E
E
ftj
a
ÜJ
De Christen-naam.
UIT HET ZEEUWSCHE VERLEDEN.
Verderf het niet.
De arbeid van een magnetisenr.
Een. slecht boek
3 I
3 0.
0 «J
Q3
u CC
3
to
m
H
5 O
o!
sa
u.
Urn
aj
3
C
o
o
2
ffl S
-ö X -xTi >a
cj a>
O WW 0rH
T)
O
GTD J C O a>
H g-g* S
T1 ?5 r.i •-« r-f P
®ï-g
3.®
H
O a?
^4^4 S S
o -=
O P
ll.
S'S'"
«Q Q0
i> JS O O
'm 33 gj-P
•3
l-0^3
B o
g O <D ^.g
H'ü w.
sS _e P
b4
'Eb-3 8
SP
X1
-2 CO
'33
CO <D
2
d a>
S> rd
flijS I-I^ h* ,^P W T3
H'dt 3 3 3 P- O C <1) O
»-3 rt a> w i3 T3 H O
J£ -p -
O "Êf N O :c?
a N
O 3
tj "d
ri o o - -
§Q o fc§£-g
'«IlSfc-fP
O S o
n p> -a -■
O
W im »-< y u; M o
ÊiS§ 3"3S|-«®fiawo
(«r1 itJ4 N Klfi Sri a MU
doos en touts teen, toen men 'Bacrceds «al
walmende vetkaarsen en olielampen, m
zich warmde bij groote open haarden, waar
op oen tout ran honderd turven smeulde,
of blokken herat rxoolijk oprlamdenj het
was in den trjd, toen Napoleon hier zijn
scepter zwaaide, namelijk in den jara 1813,
in le maand Januari
Wat het meeste goed doet In deze ver
halen, heeft Jer. de Vries eens gezegd, ïa
de kleur en de toon, waarin alles gehou
den i3, de geest, waarin het al gedoopt is,
bet licht, dat over die oude samenleving
straalde en nu straalt over deze tafereelen-
Voor mej. Engelberts was al dat oude,
veageelde niet dood, maar levend. Met lief
hebbende oogen heeft eg dit alles nage
speurd, en da voornama taal en stijl, de
sobere woordkous, doen den lezer geheel
en al inleven ia de sfeer, dis! ia dia ouder-
wetsdbe deftige huishoudens heerschte- Ex
is een gxoota overeenkomst tussohen den
stijl van deze schrijfster, en dien, waarin
de memoires en de brieven geschreven zijfa
door menschen, die er den tijd voor namen.
Dat ia steeds een groote verdienste van
den auteur, die een historische roman
schrijft L. E. heeft in hare romans blijk
gegeven van een onbetwist meesterschap.
Den negentienden Mei 1880 werd mej.
Engelberts te Vorden geboren, en Vrijdag
27 September Ll. is zij in den leeftijd van
ruim 49 jaar te Huis ter Heide overleden.
Sedert het verschijnen van den bundel
„Silhouetten" in 1906, is menige /belang
rijke publicatie gevolgd. Wij noemen slechts-:
Onder de Republiek; Levensheelden,* Mietje
v*a der Dussen; De Sterkste; Friesohe
Jayke; De oude strijd om het bestaan; Een
resgeten Proces; Mesdames; Anna Maria
de Sandra. Terecht worden deze boeken
genoemd om de uitsteekende teekenïng van
tijd en zeden, land en volksaard. Het wer
kelijke leven wordt hier met groote klaar
heid geschetst.
De jaren, welke mej. Engelberts in Zïe-
rikaee doorbracht, waar haar vader, mr D.
'Engelberts, ambtenaar bij het Openbaar Mi
nisterie was, hebben zeker haar liefde aan
gewakkerd tot het verleden dezer oude
Zeeuwsche stad. De novelle ,,Een Eenzame"
opgenomen in den bundel „Onder de Re
publiek" hebben wij daaraan ongetwijfeld
mede te danken.
Deze schets verhaalt van mr Pieter Mogge
van Renesse en Drei schor, die vele legaten
aan vrienden en stichtingen heeft nagelaten.
Zierikzeeënaar met hart en ziel, wilde hij
zijn. stad brandpunt van geleerdheid en be
schaving maken. Hij had de steden in Hol-
and gezien, de vorstelijke steden van Den
Haag en Amsterdam; en hij voelde hoe
ldein Zierikzee was Zierikzee, zijn stadl
Hij kon dat niet dulden, hij voelde het zijn
plicht er iets aan te doen. En in zijn
testament werd opgenomen zijn groote
schenking aan de stad, zeventigduizend pon
den vlaamsch (f 420.000) voor de stichting
van een Academie.
Maar de tijden veranderden. Zierikzee,
dat hem uitverkoren had en gezonden naar
Den Haag om .de stad te vertegenwoordigen
in de Staten-Generaal, had voor den Prins
van Oranje gekozen. En toen mr Pieter
Mogge, de vurige aanhanger van de Repu
bliek, op den 29en April 1747 naar zijn
staal terugkeerde, was hij niet langer haar
geziene, geachte en beminde burger! Hij
werd gedwongen, op een wagen plaats te
nemen. De Schrijfster zegt van dien terug
keer: „Hobbelend, stootend, heen en weer
geschud, de zwarte steekhoed diep op het
hoofd, getooid met een groote oranjestrik,
die de soldaten erop hadden gestoken, kwam
hij Zierikzee binnen, uitgejouwd, nagewezen
door de bewoners, -om voor het Heeren-loge-
mettt op het kerkhof stil te houden, daar
uit te stijgen en scherp bewaakt in een
vertrek opgesloten te worden."
Hij ging in Den Haag wonen maar
in Zierikzee liet hg zijn hart. Al zijn droo-
meii weg; een zwakke, moede man, oud
vóAr zijn tgd, de eenzame, met het gewonde
hart...
In December 1756 is Tb? te 's Gravehhagë
overleden. Maar in Zierikzee, dat wel de
schenking aanvaardde, is geen universiteit
verrezen. De stad meende deze fondsen
betel tó kunnen gebruiken. „In Zierikzee
wordt door niets meer aan mr Pieter Mogge
herinnerd", zoo besluit de schrijfster. „Al
leen in Dreischor, het dorp op Schouwen's
noordkust aan de Grevelingen, ligt Pieter
Moge begraven, onder het kostbaar mo
nument van 2000 ponden Vlaamsch, voos
stellend zijn beeltenis, en 16 kwartieren, het
marmer gedenkteeken off Tombe, ter gedach
tenis van mij".
Bij de velg geschreven portretten nil
vorige eeuwen, bewaren deze boeken ook
het geschreven portret van de schrijfster
zelf, die deze beelden uit een rijk verleden
op zoo uitnemende vpjze heeft nagespeurd
en uitgebeeld. Haar werk, dat bjjjk geeft
van literaire smaak en distinctie, kan niet
genoeg ter lezing worden aanbevolen. Een
eerste kennismaking met deze romans zal
zeker brengen tot het lezen van alle werken
die den naam der schrijfster nog langen tgd
zullen doen voortleven.
A. L. VAN DYEN.
Zoolang anderen nu, die van ons verschil
len, aan den christennaam waarde hech
ten, is er geen reden, om hun dien te
betwisten en hen met da zweep der con
sequentie op het pad der negatie voort te
drijven. Veeleer betaamt het dan, om hen
terug te leiden tot de volheid van waar
heid en leven, welka in dien naam bet-
sloten ligt Ravinck.
Door A. M, -Wessels,
XCV.
Burgertwist en oproer In Ter Goes. (H.)
Het woedende volk ging tot daden over.
Zij sprongen op het schip, een vlugge klant
klauterde in den mast en wierp het gehate
windvaantje naar beneden, waar het door
het woedende volk werd vertrapt. Het
scheepswant werd grootendeels vernield en
Joost van St. Annul and, die da gevolgen
erger zag worden, trachtte zich vrij te plei
ten, door de schuld op de leden der Bur-
gersoeiëteit te werpen. Deze hadden hem
opgestookt.
Toen men dit vernam, trok het volk naar
de Burger-sociëteit, waar juist een vergado
ring der Patriotten was. Zonder vragen
drong het opgewonden volk de herberg ban
nen en ging tot handtastelijkheden over.
Ofschoon er een vrij groot aantal Patriot
ten aanwezig was, konden ze het niet tegen
het volk volhouden. Harde klappen vielen
er, en vele mishandelingen waren hun deed.
Het volk vergat niet om de notulen"
boeken mede te nemen, waardoor men een
volledige ledenlijst machtig werd, en men
precies kon nagaan, wia tot de Patriotten
behoorde.
Inmiddels was de Vroedschap van het
onheil verwittigd en haastte zich Burge
meester van Dorth naar het terrein van
den strijd. Ook de wakkere Jacobus Domi
nions, de fiscaal van het landrecht en lid
der vroedschap, kwam op het tooneel.
Werd de komst van burgemeester van
Dorth, die Oranjegezind was, met gejuich
begroet, Dominicus echter werd gram aan
gezien, daar deze als Patriot bekend stond.
Verwenschingen werden tegén hem geuit
en hem werd toegezegd, dat men hem op
de Beestenmarkt, waar zijn brouwerij stond,
met een bezoek zou vereeren.
Maar Dominicus, afstammend uit eën oud
adellijk geslacht (waarvan men nog tak
ken vindt te ^Wemeldinge, Heinkenszand,
Nieuwdorp, enz.) liet het er échter niet
bij zitten. Hij riep de krijgsbezetting van
Ter Goes hij elkaar, om met haar steun, de
Oranjeklanten te straffen, maar deze wei
gerde. Van de 20 officieren waren er 18
van oordeel, dat hiest zoo erg niet was en
het best zou schikken. Zij achtten het niet
noodig de burgercompagnieën onder de wa
penen te brengen. Gebeurde dit, dan was een
bloedbad niet te voorkomen. Men gaf
de voorkeur aan een paar Stukgeslagen
ramen, die weer gemaakt konden worden.
Burgemeester van Dorth wist echter de
gemoederen iets te kalmeeren en de opge
wonden menigte uiteen te krijgen, maar
onderweg naar huis sloegen sommigen nog
tal van ruiten In- i
Teneinde herhaling te voorkomen^ bood
het „bestuur" van het Patriottisch Lees
gezelschap aan de vroedschap aan, dez»
Vereeniging ta ontbinden.
De vroedschap, meest uit Oranjeklanten
bestaande, greep gaarne dit voorstel aan-
Maar de leden der vroedschap, die Patriot
waren, eischten nu van den Raad, dat zij
ook de Omnje-menschen zou beteugelen an
dat Goes „neutraal" zou wezen.
Dit vond de vroedschap goed en daarom
werd er van de pui van het stadhuis een
afkondiging gedaan, waarbij aan de poor
ters en peorteressen van Ter Goes werd
bekend gemaakt a
„dat verboden was, het dragen van Oranje
en zwarte Kokarden en Linten of van eéis
and-ere kleur, welke öenige ondjerscheidings-
leuzen aanduidden;
Hef roepen of schreeuwen van „Oranje
boven" of „Patriotten onder" en dergelijke-
Het elkaar toeroepen van sohandname®.
Het aanplakken of uitdeelen van Paskwil
len; Het spelen of zingen langs de straal
van Patriottische of Oranjeliedjesj Het uit
hangen van borden voor of boven de deu
ren; Het voeren van vlaggen en wimpels
op schepen of schuiten in de haven de®
stad; Het inslaan van glazen ©n verdere
benadeeling van bezittingen en goederen,"
Deze verboden, die werden voorgelezen
en aangeplakt, eindigden met de bedreiging,
„dat degene, die dit vergat en dit over
trad, verzekerd kon zijn zich aan da wet
ten tegen het openbaar .gezag fa zullen
schuldig maken en dat de Regeering der
stede dit piet straffeloos zon gedoogen."
Schijnbaar was, door deze publicatie, de
rust in Ter Goes teruggekeerd, maar in
werkelijkheid was er niet veel veranderd.
De Patriotten zaten niet stil. Mochten zij
geen zwarte cocardes dragen, nn droeg me»
zwarte rozen op den hoed-
Tot ergernis van de Oranjeklanten ^r-
gaderden zij ook weer geregeld met elkaar
zoodat, ofschoon officieel het burger-lees
gezelschap ontbonden was, officieus de Pa
triotten een sterke vereeniging hadden.
Het ging nog een paar weken goed, tol
den 27sten der Louwmaand-
Ofschoon de drukpers nog filet zooveel
beteekende, verscheen er toch een zoo-gen.
.^Historische Courant", waarin een relaas
stond afgedrukt van het neerhalen der wind
vaan van het schip van Joost van St Anna-
land- In dit stuk werd de durf van den)
schipper verheerlijkt en Burgemeester van
Dorth scherp beschuldigd dat deze aan de
schippersgasten geld voor drank had ge
geven en daarna lieden had opgehitst, om
het leesgezelschap te overvallen. Tot Mot
las men een verheerlijking van de Patriotten
te Goes.
Al spoedig hadden éenige Oranjeklanten
deze krant in handen en groepten zich voor
sommige huizen de poorters samen. Tel
kens las een h firmer het artikel voor aan
de nieuw aangekomenen en de gemoederen
ra? 'en in hevige opwinding. De kreten
„0 njeboven" en „Weg met de Pr - kotten"
He ken reeds uit yeler mond.
„Naar den Burgemeester I" klonk het in
koor en even later verscheen 71e menigte
voor diens huis.
Deze kwam naar "buiten en vroeg waf
er aan de hand was.
„Lees u maar, wat ér gelasterd wordt!"
klonk het opgewonden. „Dat moet gewroken!
Dat lasterschrift hebben de Goesscbe Pa
triotten opgesteld en laten drukken. Oranje
doet gewroken worden!"'
„Kalm aan" Kalm aan!" sprak van Dorth.
Wij zullen 5e zaak grondig onderzoeken.
„Zij moeten allen een Dankadras panden
Prins teekenenI" eisehte het volk.
,,'t Komt alles in de beste orde, Poor
ters, als jullie maar kalm blijft", beloofde
de Burgemeester.
Nogmaals wist de burgemeester het op
roer te bedwingen, doch slechts twee dagea
later barstte het los en werd de sjedej
Goes een tooneel 'van gruwzame verwogs-
ting. Jammer, vreeselgk jammer, dat Oranje
aóó in Goes moest zegevieren.
't Was de 30ste Januari 1787 en juist
Marktdag. Dit deed de Oranjegezinde Goes-
senaars (die nu eens finaal met de Patriot
ten af wilden rekenen) op den bijstand
hopen van vele Zuid-Bevelandsche land
lieden, die naar men wist, een inwendige
genegenheid hadden voor het Oranjehuis
en den Magistraat der stede Goes.
Op de botermarkt, die in de Lange Vorst-
straat gehouden werd, begon bet aL Voor
'thuis „Rooyenbuig" (thans eig. fa Oos-
terhaan en Le Cointre) maakte een huis
knecht van den schepen Z- D. van der
Bilt, die om boter kwam, èen ahnvang,
door een bejaard koopman, Jacobus Kodde,
eenige stompen toe te dienen.
De zilversmid Adriaan van den Thoorn,
die vanuit zijn winkel in de Lange Vorst-
straat dit zag, sprong er tusschen, maar
kreeg een pak slaag, dat lang niet malsch
was. Onmiddellijk bemoeiden zich al de be
woners der Lange Vorststraat met het ge
val en nu heette het, dat de Patriot A-
van den Thoorn. een Oranjeklant had aarir
gevallen- Zonder onderzoek werd het ge
loofd-
De ponden boter vlogen door de lucht.
Het pluimvee liep vrij rond, en zocht
overal uitweg.
Een schippersknecht, Hein MeurS, ge
naamd de „Oranje Baljuw" nam nu de lei
ding der opgewonden menigte op zich. Daar
zag hij een schipper, zekers Willem Kodde,
bij wien hij had gediend, tussohen het volk.
„Grijpt dien Patriot!" riep hij.
Het volk voldeed blindelings aan diens
bevel.
Achter zijn toonbank stond de bakker
uit de bakkerij „Tn de Vorst" te wachten
op de klanten. Zijn gebak lag achter de
ramen op koopers te wachten. En de „koo-
pers" kwamen.
Toen men Kodde gegrepen had, zeïde
de Oranje-Baljuw Meurs. „Ga mee, sleept
hem naar de bakkerij „In de Vorst" (nu
het manufaotuxenm,agazijin van ÏÏhr A. M.
Vertregt) Dan moet hij in den oven- 'Geen
pardon voor haters van Oranje!"
Zij kwamen in den-winkel en 'de bakker
sprak, „brengt hem maar "in de bakkerij
ik zal hem wel verbranden!" in de hoop,
dat het volk wel spoedig af zou trekken.
Met die belofte trok men amaar toen de
bakker weer in den winkel kwam, was 'het
volk, maar ook al zijn gebak weg, en door
zijn raam zag hij, hoe verschillende Oranje
klanten lekker smulden.
(Wordt vervolgd.)
De Joden hadden vroeger de vaste go
woonte nooit moedwillig op het kleinste
stukje papier te treden, dat op hun weg lag,
want misschien, zeiden zij, is de naam van
God er op geschreven.
Schoon dit eenigszins bijgeloof kan heo
ten, toch is er iets goeds uit te leeren, zoo
wij het op de menschen toepassen.
Vertreed niemand, er kan in hem eenig
werk der genade zijn, (lat gij niet kent.
De naam des Heeren kan geschreven zijn
op de ziel, die gij vertreedt, het kan eon
ziel zijn, die door Christus van ,zoo groote
waarde geacht werd, dat Hij er zijn kostelijk
bloed voor gaf, daarom verderf haar niet.
Het heeft op velen een aigenaardigem fin-
druk gemaakt, toen dezer dagen gemeld
werd, dat Ds J. C. H. Scholten, Ned. Herv.
predikant te Rotterdam, door persoonlijk
magnetisme zieken behandelt.
En de verwondering werd grooter, toen
men las, dat Ds Scholten dit werk zal
blijven doen, maar dat hij niet, althans
nu nog niet, voornemens is zijn ambt meer
te leggen.
Een predikant-magnetiseur, kèn dat, zoo
ss er gevraagd.
In verband hiermede laten we bier volgen,
wat wijlen Br J. C. de Moor te Utrecht
indertijd schreef, toen hem, gevraagd werd
of een Christen bij oen magnetiseur hulp
mag aoeken-
Dr de Moor gaf toen het volgende be
scheid:
„Ook voor jaren is deze vraag mij eens
gesteld. Daar de beantwoording mij niet
zonder bezwaar scheen, heb ik haar toen
voorgelegd aan een geloovig medicus, ia
wien ik vertrouwen stelde- Deze schreef
mij hierover:
„Ik houd bet a.g.n. „magnetisme" voor
kwakzalverij eenerzijds, voor suggestibi
liteit anderzijds. Het beeft niets te maken
met de physieks kraebt, die wij' „mag
netisme" noemen, en die aan electriciteifi
verwant is; de naam is gekozen om door
zijn geheimzinnigheid reeds suggestief te
werken. Ik stel bet op één lijn met bet
werken met een ©i of bet lezen "der toe
komst uit koffiedik en dergelijke bedrie
gerijen, en meen, dat ee» Christen te boog
moet staan om zich daarmede ai te geven.
De wereld wil bedrogen worden,
maar de Christen behoort ook fn dezen
der wereld niet gelijkvormig te zijn. De
leiders en voorgangers, die het „laat zij
dus bedrogen wo-rdem" niet als hun leuze
aanvaarden, hebben derhalve alle aanlei
ding (vooral wanneer bun meening dien
aangaande gevraagd wordt) daartegen te
waarschuwen.'1
Nu ik deze vraag wederom méet beant
woorden, lijkt mij dit oordeel niet juist,
althans niet in zijh algemeenheid. Het ia
met te absoluut, te veel in den geest dier
of&cieele wetenschap met het aan deze
verbonden gebrek aan waardeering voor
alles wat zij niet zélve tot stand brengt of
kan verklaren. Het is me ook te zeer in
strijd met wat ik zelf ervan heb gezien
en gehoord.
Ik ben daarom met een ander geloovig
medicus eens over deze quaestie gaan
praten. Diens oordeel kwam geheel over
een met de opinie, die ik er mij1 lang
zamerhand over heb gevormd- Daarom
durf ik haar neer te schrijven, met de
opmerking er bij, dat in zulk een moei
lijke zaak mi. elk© voorzichtigheid gedaan
en gebruikt moet worden.
Laat me dan beginnen met te zeggen,
dat ik hef zeer waarschijnlijk acht, dat
suggestibiliteit en suggestie bij bet mag
netisme een groote rol spelen. Maar dat
is toch geen bezwaar? Of men nu beter
wordt door medicijnen enz. of door sug
gestie, door invloeden, die op het lichaam
rechtstreeks werken of die door middel
van de ziel dit doen waf doet dat ertoe?
Als de patiënt maar beter wordt. Trouwens
vele geneesheeren gebruiken suggestie;
heel bet optreden van een goed geneesheer
heeft reeds iets suggestiefs. Daarin is
niets kwaads, en het is maar de vraag,
wie het béter kan en zijn kunst het meest
tot heil der menschen weet aan te wenden.
Er zijn personen, die een groote men-
schenkennis hebben, en d(e zeer practisch
en suggestief die weten te gebruiken. Er
zijn ook personen, die voor andere mid
delen lang niet zoo goed als voor dit toe
gankelijk zijn. Bij de beoordeeling van het
magnetisme moet men daarmede rekening
houden. En voorts ook eraan denken, dat
er meer tusschen hemel en aarde is, dan
waarvan onze sterfelijke geest droomt.
Eindelijk vergete men niet, dat een patiënt
zich heter gevoelt als hij, door welke oor
zaak ook (deze kan van psychischen aard
zijn) zijn klachten niet meer heeft. Daarom
kan de eigenlijke kwaal (zoo die er was en
het niet enkel psychische bezwaren gold)
nog wel aanwezig zijn „en zich later toch
weer openbaren. In elk geval heeft de pa
tiënt dan toch voor korter of langer tijid
verlichting gekregen; wat zeer te waar-
deeren is. i
Dit ter inleiding. Wat de vraag zelve
betreft, komt het nu naar mijn meening
op de boven aangevoerde gronden ten zeer
ste erop aan, wie de magnetiseur en wia
de patiënt is.
Is de magnetiseur een "Christen, die zrjh
gave (van welken aard dan ook zijn moge)
biddend gebruikt, en zulke zijn er
dan is bedrog m.i. uitgesloten en zou ik
geen bezwaar hebben tegen zijn practijk
of het gebruik maken daarvan- Ten minste
in al zulke gevallen, waarin de gewoBH
medische wetenschap geen raad weel OU
vergeefs beproeft hulp te bieden.
Maar juist om de geestelijke krachten,
die hier in het spel zijn, acht ik het stellen
dezer zedelijke voorwaarden hepaald nood
zakelijk. Zal ik kunnen vermoeden, dat psy
chische factoren in het werk gesteld wor
den, dan wensch ik te weten, welke psycha
deze beheerscht en of ik die principieel
kan vertrouwen.
Wat den patiënt betreft, bïj moei op 3b
gewone wijze niet goed te helpen zijn nn
menschelijkerwjze gesproken moet hem neg
hulp geboden kunnen worden. De medisch®
wetenschap is een gave van Gods gemeeöe
genade, die ik niet zonder meer mag voor-
bjgaan. En er rijn gevallen, waarin mien
noodeloos jdele verwachtingen opwekt; zoo-
als ik onlangs een patiënte ontmoette In hiel
laatste stadium van keeltering, die men ge
nezing door eéftt magnetiseur had voorge
spiegeld. "Dat acht ik misdadig ën kan ook
exploitatie van zieken zijn. Voorts moet Öa
patiënt het niet verwachten van den mensch
of de middelen, maar alleen van den Heere.
Dat geldt ook voor de behandeling door
medici, maar rnaig in dit geval nog wél
eens b jzonder herinnerd worden.
Ten slotte: bet is en blijft een conöcïea-
tiezaak, waf men in dezen, magnetiseeremde
of deze behandeling ondergaande, meent te
kunnen en te mogen doen. Nil siniö Deo:
niets zonder God!
Een slecht boek is erger dan slecht ge
zelschap. Daarom moeten wij den moed
hebben om het terug te wjzen naar den
donkeren hoek, waaruit het naar voren ge
komen. is; ook al zeggen wjze vrienden
misschien, dat wj iets missen, door het
niet te willen kennen. Wat gij mist, is
niet te vergeljken met hetgeen gij alzoo
wint
Een moeder verloor haar kind, omdat
het de paden der zonde wilde volgen. Zj
begTeep niet, hoe zulk een houding mo-
geljk was, totdat zj het antwoord op hare
vragen vond in een slecht boek, dat diep
verborgen was gehouden; het had het vuur
der onheilige begeerte ontstoken in de ver
loren zieL
Lees geen boek, waarvoor gij a onder
het oog uwer moeder zoudt moeten scha
men, wanneer gj tenminste voor den eer
sten, den meest gevaarlijken stap, wilt ge
waarschuwd zijn.
Dr Lammerts van Boeren.
Beste jongens en meisjes,
Ziezoo, daar staan We nu op ons nieuwe
plaatsje. Vinden jullie ook niet, dat het zoo
veel prettiger is.
Ik kreeg gelukkig heel wat briefjes ook
van nieuwe vriendjes en vriendinnetjes, -die
natuurljk harteljk welkom zjn. Daar ik
heel wat briefjes te beantwoorden heb, zal
ik hier nu maar kort zjn, opdat er ook
nog wat plaats over blijft voor het nieuwe
verhaal Ik ben benieuwd of jullie 'tmooi
zult vinden. Mjn plan was ook nog een
plaatje te goven, maar 't cliché kwam niet
op tjd, dus moet dat nog een weekje
wachten.
Sommigen vroegen of nu de vorige raad
sels niet meetellen voor de prijzen. Ja hoor.
Ze tellen wel mee. Over een paar weken
hoop, ik alweer prijzen (e .geven.
Nu, jongelui tot de volgende weet
Harteljke groeten van
Tante Dolli&
Middelburg. „Zangvogeltje", "k Zal
maar eens met het nieuwe nichtje beginnen.
Je bent harteljk welkom in onzen babbel-
hoek. Het zal je vast wel bevallen, om meB
te doen- Maar zou je niet een anideren
naam willen bedenken, want er is al een
„Zangvogeltje". Je kunt zeker wel goed
leeren, dat je nu al in de 6a klas zit