DE ZEEÜW TWEEDE BLAD. HET ADRESl A„ Wl LKINGI Eerst de handen Wat er deze week voorviel ONDER VERDENKING. Wetenschap en Kunst Uit den Middelburgschen Raad. FEUILLETON Stukken voor den Gemeenteraad van Vlissingen. VAN ZATERDAG 28 DEC. 1929. No. 75. Veel belangrijk nieuws vqlt er deze week niet te melden. Wel heeft de Christenheid van alle lan den het Kerstfeest mogen vieren, maar juist in verband met dit feest stond* de vergadermachine öf de geheele week, óf een deel daarvan stil. Zoo is, om maar iets te noemen, onze Tweede Kamer, den vorigen Vrijdag met meer dan een maand vacantie uiteengegaan, nadat eerst aan den begrootingsarbeid de laatste hand was gelegd. De Kerstweek leent zich nu eenmaal niet bijzonder voor vergaderingen en con gressen. Ieder wil dan liefst zooveel mo gelijk óf thuis öf in den familiekring ver toeven. Toch geven sommige gemeenteraden ook dan geen krimp. Die van Middelburg hield zelfs Maandag j.l. in verhand met den plaats gehad hebbenden brand een mid dag- en een avondvergadering. Men be handelde nog wel geen voorstellen tot uitbreiding der brandweer die zullen wel later volgen maar praatte toch vele uren vol over den brand van 7 Dec- cember en de gebreken, die de tegenwoor dige brandweer aankleven. Moge er dan deze week weinig belang rijk nieuws te melden zijn geweest, helaas maakten ernstige branden, een ontploffing aan het hoogovenbedrijf te IJmuiden en verschillende auto-onge vallen daarvan het grootste gedeelte uit. Zoo was ook in de Kerstweek wederom veel angst, leed en droefheid. Uit 'het buitenland kwamen verschil lende berichten omtrent sneeuw en koude. In Rusland hadden de communistische heerschers er blijkbaar alles op gezet om alles wat nog in deze Kerstweek herin derde aan het Christendom, tegen te gaan. Zelfs de Kerstboom, waarvan het zeer de vraag is, of de oorsprong in het Chris tendom is gelegen, werd niet geduld. In Engeland heeft ook de arbeidersre- geering te kampen met de werkloosheid. Ze heeft, hoewel ze alles in het werk stelt, om dit kwaad te bestrijden,al heel wat moeten hooren over het feit, dat het haar niet gelukt is, aan dezen ongewensch- ten economischen toestand een einde te maken. De critiek is gemakkelijker dan de kunst. Dat ondervindt ook de arbeiders partij. (Slot.) Wij willen beginnen met het scherpe betoog van den heer Van der Feltz. De ze zei, wat de brandweer betreft, rond uit het vertrouwen in B. en W. op. Hij citeerde uit de notulen van December 1926 (na den eersten brand in hotel-Verse- put) de woorden van wethouder de Veer, dat de waterleiding niet op brand be rekend is. B. en W. en de brandweer directie wisten dus, dat er dan spuiten moesten komen, die het water uit de vesten of kaden moesten oppompen en met zooveel druk in de slangen persen, dat een brand in het hartje van de stad kon worden gebluscht. Dit wisten ze, of konden het althans weten. Maar wat is er tusschen 1926 en 1929 gebeurd? Misschien zijn enkele klei nigheden aangeschaft zooals rookmas- kers, en wat slangen, maar wat het groo- te materiaal betreft ,is alles zoo gelaten. Dit keurde dhr Van der Feltz ten sterk ste af. Hier zijn in gebreke gebleven le de Brandweerdirectie, bij wie alles schijnt te culmineeren om het jaarlijksch diner tje, zoodat brandmeester wordt, wie aan dit diner een waardige verschijning wordt geacht te zijn, ongeacht zijn prac- tische bekwaamheid als brandblusch- man (ook andere leden spraken van de door J. v. d. BOSCH. 43) o^- Hij kon het niet hebben, dat men den eerlijken Waanders van diefstal beschul digde. Hij was er in zijn ziel van over tuigd, dat er geen sprake van was. „Ja, dat kun "je nu wel gemakkelijk zeggen' meende de ander. „Zijn onschuld is toch maar nooit bewezen. En waarom ging hij dan naar Rotterdam, als hij niet schuldig was?" „Omdat ze het hem in het dorp on mogelijk maakten, dat is de zaak. Hij kon moeilijk anders. Maar onschuldig is hij toch". De arbeider haalde ongeloovig de schouders op. „Ik denk er het mijne van", zei hij. „Enfin, nu heeft de bur gemeester weer een gevalletje bij boer Geensen. Er moet heel wat gestolen zijn, want gister had hij koeien verkocht en het geld was nog in huis. De dief wist precies, waar het was. Het is toch wel kasuweel. Goeden middag, Jaarsma." „Middag", zei Jaarsma. Peinzend ging hij dan naar binnen. O ogenblikkelijk bracht hij den inbraak in verband met de plotselinge ontmoeting hrandweerdirectie als een historisch ge- groeiden toestand, waarin Middelburg specialiteit schijnt te zijn) ,maar 2e ook B. en W., die toch feitelijk verantwoor delijk zijn en geen afschuifsysteem mo gen toepassen. Dhr v. d. Feltz beschouwde dan ook niet in de eerste plaats de Raad of de Brandweerdirectie ,maar B. en W. als de hoofdschuldigen. Zij kenden de si tuatie (de Raad is niet van de details op de hoogte) en hadden hun maatrege len moeten nemen, althans die moeten voorstellen. Ook andere leden (o.a. dhr Hondius en Streefkerk) schoven de schuld van den Raad af. De Raad had steeds al le ingediende voorstellen, de Brandweer betreffende, aangenomen, terwijl zelfs wel eens bij de algemeene beschouwingen over de gemeente-begrooting op betere outillage van de brandweer is aange drongen. Weer andere leden durfden ook den Raad niet geheel vrijpleiten. Dhr Van der Feltz stelde ten slotte na zijn scherp betoog, onder het uitspre ken waarvan de burgemeester een min- vriendelijk gezicht zette en dat later door enkele leden een requisitoir van een Officier van Justitie werd genoemd, waarvan alleen de eisch meeviel, voor, dat niet het college van B. en W., maar een commissie uit den Raad, waaraan een lid van B. en W. zou worden toegevoegd, voorstellen zou ontwerpen tot reorganisa tie van de brandweer. De voorzitter zeide aanneming van zulk een voorstel, waaruit wantrouwen tegen B. en W. sprak, ten zeerste te zullen betreuren. Het kwam echter zoover niet, want het voorstel werd niet ondersteund. Toch werden enkele gedeelten van het betoog van den heer Van der Feltz later door anderen onderstreept. Zoo werd erkend, dat het brandblusch- materiaal, Speciaal een deel der slangen, in een slechten toestand verkeerde, dat er te weinig met de brandweer is ge oefend (misschien voldoende op de Los- kade, maar dan toch zeker te weinig in het hartje der stad), dat de leiding bij de brandweer veel te wenschen overlaat en dat er te veel brandweerpersoneel is, zoodat het elkaar in den weg loopt. Wat de waterleiding betreft, is nog maals, evenals in 1926, door weth. de Veer aangetoond, dat men daaraan niet den eisch mag en kan stellen, dat ze vol doende capaciteit en druk heeft voor een modern geoutilleerde brandweer. Er kan alleen bij kleinere branden gebruik van worden gemaakt. Maar men legt geen wa terleiding aan, die in de eerste plaats voor de brandweer dienen kan. Een brandweer moet zelf zorgen, voldoende capaciteit te hebben. De waterleiding is hier maar secundair. Dit oordeel klopt met hetgeen in den Goeschen Raad door den heer Van Poel geest is gezegd. Hier is dan ook meteen de richting aangegeven waarin verbete ring moet worden gezocht. Zooals gezegd, werden geen besluiten genomen. B. en W. zullen met bekwamen spoed voorstellen ontwerpen (de Kon. Ned. Brandweervereeniging gehoord) en we kunnen wel aannemen, dat daarmee nu geen drie jaar zal gewacht worden. Natuurlijk zal ook onder het oog wor den gezien de vraag, of ook Rijk en pro vincie en omliggende gemeenten hier een helpende taak hebben. Deze zaak is dan ook niet alleen voor Middelburg van groote beteekenis. Moge dat algemeen ingezien worden, zoodat plaatsen als Goes, Zierikzee, Terneuzen, Sluis enz. zich hierover ernstig beraden. Hier moet aangepakt worden, waartoe wellicht, zoo noodig een stootje van de zijde van Ged. Staten ook wel gewenscht zou zijn. Ook de dorpsgemeentebesturen hebben groot belang bij een goed geoutilleerde brandweer in een naburige stad, die dan in voorkomende gevallen als districts brandweer kan dienst doen. Maar dan kan een bijdrage ook redelijkerwijs ge vraagd worden. Klaploopen mag hier niet voorkomen. Groote branden. Als resultaat van een ter zake met ver tegenwoordigers der Kon. Nederi. Brand weervereeniging gepleegd o.verleg heeft van gisteravond. Het was best mogelijk, dat die twee snuiters de inbrekers wa ren! En dan ging men weer op het dorp zoeken. En misschien .werd, net als yer- leden jaar, weer een onschuldige ver dacht. Dat zou toch wel vreeselijk zijn. Had het dorp aan één Waanders niet genoeg Aan zijh vrouw vertelde hij, wat hij zoiCieven gehoord had, om daar in één adem bij te voegen, welke ontmoeting hij dien nacht gehad had. „Ik heb zoo de idee, dat zij de daders zijh," zei hij. „Och kom, wat weet je daar nu van. Het waren misschien wel heel gewone men'schen, op weg naar huis," meende vrouw Jaarsma. „Als je hen gpzien hadt, zou je dat niet zeggen, vrouw. En waarom zouden zij dan dezen weg gaan?" Dal moest zij toegeven1. 'tWas wel een wonderlijke weg, om in het dorp te ko men. En dorpelingen waren het vast niet geweest. Dan had haar man hen wel ge kend. Zij woonden hier al jaren. „Ik denk er sterk aan, eens naar den burgemeester te gaan," zei de overweg wachter, „en het hem eens te vertellen." „Wees toch wijzer, man. Bemoei je er toch niet mee. Als zijl werkelijk de daders zijtn, komt het vanzelf wel uit," meende zijl „Zoo denk ik er niet over. Moet er een tweede Waanders komen?" vroeg hjj. de minister van binnenlandsche zaken en landbouw o.a. aan. de commissarissen der Koningin in de onderscheidene pro- provincies ©en "brief gezonden, waarvan de inhoud in hoofdzaak als volgt luidt; „In het afgeloopen jaar zijh, zoowel op het platteland als in eenige groote steden, branden voorgekomen, welke van grooten omvang en in hun gevolgen buitengewoon noodlottig waren. Deze omstandigheid heeft mij opnieuw klemmend de noodza kelijkheid voor oogcn gesteld van het bestaan en waar dit niet het geval is van de oprichting in de onderschei dene provincies van een provincialen brandweerbond, als afdeeling van de Kon. Ned. Brandweervereeniging, gevestigd te Utrecht. Doel en streven van die ver- ecniging en van de reorganisatie, met die oprichting beoogd, werden bereids uitvoe rig uiteengezet in mijh circulaire aan hee- ren commissarissen der Koningin d.d. 27 October 1923, nr. 7934 afd. B.B.- Op het groote openbare nut, hetwelk ontegen zeggelijk aan het bestaan van een derge- lijken provincialen bond in uw gewest en aan de krachtige1 werkzaamheid van die instelling is verponden, behoef ik te de zer plaatse niet nader te wijzen." Verder noodigt de minister in dezen brief de commissarissen der Koningin in die provincies, waarin een provinciale brandweerbond reeds besta-at, uit, thans nader met het bestuur van dien hond in verbinding te treden en ook b-ij voort during te blijven, opdat onverhoopt ver slapping van haar werkzaamheid worde weggenomen of voorkomen en opdat de bond in ziin nuttige werk zooveel mo gelijk worde aangemoedigd en gerug steund. Den commissarissen der Koningin in de provinciën, alwaar een dergelijke bond nog niet bestaat, verzoekt de minister iïiians nadere stappen te doen, teneinde de oprichting daarvan te verzekeren -en, bij de totstandkoming, op gelijke vgjze den bond te steunen als hierboven is aangegeven. De strijd tegen de kinderverlamming. De correspondent van de „N. R. Crt." te Brussel schrijft: Terwijl men in den loop van dit jaar van officieel© zijde, vermoedelijk met de bedoeling het ontstaan van een paniek stemming te voorkomen, de in de pers verschenen berichten betreffende de epi demie van kinderverlamming overdreven heette -en af en toé zelfs geheel logen strafte, heeft nu de bekende arts dr La rue He, in een door hem gehouden lezing voor .het „Centre Neurologique" alhier, op de werkelijk onrustbarende uitbreiding, welke deze aandoening in 1929 heeft gekregen, met nadruk gewezen. Volgens dr Laruelle is de ziekte uit Nederland de provincie Antwerpen bin nengekomen, waar het eerste geval, in April j.l., werd vastgesteld. Limburg volg de zeer kort daarop. In de provincie Antwerpen alleen werden 250 gevallen aangegeven verplichte aangifte van deze aandoening bestaat er in België niet en in de stad Antwerpen telde men er 50. Omstreeks einde Juni waren Waalsch- Brabant, Henegouwen, het Doorniksche en de provinciën Oost- en West-Vlaam- dere-n eveneens aangetast. De epidemie gleed als het ware in de richting Noord-Oost, Zuid-West en heeft thans het Noorden van Frankrijk bereikt. In België zijn 500 personen, bijna allen kinderen, door de epidemie getroffen. Ongeveer 50 tot 60 dezer kinderen stierven, twee derden van het totaal ble ven in mindere of meerdere mate verlamd en zullen ten minste nog twee jaar ver pleging noodig hebben. Ongeveer 150 dezer verlamden zullen het, naar het oor deel van dr Laruelle, ook we-1 definitief blijven. Berekent men hun onderhoudskosten voor 30 jaar op 10.000 francs per jaar en per hoofd, dan komt men tot een to taal van 45 millioen francs, die dan toch ten laste van het rijk zullen komen. De herhaling van een dergelijken epidemie toestand zo-u wel eens een gevaar kun nen worden voor de staatsfinanciën. Ook om deze reden, gevoegd bij vele andere, zou dr Laruelle gaarne, samen met Neder land en andere landen, die de kinderver- „Eem tweede Waanders? Wat bedoel je nu?" Er lag groote verbazing in haar vraag. „Wel, er wordt nu al gezegd, dat de dief iemand wezen moet, die goed op de boerderij bekend is. Natuurlijk gaat men weer op het dorpi zoeken. En wie weet, of weer niet een onschuldige voor den dader wordt aangezien. Dan krijlgen wij hetzelfde geval als met Waanders." Vol belangstelling luisterde vrouw Jaarsma. „Dat zou kunnen", zei zij. „Maar dat moet niet. Dat met Waanders is al erg genoeg." „Dat wou ik ook zeggen. En daarom ga ik naar den burgemeester en vertel hem van die twee snuiters van vannacht," besloot Jaarsma. „Maar je weet 'toch niet, dat zij de daders zijn?" „(Natuurlijk niet. Het is b-est mogelijk!, dat zij het niet z.ij|n. Maar de politie kan het gedrag van die hoeren toch eens ■oinideTzoeken „Natuurlijk, dat kan. Dus je gaat er heen?" „Ik ga er (heeni," antwoordde de oveh- wegwachter. „Ik ben niet gerust vóór de burgemeester het weet. Let je vanmiddag op Me treinen? Onmiddellijk na het eten wilde ik gaan." Jaarsma passeerde het „huisje aan den overweg", dat leeg stond, omdat de be- lammingsepidemie doormaakten, een in ternationale actie willen organiseeren ten eind© voortaan alle epidemie-gevaar te voorkomen of gezamenlijk te keeren. Voorgesteld wordt, aan mevrouw M. Vader-Duijvekot op haar verzoek eervol ontslag te verleenen als lid der Commis sie van toezicht op het L. O. Eveneens wordt dit voorgesteld voor den heer A. G. de Baare als regent van het Gasthuis en van mevrouw F. Brevet-Pasma als gemeente-vroedvrouw. Voor regentes" van het Gasthuis, vacature mevrouw Voor- hoeve-Serton, is door regenten een aan beveling opgemaakt van mevrouw D. A. G. Knoop-Snoek en mevrouw W. H. Stof- koper-Op den Zieke. B. en W. hebben er op gewezen, dat geen rekening is gehou den met de gewoonte en den meermalen door den raad uitgesproken wensch om zooveel mogelijk rekening te houden met de verschillende groepen der bevolking en met de hestaande geestelijke richtingen. Regenten werd verzocht deze aanbeveling nogmaals te willen overwegen en een an der tweetal voor te dragen. Blijkens een nader schrijven van regenten kunnen zij niet besluiten aan dit verzoek te voldoen daar de ingediende aanbeveling nauw keurig was overwogen en daarbij in de allereerste plaats gelet was op personen, die naar hun overtuiging in de huidige om standigheden de belangen zoowel van ziekenhuis als van het gasthuis zooveel mogelijk zouden willen behartigen. Voor regentes worden verder aanbevo len mevrouw M. de Wilde-Henneveld (aftr.) en mevrouw H. Ouwehand-Mont- frooij en voor de vacature de Baare, de heeren B. Hubregtse en A. R. König. Voor lid van het Burgerlijk armbestuur de heeren J. Polderman (aftr.) en G. van Puffelen. Voor regent van het Burger Weeshuis de heeren J. de Konink (aftr.) en G. Jur- ry. Voor de Commissie voor Zeemans- en Visschersbeurs de heer A. J. van Ocken- hurg (aftr). Voor de commissie van toezicht op het L. O. (vac. mevrouw Vader) mevrouw A. Toussaint-Hofman en mevrouw F. W. Harlaar-Loois; Mej. J. J. Andriessen (aftr.) en mej. H. Wolthuis; de 'heeren A. van de Sande (aftr) en A. J. van Ockenburg. Voor de Commissie van Toe zicht op het Nijverheidsonderwijs, vaca- ture-Lindeijer, de heeren J. van de Vel de en U. Buitenkamp. Voor de commissie van advies inzake den Gemeentelijken Dienst der Arbeids bemiddeling en werkloosheidsverzekering worden aanbevolen: door de Stoomvaart maatschappij Zeeland de heeren J. J. van den Broeke en A. C. H. Kuijck; voor do Vlissingsche Gasfabriek de heeren L. E. Doornbos en P. B. Bod; door den Vlis- singschen Bestuurdersbond de heeren J. G. F. van Spanning en A. H. König; door den Christelijien Besturenbond de heeren J. G. Mommaes en G. N. A. Vreke. Naar aanleiding van toezegging daartoe is met Regenten van het Burgerweeshuis overleg gepleegd over het plan, om over te gaan tot gezinsverpleging en is dit college het er mede eens, dat nu het aan tal weezen binnenkort slechts 3 zal be dragen en zoolang dit niet meer dan zes is, gezinsverpleging de voorkeur ver dient, te meer, waar vader en moeder op 1 April wegens het bereiken van den 65- jarigen leeftijd den gemeentedienst zullen verlaten. Een echtpaar is bereid het huis Coosje Buskenstraat 53, dat toch zal moe ten worden aangehouden, en waarin voor f 150 verbeteringen moeten worden aan gebracht, tegen f 30 per maand te huren en de kinderen daar op te nemen voor f 50 per maand en per kind, terwijl de kosten van kleeding, geneeskundige be handeling, lesgelden, enz., voor rekening van het Weeshuis komen. Dit zal een be sparing in 1930 van rond f 2150 opleveren B. en W. stellen voor in dien geest te be sluiten. Daar het nogal eens moeilijkheden op levert te voldoen aan de bepalingen der Bouwverordening inzake het uiterlijk van nieuwe gebouwen, stellen B. en W. voor, dat de gemeente zich voor f 100 per jaar woners, die na Waanders gekomen wiaren, er maar enkele maanden in gewoond haid- den en het toen weer hadden verlaten. Onmiddellijk dacht hij! aan de Waander- sen. „Hun huisje wacht op hen," zei zijh vrouw altijd. Maar dat was natuurlijk maar gekheid. Op het dorp konden zij1 niet meer zijh, in ieder geval niet, als zijh on schuld nog niet aan het licht gekomen was. En misschien zouden 'zijl dan fiocb niet terug1 komen. Hijl vond het wel jam mer, want zij waren altijd beste buren geweest. Peinzend liep Jaarsma verder naar het dorp. Wie weet, of er niet een tweede Waanders zou komen. Weer iemand, die, n u bij jioer Geensen, van diefstal werd verdacht. Beweerd werd immers, dat de dief goed bekend moest zijn op de boer derij? En als men nu weer iemand meen de gevonden te hebben, dan zou hij na tuurlijk ook geen leven hebben op het dorp. Evenmin als Waanders dat had gehad. Waanders, die toch yolkomen on schuldig was. Soms dacht Jaarsma: wat moet ik eigenlijk bij den burgemeester gaan doen? Was het niet wat belachelijk, om te gaan pr.ateni over zijn ontmoeting van dien nacht? Wat kwam de burgemeester daar bij verder bij zijn onderzoek? Maar dan veranderde hijl opeens, weer van meening. Hij1 meende dan weer stellig, dat de beide kerels meer van de inbraak wisten. Voor hun genoegen liepen zjj niei 8BB—HBBnaiBSfrS'l' illLUh«PM— voor Manufacturen, Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST aansluit bij bet adviesbureau van den Bond Heemschut. In verband met de aanvrage van de di rectie der Nederi. Spoorwegen om ver gunning tot loozing van huishoud- en feeaalvocht van de bewoners van een 15- tal woningen op het emplacement van het oude station in het kanaal door Wal cheren, wat het zwemmen daar en hand having van de nieuwe zweminrichting on mogelijk zou maken, stellen B. en W. voor een gedeelte van het riool in den Prins Hendrikweg te leggen en dit met een afvoerleiding naar de Tweede Bin nenhaven, wat f 30 per M. of in totaal f 4000 zal kosten. B. en W. stellen voor aan de straat, die de Margrietenlaan met de Anjeliereniaan zal verbinden den naam te geven van Mei doornlaan. Overeenkomstig zijn verzoek wordt voorgesteld aan den heer F. Desein voor den tijd van 30 jaren te verhuren 1000 M2. grond aan de 2e binnenhaven voor f 350 per jaar, om aldaar een bergplaats voor bouwmaterialen te bouwen. Voor vakonderwijzers en vakonderwijze ressen worden over 1927 de volgende ver goedingen voorgesteld: Vlissingsche schoolvereeniging f 327,43 Vereeniging voor Chr. Onderwijs f 354,90; R. K. Meisjesschool f 354,90; Geref. School a. d. Kasteelstraat f 346,90; R. K. ULO-school f 658,35; en Chr. UDO-schooI f 654,28. Voor vergoeding voor vervolgonderwijs over 1927 wordt door de Vereen, tot be vordering van Chr. Onderwijs f 764,89 voorgesteld. LLLÜJUJ die ruw of gesprongen zijn wasschen met zeep en liefst warm water; dan goed afdrogen; dan Genius Wondbalsem er op. Genius Wondbalsem, dat helpt tenminste. 25 en 50 ets. Een nieuwe komeet ontdekt. De Hamburgsche Sterrewacht te Ber- gedorf deelt mede: Op 20 December is door den astronoom Wilk van de Sterre wacht een nieuwe komeet ontdekt. Op 21 December kon deze door de Hamburg sche Sterrewacht gefotografeerd worden. De in het sterrebeeld van de Lier staan de komeet is van de achtste" grootte en dus reeds met een kleinen kijker goed te herkennen. De staart is, ongeveer 1 graad lang. Waarschijnlijk zal de komeet op 27 December ongeveer 2 graden Zuidwes telijk van Beta Cygni staan. De Sangai beklommen. De vulkaan Sangai, in Ecuador, die nog nooit tot den top beklommen was, heeft nu toch ook den voet op den kruin ge had. De beklimming werd volbracht door den Amerikaanschen zoöloog R. T. Moore van de California Institute of Techno logy. Moore is de eerste die den Sangai heeft beklommen. Het is een vulkanische sneeuwberg, 17.500 vt. hoog. Het inwen dige van den krater kan van den top van den berg worden gefotografeerd. De expeditie van Moore was feitelijk een natuurhistorische epeditie, en de buit aan vogels, zoogdieren, kruipende dieren enz., bijeengebracht aan den voet van den Sangai, was aanzienlijk. De makkers van Moore op den lclim- in het holst vair den nacht op een een zamen landweg. Neen, neen, zijl wisten er wel méér van. En als hij! zmh vergist^ wel, wat was het dan nog? Hij had dan toch gedaan, wat hij. meende dat zijh j plicht was. Zoo bereikte hij het gemeentehuis, waar hij den burgemeester te spreken vroeg. Een 'klerk, hij kende den jongen mah heel goed, vertelde hem, dat de burge meester voorloopig wel niet te spreken zou zijn, daar hij' druk bezig was mei het onderzoek inzake de inbraak. Jaarsma had. er zeker wel van gehoord? Ja, Jaarsma had er van gehoord. Maar hij wilde toch gaarne den burgemeester spreken en zou dan wel wat wachten. ,,'t Is weer een wonderlijk geval," zei de klerk, die Van Galen heette. „Maar," hij werd zeer vertrouwelijk, „de dief zijn ze al op het spoor." „Zoo," zei Jaarsma verrast, „dat zou al gauw zijn." „Och neen," meende de ander. „Het bleek al heel gauw, d.at een bekende den diefstal had gepleegd." Jaarsma kreeg ©en bang voorgevoel. „En toen?" vroeg hij ademloos. „Och, precies weet ik bet nog, niet, maar ik weet toch wel, dat er bijl een arbeider van Geensen wat gevonden is." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5