Land- en Tuinbouw.
I III
Tengevolge van de verzakking van den spoordijk bij. Mooidrecibt heeft het trein
verkeer RotterdamGouda belangrijke stagnatie ondervonden. Met man en macht
zijn de hieistellinjgswerkzaamheden uitgevoerd met het gevolg, dat thans het
verkeer vrijwel hersteld is.
den auto bleef wachten. Toen de chauf
feur zich eenige metera van zijn wagen
verwijderd had, draaide de onbekende
passagier zich plotseling om, trok een
revolver en loste een schot, dat den
chauffeur juist in den mond trof. Ondanks
de zware verwonding trachtte de chauffeur
te vluchten, doch reeds na eenige meters
afgelegd te hebben struikelde hij en viel
in een greppel. Zijn aanvaller had hem
dus weer spoedig bereikt, en hoewel de
ongelukkige chauffeur op de knieën om
genade smeekte, joeg de onverlaat zijn
slachtoffer een kogel door het hoofd,
waardoor de chauffeur onmiddellijk dood
was. Deze géheele gang van zaken is
bekend geworden, doordat toevallig een
wielrijder zich op het moment van de
misdaad in de onmiddellijke nabijheid van
de plaats bevond en op eenigen afstand
het gebeuren waarnam. De ongewapende
fietser, die bet optreden van den misdadi
ger had gezien, waagde het niet, in te
grijpen, doch) verwittigde zoo snel moge>-
lijk telefonisch- de politie, die onmiddel
lijk twee recherche-ambtenaren per mo
tor ter achtervolging van den misdadi
ger uitzond. Zij vonden hem nog op de
plants van de misdaad, bezig met ver-
geefscbe pogingen om de taxi op gang
te brengen. Ondanks zijn heftig verzet,
slaagde men erin, den man en zijn
gezellin te arresteeren en naar Parijs
over te brengen. De man bleek een
20-jarige bewoner van Straatsburg te
zijn en het meisje zijn 22-jarige vrien
din. Hij verklaarde zonder werk te zijn
en zijn daad voornamelijk te hebben
gepleegd om 'in het bezit te komen
van de geldsom, die de chauffeur bij
zich had en van den auto.
Een bandietenstreek. In de
Ver. Staten heeft juist dezer dagen een
door president Hoover ingestelde com
missie een rapport uitgebracht over de
bandeloosheid en wetteloosheid in de Ver.
Staten en over de maatregelen die zon
den zijn te nemen om daaraan een eind
te maken. Inderdaad is het met die ban
deloosheid in de Unie erg gesteld. Zoo
meldt men uit Wilkesbarre, in den staat
Pennsylvanië, dat schurken daar een wa
gen met dynamiet in de lucht lieten vlie
gen, in welk voertuig de looneu ver
voerd werden die moesten worden uit
betaald aan het personeel van een ko
lenmijn. Bij de ontploffing werden drie
menscben gedood terwijl er een doode-
lijk gekwetst werd. Het vervoerde geld
is echter niet gestolen maar werd in
bewaring genomen door een mijnwerker
die toevallig getuige was van de ex
plosie en die daarbij gewond werd.
Onder de dooden zijn de kassier, die
de loonen moest uitbetalen, en twee ploeg
bazen van de mijnwerkers. De vernielde
wagen vervoerde 30,000.
- Auto's in brand. Een vracht
auto met visch, is op weg van Lemmer
naar Stavoren gisterenmorgen in de nabij
heid van het plaatsje Tacozijl in brand
gevlogen en geheel vernield. De inzit
tende, de heer Ykema wist, hoewel de
vlammen zijn gezicht reeds hadden ven
wond, uit den auto te komen. Een groot
gedeelte van de lading ging verloren.
Zoowel auto als lading waren verzekerd.
Maandagmiddag geraakte op den Am-
stelveenschen weg te Nieuwer-Amstel,
vermoedelijk tengevolge van het warm-
loopen van den motor, een particuliere
auto in brand. Hoewel het vuur spoedig
werd gebluscht, bekwam de bestuurder
toch dusdanige hevige brandwonden, dat
hij, na voorloopig verbonden te zijn, per
auto naar een ziekeninrichting moest wor
den overgebracht.
Ongeval big' een jachtpartij.
De Sheer Wezeman uit Beverwijk op
jacht in de provinciale duinen onder de
gemeente Castricum had het ongeluk zich
in een zijner voeten te schieten, waardoor
dit lichaamsdeel ernstig werd gekwetst.
Na voorloopig door een geneesheer ver
bonden te zijn, werd de getroffene naar
het Roode Kruis Ziekenhuis te Beverwijk
overgebracht.
Boerderijen afgebrand. Gister-
namiddag ontstond brand in een der bij
gebouwen van een groote boerderij in
den Boerenboek te Angeren. De bewoners
konden nog eenig huisraad en het vee
naar buiten brengen. Spoedig sloegen de
vlammen over op de boerenhoeve. Deze
brandde totaal uit. De brandweer van An
geren kon niets tegen het felle vuur uit
richten en ook de brandweer uit het na
burige Gent, die met een motorspuit ter
plaatse verscheen, stond machteloos. Ver
zekering dekt gedeeltelijk de schade. Per
soonlijke ongevallen hadden niet' plaats.
Te Benneveld gemeente Zweeloo, is
gisterennamiddag de kapitale boerderij van
den heer L. Knegtering afgebrand. Twee-
varkens kwamen in de vlammen om. De
brand ontstond door een kat, die in aan
raking was geweest met vuur in den
z.g. stroohut. Het beest vlopg brandend
naar buiten, de hooischuur in. Deze
schuur stond weldra in lichte laaie en de
boerderij, die er tegen aangebouwd js,
vatte spoedig vlam. Daar er geen blusch-
water was stond de brandweer machte
loos. De boerderij, waarin tevens een
winkel en een café waren gevestigd, be
nevens de hooischuur brandden totaal uit.
De inboedel ging verloren. Alles was laag
verzekerd.
Aanranding te Voorst. Maan
dagavond is de heer Hagen, wonende in
„De Withagen" onder Voorat op den weg
Voorst-Klarenbeek door twee onbekende
mannen van zijn fiets geworpen en op
den grond gesleurd, waarna men hem met
een mes aanviel. De heer H. verdedigde
zicht, .Juid om hulp roepende, doch be
kwam eenige sneden over een der han
den, terwijl da onverlaten in het wilde
weg op hem losstaken. Zijn overjas, die
hem vrij goed beschermde, is totaal aan
flarden gesneden. Op zijn hulpgeroep kwa
men eenige mannen toeloop en, waarna
de aanranders de vlucht namen. Een hun
ner was blootshoofds en droeg een man
chesterpak; beiden verdwenen in de rich
ting van hét station Klarenbeek. De heer
H. is hevig bloedend naar Voorst gefietst,
waar hij verbonden werd en bij de po
litie aangifte deed. In samenwerking met
de Rijkspolitie heeft de gemeenteveld
wachter met een politiehond een onder
zoek ingesteld, dat tot dusverre geen re
sultaat beeft opgeleverd. Het motief van
de^e aanranding is te eencnmale onver
klaarbaar.
Een noodlottige sneeuw
bal. Aan het station Berlin-Niederschö-
neweide gooiden eenige chauffeurs die
dap' en vrachtjes wachtten, elkaar met
siioouvv oallen. Een van hen kreeg een
harden sneeuwbal in het gezicht en werd
ernstig aan beide oogen gewond. De man
die niets meer kon zien liep huilend van
pijn de straat over en kwam daar pnder
een vrachtauto die hem overreed. Hij was
op slag dood.
'Een tocht van de Doras Rij-
kers. Uit Den Helder meldt men aan
de N. R. Crt.
Gisterochtend ongeveer 10 uulr is del
Dorus Rijkers hier weer binnengekomen.
Schipper "Bot vertelde: Wij zijn Maandag
den geheelen dag bezig geweest, doch
hebben geen geluk gehad. Maandagoch
tend zijn wij ongeveer halfacht vertrok
ken; er stond toen een flinke storm uit
het West-Noord-Westen. Wij hadden be
richt ontvangen om naar de Eieriandsche
gronden te gaan, waar een Italiaanschi
stoomschip zat. Over de Wadden hebben
wij koers naar Eierland gezet; omstreeks
10 uur kregen wij, den Eierlandschen
toren in het zicht. Wij zagen toen twee
schepen op de gronden zitten. Aan den
Eierlandschen toren deelde men ons mee,
dat de reddingsboot van Eierland ook
was uitgevaren. Op onzen weg naar het
eerste schip troffen we de reddingsboot
van Eierland aan, die voor anker lag met
een onklaren motor. Op verzoek van den
schipper hebben wij toen eerst hem jn
veiligheid gebracht. Het schip, waarvoor
wij waren uitgevaren, bleek het Letland-
sche stoomschip Skauts te wezen, dat op
de Noordgronden vast zat. Wij zijn toen
langszij gegaan en hebben aan den kapi
tein gevraagd, of hij het schip wilde ver
laten; deze weifelde echter en vroeg ons
allerlei inlichtingen betreffende de plaats,
waar hij gestrand was. Na gehouden
scheepsraad besloot hij, tot donker alan
boord te blijven. Toen zijn wij naar Eier
land teruggekeerd.
Intusschen was de vloed opgekomen.
Het schip is toen van den grond losgesla
gen en op de Vliehorns geworpen. Het
schip zit daar heel hoog. Toen wij er
weer bij kwamen, stak de schroef boven
water uit, en met laag water zal men
vermoedelijk wel van boord kunnen loo-
pen. De roeiboot van Vlie wilde ook
nog assistentie verleenen, doch deze werd
evenmin door den kapitein aangenomen.
Het Italiaansche stoomschip, dat onge
veer 3 K.M. van het Lethlandsche schip
is verwijderd, zit eveneens zeer hoog.
Daar wij niets konden uitrichten, zijn wij
tegen donker weer huiswaarts gekeerd
binnen door over de wadden. Daar het
hier echter zeer moeilijk varen is, zijn
wij in het Fokkediep voor anker gegaan
en hebben daar den dag afgewacht.
Op de vraag of er nog iets van hef
Engelsche stoomschip Thala bekend was,
deelde de heer Bot mee, dat 'bef schip
wel voortdurend S. O. S.-seinen had uit
gezonden, doch dat men niet weet, waar
bet schip gebleven is.
Vereen. Oud-leerl. R. L. W. S.
Na de afhandeling der huishoudelijke
zaken hield dhr Ir. J. 'Si eb en-ga*
secretaris der Z. L. M., te Goes, een
lezing» over„D e afzet van en de
controle op den uitvoer van
onz e landb ouw-pr oducten."
Spr. noemt dit onderwerp dat de
laatste jaren, zoo scherp' naar voren is
getreden van zooveel belang, dat hef
op alle landbouwvergaderingen wel een
punt van bespreking mag uitmaken.
Vooral na den oorlog is dit onderwerp
van buitengewone beteekenis geworden.
In oude tijden ging de afzet der land-
bouw-productem niet verder dan eigen
plaats of provincie. Toen de verkeersom
standigheden verbeterden, werden de han
delsmogelijkheden igrooter.
De landbouw ging zich, vooral na de
malaise in de tachtiger jaren, steeds meer
op den uitvoer richten. Nederland maakte
van zijn ligging gebruik en na 1880 ging
de Nederlandsche landbouw steeds meer
zich toeleggen op rationalisatie en inten-
siveering. Men ging vragen wat het bui
tenland (België, Engeland en Duitsch-
land) verlangd©.
Het gevolg is geweest, dat wijl ook door
o-pze ligging, na 1880 'n vrij! groeten voor
sprong op vele andere landen hebben
gekregen. Er was groote vraag naar onze
producten.
Dat is wel anders dan nn.
Wijf hebben van bijna al onze bodem
producten een overschot. Ons land heeft
dan ook bij den uitvoer groot belang.
In 1928 werd er van alle producten (dus
niet alleen land- en tuinbouw) uit Neder
land uitgevoerd voor f 1995 millioen en
ingevoerd f2726 millioen, zoodat er meer
in- dan uitgevoerd was voor f 698 mil
lioen.
De landbouw vormt 40 pet. van den
uitvoer van ons land. Hij is dus een
van de machtigste- pijlers van onze wel
vaart.
De inkomsten van land- en tuinbouw
worden beheerscht door de wereldmarkt.
Het vraagstuk van den uitvoer is dan ook
van zeer groot belang.
In den oorlog waren verschillende af
zetgebieden verloren gegaan, de koop
kracht was verminderd en nieuwe concur
renten waren opgekomen. We hebben ook
moeilijkheid en gehad als valutakwestie,
enz. De handelsmoraal is er tijdens den
oorlog niet op verbeterd.
Spr. vraagt: is er misschien ook een
overschot aan land- en tuinbouwproduc
ten? Is er opi de wereldmarkt een over
productie?
Spr. vergelijkt de cijfers voor zoover
bekend van de jaren 19091913 en
van de jaren 19241927.
De meeste gewassen ondergingen maar
een geringe vermeerdering of verminder
ring. Aardappelen vermeerderden/ sterk,
vlas verminderde ongeveer even sterk,
rietsuiker vermeerderde zeer sterk.
Toch kan men niet zeggen, dat de ver
meerdering van de totaal-opbrengsten on
rustbarend is. Van een over-productie is
geen sprake, vooral als men ook let op
de bevolkingstoename.
Het zelfde geldt van. veeteelt en tuin
bouw, al kan -er wat de laatste be
treft wel eens van een plaatselijk
teveel gesproken worden.
De ontstane moeilijkheden hebben dan
ook een andere oorzaak. Vóór den -oorlog
was OT over 't algemeen een vrij ruilver
keer, al veroorzaakte een enkel land,
b.v. Duitschlaad, wel eens enkele moeilijk
heden. Tusschen de verschillende landen
bestond een economische afhankelijkheid.
Dat heeft Duitschland, maar ook Neder
land in den oorlogstijd ondervonden. Toen
werd het nationale bewustzijn aangewak
kerd en wilden vele landen zich econo
misch onafhankelijk maken.
Aan 'den invoer werden belemmeringen]
in den weg gelegd. Hij werd verboden of
bemoeilijkt. Men zocht naar -plantenziek-
tenkundig© of veterinaire motieven en ge
varen of schiep moeilijkheden door tarie
ven te heffen.
Hoe staan wij nu met onze productie
tegenover het buitenland? Het blijkt dat
b.v. 75 pet. van onze groene erwten gaat
naar Engeland, Frankrijk en Duitschland.
Van Bruine en witte boonen gaat een
onge-v. (gelijk deel naar Zweden, Duitsch
land en België.
Zoo noemt Spr. verschillende produc
ten, die voor een zeer g|root deel naar
slechts ©en paar landen gaan. Dat is
geen sterke positie.
Daardoor zijn we, wat de hoofdproduc
ten betreft, sterk afhankelijk van slechts
enkele landen, speciaal Engeland en
Duitschland. r l
Spr. gaat ook oa, wie voor de meeat
bekende producten in genoemde landen
onze concurrenten zijn. Soma zien we
dat er concurrenten zijin, die we
heelemaal niet verwacht hadden.
De afzet van onze producten is dan
ook een internationaal vraagstuk. Verbete
ring is alleen mogelijk door inter
nationale samenwerking. Spr. juicht het
dan ook toe, dat thans getracht wordt een
wapenstilstand op tarievengebied tot stand
te brengen en hoopt, dat deze door een
vrede zal worden gevolgd.
Spr. wijist er op, dat ook de binnenland-
sclie markt voor land- en tuinbouw van
groot belang is. Daaraan wordt wel eens
te weinig gedacht. We moeten sterk de
aandacht schenken aan goede kwaliteit
van onze producten.
Ook trekt meer en meer de aandacht,
dat het verschil in prijs tusschen dien de
producent krijgt en dien de consument
moet betalen zoo groot is. Dit mag wel
onder de oogen worden gezien.
Spr. vestigt nog eens de aandacht op
de middelen, die men in sommige landen
aanwendt om eigen producten er in te
brengen.
De nieuwe concurrenten zien terdege
in, dat zij alleen een plaatsje kunnen
krijgen op de wereldmarkt, als zij! zor
gen vo-or goede kwaliteit, sorteering en
verpakking. In vele landen treft men dan
ook maatregelen inzake uitvoercontrole,
waarvan Spr. vel© voorbeelden noemt,
£LcliQj.
Hoe .is het dam mogelijk, dat Neder
land, dat zooveel moet uitvoeren, hierin
zoo achter blijft?
Wijl hechten teveel aan de traditie dat
men in het buitenland ,onze producten
In o o d i g heeft. Wanneer men in dit
standpunt niet spoedig belangrijke veran
dering brengt, kunnen we wel op' een
houtje gaan bijten.
De tijd is voorbij, dat men „ons in het
buitenland noodig had. We zullen moeten
vechten, om de plaats te houden, die
we hebben.
Hóé we dat moeten doen, zal een
vraagstuk zijn, dat steeds meer onze aan
dacht moet hebben.
De buitenlandsche consument moet
over onze producten tevreden zijn. We
moeien alle knoeierijlen ten eenenmale
uitbannen. Het gaat om goede kwaliteit,
sorteering en verpakking.
Men "heeft getracht de verbouwers er
langs vrijwilligen weg door middel van
bet uitvoer-controle-bureau toe te
bi enigen hieraan aandacht te schenken.
Maar dit .pogen heeft voor een groot deel
echèc geleden.
Daarom moest legeerimgsingrijpen vol
gen en is reeds een wetsontwerp door
da Tweede Kamer aangenomen, dat de re
geering bevoegdheid geeft, maatregelen!
inzake .uitvoer-controle te nemen.
Noodig is, volgens Spr., dat in dezen de
organisaties van belanghebbenden hier
stern in het kapittel hebben, opdat de
kosten van de uitvoer-controle zoo laag
mogelijk blijven.
De landbouw-organisaties eischen, dat
-ze mede-zeggenschap hebben in het uit
voer-controle-bureau. Ook de handel zal
zich dit onderwerp wel aantrekken. Spr.
is voorstander van hef veilingwezen, maar
de regeeringsmaatregelen mogen toch ni-et
drijven naar dei veiling. Dit moet ge
leidelijk gaan.
Het moet niet een absolute regeerings-
controle worden. Maar da.n moet ook de
producent medewerken. Het zal niet mo
gelijk zijh in iedere verzendplaats elke
baal te controleeren. Er zal veel meer
concentratie moeten komen.
We zullen veel meer moeten krij'gen
kwaliteitsprijzen. Het zal meer moeten
komen tot georganiseerd optreden, ook
inzake de controle.
De handel zal genoegen moeten nemen
met grooteren, omzet en kleinere wisten.
Wil de handel dat niet, dan zal hij het
voor lief moeten nemen, dat de land
bouworganisaties zich meer op dit gebied
g;aan bewegen.
We moeten komen tot uniforme sortee
ring, tot het verzenden van uniforme par
tijen, tot verlaging van kosten en tot on
dersteuning van de regeerinlgs-controle.i
Het vraagstuk js niet met een-twee-drie
op te lossen, maar is een voortdurende,
nauwgezette studie overwaard.
Daartoe wekt spr. met nadruk op.
Op dit onderwerp volgde nog eenige
bespreking. D'hr Sjiebenga merkte daarbij
nog op, dat de landbouworganisaties pas
inl October zijln bijeengeroepen om te advi-
seeren inzake maatregelen op uien-uit
voer. Wellicht komen 'die nog tegen 1
Februari. Spr. vreest, dat het wat laat
is. Voor de aardappelen waarvoor geen
initiatief van de regeering is uitgegaan
zullen de maatregelen, als ze nog
komen, te laat zijin. Het Landbouw-comité
heeft inzake de aardappelen geconfereerd
met de exporteurs.
Bijl de rondvraag deed de hepr Stevens,
directeur der R. L. W.* School de mede-
deelingen aangaande deze school, die op
een andere plaats in dit nummer zijn
vermeld.
Verder deelt hij mede, dat dank zij
het verhoogd crediet van het Rijk, in het
vervolg meer inter-provinciale proefvelden
zullen kunnen worden aangelegd. Spr.
dringt er vooral bij1 de jonge landbouwers
op aan, hierin medewerking te verleenen
door gelegenheid te geven een proefveld
aan te leggen, zoodat Zeeland hier niet
achteraan kome.
Otp een vraag van een der aanwezigen
inzake kalkamimonsalpeter, zei dhr Ste
vens, dat bij theoretisch geen bezwaar
bad telgen deze meststof. Haar Uitstrooi-
baarheid moet goed zijn. Maar Spr. beeft
nog te weinig proeven genomen om er uit
de practijk iets over te kunnen zeggen.
De voorzitter had ondervonden, dat
deze meststof, wanneer het niet regent,
niet wordt opgelost. Dhr Stevens merkt
op, dat dit met alle meststoffen, die
niet hydroscopisch zijn, het geval is.
De voorzitter sloot hierna de vergade
ring.
Coöperatieve suikerfabriek „Zeeland".
Het bestuur van de Coöperatieve Sui
kerfabriek „Zeeland" te Bergen op Zoom,
heeft besloten aan de algemoene ver
gadering voor te stellen in te gaan op
het voorstel van de andere coöperatieve
suikerfabrieken in bet Zuiden des lands,
om aan baar de „Zeeland" te verkoo-
pen.
De commissie uit de aandeelhouders
heeft nog geen beslissing in deze geno
men.
De Coöp. Suikerfabrieken en „De
Zeeland".
Van de zijde van de Coöperatieve Sui
kerfabriek „Zeeland" schrijft men ons:
Wat van de zijde van de coöperatieve
fabrieken wordt medegedeeld, is in be
langrijke punten niet volkomen juist. Wij
meenen, dat de courant de plaats niet
is, om te discussiëeren over verschillen
van redactie en over verschillen omtrent
de juiste omschrijving van voorstellen,
doch wat wij meenen niet zonder protest
en tegenspraak onzerzijds te kunnen la
ten passeeren, zijn de uitingen van de
coöperatieve fabrieken, waarin wordt ge
zegd, dat het bestuur dingen gedaan heeft
of nagelaten, waardoor de leden honderd
duizenden guldens zouden moeten betalen
welke hun bespaard hadden kunnen wor
den.
Het is gemakkelijk, dergelijke bewerin
gen nu neer te schrijven, het is echter
onmogelijk vol te houden, dat het bestuur
in het vroege voorjaar van 1929 kon voor
zien, hoe de loop van zaken zou zijn.
Wij zouden den schrijver van het artikel
der coöperatieve fabrieken willen vragen,
of hij een jaar geleden van den loop der
suikerprijzen, zooals die dit jaar geweest
zijn, op de hoogte was. Bovendien is het
zeer de vraag, of het besluit van de Al-
gemeene Vergadering, zooals dat is geno
men, tegen het advies van het bestuur in,
voor de leden voordeelig is geweest. Vele
leden zullen, gehoord den uitslag der be
sprekingen, daarover anders denken. Het
gaat nu toch niet aan om achteraf
het bestuur verwijten te doen. Wij moe
ten ook ver van ons afwerpen, alsof door
de schlud van het bestuur van geldver
spilling zou mogen worden gesproken.
Wanneer dergelijke belangrijke beslissin
gen, zooals hier nu worden voorbereid,
overhaast zouden moeten genomen wor
den omdat verplichtingen loopend zijn,
dan zouden de gevolgen van een over
haast besluit wel eens kunnen blijken
van veel grooter finantiëele beteekenis te
zijn dan de gevolgen van een niet over
haast onderzoek. De leden zullen binnen
kort hun meening kunnen uitspreken.
Wij meenen, dat het beter is om niet
met beschuldigingen en verwijten in de
couranten de wederzij dsche verhoudingen
moeilijker te maken. Wij betreuren daar
om, dat door de coöperatieve fabrieken
de courant als middel is te baat geno
men en beperken ons dus eenvoudig tot
weerspraak en protest. Op onze kring
vergaderingen wordt uitvoerig de toe
stand uiteengezet en daar en op de Al-
gemeene Vergadering is de plaats om
deze zaak te bespreken.
Verkeerde voedermethode bij kippen.
In „De Melkveehouder" lezen wij:
Een kippenhouder met 24 vastzitten
de kippen bracht mij in den voorzomer
een doode kip. Bij opening vond ik een
vergane lever. En 14 dagen daarna weer
een kip dood. Weer een afwijkende lever.
Toen ben ik gaan kijken en zag dat alle
kippen leverlijders waren. Welk voedsel
voedert U? Het antwoord was: kunstkor
rel en ochtendvoer en 's avonds hard
voer. Bij onderzoek van het ochtendvoer
vond ik bedorven vischlucht en bij ex
tractie bovendien bedorven levertraan.
Niet zoodra werd opgehouden met het
voederen van kunstkorrel en ochtendvoer
en kregen de kippen enkel wat oud brood
plus gesneden gras plus hardvoer en als
medicijn per dag 1 eetlepel (rabarber
plus zuiveringszout plus Engelsch zout
mengsel) of er kwam meer leven in de
kippen, de gele kleur verdween en de
dieren zijn weer geheel hersteld.
Tweede geval: Kippenhouder roemt
zijn kippen hoogelijk over de legpresta-
tie, maar ieder oogenblik een doode kip
en wel in de volle legperiode. De kip zit
nog met een roode kam op het nest, komt
er af, valt dood. Bij onderzoek van een
paar exemplaren vond ik eierstokontste
king, zeer waarschijnlijk tengevolge van
de straffe ochtendvoertoepassing in dit
bedrijf en het dientengevolge straffe leg
gen. Toen het ochtendvoer werd vermin-,
derd, verminderde direct de eierproductie,
maar vielen er ook geen kippen meer
dood.
De Veenkoloniale Landbouw.
Inkrimping van de aardappelproductit
De overvloedige aardappelenoogst fer
beide laatste jaren, gepaard gaande net
een uiterst geringen export van aaimp-
pelen. heeft den toevloed daarvan mar
de aardappelmeelfabrieken zoo groot doen
zijn, dat de productie van aardappelmeel
geweldig toegenomen is. Men kan genist
spreken van een groote overproductie,
zoodat gedacht wordt aan len inkrimping
voor het eerstkomend seizoen. Heit staat
thans al zoo goed als vasi 3.at de aard
appelmeelfabrieken in hei volgend jaar
niet meer dan 70 hoogsteis 80 pet van,
de normale hoeveelheid aardappelen zul
len verwerken.