DE ZEEDW BOL TWEEDE BLAD. Staten-Generaal. ONDER VERDENKING. Uit üe Provincie. „Mag ik straks mee, Koes?" vroeg zij. VAN DONDERDAG 7 NOV. 1929. No. 83. DE HEER H. COLIJN OVER DEN POLITIEK EN TOESTAND. Gisteren heeft de leider der A-R. fractie de heer H. Colijn, bij de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting het woord gevoerd. V,a;n rijin rede, die uit den aard der caak bijzondere belangstelling trok, laten wij hier, uit het zeer breede verslag dat de „Maasbode" daarvan gaf, enkele gedeelten volgen. De heer Colijn betoogd© allereerst, dat onjuist is de voorstelling, dat er een verschuiving zou hebben plaats gehad in het kiezerscorps in democratischen zin die genoopt zou hebben tot een andere formatie dan hier aan de orde is ge weest. Indien men uit de cijfers genig© con clusie zou willen trekken, dan zou deze conclusie gerechtvaardigd zijn, dat al thans 65 pCt. van bet kiezerscorps zich heeft uitgesproken voor ©en bewind in Christelijiken zin. Daarom was de aanvaarding van de opdracht aan den beer Ruys de Beeren- brouck, een parlementair kabinet te vor men, steunende op de rechterzijde, juist, en waren de A.-R. bereid, de totstand koming van zulk een Kabinet te bevor deren. Spr. ging dan ma de oorzaken, die tot fle mislukking van zulk een formatie heb ben geleid om dan te vervolgen: Hoe anderen dit kabinet noemen wil len, is ons onverschillig. Wij1 achten het hierom een extra-parlementair kabinet, omdat het is ópgetreden zonder eenig overleg met de groepen in de Kamer. En omdat er hoegenaamd geen overleg is geweest, achten w ij ons ook voor wat dit kabinet doet of laat in geen enkel opricht verantwoordelijk- Dat geldt van het kabinet als geheel, dat geldt ook van de afzonderlijke mi nisters- Ook de beide anti-revolutionairen die als Minister deel van dit kabinet uitmaken, hebben nopens hun intrede in het kabinet met geen enkele van onze partij-instanties overleg gepleegd. Wij heb ben hun benoeming uit de dagbladen ver nemen. Ons is door hun bemiddeling ook omtrent de formatie van het kabinet en zijn werkprogram niets bekend .ge worden. Ik heb bet opzettelijk zoo 'scherp ge steld, omdat ik er nu toe moet overgaan, om onze houd'mg tegenover dit extra parlementaire kabinet te gaan vaststellen- Want met het negatieve standpunt, dat men voor dit kabinet en zijn daden geen1 verantwnordeUikhe:d kan aanvaarden, kan natwriijk niet w o-doi volstaan. Men mret nu het kabinet er is, zich ook u'tsprehen over zjfn samenstelling, en over hrtwerk- prewram. voorzoover ons dat bekend is geworden. Het kabinet bestaat in zijn grootst mogelijke meerdetihe-'d uit mannen, die FEUILLETON. door J. v. d. BOSCH. 6.) o— „Ja, ja, je praat er maar weer gemakken lijk! over! Maar alles komt op mij neer. Twee dubbeltjes per week' bezuinigen.! Welja, dat gaat zo© maar 'in éónenl En vo©r het gemak vergeet je maar, dat de melk nu ook gekocht moet worden!" „Dat vergeet ik niet, vrouw. We hebben er zoo juist oiver gepraat. En heit is ook met waar, dat alles alleen op jouw neer komt. Ik offer toch ook op? Eu Joost toch ook?" Moeder Waandera zag wel in, dat haar dan gelijk had. Maar zij wilde 'het niet erkennen. Haar stemming deugde niet. „O, ja, het praten is heel gematte- ijjk, maar 'het doen. Daar komt het op aan." „Natuurlijk, moeder,'* zei Waandiers, heel geduldig, „daar komt heit zeker op aan. Maar eerst moet toch het praten er zijh? En dam komt het doen. Het komt best in orde, vrouwi, al duurt het wat lang."1 „Waarom moet dat beest nu ook dood gaan," morde zij. „Zijn wjj nog niet arm genoog?" J&us moédaH, boê ttatt bal n aangesloten atjn bij aen van 6» (fade groot» groepen van recht». Dit is afgekeura, met name door den woordvoerder van <5© liberale party in zijn gisteren hier gehou den rede. Een echt extra-parlementair kabinet, zoo zeide hij, moet gemengd van samenstelling zijn, en dat dit kabinet niet gemengd is, is juisit een bewijs, dat het niet extra-parlementair is. Zóó stelt men de zaak toch wel heel erg een voudig 1 Hangt, zoo mag ik vragen, de samen stelling van elk kabinet 'niet óók af van de bijzondere taak, die het op zich neemt? Laat het alle principieel© vragen .rusten, dan kan een extra-parlementair kabinet, gelijk het kabinet van den hoer De Geer was, ook ongetwijfeld gemengd zijn. Maar wenscht men een extra-parle mentair kabinet, dat alle principiëele vra gen laat rusten? Dan is die wensch toch niet algemeen. Ik beroep mij niet op hetgeen door den vorigen premier, den tegenwoordigen Minister van Financiën in dit kabinet, bij herhaling is gezegd geworden, dat naar^zjjn oordeel ©en even tueel extra-parlemëntair kabinet, dat na verkiezingen zou moeten worden gevormd niet a priori principiëele vragen van be handeling zou moeten uitsluiten. Ik wil mij in dit verhaitd liever be roepen op een geestverwant van den heer Knottenbelt, en wel op den beer Rink, bij de algemeene beschouwingen over H<le begrooting voor dit jaar in de Eerste Kamer. De heer R'ink heeft toen met nadruk gezegd, dat ook hij meende, dat een extra-parlementair kabinet be langrijke principiëele vraagstukken niet vooraf moest uitsluiten. Hij heeft in dat verband zelfs genoemd het vraagstuk der lijkverbranding- Maar nu vraa g ikwanneer men wil, dat eèn kabinet, ook een extra parlementair kabinet, dergelijke vragen aa.n de orde stelt, en men hecht nog ©enige waarde aan de homogeniteit van het kabinet zelf, volgt daaruit dan nfet, dat ©en extra-parlementair kabinet óf ge heel rechts óf geheel links moet zijn? Het feit, dat de personen van de minis ters tot de rechtsche groepen in de Ka mer behooren, stempelt dit ministerie geenszins tot een 'parlementair kabinet- Maar ook een extra-parlementair kabinet, dat belangrijke vraagstukken aan de orde stelt, moet homogeen zijn ten aanzien van die vraagstukken, die het op zijn pro gram heeft. Dus moest het óf rechtseh óf linksch zijn.. Linksch kon het Kabinet niet zijn, want wanneer men die vraag stukken in linkschen zin zou willen op lossen, dan zou het in de Kamer op niet meer dan 43 stemmen kunnen reke nen. Dus is de gevolgtrekking, dat als een extra-parlementair kabinet ook prin cipiëele vragen op zijn program had, het niet anders kon zijn, ter wille van homogeniteit, dan een rechtseh extra-par lementair kabinet. Ik ga er thans toe over, enkele beschou wingen te wijden aan de plantnien der Re- gearing, voorzoover di© ons bekend zijn. om in verband daarmede onz© houding tegenover het Kabinet te bepalen. Ik kan de houding, die wij tegenover het Kabinet innemen, in een heel kort woord sa- samenvatten. Die houding zal er een zijn van welwillende afwachting. Wij treden dit 'kabinet tegemoet met welwil lendheid. Dat moeten wij al dadelijk doen, omdat wij van oordeel zijn, als gouverne menteel© partij, dat wij elke regeering hebben te steunen in haar taak', zoolang dat zonder verzaking onzer beginselen mogelijk is. Maar dat moet óók, omdat in het aangekondigde beleid veel is, dat onze volle instemming heeft. Ik wil ér dadelijk aan toevoegen, dat die welwillendheid niet onbeperkt is, er zijn ook bel angry ke aangelegenheden, die ons veel belang inboezemen, en die naar het oordeel der Regeering geen aan dacht verdienen. Ik wjjs er op, dat de .Regeering in de zen tijd, waarin wij weer zulke treffende voorbeelden hebben hoe de dobbe'geest onder ons volk tot schadelijke gevolgen leidt, hog altijd meent t© mpeten voort gaan met de dobbe'gelegenheid ook van regeeringswege te handhaven,. Ik wijs er op, dat enkele andere wetn- schen, die bij de Anti-Revolutionaire frac tie bestaan, door de Regeering wel zeer kortweg en op niet al te vriendelijke met je?" Er 'klonk afkeuring ixü de stem van Waanders. „Nu ja, ik weet dat wel. Maar het valt niet mee." ,,'t Valt zeker niet mee. Maar menschen doen het ons toch niet aan? Wees toch niet zoo weerspannig." „Hoor eens, ik heb nu eenmaal jouw karakter niet. Ik kan daar niet zoo gei- makkelijk overheen komen." Waanders kon geen antwoord' meer ge ven. Want hef geronk van een motor, dat al ©enigen tijld zwak, komende uit de verte, was gehoord, weid. al duidelijker. Tot het vlak voor het huisje was ©n op hield. „De veearts, vader", riep Gerrit. „Kees zat van achteren op de motorfiets"!" Mjjnheer Van Henten keek niet naar Gerrit, Cor en Lien om, maar stapte met groote stappen door het tuintje en langs net huisje, Kees was, stijf van het ongewone zitje, op den grond gesprongen. „Was het fijn. Kees?" vroeg Gerrit, wél een weinig jaloersch. „Nou, dat wil ik wel meer doen", zei Kees vrooljjk. „Als de veearts de geit nu maar „De geit fs al dooid", dealde Gerrit onverschillig mede. „Wat?!" Kees gilde bet byo* alt. Dan vloog 1^1 bom fatt SUM&rifli wQee worden toruggeweaen, al wil tfc «r dadelijk aan toevoegen, dat er vooralsnog Seen enkele parlementaire combinatie enkbaax is, die ons de inwilliging van al die wenschen, welke thans door dit kabinet worden teruggewezen, verzekeren kan. Maar al is er dan geen onbeperkte welwillendheid, er is toch wel, zooals ik al zeide, een welwillendheid in verband met de daden, d.ie door de Regeering in uitzicht worden gestéld. Ik zog: in uitzicht gesteld, en daarom is onze verhouding ei een van welwillend afwachten." De beginselverklaring van hei Kabinet. In hef vervolg van zijn rede maakte de heer Colijn eerst 'enkele opmerkingen over het buitenlandsch beleid; voorts over de zoo nauw met elkaar in verband staande financieel© en sociale politiek; verder over onze gedragslijn met Indië, om dan aandacht te schenken aan de be ginselen waardoor de politiek van dit Kabinet wordt gedragen. Hpt laatste gerleelte, dat handelt over de beginselverklaring der Regeering, laten wij hier volgen: „Het "Kabinet verklaart, bij zijn arbeid rekening te houden met de Christelijke levens- en wereldbeschouwing, en plaatst zich zelf op één lijn met het kabinet van 1918; het zoekt het verschil tusschen dit kabinet en dat van 1918 niet in den band met het beginsel, maar alleen in ver schil van Kand met de partijen. Het stand punt, dat het Kabinet ten opzichte van vragen van religieuzen pn zedelijken aard denkt in te nemen, wordt door zijn al gemeen© beginselverklaring beheerscht; de Zondagsrust zal worden bevorderd; ver maken, de Christelijke volkszeden onder mijnend, zullen worden bestreden. Het behoeft geen nader betoog, dat van onzen kant die beginselverklaring van de Regeering met instemming wordt begroet. Wel moet naar ons oordeel aan de Over heid in een Christelijk land altijd de eisch worden gestold, dat zij haar regeer macht uitoefene in overeenstemming met den geopenbaarden wil Gods, maar men weet ook, dat de vervulling van dien eisch met de persoonlijke overtuiging der overheidspersonen ten nauwste verbon den is. Indien da consciëntie van de Overheids personen niet reageert op dien eisch, dan 'kan men dien eisch aan de Overheid wel stellen, maar dan weet men van te voren, dat 'de vervulling van dien eisch uitblijft. Daarom verheugt het mij, dat het Kabinet zelf verklaart, als Kabinet en als personen ditzelfde standpunt in te ne men. Daarin wordt door ons de voor naamste toetssteen gezien voor de beoordeeling van het beleid van dit kabi net. Van de wijze, waarop de Regeering uitvoering geeft aan haar toezeggingen te dier zake, zal de mat© van steun, dien wij aan dit Kabinet zul en verleenen, in niet onbelangrijke male afhangen. Daaruit spreekt geen onderschatting der andere werkzaamheden. Aan de stoffe lijke voorzieningen binnen de grenzen van het mogelijke, willen wij gaam© mede werken, zooals ik reeds heb gezegd. Maar het hoogste zijn zij voor ons niet. Naar ons oordeel heboen ae geestelijke ©n zede lijke belangen van het volk den voor rang boven de stoffelijke. Wanneer wij de verschijnselen om ons heen in het maatschappelijk leven waar nemen; de ondermijning en verzwakking van het gezag; pogingen op allerlei ter rein fat aantasting van het huwelijk en het gezinsleven; pogingen om invloed te oefenen op de taak yam het gezin; wanneer wij zien het steeds sterker en sterker om zich heen grijpen van .aller lei dingen, die strijdig zijn met de grond slagen van het christelijk besef; strijdig ook met de christelijke zeden; dan erken nen wij gaarne, dat do Regeering daar bij gebonden is aan wettelijke grenzen, dan erkennen wij ook, dat de Regeering niet bij machte is de harten der mensehen te veranderen, dan .aanvaarden wij met de Regeering dat veel van die verbete ringen uit do maatschappij zelf moeten komen, maar wij erkennen ook, en wij houden dat onzerzijds de Regeering voor als een plicht, dat zij' op dit terrein niet temin een roeping heeft te vervullen en dat die roeping in "de allereerste plaats daar ligt, waar zij zelf baas is. Reeds aan het bedrukte gezicht van.' va der zag hij, dat Gerrit waarheid had ge sproken. En die dolle, vroolijka Kees, die zoo ruw kon zijn, sloop stil heen, het huisje in, naar het zoldertje, waar de jongens sliepen. En daar huilde hij. Mijnheer Van Henten was hier gauw klaar. De geit was dood. Er was niets meer aan te doen. ,,'t Spijt mij: voor jullie", zeide hij. „Men wil zoo'n dier niet gaarne missen. Er kan zeker ook niet een' nieuwe gekocht wor den?" De veearts kende de dorpelingen door en door. Hij wist wel, dat voer de meestem een geit onmisbaar was. „W© zullen zien, dat we een andere krygen, mijnheer", zei Waanders, „maar dat zal nog wel eenigen tijd duren." „Dat begrijp ik. Het is verbazend jam mer voor jullie. Maar kom, ik stap op." „Wat zijn wy u schuldig, mijnheer?" „Vijf en twintig gulden", zei de veearts op drogen toon. Met groote verbazing staarden! vader en moeder Waanders den hoer Van Henten aan. „Wat belieft u, mynheer?'" „Och, wat een vraag!" barstte de ander los. „Denk je danl, dat ik nog geld wil Ihebbon in ait geval? Hoe kom je er bij 'k Vind hot verbazend jammer voor jullie^ dat zeg ik. Goeden avond." Uit groot» pM««n lisp da &*«£- Ik denk allereerst aan do bedoven, die door de Regeering zelf beheerd worden, de posterijen en andere inrichtingen, waar zy niet alleen haar overheidsmacht kan gebruiken, maar ook haar positie als ondernemer, maar ook aan die terreinen, waar zij gen grooten invloed kan doen gelden als b.v. bij de spoorwegen. Daar mag yan de Regeering verwacht, dat zy haar invloed zal gebruiken, om a'les, wat opzettelijk ingaat tegen de handhaving van de Zondagrust te weren. Tot dat opzettelijk ingaan tegen het handhaven van de Zondagrust behoort o.a. het op bijzondere wijze, tegen goedkoopo tarieven laten loopen van Zondagstreinen. Wij gaan niet zoover van te zeggen, dat het publiek, dat zich ten vervoer aanbiedt, niet zou moeten worden ver voerd, maar wij zeggen wel, dat het vervoer niet mag worden aangewakkerd van Overheidswege door extra treinen met goedkoope tarieven te laten loopen. Nu zal men waarschijnlijk, in verband met de concurrentie tusschen spoor en autobus, ook op dit gebied iets moeten doen. Vóór alles verwachten wjj van de Regeering dat zij deze zaak krachtig ter hand zal nemen. Zooals ik reeds heb gezegd, wanneer het Kabinet de Christelijke vlag niet al leen hijscht maar er ook voor zorgt, dat die vlag niet wordt neergehaald en wan neer zij staat voor dat beginsel, ook in de dagelijksche uitoefening van haar He geeringsbeleid, dan durf ik te zeggen dat dit Kabinet op den steun van 'de Anti- Revolutionaire fractie in deze Kamer mag rekenen, en dat die gteun niet onwillig maar van harte zal worden gegeven. BEGROOTING FINANCIËN. Voorloopig Verslag. Aan het Voorloopig Verslag van de Rijksbegraoting van 1930 is het volgende ontleend Verschillende bezwaren werden! geop perd tegen de toepassing van de wet op de Inkomstenbelasting. Eenigo leden bepleitten een wijziging van de wet op de Vermogensbelasting in dien zin dat onroerende goederen niet langer naar de verkoopswaardev doch naar de gebruikswaarde zullen worden geschat; vele andere leden bestreden dit. Eveneens werden eenige verbeteringen in de wet op de Personeole belas ting'bepleit. Zoo zouden, enkele leden de vrijstelling van art. 4 alleen gegeven willen zien voor kerkgebouwen, en gebou wen welke direct verband houden met de uitoefening van den godsdienst; verschei dene leden kwamen daartegen- in verzet. Verscheiden leden oefenden antiek 'ten aanzien van do aan verschillende vei- 1 ingsvereeniigingen opgelegde aan slagen in de dividend- en tantième-belas ting over gelden, die door de besturen dier vereenigingen als teveel betaald aan de leden zijn terug betaald. Van meer dan een zijde werd betoogd, dat de 'tot stand gekomen verlaging van den gedistilleerd-accijns niet tot het verwachte gevolg heeft geleid: de clandestiene productie en de invoerfraude zijp nog loonend en volkomen intact ge bleven; daartegenover schijnen drankver- bruik en -misbruik te zijn toegenomen. Is de regeering thans niet van oordeel zoo werd gevraagd dat tegenover de gedistilleerd-fraude met scherpere maatre gelen moet worden opgetreden dan tot dusver is geschied? Van verschillende zjjden werd bij her haling op afschaffing van den accyins op het geslacht aangedrongen. 0'pgemorfct werd, dat de uitvoering der tabaksbelasting nog steeds vele moeilijkheden met zich brengt. Men achtte het beter deze heffing te gieten in den vorm van een invoerrecht. Enkele leden drongen aan op afschaf fing va® het registratie-recht op veiling»®. Verscheiden, leden meen den t» weten dat de groenteneonserveB.- industrie in ons land langzaam maar zeker achteruit gaat, voornamelijk door de totstandgekomen verlaging van het in voerrecht op de in het buitenland gefabri ceerde groenten-comaerven. Verscheiden© leden achtten, een. gene rale herziening der Pensioenwet wenschelyk. Gelijk reeds eerder had ook nu weer geschouderde veearts naar het hek, om weer op zjjn motor te stappen. Maar opeens wendde hy ziclh om en riep met zijn zware stem: „Zeg, Waan ders, hoor eens."' „Ja, mijnheer." „Kun jo morgen dien jongen niet eens naar mij toesturen, die mij zooeven ge haald heeft?" „Dat zal wel gaan, mijnheer", zei Waan ders verwonderd. „Mooi, Als hij. uit school komt, of zoo. Op welke school gaat hij „Bij meester Ringelbexg, mijnheer." „O ja, dat is waar ook. Jullie zijn van dat slag. Maar dat helpt toch niet veel. Want je geit gaat toch dood, al ben je nog zoo arm." „Dat hebben we riiet in onze hand, mijnheer", zei Waanders. „Ja, jullie kunnen dat natuurlijk wej weer beredeneeren. Ik weet dat wel. Jan Hissink's yjouw is overleden' en de boer zegt: „Zij heeft het nu veel beter". Nu, dan ben je natuurlijk uitgepraat en je haalt de schouders maar eenis op. Dag Waanders, houd jo maar goed, hoor. Je zendt morgen den jongen, ja?" „Het "komt in -orde, mijnheer," Even later ronkte de motor terug naar het dorp. „Waar zit Kees nu toch?" Allen zaten aan tafel, om nu eindelijk hot avondeten eens te nuttigen. Maar «tod TèM Sm TM RQg iMg. het groote aantal verplaatsingen bij den belastingdienst de aandacht van verschei den leden getrokken; zyi vroegen of die verplaatsingen niet grootehdoels kunnen worden vermeden. Aangedrongen werd opnieuw op af schaffing va.n de Staatslotory". Y an andere zyde kwam men daar tegen op. Enkele leden wenschteu dat de ver houding tusschen Kerk en Staat eindelijk afdoend© zal worden ge regeld. Gevraagd .werd of wel op vol doende wij'zo wordt tegemoet gekomen aan nieuw opkomende behoeden aan geestelijke verzorging. Andere leden maak' ten bezwaar tegen het bij voortduring ver leenen van financieelen. steun aan de kerk. „Eiken dag een Glaasje" Vraag „Bols" en let op, dat ge 't ook krijgtl PRIJS Fl. 4— MÈT KRUIK Onweer. Aanleg en beproeven van bliksemafleiders: J. M. Polderman, Goes. Tel. 129. Adv. Vis se he ry-en. Bij Kon. Besluit is benoemd tot lid van Jiet Bestuur der Visscberijen op de Zeeuwsche Stroomen voor het district Schouwen en Duive- land de heer A. C. van der Vliet, te Zierikzee- Middelburg. Gisteravond werd op de kleine bovenvoorzaal van de sociëteit „Dé Vergenoeging" de algemeene vergadering gehouden van de vereeniging „Het Mid- delburgsch Muziekkorps" onder voorzit terschap van den heer mr J. Adriaanso. Door den secretaris, den heer P. Lu- teijn, werd het jaarverslag uitgebracht, over 1928. Aan dit verslag is het volgende ont leend: Het jaar was voor de vereen iging een tijdperk van groote rust. Geen enkele bij-zond. gebeurtenis deed zich voor, zoo dat dit jaar wel scherp afsteekt tegen d© voorafgaande. Het bestuur onderging verandering, doordat door den gemeente raad inplaats ,van den heer v. d. Beke Callenfels, die do gemeente verliet, werd aangewezen mevr. de Graaf-Bloemendal. Het aantal gegeven concerten bedroeg 25, namelijk 12 Molenwaterconcerten, 8 Abdijconcerten, 4 abonnementsconcerten, 1 concert voor de Mij voor Handel en Nijverheid, 1 Concert voor Floralia en 1 te Sch-oo ndjjke voor do Mij tot bevorde- dering van Ooft- en Tuinbouw- Boven dien werd op den verjaardag van H. M. de Koningin, de gebruikelijke fakkel-op tocht gehouden voor de vereeniging „Uit het VolkVoor het Volk". In den loop van het jaar weiden 56 repetities gehou den, fl.l. 43 gewon© en 13 extra. Op de genoemde concerten werden uitgevoerd 129 nummers, waaronder 19 nieuwe. Het korps telde op 31 December j.l, 36 werkende leden, 1 bode en 1 assis tent-bode, terwijl de gezamenlijke oplei dingscursussen door 11 leerlingen be zocht werden, n.l. 6 voor clarinet, 3 voor koper, 2 voor slagwerk. In het vorig jaarverslag deelde de se cretaris mede, dat één der werkende leden in opleiding was voor fluitist, zulks ter vervanging van wijlen den beer Sa- mehtini. Bedoeld lid rs thans reeds eeni gen tyd als zoodanig werkzaam- Komende tot, den fnancrelen tnestanld dor vereeniging wees de secretarie er op, dat de rekening 1927 sloot met. een na- d««lig slot van f 468.691/2. Thans wijst, de rekenmg .aan f 8032.29 ontvangsten, f 8302 04 uitgaven, alzoo een tekort van f269.76. Een tekort was nog te verwachten, ma,ar het stemt tot dank baarheid, dat het dit jaar f 1.98 841/2 min der is. De jaarlijksche contributie is vrij wel op peil gebleven. Hetzelfde kan ge zegd worden van de opbrengst der Ab dijconcerten. „Waar zit Kees nu toch?" vroeg moe der. „Hij ging naar binnen, toen hij de d.oode geit gezien had", wist Gerrit, die ram- melde van den1 honger, te vertellen. „Dan is hjj vast naar den zolder ge gaan", dacht vader, die zyn jongen wel kende. „Kijk een», Joost. Jij zit het dichtst bij de deur. Joost sprong op en riep onder aan d© trap, die meer op een ladder geleek: „Kees! Kees!" Op den zolder werd gestommel verno men en lapgzaam daalde Kees de trap af, om zïoh dan bij de anderen te voegen, zonder een woord te zeggen. „Hy heeft gehuild", zei Oor. „Waarolmj, Kees?" „Stilte", beval vader. En hy ging voor in het gebed, waarna, de maaltijd begon. Maar vader,, moeder en Kees konden zoo goed als niet eten. By Joost ging het ook niet van harte, maar het ging toch. Er lag op allen oen beklemming. Het vroolijke gepraat van anders wera niet vernomen, Zoo goed als geen enkel wooed werd er gesproken. De meisjes ketoemi zoo nu en dan oons naar Kees, di© met een bedrukt gezicht aan tafel zat. Het .ging Car vervelen^ dat hpt soa stil was. „Wat iooa {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5