DE ZEEUW Van bedriegelijke schittering TWEEDE BLAD. Uit de Pers. De Tweede Haagsche Conferentie. FEUILLETON Uit de Provincie. Gemengd Nieuws. VAM WOENSDAG 15 JAN. 1930. No. 89. Innerlijke tegenspraak. Wij lezen in de Rotterdammer: Met de zelfgenoegzaamheid, welke zijn redevoeringen kenmerken, heeft de par tijvoorzitter der S. D. A. P. Zaterdag ge sproken over de vrijmaking der Indone siërs. Alle heil is natuurlijk te verwach ten van zijn partij, die recht op haar doel afgaat en dat doel zal bereiken, ondanks „het geraas der burgerlijke pers", die het kapitalisme, dat zijn prooi niet los wil laten, slaafsche diensten bewijst. Men kent het roode lied en de revolu tionaire wijs. De hoorders, die bij misverstanden en vergissingen, ja zelfs bij anarchistische avonturen zijn grootgebracht (waarover de heer Oudegeest merkwaardige dingen zou kunnen vertellen) hebben natuurlijk niets gemerkt van de innerlijke tegen spraak waaraan de rede leed. En toch heeft de spreker ze duidelijk gedemonstreerd. Naast de leuze toch over de bevrijding van Indonesië (de naam houdt reeds een program in) en de verbreking van het Hollandsche juk, constateerde de heer Oudegeest een teleurstellend verschijn sel. Engelsch-Indië, zoo verklaarde hij staat dichter bij het stadium van een zelfstandig volksbestaan. De inheemsche bezitters wisten zich met economische middelen vrij te maken, maar... zijn nu tegenover hun rasgenooten even harteloo- ze uitbuiters geworden als de blanke uitbuiters waren. De loonen zijn schan delijk laag, de werktijden schrikbarend lang; woningtoestanden en hygiëne zijn om te schreien. De heer Oudegeest heeft gelijk. We zijn het allen met hem eens, dat zoowel in Nederlandsch als in Britsch-Indië de so ciale verhoudingen en toestanden om ver betering roepen. Dat er vaak een wreed kapitalisme heerscht, waartegen de strijd moet aangebonden worden, zoowel in 't belang van blanke als van bruine ar beiders. Maar de „bruine uitbuiters", die, vol gens de spreker, minstens even wreed en harteloos zijn als de „blanke kapi talisten", bewijzen, dat „verbreking van het Hollandsche juk" toch weinig waarde heeft, zooal niet gevaarlijk is voor de inlandsche bevolking. Wij ontkennen niet de fouten van Ne derlandsch bestuursbeleid in Indië; over heel veel, wat er vroeger gebeurd is, heb ben we ons diep te schamen; maar „Indië los van Holland" en dan volgens revolutionair recept, zou de bevolking wel eens kunnen brengen onder de knoet van onbarmhartige inlandsche heerschers en zonder dat een beroep gedaan kon worden op bescherming van hooger hand. Dat Indië onder Gods bestel, los kan groeien van Nederland; met die moge lijkheid willen we ongetwijfeld rekening houden. Maar dat wegneming van sociale misstanden iets te maken zou hebben met verbreking van het „Hollandsche juk", is door de redevoering op het roo de congres duidelijk weersproken. De Schachtcrisis. Da Haagsche conferentie werd gisteren voor een groot deel beheersbht, door wat genoemd werd, de „Schacht-crisis", of wil men, de houding van den presi dent der Duitsche Rijksbank, die voor niet-ingewijden niet bepaald verheffend was. De correspondent van de „N. R. Crt." vertelt er van: Schacht komt naar Den Haag, naldat hij aan zijn komst de schriftelijke mede- deeling heeft laten voorafgaan, dat hij onder de tegenwoordige omstandigheden zjjn medewerking niet meer kan verleenen bij het uitvoeren' van het plan-Young. door H. ZEEBERG. r—'O1 (Direct schreef hij het antwoord op ,pa- fr, bedrukt met firmanaam: „Mijnheer I Namens Cor moet ik u ten zeerste mijn spijt betuigen, dat uw vader zooveel tegenslag heeft gehad. Mijn zakeln zijn echter niet van lien aard, dat ik hem kan helpen. Beter ware het geweest, als ge u fechtstreeks tot een Credietbank hadt ■wend. Met achting, HERMAN ZONDERVAN. „Ziezoo, kort maar krachtig", zei hij tot zichzelf. „Daarvan zullen we voort aan wel geen hst meer hebben. „Na mens ''Cor" moest er natuurlijk wel bij, anders proieeren ze op een andere ma nier met haar iri aanraking je komen, en dat mag niet. Stel je voor, dat alles weer weid, /ooali vroeger bjj baar. Dat Dit wil zeggen, dat hij, de oppermachtige, onaantastbare president van de regeering onafhankelijke Rijksbank, weigert deel te nemen aan de oprichting van de Inter nationale Bank. De Duitsche delegatie, die natuurlijk niet onvoorbereid is op deze sensatie, neemt, nadat de eerste schrik overwonnen is, daartegenover met kalme vastberaden heid haar maatregelen. Twee dingen heeft zij op het oog: zij' zal de Pruisische Staatsbank, Seehandlung genaamd, bene vens de Reiicbskreditgesellschaft, die de vele staatsondernemingen in Duitsch- land financiert, vragen inplaats van de Rijksbank aan de vorming van de In ternationale Bank deel te nemen. Het is een .poging waarvan de uitslag on zeker is: Zullen die lichamen daartoe in staat en bereid zjjn, en zullen de andere deelnemers aan het plan-Young ermede genoegen nemen? Het andere denkbeeld is: De Duitsche bankwet te veranderen, zoodat de presi dent van 'de Rijksbank gemakkelijker dan nu het geval is, kan worden afgezet. Indertijd hebben de schuldeischers van DuitscMand de autonomie van de bank verlangd. Men meent blijkbaar, dat zij geen bezwaar zullen maken tegen een wijziging, nu zij zelf ernstigen hinder hebben gekregen van de macht, die aan den rijksbank-president is verleend. Thans blijkt echter, dat dr Schacht volstrekt niht van zins is, tegen een zoo vastberaden tegenstand den strijd uit te vechten. Bij besprekingen verklaart hij zich bereid, zich te laten dwingen tot hetgeen hij verklaard heeft, uit eigen be weging niet te zullen doen. Als men ervan verneemt, heerscht aLgemaene heb vreemding." Hoe toch is het tafereel? Schacht verklaart, de verantwoordelijk heid voor de uitvoering van het plan- Young niet meer te kunnen dragen. Hij is echter bereid zich tot deelneming te laten dwingen. Dat wil dus zeggen, dat niet langer hij, maar de regeering de bank bestuurt. De bank heeft een presi dent, die erkent, niet meer verantwoorde lijk te zijn voor bepaalde handelingen van de bank, maar die desniettemin zijn ambt niet neerlegt. Wat is er zoo over gebleven, niet alleen van de bijzondere autonomie van deze bank, maar zelfs van de gebruikelijke zelfstandigheid van een nationale circulatiebank. Intusschen is later gebleken, dat de zaak toch wel een weinig anders staat. Uit verklaringen van Dr Schacht tegen over eenigè journalisten afgelegd, bleek, dat zijn al of niet aanblijven afhangt van den inhoud van het slotprotocol en van de briefwisseling over de sancties. Is die zoo, dat zij hem verhindert zijn ambtenaarsplicht .loyaal te vervullen, dan treedt hij af. Is die inhoud echter niet al te teleurstellend voor hem, dan blijft hij in zijn ambt, al is hij dan ook nog van meening, dat de Duitsche re geering door krachtiger optreden mis schien wel meer had kunnen verkrijgen. Tegenover een der journalisten heeft Schacht duidelijk verklaard, dat ieder bankdirecteur ernstig zal moeten overwe gen, wat hem te doen staat, wanneer hij zich tegenover een situatie bevindt, zooals die waartegenover hij zelf zich thans geplaatst ziet. In antwoord op een andere vraag ant woordde hij, dat zijn besluit reeds vast staat, maar dat hij het nog niet wenscht mede te deelen. In ieder geval schijnt hij den strijd te willen voortzetten over de drie voorwaar den, welke hij in zijn brief genoemd had, namelijk: 1. aanneming van het plan-Young zoo als het oorspronkelijk was en zonder nieuwe lasten voor Duitschland; 2. geen sancties meer; 3. een voor Duitschland voordeeliger regeling van de kwestie der geliquideer de bezittingen in het Engelsche rijk. Gemeld wordt nog, dat de regeling van de niet-Duitsche vraagstukken misschien zal worden uitgesteld tot een volgende conferentie. Door 'den Gommissaris der Konin gin is aan den heer R. H. Arntzenius eer vol ontslag verleend als lid der Commissie van Toezicht op den doortocht en het vervoer van landverhuizers te Vlissingen. zou immers een schande voor mijn naam zijnl" Tegelijk met de firma-correspondentie werd de leugenbrief op de post gebracht, ging paar Friesland, waar door Klaas Jansen, z'n vrouw en z'n moeder, die in 't geheim was ingewijd, met spanning op antwoord werd gewacht En?... „Niets hoor. Ik zou me schamen. Lees maar eens." Klaas Jansen's vrouw nam den brief uit Amsterdam van haar man over en las hem. „Koeler kon het &1 niet. DM had ik toch van Cor niet verwacht." 'n Oogenblik stilte. „Zouden we het moeder zeggen?" .Natuurlijk, dat mensch brandt ook van verlangen en nieuwsgierigheid. Maar vader moet er in ieder geval niet ach ter komen, want..." „Waar achter?" Barend Jansen stond onverwachts bij hen en had de laatste woorden gehoord. Toen zei z'n zoon het maar. „We heb ben aan Cor geschreven", aarzelde hïj en hield op. „En..." Verlangen klonk uit de oogeu van den ouden Jansen. HQ had het niet willen Provinciale Staten van Zeeland. Bij Kon. besl. is machtiging verleend aan den Commissaris der Ko ningin in de provincie Zeeland, tot het bijeenroepen van de Staten dier provin cie in buitengewone zitting in den loop der maand Januari of Februari 1930. Jeugdige avonturiers. Eind December ontdekte een inwoner te 'sH, Aiendskerke bijl zijin thuiskomst na een afwezigheid van enkele dagen dat bij hora was ingebroken en dat men uit een in een woonvertrek staande kleerkast, na deze te hebben geforceerd, een bedrag van ongeveer f100 had weggenomen. Al ras viel de verdenking op een buurjongen van den bestolene te meer waar deze eenig;e dagen te voren het dorp- had verlaten met een kameraad en beiden sindsdien onvindbaar waren. De politie stelde een onderzoek in, doch het mocht haar niet gelukken de verblijfplaats van de jongens op te sporen. Gisteren zijb ze echter beiden in de ouderlijke wo ning teruggekeerd en na aan een verhoor te zijn onderworpen, bekende de 19-jarige H. de inbraak en ontvreemding te hebben gepleegd, waarna hij' met zijn kameraad in verschillende streken van ons land aan hot zwerven was geraakt en inmid dels het ontvreemde geld had opgemaakt. H. is door de politie .aangehouden. Identiteit vastgesteld. Men zal zich nog wel herinneren dat op 11 November 1.1. in een hotel te Sluis, op een hotelkamer werd aangetroffen het lijk van een man, die zooals het on derzoek naderhand uitmaakte, tengevolge van vergiftiging was om het leven geko men, en waarvan de identiteit niet kon worden vastgesteld. Uit een ingesteld onderzoek is door de Parijsche recherche ontdekt dat de overledene was een aldaar woonachtige tandarts. De Egypte-zending in Wes- teljjk Z.-V laander en. Nadat de heer F. P. de Haan van Heemstede Zondag morgen te Groede en Zondagavond te Bieskens, beide malen in de Ned. Herv. Kerk, gesproken had over: „De beloften Gods omtrent Egypte" (Jes. 19:21), hield hij Maandagavond een lichtbeeldenavond in het gymnastieklokaal te Cadzand. Er wa3 een goede opkomst en groote belangstelling voor de lezing over het onderwerp „Oud en nieuw Egypte", die met ongeveer 75 mooie, scherpe plaatjes verduidelijkt werd. De collecte, die bijl den uitgang gehou den werd, bracht (met inbegrip van een paar aanvullingen) f26.11 op. Naar we vernemen bestaat het voor hemen, om ook te Sluis en te Nieuw- vliet lezingen met lichtbeelden te houden, resp. op Donderdag 6 en Vrijdag 7 Febr. a.s., terwijl ook overwogen wordt, te Oostburg een samenkomst, hetzij1 met of zonder lichtbeelden, te organiseeren. Propaganda voor „Pa t r i- m o n i u m". Naar wij vernemen, zal de heer K. Vingerling te Zuidland, in op dracht van het Verhondsbestuur en in samenwerking met het Bestuur der Ge westelijke organisatie, eind deze en begin volgende maand een speciale propaganda campagne voor „Patrimonium" in Zee land voeren. In verschillende gemeenten zal hij besprekingen voeren met de voor aanstaande personen ter plaatse en in openbare vergaderingen beginsel en doel van „Patrimonium" uiteenzetten. Middelburg. 'Het geheime rap port. De „Midd. 'Crt." schrijft aan ons adres: „Het rapport van het Bestuur over de brandweer, waarvan reeds lang een af schrift in ons archief berustte, was niet geheim, zooals de voorzitter over dat be stuur meedeelde. Het is door B. en W. na ontvangst „geheim verklaard". Dat raakt het Brandweerbestuur mogelijk wel ons echter niet". Onze collega moet natuurlijk weten, welke opvattingen hij er op na houdt. De bovenbedoelde is er een van een eigen aardig soort en getuigt zeker niet van reverentie tegenover B. en W., welk col lege toch zeker het best in staat geacht mag worden te beoordeelen, of geheim houding van een of ander rapport in het belang der gemeente is. De kwalificatie van de uitlating: „dat raakt ons niet", laten wij1 liever aan de lezers over. zeggen, maar zélf had hjf op het punt gestaan, haar te schrijven. „We kregen dit antwoord." Het klein-koele briefje werd helm g)et- geven. Het trilde in Jansen's banden. „Ook dót nog", kreunde bij. „Nu heb ik Cor geheel verloren I Ze spreekt niet meer van mijn vader, uw vader staat er in". Tranen biggelden over z'n wangen. III. „Wat is er?" Herman Zondervan vroeg Tiet half sla perig. Hij was laat thuis gekomen, zoo als maar al te vaak gebeurde. Vóór zijn bed stond zjjn vrouw, ang- stig-starendWakker geschud had .zij hem. Het ging moeilijk, hem ontwaakt te krijgen uit zjjn halven roes. „Wat is er?" Half wrevelig kwam het er uit. Maar toen hjj haar stem hoorde, werd hij hel derder. „Herman, kom d'r een3 uit. Cor is zoo ziek. Ik vrees, dat ze sterft." Het was de angst, de ontzettende moe derangst, die haar zooi deed spreken. „Wat?" „Zij heeft mij geroepen en vroeg om water. Ze is koortsig. Ik ben zoo bang." Goes. Uitbreiding Rjfks Land bouw Wint er school. Naar de Di recteur der R. L. W. S. gisteren in de ver gadering van omd-leerlingen dier schoo) mededeelde, is toezegging ontvangen, dat van regeerinjgswege een beduidend crediet zal worden beschikbaar gesteld om de R. L. W. S. meer aan te passen aan de meerdere behoeften 'in de land- en tuinf) ouwpractijk. In den loop van dit jaar zal het kan toor van den rijfestuinboruwcansulent, den heer Van der Plassche, van diens woning naar de Landbouwschool wiorck r overge bracht. D'hr v. d. Plassche heeft toegezegd, dat hij het aantal lessen aan de R. L. W. S. zal verdubbelen, zoodat bij het onderwijs meer aandacht aan den tuin bouw zal w'orden geschonken. Ook is %au r^geeringswege toezegging gedaan, dat in 1931 volor Zeeland een assistent-rijkstu'inboiawconsulent zal wor den aangesteld, die zich meer speciaal aan het tuinbonw-onderwijb zal kunnen geven. De heer Stevens deelde verder melde, dat de jongelui, die het gewone diploma der school hebben gekregen, nog een winter kunnen terugkomen om! zich te be kwamen in den tuinbouw en concludeerde uiit een en ander, dat de Directie van den Landbouw op verheugende wijze heeft blijk gegeven, oiok aan Zeeland te denken. Kapelle. Daartoe vanwege de Land- bouwvereeniging uitgenoodigd trad in de zaal van Mej. Hanson op de Rijksland- bouwconsulent Ir. Stevens met het onder werp: Ziekten in Uiengewassen. Ingeleid door den voorzitter der vereeni- ging J. Wabefce begon spr. allereerst te wijzen op het speculatieve van dit gewas, rijke oogsten en schrale wisselen af. Oude juinboeren zeggen elk jaar zaplen, eens in de 10 jaar ben je goed. 1927 en 1928 zijn goede jaren geweest en zoo is men er toe gekomen om op plaatsen uien te zaaien waar men die vroeger zeldzaam aantrof. Spr. noemt Zeeuwsch Vlaande ren. Volgens de laatste opgaaf werden in Zeeland gezaaid 1657 H.A., in geheel Ne derland in totaal 3877 H.A. Spr. noemt de Ui als zeer oud, ook de 'Bijbel spreekt er van. In Egypte vindt men er gewag van gemaakt in oude oorkonden. Daar is de uienteelt nog aanzienlijk. Ook in Span je en Portugal wordt veel verbouwd. De soort is prima en de verpakking wat men noemt. Willen wij uitvoeren en daar kun nen wij niet buiten zoo hebben wij, willen we niet verdrongen worden van He we reldmarkt, te zorgen voor goede kwaliteit en prima sortement. Al is de Ui een oud cultuurgewas toch is zij niet van ziekten gevrijwaard, 't allereerst werd het oog gericht op de kroefziekte. In dep breede werd .de le venswijze van het uienaaltje geteekend en zijn vernielingswerk, boe klein het diertje ook (is. Het moeilijke van bestrijding werd aangetoond. Spr. wijst op het non chalante van omgaan met uienrestem, al- temaal dingen die de ziekten helpen be vorderen. Niet genoeg kan spr. "bier waar schuwen om toch oordeelkundig te werk te gaan. De tuinders geven hier voorbeeld om alles wat niet goed is te verbranden. Ook bij de uienvlieg en haar leefwijze, de zweefvlieg, de valsche meeldauw, brand enz. werd stilgestaan. Het was zeker voor velen een leerrijke avond. Verschillende vragen werden ge steld en ten genoege beantwoord. Oudelande. De Vereeniging van oud- leerlingen van land- en tuinbouwcursus- pen legde in 1929 een proefveld aan, dat het eerste bedoelt te zjjn van een reeks van drie, om pootgoed van aard appelen van verschillende herkomst te vergelijken op achteruitgang wat ziekte betreft. A1 de poters waren afkomstig uit Friesland. Doch de eene partij ge keurd onder controle van de Friesche Maatschappij van Landbouw (de Z. P. C.) en do andere geleverd door den beer Koojj en gekeurd door het keuringsinsti- tuut voor zaaizaden (de K. I. Z.). De zen zomer was de uitslag, dat het eerste gewas 2,5 pCt. en bet tweede 0,3 pCt, zieke planten, meest topbonte, telde en de opbrengst verschilde bij beide heel weinig. Volgenden zomer hoopt de ver eeniging weer strenge selectie toe te pas sen 'en nauwkeurige gegevens te verzame len over de dan aangetaste planten. Hij zag haar staan, trillend. En hij sprak vriendelijker dan anders: „Kom, kom, .zoo erg zal het niet zjjn. Ik kom, hoor". Heen ging zij weer, naar het bedje van haar meisje De koorts was hooger geworden Hoogrood was bet gezichtje, gedoken in het kussen, nat van het zweet. Heel spoedig kwam Herman. Hij zag gauw dat het hier niet een gewone on gesteldheid gold. „Ik zal den dokter halen", zei hij vast beraden. „Wat moet ik doen?" vroeg z'n vrouw. „Voorloopig niets dan koude kompres- sen. Ik zal gauw terug zjjn. De dokter woont niet ver." HQ ging heen. In doodsangst bleef de moeder achter. Dacht na,Ja, een paar dagen was Cor al niet „lekker" geweest, 'heelemaal geen eetlust en zoo „hangerig". Dat was zij .niet gewoon van haar levenslustig meisje. Zij had wel vlagen van stil zjjn, nadenkend als zjj was. Maar zóó was het kind nog nooit geweest! De dienstbode bad gezegd, dat Cor niet goed was. Zjj had er niet ernstig over nagedacht Het zou wel losloopen. Het kind dacht zeker nog over wat zjj verleden week had meegemaakt Op. een Borsselen. In de vergadering van den Dijkraad van den Calamiteuzenpolder Borsselen werden benoemd als afgevaar digden naar den Raad van State de hee- ren E. A. van de Bent en P. Warren. Het betrof hier de bekende kwestie der dijksverhooging, waarover men in hooger beroep is gegaan. Kruinlngen. Maandagavond vergaderde de Kolenbond „de Nieuwstraat" in de zaal van dhr C. v. Strien. Aanwezig wa ren 42 leden. Uit 'het verslag en de re kening bleek dat de vereeniging 120 le den telt met 138 aandeel en. Verhandeld werden in 1929 3523 H.L. steenkolen en 3400 sloffen. Per lid werden voor de contributie ver strekt 18 H.L. steenkolen. De uitgaven bedroegen f5020.56, de in komsten f4917.30, met een nadeelig saldo dus van f 103.26, waartegenover staat plm. 300 H.L. steenkolen in de bergplaats. Tot secretaris werd gekozen -dhr Ph. Meijaard in de plaats van Jao. Lavooijl, die 16 jaar deze functie met ijver heeft waargenomen en daarvoor den welver dienden dank der vergadering ontving. Als bestuurslid werd herkozen M. Won- dergem, en gekozen in de plaats van dhr P. Zwartepoorte die overleden is, dhr E. Wiskerke. Waarde- Maandagavond hield' het zie kenfonds .onderlinge hulp alhier zijn jaar- lijksche vergadering onder voorzitterschap van den heer M. de Leeuw. Zij! werd bijl- gewoond door 56 van de 64 leden. Uit de rekening van den penningmeester bleek dat de inkomsten bedroegen f395.63, en de uitgaven f341.05, alzoo een goed slot van f 54.58. Het aftredende bestuurslid da heer M. de Leeuw werd met groots meerderheid van stemmen herkozen. Met het oog op de a.s. Ziektewet werd be sloten nog voorloopig eien jaar op denzelf den voet voort te gaan. Arnemuiden. In de afgeloopen bieten campagne 1929, zijn op de oude weeg brug gewogen: 2.178.162 K.G. bieten en 75.295 K.G. pulp. Idem op de Coöperatieve weegbrug: 99.331 K.G. pulp en 2.148.790 K.G. bie ten. De opbrengst visschersbusjes bedroeg in de Ned. Herv. kerk f 338, terwijl de opbrengst uit de gemeente bedroeg f 313. De opbrengst der busjes in de Geref. kerk bedroeg f 67,15. Ongelukken. De arbeider S. te Munnekeburen is tengevolge van de duis ternis te water geraakt en verdronken. l Te Gennep is de motorrijder "L., die te Ottexsum met zijn motor over den kop sloeg, aan de gevolgen overleden. L. was 38 jaar gehuwd en vader van twee kin deren. Den vijfden december j.l. werd de 25-jarige Rotterdammer J. v. d. G. te Haarlem door een auto aangereden waardoor zjjn been verbrijzeld werd en! moest worden afgezet. Het slachtoffer is thans in de Mariarstichting te Haarlem overleden. .7 De djjkverzakking bij Moor drecht. Gisteren is bet verkeer op de lijn Rotterdam—Gouda over, van Rotter dam uit gerekend opgaand spoor ge- leid. Den gebeelen dag is men met het herstel van het afgaand spoor tUsschenj Nieuwerkerk'en Moordrecht bezig geweest. De dijk blijft, zjj het weinig, verzakken» zoodat, dus bet verkeer over de-ze lijn nog uitgesloten is. Er worden nog voortdu rend zandtreinen aangevoerd. In totaal is er nu ruim 2000 kub. M. zand in den „put" gestort. Polder overstroomd. Door den hoo'gen stand der Zuiderzee is gis teravond de polder IJdoorn bij; Amster dam overstroomd. Chauffeur lafhartig ver moord. Een misdrijf, met onmensche- lijto koelbloedigheid uitgevoerd, heeft Maandagavond buiten Parijs op den weg naar Straatsburg plaats gevonden. Een Parijisch taxi-chauffeur werd op een der Parijsche boulevards door een jongeman, die vergezeld was door een jonae vrouw, aangeroepen met het verzoek, hen naar Stra atsburg te willen brengen. E enig e kilometers voorbjj de vliegbiaven van Le Bourget liet de man den wagen halt honden, stapte uit, en verzocht den chauf feur, met hem eenige stappen den weg oip te gaan, terwijl de jonge vrouw in Zondagmiddag Herman was uit was zij met haar broertje thuis gekomen, op het gezichtje een hoogïoode kleur. „Moeder", bad zjj gezegd, „als we zóó blijven leven, komen we nooit in (den hemel." In mekaar bad zij de handen geslagen van verbazingjamisschien ook wel vanwroeging. „Wat kraam-je nu voor onzin uit?" had zjj gevraagd. En toen was het gekomen: Met d'r tweetjes waren ze, met verschillende ant- dere kinderen, een zaal binnengeloopen. Daar vertelde een juffrouw, die zei, dat alle menschen zondaars waren; dat ze moesten bidden om vergeving tot God. „Maar dat doen we hier toch nooit", had zjj gevraagd. „Moe, we bidden hier toch nooit?" En iets later weer: „Moe, ik dacht, dat God een kwaad mensch was, want als vader boos is, zegt hjj ook wel eens God en nog veel meer. Maar da juffrouw zegt dat God goed is. Mote, waarom biddetoi we nooit?" „Dat weet ik niet, hoor. Dat is niet voior kinderen," had zij maar gezegd, om er af te komen'. I (Wordt vervolgd.) i ui_LJ

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1930 | | pagina 5