtoffer een kogel door het hoofd, waardoor de chauffeur onmiddellijk dood was. Deze géheele gang van zaken is bekend geworden, doordat toevallig een wielrijder zich op het moment van de misdaad in de onmiddellijke nabijheid van de plaats bevond en op eenigen afstand het gebeuren waarnam. De ongewapende fietser, die bet optreden van den misdadi ger had gezien, waagde het niet, in te grijpen, doch) verwittigde zoo snel moge>- lijk telefonisch- de politie, die onmiddel lijk twee recherche-ambtenaren per mo tor ter achtervolging van den misdadi ger uitzond. Zij vonden hem nog op de plants van de misdaad, bezig met ver- geefscbe pogingen om de taxi op gang te brengen. Ondanks zijn heftig verzet, slaagde men erin, den man en zijn gezellin te arresteeren en naar Parijs over te brengen. De man bleek een 20-jarige bewoner van Straatsburg te zijn en het meisje zijn 22-jarige vrien din. Hij verklaarde zonder werk te zijn en zijn daad voornamelijk te hebben gepleegd om 'in het bezit te komen van de geldsom, die de chauffeur bij zich had en van den auto. Een bandietenstreek. In de Ver. Staten heeft juist dezer dagen een door president Hoover ingestelde com missie een rapport uitgebracht over de bandeloosheid en wetteloosheid in de Ver. Staten en over de maatregelen die zon den zijn te nemen om daaraan een eind te maken. Inderdaad is het met die ban deloosheid in de Unie erg gesteld. Zoo meldt men uit Wilkesbarre, in den staat Pennsylvanië, dat schurken daar een wa gen met dynamiet in de lucht lieten vlie gen, in welk voertuig de looneu ver voerd werden die moesten worden uit betaald aan het personeel van een ko lenmijn. Bij de ontploffing werden drie menscben gedood terwijl er een doode- lijk gekwetst werd. Het vervoerde geld is echter niet gestolen maar werd in bewaring genomen door een mijnwerker die toevallig getuige was van de ex plosie en die daarbij gewond werd. Onder de dooden zijn de kassier, die de loonen moest uitbetalen, en twee ploeg bazen van de mijnwerkers. De vernielde wagen vervoerde 30,000. - Auto's in brand. Een vracht auto met visch, is op weg van Lemmer naar Stavoren gisterenmorgen in de nabij heid van het plaatsje Tacozijl in brand gevlogen en geheel vernield. De inzit tende, de heer Ykema wist, hoewel de vlammen zijn gezicht reeds hadden ven wond, uit den auto te komen. Een groot gedeelte van de lading ging verloren. Zoowel auto als lading waren verzekerd. Maandagmiddag geraakte op den Am- stelveenschen weg te Nieuwer-Amstel, vermoedelijk tengevolge van het warm- loopen van den motor, een particuliere auto in brand. Hoewel het vuur spoedig werd gebluscht, bekwam de bestuurder toch dusdanige hevige brandwonden, dat hij, na voorloopig verbonden te zijn, per auto naar een ziekeninrichting moest wor den overgebracht. Ongeval big' een jachtpartij. De Sheer Wezeman uit Beverwijk op jacht in de provinciale duinen onder de gemeente Castricum had het ongeluk zich in een zijner voeten te schieten, waardoor dit lichaamsdeel ernstig werd gekwetst. Na voorloopig door een geneesheer ver bonden te zijn, werd de getroffene naar het Roode Kruis Ziekenhuis te Beverwijk overgebracht. Boerderijen afgebrand. Gister- namiddag ontstond brand in een der bij gebouwen van een groote boerderij in den Boerenboek te Angeren. De bewoners konden nog eenig huisraad en het vee naar buiten brengen. Spoedig sloegen de vlammen over op de boerenhoeve. Deze brandde totaal uit. De brandweer van An geren kon niets tegen het felle vuur uit richten en ook de brandweer uit het na burige Gent, die met een motorspuit ter plaatse verscheen, stond machteloos. Ver zekering dekt gedeeltelijk de schade. Per soonlijke ongevallen hadden niet' plaats. Te Benneveld gemeente Zweeloo, is gisterennamiddag de kapitale boerderij van den heer L. Knegtering afgebrand. Twee- varkens kwamen in de vlammen om. De brand ontstond door een kat, die in aan raking was geweest met vuur in den z.g. stroohut. Het beest vlopg brandend naar buiten, de hooischuur in. Deze schuur stond weldra in lichte laaie en de boerderij, die er tegen aangebouwd js, vatte spoedig vlam. Daar er geen blusch- water was stond de brandweer machte loos. De boerderij, waarin tevens een winkel en een café waren gevestigd, be nevens de hooischuur brandden totaal uit. De inboedel ging verloren. Alles was laag verzekerd. Aanranding te Voorst. Maan dagavond is de heer Hagen, wonende in „De Withagen" onder Voorat op den weg Voorst-Klarenbeek door twee onbekende mannen van zijn fiets geworpen en op den grond gesleurd, waarna men hem met een mes aanviel. De heer H. verdedigde zicht, .Juid om hulp roepende, doch be kwam eenige sneden over een der han den, terwijl da onverlaten in het wilde weg op hem losstaken. Zijn overjas, die hem vrij goed beschermde, is totaal aan flarden gesneden. Op zijn hulpgeroep kwa men eenige mannen toeloop en, waarna de aanranders de vlucht namen. Een hun ner was blootshoofds en droeg een man chesterpak; beiden verdwenen in de rich ting van hét station Klarenbeek. De heer H. is hevig bloedend naar Voorst gefietst, waar hij verbonden werd en bij de po litie aangifte deed. In samenwerking met de Rijkspolitie heeft de gemeenteveld wachter met een politiehond een onder zoek ingesteld, dat tot dusverre geen re sultaat beeft opgeleverd. Het motief van de^e aanranding is te eencnmale onver klaarbaar. Een noodlottige sneeuw bal. Aan het station Berlin-Niederschö- neweide gooiden eenige chauffeurs die dap' en vrachtjes wachtten, elkaar met siioouvv oallen. Een van hen kreeg een harden sneeuwbal in het gezicht en werd ernstig aan beide oogen gewond. De man die niets meer kon zien liep huilend van pijn de straat over en kwam daar pnder een vrachtauto die hem overreed. Hij was op slag dood. 'Een tocht van de Doras Rij- kers. Uit Den Helder meldt men aan de N. R. Crt. Gisterochtend ongeveer 10 uulr is del Dorus Rijkers hier weer binnengekomen. Schipper "Bot vertelde: Wij zijn Maandag den geheelen dag bezig geweest, doch hebben geen geluk gehad. Maandagoch tend zijn wij ongeveer halfacht vertrok ken; er stond toen een flinke storm uit het West-Noord-Westen. Wij hadden be richt ontvangen om naar de Eieriandsche gronden te gaan, waar een Italiaanschi stoomschip zat. Over de Wadden hebben wij koers naar Eierland gezet; omstreeks 10 uur kregen wij, den Eierlandschen toren in het zicht. Wij zagen toen twee schepen op de gronden zitten. Aan den Eierlandschen toren deelde men ons mee, dat de reddingsboot van Eierland ook was uitgevaren. Op onzen weg naar het eerste schip troffen we de reddingsboot van Eierland aan, die voor anker lag met een onklaren motor. Op verzoek van den schipper hebben wij toen eerst hem jn veiligheid gebracht. Het schip, waarvoor wij waren uitgevaren, bleek het Letland- sche stoomschip Skauts te wezen, dat op de Noordgronden vast zat. Wij zijn toen langszij gegaan en hebben aan den kapi tein gevraagd, of hij het schip wilde ver laten; deze weifelde echter en vroeg ons allerlei inlichtingen betreffende de plaats, waar hij gestrand was. Na gehouden scheepsraad besloot hij, tot donker alan boord te blijven. Toen zijn wij naar Eier land teruggekeerd. Intusschen was de vloed opgekomen. Het schip is toen van den grond losgesla gen en op de Vliehorns geworpen. Het schip zit daar heel hoog. Toen wij er weer bij kwamen, stak de schroef boven water uit, en met laag water zal men vermoedelijk wel van boord kunnen loo- pen. De roeiboot van Vlie wilde ook nog assistentie verleenen, doch deze werd evenmin door den kapitein aangenomen. Het Italiaansche stoomschip, dat onge veer 3 K.M. van het Lethlandsche schip is verwijderd, zit eveneens zeer hoog. Daar wij niets konden uitrichten, zijn wij tegen donker weer huiswaarts gekeerd binnen door over de wadden. Daar het hier echter zeer moeilijk varen is, zijn wij in het Fokkediep voor anker gegaan en hebben daar den dag afgewacht. Op de vraag of er nog iets van hef Engelsche stoomschip Thala bekend was, deelde de heer Bot mee, dat 'bef schip wel voortdurend S. O. S.-seinen had uit gezonden, doch dat men niet weet, waar bet schip gebleven is. Vereen. Oud-leerl. R. L. W. S. Na de afhandeling der huishoudelijke zaken hield dhr Ir. J. 'Si eb en-ga* secretaris der Z. L. M., te Goes, een lezing» over„D e afzet van en de controle op den uitvoer van onz e landb ouw-pr oducten." Spr. noemt dit onderwerp dat de laatste jaren, zoo scherp' naar voren is getreden van zooveel belang, dat hef op alle landbouwvergaderingen wel een punt van bespreking mag uitmaken. Vooral na den oorlog is dit onderwerp van buitengewone beteekenis geworden. In oude tijden ging de afzet der land- bouw-productem niet verder dan eigen plaats of provincie. Toen de verkeersom standigheden verbeterden, werden de han delsmogelijkheden igrooter. De landbouw ging zich, vooral na de malaise in de tachtiger jaren, steeds meer op den uitvoer richten. Nederland maakte van zijn ligging gebruik en na 1880 ging de Nederlandsche landbouw steeds meer zich toeleggen op rationalisatie en inten- siveering. Men ging vragen wat het bui tenland (België, Engeland en Duitsch- land) verlangd©. Het gevolg is geweest, dat wijl ook door o-pze ligging, na 1880 'n vrij! groeten voor sprong op vele andere landen hebben gekregen. Er was groote vraag naar onze producten. Dat is wel anders dan nn. Wijf hebben van bijna al onze bodem producten een overschot. Ons land heeft dan ook bij den uitvoer groot belang. In 1928 werd er van alle producten (dus niet alleen land- en tuinbouw) uit Neder land uitgevoerd voor f 1995 millioen en ingevoerd f2726 millioen, zoodat er meer in- dan uitgevoerd was voor f 698 mil lioen. De landbouw vormt 40 pet. van den uitvoer van ons land. Hij is dus een van de machtigste- pijlers van onze wel vaart. De inkomsten van land- en tuinbouw worden beheerscht door de wereldmarkt. Het vraagstuk van den uitvoer is dan ook van zeer groot belang. In den oorlog waren verschillende af zetgebieden verloren gegaan, de koop kracht was verminderd en nieuwe concur renten waren opgekomen. We hebben ook moeilijkheid en gehad als valutakwestie, enz. De handelsmoraal is er tijdens den oorlog niet op verbeterd. Spr. vraagt: is er misschien ook een overschot aan land- en tuinbouwproduc ten? Is er opi de wereldmarkt een over productie? Spr. vergelijkt de cijfers voor zoover bekend van de jaren 19091913 en van de jaren 19241927. De meeste gewassen ondergingen maar een geringe vermeerdering of verminder ring. Aardappelen vermeerderden/ sterk, vlas verminderde ongeveer even sterk, rietsuiker vermeerderde zeer sterk. Toch kan men niet zeggen, dat de ver meerdering van de totaal-opbrengsten on rustbarend is. Van een over-productie is geen sprake, vooral als men ook let op de bevolkingstoename. Het zelfde geldt van. veeteelt en tuin bouw, al kan -er wat de laatste be treft wel eens van een plaatselijk teveel gesproken worden. De ontstane moeilijkheden hebben dan ook een andere oorzaak. Vóór den -oorlog was OT over 't algemeen een vrij ruilver keer, al veroorzaakte een enkel land, b.v. Duitschlaad, wel eens enkele moeilijk heden. Tusschen de verschillende landen bestond een economische afhankelijkheid. Dat heeft Duitschland, maar ook Neder land in den oorlogstijd ondervonden. Toen werd het nationale bewustzijn aangewak kerd en wilden vele landen zich econo misch onafhankelijk maken. Aan 'den invoer werden belemmeringen] in den weg gelegd. Hij werd verboden of bemoeilijkt. Men zocht naar -plantenziek- tenkundig© of veterinaire motieven en ge varen of schiep moeilijkheden door tarie ven te heffen. Hoe staan wij nu met onze productie tegenover het buitenland? Het blijkt dat b.v. 75 pet. van onze groene erwten gaat naar Engeland, Frankrijk en Duitschland. Van Bruine en witte boonen gaat een onge-v. (gelijk deel naar Zweden, Duitsch land en België. Zoo noemt Spr. verschillende produc ten, die voor een zeer g|root deel naar slechts ©en paar landen gaan. Dat is geen sterke positie. Daardoor zijn we, wat de hoofdproduc ten betreft, sterk afhankelijk van slechts enkele landen, speciaal Engeland en Duitschland. r l Spr. gaat ook oa, wie voor de meeat bekende producten in genoemde landen onze concurrenten zijn. Soma zien we dat er concurrenten zijin, die we heelemaal niet verwacht hadden. De afzet van onze producten is dan ook een internationaal vraagstuk. Verbete ring is alleen mogelijk door inter nationale samenwerking. Spr. juicht het dan ook toe, dat thans getracht wordt een wapenstilstand op tarievengebied tot stand te brengen en hoopt, dat deze door een vrede zal worden gevolgd. Spr. wijist er op, dat ook de binnenland- sclie markt voor land- en tuinbouw van groot belang is. Daaraan wordt wel eens te weinig gedacht. We moeten sterk de aandacht schenken aan goede kwaliteit van onze producten. Ook trekt meer en meer de aandacht, dat het verschil in prijs tusschen dien de producent krijgt en dien de consument moet betalen zoo groot is. Dit mag wel onder de oogen worden gezien. Spr. vestigt nog eens de aandacht op de middelen, die men in sommige landen aanwendt om eigen producten er in te brengen. De nieuwe concurrenten zien terdege in, dat zij alleen een plaatsje kunnen krijgen op de wereldmarkt, als zij! zor gen vo-or goede kwaliteit, sorteering en verpakking. In vele landen treft men dan ook maatregelen inzake uitvoercontrole, waarvan Spr. vel© voorbeelden noemt, £LcliQj. Hoe .is het dam mogelijk, dat Neder land, dat zooveel moet uitvoeren, hierin zoo achter blijft? Wijl hechten teveel aan de traditie dat men in het buitenland ,onze producten In o o d i g heeft. Wanneer men in dit standpunt niet spoedig belangrijke veran dering brengt, kunnen we wel op' een houtje gaan bijten. De tijd is voorbij, dat men „ons in het buitenland noodig had. We zullen moeten vechten, om de plaats te houden, die we hebben. Hóé we dat moeten doen, zal een vraagstuk zijn, dat steeds meer onze aan dacht moet hebben. De buitenlandsche consument moet over onze producten tevreden zijn. We moeien alle knoeierijlen ten eenenmale uitbannen. Het gaat om goede kwaliteit, sorteering en verpakking. Men "heeft getracht de verbouwers er langs vrijwilligen weg door middel van bet uitvoer-controle-bureau toe te bi enigen hieraan aandacht te schenken. Maar dit .pogen heeft voor een groot deel echèc geleden. Daarom moest legeerimgsingrijpen vol gen en is reeds een wetsontwerp door da Tweede Kamer aangenomen, dat de re geering bevoegdheid geeft, maatregelen! inzake .uitvoer-controle te nemen. Noodig is, volgens Spr., dat in dezen de organisaties van belanghebbenden hier stern in het kapittel hebben, opdat de kosten van de uitvoer-controle zoo laag mogelijk blijven. De landbouw-organisaties eischen, dat -ze mede-zeggenschap hebben in het uit voer-controle-bureau. Ook de handel zal zich dit onderwerp wel aantrekken. Spr. is voorstander van hef veilingwezen, maar de regeeringsmaatregelen mogen toch ni-et drijven naar dei veiling. Dit moet ge leidelijk gaan. Het moet niet een absolute regeerings- controle worden. Maar da.n moet ook de producent medewerken. Het zal niet mo gelijk zijh in iedere verzendplaats elke baal te controleeren. Er zal veel meer concentratie moeten komen. We zullen veel meer moeten krij'gen kwaliteitsprijzen. Het zal meer moeten komen tot georganiseerd optreden, ook inzake de controle. De handel zal genoegen moeten nemen met grooteren, omzet en kleinere wisten. Wil de handel dat niet, dan zal hij het voor lief moeten nemen, dat de land bouworganisaties zich meer op dit gebied g;aan bewegen. We moeten komen tot uniforme sortee ring, tot het verzenden van uniforme par tijen, tot verlaging van kosten en tot on dersteuning van de regeerinlgs-controle.i Het vraagstuk js niet met een-twee-drie op te lossen, maar is een voortdurende, nauwgezette studie overwaard. Daartoe wekt spr. met nadruk op. Op dit onderwerp volgde nog eenige bespreking. D'hr Sjiebenga merkte daarbij nog op, dat de landbouworganisaties pas inl October zijln bijeengeroepen om te advi- seeren inzake maatregelen op uien-uit voer. Wellicht komen 'die nog tegen 1 Februari. Spr. vreest, dat het wat laat is. Voor de aardappelen waarvoor geen initiatief van de regeering is uitgegaan zullen de maatregelen, als ze nog komen, te laat zijin. Het Landbouw-comité heeft inzake de aardappelen geconfereerd met de exporteurs. Bijl de rondvraag deed de hepr Stevens, directeur der R. L. W.* School de mede- deelingen aangaande deze school, die op een andere plaats in dit nummer zijn vermeld. Verder deelt hij mede, dat dank zij het verhoogd crediet van het Rijk, in het vervolg meer inter-provinciale proefvelden zullen kunnen worden aangelegd. Spr. dringt er vooral bij1 de jonge landbouwers op aan, hierin medewerking te verleenen door gelegenheid te geven een proefveld aan te leggen, zoodat Zeeland hier niet achteraan kome. Otp een vraag van een der aanwezigen inzake kalkamimonsalpeter, zei dhr Ste vens, dat bij theoretisch geen bezwaar bad telgen deze meststof. Haar Uitstrooi- baarheid moet goed zijn. Maar Spr. beeft nog te weinig proeven genomen om er uit de practijk iets over te kunnen zeggen. De voorzitter had ondervonden, dat deze meststof, wanneer het niet regent, niet wordt opgelost. Dhr Stevens merkt op, dat dit met alle meststoffen, die niet hydroscopisch zijn, het geval is. De voorzitter sloot hierna de vergade ring. Coöperatieve suikerfabriek „Zeeland". Het bestuur van de Coöperatieve Sui kerfabriek „Zeeland" te Bergen op Zoom, heeft besloten aan de algemoene ver gadering voor te stellen in te gaan op het voorstel van de andere coöperatieve suikerfabrieken in bet Zuiden des lands, om aan baar de „Zeeland" te verkoo- pen. De commissie uit de aandeelhouders heeft nog geen beslissing in deze geno men. De Coöp. Suikerfabrieken en „De Zeeland". Van de zijde van de Coöperatieve Sui kerfabriek „Zeeland" schrijft men ons: Wat van de zijde van de coöperatieve fabrieken wordt medegedeeld, is in be langrijke punten niet volkomen juist. Wij meenen, dat de courant de plaats niet is, om te discussiëeren over verschillen van redactie en over verschillen omtrent de juiste omschrijving van voorstellen, doch wat wij meenen niet zonder protest en tegenspraak onzerzijds te kunnen la ten passeeren, zijn de uitingen van de coöperatieve fabrieken, waarin wordt ge zegd, dat het bestuur dingen gedaan heeft of nagelaten, waardoor de leden honderd duizenden guldens zouden moeten betalen welke hun bespaard hadden kunnen wor den. Het is gemakkelijk, dergelijke bewerin gen nu neer te schrijven, het is echter onmogelijk vol te houden, dat het bestuur in het vroege voorjaar van 1929 kon voor zien, hoe de loop van zaken zou zijn. Wij zouden den schrijver van het artikel der coöperatieve fabrieken willen vragen, of hij een jaar geleden van den loop der suikerprijzen, zooals die dit jaar geweest zijn, op de hoogte was. Bovendien is het zeer de vraag, of het besluit van de Al- gemeene Vergadering, zooals dat is geno men, tegen het advies van het bestuur in, voor de leden voordeelig is geweest. Vele leden zullen, gehoord den uitslag der be sprekingen, daarover anders denken. Het gaat nu toch niet aan om achteraf het bestuur verwijten te doen. Wij moe ten ook ver van ons afwerpen, alsof door de schlud van het bestuur van geldver spilling zou mogen worden gesproken. Wanneer dergelijke belangrijke beslissin gen, zooals hier nu worden voorbereid, overhaast zouden moeten genomen wor den omdat verplichtingen loopend zijn, dan zouden de gevolgen van een over haast besluit wel eens kunnen blijken van veel grooter finantiëele beteekenis te zijn dan de gevolgen van een niet over haast onderzoek. De leden zullen binnen kort hun meening kunnen uitspreken. Wij meenen, dat het beter is om niet met beschuldigingen en verwijten in de couranten de wederzij dsche verhoudingen moeilijker te maken. Wij betreuren daar om, dat door de coöperatieve fabrieken de courant als middel is te baat geno men en beperken ons dus eenvoudig tot weerspraak en protest. Op onze kring vergaderingen wordt uitvoerig de toe stand uiteengezet en daar en op de Al- gemeene Vergadering is de plaats om deze zaak te bespreken. Verkeerde voedermethode bij kippen. In „De Melkveehouder" lezen wij: Een kippenhouder met 24 vastzitten de kippen bracht mij in den voorzomer een doode kip. Bij opening vond ik een vergane lever. En 14 dagen daarna weer een kip dood. Weer een afwijkende lever. Toen ben ik gaan kijken en zag dat alle kippen leverlijders waren. Welk voedsel voedert U? Het antwoord was: kunstkor rel en ochtendvoer en 's avonds hard voer. Bij onderzoek van het ochtendvoer vond ik bedorven vischlucht en bij ex tractie bovendien bedorven levertraan. Niet zoodra werd opgehouden met het voederen van kunstkorrel en ochtendvoer en kregen de kippen enkel wat oud brood plus gesneden gras plus hardvoer en als medicijn per dag 1 eetlepel (rabarber plus zuiveringszout plus Engelsch zout mengsel) of er kwam meer leven in de kippen, de gele kleur verdween en de dieren zijn weer geheel hersteld. Tweede geval: Kippenhouder roemt zijn kippen hoogelijk over de legpresta- tie, maar ieder oogenblik een doode kip en wel in de volle legperiode. De kip zit nog met een roode kam op het nest, komt er af, valt dood. Bij onderzoek van een paar exemplaren vond ik eierstokontste king, zeer waarschijnlijk tengevolge van de straffe ochtendvoertoepassing in dit bedrijf en het dientengevolge straffe leg gen. Toen het ochtendvoer werd vermin-, derd, verminderde direct de eierproductie, maar vielen er ook geen kippen meer dood. De Veenkoloniale Landbouw. Inkrimping van de aardappelproductit De overvloedige aardappelenoogst fer beide laatste jaren, gepaard gaande net een uiterst geringen export van aaimp- pelen. heeft den toevloed daarvan mar de aardappelmeelfabrieken zoo groot doen zijn, dat de productie van aardappelmeel geweldig toegenomen is. Men kan genist spreken van een groote overproductie, zoodat gedacht wordt aan len inkrimping voor het eerstkomend seizoen. Heit staat thans al zoo goed als vasi 3.at de aard appelmeelfabrieken in hei volgend jaar niet meer dan 70 hoogsteis 80 pet van, de normale hoeveelheid aardappelen zul len verwerken.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 6