DE ZEEÜW
TWEEDE BLAD.
HET ADRESl
A„ Wl LKINGI
Eerst de handen
Wat er deze week voorviel
ONDER VERDENKING.
Wetenschap en Kunst
Uit den Middelburgschen Raad.
FEUILLETON
Stukken voor den Gemeenteraad
van Vlissingen.
VAN
ZATERDAG 28 DEC. 1929. No. 75.
Veel belangrijk nieuws vqlt er deze
week niet te melden.
Wel heeft de Christenheid van alle lan
den het Kerstfeest mogen vieren, maar
juist in verband met dit feest stond* de
vergadermachine öf de geheele week, óf
een deel daarvan stil. Zoo is, om maar
iets te noemen, onze Tweede Kamer, den
vorigen Vrijdag met meer dan een maand
vacantie uiteengegaan, nadat eerst aan
den begrootingsarbeid de laatste hand
was gelegd.
De Kerstweek leent zich nu eenmaal
niet bijzonder voor vergaderingen en con
gressen. Ieder wil dan liefst zooveel mo
gelijk óf thuis öf in den familiekring ver
toeven.
Toch geven sommige gemeenteraden ook
dan geen krimp. Die van Middelburg hield
zelfs Maandag j.l. in verhand met den
plaats gehad hebbenden brand een mid
dag- en een avondvergadering. Men be
handelde nog wel geen voorstellen tot
uitbreiding der brandweer die zullen
wel later volgen maar praatte toch
vele uren vol over den brand van 7 Dec-
cember en de gebreken, die de tegenwoor
dige brandweer aankleven.
Moge er dan deze week weinig belang
rijk nieuws te melden zijn geweest,
helaas maakten ernstige branden,
een ontploffing aan het hoogovenbedrijf
te IJmuiden en verschillende auto-onge
vallen daarvan het grootste gedeelte uit.
Zoo was ook in de Kerstweek wederom
veel angst, leed en droefheid.
Uit 'het buitenland kwamen verschil
lende berichten omtrent sneeuw en koude.
In Rusland hadden de communistische
heerschers er blijkbaar alles op gezet om
alles wat nog in deze Kerstweek herin
derde aan het Christendom, tegen te gaan.
Zelfs de Kerstboom, waarvan het zeer de
vraag is, of de oorsprong in het Chris
tendom is gelegen, werd niet geduld.
In Engeland heeft ook de arbeidersre-
geering te kampen met de werkloosheid.
Ze heeft, hoewel ze alles in het werk
stelt, om dit kwaad te bestrijden,al heel
wat moeten hooren over het feit, dat het
haar niet gelukt is, aan dezen ongewensch-
ten economischen toestand een einde te
maken.
De critiek is gemakkelijker dan de
kunst. Dat ondervindt ook de arbeiders
partij.
(Slot.)
Wij willen beginnen met het scherpe
betoog van den heer Van der Feltz. De
ze zei, wat de brandweer betreft, rond
uit het vertrouwen in B. en W. op. Hij
citeerde uit de notulen van December
1926 (na den eersten brand in hotel-Verse-
put) de woorden van wethouder de Veer,
dat de waterleiding niet op brand be
rekend is. B. en W. en de brandweer
directie wisten dus, dat er dan spuiten
moesten komen, die het water uit de
vesten of kaden moesten oppompen en
met zooveel druk in de slangen persen,
dat een brand in het hartje van de stad
kon worden gebluscht.
Dit wisten ze, of konden het althans
weten. Maar wat is er tusschen 1926 en
1929 gebeurd? Misschien zijn enkele klei
nigheden aangeschaft zooals rookmas-
kers, en wat slangen, maar wat het groo-
te materiaal betreft ,is alles zoo gelaten.
Dit keurde dhr Van der Feltz ten sterk
ste af. Hier zijn in gebreke gebleven le de
Brandweerdirectie, bij wie alles schijnt
te culmineeren om het jaarlijksch diner
tje, zoodat brandmeester wordt, wie aan
dit diner een waardige verschijning
wordt geacht te zijn, ongeacht zijn prac-
tische bekwaamheid als brandblusch-
man (ook andere leden spraken van de
door
J. v. d. BOSCH.
43) o^-
Hij kon het niet hebben, dat men den
eerlijken Waanders van diefstal beschul
digde. Hij was er in zijn ziel van over
tuigd, dat er geen sprake van was.
„Ja, dat kun "je nu wel gemakkelijk
zeggen' meende de ander. „Zijn onschuld
is toch maar nooit bewezen. En waarom
ging hij dan naar Rotterdam, als hij niet
schuldig was?"
„Omdat ze het hem in het dorp on
mogelijk maakten, dat is de zaak. Hij kon
moeilijk anders. Maar onschuldig is hij
toch".
De arbeider haalde ongeloovig de
schouders op. „Ik denk er het mijne
van", zei hij. „Enfin, nu heeft de bur
gemeester weer een gevalletje bij boer
Geensen. Er moet heel wat gestolen zijn,
want gister had hij koeien verkocht en
het geld was nog in huis. De dief wist
precies, waar het was. Het is toch wel
kasuweel. Goeden middag, Jaarsma."
„Middag", zei Jaarsma.
Peinzend ging hij dan naar binnen.
O ogenblikkelijk bracht hij den inbraak
in verband met de plotselinge ontmoeting
hrandweerdirectie als een historisch ge-
groeiden toestand, waarin Middelburg
specialiteit schijnt te zijn) ,maar 2e ook
B. en W., die toch feitelijk verantwoor
delijk zijn en geen afschuifsysteem mo
gen toepassen. Dhr v. d. Feltz beschouwde
dan ook niet in de eerste plaats de Raad
of de Brandweerdirectie ,maar B. en W.
als de hoofdschuldigen. Zij kenden de si
tuatie (de Raad is niet van de details
op de hoogte) en hadden hun maatrege
len moeten nemen, althans die moeten
voorstellen.
Ook andere leden (o.a. dhr Hondius
en Streefkerk) schoven de schuld van
den Raad af. De Raad had steeds al
le ingediende voorstellen, de Brandweer
betreffende, aangenomen, terwijl zelfs
wel eens bij de algemeene beschouwingen
over de gemeente-begrooting op betere
outillage van de brandweer is aange
drongen. Weer andere leden durfden ook
den Raad niet geheel vrijpleiten.
Dhr Van der Feltz stelde ten slotte
na zijn scherp betoog, onder het uitspre
ken waarvan de burgemeester een min-
vriendelijk gezicht zette en dat later
door enkele leden een requisitoir van
een Officier van Justitie werd genoemd,
waarvan alleen de eisch meeviel, voor,
dat niet het college van B. en W., maar
een commissie uit den Raad, waaraan een
lid van B. en W. zou worden toegevoegd,
voorstellen zou ontwerpen tot reorganisa
tie van de brandweer.
De voorzitter zeide aanneming van zulk
een voorstel, waaruit wantrouwen tegen
B. en W. sprak, ten zeerste te zullen
betreuren. Het kwam echter zoover niet,
want het voorstel werd niet ondersteund.
Toch werden enkele gedeelten van het
betoog van den heer Van der Feltz later
door anderen onderstreept.
Zoo werd erkend, dat het brandblusch-
materiaal, Speciaal een deel der slangen,
in een slechten toestand verkeerde, dat
er te weinig met de brandweer is ge
oefend (misschien voldoende op de Los-
kade, maar dan toch zeker te weinig in
het hartje der stad), dat de leiding bij de
brandweer veel te wenschen overlaat en
dat er te veel brandweerpersoneel is,
zoodat het elkaar in den weg loopt.
Wat de waterleiding betreft, is nog
maals, evenals in 1926, door weth. de Veer
aangetoond, dat men daaraan niet den
eisch mag en kan stellen, dat ze vol
doende capaciteit en druk heeft voor een
modern geoutilleerde brandweer. Er kan
alleen bij kleinere branden gebruik van
worden gemaakt. Maar men legt geen wa
terleiding aan, die in de eerste plaats
voor de brandweer dienen kan. Een
brandweer moet zelf zorgen, voldoende
capaciteit te hebben. De waterleiding is
hier maar secundair.
Dit oordeel klopt met hetgeen in den
Goeschen Raad door den heer Van Poel
geest is gezegd. Hier is dan ook meteen
de richting aangegeven waarin verbete
ring moet worden gezocht.
Zooals gezegd, werden geen besluiten
genomen. B. en W. zullen met bekwamen
spoed voorstellen ontwerpen (de Kon.
Ned. Brandweervereeniging gehoord) en
we kunnen wel aannemen, dat daarmee
nu geen drie jaar zal gewacht worden.
Natuurlijk zal ook onder het oog wor
den gezien de vraag, of ook Rijk en pro
vincie en omliggende gemeenten hier een
helpende taak hebben.
Deze zaak is dan ook niet alleen voor
Middelburg van groote beteekenis. Moge
dat algemeen ingezien worden, zoodat
plaatsen als Goes, Zierikzee, Terneuzen,
Sluis enz. zich hierover ernstig beraden.
Hier moet aangepakt worden, waartoe
wellicht, zoo noodig een stootje van de
zijde van Ged. Staten ook wel gewenscht
zou zijn.
Ook de dorpsgemeentebesturen hebben
groot belang bij een goed geoutilleerde
brandweer in een naburige stad, die dan
in voorkomende gevallen als districts
brandweer kan dienst doen. Maar dan
kan een bijdrage ook redelijkerwijs ge
vraagd worden. Klaploopen mag hier niet
voorkomen.
Groote branden.
Als resultaat van een ter zake met ver
tegenwoordigers der Kon. Nederi. Brand
weervereeniging gepleegd o.verleg heeft
van gisteravond. Het was best mogelijk,
dat die twee snuiters de inbrekers wa
ren! En dan ging men weer op het dorp
zoeken. En misschien .werd, net als yer-
leden jaar, weer een onschuldige ver
dacht. Dat zou toch wel vreeselijk zijn.
Had het dorp aan één Waanders niet
genoeg
Aan zijh vrouw vertelde hij, wat hij
zoiCieven gehoord had, om daar in één
adem bij te voegen, welke ontmoeting
hij dien nacht gehad had.
„Ik heb zoo de idee, dat zij de daders
zijh," zei hij.
„Och kom, wat weet je daar nu van.
Het waren misschien wel heel gewone
men'schen, op weg naar huis," meende
vrouw Jaarsma.
„Als je hen gpzien hadt, zou je dat niet
zeggen, vrouw. En waarom zouden zij
dan dezen weg gaan?"
Dal moest zij toegeven1. 'tWas wel een
wonderlijke weg, om in het dorp te ko
men. En dorpelingen waren het vast niet
geweest. Dan had haar man hen wel ge
kend. Zij woonden hier al jaren.
„Ik denk er sterk aan, eens naar den
burgemeester te gaan," zei de overweg
wachter, „en het hem eens te vertellen."
„Wees toch wijzer, man. Bemoei je
er toch niet mee. Als zijl werkelijk de
daders zijtn, komt het vanzelf wel uit,"
meende zijl
„Zoo denk ik er niet over. Moet er een
tweede Waanders komen?" vroeg hjj.
de minister van binnenlandsche zaken
en landbouw o.a. aan. de commissarissen
der Koningin in de onderscheidene pro-
provincies ©en "brief gezonden, waarvan
de inhoud in hoofdzaak als volgt luidt;
„In het afgeloopen jaar zijh, zoowel op
het platteland als in eenige groote steden,
branden voorgekomen, welke van grooten
omvang en in hun gevolgen buitengewoon
noodlottig waren. Deze omstandigheid
heeft mij opnieuw klemmend de noodza
kelijkheid voor oogcn gesteld van het
bestaan en waar dit niet het geval is
van de oprichting in de onderschei
dene provincies van een provincialen
brandweerbond, als afdeeling van de Kon.
Ned. Brandweervereeniging, gevestigd te
Utrecht. Doel en streven van die ver-
ecniging en van de reorganisatie, met die
oprichting beoogd, werden bereids uitvoe
rig uiteengezet in mijh circulaire aan hee-
ren commissarissen der Koningin d.d. 27
October 1923, nr. 7934 afd. B.B.- Op
het groote openbare nut, hetwelk ontegen
zeggelijk aan het bestaan van een derge-
lijken provincialen bond in uw gewest en
aan de krachtige1 werkzaamheid van die
instelling is verponden, behoef ik te de
zer plaatse niet nader te wijzen."
Verder noodigt de minister in dezen
brief de commissarissen der Koningin in
die provincies, waarin een provinciale
brandweerbond reeds besta-at, uit, thans
nader met het bestuur van dien hond
in verbinding te treden en ook b-ij voort
during te blijven, opdat onverhoopt ver
slapping van haar werkzaamheid worde
weggenomen of voorkomen en opdat de
bond in ziin nuttige werk zooveel mo
gelijk worde aangemoedigd en gerug
steund.
Den commissarissen der Koningin in
de provinciën, alwaar een dergelijke bond
nog niet bestaat, verzoekt de minister
iïiians nadere stappen te doen, teneinde
de oprichting daarvan te verzekeren -en,
bij de totstandkoming, op gelijke vgjze
den bond te steunen als hierboven is
aangegeven.
De strijd tegen de kinderverlamming.
De correspondent van de „N. R. Crt."
te Brussel schrijft:
Terwijl men in den loop van dit jaar
van officieel© zijde, vermoedelijk met de
bedoeling het ontstaan van een paniek
stemming te voorkomen, de in de pers
verschenen berichten betreffende de epi
demie van kinderverlamming overdreven
heette -en af en toé zelfs geheel logen
strafte, heeft nu de bekende arts dr La
rue He, in een door hem gehouden lezing
voor .het „Centre Neurologique" alhier,
op de werkelijk onrustbarende uitbreiding,
welke deze aandoening in 1929 heeft
gekregen, met nadruk gewezen.
Volgens dr Laruelle is de ziekte uit
Nederland de provincie Antwerpen bin
nengekomen, waar het eerste geval, in
April j.l., werd vastgesteld. Limburg volg
de zeer kort daarop. In de provincie
Antwerpen alleen werden 250 gevallen
aangegeven verplichte aangifte van
deze aandoening bestaat er in België niet
en in de stad Antwerpen telde men er
50. Omstreeks einde Juni waren Waalsch-
Brabant, Henegouwen, het Doorniksche
en de provinciën Oost- en West-Vlaam-
dere-n eveneens aangetast.
De epidemie gleed als het ware in de
richting Noord-Oost, Zuid-West en heeft
thans het Noorden van Frankrijk bereikt.
In België zijn 500 personen, bijna allen
kinderen, door de epidemie getroffen.
Ongeveer 50 tot 60 dezer kinderen
stierven, twee derden van het totaal ble
ven in mindere of meerdere mate verlamd
en zullen ten minste nog twee jaar ver
pleging noodig hebben. Ongeveer 150
dezer verlamden zullen het, naar het oor
deel van dr Laruelle, ook we-1 definitief
blijven.
Berekent men hun onderhoudskosten
voor 30 jaar op 10.000 francs per jaar
en per hoofd, dan komt men tot een to
taal van 45 millioen francs, die dan toch
ten laste van het rijk zullen komen. De
herhaling van een dergelijken epidemie
toestand zo-u wel eens een gevaar kun
nen worden voor de staatsfinanciën. Ook
om deze reden, gevoegd bij vele andere,
zou dr Laruelle gaarne, samen met Neder
land en andere landen, die de kinderver-
„Eem tweede Waanders? Wat bedoel
je nu?"
Er lag groote verbazing in haar vraag.
„Wel, er wordt nu al gezegd, dat de
dief iemand wezen moet, die goed op
de boerderij bekend is. Natuurlijk gaat
men weer op het dorpi zoeken. En wie
weet, of weer niet een onschuldige voor
den dader wordt aangezien. Dan krijlgen
wij hetzelfde geval als met Waanders."
Vol belangstelling luisterde vrouw
Jaarsma.
„Dat zou kunnen", zei zij. „Maar dat
moet niet. Dat met Waanders is al erg
genoeg."
„Dat wou ik ook zeggen. En daarom ga
ik naar den burgemeester en vertel hem
van die twee snuiters van vannacht,"
besloot Jaarsma.
„Maar je weet 'toch niet, dat zij de
daders zijn?"
„(Natuurlijk niet. Het is b-est mogelijk!,
dat zij het niet z.ij|n. Maar de politie kan
het gedrag van die hoeren toch eens
■oinideTzoeken
„Natuurlijk, dat kan. Dus je gaat er
heen?"
„Ik ga er (heeni," antwoordde de oveh-
wegwachter. „Ik ben niet gerust vóór de
burgemeester het weet. Let je vanmiddag
op Me treinen? Onmiddellijk na het eten
wilde ik gaan."
Jaarsma passeerde het „huisje aan den
overweg", dat leeg stond, omdat de be-
lammingsepidemie doormaakten, een in
ternationale actie willen organiseeren ten
eind© voortaan alle epidemie-gevaar te
voorkomen of gezamenlijk te keeren.
Voorgesteld wordt, aan mevrouw M.
Vader-Duijvekot op haar verzoek eervol
ontslag te verleenen als lid der Commis
sie van toezicht op het L. O. Eveneens
wordt dit voorgesteld voor den heer A.
G. de Baare als regent van het Gasthuis
en van mevrouw F. Brevet-Pasma als
gemeente-vroedvrouw. Voor regentes" van
het Gasthuis, vacature mevrouw Voor-
hoeve-Serton, is door regenten een aan
beveling opgemaakt van mevrouw D. A.
G. Knoop-Snoek en mevrouw W. H. Stof-
koper-Op den Zieke. B. en W. hebben er
op gewezen, dat geen rekening is gehou
den met de gewoonte en den meermalen
door den raad uitgesproken wensch om
zooveel mogelijk rekening te houden met
de verschillende groepen der bevolking en
met de hestaande geestelijke richtingen.
Regenten werd verzocht deze aanbeveling
nogmaals te willen overwegen en een an
der tweetal voor te dragen. Blijkens een
nader schrijven van regenten kunnen zij
niet besluiten aan dit verzoek te voldoen
daar de ingediende aanbeveling nauw
keurig was overwogen en daarbij in de
allereerste plaats gelet was op personen,
die naar hun overtuiging in de huidige om
standigheden de belangen zoowel van
ziekenhuis als van het gasthuis zooveel
mogelijk zouden willen behartigen.
Voor regentes worden verder aanbevo
len mevrouw M. de Wilde-Henneveld
(aftr.) en mevrouw H. Ouwehand-Mont-
frooij en voor de vacature de Baare, de
heeren B. Hubregtse en A. R. König.
Voor lid van het Burgerlijk armbestuur
de heeren J. Polderman (aftr.) en G. van
Puffelen.
Voor regent van het Burger Weeshuis
de heeren J. de Konink (aftr.) en G. Jur-
ry. Voor de Commissie voor Zeemans- en
Visschersbeurs de heer A. J. van Ocken-
hurg (aftr).
Voor de commissie van toezicht op het
L. O. (vac. mevrouw Vader) mevrouw A.
Toussaint-Hofman en mevrouw F. W.
Harlaar-Loois; Mej. J. J. Andriessen
(aftr.) en mej. H. Wolthuis; de 'heeren
A. van de Sande (aftr) en A. J. van
Ockenburg. Voor de Commissie van Toe
zicht op het Nijverheidsonderwijs, vaca-
ture-Lindeijer, de heeren J. van de Vel
de en U. Buitenkamp.
Voor de commissie van advies inzake
den Gemeentelijken Dienst der Arbeids
bemiddeling en werkloosheidsverzekering
worden aanbevolen: door de Stoomvaart
maatschappij Zeeland de heeren J. J. van
den Broeke en A. C. H. Kuijck; voor do
Vlissingsche Gasfabriek de heeren L. E.
Doornbos en P. B. Bod; door den Vlis-
singschen Bestuurdersbond de heeren J.
G. F. van Spanning en A. H. König;
door den Christelijien Besturenbond de
heeren J. G. Mommaes en G. N. A. Vreke.
Naar aanleiding van toezegging daartoe
is met Regenten van het Burgerweeshuis
overleg gepleegd over het plan, om over
te gaan tot gezinsverpleging en is dit
college het er mede eens, dat nu het aan
tal weezen binnenkort slechts 3 zal be
dragen en zoolang dit niet meer dan zes
is, gezinsverpleging de voorkeur ver
dient, te meer, waar vader en moeder op
1 April wegens het bereiken van den 65-
jarigen leeftijd den gemeentedienst zullen
verlaten. Een echtpaar is bereid het huis
Coosje Buskenstraat 53, dat toch zal moe
ten worden aangehouden, en waarin voor
f 150 verbeteringen moeten worden aan
gebracht, tegen f 30 per maand te huren
en de kinderen daar op te nemen voor
f 50 per maand en per kind, terwijl de
kosten van kleeding, geneeskundige be
handeling, lesgelden, enz., voor rekening
van het Weeshuis komen. Dit zal een be
sparing in 1930 van rond f 2150 opleveren
B. en W. stellen voor in dien geest te be
sluiten.
Daar het nogal eens moeilijkheden op
levert te voldoen aan de bepalingen der
Bouwverordening inzake het uiterlijk van
nieuwe gebouwen, stellen B. en W. voor,
dat de gemeente zich voor f 100 per jaar
woners, die na Waanders gekomen wiaren,
er maar enkele maanden in gewoond haid-
den en het toen weer hadden verlaten.
Onmiddellijk dacht hij! aan de Waander-
sen. „Hun huisje wacht op hen," zei zijh
vrouw altijd. Maar dat was natuurlijk
maar gekheid. Op het dorp konden zij1 niet
meer zijh, in ieder geval niet, als zijh on
schuld nog niet aan het licht gekomen
was. En misschien zouden 'zijl dan fiocb
niet terug1 komen. Hijl vond het wel jam
mer, want zij waren altijd beste buren
geweest.
Peinzend liep Jaarsma verder naar het
dorp. Wie weet, of er niet een tweede
Waanders zou komen. Weer iemand, die,
n u bij jioer Geensen, van diefstal werd
verdacht. Beweerd werd immers, dat de
dief goed bekend moest zijn op de boer
derij? En als men nu weer iemand meen
de gevonden te hebben, dan zou hij na
tuurlijk ook geen leven hebben op het
dorp. Evenmin als Waanders dat had
gehad. Waanders, die toch yolkomen on
schuldig was.
Soms dacht Jaarsma: wat moet ik
eigenlijk bij den burgemeester gaan doen?
Was het niet wat belachelijk, om te gaan
pr.ateni over zijn ontmoeting van dien
nacht? Wat kwam de burgemeester daar
bij verder bij zijn onderzoek?
Maar dan veranderde hijl opeens, weer
van meening. Hij1 meende dan weer stellig,
dat de beide kerels meer van de inbraak
wisten. Voor hun genoegen liepen zjj niei
8BB—HBBnaiBSfrS'l' illLUh«PM—
voor Manufacturen,
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
aansluit bij bet adviesbureau van den
Bond Heemschut.
In verband met de aanvrage van de di
rectie der Nederi. Spoorwegen om ver
gunning tot loozing van huishoud- en
feeaalvocht van de bewoners van een 15-
tal woningen op het emplacement van
het oude station in het kanaal door Wal
cheren, wat het zwemmen daar en hand
having van de nieuwe zweminrichting on
mogelijk zou maken, stellen B. en W.
voor een gedeelte van het riool in den
Prins Hendrikweg te leggen en dit met
een afvoerleiding naar de Tweede Bin
nenhaven, wat f 30 per M. of in totaal
f 4000 zal kosten.
B. en W. stellen voor aan de straat, die
de Margrietenlaan met de Anjeliereniaan
zal verbinden den naam te geven van Mei
doornlaan.
Overeenkomstig zijn verzoek wordt
voorgesteld aan den heer F. Desein voor
den tijd van 30 jaren te verhuren 1000
M2. grond aan de 2e binnenhaven voor
f 350 per jaar, om aldaar een bergplaats
voor bouwmaterialen te bouwen.
Voor vakonderwijzers en vakonderwijze
ressen worden over 1927 de volgende ver
goedingen voorgesteld:
Vlissingsche schoolvereeniging f 327,43
Vereeniging voor Chr. Onderwijs f 354,90;
R. K. Meisjesschool f 354,90; Geref.
School a. d. Kasteelstraat f 346,90; R. K.
ULO-school f 658,35; en Chr. UDO-schooI
f 654,28.
Voor vergoeding voor vervolgonderwijs
over 1927 wordt door de Vereen, tot be
vordering van Chr. Onderwijs f 764,89
voorgesteld.
LLLÜJUJ
die ruw of gesprongen zijn wasschen met
zeep en liefst warm water; dan goed
afdrogen; dan Genius Wondbalsem er op.
Genius Wondbalsem, dat helpt tenminste.
25 en 50 ets.
Een nieuwe komeet ontdekt.
De Hamburgsche Sterrewacht te Ber-
gedorf deelt mede: Op 20 December is
door den astronoom Wilk van de Sterre
wacht een nieuwe komeet ontdekt. Op 21
December kon deze door de Hamburg
sche Sterrewacht gefotografeerd worden.
De in het sterrebeeld van de Lier staan
de komeet is van de achtste" grootte en
dus reeds met een kleinen kijker goed te
herkennen. De staart is, ongeveer 1 graad
lang. Waarschijnlijk zal de komeet op
27 December ongeveer 2 graden Zuidwes
telijk van Beta Cygni staan.
De Sangai beklommen.
De vulkaan Sangai, in Ecuador, die nog
nooit tot den top beklommen was, heeft
nu toch ook den voet op den kruin ge
had. De beklimming werd volbracht door
den Amerikaanschen zoöloog R. T. Moore
van de California Institute of Techno
logy.
Moore is de eerste die den Sangai heeft
beklommen. Het is een vulkanische
sneeuwberg, 17.500 vt. hoog. Het inwen
dige van den krater kan van den top
van den berg worden gefotografeerd.
De expeditie van Moore was feitelijk
een natuurhistorische epeditie, en de
buit aan vogels, zoogdieren, kruipende
dieren enz., bijeengebracht aan den voet
van den Sangai, was aanzienlijk.
De makkers van Moore op den lclim-
in het holst vair den nacht op een een
zamen landweg. Neen, neen, zijl wisten
er wel méér van. En als hij! zmh vergist^
wel, wat was het dan nog? Hij had
dan toch gedaan, wat hij. meende dat zijh
j plicht was.
Zoo bereikte hij het gemeentehuis, waar
hij den burgemeester te spreken vroeg.
Een 'klerk, hij kende den jongen mah
heel goed, vertelde hem, dat de burge
meester voorloopig wel niet te spreken
zou zijn, daar hij' druk bezig was mei
het onderzoek inzake de inbraak. Jaarsma
had. er zeker wel van gehoord?
Ja, Jaarsma had er van gehoord. Maar
hij wilde toch gaarne den burgemeester
spreken en zou dan wel wat wachten.
,,'t Is weer een wonderlijk geval," zei de
klerk, die Van Galen heette. „Maar," hij
werd zeer vertrouwelijk, „de dief zijn ze
al op het spoor."
„Zoo," zei Jaarsma verrast, „dat zou al
gauw zijn."
„Och neen," meende de ander. „Het
bleek al heel gauw, d.at een bekende den
diefstal had gepleegd."
Jaarsma kreeg ©en bang voorgevoel.
„En toen?" vroeg hij ademloos.
„Och, precies weet ik bet nog, niet,
maar ik weet toch wel, dat er bijl een
arbeider van Geensen wat gevonden is."
(Wordt vervolgd.)