Ingezonden stukken
Voor huis en hof.
Land- en Tuinbouw.
Het Vrouwenhoekje.
Dammen.
tocht waren z.jn zoon Tsrris Moore, Le
wis Thome, Waddell Austin, Paul Austin,
twee Indianen en een dierenopzetter. De
mot gezellen van R. T. Moore zijn allen
studenten.
(Buiten verantwoordelijkheid van de redactie)
Hooggeachte Redacteur,
Wil mij eeltige ruimte afstaan opdat ik
recht zette wat nu scheef staat. Mijn
schrijven aan u was nieit gevraagd of be
doeld om in de krant te zetten. Ik heb
daar zelfs met geen woord van gerept.
Nu u dit toch deed wil ik hier geen booze
bedoeling achter zoeken, al weten we
allen wel, dat er over „lage loontjes"
q zoo gaarne geschreven wordt, terwijl
dit toch geen toenadering brengt en dus
vrijwel vruchteloos is. Neen mijn bezwaar
tegen „de Zeeuw" is, dat u naar verhou
ding het veel meer opneemt voor de
arbeiders dan voor de kleine landbou
wers, terwijl deze categorie menschen
minstens evenveel recht hebben (van
's menschen zij gerekend) op een mensch-
waardig bestaan om dit rekbare woord nu
ook maar eens te gebruiken, dan de ar
beiders. Ze werken meer, moeten goed be
talen, en kunnen bovendien van hun pro
ducten veel te weinig maken. Dhr Wester-
we-ele zie maar eens naar de marktberich
ten die onder zij'n schrijven afgedrukt
staan. Ik meen dan ook „de Zeeuw"
goed te lezen als ik die opmerking
maak en mijn beschuldiging is nog zoo
Ongemotiveerd niet, adres aan de vele
schriftelijke en mondelinge instemming
die ik mocht ontvangen.
Ten slotte nog dit: De toestand op W.
is van uit Z.-Beveland moeilijk te beoor-
dieelen. Ook wist ik niet dat „uw abonné"
zoo Schuilevinkje kon spelen n.l. met
dikke woorden en Bijbelteksten zwaaien
en toch uit 't zicht blijven.
Hoogachtend,
A. AARNOUTSE.
Wü hebben het eerste schrijven van den
heer A. nog eens opgezocht e:n inderdaad, is
daarin niet nadrukkelijk aangegeven dat het
voor plaatsing bestemd was, evenmin als het
tegendeel. Het stuk was eenvoudig aan de
Redactie gericht; geen oogenhlik is bjj ons
de gedachte opgekomen dat het als een parti
culier schrijven bedoeld was.
Wat nu de zaak zelve betreft meenen wij
dat de heer Aarnoutse zich „vergist". Wij
hebben eens nagegaan waarover b.v. de laatste
weken zooal geschreven werd en toen bleek
ons, dat o.a. vrij breedvoerige beschouwinger,
werden gewijd aan het pacht vraagstuk en aan
de houding van Regeering en Volksvertegen
woordiging ten opzichte van land- en tuin
bouw, terwijl over speciale arbeidersbelangen
zoo goed als niet geschreven werd. Een be
wijs niet dat deze bejangen vergeten wer
den maar wel dat de beschuldiging van
eenzijdigheid volstrekt ongemotiveerd is.
Maar bovendien, wjj zien hier geen tegen
stelling.
Als wij, zoo-als we dat Steeds doen, de be
langen van onzen land- 'en tuinbouw bepleiten,
dan doen wij dat niet om speciaal de groote
of kleine boeren te gerieven, maar omdat het
hier een algemeen belang geldt. Als het den
boer goed gaat, dan zijn er ook anderen, die
daarvan profiteeren, en dan kén dit ook
zjjn in 't belang van de arbeiders.
En omgekeerd wanneer wij aandringen op
wegneming van sociale misstanden, dan doen
wij dat niet in de eerste plaats omdat daarbij
een arbeidersbelang betrokken is, maar omdat
het eisch is van Gods Woord, waarvoor zoo
wel boeren als arbeiders te buigen hebben.
In één op-zicht heeft dit schrijven van den
heer A, ons teleurgesteld.
Wij hadden gehoopt dat hij zijne grievende
en in sv)iet algemeen gestelde beschuldiging
aan het adres van de arbeiders: „werkloos en
dan als men werk krijgt staken", ruiterlijk
en onder het aanbieden van verontschuldi
gingen zou hebben teruggenomen. De heer
A. weet toch ook wel, dat er tal van arbeiders
zjjn die snakken naar werkgelegenheid voor
een sober loon, omdat zij niets liever willen
dan met God en met eere in hun onderhoud
te voorzien. Het kan den heer A. niet onbekend
zijn, dat massa's r ciders werken voor een
uiterst karig loon en leven in zeer benarde
omstandigheden, maar die er niet aan denken
te staken. Arbeiders, die w-al hun God hun
nood klagen, maar die niet dan in den uiter
sten nood het werk zullen neerleggen.
WÖ hadden eveneens gehoopt dat de heer
A. zijne grievende beschuldiging aan het
aidlrte van „Patrimonium", „De Zeeuw" en
mannen als Ds Heij en Dr Wjirth, zou hebben
teruggenomen, daar het hem toch ook niet
onbekend zal zijn, dat er geen schandelijker
bedrijf is, dan iets te doen „onder een vroom
tintje".
Hij' heeft dat niet gedaan.
Maar wij vertrouwen dat hij! het alsnog! zal
doen en dat hij voorts gedachtig aan het woord
dat „Patrimonium" in zjjn vaandel schrijft:
Rijken en armen ontmoeten elkander; de He-ere
heeft ze beiden ^gemaakt, mee kal werken
tot wegneming van .sociale misstanden, tot
erkenning van h-et gebod Gods ook in het
leven van den arbeid, tot het bevorderen
van de belangen van patroons en arbeiders
beide, in overeenstemming met het Woord
des Hoeren.
Wij- ontvingen over deze zaak nog een paar
ingezonden stukken, die we omdat ze in
hoofdzaak overeenkomen met wat vorige in
zenders schreven, en geen nieuwe gezichts
punten bevatten niet kunnen plaatsen.
Binnenkort hopen wij gelegenheid te hebben
dit vraagstuk nog eens nader te belichten.
RED-ACTIE.
De Vuurwerkplant (Esschenkruid).
Trek maar geen ongeloovig gezicht lezer,
het is werkelijk geen grap-je; maar pure werke
lijkheid; onder de groote jverscheidenheid van
tuinplanten tellen we ook de Vuurwerkplant
en laten we er direct aan toevoegen, ze
doet haar naam alle eer aan.
De Vuurwerkplant, ook wel Esschenkruid'
geheeten, zulks in verband met haar op
Esschenloof gelijkende bladeren is geen nieuw
product van onze bekwame kweekers, doch
een oude bekende, in ons land reeds meer
dan drie eeuwen in cultuur. Om eventueele
nieuwsgierigheid alvast gedeeltelijk te bevre
digen allereerst iets over dit plantaardig
vuurwerk.
Als de plant bloeit en zelfs" ook later nog,
als de vruchten de bloemen hebben gevolgd,
is vooral de bloemstengel bezet met talrijke
oliekliertjes, bevattende aetberisohe of vluch
tige oliën, wier welriekende dampen bij' warm,
stil weer tnsschen de bloemen en knoppen
blijven hangen. In dezen toestand is er niet
meer noodig dan een brandende lucifer aan
den bloemstengel te houden om het vuurwerk
te voorschijn te roepen. Een blauw vlammetje
stijgt .zacht sissend langs den bloemstengel
naar boven en indien voor dit experiment het
juiste pogenhlik wordt uitgezocht, kan een
vlam ontsta"?) vsïi wel 50 oM. hoogte en
IS k 20 c\ aodte. Men kieze voor de proef
uitsluitend '.varrn en windstil weer uit, daar
men anders groote kaas loopt dat alles pris-
lukt eu evenals gewoon vuurwerk moet eerst
het ■■donker worden afgewacht.
De Vuurwerkplant, ze is een nichtje van
Sinaasappelen au Cieroenen, verdient ook om
haar andere ei manschappen onze volle ben
langstelling. De plaat is uitermate gemak
kelijk in cultuur en z-eli's de volslagen leek
heeft -er geen moeilijkheden mee. De plant
verlangt een zonnig plekje en als we haar
geregeld eens in het voorjaar bemesten, is
er verder weinig omkijken ina&r. Als in het
voorjaar de plant uitloopt, dan zit aanvankelijk
de bloemstengel met bladeren en knoppen
netjes ingepakt tussohen de schutbladeren en
pas als de grootste koude geweken is, laten
deze schutbladeren los en verheft zich d-e
bloemstengel. In vollen bloei is het een sier
lijke imponeerende plant, ten volle haar
plaatsje waard. De bloemen wit of puiper zijn
ongeveer vijf centimeter in doorsnede en staan
in een spiraal om den bloemstengel.
D-e Vuurwerkplant heeft als bakermat Italië,
Oostenrijk en Hongarije en hoort dus thuis
in warmere streken. Omstreeks het jaar 1600
werd ze hier voor het eerst gekweekt en
ondanks haar herkomst uit warmere streken,
levert het overwinteren in den tuin niet de
geringste moeilijkheid o-p. Een dun laagje
turfstrooisel is in dit opzicht meer dan vol
doende.
De plant verlangt in de eerste plaats een
zonnige standplaats, liefst op een humusrijke
en niet te zware grondsoort. Die plant wortelt
betrekkelijk diep en als ze eenige jaren vast
heeft gestaan, wordt ze elk jaar mooier en
sterker in 't bloeien. Verplanten verdraagt ze
niet al te best. Die bloeiperiode valt in Mei
Juni.
Het aantal planten dat tegenwoordig in prijs
couranten wo-rdt aangeboden is geweldig groot
en dit maakt een keuze eenig'szins bezwaarlijk.
In-dien we evenwel plannen hebben wat aainr
vulling of wijziging betreft, dan durven we
deze interessante plant met een genist hart
bij' alle liefhebbers aanbevelen. D-e tijd van
planten is ongeveer begin Maart.
Over gaasbodems, batterijen en drink
water in den winter.
In den laatsten tijd ontving ik veel brieven
omtrent gaasbodems' en kuikenhokken. Zoo
als d-e meeste der lezers wel zullen weten
berust het principe ervan op het feit dat
de mest der kuikens door de mazen omlaag
valt. De kuikens kunnen zich hiennee dn®
niet meer besmetten. Verder valt voer waar
aan de kuikens gepikt hebben door het gaas
naar beneden «n kunnen ze daar ook
verder niet meer bij. Nu heb ik met deze
gaasbodems met groot succes proeven ge
nomen tegen pullorum en worden ze in het
buitenland ook tegen coccidiosas gebruikt, dus
bij' oudere kuikens.
Sommige fokkers die al jaren lang met coc-
ci'diosia "tobden kwamen er door een gaas-
bodem af <sn anderen beginnen er nu mee
'gaasbode>ms aan te leggen. Het gaas dat ik
gebruik heeft vierkante mazen van !/g Engel-
sche dhim, dus ongeveer 1.2 cM, Het ligt
12 cM. boven d;en vloer van het hok en deze
vloer zelf wordt met een laagje turfmolmi
bedekt. Men moet het gaas dus spijkeren op
ramen van planken van 12 oM. breed welke
op hun kant staan «n het gemakkelijkst doet
men dat als men de ram-en afmieet naar de
mazen van het gaas.
Als men nu hierop een kunstmoedérkaohel
wil plaatsen moet man dus ap-p-art steunen,
daar anders de kachel niet stevig genoeg
staat. Heeft men centrale verwarming dan
moet men er oan denken dat de kuikens onder
de warmwaterbuizen niet te hoog zitten op
het gaas en last krijgen van de warmte.
Als men gaasbodems gebruikt tegen Pul
lorum dan is het voldoende als de kuikens
er 10 14 dagen op zitten. Het besmettings
gevaar is dan voorbij. Fokt men echter piep
kuikens en is men bang voor coccddiosis dan
moeten ze er eenige maanden o-p blijven.
Ik heb mijn proef kuikens 41/2 maand op
het gaas laten zitten en dit ging uitstekend.
De dieren waren best op dreef, doch na een
paar maanden worden de mazen van 1/2 duimi
te eng -en blijft de mest er op liggen. Men
moet dan dus wijdere mazen nemen. Verder
gaan de kuikens als ze te dicht opeen zitten
zich uit verveling pikken en moet men ze
ze dus afleiding bezorgen door wat groenvoer
in het hok te hangen. Men doet het beste
een koolstronk of zoo ba nemen en deze zoo
hoog te hangen dat ze er élechts met moeite
bij kunnen komen.
Nadat men gezien had dat de kuikens op
deze gaasbodems best gezond waren en voor
spoedig groeiden, is men het principe gaan
wijzigen en heeft op zeer kleine ruimte als
het ware een aantal rennetjes met gaasbodems
boven elkaar gezet en zoo kan men dan op een
oppervlakte van een paar vierkante meter
in vier vijf verdiepingen wel een vijfhonderd
kuikens opfokken. Zoo'n toestel noemt men
nn een "batterij"kunstmoeder, waarom weet
ik niet. Deze hatterij'-kunstmoeders hebben
enorm snel opgang gemaakt en in allerlei
landen en in Amerika gebruikt men ze al in
een groot aantal in één yertrek, zoodat men
dan soms 40.000 kuikens tegelijk opfokt.
Hierbij P-laatst men twee systemen toe en
plaatst men de batterijen in een sterk yet"
warmd vertrek, zoodat alle -kuikens dezelfde
warmte hebben, of men verwarmt elk ren-
netje van de kunstmoediar apart en kan dan
de batterij in een gewoon onverwarmd vertrek
zetten. In ons land heb ik verleden jaar uit
voerig over deze nieuwe methodes geschreven
en thans stroomt het van alle kanten
brieven om inlichtingen. Ik blijf echter zeer
voorzichtig in mijn adviezen, daar ik zelf nog
geen ervaring h-eb. Zoolang ik er zelf nog
niet mee gewerkt heb -kan ik feitelijk geen
enkel advi-es geven en ik raad ook lezers,
die er nu mee beginnen willen aan, zich geen,
dure zaken aan te schaffen vóór ze het
systeem bij kennissen in de buurt met suc
ces hebben zien werken. Ik hoop spoedig
een p-aar batterij-en op proef te krijgen en zal
dan de zaak bestudeeren met kuikens.
Men vergete niet JJat er allerlei bezwaren
zijn inzake verwarming en voeding vooral.
D-e voeding is een zeer voornaam punt b§
dit systeem, waarbij d-e kuikens steeds binnens
huis zitten en als het voer niet speciaal
hiervoor berekend is, ko-mt ér niet veel van
terecht. H-et is dus zaak nog een poosje ge
duld te hebben en niet te hard van stapel
te loopen.
Overigens dienen we er om te denken nu
het koud begint te worden, dat we onze
kippetjes goed verzorgen en vooral ook om
het drinkwater denken. - Kippen die .legg-en
hebben heel wat drinkwater noodig en als
dit bevriest kunnen Ha ®eiren daar zeer veel
last van hebben -en direct uit den leg gaan.
Om het water te verwarmen kan m-en allerlei
inrichtingen maken, vanaf .een klein, petro-
leumvlamm-etje onder dien drinkbak tot eleo
trische wier stralen van boven af op het
water gereflecteerd word-en en dit zoodoende
verwarmen. In den hand-el zijn ook allerlei
inrichtingen daarvoor verkrijgbaar en voorn, men
schen die overdag van huis moeten, zijn
deze inrichting-en wel gewenscht. Een gewone
petroleumlamp is vaak al voldoende, maar
men zorge er natuurlijk voor, dat deze om
geven wordt door een beschutting en we]
zoodanig, dat de kip-pen er niet bij kunnen
komen en d-e boel niet in brand kan vliegen.
Met .een gewone triplex theekist kan men al
wonderen doen op dit gebied en heeft men
tevens het voordeel dat de drinkbak zoo hoog
staat, dat er geen vuil van den grond inge-
krabt kan worden.
Zorg dus voor voldoende drinkwater en
houdt dit rein.
Vragen, deze rubriek betreffende, -kunnen
door onze abonné's worden gezonden aan
Dr te Hemnepe, .Di-erengaardesing-el 96a te
Rotterdam. Postzegel van 6 cent voor ant
woord insluiten en blad vermelden.
Dr TE HENNEP®.
Oud- en Nieuwjaarsgerechten.
Er is voor de huisvrouw (vo-oral in
een groot gezin) altijid iets genoegelijlks
inl, als ze voor de feestdagen eenige exj-
traatj-es kan bereiden.
Zoo noemen wijl voor den Oudejaars
avond een schotel haringsla of huzaren
sla.
Al naarmate dit het best uitkomt
in verband b.v. met het beschikbare seiv
vies kunnen we dergelijke „slaatjes"
opdienen als één -groot geheel, waarvan
ieder een gedeelte afneemt of wel als
afzonderlijk gegarneerde porti et jes, die
elk op -een klein bordje-, een glazen schaal
tje of een schelp- worden rond-gegeven.
Is het de lunch op Nieuwjaarsdag, die
e-r wat feestelijker moet uitzien?
Ook in dit geval kan de huisvro-uw in
haar eigen keuken we-1 een smakelijk ex
traatje bereiden, dat niet al te veel tijd
in beslag neemt. t
Heel dunne sneetjes oud wittebrood (de
dikte als voor sandwiches) worden nu on
gesmeerd op elkaar gelegd mot een plakje
kaas ertusschen en niet meer dan een
piaar drup-pels Maggi's Aroma. De korstjes
worden rondom weggesneden, en de sand
wiches worden dan in de koekenpian met.
wat boter gebakken, tot ze aan weerskan
ten goudbruin en knappend zijn. De eeni
ge moeilijkheid hierbij is de twee snee
tjes in 't begin op elkaar te houden;
is -eenmaal het brood warm!, dan hecht
de gesmolten kaas de twee helften van
zelf wel stevig aan .elkaar.
D-e broodjes worden op een gevouwen
vingerdoekje o-p een schaaltje geschikt en
vooral zoo warm mogelijk gepresenteerd.
Ook „ansjovis-broodjes" zouden een
aardige inleiding van den koffiemaaltijd
Skunn-en voirmen. 1
Ans j ovis-br o-O'd j es. 6 sneedjes
casinobrood, plm. 50 gr. (2i/a afgestreken
eetlepel) bh'fcefrj, 2 harde eieren, 1 eetle
pel slaolie, 1 eetlepel azijn (bij! voorkeur
kruidenazijn), 1/4 theelepeltje mosterd, 1
theelepeltje Maggi's Aroma, 1 eetlepel
fijngehakte peterselie, 1 eetlepel capertjes,
12 ansjovissen.
Snijd het brood als voor sandwiches,
neem er rondom de kortjes af en verdeed
elk sneedje precies in tweeën (maak er,
inplaats van vierkante, desverkiezende
ook driehoeken of reepen van, desnoods
zelfs ronde plakjes, mits ze alle van on
geveer dezelfde grootte zijn). Bak de stuk
jes brood in ©en koekenpan met de boter
aan weerskanten goudbruin.
Wrijf de dooiers van de hardgekookte
ei-eren fijn, vermeng ze met den mosterd,
de Maggi's Aroma, de olie en den azijn
tot een zalfachtig papje en besmeer daar
mee de broodjes aan één kant.
Maak de van te voren geweekte ansjo
vissen schoon, splijt ze doormidden en
leg op elk bordje twee helften (liefst
op ieder bordje verschillend, n.l. recht,
gekluisd, rondgebogen, opgerold, e-nz.
-elnz.). Garneer de broodjes verder
ook weer zoo verschillend mogelijk
met de capertjes, de gehakte peterselie,
en het fijngehakte eiwit.
Schik de broodjes op een schotel, waar
over eerst een vingerdoekje is gespreid,
II a r i n g s 1 a. 3 gemarineerde harin
gen, 8 kou-de aardappelen, 1 kleine ge
kookte biet (of een 'flink stuk in azijfnl
ingemaakte biet), 1 zure appel, 2 har
de eieren, wat ingemaakte uitjes, augur
ken en capertjes, 2 struiken krulandij-vie
of 100 gr. (1 ons) veldsla, 2 lepels sla
olie, 2 lepels azijn, 3 a 5 lepels mayotn)
naise.
Ontdoie de gemarineerde haringen van
hun graat en snijd ze in blokjes.
Maak d-e aardappelen fijn (liefst door
den molen)hak .de b-iet in stulkj.es (op
eenige plakjes na, die voor versiering
moeten -dienen); snip-pier den geschilden
apipiel, snijd de uitjes- en die augurken
fijin (ook weer met uitzondering van eeni
ge voor gameering); maak de sla schoon
of snipp-er de andijvie; wrijf van de har
de -eieren het wit en de do-oaers afz ondier
lijk fijn.
Meng nu alles behalve de eieren, de
teruggehouden bieten, capertjes, uitjes en
augurken en e-en derde van de -sla'
m-e-t de olie en den azijn do-or elkaar.
Schik het mengsel ee-nigszins kussenvor-
miig o-p een platten schotel, strijk het glad
en be-dek het met een dun laagje may.o-n,-
naise. Garneer den schotel met een
randje van de overgehouden sla, met vak
je-s van fijfig-ewreven ©i, met boogj es van
doormidden gesneden b-ietenplakjes, met
een paar waaiervormig ingesneden augur
ken en met wat overal rondgestrooide
capertjes.
G-eef als ge wilt aan de ééne zijde
het jaartal aan van het afgelo-open jaar
en aan de andere zijde dat van het ko
mende jaar. Met behulp van in vieren
verdeelde, geweekte ansjovissen, die zich
gemakkelijk in den vorm van cijfers la
ten neerleggen, is dit heel goed te do-en.
Mayonnaise, 1 eierdooier, 1 eet
lepel azijn, 1 theelepeltje zo-ut, Va thee
lepeltje mosterd, 1 theelepeltje Maggi's
Aroma, 21/2 d.L. slaolie.
Klop in ©en stevig o-p- tafel staande
ko,m den eierdooier met het zout,
den mosterd, de Maggi's- Aroma en den
azijn door eikaar. Giet er, steeds gped
kloppende, met een uiterst fij'n straaltje
langzamerhand de olie bij, tot tenslotte de
miayonnaise glanzend en dik is- (na een
minuut of tien). Verdun, wanneer de saus
t e dik dreigt te worden, het mengsej
no@ met een paar druppels azijn.
Appelschoteltje. Eenige sneetjes
oud brood, dubbel zoo-veel appelmoe®,
krenten, suiker, kaneel, bo-ter, melk, zout,
beschuit.
Ko-ok het brood op met zooveel melk,
dat het een dikke pap is, onder voortdu
rend roeren, voeg hierbij1 wat kaneel, sui
ker en iets zout. Schil de appelen, verwijd
d-er de klokhuizen, wasch ze e-n zet ze op
met éen bodempje kokend water, een
handjevol goed gewasschen krenten, een
dun citroenschilletje en kook ze vluig
gaar, -doch ro-er er niet in. Schud ze af
en toe, o-m aanbranden te voorkomen.
Vallen de appels uiteen, 'tgeen door niet
ro-eren, do-ch enkel schudden het geval
is, verwijder dan het citroenschilletje, roer
d-e suiker er door en klop het geheel
tot moes.
Smeer e-en vuurvast schoteltje in met
boter, leg laag o-m laag appelmoes en
broodpap zóó, dat de onderste en bo
venste laag uit appelmoes bestaat. Stamp-
de beschuit fijh, vermeng deze m-et suiker
en wat kaneel en leg dit in een vingjerl
dikke laag op de appelmoes. Gie-t daar
over heen een p-aar lepels geismo-lten boter
en laat het schoteltje een half uur in een
matiig warmen oven 'bruin worden.
Enkele wenken.
Roestvlekken in voorwerpen
van nikkel. Bevochtig de vlekken met
petroleum, wrijf ze daarna stevig af met
-een soepel lederen lapje (een oude glacé
of z-e-emleeren handschoen b.v.) waarop- ge
overvloedig houtsko-olpoeder hebt ge
strooid.
Hoeden van lichtkleurig vilt
laten zich, vuil geworden, het best rei
nigen met eenige stukjes zeer fij'n schuur
papier. Men moet er op letten, steeds
naar d-enzelfden kant te strijken, daar de
ho-e-d anders streep-erig wordt.
Wil men water-, wijn- of bierglazen,
of welk ander glaswerk ook, goed blin
kend wrijVen, dan vermen-ge men 'twasch-
water met wat blauwsel. Dit geeft aan
kristal- en glaswerk ©en diepen glans.
Als er op 't geboende bovenvlak van ta
fel of dressoir een kring ontstaat, do-ordat
men er een heet schoteltje of kannetje op
heeft laten staan, wrij-ve men de bescha
digd® pi®k flink met sigarenasch. Die kring
trekt spoedig weg.
Recept voor glutoül: 10 gr. aluin,
30 gr. witte suiker worden onder verwar
ming opgelost in 400 sub. cin (400 gram)
water. In deze oplossing lost men voorts
op 180 gr. witte dextrine, dit moet nu ko
ken tot het een egale massa is. Om
vrij te zijn van schimmel voegt men
-een scheutje formaline toe en voor den
aang-enamen geur eenige druppels kruid
nagelolie. 1 1
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem No. 125.
Auteur: P. Snijders, A'dam.
1 2 3 4 5
47 48
Zwart 12 sch. op: 4, 6, 8, 9, 12, 13, 14,
18, 20, 23, 35 en 36.
Wit 11 sch. op: 16, 17, 25, 27, 32, 34,
41, 44, 47, 48 en 49.
Wit speelt en wint.
Oplossingen.
Dec.-problemen voor 6 Jan. a.s. in te
zenden aan bovenstaand adres.
Cursus vcor beginners.
XII.
Vervolg openingsstudie rubr. 21 Dec.
Doch niet altijd behoeft een stuk ver
loren te gaan door een -directen slag. Ook
de dreiging op zichzelf is soms al vol
doende.
Wit. Zwart.
1. 33—28 18—23
2. 39—33 12—18
3. 4439 7—12
4. 5044 20—24
5. 31—26 14—20
6. 37—31
47 48 40 50
6.
24—29
20X29
7. 33X24
Wat moet wit nu spelen? Op 3933
laat zwart hem kalm slaan en maakt -dam
door 19X50.
Op 4137 of '3127 wint zwart een
stuk door 29—33, 1721 en 11X24. Op
wit 3530 verliest wit door denzelfden
slag een stuk extra. Wit kan tenslotte ook
3227 spelen, doch ook dat kost een
etuk.
Tenslotte nog twee aardige damzetten.
Wit Zwart.
1. 31—26 17—21
2. 26X17 12X21
3. 36—31 7—12
4. 31—26 1—7
5. 26X17 12X21
6. 37—31 21—26?
47 48 49 50
Wit maakt dam door:
7. 33—29 26X28
8. 29—24 20X29
9. 34X1
De volgende damzet werd ons toege?-
zonden door den heer H. v. d. Linden te
Amsterdam.
Vogelenzang.
1 2 3 4 5
47 48 49 50
H. v. d. Linden.
Wit
1.
2. 35X24
3. 33X44 (gedw.)
4. 28X19
5. 42—37
6. 27—21
7. 38—32
8. 43X1
Zwart.
24—30
19X39
21—26?
26X28
13X24
16X27
27X38