DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Uit de Pers. BOEREN VAN LOBITH. Uit de Provincie. FEUILLETON. (Wordt vervolgd.) VAN DINSDAG 22 OCT. 1929. No. 19. Van „partijdige" benoemingen. In «en polemiek met de „S tand aard" kwam dezer dagen „Heit Volk" nog eens weetr met het al meermalen weerlegde praatje aandragen dat: „toen onder Kuy- pers bewind de Rijksverzekeringsbank in werking moest treden, zij volgepropt (werd) met Christelijke jongelingen". Dat is een historisch feit schreef het blad. Naar aanleiding daarvan herinnert de Standaard dat reeds in 1904 Mr Troelstra in de Tweede Kamer in ver hand met deze benoemingen van e en schandaal" durfde spreken. „Deze redevoering", zoo schreef Dr Beniner in 'tFebruari-nummer van A.R. Staatkunde „is te vinden op bladz. 579 van de Handelingen der Sta- ten-Generaal 1903-1904,11. Dit alles werd gezegd, hoewel de spreker verklaarde zijn eindoordeel op te schorten, omdat hij misschien verkeerd was ingelicht I En inderdaad, de man was verkeerd ingelicht. Reeds aanstonds kon het toen- (malig lid der Kamer, de heer Bijleveld, met verschillende cijfers bewijzen, dat de beschuldiging onjuist was. Minister Kuy- per zeide, dat hij de zaak volledig wilde onderzoeken en dan bij de behandeling der begrooting van Binnenlandsche Za ken, waaronder destijds de Rijksverzeke ringsbank ressorteerde, van antwoord zou dienen. Aldus geschiedde. En wat bleek toen? Dat bet liep over 32 personen, voor wier benoeming door het (vrijzinnige) Bankbestuur dubbeltallen waren opge maakt. Van' '24 had de Minister den eerstvoiorgedragene aangewezen, van 6 den tweeden. Er bleven dus nog 2 (zegge en schrijve: twee) plaatsen over. Welnu, de Minister had het gewaagd voor die plaatsen iemand te benoemen, die niet op de voordracht stond. Hij kon ech ter mededeelen, dat het Bankbestuur over heit werk van deze personen een gunstig getuigenis aflegde. De heer Troelstra. sloeg dus geen bed prettig figuur. Dit werd er niet beter op, toen hij zicib bloot gaf in de volgende woorden: „De beer Bijleveld heeft alle reden om het voor die lui op te nemen, want hij is door hun hulp lid der Kamer geworden". Immers bij de bedoelde verkiezing was de heer Traels tra de tegencandidaat geweest,, die de nederlaag had geleden. Zwijgen ware dus wel zoo verstandig geweest." Hier nu worden de historische feiten genoemd, voor een ieder te controleeren. Zij bewijzen, dat de redactie van Het Volk een eigenaardig begrip heeft van wat een historisch feit is. Zij betitelt als zoodanig, wat niet dan lasterpraatjes zijn, die haar karakter niet verliezen door de gedurige herhaling ervan. Wij zullen eens zien, of de redactie van Het Volk den moed heeft, nu eens ongelijk te erkennen. Veel verwachting hebben wij, op grond van de ervaring, niet. Maar het wil ons voorkomen, dat het verzwijgen van de waarheid thans zelfs haar wel moeilijk zal vallen. Wij wach ten dus af." EEN DIRECEUR-GENERAAL VAN DEN LANDBOUW OF NIET? Over dit onderwerp schrijft de Maas bode: Toen in 1926 Dr P. van Hoek, Direc teur-Generaal van den Landbouw, was overleden, is de toenmalige Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw die 't nu weer is Jhr. Mr Oh. Ruys de Beerenhrouck niet overgegaan tot de be- 53) o— ^„'tls krankzinnigenwerk," zeide Van Aylva. Maar hij zweeg, toen hij zag, dat de Fransche ruiterij, die reeds gemeend had, de overwinning behaald te hebben, te- rugzwenkte met zware verliezen Oranje reed, naar Aart zag, ietwat la ter weer naar den heuvel terug, waarop hij het tooneel van den strijd kon over zien. Dan klonken langs de rijen, der in fanterie korte, snerpende bevelen: er moest een kleine, omtrekkende beweging gemaakt worden. De infanterie was aan bod Aart sloot de oogen even, als om zich goed in te denken, wat er nu gebeuren ging. Nauwelijks lagen zij op hun nieuwe plaats, of een Fransch ruiterijregiment, niet vermoedend, dat de bewuste heuvels bezet waren, kwam aangerend, om warm ontvangen 'te worden. Knetterend vlo gen de goedgemikte musketkogels in de aanstormende gelederen, die eerst volko men verrast waren. Om zich dan evenwel te herstellen en weer te chargeeren met den moed der doodsverachting Het was een lawaai, dat hooren en zien verging. In den kruitdamp bespeurde Aart zijn makkers niet meer en hjj kreeg werk, noeming van een nieuwen functionaris. Ook zijn opvolger, Minister Kan, vulde deze vacature niet aan. Een paar jaren lang bleef er op de Staatsbegrooting nog een pro-memoriepost voor uitgetrokken, maar nadien is ook deze p. m. verdwenen. Dat was niet naar den zin van enkelen uit den lande zoowel in de Kamers der Staten-Generaal als in de landbouworga nisaties. Men meende van zekere zijde, dat een Directeur-Generaal van den Landbouw niet kon worden gemist, terwijl daarente gen zoowel Minister Ruys in 1926 als Mi nister Kan daarna en thans weer Minister Ruys in 1929 verklaarden, dat deze hoofd ambtenaar niet noodig was'. Minister Kan had een ander plan. Hij wilde in plaats van een Directeur-Gene raal van den Landbouw, als schakel tus- schen den Minister en zijn Departement eenerzijds en den georganiseerden land en tuinbouw anderzijds een Commissie van Advies voor Landbouwaangelegenhe- den instellen, bestaande uit 5 leden. Deze leden en hunne plaatsvervangers zouden op voordracht van de 5 groote organisa ties t. w. den R.-K. Nederl. Boeren- en Tuindersbond, bet Kon. Ned. Landbouw- Comité, den Nederl. Tuinbouwraad en den Alg. Ned. Zuivelbond (F. N. Z.) voor den tijd van 5 jaar worden benoemd. De voorzitter zou, voor den tijd van een jaar, op voordracht der Commissie, uit de leden worden gekozen; de secretaris zou worden aangewezen en benoemd door den Minis ter. De Commissie zou, desgevraagd, zoo wel als ongevraagd, in den ruimsten zin zijn adviezen over landbouwaangelegen- beden kunnen geven aan den Minister. De Regeering zou geen ingrijpende maatre gelen met betrekking tot den land- en tuin bouw nemen, dan nadat de Commissie van Advies geboord was. Zóó bad Minister Kan bet zich, in beknopten vorm hier weergegeven, gedacht. De land- en tuinbouworganisaties, wier oordeel hierover de Minister vroeg, kon den het over dit denkbeeld niet eens wor den. De R.-K. Ned. Boeren- en Tuinders- bond en de Alg. Ned. Zuivelbond verklaar den zich geheel accoord met de ontworpen regeling. De Christelijke Boeren- en Tuin dersbond, hoewel prijs stellende op hand having van het ambt van Directeur-Gene raal van den Landbouw, achtte bet over leg met de organisaties toch belangrijker dan de vervulling van dit ambt. De Nederl. Tuinbouwraad wenschte ook aanvulling in de functie van D.-G. v. d. L., maar ver klaarde zich toch bereid aan de ontworpen regeling mee te werken. Alleen het Kon. Ned. Landbouw-Comité ac'htte het Direc teur-Generaalschap zóó onmisbaar, dat bet zich zelfs niet bereid wilde verklaren aan de door den Minister gedachte rege ling mede te werken. Ook thans beeft bet Kon. Ned. Land bouw-Comité zijn eisch weer herhaald. Het is van oordeel „dat een Directeur-Ge neraal van den Landbouw als hoofd van den betrokken dienst, zonder groote scha de voor onze volkswelvaart niet kan wor den gemist". Is dat juist? Vooropgesteld zij, dat het best mogelijk is, dat ter Directie van den Landbouw ter coördinatie der verschillende afdeelingen een Hoofd noodig is. Maar dat is dan een kwestie van internen administratieven aard. Er is echter gezegd, dat de D.-G. on misbaar is om den Minister voor te lichten over landbouwaangelegenbeden in tech nisch en organisatorisch opzicht. Daar gaat bet debat dus over. Eu nu meenen wij, dat de georganiseerde land- en tuin bouw zelf hiertoe heel wat beter in staat is dan een Directeur-Generaal, ja, dat een dergelijke ambtenaar zelfs een sta-in-den- weg zou blijken te zijn. Welke kracht kan er, in de huidige om standigheden, uitgaan van een Directeur- Generaal van den Landbouw? Bijzondere bevoegdbeden kan bij niet bezitten, althans geen enkele, die iets be- teekent. Zijn eigen agrarisch program, want dat heeft natuurlijk iedere degelijke D.-G., uitvoeren, kan hij niet, want niet z ij n agrarisch program komt voor uitvoe ring in aanmerking, maar alleen dat van den verantwoordelijken Minister. Ja, zelfs kan hiji moeilijk aan zijn eigen program om zich een paar Fransche ruiters, wier paarden doodgeschoten waren, van het lijf te houden Acht volle uren duurde de ongelijke kamp. Tegenover ruim achtduizend Fran- schen stonden tweeduizend Staatsehen. Het was soms een slachting. Eerst tegen het vallen van den avond, toen in de verte kanongebulder werd ver nomen, dat er op wees, hoe de Fran- schen versterking jcregen. ,daar jjeneraal De Ro-chefort met zijn ruiterij' en artil lerie naderde, gaf Willem van Oranje bevel tot den terugtocht. Het doel, dat hij zich dien morgen had gesteld, was bereikt: de Fransch en waren opgehouden en Utrecht was gered I De deerlijk gedunde troep .trok op de stad Utrecht aan, waar, naar men ver moedde, graaf Styrum zich reeds genes teld had. De avond was nu geheel gevallen. Moe sleepten de soldaten zich voort, evenwel blij, er het leven te hebben afgebracht. Al spoedig had Aart de vrienden van Lobith gevonden. Niemand hunner was gedood, zelfs niet gewond. En Jan van Engelen beroemde er zich op, dat hij een hooggeplaatst Fransch officier dood geschoten had, bewerend, dat hij dezelf de was, die hij toen niet onder schot kon krijgen, waarom luitenant Beekman, die juist passeerde, hartelijk had ge lachen- Vóór aan den troep reed de Prins van Oranje, die bijna van zijn paard viel van moeheid, maar wien doorstroomde het bekendheid geven, als dit niet overeen stemt met dat van zijn Minister. Men heeft geroepen om een D.-G. „met haar op de tanden". Dat is een dwaasheid, want de positie van den D.-G. brengt juist mee, het kan ook niet anders, dat hij zelfs geen tanden hebben mag. Heeft hij tanden en nog wel met haar er op en laat hij die zien, dan 'komt 'hij in conflict met zijn chef, den verantwoordelijken Minister, die alleen te beslissen heeft wat er gedaan en wat er nagelaten zal worden en alléén ver antwoording hierover schuldig is aan de Staten-Generaal. Hoe men het ook keert of wendt, men zal nooit een D.-G. kunnen scheppen, die niet het karakter van amb tenaar heeft. Iedere D.-G., boe men de functie ook optuigt, moet nu eenmaal amb tenaar zijn en zal dus ook nooit een beslis sende stem hebben in Ministerraad en Ka mers en steeds zijn eigen agrarisch pro gram ondergeschikt moeten maken of in overeenstemming moeten 'brengen met het agrarisch program van zijn Minister. Daar komt nog 'bij, dat de weder in stelling van 'het ambt van D.-G. van den Landbouw heel wat 'kosten met zich brengt. Indertijd, in April 1926, zei Minis ter Kan hierover in de Eerste Kamer: „De kosten voor outillage van den Directeur- Generaal waren in 1920 f 60.000. In 1921 was dat bedrag verminderd tot f 51.175. Maar wanneer wij weer tot de instelling overgaan, dan zal men weer moeten ko men tot den post, zooals die vroeger was, met een administrateur, een hoofdcom mies enz., een secretarie, kortom een heele staf. Doet men 'dit niet, dan gaat hij' in administratieven arbeid op en beant woordt dus allerminst aan de verwachtin gen. In het kort dus: men zou tot een uit rusting moeten komen, die veel kost, en ik 'heb 't gevoel, dat ik hij' de beperkte geldmiddelen, die helaas te onzer beschik king worden gesteld, voor den landbouw met f 40.000 a f 50.000 meer 'kan doen dan wanneer ik overga tot het aanstellen van meer ambtenaren". Het is bekend, dat ook Dr Van Hoek zelf de meening was toegedaan, dat bij de laat ste D.-G. moest zijn, omdat deze functie, bij de ontwikkeling en den uitgroei van bet organisatieleven in den land- en tuinbouw in den laatsten tijd geheel anders is ge worden. Wat de georganiseerde boeren- en tuin- dersstand noodig heeft is recht streeks contact mét den verantwoorde lijken Minister. Indien hij wenschen heeft uit te spreken of zijn advies heeft te geven, moet dit niet gebeuren ten overstaan van een hoofdambtenaar. De verlangens en ad viezen van den land- en tuinbouw moeten ongezeef'd tot den Minister komen en dit is alleen volkomen te verwezenlijken bij rechtstreeksoh overleg tusschen organisa ties en Minister. Trouwens èn Minister Kan èn Minister Ruys waren oo'k deze meening toegedaan, want zij willen geen tusschenpersoon in de gedaante van een Directeur-Generaal van den Landbouw. En bet is toch tegen alle redelijkheid in den Minister een hoofdambtenaar op te dringen, waaraan bij niet alleen geen behoefte beeft, maar dien'bij zelfs schadelijk acht voor een goe de verstandhouding en een persoonlijk overleg met de land- en tuinbouworgani saties. Het conflict aan de cokesfabriek te Sluiskil, Men schrijft aan de „N. R. C.": Naar aanleiding van de afgekondigde proclamatie van de -directie van de cokes- fabriek hebben zich tal van werklieden aangemeld, echter nog niet voldoende om tot hervatting van het werk over te gaan. Indien een nieuwe groep arbeiders te werk wordt 'gesteld, zal ook weer een aan vang worden -gemaakt met het producee- rën van bijproducten. De oude ovens, die buiten dienst zijn ge steld, zullen worden afgebroken. Van nieuwe onderhandelingen is nog geen sprake. Onweer. Aanleg en beproeven van bliksem-afleidersJ. M. Polderman, Goes. Tel. 129. Adv. heerlijke gevoel, dat Utrecht gered was. Men kon een uur onderweg geweest zijn, toen er in den stil voortmarcheeren- den legertroep beweging ontstond. Van de voorhoede kwam het bevel, dat dien nacht in boerderijen zou worden gele gerd. Niemand was er rouwig om. Ieder snakte naar rust. Maar men begreep toch niet, waarom niet naar Utrecht werd doorgegaan, waar de bescherming beter was. Een onbestemd, vaag gerucht deed de ronde- Aart en zijn vrienden kregen eerst zekerheid, toen luitenant Beekman een order naar de achterhoede bracht en met schorre,, van aandoening trillende stem zeide: „Utrecht heeft zijn poorten gesloten voor de Staatsche troepen. De Roomscben en de Franschgezinde bur gers hebben zich van het bestuur mees ter gemaakt. Alleen voor de Franschen worden de poorten geopend. Deze dag zal koolzwart worden aangeteekend. En ons vechten is voor niets geweest." Hij kreunde als een gewond dier... HOOFDSTUK XV. In Holland. In het kamp, dat de Prins van Oranje met zijn leger in de onmiddellijke nabij heid van Bodegraven betrokken had, al maar terugtrekkend voor de Franschen, die zich thans in Zeist gelegerd haddon, 'Goes1'. Zondag ie Mes vsy op 75"jsarige& werMan ds he&r J. C. H. Hollm&rm, rustend dsarwaarrlsr alhier. De overledeas, dis de liberale richting was toegedaan, was vorscMllsn- dc jaren lia van' der- Gamesaiarai.d, com missaris van do Ceöp. Voorschot- en Spaarbank, en van de Gossohe Courant, en lid van de commissie voor econo mische spjjsniid&sling- Gisteravond werd voor de leden der bij den Chr. Besturenbond aangeslo ten organisaties in de zaal van het Slot Ostemde een Sluis-avon'd gegeven. De opkomst was zeer groot. Nadat de voorzitter van den Chr. Besturenbond de bijeenkomst had geopend, voerde de vertegenwoordiger van de firma Sluis uit Deventer het woord en deelde een en ander mede van de Sluisfabriekea en de daar gefabriceerd wordende bis cuits en koekjes- Een film, die daarna werd vertoond, gaf een duidelijk over zicht van de fabriek en de wijze, waarop de Biscuits Sluis gefabriceerd worden- De aanwezigen kregen verschillende malen de gelegenheid de diverse biscuits te proeven, waarvan een dankbaar ge bruik gemaakt werd. Een komische film besloot den goedgeslaagd-en avond. Bij- het verlaten, der zaal ontving ieder der aanwezigen een keurig verpakt blikje met enkele soorten biscuits- ,Om vijf uur was er -een bijeenkomst voor kinderen gehouden, die tot 7 uur duurde. Hiervoor was dé belangstelling zóó groo-t, dat niet allen konden worden toege laten. Mevr. Antoinette van Dijk (bekend! van de radio-fcinderuurtjes) verleende hier bij hare medewerfring. Ze zon® met de kinderen uit het Sluis' liederenboek]©, dat het een lieve lust was en vertelde ook noig een sprookje. Ook voor de kinderen werden beide films vertoond, terwijl ook zij doo-r de firma Sluis ruimschoots onthaald werden ojpi 3e verschillende soorten biscuits. Het bericht in ons nummer van gis teren aangaande de schenking van een raam voor de Groote Kerk blijkt niet juist te zijn. Men1 deelt ons van bevoegde zijdie nn der mede, dat de heer mr A. W. van' Heel, lid der restauratie-commissie der GToote Kerk aan H.H. kerkvoogden heeft bericht, dat hem door een persoon die onbekend wens'cht te blijven de toezegging is gedaan om het groote raam in' de Zuidelijke koorafsluiting te doen vervan gen door een te maken door denzelfden kunstenaar, die de ramen in de Noiorde- lijke absis heeft ontworpen] en uitge voerd. Hoieldlelcanislterke. Alhier is door de fa Gerling uit Antwerpen een station voor den sleepdienst ingesteld. Op de Schelde Vlak voor deze gemeente ligt thans een groote sleepboot dag en nacht gereed om waar noodig direct hulp te gaau ver- leenen. Westkiajjelie. Vrijdagmiddag kwam de Raad in voltallige zitting bijeen onder voorzitterschap van den burgemeester, den heer mr Woldringh van der Hoop. Na opening er. voorlezing, der notu len, werd een schrijven van den burge meester van Oostkapelle voorgelezen, waarbij ter kennis-name werd toegezon den een verslag van de op 18 Sept. 1929 te 's Herto-geaibo-sch gehouden ver gadering ter bespreking van de moge lijkheid om gebruik te maken van een gemeenscbappelijken destructor voor den kring Zeeland, Noord-Brabant en Lim- burg en waarbij was gevoegd een: toe lichting en aanvulling van dit verslag van de hand van dhr Geldo-f, hoofd van den Vleeschfeeuringsdienst O-ostkapelle, die voor den kring deze vergadering bij woonde. Na breedvoerige toelichting van den voorzitter werd besloten, dat de ge meente berei-d is alle medewerking te verleenen, mits daaraan voor de gemeente geen kosten verbonden zijn. Voorgelezen werd daarna een schrijven van de commissie voor de verbetering van den Oostweg e.a., dat zij alleen be reid is om de thans op den weg aange voerde 5000 stuks klinkers gedurenden was zoo-even die reveille geblazen, zoodat er alles leven en beweging was. Met slaperige gezichten, de haren ver ward op het hoofd liggend, stonden de soldaten zich te wasschen buiten hun tenten, toen Aart van Gelderen zich op eens aan den arm voelde getrokken door Jan van Engel-en, die met een verbaasd gezicht tusschen twee tenten "tuurde. „Wat is er?" vroeg Aart ongeduldig, daar 'hij vermoedde, dat Jan, die vol grappen zaï, weer iets in zijn schild voerde. „Wacht maar met je gekheid, tot w§ gegeten hebben, hoor." ,,'tls geen gekheid kerel; weet je wel, dat ik je verteld heb, dat bij Peter sen, den veerman, een, koopman kwam, die later een spion van Frankrijk bleek te zijn?" „Ja, wat zou dat?" vroeg Aart ver baasd. „Die -spion loopt hier in het kamp! Hij is wel vermomd, maar hij is het vastl 'kHeb hem in Lobith ook gezien." riep Jan van Engelen. „Jé zult je wel vergissen. Wat zou hij bier doen?" ,,'kHeb mij niet vergist. Hij was het! Hij sloop ginds tusschen de tenten. Ga mee! Hem zoeken. Wie weet, wat het schoelje in zijn schild voert. Hij kan best den Prins willen vermoorden!" Aart was in eenen vol belangstelling. „Weet je bet zeker?" vroeg hij. „Hij was het! 'k Verwed er mjjn hoofd ons kamp door te dringen!" dein onderhoudsteymjj0 beschikbaar te honden ets den eventueel oversohietandan steen van die partij gratis aan de onder houdsplichtige gemeenten te staan. De commissie vertrouwt, dat de gemeenten daarmede genoegen zullen nemen en den eisch tot bijlevering van steea zullen la ten vallen. Dhr B,. Lcuwerse mesnde or nog op te moeten wijzen, -dat er wel ©en ge ringer aantal steensn per rierk. Meter in den. weg geplaatst zijn dan gebruikelijk is, maar dat de gebruikte etoeneatoch door de gemeenten ""aren goedgekeurd, alvorens tot het betraten, werd overge gaan. Na ©enige bespreking werd besloten, dat de commissie, nü zij niet wil in gaan op de door de genieenten gestelde voorwaarden, dan maar moet afwach ten, of de gemeente op hei daarvoor bepaalde tijdstip de wegen al of niet in onderhoud wenscht over te nemen, Alsnu werd voorgelezen 'n adres van Jan Minderhoud c.s., waarin werd verzocht oim te willen voorkomen, dat een onaange name lucht verspreid wordt door den put bij het gemeente-slachthuis. De voorz. stelde voor orn dit adres in handen van B. en W. te stellen ter afdoening. Bij onderzoek is al gebleken, ten, welke ook geen aangename geuren dat doo-r den eersten onderteekenaar van het adres een runderkop was achtergela- onderl Zoo'n brutaal schoelje, om in verspreidde. De vo-orz. was evenwel van meening, dat men alles moet doen wat redelijkerwijze gedaan kan, worden om do putten zooi zuiver mogelijk te houden. Dhr K. Cijsouw zei. dat de stank soms ondragelijk is. De heer W. Huibregtse meende, dat in verband hiermede de aan dacht ook wel eens gevestigd mag wor den op den mestvaalt van den slager Lous in de Noordstraat, waarin afval van, de geslachte dieren afkomstig, wordt geborgen. De heer en B. Louwerse on! Huibr. Cij souw waren het met deze -opmerkingen eens. Dhr K. Cijsouw was nog van mea ning, dat ar veel verbetering in d-en toestand .gebracht sou kunnen worden als de rioleering van het gemeenteslacht huis verlegd kon worden in oostelijke richting langs den molen van Roels-e. Dhr Huibregtse zo-u er vo-or zijn, dat een straffer controle werd uitgevoerd, om na te gaan of de blo-edputten enz. tijdig worden schoongemaakt. De voorz. was van meening, dat er geen deugdelijke oplossing zal zijn, zoolang er geen betere waterleiding is. Besloten werd than's het adres in han den van B. en W. te stellen, die trach ten zullen om -een goede oplossing te vinden. Een adres van da centrale esperanto- propagandacommissie om het daarheen te leiden, dat een éénjarige esperanto*- cursus met twee lesuren in de week worde ingevoerd, werd vo-o-r kennisge ving aangenomen. Naar aanleiding van -een verzoek van den voorz. der afd. „Zeeland" van da Vereeniging van Nederl. Gemeenten om een bijdrage ad cent per inw. voor een eenvoudige, doch waardige aanklae*- ding een-er bestuurskamer vo-o-r die ver eeniging werd met alg. st. besloten ge vraagde bijdrage te verleenen. Op daartoe gedaan verzoek werd aan den heer J. Hoefkens voor een half jaar afschrijving verleend van den aanslag in de hondenbelasting wegens vertrek naar Ritthom. Daarop werd voorgelezen een' schrij ven van den Commissaris der Koningin, waarbij werd medegedeeld, dat een nieu we jaarwedderegeling voor de"gemeente veldwachters zal worden vastgesteld, in gaande 1 Jan-uari 1930 en waarbij- werd verzocht deze zaak in den! Raad ter sprake te brengen en een voorstel te doen de bezoldiging en de emolumenten voor den veldwachter dienovereenkom stig te regelen. Op-gemerkt werd, dat deze nieuwe regeling, althans voo-r zoover de gemeente Westkapelle betreft niet veel verandering zal brengen. In verb-and met het feit, dat door den gemeenteveldwach ter thans een ambtswoning wordt, be woond, wordt diens pensioensgrondslag „Wij gaan hem zoeken", besliste Aart. „Kees, ga mee. 'kZal je onderweg wel vertellen, wat er aan de hand is." „En als wij hem zien, grijpen wij hem en gaan het aan luitenant Ë^ekixan u-.- tellen. Zoo'n schoft! Wij zullen hem wel krijgen!" riep Jan tan Engelen. Geïnteresseerd voor het avontuurlijk ge val, eens iets anders in het eentonige kampleven, ging het drietal aan het zoe ken. Maar hoe het ook zocht, er werd niets ontdekt van een spion. En navraag durfden de jongens niet doen, -omdat zij: bevreesd waren, zich belachelijk te zul len maken. Zij kwamen tot de conclusie, dat Jan zich vergist had, wat deze evenwel ten stelligste ontkende. „Hij was het! Niemand praat dat uit mijn hoofd", zeide hij. „Wat razend jam mer, dat wij hem niet kunnen vinden I Wie weet, wat hij in zijn schild voert." Onverrich-terzake keerden zij terug naar bun tent, om het harde, bruine brood te .gaan nuttigen, waarna zij zich, met de andere soldaten, onledig zouden gaan houden met graafwerk en exercities. Van vijandelijkheden "Was de laatste weken geen sprake. Het kwam, omdat er onderhandelingen gaande waren, die nog niet tot een einde waren, gebracht, omdat i

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5