DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Uit de Pers.
LANGS EEN DIEPEN WEG
Gemeenteraad van Middelburg.
feuilleton.
VAK
DONDERDAG 12 SEPT. 1929. No. 291.
Die Kabinetsformatie.
De Haagsche Briefschrijver van „De
Tijd", de heer Van. Vuurea, schrijft in
zijn jongsten Brief over de Kabinetsfor
matie o.a.
„Wij, buitenstaanders zeg ik, maar
deze onderscheiding heeft slechts wei
nig zin. Het staat, geloof ik, wel vast,
dat al ontmoet men zoo nu en dan
een Kamerlid, dat doet of hij: alles er
van» weet, degenen van wie men zou
denken, dat zij meer ervan moeten we
ten, niet beter op de hoogte zijn dan
wij. Hun wetenschap is vooral geba
seerd op de veronderstelling, dat het
program van het extra-parlementair Ka
binet niet veel zal verschillen van het
program, dat is voorgelegd aan de drie
reehtsche partijen als grondslag voor een
parlementair kabinet, omdat de formateur
van heide en daarmede de samenstel
ler der twee programs een en dezelfde
persoon is, en omdat de spoed, waar
mede het extra-parlementair kabinet in
elkaar werd gezet, sterk het vermoeden
doet rijzen, dat de ministers in dit ka
binet ..pok bestemd waren geweest zit
ting te hebben in het parlementair ka
binet, als dat tot stand was gekomen.
Mutatis mutandis zou het in dezen zoo
ongeveer zijn gegaan als in de Sep
temberdagen van 1918, toen Mgr. Nolens,
van den aanvang af vastbesloten, on
der geen voorwaarde zelf in Jiet kabi
net zitting te nemen, met de drie par
tijen tot overeenstemming was gekomen
over het regeeringsprogrum van het
eventueel rechtsch kabinet 'en over do
werkzaamheden, die aan de verschil
lende nieuwe en oude departementen zou
den worden toevertrouwd en de minis
ters die daarvan, aan het hoofd zou
den komen. Indien de heeren de Sa-
vomin Lohman, Golijn en van Nispen tot
Sevenaer, niet achtereenvolgens om per
soonlijke redenen leeftijd, werkzaam
heden, waarvan men zich niet plotse
ling kon losmaken, en gezondheid
hadden geweigerd de functie op Zich
te nemen, dan zou ieder dier kabinetten,
hoe verschillend ook van naam, uiterlijk
vermoedelijk als twee druppelen wa
ter geleken hebben op bet kabinet-Ruijs
en op diens regeeringsprogram. Natuur
lijk formeel zouden de andere formateurs
vrij zijn geweest zooals de heer Ruijs vrij
was, maar het was practisch uitgeslo
ten, dat wie opnieuw begon, naast zich
zou neerleggen om te doen alsof er
niets was gebeurd, het werk met zooveel
zorg, zooveel vasthoudendheid, zooveel
beleid en zooveel tact verricht door
Mgï Nolens. Voor den heer Ruijs zal
het dan ook zeker eer gtoote teleur
stelling zijn geweest dan een reden van
voldoening, dat hij tenslotte nog twee
ambtgenooten had te kiezen: den Mi
nister van Financiën, doordat, de heer
Trip zich terugtrok, en den Minister van
Marine, die nog niet gevonden was. Hij
heeft dan ook zeker geen reden gehad
om, in bet algemeen te treuren over
de keuze van Mgr. Nolens, eer over
zijn eigen keuze.
Als men in parlementaire kringen zijn
ooren te luisteren legt, dan bemerkt
men, dat het vermoeden daar leeft, dat
hij, die geroepen werd te beproeven een
parlementair kabinet samen te stellen,
na Üe mislukking van deze poging met
een andere taak belast, daarbij een dank
baar gebruik heeft gemaakt van het werk,
dat hij aanvankelijk in andere kwaliteit
was bezig geweest voor te bereiden.
Vandaar dan ook, dat men in die parle
mentaire kringen, niets officieel weten
de, overtuigd is alles te weten.
„De Maasbode' 'merkt hierbij op:
Begrijpen wij dit goed, dan wil de
Briefschrijver zeggen: het extra-parlemen
tair kabinet was zoo spoedig gereed,
omdat jie formateur, gelijk hg in 1918
de reeds door Mgr Nolens gevraagde
aanstaande Ministers overnam, thans de
personen, die hij voor het parlementair
kabinet bereids jgevraagd had, bereid
vond, om in h.et extra-parlementaire
kabinet te treden.
Is het zijn bedoeling geweest, dit te
schrijven, dan heeft hij zich vergist.
Naar ons met zeer groote mate van
zekerheid bekend is, had Jhr. Rugs de
Beerenbrouck, toen hij ontheffing vroeg
van de opdracht, een parlementair ka
binet te vormen, alleen overleg ge
pleegd over een eventueel Regeerings
program met de drie reehtsche Kamer
fracties, maar had hij nog niemand (be
halve mr. de Geer) gevraagd, 'om als
Minister in dat "Kabinet op 'te treden.
Met de keuze vau deze personen
heeft hij zich eerst bezig gehouden, na
dat hij de tweede opdracht: tot vorming
van een extra-parlementair kabinet, van
H. M. de Koningin had ontvangen.
Ook in het relaas van 'de kabinets
formatie door Mgr. Nolens in 1918 komt
een feitelijke onjuistheid voor.
Waar 'is, dat de toenmalige forma
teur reeds verschillende personen had
uitgenoodigd, om in het te formeeren
kabinet zitting te nemen.
Waar is ook, dat hij', door overleg met
ieder van hen* reeds een concept-Re-
geeringspro'gram had opgesteld-
Maar niet waar is, dat door hem met
de drie reehtsche Kamerfracties daarover
overleg was gepleegd, veel minder, dat
er met deze reeds overeenstemming was
bereikt.
Dit geschiedde eerst, nadat Jhr. Ruijis
de Beerenbrouck als formateur was op
getreden.
Het verkeersprobleem. Alas-
trim. Scherpe debatten over
verbetering Veersche weg en ver
kiezingsreclame der S. D. A. P.
Het werk aan den Klevers-
kerkschen weg. De woningen
in het Bagijnhof. De stinkende
vesten. Annexatie van 't Zand.
Gistermiddag vergaderde de Gemeente
raad van Middelburg onder voorzitter
schap vau den Burgemeester. Afwezig
met kennisgeving dhrn Cornelisse (de
voorzitter spreekt zijn beste wenschen
uit voor diens herstel), den Hollander en
Portheine en zonder dhr Vertregt.
De voor
zitter
doet mede-
deeling van
tal van in
gekomen
stukken.
Naar aan
leiding van
het schrij
ven vanden
waarn-
Commis sa
cis van Po
litie over de
ver keens
aangele
genhe
den, zegt
de heer Hondius, A.-R., in de verste
verte niet bevredigd te zijn door dit rap
port. Het is al te bureaucratisch opge
vat. De door spr. genoemde bezwaren
zijn niet ontzenuwd, integendeel wordt er
over heengeloopen. Spr. had gehoopt,
dat men ook de één-richting voor rij
wielen in enkele straten had verplicht
gesteld. Spr. ziet niet in, waarom dat
b.v. voor de Segeerstraat niet zou kun
nen. Die straat is bij de Langedelft maar
31/2 M. breeed. Daar moeten ongelukken
gebeuren. Waar moeten de voetgangers
zich bergen, als daar een auto om den
hoek komt?
Ook is het gewenscht, de Langedelft
op enkele uren voor wielrijders te ver
bieden. Dat doet men in Vlissingen met
de Kerkstraat ook. We moeten ons niet
beroemen over de weinige verkeerson
gelukken in Middelburg. We moeten be
denken, dat voorkomen beter is dan ge
nezen. Met nadruk wijst spr. op de be
langen der voetgangers.
De voorzitter zegt, dat bedoeld
rapport is opgemaakt door den waarn.
gevallen rich! vooMtnen, si hat mogo- 7
Igke zullen deen ens, dszs ziekte to koe
ren. Maar om nu reeds een gebouw
voor ©ventueale patiënten in orde te-
laten brengen, achten zij nog niet noodig.
Dhr v. d. Feit s,, fX-H.„ segt,, 'fes®
gen gesteld te hebben in Augustus, toen
hij las, wat er in de Rotterdamsche
Ziekenhuizen was göbeurd-
De voorzitter verzekert, dat men
in het gasthuis nu reeds alle mogelijke
maatregelen heeft genomen. Geheel het
personeel is gevaccineerd. R. en W>. zul
len niet aarzelen handelend op te treden
esoo&pa dit noodig is.
Mevr. W e ij I zegt, dat toch een ge
bouw noodig zal zijn voor .verpleging
der patiënten. De barak is onvoldoende
als er zich wat gevallen voordoen. Er is
ook nog een barak voor cholera-patien-
ten, die misschien gebruikt mag worden.
De Voorzitter zegt, dat hij: al een
gebouw op het oog heeft (het Weeshuis).
Dat is in 24 uur wél in te richten. B.
en W. zijn ten volle diligent.
Mevr. W e ij 1 merkt op, dat de Vak
school dan in groot© ongelegenheid zou
komen.
De voorzitter antwoordt, dat het
gebouw volgens de medici weer afdoen
de ontsmet kan worden.
Dhr v. d. F e 11 z acht het nn niet meor
noodig zijn vragen te stellen.
Nu volgt benoeming van een hoofd
opzichter voor de gemeentewerken.
Benoemd wordt dhr A. J. W. Mattbij-
sen te Kampen met pp één na alg. st.
(1 st. op dhr R. Visser te VLaardingen).
De voorgedragen leeraren aan de
Avondschool voor Nijverheidsonderwijs
worden zonder stemming benoemd.
Aanschaffing boekhoudma
chine voor de bedrijven. De heer
Jeronimus ..zegt, dat bet voor een
Raadslid moeilijk is te komen in de
interne bedrijfsaangelegenheden. Toch wil
Spr. enkele opmerkingen maken. Spr. is
niet overtuigd, dat de aanschaffing van
de bedoelde machine noodzakelijk is. Er
kan met de tegenwoordige machine nog
wel meer bereikt worden. Ex kunnen
best twee personen bekwaamd worden
om daarmee om te gaan. Dan is zij altijd
in gebruik.
Verder vraagt spr.Is de te koop
zijnde machine wel up-to-date. Is ze niet
opgeruimd door een bedrijf, dat weer
een nieuwere machine kocht? Kan men
dan pok niet beter zulk een machine
aanschaffen?
Weth. De Veer antwoordt, dat op de
tegenwoordige machine reeds zonder on
derbreken gewerkt wordt
Dhr Jeronimus: tweeploegenstelsel?
Weth. De Veer: als u dat wil, dan zou
de geheele indeeling ten kantore der
bedrijven gewijzigd moeten worden.
Weth. Onderdijk: 24 uur!
Verder zegt Weth. De Veer: Er is een
bedrijf in Rotterdam, dat electrische ma
chines heeft aangeschaft. Dientengevolge
is deze machine vrijgekomen. De ma
chine is in goeden staat en is veel goed-
kooper dan een andere. Spr. voelt echter
wel iets voor de redeneering van den
heer Jeronimus. Daarom is Spr. bereid
nog te onderzoeken of het niet verstan
diger is de nieuwste machine aan te
schaffen.
Niemand der leden heeft nu bezwaar
tegen het 'voorstel.
Crediet voor nieuwe tonnen-
en waterloods. Dhr Wondergem,
s.-d., vraagt in welken tijd B. en W. deze
loods willen afschrijven. Een dergelijke
loods kan niet lang meegaan. Spr. voelt
meer voor een steenen gebouw.
Weth. Onderdijk kan daarop niet
volledig antwoorden. Maar er zal wel een
redelijken termijn voor afschrijving ger
noemd zijh.
Met een steenen loods zal men ontzet
tend veel last van de jeugd ondervinden,
die geen steen op den anderen kan laten.
Een'loods als nu is voorgesteld, kan ze
ker 25 k 30 jaar meegaan.
De voorzitter zegt, dat wanneer
de slijtage snel blijkt te gaan, de afschrij
ving ook in snel tempo zal geschieden.
Dhr Streefkerk, C.H., gelooft op
grond van ervaring niet aan zulk een lan
gen levensduur der loods.
Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen.
Verbetering straatweg Veere
M i d d e 1 b u r g. Dhr Paul, s.d„ klaagt
over téklort aan duidelijkheid in teekening
m toelichting. Spr .koestert da vreeB,
dat het zandbed wei wat krap zal warden
genomen. Laat men met het zand toch
niet te zuinig zjjh. Eon bekoorlijk zand-
bed voldoet veel beier.
Het rijwielpad laat ook veel ts wen
schen over. Alleen waar de straat niet
uit klinkers bestaat, wordt er een klinker-
piad naast gelegd. Spr. kan er zich echter
mee vereenigen, omdat het verkeer niet
zoo druk is.
Waarom, voert men het werk pas in
vier jaar uit? Dit lijkt Spr. tamelijk on-
voordeeüg. Dit werk is best in 19-30
'klaar te krijgen. Ook d» financiën behoe
ven geen bezwaar te zijh. Men kan sar
voor leenen.
Spr. nojemt de raming aan den hoogen
fcant.
De voorzitter zegt, dat do geheele
uitvoering van 't werk gaat onder hoofd
toezicht van den Prov. Waterstaat. Het
wordt geheel afzonderlijk aanbesteed.
Aangaande de uitvoering in vier jaar,
zegt Spr., het geheel eens te zijn met
dhr Paul. Maar Middelburg moet ook
rékienen met Veere, dat in' vier jaren
wilde uitvoeren. Dit werk is voor Veere
nogal een groote uitgaaf. Spr. is ech
ter bereid nog te trachten, uitvoering in
een spoediger tempo gedaan te krijgen
en zal daartoe pogingen aanwenden.
Dhr J e -
ronimu s
zegt, dat de
gemeente
M'burg mo
ment. niets
Voor dezen
Weg be
taalt. Straks
krijgt Mid
delburg dus
rente en af
lossing van
dezen weg
'mee te be
talen. Daar
om is het
zaak goed
toe te zien.
Naar aanleiding van hetgeen deskundi
gen hem hebben gezegd, vraagt Spr. of
het nieuwe dek van de brug al betaald is.
De voorzitter zegt: Die vraag moet
U hier niet stellen. Die is hier niet
op haar plaats. Dan moet biji de weg
commissie zijn.
Dhr Jeronimus vraagt verder, of
het brugdek aan redelijke eischen vol
doet, naar de meening van B. en W.
Spr. heeft iets gehoord van, een verzak
king.
De voorzitter: och, daar hebt u
heelemaal geen verstand van.
Dhr Jeronimus: U mag deze zaak
toch wel ernstiger behandelen, dan U nu
doet.
De voorzitter: deze zaak is hee
lemaal niet ernstig. Het werk' wordt uit
gevoerd' door de wegcommissie onder toe
zicht van den Provincialen Waterstaat.
Dhr Jeronimus: worden dan de ijze
ren balken niet gestut?
Do voorzitter: Waar U toch Uw
deskundigen niet noemt, noem ik er geen
notitie van.
Dhr Jeronimus: die Wil ik U privé
Wel noemen.
De voorzitter: niet privé, hier in
't openbaar. Als U dat niet doet, hecht
ik er niets .aan en lap ik, wat U zegt,
aan mijn laars.
Dhr Jeronimus: ik hoop;, dat U
dat zult kunnen blijven doen. Maar ik
waardeer mijn deskundigen wel.
D© yoorz. B. en W. hebben met
Uw, opmerkingen niets te maken. U moet
daarmee bij de wegcommissie zijh. Mis
schien krijgt U daar antwoord, misschien
ook niet.
Dhr Jeronimus wil een onderzoek
naar de 'brug.
De voorzitter: geen sprake van.
Daarvoor moet U hiér niet zijn, maar op
de plaats, waai' het behoort.
Dhr Jeronimus: de gemeente moet
meebetalen, dus hebben de Raadsleden
ook het recht om vragen te stellen.
D© voorzitter: niet hier.
Dhr Paul: de plannen zijn wel door
den Prov. Waterstaat gemaakt, maar hij
de uitvoering is er alleen hoofdtoezicht,
geen dagelijksch toezicht. Er kunnen fou
ten gebeuren, waar de Prov. Waterstaat
niet voor .opdraait.
De voorzitter heeft van geen fou-
Door H. ZEEBERG.
65)
Mevrouw Meerendonk was met be
langstelling gaan luisteren. Haar oogen
keken niet meer zoo verwilderd, maar
toonden aan, dat zij begreep', wat er
gezegd werd. Trude en Wies zagen het
tot haar groote vreugde. Een stille hoop
Kwarni in de harten gloren.
„Bsgriji A u miji, Mevrouw?" vroeg de
pred kant, in spanning.
„Ja, mijnheer," antwoordde zij. „Waar
is mijn man nu?"
„In Rotterdam. Mevrouw."
„O, ja, zijl hebben hem weggehaald.
Dat was niet mooi."
De beide meisjes dronken de woorden
van haar moeder in.. Maar, op een wenk
van den bezoeker, spraken zij niet.
„Ja, ze hebben hem weggehaald," be
vestigde deze. Maar het duurt niet zoo
ïeel lang meer, dan komt hij weer terug
en dan is alles weer goed. Tot zoolang
oet u nog wat geduld hebben en er
ie zooveel aan draken. Want dat maakt
u maar ziek."
„Weggehaald. Maar hij komt weer te
rug. Niet aan denken," herhaalde de
ziéke. En dan, opeens tot Trude: „Waar
is JHenk, Truus?"
„In Arnhem, moe. Ik denk, dat hijl Za
terdag komt."
,.0, komt mijn man dan ook mee,
mijnheer
„Neen, Zaterdag nog niet, "Mevrouw.
Dan moet u nog wat langer geduld heb
ben."
„Als het maar niet te lang is. Maakt
hijl het goed?"
„O, Mevrouw, hijl maakt het best. Hij
is heel gezond."
..Toen hij weggehaald werd, was hij'
ziek. Ja, ziek," herhaa'de de patiënte.
Dominé Van der Meer bemerkte, dat zij
moe was en zweeg daarom.
Trude en Wies waagden het niet te
spreken. Maar in haar hart k'om een
stil gebed op: of de Heere nu toch
langzamerhand beterschan wilde geven.
Doch tot hun ontzetting bespeurde het
drietal, dat de verstandige blik weer uit
de ©ogen verdween ra dat zijl dof werden,
.als 'daarvoor
Er verliepen wel tien minuten van
angstig zWijlgra.
Toen als ontwakend uit era droom,
keek Mevrouw Meerendonk dien bezoeker
Weer aan.
„Leeft niijfn mannetje nog?" vroeg zij
commissaris. Spr. heeft er geen beswaar
tegen, over deze kwestie pok het oor
deel te vragen van den tegenwoordige»
commissaris. Wel wil spr. opmerken, dat
het moeilijk zal zijn de Langedelft voor
wielrijders op Zaterdag te verbieden.
Dhr Paul, s.-d„ is het niet eens met
den heer Hondius. Het verbieden van
de Segeerstraat voor wielrijders van één
zijde brengt weer andere moeilijkheden.
Mevr. De Graaf f, v.d., daarentegen
is er voo-r des Zaterdag® de Lange Delft
voor wielrijders te verbieden, althans in
de avonduren, als vele fietsers daar zon
der reden heen en weer rijden.
Dhr Jeronimus betwijfelt, of dit
wettelijk mogelijk zal zijn. Overigens is
Spr. Voorstander van het één-richtings
stelsel. Dat alleen kan de moeilijkheden
oplossen. Spr. betoogt de wenschelijk-
heid, dat in de Segeerstraat trottoirs
komen.
Dhr v. d. Feltz, C.-H., bevreemdt
het, dat men zoo over de Segeerstraat
spreekt. Die is de breedste van de zij
straten aldaar. De Heerenstraat ia veel
smaller. Verder zoo zegt Spr.
toonen de statistieken aan, dat de meeste
ongelukken niet gebeuren, als het er
gens druk is. Het gevaar is er juist,
als het niet zoo druk is.
De voorzitter zegt toe, dat al het
gesprokene door B. en W. zal worden
overwogen.
Zweminrichting. Dhr Paul zegt,
dat de lust om van de kleedkamertjes
gebruik te maken, steeds toeneemt. Er
is noodzakelijkheid voor uitbreiding. Spr.
geeft in overweging in 'de kleedkamer
tjes 'afgesloten kleerkastjes te maken. Dan
kunnen meerdere personen van "één ka
mer gebruik maken.
De voorzitter zal dezen wenk in
overweging nemen. Het verwondert spr.,
dat men nog niet bepleit het gaan in bad-
costuum van huis naar de zweminrich
ting, zooals men dat in het buitenland
doet. Dan zijn geen kleedkamertjes
noodig.
Dhr Paul wil voor de jeugdige zwem
mers een aparte, gemeenschappelijke lo
kaliteit bonwen.
De adressen van de Stoomtram-Mij
Walcheren, van de stichting Moederlied
en van Vreemdelingenverkeer, alle om
toekenning of verhooging van subsidie,
gaan alle naar B. en W. om prae-advies.
Een adres van den bekenden heer
Hendriks© zal ter visie worden gelegd.
Ook is ingekomen ©en schrjven van
het Bestuur van de school der Geref.
Gemeente om spoedige beslissing op zijn
verzoek om een schoollokaal meer be
schikbaar te stellen, welk adres reeds
in Juni is ingediend.
De voorzitter zegt, dat B. en W.
direct met bekwamen spoed aan bet
werk zijn getrokken. Er is reeds een
conferentie gehouden met het school
bestuur. Maar de oplossing is niet zoo
eenvoudig. Spr. vermoedt echter, dat B.
en W. in de volgende vergadering met
een voorstel zullen kunnen komen.
Wetb. Onderdjk spreekt zjn ver
wondering over dit schrjven uit. De zaak
is in den breede met het schoolbestuur
besproken.
Het schrjven van den Commissaris
van Politie inzake verhooging van sa
laris als marktmeester wordt naar B.
en W. om prae-advies gezonden.
De benoeming van een marktmeester
wordt om deze reden tot de volgende
vergadering aangehouden.
Dhr Mes heeft met bevreemding ken
nis genomen van den aanhef van dezen
brief, waarin staat, dat deze zaak geheel
buiten den Commissaris van politie om
is .geregeld.
De voorzitter meent toch, dat de
betrokkene wel op de hoogte van da
situatie was.
De Raad verleent hierna toestemming
aan de heeren Jeronimus en Mes om
aan B. en W. de reeds gepubliceerde
vragen te stellen, resp. inzake de open
stelling van het telegraafkantoor op
Zondag en de watervoorziening van
Walcheren. r f
B. en W. zullen deze in de volgende
vergadering .beantwoorden.
Aangaande de vragen van den heer
van der Feltz betreffende de alastrim,
zegt de voorzitter, dat zich 'nog geen
geval van alastrim in de stad beeft voor
gedaan, maar dat B. en W„ mochten
op den gewonen, doffen toon.
„Zeker, Mevrouw," antwoordde de pre
dikant weer, geduldig. „Hij miaakt het
zelfs zeer wel."
„Je liegt het," barstte zij! los, tot groo-
ten schrik der aanwezigen. „Ik heb geen
man meer. Mijin man is dood
Het gejammer was schier niet om aan
te hoor en. Nu pas begreep- dominé Van
der Meer eerst' recht, wat deiza meisjes
dageMjks moesten ljden
Hij trachtte de waanzinnige tot 'kalmte
te brengen. Maar biji ieder woord, dat bij
sprak, werd de toestand kritiefcer.
„Ga weg," fcrijsobte zij, „ga weg. Je
liegt. Mijn man is dood. Ga wegl"
De predikant vond bet, in de gegeven
omstandigheden, verstandig, het vertrek
te verlaten, wat hij, vervuld met diep©
deernis, dan ook deed, dbor de schrei
ende Trude gevolgd.
„Ik had hoop", zei hij, dat mijn bezoek
iets ten goede zou uitwerken. Maar
't wordt veel erger."
„Neen, erger niet, dominé. Zoo is het
altijd. Maar ik was 'blij, -dat moe zulke ver
standige vragen deed. Dat is nu weer
voorhij."
En ze snikte.
„Stil, Trude," zei hij. Zoo mag ik u im
mers wel noemen? Uw vader spreekt al
tijd met veel lof over u. En ik heb ook wel
brieven van u gelezen, die zoo moedig wa
ren. Verliest den moed nu niet. Wie weet,
hoe spoedig het in orde komt. En als het
niet zoo is, ge weet den weg, om te leeren
berusten, nietwaar?"
„Ja", knikte Trude.
„Aan de voeten van onzen Heiland, daar
vinden we stilling, zelfs van de heftigste
smart, 'k Heb nu nog drie uren den tijd,
eer mijn trein vertrekt. Maar ik heb uw
vader beloofd dominé Minnaar te bezoe
ken, en ook naar dokter Zonneville te
gaan, om diens oordeel te vernemen. En
dan moeten wij nog wat praten. Zullen we
dat eerst doen? Me dunkt: het is beter, dat
ik over een paar uur nog terugkom, vindt
ge niet?"
„Ja, dominé", zei Trude. „0, wat is u
goed voor ons!"
„Tut, tut", merkte hij glimlachend op,
„zoo'n vaart loopt dat niet. Voor uw va
der en voor u allen heb ik dat wel over.
'k Heb zielsveel met u allen te doen. En
als we niet wisten, dat dit alles de leidin
gen Gods zijn, dan zouden wij, bitter ge
stemd, ons afvragen: waarom moet deze
familie nu zooveel lijden? Ik kom dus over
een paar uur nog even terug".
In de vestibule staande vernam hij het
krijschend gegil uit de huiskamer.
„'Hoor toch eens", zei hij medelijdend.
,,'k Ben blij voor uw vader, dat hij, die zich
daaraan zoo schuldig weet, dit niet mee
maakt. Maar 'kmoet het hem toch lang
zamerhand zeggen, hoe de werkelijke toe
stand is".
EEW-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
i
I.
1
Liefste Gretha,
Trude heeft me gezegd, of ik je even
wilde schrijven, omdat zij het zoo volhan-
dig heeft. Maar 't wordt tijd, want jouw
laatste brief is al meer dan een week oud.
We vonden het heel lief van je moe en
jou, dat je naar ons woudt komen, om ons
wat te helpen dragen ons zware leed.
Maar, Gretha, het is niet meer noodig,
want wij gaan binnenkort zelf uit Midstad
weg, waarheen weten we nog niet.
O, kind, het is hier zoo'n schrikkelijke
toestand. We leven als in een droom. Sla
pen kunnen we niet. En het eten blijft zoo
goed als onaangeroerd.
Over eenige dagen wordt onze moe naar
het krankzinnigengesticht in Bergen op
Zoom gebracht, 'tls ontzettend. Maar de
dokters oordeelen het noodzakelijk. En wij
zien het zelf wel in, dat .het moet.
We kunnen het ons nog niet indenken.
Maar het is zoo. Straks staan Trude en ik
voorloopig alleen, zoolang vader in Rotter
dam is.
'1
(Wordt vervolgd).