DE ZEEÜW TWEEDE BLAdT Wafer deze week voorviel ONDER VERDENKING. Zoeklichtjes. VAN ZATERDAG 9 NO?. 1929. No. 35. Onze Tweede Kamer ia weer aan den ar beid begonnen. Dinsdag ia ni. met de algo- mean-e beschouwingen over de Staatsbegrooting een aanvang gemaakt. Dat begin was al heel treurig. De tolbestormer, Floris Vos, hield een „rede", die een allesbehalve mooian in zet van hat jaarliiksohe politieke debat ge noemd kan worden. Verder hebben de leider# van de meeste fracties reeds het woord ge voerd, o.m. om hun houding tegenover het kabinet te bepalen. In de financieel»- en zakenwereld heeft tnen terdege te kampen met de gevolgen van de beurscrisia der vorige week- Welke die ge volgen precies zullen zijn, is niet te zeggen, maar ailes wijst er op, dat grooto verliezen zijn geleden en dat in sommige zakankringen een duidelijke neerslag te oooscatearen is. De leidende fondsen waren Donderdag op het laagste pedl gekomen, dat zij tot dusver te zien gegeven hadden. In de staking te Sas van Gent schijnt een kleine verandering te zijn gekomen. Het lijkt wel, of de Directie der stijfselfabrie'k wat meer tot onderbandelen geneigd is dan eani- gen tijd jjeleden. Frankrijk kreeg een nieuw kabinet. Of hot kabinet-Tardien echter een lang leven bescho ren zal zijn, is nog da vraag. Zjjn positie schijnt hoogst onzeker te zijn. Blijkens de uitspraak van het Engelsche Lagerhuis van deze week en de uitgesproken bedoeling der regeering zullen de diplomatie ke betrekkingen tnsschen Engeland en Rus land spoedig hersteld worden. Mojge Engeland voor de onaangename ervaringen, dia het daarmee de vorige maal heeft opgedaan, be waard worden. Dat ook de Labour-regeering in Engeland voor ernstige moeilijkheden staat, is eveneens deze week gebleken. Zoo zal het de vraag zijn, of zij het werkloosheids-probleem zal weten opte lossen. De berichten van deze week spraken ver der van tal van rampen. Wie denken aan den hongersnood jn China, waaronder twee millioen rnenschan om het leven kwamen; aan de vulkaan-uitbarstingen in Guatemala, ten gevolge waarvan honderden menschem het le ven verloren; aan.- de aardbevingen op den Balkan en aan het vreesielijk vliegongeluk met een passagiersvliegtuig in En-geland, dat zeven menschenlevens kostte, altemaal be richten, dia er op wijzen, hoe vergankelijk ons leven is en hoe wij leven temidden van tal van gevaren. GEDENKRAAM IN DE NIEUWE KERK TE MIDDELBURG. Reeds meer dan vijf jaren verliepen ex, sinds de onvergetelijke Augustus dagen van 1924, toen het 350-jarig ge denkfeest van Middelburgs overgang aan Prins Willem van Oranj-e gevierd jverd. Nog levendig staat ons vo-or den geest de hulde-beto-ogi-ng der 12.000 Zeeuwen aan Oranje op het Molenwater en niet minder het schoon» zangspel op de Groofce Markt, waarbij' op zoo voortrêffe- ljjke wijze in tegenwoordigheid van "Har© Majesteit en de Koninklijke Familie de strijd en het lijden van Middelburg in de bange j-aren gedurende het beleg van 15721574 in beeld en klank vertolkt werden. Reeds in Februari van hetzelfde jaar had de herdenking van dit feit plaats ge had door feestelijke bijeenkomsten in de Nieuwe en N-oorderkerk, waarbij door Ds Netelenbos en Prof. Blok in schoone rede voeringen, opgeluisterd door muziek en zang de belangrijkheid van deze gebeur tenis voor Staat en Kerk in het licht werd gesteld- Maar ook d© Kerk blee! niet achter bjj deze herdenking. Immers ook voor haar was het feit van Middelburgs verlossing van het Spaansche juk een hoogst belangrijke ge beurtenis, omdat zij de vrijheid van gods dienst en daarmede de vestiging der Her vormde Kerk ten gevolge had- FEU I LLETON. floOT J. T. d. BOSCH. 7.) o Maar hij was er toch niet tevreden over. 'Zou er nu werkelijk-niets op gevonden kunnen worden, om toch wat te verdie nen. Als hij eens wat kon doen? En Gerrit? En Joost, neen, Joost niet; die werkte toch al heele da-gen. Zouzou daar niets op te vinden zijn? Hoe lang zou het anders wel duren, eer er een andere geit kwam? Dit jaar vast niet meer. En dan was het winter. Dan verdiende vader 'heelemaal niet veel. Misschien was er -volgenden zo mer nog niet eens een Kees stond zoo te piekeren, dat hij niet eens bemerkte, boe hij alleeen overgeble ven was: Jaarsma ha-d de boomen weer omboog geduwd en was naar binnen go- gaan. Een stem wekte Kees uit zijn -gepeins. „Keesl" Hij keek op. De vrouw van den over- wegwachter stond in het deurgat. „Ja, vrouw Jaarsma", „Je lust wel een bordje aardbeien?" „Ais 't u belieft!" Etui Keea. 'ft'ic Op 28 Februari 1924 werd het 350- j-arig m?staan der Hervormde gemeente vain Middelburg dan ook feestelijk her dacht in een godsdienstoefening in de Nieuwe kerk, waarbij wijlen ds de Ligt, ds Jonker en ds van Empel het woord voerden. Door een gedenkbord, bij die gelegen heid in dit kerkgebouw geplaatst, werd de herinnering levendig gehouden aap den hageprediker en vluchtelingen-predi kant Gelein Janszoon d'H-oorn-e, die als eerste predikant bij de Hervormde Ge meente optrad, en haar tot zijn over lijden in 1575 diende. Tevens werd toen doo-r Kerkvoogden het plan opgevat, om het feit van Mid delburgs verlossing in 1574 -en de her denking daarvan in 1924 voor het na geslacht vast te I-eggen door het aan brengen van- een 'Gedenkraam in de Nieu we kerk- Al ras bleek, dat velen sympathie ge voeld-en voor dit denkbeeld. Wel kwamen daarvoor geen „groote" giften in, maar de „kleine luiden" lieten zich niet o-nbetuigd. Dank zij de volhar dende opwekkingen van den Voorzitter van het College van Kerkvoogden, kwam druppelsgewijze zulk een bedrag bijeen, dat aan het plan een begin van .uit voering kon worden gegeven. Verschillende teek-eningen werden ont worpen, maar ten -slotte meenden Kerk voogden niet b-eter te kunnen doen-, dan zicih in betrekking te stellen tot den beer Ir J. R. Schouten, fabrikant van b-rand- schilderwerk te Delft, die door vervaar diging van talrijke gebrandschilderde ra men in onderscheidene kerken van ons) land, getoond heeft iets g-o-eds te kunnen leveren, naar aanleiding van hem ver strekte gegevens. De heer Schouten aanvaardde de öp> dracht en zond een schetsteekening in, die behoudens enkele veranderingen de goedkeuring van .kerkvoogden wegdroeg- Maar waar zou het raam nu geplaatst worden? Gelijk bekend is, telt de Nieuwe kerk acht lichtramen, vier in den zuidelijken- gevel, twee in den westelijken en 2 in den noordelijken gevel- De laatste 'waren in de vorige eeuw ge heel to-egemetseld, maar werden bij de restauratie van de Kerk in het begin van deze eeuw weder geo-pend en van glas in lood voorzien; dit geschiedde ook met de beide ramen van den westelijken gevel maar de houten ramen van den zuide lijken gevel bleven ongeresta.ureerd, dat wil zeggen in deso-laten 'toestand voort bestaan; daarvoor was van Rijkswege geen steun te bekomen: ze gaan schuil achter de huizen van Kapoenstraat en Wal en vallen dus uitwendig niet in het oog. Maar inwendig maakte dit een droevigen indruk, die bouwvallige houten vensters geheel in. strjjd met den stijl der andere ramen- De geschiedenis leert ons, dat de Nieu we Kerk, of, zooials ze voor de Hervor ming h-eette, de Oost Mo-nsterkerk" waar schijnlijk gesticht is in de 13e eeuw als parochiekerk naast de nog oudere Koor kerk, die toen ,,'tHooge koor" genoemd werd in onderscheiding van het koor der Voorkerk, dat het „Middelkoor" genoemd Even vergat hij het verdriet om de geit, ging naar binnen, om in het keukentje zich tegoed te doen aan de aardbeien. „Jongens kunnen altijd et-en", vond vrouw Jaarsma. „Tast maar toe hoor, Kees. 't Is je gegund. Met welgevallen keeek zij naar den flin- ken, blozen-den jongen, die zich de vruch ten goed smaken liet. Vrouw Jaarsma, die zelf geen kinderen -had, 'hield -veel van de Waandersen, baar naaste buren. „Wat hoor ik -daar, Kees. Is jullie geit dood?" „Ja, vrouw Jaarsma", antwoordde Kees „Jongen, -dat is een slag. Komen jullie iederen dag maar wat melk halen 'hoor, tot er een nieuwe is. Onze geit geeft ge noeg". ,,'k Zal het moeder zeggen", zei Kees, die opstond. „Hebben ze lekker gesmaakt?" „Nou, fijn. Dank u wel." Kees ging weer terug. Toch wel beste menschen, daar bij Jaar sma, 'overlegde hij. .Een lekker bord aard beien was dat! En dat van die melk was toch dok aardig. Hij zou het gauw aan moeder zeggen. Maar daarmee was er niet een nieuwe g^-tl En zoo zat hij er -in éénen weer midden in, hoe hij ook wat verdienen kon. Zou daar nu geen onkel middel op wezen? Opeens o&abfc hij: als ik morgen eons I werd: beide kerken stonden met elk- ;auder in nauw verband, maar waren to-ch van elkaar gescheiden. Duidelijk blijkt dit uit het feit, dat biji de beeldstormerij op 22 Augustus 1566 in de „Voorkerk" 500 menscben bezig waren de beelden te breke-n, maar de toegang to-t „liet Hoog© koor" werd hun do-o-r de Burgemeesters zorgvuldig belet, zeker uit vrees voo-r den Bisschop. Wel werden de altaren op last der stadsre-geerinig na de komst van Alva hersteld, maar hun luister zal niet zoo groict geweest zijn, omdat de liefde tot de kerk zeer verminderd was. Was de beeldenstorm een groote ramp vo-or .deze kerk, nog noodlottiger was haar de brand van 24 Januari 1568, toen tengevo-lge van het inslaan van den blik sem in den toren beide kerken in de asch gelegd werden. Hierbij ,ing onder meer verloren bet schoon© altaarstuk in 'tHoio-ge Koor, de afneming van. het kruis voorstellende, geschilderd door Jan van Mabeuze. Ook de graftombe van .Graaf Willem II zal bijl die gelegenheidzoo hebben geleden, dat men 't maar beter vond, de gebroken beeltenis boven de tombe aan 't oog te onttrekken door vóór de grafnis een muur te plaatsen. Eerst in hot jaar 1817 werd de geschonden graftombe te ruggevonden en, na in 1928 zooveel mo gelijk te zijn gerestaureerd, siert ze thans weder onze Koorkerk. i Bij dezen brand werden ook' vernield de gebrandschilderde glasramen, die zich bo ven de altaren bevonden, waaraan „de V-oiorkerk" zoo rijk was. Toen deze altaren na de Hervorming in 1574 bij de inrichting der kerk voor den Hervormden ©eredienst werden opge ruimd, bleven de gebrandschilderde glas ramen bestaan en werden, evenals in den Roomsch-Katholie'ken tijd, no-g steeds on derhouden do-or de verschillende gilden, welke deze altaren hadden opgericht. Zoo vinden we vermeld, dat nog in 1784 in de Nieuwe Kerk ten zuiden genoeg zaam ongeschonden bestond: het geschil derde glasraam der Kooplieden, verbeel dende de Koopmansbeurs, mede met de- namen van de overlieden van dit gilde en het stichtingsjaartal 1682. In 'den Wastei- lijken gevel -der kerk, dus aan de zijde der Groenmarkt, waren geplaatst het raam van het groote en kleine Schippersgilde, daaronder stond het jaartal 1652. In den Noordelijken gevel, a.an de zijde van de Statenzaal, stonden de ramen van het graan-, kannen- en glas- verkoopers-gilde, zonder jaartal; eindelijk zag men nevens hetzelve, dat van de kruideniers, apothekers, drogisten, tabak- verkoop-ers en suikerbakkers, één gilde uitmakende. Ook in de Oude Kerk en in de Gasthuiskerk vond men te dien tijlde nog gebrandschilderde glasramen "der ver schillende gilden. Maar daar kwam d© revoluti-e van 1796 de tijd van „Vrijheid, gelijkheid en broe derschap". Vooral voor de Hervormde Kerk was deze zeer noodlottig. Als heerschende staatskerk had zij afgedaan'. Alle gezind ten 'konden aanspraak maken op hare goe deren en dien tengevolge moest d-e Gast- huiskerk aan de R. Katholieken wor den .afgeis-taan, terwijl aan de Lutherschen mijnheer Van Henten ga? Dat lijkt een beste mijnheer. Ik mocht toch zoo maar op de s-t-oomfiets zitten. En als ik hem -dan eens vroeg, of ik boodschappen voor hem mag doen? Medicijnen wegbrengen v-oor de zieke beesten. En andere boodschappen. Misschien kreeg ik dan elke week w-qf een kwartje. Hij- was zoo vol van deze invallende gedachte, dat hij er wel onmiddellijk wil de heengaan. Maar dat kon natuurlijk niet. Dan m-orgen maar, als hü uit school kwam. Hij z-o-u het vader en moeder teens vragen, of het mocht. 'tZou wel mogen. Wel, -dan deed by- toch ook wat. Mis schien kon hij ook po-g wel vo-or een and-er bood schappen doen. En als 'Ger rit dan ook nog eens wat kon do-en. Hij zou e-r eens met h-em en met Joost over praten, vanavond, als ze naar bed gingen. Maar eerst eens aan vader vra gen, -of het mocht. Al peinzend was lp weer bij h-et hekje van hun kle-in huisje, een paar 'honderd Meter van dan overweg. „W-aand-ers van dan overweg", zeiden die dorpelingen al tijd. Want aan de andere zijde van Ter- voio-ren woonde nóg -een Waanders. Maar dat was heel geen familie. Gerrit was druk bezig zijn 'bloemen te begieten. Tjonge, w-at had hij toch ©en bloemen! En daar waren zulk© vreemde bij. Het kon Kees niet veel een schadevergoeding ia geld moest wor den voldaan. t Ook op 't inwendige van da kerkgebou wen waa aai van groeten mvidecl. Tot dusver prijkten de wanden der 'klerken met talrijke wapenborden van adellijke familiën, die in deze kerken hunne graven hadden, maar ingevolge be sluit van President en Raden der Stad van 12 Maart 1798 moesten deze worden weggenomen; de borden, die niet werden genaast sloeg men stuk en werden voor brandhout verkocht. Om zich een voorstelling te maken van deze kerkversierin-gen, beschouw© men de wapenborden in de achtergang van het Raadhuis, die bij dezen „revolutie-beel denstorm" zijh gespaard gebleven. De twee grootste stellen voor do gebeeld houwde wapenschilden van .Mr Willem Schorer, Raad ter Admiraliteit en 'dat van zijne echtgenoot©; deze hingen tot 1798 in de Nieuwe Ke-rk ter rechter en linkerzijde van den predikstoel, maar wer den niet langer geduld onder het Republi- keins-cbe staatsbestuur. Waar nu alle steun uit de stadskas aan de -kerk geheel ophield, zoo-dat deze door vrijwillige bij-dragen barer ©den in het onderhoud der 'kerkgebouwen moest voorzien, kan men zich voorstellen, dat de gebrandschilderde glasramen al ras in verval geraakten, nu ook de gilden waren afgeschaft en deze dus niet meer bijdroegen aan het onderhoud daarvan. Het -een na het andere verdween al- lengsfcens en werd na het wegbreken der zandste-enen traceeringen door in ho-ur, gevatte glasruiten vervangen. Wie een oog slaat op de bekende af beelding van de Nieuwe Kerk, o.a. han gende in de consistoriekamer, kan na gaan, hoe 'bouwvallig deze kerk zich in het begin der 19e'eeuw van buiten voor deed en "inwendig was het niet beter gesteld. Van alle sieraden beroofd, zon der verwulf of kapwedc, slechts met een beschoten dak afgedekt, had ze niet veel aantrekkelijks meer; slechts de sierlijk gebeeldhouwd© preekstoel was haar eenige pronk. Maair nk den revolutietijd braken ook voor de He-rv. Kerk betere dagen aan. Het praalgraf der gebroeders Evertsen werd in 1818 cup last van Koning Wille-mj I uit de Ou-d-a Kerk, die sedert zijl als kazerne voor de Engelschen jn 1809 bad gediend, zoozeer had geleden, dat ze ge durende langen tijd -gesloten was, naar de Nieuwe kerk overgebracht. In 1820 werd ter gedachtenis aan graaf Willem II en zijn broeder Floris de Vo-o-gd marme ren gedachtenisplaten aangebracht. In 1846 werd het dak' b-ekoepeld, maar deze verandering is te betreuren evenals het vervangen van den Westgevel in 1850 door een pseudo-Gothischen gevel met stijillooze pinakels en „versieringen". Gelukkig heeft dit „kunststuk" het niet lang uitgehouden: reeds op het laatst der vorige eeuw brokkelde het af, dat het raadzaam bleek in te grijpen. Met steun van het Rijk werd toen de West gevel gerestaureerd en do oude traptoren wederom in e-ere hersteld, alles in over eenstemming met de aangrenzend© gebouwen der abdij'. 'tKau verkeeren zei Breeroo. De Gooische tolbestormer, de heer Floris Vos weet er van mee te praten. Een tijd geleien was hij do held van den dag. En dat de „roem" hem een weinig paar het hoofd geslagen was, blijkt wel daaruit, dat hij bij de algeme-ene be schouwingen over de Staatsbegrooiing het eerst het woord vroeg. Maar daar heeft hij weinig pleizier van beleefd. Zijn eerste optreden is een volslagen fiasco geworden. „De Tijd" spreekt van een „ontstel lend begin.... Het leek naar niets". „De Nederlander" verklaart, dat hij nooit zal bahooren tot de redenaars, van wier woord doo-r inhoud of vorm eenige kr-s-cht zal uitgaan. „De Standaard" gewaagt van een „weinig elegant debuut", terwijl de „N. R. Crt.'" nog wat verder ga.at. en zegt: „Allererbaxnielijkst was het debuut van den heer Floris Vos", van dezen „slaaf van zijn manuscript", die moeizaam vo-orleest „wat hij zelf opgeschreven heeft of wat anderen voor hem te boek'hebben gesteld." Me dunkt daar kan onze revolutionaire tolbestrijder het mee doen. Zoo gaat het als iemand te hoog wil klimmen. Hij moet er vader Cats maar eens op, na lezen. OPMERKER. Te betreuren blijft het, dat men bij het aanbrengen van een olie-verlichting de prachtige koperen kaarskronen heeft verkocht. Maar bij alle deze „verbeteringen" bl-eef de zuidelijke gevel ongerept, d w.z. bouw vallig en onooglijk met zijn leeiijke hou ten glasramen. Toen nu het plan rijpte om in dezen gevel een gedenkraam 1574192-1 te plaatsen, bleek kerkvoogden en notabe len de noodzakelijkheid, om alle vier ramen te herstellen en van glas in lood te voorzien. Maar nu was de vraag in welke van deze raamvakken zou het gedenkraam geplaatst worden? Boven het praalgraf zou het een anachronisme, een tijdreicem- kun-dige fout, hebben opgeleverd- Maar uit een oude teekening bleek, dat vroeger ook tegenover den kansel een lichtraam had gestaan; besloten werd daar-om, dit wederom te openen en bet te bestemmen voor het aan te brengen gedenkraam. En 'zoo prijkt het nu in het midden van dezen gevel, en beschenen door de' zui derzon, komt het geheel tot zijn recht. De opzet is zeer eenvoudig gedacht: 'tzou zijn een herinnering aan' 1574 en de herdenking daarvan in 1924- Van het eerste tijdvak spreken de zon- ne-stralen in het bovengedeelte, die doen denken 'aanhet licht der vrijheid, dat toen ontstoken werd, evenals de latijn- sche woorden „aurea libertas". Ook 'getuigt daarvan de afbeelding van Prins Willem I, de Vader des Vaderlands schelen anders. Maar nu had hij er to-ch even oog v-oor. Omdat hij wéér een plot seling invallende gedachte kreeg! Als Gerrit eens mooie ruikers maakte en zij1 gingen die met hun -beiden ver knopen. Op het dorp zouden ze er wel niet ve-él voor krijig-en. Maar als zij dan op ©en Woensdag- of Zaterdagmid* dag eens naar de stad mochten. In de s-tad zouden we-1 niet veel bloemen zijn. Misschien kregen ze daar wel veel geld. Als het nu maar mocht. En als Als Gerrit het maar wilde. Hij' femelde het tuintje door en wild© hein direct aanklampen er over. Maar hjj' bedacht zi-ch: be-t was beter, -er van avond over te praten, als Joost er ook bij was. Joost zou Gerrit misschien wel overhalen, als hij' niet wilde- Eerst maar eens aan vader vragen dat van den vee arts. D© dood© geit was onder den grond gestopt "Vader had zich wat gewasschen en zat een courant té lezen. Do courant was al een paar dogen oud, want ze lazen die met drieën, en 'dan kwam ze altijd zo-o laat. Vader mopperde er wél een® -over. „Vader!" „Ja, K-ee-si. Wat is 'er? Maar wacht een'ff even. Vóórdat ik het vergeet te zeggen: mijnheer Van Henten heeft gevraagd, of ja morgen oven hgi hem komt." „Bjj mijnheer Van Henten, vader?" vroeg Kees-, met stralende oogen. Dan w-as hij daar in éénen. „Ja- Wat je doen moet, weet ik niet. Ga e-r maar eens heen". „Ik had er toch heen gewild, vader. Luister u eens." Vol verwondering luisterde vader Waan ders naar Kees' plannetje. Dat w;;s aar dig van dien jongen, om daaiaan te den ken. Net z-ooiets als Joost. Die wilde ook direct wat 'afstaan- led-ere week. Gerrit praatte nerg-ens over. „Toe, vader, mkg heit?" vroeg Kees dringend- „Data hebbrn we gauw een andere geit". 'li- W-aand-ers lachte ©ven hartelijk. „Ja, maar, jongen, zóó gauw gaat dat -niet, hoor. Je weet niet eens, -of mijn heer Van Henten je gebruiken kan! En dan krijg je er niet zooveel voor, hoor. Je moet er ook aan denken, dat j-e dan heel veel moet loopen en ook vèr lo-open En als je het eenmaal doet, dan moet je bet blijven doen en na een paar we ken niet zeggen, dat je er genoeg van hebt. Daar houd ik niet van, dat wéét je wel." „Neen, vader", zei Kees. „Mag het?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5