DE ZEEUW
eren
jÉftPUROL
DERDE BLAD.
Uit tie Pers.
Binnenland
Staten-Generaal.
Zeeuwsche Stemmen.
van
ZATERDAG 26 OCT. 1929. Nr 23.
Ietwat zonderling.
Wij lezen in de S t a n d a a r d:
De V r ij h e i d wijdt in haar jongste
nummer een artikel aan den Gouverneur
van Curacao.
Over de algemeene strekking van dit ar
tikel hebben we geen opmerkingen te ma
ken, maar een bepaald onderdeel er.van
wekte eenige verbazing.
De redactie, begrijpend dat de heer 'Co-
lijn indertijd in de Eerste Kamer over het
beschamend drama op Curasao interpel
leerde, vraagt zich toch af, of deze Staats
man door zijn bezuinigingspolitiek niet
den grondslag heeft gelegd voor de weer
loosheid van Curacao.
Al dadelijk rijst de vraag, of er 'grond
bestaat voor eenig vermoeden, dat de beer
Colijn als Minister van Financiën ooit gel
den zou hebben geweigerd om te voorzien
in de behoeften op defensiegebied in de
West. Ons is daarvan niets bekend.
Nog opmerkelijker is evenwel het feit,
dat de heer Colijn indertijd zich bereid
heeft verklaard mede de verantwoordelijk
heid te aanvaarden voor een wet, die ook
aan Curasao de zoo noodige maritieme
middelen zou hebben verschaft, terwijl
juist zij, die in D e V r ij h e i d hun or
gaan erkennen, tegen 'die wet (de Vloot
wet) hebben gestemd.
Het zou dus niet onlogisch zijn, indien
imen de schuld voor onze maritieme zwak
heid eerder toeschreef aan den Vrijheids
bond, dan aan den heer Colijn.
Maar nog zonderlinger wordt de opmer
king, als men er op let, dat, ten tijde toen
de heer Colijn de verantwoordelijkheid
droeg voor de maritieme defensie, deze
aan zijn ambtgenoot van Koloniën schreef,
dat, ter beveiliging van Curacao tegen
overrompeling van Venezolaansche vrij
buiters, o.m. een oorlogsbodem van be
paalde soort aanwezig diende te zijn en
dat hij mitsdien voor de aanschaffing van
een flotieljevaartuig van 1200 ton de noo
dige gelden op de begrooting voor 1914
zou aanvragen.
Onder het Kabinet-Cort van der Linden
werd op dat voornemen teruggekomen..
Men gaf er toen meer de voorkeur aan om
van tijd tot tijd de West te doen bezoeken
door een oorlogsschip, in stede van daar
een vaartuig permanent te stationneeren,
In het licht van deze feiten mag men
het ietwat zonderling noemen, dat D e
V r ij h e i d meent den heer Colijn te mo
gen betrekken bij de weerloosheid die op
Curacao bleek.
Reeds in 1913 stelde hij voor, Curasao
blijvend een oorlogsbodem voor politie
doeleinden te geven.
In 1923 hielp hij mede een wet te ver
dedigen, die onze Marine in staat zou stel
len hare taak te vervullen op een betere
wijze dan thans mogelijk is.
Daarna heeft hem, zoover wij althans
weten, als beheerder van 's Lands Schat
kist nimmer een aanvraag om gelden voor
een politievaartuig voor Curacao bereikt.
Zoodat zijne verantwoordelijkheid voor
het gebeurde ons licht te dragen toeschijnt.
Er was eens een hermelijnEn die
hermelijn forceerde een opening in een
hok met 'n broed jonge eendjes. Ze moes
ten 'tmet den dood bekoopen. Daar lagen
de levenlooze vogeltjes, immers de her
melijn eischt slechts het bloed en laat
de rest liggen,
Ik ga aan dit dagelijksch conflict in
het dierenrijk geen wijsgeerige beschou
wingen verbinden. Ik wil maar zeggen,
dat, toen een jachtopziener mij dit sobere
verhaal uit zijn practijk deed, wij in eens
midden in het vak zaten en aanstonds
de plaats zich afteekende, welke de jacht
opziener in ons maatschappelijk leven in
neemt. Zijin taak is uit het conflict geboren
en vandaar dat ook zijn nadering voor
velen niet steeds met onvermengde wel
willendheid wordt afgewacht.
Lees er de parlementaire stukken, de
jacht rakende, maar op na en weer proeft
ge het conflict. Ik spreek hier natuurlijk
tot den leek, want de mannen van den
akker weten daar bij ervaring het fijne
van. In 1920 werd een ontwerp Jachtwet
ingediend, dat uitging van de gedachte,
dat met betrekking tot bet jachtvraagstuk,
het landbouwbelang in de eerste plaats
in aanmerking dient te worden genomen,
doch dat het behoud van eep. matigen
wildstand voordeelen met zich brengt, die
mede in bet oog moeten worden gevat.
En zoo werd een verzoening der strijdige
belangen beproefd, welke leidde tot de
invoering van de Jachtwet 1923, welke
met nog meer nadruk en beslistheid de
belangen van een. rationeele bodempro
ductie op den1 voorgrond stelde on een
volkomen ondergeschiktheid van de jacht
aan de qjschen en behoeften van den
landbouw aanvaardde, waarbij zelfs de
heerlijke jaohtrachten ten offer vielen.
Maar ik wil u geen cursus over de
J««htw«t m kuuur juxispriMUatie germ
't Is ons nu eens te doen om een paar
snapschotjes uit de practijk ran den jacht
opziener.
Wij willen hem niet op al zijn wegen
volgen, want dan zouden wij, stadsmen-
schen, er de nachtrust en nog heel wat
meer ongerief voor over moeten hebben.
We gaan niet met hem mee oj? een gu-
ren, stormachtigen avond, als de regen
met een hoek van 30 graden tegen de
aarde geslagen wordt en de maan schuilt
blijft gaan achter de grauwe wolkgevaar
ten. We zouden onzen hond en onze kat
.liet naar buiten sturen, maar de jacht
opziener gaat er door, want juist dan is
de kans grooter, dat hij goed werk kan
doen in den strijd tegen den stroo-pcr
oftewel den wildliefhebbcr, wien het ver
schil tusschen het mijn en dijn maar. niet
aan het verstand gebracht kan worden.
Alweer het conflict, zoo goed als het eï
overdag is, wanneer de jongens van dein
buiten er op uit gaan om nestjes uit te
halen of eitjes te zoeken, 'tzij die van de
vinkjes, of van de patrjjzen of fazanten.
Er is heel het jaar door werk aan den
winkel. Nu, in, den jachttijd, als het om
dan buit gaat, niet het minst. Dat kun
nen zware dagen zijn voor den jachtop
ziener, als hij den jager aanwijzing geeft
waar het begeerde wild zich voorwaarde-
op houdt.
Het blijft zijn eer en die van zijn de
edele jaehtsport beoefenende principalen
met tact te werken, zóó dat de jacht
niet ontaardt in een fatale uitroeiing van
het wild. Een goed jager weet altijd te
sparen. Daar heb je van die „stroopers
met acte", een gilde dat na de afschaffing
der heerlijke jachtrechten wel uitgebreid
is, die gr maar op los schieten. Die
zich heusch niet geneeren om een slap-an-
den haas een kogel in het lijf te jagen.
Op die wijize- krijgt men een ontaarding
van dit bedrijf, dat tenslotte toch altijd
sport moet blijven. Een ontaarding, waar
tegen niet te veel te doen is, doch welke
zich op den duur moet wreken, daar de
wildstand in een minimum, van tijd zal
uitsterven. i 1
Is het wonder, dat een goed jacht
opziener gruwt van zulke practijken.
Gaan de jachtheeren met volle wei-
tasch naarhuis, de jachtopziener eet
haastig een stukje en maakt zich weer
gereed voor een nachtelijken tocht door
b-osch en beemd (bet bosch ter wille
van de alliteratie, want Zuid-Beveland
is niet veel bosschen rijk), om de stroo
pers te beletten hun min oirbare prac
tijken uit te oefenon, want bet wild is
niet gespaard om tenslotte in verkeerd©
keelgaten te verdwijnen-
De lichtbak moet nog al eens dienst
doen in onbevoegde handen en menig
haasje kan aan de onwederstandelijke
aantrekkingskracht van het heldere kunst
licht niet ontkomen. Nu ja, een politie-
den dreigen de gevaren. De eierenzoeVer»,
die liever de eieren dan de premies
hebben, kunnen groo-te schade aanrichten.
man en een jachtopziener kunnen maar
o-p één plaats gelijk zijn en een geraf
fineerde strooper heeft in den" regel wel
z'n inlichtingendienst, die hem bij nade
ring v,an gevaar of onraad verwittigt.
Na Nieuwjaar is het weer sparen en
nog eens sparen. Zelfs worden de vo
gels wel gevoederd met gemengd voer,
wikken, of tarwe en dergelijke. Hoe
strenger koning winter re'geert, des te
uitgebreider de maatregelen om het wild
tegen uithongering en bevriezing te be
schermen.
Waar noodig wordt de sneeuw opge
ruimd en het gras bloot gelegd en trots
al dien arbeid, kan er toch nog veol on
heil aangericht worden. In den stren
gen winter van begin '29 rjjn honderden
wilde eenden doodgevroren Nog een paar
zulke periodes van vorst en de een
denstand zou nagenoeg uitgeroeid zyn,
om van andere vogelsoorten niet te
spreken.
In April en Mei gaat het om het be
houd der eieren en weer is de jacht
opziener schier dag en nacht in j^uw
om den vogels de noodige rust te ver
zekeren. Hjj mocht ook wel ooigen in den
rug hebben, want niet alleen de kwaad
willige eierensnorder is zijn vijand, maar
ook de argelooze stadsmensch, die, ver
lokt door net jeugdige groen en de fris-
sche lentegeuren, zijn wandelingen ver
der -gaat uitstrekken en allicht ver
dwaald raakt in „bezet gebied", waar
bijvoorbeeld patrijzen en fazanten aan
den leg zyn geraakt. Nóg meer rust is
geboden, als de broeitijd is aangebroken.
Dan kun je opeens voor zoo'n be
moeial van een jachtopziener komen te
staan. En, vrijheidlievend als de Neder-
landsche burger is," vooral als men hem
het reclit op z'n "twee voet gronds be
twist is hij dan al gauw in z'n wiek
geschoten, om in gepaste taal te spreken.
Je mag ook niks I Maar .als de .jachtopzie
ner even op gemoedelijke wjjze illustreert
hoe licht er schade aangericht kan wor
den en hoe het steeds weer een alge
meen belang is, dat onze heerlijke vogels
beschermd worden, dan raakt de wets
overtreder toch weer eenigermate ver
zoend met dat gemeenlijk in kwaden reuk
staande artikel 461 en hij vindt, dat hij
er nog genadig is afgokomen: zonder bon.
Groeten steun heeft de landeigenaar of
gebruiker in het premie-stelsel. Wie aan
toont, dat hij zijn zorg heeft laten gaan
over oen nest met eieren van patrijs of
fazant, zoodat ze goed uitgekomen zijn
ontvangt eon premie van 10—26 _per ei.
Nochtans blijft 't voorjaar een précairs
tijd toot i«a iaehtopziener. Vzfl «Jl«
Dat kunt ge wol op uw vingers nare
kenen. Dan zijn er behalve de roofmen-
schen nog de roofdieren, die graag eitjes
lusten of jonge vogels of ha,asjes-. Ik kom
daar nog op terug. Want ik moet er i.n
dit verband o-p wijzen, dat de boer soms
zijn eigen vijand is. Ik bedoel nu niet,
wanneer zijn knecht het hondje mee naar
'tland neemt en 't beestje achter z'n rug
hier en daar een nest met jonge hazen
ruïneert, zo-oals wel gebeurd is. Dat kan
meer voorkomen en moest men willen ge-
looven. D-e landbouwmachines heb ik
hier op 't oog. De kettingegge bijv. heeft
al veel kwaad gewrocht, vo-oral op gron
den waar na draineering de greppels ein
slooten zij-n verdwenen. Konden vroeger
de hazen beter beschutte nesten hebben,
nu ligt 't alles open voor de vernielende
werking van de landbouwmachine.
In den maaitijd wordt 'tnog erger.
Prachtig wild is dan slachtoffer van de
grasmaaimachine of den zelfbinder. De
jachtopziener, die zich van die gevaren
bewust is, pleegt wel mee te loopen
met de maaiers, om het wild uit te drij
ven.
Men beeft wel een patrijs geschoten,
waarvan vroeger een ,poo-t door een ma
chine bi-eek afgemaaid te zijn. En 's win
ters, bij 'tdorschen, is 'twel eens ^ge
beurd, dat in -een schoof graan een doode
haas werd aangetroffen, door den zelfbin
der gegrepen en met bet graan saamge
bonden.
O.ok de weersgesteldheid kan in het
dierenrijk' onheil aanrichten en hoe zou
't ook anders kunnen, waar ook wij- zeiven
onze afhankelijkheid op dit gebied moe
ten belijden.
Op 10 Juni kwamen de eerste patrijzen
uit. Men'heeft wel "nesten van 14 a 23
stuks. Welnu, op 12 Juni d.a.v. kregen
wij zwaar onweder met slagregens en
enke-le dagen later nat, guur weder. Hon
derden jonge vogels vonden daarbij den
dood. Als mannetje en wijfje gaan loop-en
om voedsel te zoeken, kunnen de jonge
kuikens maar moeizaam meekomen over
den verregende^ akker. Telkens blijven er
met dotjes aan de pooten achter om-
te sterven, want de o-uden trekken ai ver
der, al is 'tmaar met één of twee jongen
achter zich.
Over he-t leger van roofdieren, waaron
der zélfs de lieve poes niet achteraan
komt, 'n volgenden keer nog wat.
KEES VAN DER MEER.
Piropiaiganltfa-acfie van hef Christelijk
Nationaal Vakverbond.
Het Christelijk Nationaal Vakverbond
heeft voor de maand November een
groota propaganida-actie voorbereid.
Van 416 November worden eiken
avond, met uitzondering van Maandag
11 November, in verschillende deel-en van
het land een 8- a 12-tal vergaderingen ge
houden, in totaal 85 vergaderingen. Op
-elke vergadering treden een tweetal gesa
larieerde bestuurders als sprekers op, met
de onderwerp-en: „Dankbaar voo-r geno
ten1 zegen" en „Zegen verplicht". Verschil
lende van deze vergaderingen wo-rden op
geluisterd door zang, muziek of decla
matie, terwijl op tal van bijeenkomsten
door predikanten een openings- en (of)
slotwoord zal worden gesproken.
Voor wat Zeeland betreft wordt op-
7 Nov. te Goes oen vergadering gehou
den, waarin zullen spreken de hoeren
H. Amelink es. J. Vunderink. Op- 15 Nov.
volgen Middelburg, Souburg en Vlissin-
gem. Te Middelburg spreken dezelfde hee-
rean als te Goes, te Souburg de Tieorep
J. Augusteijn. en J. Veldwijk en te Vlis-
singen K. Kruithof en P. L. v. d. Voerde.
Op Maandag 11 November vindt een
radio-uitzending plaats over den zender
der Ned. Chr. Radio-Vereeniging, De heeT
G. Ekkel van Utrecht, vo-orzitter van den
Ned. Chr. Textielarbeidersbond „Unitas"
en lid van het algemeen bestuur 'van het
C.N.V., spreekt dan over het onderwerp:
Christelijk, dus sociaal I"
De tweede helft van November zal
een speciale huisbezQek-propaganda-caim-
pagnö worden. Over heel het land wordt
dan van 1830 November huisbezoek ge-
daan bij on- of verkeerd georganiseerde
Christelijke werknemers.
Voor de huisbezoekers heeft het C.N.V.
een speciale „Handleiding voor huisbe
zoekers" disp-onibel gesteld, terwijl een
mooi uitgevoerd propaganda-gesohriftje:
„Nu 't November is", wordt uitgegeven
ter uitreiking aan on- en v-erkeard, ge
organiseerde Christelijke werknemers.
Aan alle rechtzinnige predikanten wordt
dezer dagen een circulaire gezonden,
waarbij wordt gevoegd de brochure van
het C.N.V. „Uw belijdenis baleven", in
welke circulaire de arbeid der Christe
lijke Vakbeweging onder de aandacht der
k-erkeraden en predikanten wordt ge
bracht
Men wil trachten het ledental, op- 1
Januari as., weer boven de 76.000 te
brengen, een aantal dat het C.N.V. reeds
eer, n.l. October 1920 beeft gehad. Door
de nadien ingetredon economische crisis,
is dit aanital terugigeloop-en tot 48.974 op
1 Januari 1926. Sedert laatstgenoemden
datum is het ledental weer gestegen tot
67.826 op 1 Juli j.l. Het eerste half jaar
1929 bracht een .ladenaanwinst groot
9.8»fl Mta avws but twwdiiTwi-
ja&r 1929 de vooruitgang ongeveer even
groot is, dan heeft men het verlies der
crisisjaren geheel ingehaald. Het C.N.V.
zal dan de eerste van de verschillende
vakcentralen zijn met wie dit het geval is.
De Postcheque- en Girodienst.
Het jaarversla g over 1928.
Thans is versohenen het jaarverslag
over 1928 van den P-ostohèque- en Giro
dienst, Hieraan wordt het volgende ont
leend.
Aan het einde van bet verslagjaar be
droeg het aantal postrekeningen 139.282
of 10.024 meer dan op 31 December
1927.
Aan de rekeninghouders werden
9.812.413 afrekeningen toegezonden of
31.962 per werkdag tegenover rasp.
8.77.616 en 2:295 in 1927.
De geldelijke uitkomsten van den dienst
waren wederom gunstig.
De gemiddelde kostprijs p-er handeling
heeft in 1928 bedragen pl.m. f 0.0916
tegen f 0.0969 in 1927, f 0.1117 in 19266
en f 0.3121 in 1918.
Het totale aantal ambtenaren bedro-eg
•op 31 December 1928 788 tegen, 817
in 1927.
Het twee'dé retourvliegtuig.
Volgens -een bij de K.L.M. ingekomen
bericht is de P.H.A.E.N., het tweede
retourpostvliegtuig, gistermorgen om 6.0-5
uur uit AJtyab vertrokken en 9.10 uur te
Calcutta aangekomen. Om 10.05 uur uit
Calcutta vertrokken is het om 14.30' uur te
Alahabad gearriveerd. Aan boord js alles
wel. Vandaag wordt de reis voortgezet.
Minister Terpstra te Leiden.
De minister van Onderwijs, K. en W.
heeft gisteren .een bezoek gebracht aan
Leiden, waar hij vergezeld door den presi
dent curator der Leidsche Universiteit,
mr Van de Sand-e Bakhuyzen en den
secretaris van curatoren, mr Idenburg
heeft bezocht het academisch ziekenhuis,
het ethnografisch museum, het gaologisch-
esm mineralogisch museum en het phar-
maceutisch laboratorium.
TWEEDE KAMER.
Regeling werkzaamheden. Weer een ru
moerig begin»
In de zitting van gisteren deelde de
Voorzitter mede, dat bet zijn voor
nemen is de volgende vergadering bijeen
te roepen tegen 5 November en dan on
middellijk te beginnen met de algemeene
beschouwingen over de rijksbegrooting
en voor te stellen iedere week des Dins
dags en Donderdags avondvergadering te
houden. Spr. stelt thans voor, den tijd bij
de algemeene beschouwingen te verdee-
len als volgt: Katholieken en S.D.A.P.
3 uur; A.R. en Chr. Hist. 2 uur; Vrij
heidsbond en Vrijz.-Dem. 13/4 uur; alle
andere partijen 1 uur en de replieken
te bepalen op de helft van die tijden.
De beer Marchant, v.-d., maakt be
zwaar, dat zijn fractie minder spreektijd
heeft dan de Chr.-Hist, en A.-R. fracties
en kan zich bij de toewijzing aan elk der
beide communisten van 1 uur slechts
neerleggen onder voorwaarde, dat zij dien
tijd -gebruiken om uiteen te zetten, dat
zij ieder een afzonderlijke staatkundige
richting vertegenwoordigen.
De heer W ij n k o o p, Comm., wenscht
te protesteeren tegen deze onbeschaam
de uiting.
De voorzitter kan die uitdrukking
niet toelaten.
De heer W ij n k o o p merkt op, dat de
heer Marchant geen censor is; h(j is zelf
niets anders dan een afsplintering van
de liberale partij.
De voorzitter waarschuwt den heer
Wjjnkoop binnen de orde te blijven.
De heer Wijnkoop: U hebt toegela
ten, dat de heer Marchant sprak over de
beteekenis van politieke partijen.
De voorzitter waarschuwt den heer
Wijnkoop, dat hij hem het woord zal moe
ten ontnemen.
De heer W ij n k o o pIk antwoord een
voudig pp een brutalen aanval.
De voorzitter ontneemt den heer
Wijnkoop het woord.
Do heer De Visser, C. P., komt
er tegen op, dat de grappenmaker Mar
chant een voorwaarde stelt omtrent de
wijze, waarop politieke partijen hier moe
ten optreden. Dat behoort tot haar eigen
bevoegdheid. Spr. heeft meermalen aan
getoond, dat er met de loupe geen on
derscheid is te zien tusschen de soc.-
dem. en de Vrijz.-dem. en. toch krijgen
zij afzonderlijken spreektijd.
De heer A1 b a r d a, S.D.A.P,,Niets
is de heeren te dol.
De heer De Visser: Niets is den
heer Albarda te dol.
D-e Voorzitter: Ik verzoek u bin
nen de orde te blijven.
De beer Re Visser: Ik blijf binnen
d-e orde en zelfs de voorzitter zal mij
niet van de orde af krijgen. Spr. vraagt
zich af of er van het strijdende pro
letariaat niet één man het woord mag
voeren.
De heer Marchant merkt op, dat
hij, wanneer de hoeren niet aan zijn voor
waarde voldoen, het volgende jaar een
andere .verdeel ing van den spreektijd zal
moeten voorstellen.
De héér Winkoop vraagt het woord.
De voorzitter: U krijgt het woord
niet.
De heer Wijnkoop: Ik vraag het
woord I
De voorzitter: is het woord ont
nomen, U krijgt het woord niet,
De heer wijnkoop: Ik vraag het
weezAl
geen stukgaan en pijn meer
en ook geen naschrijnen der
huid, als men vóór het in-
zeepen de huid even inwrijft
met slechts een weinig
"jjg Dooien 30-60 en 90 ct. Tube 80 ct,
B'J Apoih. en Drogisten.
De voorzitter: U krijgt het niet.
De h-eer Öe Visser, Comm., komt
er tegen op, dat aan den heer Wijnkoop
het woord niet meer gegeven wordt. Spr.
betoogt, dat groepen, die het dichtst bij
elkaar staan, in wezen dikwijls liet
scherpst tegenover elkaar staan, hetgeen
in de besprekingen tot uiting moet kun
nen komen- Spr wijst o-p den heerLing-
beek. 1
De voorzitter: Ik verzoek u bin
nen de perken van het onderwerp te
blijven.
D-e heer De Visser: Ik zit er midden
in. Spreker betoogt, dat de politieke
tegen-stelling tusschen partijen niet ver
doezeld mag worden.
Het voorstel van den voorzitter wordt
z.h.st. aangenomen-.
De heer W ij-n koop Ik heb een voor
stel bij- u neergelegd.
De voorzitter gaat over tpt bet
volgend purad der agenda-
De heer VV ij n k o o p Ik heb een voor
stel bij u neergelegd.
1 nterpellatie-WijWkoop.
Aan de orde is de voortzetting der in
terpellatie-Wijnkoop naar aanleiding van
de botsingen te Maastricht en stemming
over de motie-Vliegen.
De Minister van B.innenïand-
sche Zaken, de heer Ruvs de Bee-
renbrouck, deelt mede, dat d-e Minister
van Justitie bereid is aan den procu
reur-generaal te 's Hertogenbosch een
onderzoek in de Maastrichtsche zaak ap
te dragen en van het resultaat van het
-onderzoek aan de Kamer te do-en blijken.
De heer Vliegen, S.D.A.P., kan zich
daarmede vereenigen, 'doch is niet ge
heel bevredigd. In d-e motie wordt ge
vraagd een onpartijdig en nauwkeurig
onderzoek.
De Minister heeft geen bezwaar
te verklaren, da,t volgens zijn opvatting
bet onderzoek, moet zijn nauwkeurig,
omstandig, onpartijdig en volledig, van
welke opvatting hij meded-celing zal doen
aan zijn ambtgenoot.
D-e heer Vliegen trekt zijn motie in-
De heer D-e Visser dacht, dat de
soc.-dem. nog altijd het oude standpunt
tegenover de klasse-justitie innamen,
thans blijkt ook het laatste verschil met
de Vrij'z.-Democraten te zijn weggeval
len. Met een klasse-justitiëel onderzoek
kan spr. geen genoegen nemen. Hij d'ent
een motie in, waarin hij een onpartijdig
onderzoek eischt 'onder strenge contról©
van de bij het conflict betrokken ar
beiders.
De motie wordt niet ondersteund.
De beer W ij n k o o p dient de mo-tie-
Vüegen opnieuw in.
De motie wordt niet ondersteund.
De interpellatie wordt gesloten.
(Vervolg eerste blad
P. T. T. BEGROOTING 1930.
Vooriooplg Verslag.
Aan het voorloopdg versla? inzake de begroo
ting van het Staatsbedrijf der Posterijen, Tele
grafie en Telefonie voor 1930 is het volgende
ontleend!
Do gunstige ontwikkeling van het, bedrijf
wekt» algemeene voldoening, Hoewel niet ont
kend werd, dat «r aanleiding is tot .de klacht,
dat hier en daar te veel werd ingekrompen
en bezuinigd, en ook niet uit het oog werd
verloren, dat de verbetering in het zakenleven
op d-e ontwikkeling van het bedrijf een gun-
stigen invloed heeft gehad1, was men toch al
gemeen de meeming toegedaan, dat op dil
bedrijf kan worden gewezen als een voorbeeld
van hetgeen door Reorganisatie van Rijks
diensten en -bedrijven bereikbaar is.
De bedrijfsuitkom-sten.
Wat de ramingen der bedrijfsuitk'omsten be
treft, herhaalden sommige leden het meer
malen geuit bezwaar, dat die ramingen stel
selmatig veel te laag worden opgezet. Dezo
leden meenden veilig te mogen aannemen,
dat ook de voor het aanstaande 'bodrijfsjaar
op 5 millioen geraamde bedrijfswinst met een
groot bedrag overschreden zou worden.
Verlaging posttarieven.
Mede in verband met de geregelde stijging
van het aantal vervoerde stukken en pakket
ten bij den dienst der posterijen, van
naar schatting 884,000.000 in 1925 tot 1.008
millioen in 1928 werd de voorgenomen
briefportverlaging ten volle gemotiveerd ge
acht. Intusschen zouden verscheidene leden
gaarne zien, dat het briefport voor brieven,
niet zwaarder dan 20 gram-, niet van 7.Ö cmi
op 8 cent, dooh op 5 cent zou worden ge
bracht,
Draadtelegrafie.
Hoewel de uitkomsten van de draadtelegra
fie ^ich dit jaar iets minder ongunstig laten
aanzien dan ten vorigen jare, bleef toch hot
grooto tekort op dit onderdeel bezorgdheid
wekken. In 1928 leverde de dienst een tekort
van 2,1 millioen op, hetgeen op een aantal
van ruim 6 millioen aangeboden telegrammen
een verlies van ongeveer 42 oent per aan
geboden telegram beteekent, Het aantal aan
geboden en ontvangen telegrammen neemt don
ook gestadig af on to verwachten is, dot bij
invoering van het nieuwe telefoontarief da
tVUMMyg Mg Jt«k« Ml word*.