E E ftj a ÜJ De Christen-naam. UIT HET ZEEUWSCHE VERLEDEN. Verderf het niet. De arbeid van een magnetisenr. Een. slecht boek 3 I 3 0. 0 «J Q3 u CC 3 to m H 5 O o! sa u. Urn aj 3 C o o 2 ffl S -ö X -xTi >a cj a> O WW 0rH T) O GTD J C O a> H g-g* S T1 ?5 r.i •-« r-f P ®ï-g 3.® H O a? ^4^4 S S o -= O P ll. S'S'" «Q Q0 i> JS O O 'm 33 gj-P •3 l-0^3 B o g O <D ^.g H'ü w. sS _e P b4 'Eb-3 8 SP X1 -2 CO '33 CO <D 2 d a> S> rd flijS I-I^ h* ,^P W T3 H'dt 3 3 3 P- O C <1) O »-3 rt a> w i3 T3 H O J£ -p - O "Êf N O :c? a N O 3 tj "d ri o o - - §Q o fc§£-g '«IlSfc-fP O S o n p> -a -■ O W im »-< y u; M o ÊiS§ 3"3S|-«®fiawo («r1 itJ4 N Klfi Sri a MU doos en touts teen, toen men 'Bacrceds «al walmende vetkaarsen en olielampen, m zich warmde bij groote open haarden, waar op oen tout ran honderd turven smeulde, of blokken herat rxoolijk oprlamdenj het was in den trjd, toen Napoleon hier zijn scepter zwaaide, namelijk in den jara 1813, in le maand Januari Wat het meeste goed doet In deze ver halen, heeft Jer. de Vries eens gezegd, ïa de kleur en de toon, waarin alles gehou den i3, de geest, waarin het al gedoopt is, bet licht, dat over die oude samenleving straalde en nu straalt over deze tafereelen- Voor mej. Engelberts was al dat oude, veageelde niet dood, maar levend. Met lief hebbende oogen heeft eg dit alles nage speurd, en da voornama taal en stijl, de sobere woordkous, doen den lezer geheel en al inleven ia de sfeer, dis! ia dia ouder- wetsdbe deftige huishoudens heerschte- Ex is een gxoota overeenkomst tussohen den stijl van deze schrijfster, en dien, waarin de memoires en de brieven geschreven zijfa door menschen, die er den tijd voor namen. Dat ia steeds een groote verdienste van den auteur, die een historische roman schrijft L. E. heeft in hare romans blijk gegeven van een onbetwist meesterschap. Den negentienden Mei 1880 werd mej. Engelberts te Vorden geboren, en Vrijdag 27 September Ll. is zij in den leeftijd van ruim 49 jaar te Huis ter Heide overleden. Sedert het verschijnen van den bundel „Silhouetten" in 1906, is menige /belang rijke publicatie gevolgd. Wij noemen slechts-: Onder de Republiek; Levensheelden,* Mietje v*a der Dussen; De Sterkste; Friesohe Jayke; De oude strijd om het bestaan; Een resgeten Proces; Mesdames; Anna Maria de Sandra. Terecht worden deze boeken genoemd om de uitsteekende teekenïng van tijd en zeden, land en volksaard. Het wer kelijke leven wordt hier met groote klaar heid geschetst. De jaren, welke mej. Engelberts in Zïe- rikaee doorbracht, waar haar vader, mr D. 'Engelberts, ambtenaar bij het Openbaar Mi nisterie was, hebben zeker haar liefde aan gewakkerd tot het verleden dezer oude Zeeuwsche stad. De novelle ,,Een Eenzame" opgenomen in den bundel „Onder de Re publiek" hebben wij daaraan ongetwijfeld mede te danken. Deze schets verhaalt van mr Pieter Mogge van Renesse en Drei schor, die vele legaten aan vrienden en stichtingen heeft nagelaten. Zierikzeeënaar met hart en ziel, wilde hij zijn. stad brandpunt van geleerdheid en be schaving maken. Hij had de steden in Hol- and gezien, de vorstelijke steden van Den Haag en Amsterdam; en hij voelde hoe ldein Zierikzee was Zierikzee, zijn stadl Hij kon dat niet dulden, hij voelde het zijn plicht er iets aan te doen. En in zijn testament werd opgenomen zijn groote schenking aan de stad, zeventigduizend pon den vlaamsch (f 420.000) voor de stichting van een Academie. Maar de tijden veranderden. Zierikzee, dat hem uitverkoren had en gezonden naar Den Haag om .de stad te vertegenwoordigen in de Staten-Generaal, had voor den Prins van Oranje gekozen. En toen mr Pieter Mogge, de vurige aanhanger van de Repu bliek, op den 29en April 1747 naar zijn staal terugkeerde, was hij niet langer haar geziene, geachte en beminde burger! Hij werd gedwongen, op een wagen plaats te nemen. De Schrijfster zegt van dien terug keer: „Hobbelend, stootend, heen en weer geschud, de zwarte steekhoed diep op het hoofd, getooid met een groote oranjestrik, die de soldaten erop hadden gestoken, kwam hij Zierikzee binnen, uitgejouwd, nagewezen door de bewoners, -om voor het Heeren-loge- mettt op het kerkhof stil te houden, daar uit te stijgen en scherp bewaakt in een vertrek opgesloten te worden." Hij ging in Den Haag wonen maar in Zierikzee liet hg zijn hart. Al zijn droo- meii weg; een zwakke, moede man, oud vóAr zijn tgd, de eenzame, met het gewonde hart... In December 1756 is Tb? te 's Gravehhagë overleden. Maar in Zierikzee, dat wel de schenking aanvaardde, is geen universiteit verrezen. De stad meende deze fondsen betel tó kunnen gebruiken. „In Zierikzee wordt door niets meer aan mr Pieter Mogge herinnerd", zoo besluit de schrijfster. „Al leen in Dreischor, het dorp op Schouwen's noordkust aan de Grevelingen, ligt Pieter Moge begraven, onder het kostbaar mo nument van 2000 ponden Vlaamsch, voos stellend zijn beeltenis, en 16 kwartieren, het marmer gedenkteeken off Tombe, ter gedach tenis van mij". Bij de velg geschreven portretten nil vorige eeuwen, bewaren deze boeken ook het geschreven portret van de schrijfster zelf, die deze beelden uit een rijk verleden op zoo uitnemende vpjze heeft nagespeurd en uitgebeeld. Haar werk, dat bjjjk geeft van literaire smaak en distinctie, kan niet genoeg ter lezing worden aanbevolen. Een eerste kennismaking met deze romans zal zeker brengen tot het lezen van alle werken die den naam der schrijfster nog langen tgd zullen doen voortleven. A. L. VAN DYEN. Zoolang anderen nu, die van ons verschil len, aan den christennaam waarde hech ten, is er geen reden, om hun dien te betwisten en hen met da zweep der con sequentie op het pad der negatie voort te drijven. Veeleer betaamt het dan, om hen terug te leiden tot de volheid van waar heid en leven, welka in dien naam bet- sloten ligt Ravinck. Door A. M, -Wessels, XCV. Burgertwist en oproer In Ter Goes. (H.) Het woedende volk ging tot daden over. Zij sprongen op het schip, een vlugge klant klauterde in den mast en wierp het gehate windvaantje naar beneden, waar het door het woedende volk werd vertrapt. Het scheepswant werd grootendeels vernield en Joost van St. Annul and, die da gevolgen erger zag worden, trachtte zich vrij te plei ten, door de schuld op de leden der Bur- gersoeiëteit te werpen. Deze hadden hem opgestookt. Toen men dit vernam, trok het volk naar de Burger-sociëteit, waar juist een vergado ring der Patriotten was. Zonder vragen drong het opgewonden volk de herberg ban nen en ging tot handtastelijkheden over. Ofschoon er een vrij groot aantal Patriot ten aanwezig was, konden ze het niet tegen het volk volhouden. Harde klappen vielen er, en vele mishandelingen waren hun deed. Het volk vergat niet om de notulen" boeken mede te nemen, waardoor men een volledige ledenlijst machtig werd, en men precies kon nagaan, wia tot de Patriotten behoorde. Inmiddels was de Vroedschap van het onheil verwittigd en haastte zich Burge meester van Dorth naar het terrein van den strijd. Ook de wakkere Jacobus Domi nions, de fiscaal van het landrecht en lid der vroedschap, kwam op het tooneel. Werd de komst van burgemeester van Dorth, die Oranjegezind was, met gejuich begroet, Dominicus echter werd gram aan gezien, daar deze als Patriot bekend stond. Verwenschingen werden tegén hem geuit en hem werd toegezegd, dat men hem op de Beestenmarkt, waar zijn brouwerij stond, met een bezoek zou vereeren. Maar Dominicus, afstammend uit eën oud adellijk geslacht (waarvan men nog tak ken vindt te ^Wemeldinge, Heinkenszand, Nieuwdorp, enz.) liet het er échter niet bij zitten. Hij riep de krijgsbezetting van Ter Goes hij elkaar, om met haar steun, de Oranjeklanten te straffen, maar deze wei gerde. Van de 20 officieren waren er 18 van oordeel, dat hiest zoo erg niet was en het best zou schikken. Zij achtten het niet noodig de burgercompagnieën onder de wa penen te brengen. Gebeurde dit, dan was een bloedbad niet te voorkomen. Men gaf de voorkeur aan een paar Stukgeslagen ramen, die weer gemaakt konden worden. Burgemeester van Dorth wist echter de gemoederen iets te kalmeeren en de opge wonden menigte uiteen te krijgen, maar onderweg naar huis sloegen sommigen nog tal van ruiten In- i Teneinde herhaling te voorkomen^ bood het „bestuur" van het Patriottisch Lees gezelschap aan de vroedschap aan, dez» Vereeniging ta ontbinden. De vroedschap, meest uit Oranjeklanten bestaande, greep gaarne dit voorstel aan- Maar de leden der vroedschap, die Patriot waren, eischten nu van den Raad, dat zij ook de Omnje-menschen zou beteugelen an dat Goes „neutraal" zou wezen. Dit vond de vroedschap goed en daarom werd er van de pui van het stadhuis een afkondiging gedaan, waarbij aan de poor ters en peorteressen van Ter Goes werd bekend gemaakt a „dat verboden was, het dragen van Oranje en zwarte Kokarden en Linten of van eéis and-ere kleur, welke öenige ondjerscheidings- leuzen aanduidden; Hef roepen of schreeuwen van „Oranje boven" of „Patriotten onder" en dergelijke- Het elkaar toeroepen van sohandname®. Het aanplakken of uitdeelen van Paskwil len; Het spelen of zingen langs de straal van Patriottische of Oranjeliedjesj Het uit hangen van borden voor of boven de deu ren; Het voeren van vlaggen en wimpels op schepen of schuiten in de haven de® stad; Het inslaan van glazen ©n verdere benadeeling van bezittingen en goederen," Deze verboden, die werden voorgelezen en aangeplakt, eindigden met de bedreiging, „dat degene, die dit vergat en dit over trad, verzekerd kon zijn zich aan da wet ten tegen het openbaar .gezag fa zullen schuldig maken en dat de Regeering der stede dit piet straffeloos zon gedoogen." Schijnbaar was, door deze publicatie, de rust in Ter Goes teruggekeerd, maar in werkelijkheid was er niet veel veranderd. De Patriotten zaten niet stil. Mochten zij geen zwarte cocardes dragen, nn droeg me» zwarte rozen op den hoed- Tot ergernis van de Oranjeklanten ^r- gaderden zij ook weer geregeld met elkaar zoodat, ofschoon officieel het burger-lees gezelschap ontbonden was, officieus de Pa triotten een sterke vereeniging hadden. Het ging nog een paar weken goed, tol den 27sten der Louwmaand- Ofschoon de drukpers nog filet zooveel beteekende, verscheen er toch een zoo-gen. .^Historische Courant", waarin een relaas stond afgedrukt van het neerhalen der wind vaan van het schip van Joost van St Anna- land- In dit stuk werd de durf van den) schipper verheerlijkt en Burgemeester van Dorth scherp beschuldigd dat deze aan de schippersgasten geld voor drank had ge geven en daarna lieden had opgehitst, om het leesgezelschap te overvallen. Tot Mot las men een verheerlijking van de Patriotten te Goes. Al spoedig hadden éenige Oranjeklanten deze krant in handen en groepten zich voor sommige huizen de poorters samen. Tel kens las een h firmer het artikel voor aan de nieuw aangekomenen en de gemoederen ra? 'en in hevige opwinding. De kreten „0 njeboven" en „Weg met de Pr - kotten" He ken reeds uit yeler mond. „Naar den Burgemeester I" klonk het in koor en even later verscheen 71e menigte voor diens huis. Deze kwam naar "buiten en vroeg waf er aan de hand was. „Lees u maar, wat ér gelasterd wordt!" klonk het opgewonden. „Dat moet gewroken! Dat lasterschrift hebben de Goesscbe Pa triotten opgesteld en laten drukken. Oranje doet gewroken worden!"' „Kalm aan" Kalm aan!" sprak van Dorth. Wij zullen 5e zaak grondig onderzoeken. „Zij moeten allen een Dankadras panden Prins teekenenI" eisehte het volk. ,,'t Komt alles in de beste orde, Poor ters, als jullie maar kalm blijft", beloofde de Burgemeester. Nogmaals wist de burgemeester het op roer te bedwingen, doch slechts twee dagea later barstte het los en werd de sjedej Goes een tooneel 'van gruwzame verwogs- ting. Jammer, vreeselgk jammer, dat Oranje aóó in Goes moest zegevieren. 't Was de 30ste Januari 1787 en juist Marktdag. Dit deed de Oranjegezinde Goes- senaars (die nu eens finaal met de Patriot ten af wilden rekenen) op den bijstand hopen van vele Zuid-Bevelandsche land lieden, die naar men wist, een inwendige genegenheid hadden voor het Oranjehuis en den Magistraat der stede Goes. Op de botermarkt, die in de Lange Vorst- straat gehouden werd, begon bet aL Voor 'thuis „Rooyenbuig" (thans eig. fa Oos- terhaan en Le Cointre) maakte een huis knecht van den schepen Z- D. van der Bilt, die om boter kwam, èen ahnvang, door een bejaard koopman, Jacobus Kodde, eenige stompen toe te dienen. De zilversmid Adriaan van den Thoorn, die vanuit zijn winkel in de Lange Vorst- straat dit zag, sprong er tusschen, maar kreeg een pak slaag, dat lang niet malsch was. Onmiddellijk bemoeiden zich al de be woners der Lange Vorststraat met het ge val en nu heette het, dat de Patriot A- van den Thoorn. een Oranjeklant had aarir gevallen- Zonder onderzoek werd het ge loofd- De ponden boter vlogen door de lucht. Het pluimvee liep vrij rond, en zocht overal uitweg. Een schippersknecht, Hein MeurS, ge naamd de „Oranje Baljuw" nam nu de lei ding der opgewonden menigte op zich. Daar zag hij een schipper, zekers Willem Kodde, bij wien hij had gediend, tussohen het volk. „Grijpt dien Patriot!" riep hij. Het volk voldeed blindelings aan diens bevel. Achter zijn toonbank stond de bakker uit de bakkerij „Tn de Vorst" te wachten op de klanten. Zijn gebak lag achter de ramen op koopers te wachten. En de „koo- pers" kwamen. Toen men Kodde gegrepen had, zeïde de Oranje-Baljuw Meurs. „Ga mee, sleept hem naar de bakkerij „In de Vorst" (nu het manufaotuxenm,agazijin van ÏÏhr A. M. Vertregt) Dan moet hij in den oven- 'Geen pardon voor haters van Oranje!" Zij kwamen in den-winkel en 'de bakker sprak, „brengt hem maar "in de bakkerij ik zal hem wel verbranden!" in de hoop, dat het volk wel spoedig af zou trekken. Met die belofte trok men amaar toen de bakker weer in den winkel kwam, was 'het volk, maar ook al zijn gebak weg, en door zijn raam zag hij, hoe verschillende Oranje klanten lekker smulden. (Wordt vervolgd.) De Joden hadden vroeger de vaste go woonte nooit moedwillig op het kleinste stukje papier te treden, dat op hun weg lag, want misschien, zeiden zij, is de naam van God er op geschreven. Schoon dit eenigszins bijgeloof kan heo ten, toch is er iets goeds uit te leeren, zoo wij het op de menschen toepassen. Vertreed niemand, er kan in hem eenig werk der genade zijn, (lat gij niet kent. De naam des Heeren kan geschreven zijn op de ziel, die gij vertreedt, het kan eon ziel zijn, die door Christus van ,zoo groote waarde geacht werd, dat Hij er zijn kostelijk bloed voor gaf, daarom verderf haar niet. Het heeft op velen een aigenaardigem fin- druk gemaakt, toen dezer dagen gemeld werd, dat Ds J. C. H. Scholten, Ned. Herv. predikant te Rotterdam, door persoonlijk magnetisme zieken behandelt. En de verwondering werd grooter, toen men las, dat Ds Scholten dit werk zal blijven doen, maar dat hij niet, althans nu nog niet, voornemens is zijn ambt meer te leggen. Een predikant-magnetiseur, kèn dat, zoo ss er gevraagd. In verband hiermede laten we bier volgen, wat wijlen Br J. C. de Moor te Utrecht indertijd schreef, toen hem, gevraagd werd of een Christen bij oen magnetiseur hulp mag aoeken- Dr de Moor gaf toen het volgende be scheid: „Ook voor jaren is deze vraag mij eens gesteld. Daar de beantwoording mij niet zonder bezwaar scheen, heb ik haar toen voorgelegd aan een geloovig medicus, ia wien ik vertrouwen stelde- Deze schreef mij hierover: „Ik houd bet a.g.n. „magnetisme" voor kwakzalverij eenerzijds, voor suggestibi liteit anderzijds. Het beeft niets te maken met de physieks kraebt, die wij' „mag netisme" noemen, en die aan electriciteifi verwant is; de naam is gekozen om door zijn geheimzinnigheid reeds suggestief te werken. Ik stel bet op één lijn met bet werken met een ©i of bet lezen "der toe komst uit koffiedik en dergelijke bedrie gerijen, en meen, dat ee» Christen te boog moet staan om zich daarmede ai te geven. De wereld wil bedrogen worden, maar de Christen behoort ook fn dezen der wereld niet gelijkvormig te zijn. De leiders en voorgangers, die het „laat zij dus bedrogen wo-rdem" niet als hun leuze aanvaarden, hebben derhalve alle aanlei ding (vooral wanneer bun meening dien aangaande gevraagd wordt) daartegen te waarschuwen.'1 Nu ik deze vraag wederom méet beant woorden, lijkt mij dit oordeel niet juist, althans niet in zijh algemeenheid. Het ia met te absoluut, te veel in den geest dier of&cieele wetenschap met het aan deze verbonden gebrek aan waardeering voor alles wat zij niet zélve tot stand brengt of kan verklaren. Het is me ook te zeer in strijd met wat ik zelf ervan heb gezien en gehoord. Ik ben daarom met een ander geloovig medicus eens over deze quaestie gaan praten. Diens oordeel kwam geheel over een met de opinie, die ik er mij1 lang zamerhand over heb gevormd- Daarom durf ik haar neer te schrijven, met de opmerking er bij, dat in zulk een moei lijke zaak mi. elk© voorzichtigheid gedaan en gebruikt moet worden. Laat me dan beginnen met te zeggen, dat ik hef zeer waarschijnlijk acht, dat suggestibiliteit en suggestie bij bet mag netisme een groote rol spelen. Maar dat is toch geen bezwaar? Of men nu beter wordt door medicijnen enz. of door sug gestie, door invloeden, die op het lichaam rechtstreeks werken of die door middel van de ziel dit doen waf doet dat ertoe? Als de patiënt maar beter wordt. Trouwens vele geneesheeren gebruiken suggestie; heel bet optreden van een goed geneesheer heeft reeds iets suggestiefs. Daarin is niets kwaads, en het is maar de vraag, wie het béter kan en zijn kunst het meest tot heil der menschen weet aan te wenden. Er zijn personen, die een groote men- schenkennis hebben, en d(e zeer practisch en suggestief die weten te gebruiken. Er zijn ook personen, die voor andere mid delen lang niet zoo goed als voor dit toe gankelijk zijn. Bij de beoordeeling van het magnetisme moet men daarmede rekening houden. En voorts ook eraan denken, dat er meer tusschen hemel en aarde is, dan waarvan onze sterfelijke geest droomt. Eindelijk vergete men niet, dat een patiënt zich heter gevoelt als hij, door welke oor zaak ook (deze kan van psychischen aard zijn) zijn klachten niet meer heeft. Daarom kan de eigenlijke kwaal (zoo die er was en het niet enkel psychische bezwaren gold) nog wel aanwezig zijn „en zich later toch weer openbaren. In elk geval heeft de pa tiënt dan toch voor korter of langer tijid verlichting gekregen; wat zeer te waar- deeren is. i Dit ter inleiding. Wat de vraag zelve betreft, komt het nu naar mijn meening op de boven aangevoerde gronden ten zeer ste erop aan, wie de magnetiseur en wia de patiënt is. Is de magnetiseur een "Christen, die zrjh gave (van welken aard dan ook zijn moge) biddend gebruikt, en zulke zijn er dan is bedrog m.i. uitgesloten en zou ik geen bezwaar hebben tegen zijn practijk of het gebruik maken daarvan- Ten minste in al zulke gevallen, waarin de gewoBH medische wetenschap geen raad weel OU vergeefs beproeft hulp te bieden. Maar juist om de geestelijke krachten, die hier in het spel zijn, acht ik het stellen dezer zedelijke voorwaarden hepaald nood zakelijk. Zal ik kunnen vermoeden, dat psy chische factoren in het werk gesteld wor den, dan wensch ik te weten, welke psycha deze beheerscht en of ik die principieel kan vertrouwen. Wat den patiënt betreft, bïj moei op 3b gewone wijze niet goed te helpen zijn nn menschelijkerwjze gesproken moet hem neg hulp geboden kunnen worden. De medisch® wetenschap is een gave van Gods gemeeöe genade, die ik niet zonder meer mag voor- bjgaan. En er rijn gevallen, waarin mien noodeloos jdele verwachtingen opwekt; zoo- als ik onlangs een patiënte ontmoette In hiel laatste stadium van keeltering, die men ge nezing door eéftt magnetiseur had voorge spiegeld. "Dat acht ik misdadig ën kan ook exploitatie van zieken zijn. Voorts moet Öa patiënt het niet verwachten van den mensch of de middelen, maar alleen van den Heere. Dat geldt ook voor de behandeling door medici, maar rnaig in dit geval nog wél eens b jzonder herinnerd worden. Ten slotte: bet is en blijft een conöcïea- tiezaak, waf men in dezen, magnetiseeremde of deze behandeling ondergaande, meent te kunnen en te mogen doen. Nil siniö Deo: niets zonder God! Een slecht boek is erger dan slecht ge zelschap. Daarom moeten wij den moed hebben om het terug te wjzen naar den donkeren hoek, waaruit het naar voren ge komen. is; ook al zeggen wjze vrienden misschien, dat wj iets missen, door het niet te willen kennen. Wat gij mist, is niet te vergeljken met hetgeen gij alzoo wint Een moeder verloor haar kind, omdat het de paden der zonde wilde volgen. Zj begTeep niet, hoe zulk een houding mo- geljk was, totdat zj het antwoord op hare vragen vond in een slecht boek, dat diep verborgen was gehouden; het had het vuur der onheilige begeerte ontstoken in de ver loren zieL Lees geen boek, waarvoor gij a onder het oog uwer moeder zoudt moeten scha men, wanneer gj tenminste voor den eer sten, den meest gevaarlijken stap, wilt ge waarschuwd zijn. Dr Lammerts van Boeren. Beste jongens en meisjes, Ziezoo, daar staan We nu op ons nieuwe plaatsje. Vinden jullie ook niet, dat het zoo veel prettiger is. Ik kreeg gelukkig heel wat briefjes ook van nieuwe vriendjes en vriendinnetjes, -die natuurljk harteljk welkom zjn. Daar ik heel wat briefjes te beantwoorden heb, zal ik hier nu maar kort zjn, opdat er ook nog wat plaats over blijft voor het nieuwe verhaal Ik ben benieuwd of jullie 'tmooi zult vinden. Mjn plan was ook nog een plaatje te goven, maar 't cliché kwam niet op tjd, dus moet dat nog een weekje wachten. Sommigen vroegen of nu de vorige raad sels niet meetellen voor de prijzen. Ja hoor. Ze tellen wel mee. Over een paar weken hoop, ik alweer prijzen (e .geven. Nu, jongelui tot de volgende weet Harteljke groeten van Tante Dolli& Middelburg. „Zangvogeltje", "k Zal maar eens met het nieuwe nichtje beginnen. Je bent harteljk welkom in onzen babbel- hoek. Het zal je vast wel bevallen, om meB te doen- Maar zou je niet een anideren naam willen bedenken, want er is al een „Zangvogeltje". Je kunt zeker wel goed leeren, dat je nu al in de 6a klas zit

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 10