Ingezonden stukken Voor huis en hof. Land- en Tuinbouw. Het Vrouwenhoekje. Dammen. tocht waren z.jn zoon Tsrris Moore, Le wis Thome, Waddell Austin, Paul Austin, twee Indianen en een dierenopzetter. De mot gezellen van R. T. Moore zijn allen studenten. (Buiten verantwoordelijkheid van de redactie) Hooggeachte Redacteur, Wil mij eeltige ruimte afstaan opdat ik recht zette wat nu scheef staat. Mijn schrijven aan u was nieit gevraagd of be doeld om in de krant te zetten. Ik heb daar zelfs met geen woord van gerept. Nu u dit toch deed wil ik hier geen booze bedoeling achter zoeken, al weten we allen wel, dat er over „lage loontjes" q zoo gaarne geschreven wordt, terwijl dit toch geen toenadering brengt en dus vrijwel vruchteloos is. Neen mijn bezwaar tegen „de Zeeuw" is, dat u naar verhou ding het veel meer opneemt voor de arbeiders dan voor de kleine landbou wers, terwijl deze categorie menschen minstens evenveel recht hebben (van 's menschen zij gerekend) op een mensch- waardig bestaan om dit rekbare woord nu ook maar eens te gebruiken, dan de ar beiders. Ze werken meer, moeten goed be talen, en kunnen bovendien van hun pro ducten veel te weinig maken. Dhr Wester- we-ele zie maar eens naar de marktberich ten die onder zij'n schrijven afgedrukt staan. Ik meen dan ook „de Zeeuw" goed te lezen als ik die opmerking maak en mijn beschuldiging is nog zoo Ongemotiveerd niet, adres aan de vele schriftelijke en mondelinge instemming die ik mocht ontvangen. Ten slotte nog dit: De toestand op W. is van uit Z.-Beveland moeilijk te beoor- dieelen. Ook wist ik niet dat „uw abonné" zoo Schuilevinkje kon spelen n.l. met dikke woorden en Bijbelteksten zwaaien en toch uit 't zicht blijven. Hoogachtend, A. AARNOUTSE. Wü hebben het eerste schrijven van den heer A. nog eens opgezocht e:n inderdaad, is daarin niet nadrukkelijk aangegeven dat het voor plaatsing bestemd was, evenmin als het tegendeel. Het stuk was eenvoudig aan de Redactie gericht; geen oogenhlik is bjj ons de gedachte opgekomen dat het als een parti culier schrijven bedoeld was. Wat nu de zaak zelve betreft meenen wij dat de heer Aarnoutse zich „vergist". Wij hebben eens nagegaan waarover b.v. de laatste weken zooal geschreven werd en toen bleek ons, dat o.a. vrij breedvoerige beschouwinger, werden gewijd aan het pacht vraagstuk en aan de houding van Regeering en Volksvertegen woordiging ten opzichte van land- en tuin bouw, terwijl over speciale arbeidersbelangen zoo goed als niet geschreven werd. Een be wijs niet dat deze bejangen vergeten wer den maar wel dat de beschuldiging van eenzijdigheid volstrekt ongemotiveerd is. Maar bovendien, wjj zien hier geen tegen stelling. Als wij, zoo-als we dat Steeds doen, de be langen van onzen land- 'en tuinbouw bepleiten, dan doen wij dat niet om speciaal de groote of kleine boeren te gerieven, maar omdat het hier een algemeen belang geldt. Als het den boer goed gaat, dan zijn er ook anderen, die daarvan profiteeren, en dan kén dit ook zjjn in 't belang van de arbeiders. En omgekeerd wanneer wij aandringen op wegneming van sociale misstanden, dan doen wij dat niet in de eerste plaats omdat daarbij een arbeidersbelang betrokken is, maar omdat het eisch is van Gods Woord, waarvoor zoo wel boeren als arbeiders te buigen hebben. In één op-zicht heeft dit schrijven van den heer A, ons teleurgesteld. Wij hadden gehoopt dat hij zijne grievende en in sv)iet algemeen gestelde beschuldiging aan het adres van de arbeiders: „werkloos en dan als men werk krijgt staken", ruiterlijk en onder het aanbieden van verontschuldi gingen zou hebben teruggenomen. De heer A. weet toch ook wel, dat er tal van arbeiders zjjn die snakken naar werkgelegenheid voor een sober loon, omdat zij niets liever willen dan met God en met eere in hun onderhoud te voorzien. Het kan den heer A. niet onbekend zijn, dat massa's r ciders werken voor een uiterst karig loon en leven in zeer benarde omstandigheden, maar die er niet aan denken te staken. Arbeiders, die w-al hun God hun nood klagen, maar die niet dan in den uiter sten nood het werk zullen neerleggen. WÖ hadden eveneens gehoopt dat de heer A. zijne grievende beschuldiging aan het aidlrte van „Patrimonium", „De Zeeuw" en mannen als Ds Heij en Dr Wjirth, zou hebben teruggenomen, daar het hem toch ook niet onbekend zal zijn, dat er geen schandelijker bedrijf is, dan iets te doen „onder een vroom tintje". Hij' heeft dat niet gedaan. Maar wij vertrouwen dat hij! het alsnog! zal doen en dat hij voorts gedachtig aan het woord dat „Patrimonium" in zjjn vaandel schrijft: Rijken en armen ontmoeten elkander; de He-ere heeft ze beiden ^gemaakt, mee kal werken tot wegneming van .sociale misstanden, tot erkenning van h-et gebod Gods ook in het leven van den arbeid, tot het bevorderen van de belangen van patroons en arbeiders beide, in overeenstemming met het Woord des Hoeren. Wij- ontvingen over deze zaak nog een paar ingezonden stukken, die we omdat ze in hoofdzaak overeenkomen met wat vorige in zenders schreven, en geen nieuwe gezichts punten bevatten niet kunnen plaatsen. Binnenkort hopen wij gelegenheid te hebben dit vraagstuk nog eens nader te belichten. RED-ACTIE. De Vuurwerkplant (Esschenkruid). Trek maar geen ongeloovig gezicht lezer, het is werkelijk geen grap-je; maar pure werke lijkheid; onder de groote jverscheidenheid van tuinplanten tellen we ook de Vuurwerkplant en laten we er direct aan toevoegen, ze doet haar naam alle eer aan. De Vuurwerkplant, ook wel Esschenkruid' geheeten, zulks in verband met haar op Esschenloof gelijkende bladeren is geen nieuw product van onze bekwame kweekers, doch een oude bekende, in ons land reeds meer dan drie eeuwen in cultuur. Om eventueele nieuwsgierigheid alvast gedeeltelijk te bevre digen allereerst iets over dit plantaardig vuurwerk. Als de plant bloeit en zelfs" ook later nog, als de vruchten de bloemen hebben gevolgd, is vooral de bloemstengel bezet met talrijke oliekliertjes, bevattende aetberisohe of vluch tige oliën, wier welriekende dampen bij' warm, stil weer tnsschen de bloemen en knoppen blijven hangen. In dezen toestand is er niet meer noodig dan een brandende lucifer aan den bloemstengel te houden om het vuurwerk te voorschijn te roepen. Een blauw vlammetje stijgt .zacht sissend langs den bloemstengel naar boven en indien voor dit experiment het juiste pogenhlik wordt uitgezocht, kan een vlam ontsta"?) vsïi wel 50 oM. hoogte en IS k 20 c\ aodte. Men kieze voor de proef uitsluitend '.varrn en windstil weer uit, daar men anders groote kaas loopt dat alles pris- lukt eu evenals gewoon vuurwerk moet eerst het ■■donker worden afgewacht. De Vuurwerkplant, ze is een nichtje van Sinaasappelen au Cieroenen, verdient ook om haar andere ei manschappen onze volle ben langstelling. De plaat is uitermate gemak kelijk in cultuur en z-eli's de volslagen leek heeft -er geen moeilijkheden mee. De plant verlangt een zonnig plekje en als we haar geregeld eens in het voorjaar bemesten, is er verder weinig omkijken ina&r. Als in het voorjaar de plant uitloopt, dan zit aanvankelijk de bloemstengel met bladeren en knoppen netjes ingepakt tussohen de schutbladeren en pas als de grootste koude geweken is, laten deze schutbladeren los en verheft zich d-e bloemstengel. In vollen bloei is het een sier lijke imponeerende plant, ten volle haar plaatsje waard. De bloemen wit of puiper zijn ongeveer vijf centimeter in doorsnede en staan in een spiraal om den bloemstengel. D-e Vuurwerkplant heeft als bakermat Italië, Oostenrijk en Hongarije en hoort dus thuis in warmere streken. Omstreeks het jaar 1600 werd ze hier voor het eerst gekweekt en ondanks haar herkomst uit warmere streken, levert het overwinteren in den tuin niet de geringste moeilijkheid o-p. Een dun laagje turfstrooisel is in dit opzicht meer dan vol doende. De plant verlangt in de eerste plaats een zonnige standplaats, liefst op een humusrijke en niet te zware grondsoort. Die plant wortelt betrekkelijk diep en als ze eenige jaren vast heeft gestaan, wordt ze elk jaar mooier en sterker in 't bloeien. Verplanten verdraagt ze niet al te best. Die bloeiperiode valt in Mei Juni. Het aantal planten dat tegenwoordig in prijs couranten wo-rdt aangeboden is geweldig groot en dit maakt een keuze eenig'szins bezwaarlijk. In-dien we evenwel plannen hebben wat aainr vulling of wijziging betreft, dan durven we deze interessante plant met een genist hart bij' alle liefhebbers aanbevelen. D-e tijd van planten is ongeveer begin Maart. Over gaasbodems, batterijen en drink water in den winter. In den laatsten tijd ontving ik veel brieven omtrent gaasbodems' en kuikenhokken. Zoo als d-e meeste der lezers wel zullen weten berust het principe ervan op het feit dat de mest der kuikens door de mazen omlaag valt. De kuikens kunnen zich hiennee dn® niet meer besmetten. Verder valt voer waar aan de kuikens gepikt hebben door het gaas naar beneden «n kunnen ze daar ook verder niet meer bij. Nu heb ik met deze gaasbodems met groot succes proeven ge nomen tegen pullorum en worden ze in het buitenland ook tegen coccidiosas gebruikt, dus bij' oudere kuikens. Sommige fokkers die al jaren lang met coc- ci'diosia "tobden kwamen er door een gaas- bodem af <sn anderen beginnen er nu mee 'gaasbode>ms aan te leggen. Het gaas dat ik gebruik heeft vierkante mazen van !/g Engel- sche dhim, dus ongeveer 1.2 cM, Het ligt 12 cM. boven d;en vloer van het hok en deze vloer zelf wordt met een laagje turfmolmi bedekt. Men moet het gaas dus spijkeren op ramen van planken van 12 oM. breed welke op hun kant staan «n het gemakkelijkst doet men dat als men de ram-en afmieet naar de mazen van het gaas. Als men nu hierop een kunstmoedérkaohel wil plaatsen moet man dus ap-p-art steunen, daar anders de kachel niet stevig genoeg staat. Heeft men centrale verwarming dan moet men er oan denken dat de kuikens onder de warmwaterbuizen niet te hoog zitten op het gaas en last krijgen van de warmte. Als men gaasbodems gebruikt tegen Pul lorum dan is het voldoende als de kuikens er 10 14 dagen op zitten. Het besmettings gevaar is dan voorbij. Fokt men echter piep kuikens en is men bang voor coccddiosis dan moeten ze er eenige maanden o-p blijven. Ik heb mijn proef kuikens 41/2 maand op het gaas laten zitten en dit ging uitstekend. De dieren waren best op dreef, doch na een paar maanden worden de mazen van 1/2 duimi te eng -en blijft de mest er op liggen. Men moet dan dus wijdere mazen nemen. Verder gaan de kuikens als ze te dicht opeen zitten zich uit verveling pikken en moet men ze ze dus afleiding bezorgen door wat groenvoer in het hok te hangen. Men doet het beste een koolstronk of zoo ba nemen en deze zoo hoog te hangen dat ze er élechts met moeite bij kunnen komen. Nadat men gezien had dat de kuikens op deze gaasbodems best gezond waren en voor spoedig groeiden, is men het principe gaan wijzigen en heeft op zeer kleine ruimte als het ware een aantal rennetjes met gaasbodems boven elkaar gezet en zoo kan men dan op een oppervlakte van een paar vierkante meter in vier vijf verdiepingen wel een vijfhonderd kuikens opfokken. Zoo'n toestel noemt men nn een "batterij"kunstmoeder, waarom weet ik niet. Deze hatterij'-kunstmoeders hebben enorm snel opgang gemaakt en in allerlei landen en in Amerika gebruikt men ze al in een groot aantal in één yertrek, zoodat men dan soms 40.000 kuikens tegelijk opfokt. Hierbij P-laatst men twee systemen toe en plaatst men de batterijen in een sterk yet" warmd vertrek, zoodat alle -kuikens dezelfde warmte hebben, of men verwarmt elk ren- netje van de kunstmoediar apart en kan dan de batterij in een gewoon onverwarmd vertrek zetten. In ons land heb ik verleden jaar uit voerig over deze nieuwe methodes geschreven en thans stroomt het van alle kanten brieven om inlichtingen. Ik blijf echter zeer voorzichtig in mijn adviezen, daar ik zelf nog geen ervaring h-eb. Zoolang ik er zelf nog niet mee gewerkt heb -kan ik feitelijk geen enkel advi-es geven en ik raad ook lezers, die er nu mee beginnen willen aan, zich geen, dure zaken aan te schaffen vóór ze het systeem bij kennissen in de buurt met suc ces hebben zien werken. Ik hoop spoedig een p-aar batterij-en op proef te krijgen en zal dan de zaak bestudeeren met kuikens. Men vergete niet JJat er allerlei bezwaren zijn inzake verwarming en voeding vooral. D-e voeding is een zeer voornaam punt b§ dit systeem, waarbij d-e kuikens steeds binnens huis zitten en als het voer niet speciaal hiervoor berekend is, ko-mt ér niet veel van terecht. H-et is dus zaak nog een poosje ge duld te hebben en niet te hard van stapel te loopen. Overigens dienen we er om te denken nu het koud begint te worden, dat we onze kippetjes goed verzorgen en vooral ook om het drinkwater denken. - Kippen die .legg-en hebben heel wat drinkwater noodig en als dit bevriest kunnen Ha ®eiren daar zeer veel last van hebben -en direct uit den leg gaan. Om het water te verwarmen kan m-en allerlei inrichtingen maken, vanaf .een klein, petro- leumvlamm-etje onder dien drinkbak tot eleo trische wier stralen van boven af op het water gereflecteerd word-en en dit zoodoende verwarmen. In den hand-el zijn ook allerlei inrichtingen daarvoor verkrijgbaar en voorn, men schen die overdag van huis moeten, zijn deze inrichting-en wel gewenscht. Een gewone petroleumlamp is vaak al voldoende, maar men zorge er natuurlijk voor, dat deze om geven wordt door een beschutting en we] zoodanig, dat de kip-pen er niet bij kunnen komen en d-e boel niet in brand kan vliegen. Met .een gewone triplex theekist kan men al wonderen doen op dit gebied en heeft men tevens het voordeel dat de drinkbak zoo hoog staat, dat er geen vuil van den grond inge- krabt kan worden. Zorg dus voor voldoende drinkwater en houdt dit rein. Vragen, deze rubriek betreffende, -kunnen door onze abonné's worden gezonden aan Dr te Hemnepe, .Di-erengaardesing-el 96a te Rotterdam. Postzegel van 6 cent voor ant woord insluiten en blad vermelden. Dr TE HENNEP®. Oud- en Nieuwjaarsgerechten. Er is voor de huisvrouw (vo-oral in een groot gezin) altijid iets genoegelijlks inl, als ze voor de feestdagen eenige exj- traatj-es kan bereiden. Zoo noemen wijl voor den Oudejaars avond een schotel haringsla of huzaren sla. Al naarmate dit het best uitkomt in verband b.v. met het beschikbare seiv vies kunnen we dergelijke „slaatjes" opdienen als één -groot geheel, waarvan ieder een gedeelte afneemt of wel als afzonderlijk gegarneerde porti et jes, die elk op -een klein bordje-, een glazen schaal tje of een schelp- worden rond-gegeven. Is het de lunch op Nieuwjaarsdag, die e-r wat feestelijker moet uitzien? Ook in dit geval kan de huisvro-uw in haar eigen keuken we-1 een smakelijk ex traatje bereiden, dat niet al te veel tijd in beslag neemt. t Heel dunne sneetjes oud wittebrood (de dikte als voor sandwiches) worden nu on gesmeerd op elkaar gelegd mot een plakje kaas ertusschen en niet meer dan een piaar drup-pels Maggi's Aroma. De korstjes worden rondom weggesneden, en de sand wiches worden dan in de koekenpian met. wat boter gebakken, tot ze aan weerskan ten goudbruin en knappend zijn. De eeni ge moeilijkheid hierbij is de twee snee tjes in 't begin op elkaar te houden; is -eenmaal het brood warm!, dan hecht de gesmolten kaas de twee helften van zelf wel stevig aan .elkaar. D-e broodjes worden op een gevouwen vingerdoekje o-p een schaaltje geschikt en vooral zoo warm mogelijk gepresenteerd. Ook „ansjovis-broodjes" zouden een aardige inleiding van den koffiemaaltijd Skunn-en voirmen. 1 Ans j ovis-br o-O'd j es. 6 sneedjes casinobrood, plm. 50 gr. (2i/a afgestreken eetlepel) bh'fcefrj, 2 harde eieren, 1 eetle pel slaolie, 1 eetlepel azijn (bij! voorkeur kruidenazijn), 1/4 theelepeltje mosterd, 1 theelepeltje Maggi's Aroma, 1 eetlepel fijngehakte peterselie, 1 eetlepel capertjes, 12 ansjovissen. Snijd het brood als voor sandwiches, neem er rondom de kortjes af en verdeed elk sneedje precies in tweeën (maak er, inplaats van vierkante, desverkiezende ook driehoeken of reepen van, desnoods zelfs ronde plakjes, mits ze alle van on geveer dezelfde grootte zijn). Bak de stuk jes brood in ©en koekenpan met de boter aan weerskanten goudbruin. Wrijf de dooiers van de hardgekookte ei-eren fijn, vermeng ze met den mosterd, de Maggi's Aroma, de olie en den azijn tot een zalfachtig papje en besmeer daar mee de broodjes aan één kant. Maak de van te voren geweekte ansjo vissen schoon, splijt ze doormidden en leg op elk bordje twee helften (liefst op ieder bordje verschillend, n.l. recht, gekluisd, rondgebogen, opgerold, e-nz. -elnz.). Garneer de broodjes verder ook weer zoo verschillend mogelijk met de capertjes, de gehakte peterselie, en het fijngehakte eiwit. Schik de broodjes op een schotel, waar over eerst een vingerdoekje is gespreid, II a r i n g s 1 a. 3 gemarineerde harin gen, 8 kou-de aardappelen, 1 kleine ge kookte biet (of een 'flink stuk in azijfnl ingemaakte biet), 1 zure appel, 2 har de eieren, wat ingemaakte uitjes, augur ken en capertjes, 2 struiken krulandij-vie of 100 gr. (1 ons) veldsla, 2 lepels sla olie, 2 lepels azijn, 3 a 5 lepels mayotn) naise. Ontdoie de gemarineerde haringen van hun graat en snijd ze in blokjes. Maak d-e aardappelen fijn (liefst door den molen)hak .de b-iet in stulkj.es (op eenige plakjes na, die voor versiering moeten -dienen); snip-pier den geschilden apipiel, snijd de uitjes- en die augurken fijin (ook weer met uitzondering van eeni ge voor gameering); maak de sla schoon of snipp-er de andijvie; wrijf van de har de -eieren het wit en de do-oaers afz ondier lijk fijn. Meng nu alles behalve de eieren, de teruggehouden bieten, capertjes, uitjes en augurken en e-en derde van de -sla' m-e-t de olie en den azijn do-or elkaar. Schik het mengsel ee-nigszins kussenvor- miig o-p een platten schotel, strijk het glad en be-dek het met een dun laagje may.o-n,- naise. Garneer den schotel met een randje van de overgehouden sla, met vak je-s van fijfig-ewreven ©i, met boogj es van doormidden gesneden b-ietenplakjes, met een paar waaiervormig ingesneden augur ken en met wat overal rondgestrooide capertjes. G-eef als ge wilt aan de ééne zijde het jaartal aan van het afgelo-open jaar en aan de andere zijde dat van het ko mende jaar. Met behulp van in vieren verdeelde, geweekte ansjovissen, die zich gemakkelijk in den vorm van cijfers la ten neerleggen, is dit heel goed te do-en. Mayonnaise, 1 eierdooier, 1 eet lepel azijn, 1 theelepeltje zo-ut, Va thee lepeltje mosterd, 1 theelepeltje Maggi's Aroma, 21/2 d.L. slaolie. Klop in ©en stevig o-p- tafel staande ko,m den eierdooier met het zout, den mosterd, de Maggi's- Aroma en den azijn door eikaar. Giet er, steeds gped kloppende, met een uiterst fij'n straaltje langzamerhand de olie bij, tot tenslotte de miayonnaise glanzend en dik is- (na een minuut of tien). Verdun, wanneer de saus t e dik dreigt te worden, het mengsej no@ met een paar druppels azijn. Appelschoteltje. Eenige sneetjes oud brood, dubbel zoo-veel appelmoe®, krenten, suiker, kaneel, bo-ter, melk, zout, beschuit. Ko-ok het brood op met zooveel melk, dat het een dikke pap is, onder voortdu rend roeren, voeg hierbij1 wat kaneel, sui ker en iets zout. Schil de appelen, verwijd d-er de klokhuizen, wasch ze e-n zet ze op met éen bodempje kokend water, een handjevol goed gewasschen krenten, een dun citroenschilletje en kook ze vluig gaar, -doch ro-er er niet in. Schud ze af en toe, o-m aanbranden te voorkomen. Vallen de appels uiteen, 'tgeen door niet ro-eren, do-ch enkel schudden het geval is, verwijder dan het citroenschilletje, roer d-e suiker er door en klop het geheel tot moes. Smeer e-en vuurvast schoteltje in met boter, leg laag o-m laag appelmoes en broodpap zóó, dat de onderste en bo venste laag uit appelmoes bestaat. Stamp- de beschuit fijh, vermeng deze m-et suiker en wat kaneel en leg dit in een vingjerl dikke laag op de appelmoes. Gie-t daar over heen een p-aar lepels geismo-lten boter en laat het schoteltje een half uur in een matiig warmen oven 'bruin worden. Enkele wenken. Roestvlekken in voorwerpen van nikkel. Bevochtig de vlekken met petroleum, wrijf ze daarna stevig af met -een soepel lederen lapje (een oude glacé of z-e-emleeren handschoen b.v.) waarop- ge overvloedig houtsko-olpoeder hebt ge strooid. Hoeden van lichtkleurig vilt laten zich, vuil geworden, het best rei nigen met eenige stukjes zeer fij'n schuur papier. Men moet er op letten, steeds naar d-enzelfden kant te strijken, daar de ho-e-d anders streep-erig wordt. Wil men water-, wijn- of bierglazen, of welk ander glaswerk ook, goed blin kend wrijVen, dan vermen-ge men 'twasch- water met wat blauwsel. Dit geeft aan kristal- en glaswerk ©en diepen glans. Als er op 't geboende bovenvlak van ta fel of dressoir een kring ontstaat, do-ordat men er een heet schoteltje of kannetje op heeft laten staan, wrij-ve men de bescha digd® pi®k flink met sigarenasch. Die kring trekt spoedig weg. Recept voor glutoül: 10 gr. aluin, 30 gr. witte suiker worden onder verwar ming opgelost in 400 sub. cin (400 gram) water. In deze oplossing lost men voorts op 180 gr. witte dextrine, dit moet nu ko ken tot het een egale massa is. Om vrij te zijn van schimmel voegt men -een scheutje formaline toe en voor den aang-enamen geur eenige druppels kruid nagelolie. 1 1 Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Probleem No. 125. Auteur: P. Snijders, A'dam. 1 2 3 4 5 47 48 Zwart 12 sch. op: 4, 6, 8, 9, 12, 13, 14, 18, 20, 23, 35 en 36. Wit 11 sch. op: 16, 17, 25, 27, 32, 34, 41, 44, 47, 48 en 49. Wit speelt en wint. Oplossingen. Dec.-problemen voor 6 Jan. a.s. in te zenden aan bovenstaand adres. Cursus vcor beginners. XII. Vervolg openingsstudie rubr. 21 Dec. Doch niet altijd behoeft een stuk ver loren te gaan door een -directen slag. Ook de dreiging op zichzelf is soms al vol doende. Wit. Zwart. 1. 33—28 18—23 2. 39—33 12—18 3. 4439 7—12 4. 5044 20—24 5. 31—26 14—20 6. 37—31 47 48 40 50 6. 24—29 20X29 7. 33X24 Wat moet wit nu spelen? Op 3933 laat zwart hem kalm slaan en maakt -dam door 19X50. Op 4137 of '3127 wint zwart een stuk door 29—33, 1721 en 11X24. Op wit 3530 verliest wit door denzelfden slag een stuk extra. Wit kan tenslotte ook 3227 spelen, doch ook dat kost een etuk. Tenslotte nog twee aardige damzetten. Wit Zwart. 1. 31—26 17—21 2. 26X17 12X21 3. 36—31 7—12 4. 31—26 1—7 5. 26X17 12X21 6. 37—31 21—26? 47 48 49 50 Wit maakt dam door: 7. 33—29 26X28 8. 29—24 20X29 9. 34X1 De volgende damzet werd ons toege?- zonden door den heer H. v. d. Linden te Amsterdam. Vogelenzang. 1 2 3 4 5 47 48 49 50 H. v. d. Linden. Wit 1. 2. 35X24 3. 33X44 (gedw.) 4. 28X19 5. 42—37 6. 27—21 7. 38—32 8. 43X1 Zwart. 24—30 19X39 21—26? 26X28 13X24 16X27 27X38

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 6