DE ZEEUW
Van bedriegelijke schittering
TWEEDE BLAD.
Uit de Pers.
De Tweede Haagsche Conferentie.
FEUILLETON
Uit de Provincie.
Gemengd Nieuws.
VAM
WOENSDAG 15 JAN. 1930. No. 89.
Innerlijke tegenspraak.
Wij lezen in de Rotterdammer:
Met de zelfgenoegzaamheid, welke zijn
redevoeringen kenmerken, heeft de par
tijvoorzitter der S. D. A. P. Zaterdag ge
sproken over de vrijmaking der Indone
siërs. Alle heil is natuurlijk te verwach
ten van zijn partij, die recht op haar doel
afgaat en dat doel zal bereiken, ondanks
„het geraas der burgerlijke pers", die het
kapitalisme, dat zijn prooi niet los wil
laten, slaafsche diensten bewijst.
Men kent het roode lied en de revolu
tionaire wijs.
De hoorders, die bij misverstanden en
vergissingen, ja zelfs bij anarchistische
avonturen zijn grootgebracht (waarover de
heer Oudegeest merkwaardige dingen zou
kunnen vertellen) hebben natuurlijk
niets gemerkt van de innerlijke tegen
spraak waaraan de rede leed.
En toch heeft de spreker ze duidelijk
gedemonstreerd.
Naast de leuze toch over de bevrijding
van Indonesië (de naam houdt reeds een
program in) en de verbreking van het
Hollandsche juk, constateerde de heer
Oudegeest een teleurstellend verschijn
sel.
Engelsch-Indië, zoo verklaarde hij
staat dichter bij het stadium van een
zelfstandig volksbestaan. De inheemsche
bezitters wisten zich met economische
middelen vrij te maken, maar... zijn nu
tegenover hun rasgenooten even harteloo-
ze uitbuiters geworden als de blanke
uitbuiters waren. De loonen zijn schan
delijk laag, de werktijden schrikbarend
lang; woningtoestanden en hygiëne zijn
om te schreien.
De heer Oudegeest heeft gelijk. We zijn
het allen met hem eens, dat zoowel in
Nederlandsch als in Britsch-Indië de so
ciale verhoudingen en toestanden om ver
betering roepen. Dat er vaak een wreed
kapitalisme heerscht, waartegen de strijd
moet aangebonden worden, zoowel in 't
belang van blanke als van bruine ar
beiders.
Maar de „bruine uitbuiters", die, vol
gens de spreker, minstens even wreed
en harteloos zijn als de „blanke kapi
talisten", bewijzen, dat „verbreking van
het Hollandsche juk" toch weinig waarde
heeft, zooal niet gevaarlijk is voor de
inlandsche bevolking.
Wij ontkennen niet de fouten van Ne
derlandsch bestuursbeleid in Indië; over
heel veel, wat er vroeger gebeurd is, heb
ben we ons diep te schamen; maar
„Indië los van Holland" en dan volgens
revolutionair recept, zou de bevolking
wel eens kunnen brengen onder de knoet
van onbarmhartige inlandsche heerschers
en zonder dat een beroep gedaan kon
worden op bescherming van hooger hand.
Dat Indië onder Gods bestel, los kan
groeien van Nederland; met die moge
lijkheid willen we ongetwijfeld rekening
houden. Maar dat wegneming van sociale
misstanden iets te maken zou hebben
met verbreking van het „Hollandsche
juk", is door de redevoering op het roo
de congres duidelijk weersproken.
De Schachtcrisis.
Da Haagsche conferentie werd gisteren
voor een groot deel beheersbht, door
wat genoemd werd, de „Schacht-crisis",
of wil men, de houding van den presi
dent der Duitsche Rijksbank, die voor
niet-ingewijden niet bepaald verheffend
was.
De correspondent van de „N. R. Crt."
vertelt er van:
Schacht komt naar Den Haag, naldat
hij aan zijn komst de schriftelijke mede-
deeling heeft laten voorafgaan, dat hij
onder de tegenwoordige omstandigheden
zjjn medewerking niet meer kan verleenen
bij het uitvoeren' van het plan-Young.
door
H. ZEEBERG.
r—'O1
(Direct schreef hij het antwoord op ,pa-
fr, bedrukt met firmanaam:
„Mijnheer I
Namens Cor moet ik u ten zeerste
mijn spijt betuigen, dat uw vader
zooveel tegenslag heeft gehad.
Mijn zakeln zijn echter niet van
lien aard, dat ik hem kan helpen.
Beter ware het geweest, als ge u
fechtstreeks tot een Credietbank hadt
■wend.
Met achting,
HERMAN ZONDERVAN.
„Ziezoo, kort maar krachtig", zei hij
tot zichzelf. „Daarvan zullen we voort
aan wel geen hst meer hebben. „Na
mens ''Cor" moest er natuurlijk wel bij,
anders proieeren ze op een andere ma
nier met haar iri aanraking je komen,
en dat mag niet. Stel je voor, dat alles
weer weid, /ooali vroeger bjj baar. Dat
Dit wil zeggen, dat hij, de oppermachtige,
onaantastbare president van de regeering
onafhankelijke Rijksbank, weigert deel te
nemen aan de oprichting van de Inter
nationale Bank.
De Duitsche delegatie, die natuurlijk
niet onvoorbereid is op deze sensatie,
neemt, nadat de eerste schrik overwonnen
is, daartegenover met kalme vastberaden
heid haar maatregelen. Twee dingen heeft
zij op het oog: zij' zal de Pruisische
Staatsbank, Seehandlung genaamd, bene
vens de Reiicbskreditgesellschaft, die de
vele staatsondernemingen in Duitsch-
land financiert, vragen inplaats van de
Rijksbank aan de vorming van de In
ternationale Bank deel te nemen. Het
is een .poging waarvan de uitslag on
zeker is: Zullen die lichamen daartoe
in staat en bereid zjjn, en zullen de
andere deelnemers aan het plan-Young
ermede genoegen nemen?
Het andere denkbeeld is: De Duitsche
bankwet te veranderen, zoodat de presi
dent van 'de Rijksbank gemakkelijker dan
nu het geval is, kan worden afgezet.
Indertijd hebben de schuldeischers van
DuitscMand de autonomie van de bank
verlangd. Men meent blijkbaar, dat zij
geen bezwaar zullen maken tegen een
wijziging, nu zij zelf ernstigen hinder
hebben gekregen van de macht, die aan
den rijksbank-president is verleend.
Thans blijkt echter, dat dr Schacht
volstrekt niht van zins is, tegen een
zoo vastberaden tegenstand den strijd uit
te vechten. Bij besprekingen verklaart hij
zich bereid, zich te laten dwingen tot
hetgeen hij verklaard heeft, uit eigen be
weging niet te zullen doen. Als men
ervan verneemt, heerscht aLgemaene heb
vreemding."
Hoe toch is het tafereel?
Schacht verklaart, de verantwoordelijk
heid voor de uitvoering van het plan-
Young niet meer te kunnen dragen. Hij
is echter bereid zich tot deelneming te
laten dwingen. Dat wil dus zeggen, dat
niet langer hij, maar de regeering de
bank bestuurt. De bank heeft een presi
dent, die erkent, niet meer verantwoorde
lijk te zijn voor bepaalde handelingen
van de bank, maar die desniettemin zijn
ambt niet neerlegt. Wat is er zoo over
gebleven, niet alleen van de bijzondere
autonomie van deze bank, maar zelfs van
de gebruikelijke zelfstandigheid van een
nationale circulatiebank.
Intusschen is later gebleken, dat de
zaak toch wel een weinig anders staat.
Uit verklaringen van Dr Schacht tegen
over eenigè journalisten afgelegd, bleek,
dat zijn al of niet aanblijven afhangt
van den inhoud van het slotprotocol en
van de briefwisseling over de sancties.
Is die zoo, dat zij hem verhindert zijn
ambtenaarsplicht .loyaal te vervullen,
dan treedt hij af. Is die inhoud echter
niet al te teleurstellend voor hem, dan
blijft hij in zijn ambt, al is hij dan ook
nog van meening, dat de Duitsche re
geering door krachtiger optreden mis
schien wel meer had kunnen verkrijgen.
Tegenover een der journalisten heeft
Schacht duidelijk verklaard, dat ieder
bankdirecteur ernstig zal moeten overwe
gen, wat hem te doen staat, wanneer
hij zich tegenover een situatie bevindt,
zooals die waartegenover hij zelf zich
thans geplaatst ziet.
In antwoord op een andere vraag ant
woordde hij, dat zijn besluit reeds vast
staat, maar dat hij het nog niet wenscht
mede te deelen.
In ieder geval schijnt hij den strijd te
willen voortzetten over de drie voorwaar
den, welke hij in zijn brief genoemd
had, namelijk:
1. aanneming van het plan-Young zoo
als het oorspronkelijk was en zonder
nieuwe lasten voor Duitschland;
2. geen sancties meer;
3. een voor Duitschland voordeeliger
regeling van de kwestie der geliquideer
de bezittingen in het Engelsche rijk.
Gemeld wordt nog, dat de regeling van
de niet-Duitsche vraagstukken misschien
zal worden uitgesteld tot een volgende
conferentie.
Door 'den Gommissaris der Konin
gin is aan den heer R. H. Arntzenius eer
vol ontslag verleend als lid der Commissie
van Toezicht op den doortocht en het
vervoer van landverhuizers te Vlissingen.
zou immers een schande voor mijn naam
zijnl"
Tegelijk met de firma-correspondentie
werd de leugenbrief op de post gebracht,
ging paar Friesland, waar door Klaas
Jansen, z'n vrouw en z'n moeder, die
in 't geheim was ingewijd, met spanning
op antwoord werd gewacht
En?...
„Niets hoor. Ik zou me schamen. Lees
maar eens."
Klaas Jansen's vrouw nam den brief
uit Amsterdam van haar man over en
las hem.
„Koeler kon het &1 niet. DM had ik
toch van Cor niet verwacht."
'n Oogenblik stilte.
„Zouden we het moeder zeggen?"
.Natuurlijk, dat mensch brandt ook van
verlangen en nieuwsgierigheid. Maar
vader moet er in ieder geval niet ach
ter komen, want..."
„Waar achter?"
Barend Jansen stond onverwachts bij
hen en had de laatste woorden gehoord.
Toen zei z'n zoon het maar. „We heb
ben aan Cor geschreven", aarzelde hïj
en hield op.
„En..."
Verlangen klonk uit de oogeu van den
ouden Jansen. HQ had het niet willen
Provinciale Staten van
Zeeland. Bij Kon. besl. is machtiging
verleend aan den Commissaris der Ko
ningin in de provincie Zeeland, tot het
bijeenroepen van de Staten dier provin
cie in buitengewone zitting in den loop
der maand Januari of Februari 1930.
Jeugdige avonturiers. Eind
December ontdekte een inwoner te 'sH,
Aiendskerke bijl zijin thuiskomst na een
afwezigheid van enkele dagen dat bij
hora was ingebroken en dat men uit een
in een woonvertrek staande kleerkast, na
deze te hebben geforceerd, een bedrag
van ongeveer f100 had weggenomen. Al
ras viel de verdenking op een buurjongen
van den bestolene te meer waar deze
eenig;e dagen te voren het dorp- had
verlaten met een kameraad en beiden
sindsdien onvindbaar waren. De politie
stelde een onderzoek in, doch het mocht
haar niet gelukken de verblijfplaats van
de jongens op te sporen. Gisteren zijb
ze echter beiden in de ouderlijke wo
ning teruggekeerd en na aan een verhoor
te zijn onderworpen, bekende de 19-jarige
H. de inbraak en ontvreemding te hebben
gepleegd, waarna hij' met zijn kameraad
in verschillende streken van ons land
aan hot zwerven was geraakt en inmid
dels het ontvreemde geld had opgemaakt.
H. is door de politie .aangehouden.
Identiteit vastgesteld. Men
zal zich nog wel herinneren dat op 11
November 1.1. in een hotel te Sluis, op
een hotelkamer werd aangetroffen het
lijk van een man, die zooals het on
derzoek naderhand uitmaakte, tengevolge
van vergiftiging was om het leven geko
men, en waarvan de identiteit niet kon
worden vastgesteld.
Uit een ingesteld onderzoek is door
de Parijsche recherche ontdekt dat de
overledene was een aldaar woonachtige
tandarts.
De Egypte-zending in Wes-
teljjk Z.-V laander en. Nadat de heer
F. P. de Haan van Heemstede Zondag
morgen te Groede en Zondagavond te
Bieskens, beide malen in de Ned. Herv.
Kerk, gesproken had over: „De beloften
Gods omtrent Egypte" (Jes. 19:21), hield
hij Maandagavond een lichtbeeldenavond
in het gymnastieklokaal te Cadzand.
Er wa3 een goede opkomst en groote
belangstelling voor de lezing over het
onderwerp „Oud en nieuw Egypte", die
met ongeveer 75 mooie, scherpe plaatjes
verduidelijkt werd.
De collecte, die bijl den uitgang gehou
den werd, bracht (met inbegrip van een
paar aanvullingen) f26.11 op.
Naar we vernemen bestaat het voor
hemen, om ook te Sluis en te Nieuw-
vliet lezingen met lichtbeelden te houden,
resp. op Donderdag 6 en Vrijdag 7 Febr.
a.s., terwijl ook overwogen wordt, te
Oostburg een samenkomst, hetzij1 met of
zonder lichtbeelden, te organiseeren.
Propaganda voor „Pa t r i-
m o n i u m". Naar wij vernemen, zal de
heer K. Vingerling te Zuidland, in op
dracht van het Verhondsbestuur en in
samenwerking met het Bestuur der Ge
westelijke organisatie, eind deze en begin
volgende maand een speciale propaganda
campagne voor „Patrimonium" in Zee
land voeren. In verschillende gemeenten
zal hij besprekingen voeren met de voor
aanstaande personen ter plaatse en in
openbare vergaderingen beginsel en doel
van „Patrimonium" uiteenzetten.
Middelburg. 'Het geheime rap
port. De „Midd. 'Crt." schrijft aan ons
adres:
„Het rapport van het Bestuur over de
brandweer, waarvan reeds lang een af
schrift in ons archief berustte, was niet
geheim, zooals de voorzitter over dat be
stuur meedeelde. Het is door B. en W.
na ontvangst „geheim verklaard".
Dat raakt het Brandweerbestuur mogelijk
wel ons echter niet".
Onze collega moet natuurlijk weten,
welke opvattingen hij er op na houdt. De
bovenbedoelde is er een van een eigen
aardig soort en getuigt zeker niet van
reverentie tegenover B. en W., welk col
lege toch zeker het best in staat geacht
mag worden te beoordeelen, of geheim
houding van een of ander rapport in het
belang der gemeente is.
De kwalificatie van de uitlating: „dat
raakt ons niet", laten wij1 liever aan de
lezers over.
zeggen, maar zélf had hjf op het punt
gestaan, haar te schrijven.
„We kregen dit antwoord."
Het klein-koele briefje werd helm g)et-
geven. Het trilde in Jansen's banden.
„Ook dót nog", kreunde bij. „Nu heb
ik Cor geheel verloren I Ze spreekt niet
meer van mijn vader, uw vader staat
er in".
Tranen biggelden over z'n wangen.
III.
„Wat is er?"
Herman Zondervan vroeg Tiet half sla
perig. Hij was laat thuis gekomen, zoo
als maar al te vaak gebeurde.
Vóór zijn bed stond zjjn vrouw, ang-
stig-starendWakker geschud had .zij
hem. Het ging moeilijk, hem ontwaakt
te krijgen uit zjjn halven roes.
„Wat is er?"
Half wrevelig kwam het er uit. Maar
toen hjj haar stem hoorde, werd hij hel
derder.
„Herman, kom d'r een3 uit. Cor is
zoo ziek. Ik vrees, dat ze sterft."
Het was de angst, de ontzettende moe
derangst, die haar zooi deed spreken.
„Wat?"
„Zij heeft mij geroepen en vroeg om
water. Ze is koortsig. Ik ben zoo bang."
Goes. Uitbreiding Rjfks Land
bouw Wint er school. Naar de Di
recteur der R. L. W. S. gisteren in de ver
gadering van omd-leerlingen dier schoo)
mededeelde, is toezegging ontvangen, dat
van regeerinjgswege een beduidend crediet
zal worden beschikbaar gesteld om de
R. L. W. S. meer aan te passen aan
de meerdere behoeften 'in de land- en
tuinf) ouwpractijk.
In den loop van dit jaar zal het kan
toor van den rijfestuinboruwcansulent, den
heer Van der Plassche, van diens woning
naar de Landbouwschool wiorck r overge
bracht.
D'hr v. d. Plassche heeft toegezegd,
dat hij het aantal lessen aan de R. L.
W. S. zal verdubbelen, zoodat bij het
onderwijs meer aandacht aan den tuin
bouw zal w'orden geschonken.
Ook is %au r^geeringswege toezegging
gedaan, dat in 1931 volor Zeeland een
assistent-rijkstu'inboiawconsulent zal wor
den aangesteld, die zich meer speciaal
aan het tuinbonw-onderwijb zal kunnen
geven.
De heer Stevens deelde verder melde,
dat de jongelui, die het gewone diploma
der school hebben gekregen, nog een
winter kunnen terugkomen om! zich te be
kwamen in den tuinbouw en concludeerde
uiit een en ander, dat de Directie van
den Landbouw op verheugende wijze
heeft blijk gegeven, oiok aan Zeeland te
denken.
Kapelle. Daartoe vanwege de Land-
bouwvereeniging uitgenoodigd trad in de
zaal van Mej. Hanson op de Rijksland-
bouwconsulent Ir. Stevens met het onder
werp: Ziekten in Uiengewassen.
Ingeleid door den voorzitter der vereeni-
ging J. Wabefce begon spr. allereerst te
wijzen op het speculatieve van dit gewas,
rijke oogsten en schrale wisselen af. Oude
juinboeren zeggen elk jaar zaplen, eens
in de 10 jaar ben je goed. 1927 en 1928
zijn goede jaren geweest en zoo is men
er toe gekomen om op plaatsen uien te
zaaien waar men die vroeger zeldzaam
aantrof. Spr. noemt Zeeuwsch Vlaande
ren.
Volgens de laatste opgaaf werden in
Zeeland gezaaid 1657 H.A., in geheel Ne
derland in totaal 3877 H.A. Spr. noemt
de Ui als zeer oud, ook de 'Bijbel spreekt
er van. In Egypte vindt men er gewag
van gemaakt in oude oorkonden. Daar is
de uienteelt nog aanzienlijk. Ook in Span
je en Portugal wordt veel verbouwd. De
soort is prima en de verpakking wat men
noemt. Willen wij uitvoeren en daar kun
nen wij niet buiten zoo hebben wij, willen
we niet verdrongen worden van He we
reldmarkt, te zorgen voor goede kwaliteit
en prima sortement.
Al is de Ui een oud cultuurgewas
toch is zij niet van ziekten gevrijwaard,
't allereerst werd het oog gericht op de
kroefziekte. In dep breede werd .de le
venswijze van het uienaaltje geteekend en
zijn vernielingswerk, boe klein het diertje
ook (is. Het moeilijke van bestrijding
werd aangetoond. Spr. wijst op het non
chalante van omgaan met uienrestem, al-
temaal dingen die de ziekten helpen be
vorderen. Niet genoeg kan spr. "bier waar
schuwen om toch oordeelkundig te werk
te gaan. De tuinders geven hier voorbeeld
om alles wat niet goed is te verbranden.
Ook bij de uienvlieg en haar leefwijze,
de zweefvlieg, de valsche meeldauw,
brand enz. werd stilgestaan.
Het was zeker voor velen een leerrijke
avond. Verschillende vragen werden ge
steld en ten genoege beantwoord.
Oudelande. De Vereeniging van oud-
leerlingen van land- en tuinbouwcursus-
pen legde in 1929 een proefveld aan,
dat het eerste bedoelt te zjjn van een
reeks van drie, om pootgoed van aard
appelen van verschillende herkomst te
vergelijken op achteruitgang wat ziekte
betreft. A1 de poters waren afkomstig
uit Friesland. Doch de eene partij ge
keurd onder controle van de Friesche
Maatschappij van Landbouw (de Z. P.
C.) en do andere geleverd door den beer
Koojj en gekeurd door het keuringsinsti-
tuut voor zaaizaden (de K. I. Z.). De
zen zomer was de uitslag, dat het eerste
gewas 2,5 pCt. en bet tweede 0,3 pCt,
zieke planten, meest topbonte, telde en
de opbrengst verschilde bij beide heel
weinig. Volgenden zomer hoopt de ver
eeniging weer strenge selectie toe te pas
sen 'en nauwkeurige gegevens te verzame
len over de dan aangetaste planten.
Hij zag haar staan, trillend. En hij
sprak vriendelijker dan anders: „Kom,
kom, .zoo erg zal het niet zjjn. Ik kom,
hoor".
Heen ging zij weer, naar het bedje
van haar meisje
De koorts was hooger geworden
Hoogrood was bet gezichtje, gedoken
in het kussen, nat van het zweet.
Heel spoedig kwam Herman. Hij zag
gauw dat het hier niet een gewone on
gesteldheid gold.
„Ik zal den dokter halen", zei hij vast
beraden.
„Wat moet ik doen?" vroeg z'n vrouw.
„Voorloopig niets dan koude kompres-
sen. Ik zal gauw terug zjjn. De dokter
woont niet ver."
HQ ging heen.
In doodsangst bleef de moeder achter.
Dacht na,Ja, een paar dagen was
Cor al niet „lekker" geweest, 'heelemaal
geen eetlust en zoo „hangerig". Dat was
zij .niet gewoon van haar levenslustig
meisje. Zij had wel vlagen van stil zjjn,
nadenkend als zjj was. Maar zóó was het
kind nog nooit geweest! De dienstbode
bad gezegd, dat Cor niet goed was. Zjj
had er niet ernstig over nagedacht Het
zou wel losloopen.
Het kind dacht zeker nog over wat zjj
verleden week had meegemaakt Op. een
Borsselen. In de vergadering van den
Dijkraad van den Calamiteuzenpolder
Borsselen werden benoemd als afgevaar
digden naar den Raad van State de hee-
ren E. A. van de Bent en P. Warren.
Het betrof hier de bekende kwestie der
dijksverhooging, waarover men in hooger
beroep is gegaan.
Kruinlngen. Maandagavond vergaderde
de Kolenbond „de Nieuwstraat" in de
zaal van dhr C. v. Strien. Aanwezig wa
ren 42 leden. Uit 'het verslag en de re
kening bleek dat de vereeniging 120 le
den telt met 138 aandeel en. Verhandeld
werden in 1929 3523 H.L. steenkolen
en 3400 sloffen.
Per lid werden voor de contributie ver
strekt 18 H.L. steenkolen.
De uitgaven bedroegen f5020.56, de in
komsten f4917.30, met een nadeelig saldo
dus van f 103.26, waartegenover staat
plm. 300 H.L. steenkolen in de bergplaats.
Tot secretaris werd gekozen -dhr Ph.
Meijaard in de plaats van Jao. Lavooijl,
die 16 jaar deze functie met ijver heeft
waargenomen en daarvoor den welver
dienden dank der vergadering ontving.
Als bestuurslid werd herkozen M. Won-
dergem, en gekozen in de plaats van dhr
P. Zwartepoorte die overleden is, dhr
E. Wiskerke.
Waarde- Maandagavond hield' het zie
kenfonds .onderlinge hulp alhier zijn jaar-
lijksche vergadering onder voorzitterschap
van den heer M. de Leeuw. Zij! werd bijl-
gewoond door 56 van de 64 leden. Uit
de rekening van den penningmeester bleek
dat de inkomsten bedroegen f395.63, en
de uitgaven f341.05, alzoo een goed slot
van f 54.58. Het aftredende bestuurslid
da heer M. de Leeuw werd met groots
meerderheid van stemmen herkozen. Met
het oog op de a.s. Ziektewet werd be
sloten nog voorloopig eien jaar op denzelf
den voet voort te gaan.
Arnemuiden. In de afgeloopen bieten
campagne 1929, zijn op de oude weeg
brug gewogen: 2.178.162 K.G. bieten en
75.295 K.G. pulp.
Idem op de Coöperatieve weegbrug:
99.331 K.G. pulp en 2.148.790 K.G. bie
ten.
De opbrengst visschersbusjes bedroeg
in de Ned. Herv. kerk f 338, terwijl de
opbrengst uit de gemeente bedroeg f 313.
De opbrengst der busjes in de Geref.
kerk bedroeg f 67,15.
Ongelukken. De arbeider S. te
Munnekeburen is tengevolge van de duis
ternis te water geraakt en verdronken. l
Te Gennep is de motorrijder "L., die te
Ottexsum met zijn motor over den kop
sloeg, aan de gevolgen overleden. L. was
38 jaar gehuwd en vader van twee kin
deren. Den vijfden december j.l. werd
de 25-jarige Rotterdammer J. v. d. G.
te Haarlem door een auto aangereden
waardoor zjjn been verbrijzeld werd en!
moest worden afgezet. Het slachtoffer is
thans in de Mariarstichting te Haarlem
overleden. .7
De djjkverzakking bij Moor
drecht. Gisteren is bet verkeer op de
lijn Rotterdam—Gouda over, van Rotter
dam uit gerekend opgaand spoor ge-
leid. Den gebeelen dag is men met het
herstel van het afgaand spoor tUsschenj
Nieuwerkerk'en Moordrecht bezig geweest.
De dijk blijft, zjj het weinig, verzakken»
zoodat, dus bet verkeer over de-ze lijn nog
uitgesloten is. Er worden nog voortdu
rend zandtreinen aangevoerd. In totaal is
er nu ruim 2000 kub. M. zand in den
„put" gestort.
Polder overstroomd. Door
den hoo'gen stand der Zuiderzee is gis
teravond de polder IJdoorn bij; Amster
dam overstroomd.
Chauffeur lafhartig ver
moord. Een misdrijf, met onmensche-
lijto koelbloedigheid uitgevoerd, heeft
Maandagavond buiten Parijs op den weg
naar Straatsburg plaats gevonden. Een
Parijisch taxi-chauffeur werd op een der
Parijsche boulevards door een jongeman,
die vergezeld was door een jonae vrouw,
aangeroepen met het verzoek, hen naar
Stra atsburg te willen brengen. E enig e
kilometers voorbjj de vliegbiaven van Le
Bourget liet de man den wagen halt
honden, stapte uit, en verzocht den chauf
feur, met hem eenige stappen den weg
oip te gaan, terwijl de jonge vrouw in
Zondagmiddag Herman was uit
was zij met haar broertje thuis gekomen,
op het gezichtje een hoogïoode kleur.
„Moeder", bad zjj gezegd, „als we zóó
blijven leven, komen we nooit in (den
hemel."
In mekaar bad zij de handen geslagen
van verbazingjamisschien ook
wel vanwroeging.
„Wat kraam-je nu voor onzin uit?"
had zjj gevraagd.
En toen was het gekomen: Met d'r
tweetjes waren ze, met verschillende ant-
dere kinderen, een zaal binnengeloopen.
Daar vertelde een juffrouw, die zei, dat
alle menschen zondaars waren; dat ze
moesten bidden om vergeving tot God.
„Maar dat doen we hier toch nooit", had
zjj gevraagd.
„Moe, we bidden hier toch nooit?" En
iets later weer: „Moe, ik dacht, dat God
een kwaad mensch was, want als vader
boos is, zegt hjj ook wel eens God en
nog veel meer. Maar da juffrouw zegt
dat God goed is. Mote, waarom biddetoi
we nooit?"
„Dat weet ik niet, hoor. Dat is niet
voior kinderen," had zij maar gezegd, om
er af te komen'. I
(Wordt vervolgd.)
i ui_LJ