Rechtzaken
Zeeuwsche Stemmen.
dacht van personen; men vindt daarin be
richten als deze b.v.b.: hoeveel Afri-
kaansche inboorlingen reeds lange broe
ken dragen, hoeveel Chineezen, als gevolg
van de inwerking van het'Christendom, de
gewoonte van rijst-eten reeds hebben af
gelegd of hoeveel Indianen het „Onze
Vader al kunnen opzeggen I
De andere soort gaat meer over de per
sonen van de predikanten. Zaterdags be
gint de stroom' van copy al binnen te
komen; des Zondags volgt de tweede
groote golf voor het Maandagochtendblad.
De wonderlijkste dingen kan men daarin
lezen. Zoo weet dr Chr. F. Reisner be
roemde acteurs bij zijn kerkdiensten te
engageeren. Met groote letters wordt zijn
jongste triumf aangekondigd: Jackie Coo-
gan, de jonge filmacteur, zal in zijn ,inimi
table way" (onnavolgbare wijze) spreken
over zijn laatste reis door Europa en
wil bij die gelegenheid zijn auditorium
nteedeelen, welke dingen hij' graag zou
willen kunnen, wanneer hij groot gewor
den zal zijn. Hij zal antwoord geven
op de vragen, die dr Reisner hem zal
stellen. Jackie's „splendid father" zal hem
daarbij vergezellen en zoo noodig assis-
teeren.
Een andere kerk laat den schrijver dr
John R. Oliver (auteur van „Victim and
Victor") een causerie houden over den
invloed van vrees in het leven van
den tegenwoordigen mensch. Uitdrukkelijk
wordt vermeld, dat het onderwerp niet
onkel psychologisch behandeld zal wor
den, zooals van een novellist verwacht
kan worden, maar dat de religieuse be
hoeften van het gehoor niet te kort zul
len komen, 's Maandags kan men lezen,
dat 150 mensehen getuigenis af.egden, door
het bevrijdend woord van de beklemming
der vrees verlost te zijn geworden I
In de Calvary Baptist Church is on
langs een bijbel cadeau gegeven aan eiken
bezoeker, die dan Zondagavonddienst wil
de bijwonen met verzaking van alle lok
kende wereldsche genoegens. De Baptist
Temple in Brooklyn loofde een bijbel uit
aan vader en zoon, die het meest op
elkaar geleken.
Dat de heete discussies over huwelijks
reform en sexueele vraagstukken in Ame
rika stof tot sensationeele peroraties ge
ven, laat zich verstaan.
Zoef" heeft rev. C. Wagner dezen zo
men een heele serie presken gehouden
over het thema: „Marriage in Transition"
(De crisis van het Huwelijksleven) waarbij1
elke preek een zelfstandig onderdeel vorm
de met een eigen, klinkenden titel b.v.b.-
„Is het Huwelijk ©en keten of levensver
vulling?" Voor de vredesbeweging spreken
velen, die in oorlogstijd dood en verderf
aan de Duitschers predikten. Druk be
sproken vraagstukken als: de verhouding
tusschen geloof en wetenschap, geboorten-
controle, de contraverse tusschen moder
nisten en fundamentalisten, worden met
geweldig rethorisch pathos behandeld door
predikanten, die er het minst van af we
ten en wel voornamelijk met een hein»
ljj'ken blik op het Maandagochtendblad.
HET AANTAL HONDERDJARIGEN.
Het is opvallend, aldus lezen wij in een
artikel in de Maasbode, dat landen
met een groot aantal analfabeten de mees
te honderdjarigen aanwijzen. Landen,"
waar van dit soort uitsterft .vertoonen
meteen een grooter sterftecijfer op lage-
ren leeftijd .bijvoorbeeld Italië en Bulga
rije.
Op één milioen inwoners heeft men aan
honderdjarigen geteld in:
Duitschland
Nederland
Italië
Engeland
België
Bulgarije
Bulgarije
Griekenland
Van de 100 personen ,die boven de 60
jaar waren, waren analfabeten in Italië
48.7, in Bulgarije 84.1, in Griekenland
69.8.
Men heeft geconstateerd, dat de lange
levensduur van generatie op generatie
erfelijk is, vooral bij hen, die schaap
herder zijn.
Jammer genoeg is dat beroep een uit
zondering.
Tenslotte nog de vermelding dat men
van de 256 personen, die zich bij de volks
telling van 1921 als honderdjarigen aan
dienden, er 51 maar als zoodanig erkend
konden worden.
1.2 (volkstelling 1925)
1.6
1920)
6.6
tt
1921)
2.9
ft
1921)
2.4
ft
1920)
445.8
ft
1920)
320.4
ft
1926)
229.2
ff
1921)
Op het bovenperceel bij de St. Pieters-
kaai
Geen bijster puik perceel, maar hoe
gaat het? Niet alles kan van het beste
zijn. De boer heeft ook z'n minder vrucht
baren akker. Zoo ook hier.
Daar komt bij, dat hier allerlei andere
invloeden zich doen gelden dan op den
akker. De geheimenissen der rivierstroo-
mingen moei je maar kennen..
'tKan gebeuren, dat een van de beste
perceelen langzamerhand aan vruchtbaar
heid blijkt in te boeten, zonder dat men
de oorzaak met zekerheid kan nagaan.
O, men is zoo afhankelijk van de in
vloeden der natuur.
Het gaat niet meer op, het perceel,
waarboven wij nu dobberen, te beoor-
deelen naai- den pachtprijs.
Ziet dat oesterbroed aan, mooi van
kleur is het niet en groote verwachtingen
wekt het niet voor de toekomst
De konen worden weer naar beneden
in het water getjoept en 't is weer: visch
je niet, dan heb je niet.
Nog eer- half uurtje en we zitten aap
den grond Die gedwongen rust zullen we
ons ongetwijfeld te nutte maken, maar
we zijn tenslotte gekomen om te zaaien
en te visschen en niet om een potje te
babbelen in het knusse voor-ondertje.
Aan allen kant is het nog een bedrijvig
heid van belang.
Hier aan 't visschen, daar aan 't zaaien
op verschillende perceelen aan 'tschoon-
korren. (Tusschen twee haakjes: ik heb
u trachten wijs te maken, dat dit ge
schiedt met korren zonder scherpe mes
sen. De vakman heeft er natuurlijk har
telijk om gelachen.
Ter wille van de „leeken" ondeT de
lezers wijs ik er echter op, dat het een
lapsus was, want bij het schoonschorren
gebruikt men juist ue scherpe messen.
Alleen worden de netten verwijderd).
Er is al van allerlei bedacht om de
oesterteelt nog meer langs kunstmatigen
weg te bevorderen. Er zijn heele boeken
over geschreven. Zoo heb ik vóór mij
een lijvig werk over de voeding van
de oester. De schrijver, de scheikundig
ingenieur Heymann, ontwikkelt daarin zijn
denkbeelden over het op kunstmatige
wijze toedienen van voedsel aan de oes
ters. Namelijk door toevoer van zoogo-
naamde Diatomeën. Het kweeken van oes
ters zou op deze wijze worden terugge
bracht tol; het kweeken van Diatomeën.
Voor kunstmatige oesterteelt zou het
volgens den geleerden schrijver noodig
zijn speciale kweekputten in te richten,
waarin het water op een of andere wijze
in voortdurende beweging wordt gehou
den. Met veel succes zou z.i. hiervoor
van de zoo goedkoope windkracht ge
maakt kunnen worden.
Hoe het zij, we zullen ons hier niet
in al de theoretische mogelijkheden ver
diepen.
Wij zijn nu met den geduldigen lezer
op de natuurperceelen op de Yerseksche
bank, en we zien de partij oesterbroed in
het ruim van de hoogaarts vlug groeien.
Tot bet oogenblik van de gedwongen
rust aanbreekt. Het water is onder de
boot al ver weggeloopen en we zitten
aan den grond.
Nu vlug 'tkot. in. 'tLuik half gesloten,
de kachel wat opgepord en we maken
het ons gemakkelijk op de zète. De thee
is goed bruin en laat zich goed smaken bij
de boterhammen. De beste kok, de honger
heeft er een koningsmaal van gemaakt.
En als we het goede genoten hebben
en de stijve ledematen jdoor de behaag
lijke warmte van het potkacheltje wat be
komen zijn, is het goed eens j-ustig te
praten over het leven van den Yersek-
schen visscher.
Is er veel lief, vooral als de opbrengst
goed en de prijs redelijk is, men kan ook
van veel leed gewagen. Eén ding is
zeker, en dat mag wel eens nadrukkelijk
vastgelegd worden voor de buitenstaan
ders. dat men de oesters niet moer voor
het opscheppen heeft, gelijk een Noordzee-
visscher de haringen, al is het op zee
ook r.iet alles.
Hier op <le Schelde heeft men toch
te doen met cultures, waarbij flinke pacht
sommen de kweekers op hooge lasten zet
ten en waar het zorgen is van don vroe
gen ochtend tot don Jaten avond, om
van het nachtwerk nu maar te zwijgen.
Aan een mooie partij blanke, scherpe
oesters is dan ook altijd heel wat tijd on
geld ten koste gelegd. En dan moet men
nog een afzetgebied zoeken in een wereld
vol concurrentie, ook op dit torrein.
Yerseke heeft ook don strijd bijv. tegen
de Franscho en de Portugeesche oester.
£a amakeu verschillen. Wjj zouden den
neus ophalen voor het product, dat Por
tugal op de markt brengt, onooglijk en
vies als het er uit ziet, maar er zijn
„fijnproevers", die ze verkiezen boven
het blanke rivierbanket uit de Zeeuwsche
wateren.
Als we onzen after-dinner in rook heb
ben doen opgaan en daarbij nog wat
concurrentie hebben ondervonden van den
wind, die ons kacheltje wolken zwarte
rook deed uitstooten, zoodat we nauwe
lijks adem konden halen, hijschen wij ons
één voor één op door het luik en staan
wij vveer in de klompen op de droog-
gewaaide boot.
Het anker wordt gelicht en er komt
weer beweging in do halfgevulde hoog
aarts, die nu binnen korten tijd z'n vol
len last zal hebben. De korren gaan weer
te water, zwaar beladen duiken ze weer
op uit den waterspiegel, het schuimende
nat slaat ons weer om de beenen en alles
is weer in actie.
De schipper heeft de handen vol aan
het roer en de winches. Hij moet den mo
tor bedienen en meteen zorgen, dat z'n
boot op de juiste plaats blijft.
De perceelen teekenen zich heel dui
delijk af, nu de bakens zoover boven den
waterspiegel uitsteken. Men ziet nu, dat er
toch nog lijn zit in wat men op het eerste
gezicht voor een doolhof van stokken
zou aanzien.
Ze zijn heel goed uitgemeten, de mees
tentijds 5 H.A. beslaande perceelen, op
den wal heeft men op bepaalde afstanden
nog paaltjes, die als vaste uitgangspunten
geiden, en overigens heeft men nog de
zoogenaamde proppen met koperen plaat
jes, die a.leen bij laag water bloot komen
en die voor de grensaanduiding onmis
baar zijn.
Het is zaak zich gf en toe te verge
wissen, dat die proppen er nog staan,
wil men van de zijde van het „Toezicht"
een wenk of wat erger is, een. bon
vermijden.
We komen al diep te liggen, 't Wordt
tijd de pompen eens in werking te stellen,
want met de kokhanenschelpen met oes
terbroed 'hebben wij ook heel wat water
ingenomen.
't Zijn nu bijna uitsluitend kokhanen
schelpen, die je ziet gebruiken bij de
oesterteelt. Daartegen hebben de dakpan
nen het af moeten leggen. Toch zijn deze
nog niet zoo heel lang van het tooneel
verdwenen, in de jaren '14 en '15 is het
wel klaar geraakt.
De scheipen heeft men dan toch maar
voor het oprapen, denkt misschien een
lezer. Dat is evenwel niet zoo. Onder
Colijn en in de Zuiderzee zijn ze inder
daad voor het opscheppen, maar dat be
let niet, dat ze toch nog komen op 'n
riks of f2.75 per kub. M.
Het jonge oesterbroed, door de vol
wassen oesters losgelaten, zweeft in het
water, bezinkt en zet zich zoo mogelijk
vast op de daartoe uitgezaaide schelpen.
De schelpen vergaan ten slotte geheel,
maar intusschen heeft de oester levens
vatbaarheid gekregen, zoodat ze slechts
den tijd behoeft om volwassen te worden.
Het water zelve zorgt voor toevoer van
de noodige voedingsstoffen.
Maar we hebben nu lang genoeg op de
watervlakte vertoefd. De dagtaak loopt
ten einde. Van nabij wenkt het dorp tot
de avondrust.
De beide schippers, die het druk gehad
hebben aan de korren, ontdoen zich van
de oliekleeding en de hooge beenschach
ten, spoelen de schuit wat af en onderwal
hebben wij de piek gestooten.
Terwijl wij een paar mossels verorbe-
beren op 'n hoogaarts moet je geen
taartjes met slagroom zoeken „doen"
de propere schippers nog even 'hun voor-
ondertje, kloppen de kleedjes en spoelen
de kommen en den ketel om. En intus
schen zitten wjj al onder den wal, en wor
den wij daar verwelkomd door een der
firmanten.
'tVereischt nog eenige stuurmanskunst
om 4e volgeladen boot achteruit het ha
ventje in te laveeren, maar dat is toch
maar 'n kwestie van een paar minuten.
Op den wal bij de loodsen staande, zien
wij npg even terug op onze visschersboot,
welke ons dien dag tot verblijf heeft ge
diend. 'tWas een leerzame dag op fle
Yerseksche oesterbank.
Toch heb ik nog maar een bescheiden
deel van de oesterteelt mogen aanschou
wen. In en om de putten, in en om
de loodsen geeft het schier dagelijks een
actie van belang, want in het seizoen is
er haast dag en nacht werk.
Enfin, de foto's aan "het hoofd dezer
pagina, geven daar al eenigen indruk van.
KEES VAN DER MEER.
Rechtbank te Middelburg.
Oplichting.
Ter terechtzitting van de Rechtbank
te Middelburg van gisteren werd het on
derzoek hervat in de zaak tegen W. N.
J., 47 j., particulier te Souburg, gedeti
neerd te Middelburg, verdacht van oplich
ting van een bejaard echtpaar te Aag-
tekerke in de maand Augustus 1.1. voor
een bedrag van ongeveer f2400.
Zooals men weet, achtte de Rechtbank,
alvorens in deze zaak een beslissing te
nemen, het wenschelijk nog eenige ge
tuigen te hoeren.
Ais eerst getuige verscheen thans Mr
G. Sprenger, agent van de Nederland-
sche Bank te Middelburg, die op een
vraag van don President zeide noch ver
dachte, noch iemand ander destijds naar
Aagtekerka te hebben gezonden om oude
bankbilletten te gaan halen.
L. Wisse, landbouwer te Souburg, als
getuige gehoord verklaarde ia Mei 1.1.
toen hij toch naar Middelburg moest,
op verzoek van Marijs te Souburg een
bedrag aan oude bankbilletten te heb
ben medegenomen om deze tegen nieuw
bankpapier te wisselen. Get. heeft het
gedaan bij de agentschap van de Neder-
landsche Bank aldaar ea dat bankpapier
daarna weer aan Marijs afgedragen.
Getuig© Marijs kwam nog eon en ander
bevestigen, daarbij opmerkende, dat hij
het nieuwe bankpapier aan zijn schoon
vader Koppejan te Aagtekerke had ter
hand gesteld, van wien hjj het oude
bankpapier ter omwisseling had ontvan
gen.
Deze Koppejan zegt, dat get. Marijs
het geld „prontjes bij hem heeft thuus
gebracht".
Verdachte door den President onder
vraagd, zegt dat get. Marijs hem had me
degedeeld, dat het geld bij de oude men
sch en weg moest. Get. houdt in deze
zaak een slag om den arm, zegt ver
dachte. Verdacht© zegt de belegging van
het geld wel degelijk met get. Marijs
te hebben besproken. Verdachte zegt het
geld van de Koppejan's bij hem (ver
dachte) thuis in pandbrieven aanwezig
te hebben. Ik heh niet de bedoeling
gehad met het geld toe te eigenen en
ik kan niet helpen dat get. Marijs niet
spreken wil.
Op een vraag van den President, hoe
het komt dat hij een en ander niet op
de vorige zitting heeft gezegd, geeft ver
dachte voor toen in zoo'n toestand te
hebben verkeerd, dat hij zich niet ver
dedigen kon.
Verdachte herhaalt, dat het geld bij
hem thuis beschikbaar is en verzoekt
in de gelegenheid te worden gesteld het
aldaar te gaan halen.
Officier van Justitie: U bedoelt dus
f 1000 bij den bankier en f 1400 aan
pandbrieven in UW brandkast?' en dat dat
geld aan do Koppejan's toekomt en aan
hen zal worden teruggegeven? Verdachte
antwoordt daarop beevstigend, waarop de
Officier van Justitie acte van deze ver
klaring verzoekt. Verdachte protesteert te
gen den eisch van dan Officier van Justi
tie tot li/s jaar gevangenisstraf.
De Officier van Justitie aan het woord
kolmende, blijft bij zijn vordering, dat
verdachte zal worden veroordeeld tot een
gevangenisstraf van I1/2 jaar.
De verdediger van verdachte, Mr J.
Adriaanse, betwist dat hier juridisch ge
sproken, 'n samenweefsel van verdichtsels
en listige kunstgrepen aanwezig is, zooals
de wet voor oplichting vereischt. Ook is
volgens pleiter tot nu toe niet komen
vast te 'staan, dat het verdacht© is ge
weest, die bij de Koppejan's op Aag-
tekerk© is geweest en is er reden niet te
veel waarde te hechten aan de getuigen
verklaringen, Dat verdachte in het bezit
van jgeld was en daarmede betalingen
heeft gedaan, is nog niet een bewijs, dat
dat geld van de Koppejan's was.
Ook pleiter merkt op, dat het geld
aanwezig is, dat verdachte zich, zooals
men zou kunnen zeggen, theoretisch doch
niet praktisch heeft toegeëigend. In ieder
geval heeft verdachte niet de bedoeling
gehad het geld zich wederrechtelijk toe
te eigenen. Hij mag. dom hebben ge
handeld, doch niet opzettelijk. Verdedi
ger ziet dan ook met vertrouwen de
beslissing van de Rechtbank tegemoet
en mocht de Rechtbank hem straffen
dan vraagt hij een voorwaardelijke veroor-
deeling van zijn cliënt.
De Officier van Justitie merkt hierna
nog op, dat waar verdachte zegt, het
geld thuis voorhanden te hebben, hij nog
heden derwaarts zal worden overgebracht
om in tegenwoordigheid van zijn raads
man het geld te halen.
De Rechtbank bepaalt de uitspraak op
Maandag a.s.
Poging tot doodslag.
Vervolgens kwam in behandeling de
zaak tegen den 29-jarigen arbeider E. de
L., wonende te Sir-Jansland, in voorar
rest te Middelburg, die zich blijkens de
dagvaarding op 28 October 1.1. in die ge
meente zou hebben schuldig gemaakt aan
poging tot doodslag op een zekere van
Hoeven, door op dezen een drietal geweer
schoten te lossen zonder hem evenwel
ernstig te verwonden.
Verdachte werd rechtskundig bijgestaan
door Mr G. M. Kegge, advocaat te Goes
Als eerste getuige werd gehoord A. S.
v. Hoeve, landbouwer te Sir-Jansland,
die zeide op den bewusten dag bij de ge
sloten deur van de schuur te hebben ge
staan, toen na een voorafgaande woor
denwisseling, verdachte een geweer op
hem richtte en driemaal op hem schoot.
Vordacht? kwam van achter een boem.
De hagel ging getuige door de kiel cn
trof hom in den arm. De ruzie was aan
gekomen over loon, dat get. niet wilde uit-
keeren voor alle werkzaamheden klaar
waren, en het werk was niet klaar.
Verdachte: Ik had toch recht op mijn
geld.
President: Waarom hebt U gezegd: Jij
dood of ik?
Verdachte zegt dit niet te weten, doch
zegt erg kwaad geworden te zijn.
Get. Herwijnen, geweermaker te Mid
delburg, heeft het geweer op draagwijdte
beproefd, en zegt, dat verdachte op een
afstand waarop hij heeft geschoten, doo-
delijk had kunnen treffen.
President tot verdachte: Stond het ge
weer geladen?
Verdachte: Neen mijnheer, ik heh het
eerst geladen.
De officier van Justitie eischt een ge
vangenisstraf van 2 jaar.
De verdediger van verdachte onderwerpt
de dagvaarding aan critiek en is van oor
deel, dat daarop geen veroordeeling kan
volgen. Bovendien vindt hij een eisch van
2 jaar ongehoord zwaar. Pleiter ziet met
vertrouwen de uitspraak van den rechter
tegemoet.
J. 1© S., 19 j., ketelmaker te Souburg,
verdacht van wederspannigheid te Koude
kerk© op 31 Augustus 1.1. door terwijl
hij| in staat van dronkenschap de orde
verstoorde toen de gemeenteveldwach
ters hem over wilden brengen naar het
arrestantenlokaal, zich tegen dit overbren
gen heeft verzet.
De Off. van Justitie eischt© een geld
boete van f25 ot 25 d. h.
Da verdediger van verdachte, Mr J. J.
Heijse, advocaat te Middelburg, zegt dat
het niet gaat om de eisch van den Off.
Van Justitie, maar om het feit of ver
dachte wederspannig is geweest. Spreker
meent dat hier geen sprake kan zijn van
rechtmatige uitoefening der bediening van
de veldwachters. Verdachte verkeerde niet
in staat van dronkenschap, was wel
eenigszins onder den invloed van alcohol
houdende drank. Pleiter verzoekt de
rechtbank verdachte vrij te spreken.
A. R., 43 j., landbouwer te 's Heeremt
hoek, verdacht dat hij! op 4 November
1.1. te 's Heerenhoek opzettelijk vloekende
en tierende met een hooivork in dreigende
houding is toegeloopen op P. Rentmeester,
terwijl hij daarbij tegen hem riep: „ik
steek je kapot". Eisch f25 of 25 d. h.
J. G. E., huisvrouw van V., 42 jaar,
winkelierster te Vlissingen. in voor-arrest,
verdacht van valschheid in geschrifte en
verduistering van een geldsbedrag van on
geveer f7000.ten nadeele van G. V.
v. Sluis te Vlissingen. Eisch: l1/* jaar
gevangenisstraf.
Verdachte werd verdedigd door Mr J. J.
Adriaanse, te Middelburg, die vrijspraak
pleitte, en aan het slot van zijn pleidooi
de Rechtbank verzocht, verdachte in vrij
heid te stellen, welk verzoek de Recht
bank, na in Raadkamer te zijn geweest, in
willigde en verdachte's onmiddellijke in
vrijheidstelling gelastte, terwijl zft de uit
spraak in deze zaak bepaalde op 30
Dec. a.s. 1 1
Kantongerecht te Middelburg.
De Kantonrechter te Middelburg heeft in de
terechtzitting van 18 December 1929 veroor
deeld wggens
Met een rijwiel een weg in verboden richting
berijden: A. de K. te Meliskerke f3. b. of
3 d. h.
Met een rijwiel da veiligheid van het ver
keer in gevaar brengen: A. Dj, te Arnemuiden
f 10 b. of 2 weken tuchtschool,
Strooperjj: P. B. te Vlissingen. Vrijspraak.
Niet zorgen, dat een door hem op den open
baren weg geplaatst voorwerp behoorlijk ver
licht is: H. P. te Utrecht f3 b. of 3 d. h.
DronkenschapL. F. te Middelburg f 10 b.
of 10 d. h.
Overtreding Reglement op de Wegen en
Voetpaden in Zealand: J. de P. te Seroos-
kerke f 10 b. of 15 d. h.
In de gemeente Ritthem als bestuurder
van een voertuig hetwelk met stroo is be
laden, zonder vergunning van Burgemeester
en Wethouders de Dorpsstraat berijden, ter
wijl het stroo niet aan de Dorpsstraat moet
worden gelost of geladen: J. C. te Oosit- en
West-Souburg f 1 b. of 1 jl. h.
Hooger be<roep. Door J. D. te Vrou-
wewepolder is hooger beroep aangeteekemd
tegen het vonnis van don Kanton roch ter te
Middelburg d.d, 11 December 1929, waarbij
hij wegens het op do Botermarkt te Middel
burg ten verkoop voorhanden te hobbon van
boter, welke een telaag vetgehalte bezat,
is veroordeeld tot flÓ b. of 10 d, h.
Door de Ambtenaar O. M. is tegen dit vonnis
eveneens appel aamgeteekend.