DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Uit de Pers. LANGS EEN DIEPEN WEG Gemeenteraad van Middelburg. feuilleton. VAK DONDERDAG 12 SEPT. 1929. No. 291. Die Kabinetsformatie. De Haagsche Briefschrijver van „De Tijd", de heer Van. Vuurea, schrijft in zijn jongsten Brief over de Kabinetsfor matie o.a. „Wij, buitenstaanders zeg ik, maar deze onderscheiding heeft slechts wei nig zin. Het staat, geloof ik, wel vast, dat al ontmoet men zoo nu en dan een Kamerlid, dat doet of hij: alles er van» weet, degenen van wie men zou denken, dat zij meer ervan moeten we ten, niet beter op de hoogte zijn dan wij. Hun wetenschap is vooral geba seerd op de veronderstelling, dat het program van het extra-parlementair Ka binet niet veel zal verschillen van het program, dat is voorgelegd aan de drie reehtsche partijen als grondslag voor een parlementair kabinet, omdat de formateur van heide en daarmede de samenstel ler der twee programs een en dezelfde persoon is, en omdat de spoed, waar mede het extra-parlementair kabinet in elkaar werd gezet, sterk het vermoeden doet rijzen, dat de ministers in dit ka binet ..pok bestemd waren geweest zit ting te hebben in het parlementair ka binet, als dat tot stand was gekomen. Mutatis mutandis zou het in dezen zoo ongeveer zijn gegaan als in de Sep temberdagen van 1918, toen Mgr. Nolens, van den aanvang af vastbesloten, on der geen voorwaarde zelf in Jiet kabi net zitting te nemen, met de drie par tijen tot overeenstemming was gekomen over het regeeringsprogrum van het eventueel rechtsch kabinet 'en over do werkzaamheden, die aan de verschil lende nieuwe en oude departementen zou den worden toevertrouwd en de minis ters die daarvan, aan het hoofd zou den komen. Indien de heeren de Sa- vomin Lohman, Golijn en van Nispen tot Sevenaer, niet achtereenvolgens om per soonlijke redenen leeftijd, werkzaam heden, waarvan men zich niet plotse ling kon losmaken, en gezondheid hadden geweigerd de functie op Zich te nemen, dan zou ieder dier kabinetten, hoe verschillend ook van naam, uiterlijk vermoedelijk als twee druppelen wa ter geleken hebben op bet kabinet-Ruijs en op diens regeeringsprogram. Natuur lijk formeel zouden de andere formateurs vrij zijn geweest zooals de heer Ruijs vrij was, maar het was practisch uitgeslo ten, dat wie opnieuw begon, naast zich zou neerleggen om te doen alsof er niets was gebeurd, het werk met zooveel zorg, zooveel vasthoudendheid, zooveel beleid en zooveel tact verricht door Mgï Nolens. Voor den heer Ruijs zal het dan ook zeker eer gtoote teleur stelling zijn geweest dan een reden van voldoening, dat hij tenslotte nog twee ambtgenooten had te kiezen: den Mi nister van Financiën, doordat, de heer Trip zich terugtrok, en den Minister van Marine, die nog niet gevonden was. Hij heeft dan ook zeker geen reden gehad om, in bet algemeen te treuren over de keuze van Mgr. Nolens, eer over zijn eigen keuze. Als men in parlementaire kringen zijn ooren te luisteren legt, dan bemerkt men, dat het vermoeden daar leeft, dat hij, die geroepen werd te beproeven een parlementair kabinet samen te stellen, na Üe mislukking van deze poging met een andere taak belast, daarbij een dank baar gebruik heeft gemaakt van het werk, dat hij aanvankelijk in andere kwaliteit was bezig geweest voor te bereiden. Vandaar dan ook, dat men in die parle mentaire kringen, niets officieel weten de, overtuigd is alles te weten. „De Maasbode' 'merkt hierbij op: Begrijpen wij dit goed, dan wil de Briefschrijver zeggen: het extra-parlemen tair kabinet was zoo spoedig gereed, omdat jie formateur, gelijk hg in 1918 de reeds door Mgr Nolens gevraagde aanstaande Ministers overnam, thans de personen, die hij voor het parlementair kabinet bereids jgevraagd had, bereid vond, om in h.et extra-parlementaire kabinet te treden. Is het zijn bedoeling geweest, dit te schrijven, dan heeft hij zich vergist. Naar ons met zeer groote mate van zekerheid bekend is, had Jhr. Rugs de Beerenbrouck, toen hij ontheffing vroeg van de opdracht, een parlementair ka binet te vormen, alleen overleg ge pleegd over een eventueel Regeerings program met de drie reehtsche Kamer fracties, maar had hij nog niemand (be halve mr. de Geer) gevraagd, 'om als Minister in dat "Kabinet op 'te treden. Met de keuze vau deze personen heeft hij zich eerst bezig gehouden, na dat hij de tweede opdracht: tot vorming van een extra-parlementair kabinet, van H. M. de Koningin had ontvangen. Ook in het relaas van 'de kabinets formatie door Mgr. Nolens in 1918 komt een feitelijke onjuistheid voor. Waar 'is, dat de toenmalige forma teur reeds verschillende personen had uitgenoodigd, om in het te formeeren kabinet zitting te nemen. Waar is ook, dat hij', door overleg met ieder van hen* reeds een concept-Re- geeringspro'gram had opgesteld- Maar niet waar is, dat door hem met de drie reehtsche Kamerfracties daarover overleg was gepleegd, veel minder, dat er met deze reeds overeenstemming was bereikt. Dit geschiedde eerst, nadat Jhr. Ruijis de Beerenbrouck als formateur was op getreden. Het verkeersprobleem. Alas- trim. Scherpe debatten over verbetering Veersche weg en ver kiezingsreclame der S. D. A. P. Het werk aan den Klevers- kerkschen weg. De woningen in het Bagijnhof. De stinkende vesten. Annexatie van 't Zand. Gistermiddag vergaderde de Gemeente raad van Middelburg onder voorzitter schap vau den Burgemeester. Afwezig met kennisgeving dhrn Cornelisse (de voorzitter spreekt zijn beste wenschen uit voor diens herstel), den Hollander en Portheine en zonder dhr Vertregt. De voor zitter doet mede- deeling van tal van in gekomen stukken. Naar aan leiding van het schrij ven vanden waarn- Commis sa cis van Po litie over de ver keens aangele genhe den, zegt de heer Hondius, A.-R., in de verste verte niet bevredigd te zijn door dit rap port. Het is al te bureaucratisch opge vat. De door spr. genoemde bezwaren zijn niet ontzenuwd, integendeel wordt er over heengeloopen. Spr. had gehoopt, dat men ook de één-richting voor rij wielen in enkele straten had verplicht gesteld. Spr. ziet niet in, waarom dat b.v. voor de Segeerstraat niet zou kun nen. Die straat is bij de Langedelft maar 31/2 M. breeed. Daar moeten ongelukken gebeuren. Waar moeten de voetgangers zich bergen, als daar een auto om den hoek komt? Ook is het gewenscht, de Langedelft op enkele uren voor wielrijders te ver bieden. Dat doet men in Vlissingen met de Kerkstraat ook. We moeten ons niet beroemen over de weinige verkeerson gelukken in Middelburg. We moeten be denken, dat voorkomen beter is dan ge nezen. Met nadruk wijst spr. op de be langen der voetgangers. De voorzitter zegt, dat bedoeld rapport is opgemaakt door den waarn. gevallen rich! vooMtnen, si hat mogo- 7 Igke zullen deen ens, dszs ziekte to koe ren. Maar om nu reeds een gebouw voor ©ventueale patiënten in orde te- laten brengen, achten zij nog niet noodig. Dhr v. d. Feit s,, fX-H.„ segt,, 'fes® gen gesteld te hebben in Augustus, toen hij las, wat er in de Rotterdamsche Ziekenhuizen was göbeurd- De voorzitter verzekert, dat men in het gasthuis nu reeds alle mogelijke maatregelen heeft genomen. Geheel het personeel is gevaccineerd. R. en W>. zul len niet aarzelen handelend op te treden esoo&pa dit noodig is. Mevr. W e ij I zegt, dat toch een ge bouw noodig zal zijn voor .verpleging der patiënten. De barak is onvoldoende als er zich wat gevallen voordoen. Er is ook nog een barak voor cholera-patien- ten, die misschien gebruikt mag worden. De Voorzitter zegt, dat hij: al een gebouw op het oog heeft (het Weeshuis). Dat is in 24 uur wél in te richten. B. en W. zijn ten volle diligent. Mevr. W e ij 1 merkt op, dat de Vak school dan in groot© ongelegenheid zou komen. De voorzitter antwoordt, dat het gebouw volgens de medici weer afdoen de ontsmet kan worden. Dhr v. d. F e 11 z acht het nn niet meor noodig zijn vragen te stellen. Nu volgt benoeming van een hoofd opzichter voor de gemeentewerken. Benoemd wordt dhr A. J. W. Mattbij- sen te Kampen met pp één na alg. st. (1 st. op dhr R. Visser te VLaardingen). De voorgedragen leeraren aan de Avondschool voor Nijverheidsonderwijs worden zonder stemming benoemd. Aanschaffing boekhoudma chine voor de bedrijven. De heer Jeronimus ..zegt, dat bet voor een Raadslid moeilijk is te komen in de interne bedrijfsaangelegenheden. Toch wil Spr. enkele opmerkingen maken. Spr. is niet overtuigd, dat de aanschaffing van de bedoelde machine noodzakelijk is. Er kan met de tegenwoordige machine nog wel meer bereikt worden. Ex kunnen best twee personen bekwaamd worden om daarmee om te gaan. Dan is zij altijd in gebruik. Verder vraagt spr.Is de te koop zijnde machine wel up-to-date. Is ze niet opgeruimd door een bedrijf, dat weer een nieuwere machine kocht? Kan men dan pok niet beter zulk een machine aanschaffen? Weth. De Veer antwoordt, dat op de tegenwoordige machine reeds zonder on derbreken gewerkt wordt Dhr Jeronimus: tweeploegenstelsel? Weth. De Veer: als u dat wil, dan zou de geheele indeeling ten kantore der bedrijven gewijzigd moeten worden. Weth. Onderdijk: 24 uur! Verder zegt Weth. De Veer: Er is een bedrijf in Rotterdam, dat electrische ma chines heeft aangeschaft. Dientengevolge is deze machine vrijgekomen. De ma chine is in goeden staat en is veel goed- kooper dan een andere. Spr. voelt echter wel iets voor de redeneering van den heer Jeronimus. Daarom is Spr. bereid nog te onderzoeken of het niet verstan diger is de nieuwste machine aan te schaffen. Niemand der leden heeft nu bezwaar tegen het 'voorstel. Crediet voor nieuwe tonnen- en waterloods. Dhr Wondergem, s.-d., vraagt in welken tijd B. en W. deze loods willen afschrijven. Een dergelijke loods kan niet lang meegaan. Spr. voelt meer voor een steenen gebouw. Weth. Onderdijk kan daarop niet volledig antwoorden. Maar er zal wel een redelijken termijn voor afschrijving ger noemd zijh. Met een steenen loods zal men ontzet tend veel last van de jeugd ondervinden, die geen steen op den anderen kan laten. Een'loods als nu is voorgesteld, kan ze ker 25 k 30 jaar meegaan. De voorzitter zegt, dat wanneer de slijtage snel blijkt te gaan, de afschrij ving ook in snel tempo zal geschieden. Dhr Streefkerk, C.H., gelooft op grond van ervaring niet aan zulk een lan gen levensduur der loods. Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen. Verbetering straatweg Veere M i d d e 1 b u r g. Dhr Paul, s.d„ klaagt over téklort aan duidelijkheid in teekening m toelichting. Spr .koestert da vreeB, dat het zandbed wei wat krap zal warden genomen. Laat men met het zand toch niet te zuinig zjjh. Eon bekoorlijk zand- bed voldoet veel beier. Het rijwielpad laat ook veel ts wen schen over. Alleen waar de straat niet uit klinkers bestaat, wordt er een klinker- piad naast gelegd. Spr. kan er zich echter mee vereenigen, omdat het verkeer niet zoo druk is. Waarom, voert men het werk pas in vier jaar uit? Dit lijkt Spr. tamelijk on- voordeeüg. Dit werk is best in 19-30 'klaar te krijgen. Ook d» financiën behoe ven geen bezwaar te zijh. Men kan sar voor leenen. Spr. nojemt de raming aan den hoogen fcant. De voorzitter zegt, dat do geheele uitvoering van 't werk gaat onder hoofd toezicht van den Prov. Waterstaat. Het wordt geheel afzonderlijk aanbesteed. Aangaande de uitvoering in vier jaar, zegt Spr., het geheel eens te zijn met dhr Paul. Maar Middelburg moet ook rékienen met Veere, dat in' vier jaren wilde uitvoeren. Dit werk is voor Veere nogal een groote uitgaaf. Spr. is ech ter bereid nog te trachten, uitvoering in een spoediger tempo gedaan te krijgen en zal daartoe pogingen aanwenden. Dhr J e - ronimu s zegt, dat de gemeente M'burg mo ment. niets Voor dezen Weg be taalt. Straks krijgt Mid delburg dus rente en af lossing van dezen weg 'mee te be talen. Daar om is het zaak goed toe te zien. Naar aanleiding van hetgeen deskundi gen hem hebben gezegd, vraagt Spr. of het nieuwe dek van de brug al betaald is. De voorzitter zegt: Die vraag moet U hier niet stellen. Die is hier niet op haar plaats. Dan moet biji de weg commissie zijn. Dhr Jeronimus vraagt verder, of het brugdek aan redelijke eischen vol doet, naar de meening van B. en W. Spr. heeft iets gehoord van, een verzak king. De voorzitter: och, daar hebt u heelemaal geen verstand van. Dhr Jeronimus: U mag deze zaak toch wel ernstiger behandelen, dan U nu doet. De voorzitter: deze zaak is hee lemaal niet ernstig. Het werk' wordt uit gevoerd' door de wegcommissie onder toe zicht van den Provincialen Waterstaat. Dhr Jeronimus: worden dan de ijze ren balken niet gestut? Do voorzitter: Waar U toch Uw deskundigen niet noemt, noem ik er geen notitie van. Dhr Jeronimus: die Wil ik U privé Wel noemen. De voorzitter: niet privé, hier in 't openbaar. Als U dat niet doet, hecht ik er niets .aan en lap ik, wat U zegt, aan mijn laars. Dhr Jeronimus: ik hoop;, dat U dat zult kunnen blijven doen. Maar ik waardeer mijn deskundigen wel. D© yoorz. B. en W. hebben met Uw, opmerkingen niets te maken. U moet daarmee bij de wegcommissie zijh. Mis schien krijgt U daar antwoord, misschien ook niet. Dhr Jeronimus wil een onderzoek naar de 'brug. De voorzitter: geen sprake van. Daarvoor moet U hiér niet zijn, maar op de plaats, waai' het behoort. Dhr Jeronimus: de gemeente moet meebetalen, dus hebben de Raadsleden ook het recht om vragen te stellen. D© voorzitter: niet hier. Dhr Paul: de plannen zijn wel door den Prov. Waterstaat gemaakt, maar hij de uitvoering is er alleen hoofdtoezicht, geen dagelijksch toezicht. Er kunnen fou ten gebeuren, waar de Prov. Waterstaat niet voor .opdraait. De voorzitter heeft van geen fou- Door H. ZEEBERG. 65) Mevrouw Meerendonk was met be langstelling gaan luisteren. Haar oogen keken niet meer zoo verwilderd, maar toonden aan, dat zij begreep', wat er gezegd werd. Trude en Wies zagen het tot haar groote vreugde. Een stille hoop Kwarni in de harten gloren. „Bsgriji A u miji, Mevrouw?" vroeg de pred kant, in spanning. „Ja, mijnheer," antwoordde zij. „Waar is mijn man nu?" „In Rotterdam. Mevrouw." „O, ja, zijl hebben hem weggehaald. Dat was niet mooi." De beide meisjes dronken de woorden van haar moeder in.. Maar, op een wenk van den bezoeker, spraken zij niet. „Ja, ze hebben hem weggehaald," be vestigde deze. Maar het duurt niet zoo ïeel lang meer, dan komt hij weer terug en dan is alles weer goed. Tot zoolang oet u nog wat geduld hebben en er ie zooveel aan draken. Want dat maakt u maar ziek." „Weggehaald. Maar hij komt weer te rug. Niet aan denken," herhaalde de ziéke. En dan, opeens tot Trude: „Waar is JHenk, Truus?" „In Arnhem, moe. Ik denk, dat hijl Za terdag komt." ,.0, komt mijn man dan ook mee, mijnheer „Neen, Zaterdag nog niet, "Mevrouw. Dan moet u nog wat langer geduld heb ben." „Als het maar niet te lang is. Maakt hijl het goed?" „O, Mevrouw, hijl maakt het best. Hij is heel gezond." ..Toen hij weggehaald werd, was hij' ziek. Ja, ziek," herhaa'de de patiënte. Dominé Van der Meer bemerkte, dat zij moe was en zweeg daarom. Trude en Wies waagden het niet te spreken. Maar in haar hart k'om een stil gebed op: of de Heere nu toch langzamerhand beterschan wilde geven. Doch tot hun ontzetting bespeurde het drietal, dat de verstandige blik weer uit de ©ogen verdween ra dat zijl dof werden, .als 'daarvoor Er verliepen wel tien minuten van angstig zWijlgra. Toen als ontwakend uit era droom, keek Mevrouw Meerendonk dien bezoeker Weer aan. „Leeft niijfn mannetje nog?" vroeg zij commissaris. Spr. heeft er geen beswaar tegen, over deze kwestie pok het oor deel te vragen van den tegenwoordige» commissaris. Wel wil spr. opmerken, dat het moeilijk zal zijn de Langedelft voor wielrijders op Zaterdag te verbieden. Dhr Paul, s.-d„ is het niet eens met den heer Hondius. Het verbieden van de Segeerstraat voor wielrijders van één zijde brengt weer andere moeilijkheden. Mevr. De Graaf f, v.d., daarentegen is er voo-r des Zaterdag® de Lange Delft voor wielrijders te verbieden, althans in de avonduren, als vele fietsers daar zon der reden heen en weer rijden. Dhr Jeronimus betwijfelt, of dit wettelijk mogelijk zal zijn. Overigens is Spr. Voorstander van het één-richtings stelsel. Dat alleen kan de moeilijkheden oplossen. Spr. betoogt de wenschelijk- heid, dat in de Segeerstraat trottoirs komen. Dhr v. d. Feltz, C.-H., bevreemdt het, dat men zoo over de Segeerstraat spreekt. Die is de breedste van de zij straten aldaar. De Heerenstraat ia veel smaller. Verder zoo zegt Spr. toonen de statistieken aan, dat de meeste ongelukken niet gebeuren, als het er gens druk is. Het gevaar is er juist, als het niet zoo druk is. De voorzitter zegt toe, dat al het gesprokene door B. en W. zal worden overwogen. Zweminrichting. Dhr Paul zegt, dat de lust om van de kleedkamertjes gebruik te maken, steeds toeneemt. Er is noodzakelijkheid voor uitbreiding. Spr. geeft in overweging in 'de kleedkamer tjes 'afgesloten kleerkastjes te maken. Dan kunnen meerdere personen van "één ka mer gebruik maken. De voorzitter zal dezen wenk in overweging nemen. Het verwondert spr., dat men nog niet bepleit het gaan in bad- costuum van huis naar de zweminrich ting, zooals men dat in het buitenland doet. Dan zijn geen kleedkamertjes noodig. Dhr Paul wil voor de jeugdige zwem mers een aparte, gemeenschappelijke lo kaliteit bonwen. De adressen van de Stoomtram-Mij Walcheren, van de stichting Moederlied en van Vreemdelingenverkeer, alle om toekenning of verhooging van subsidie, gaan alle naar B. en W. om prae-advies. Een adres van den bekenden heer Hendriks© zal ter visie worden gelegd. Ook is ingekomen ©en schrjven van het Bestuur van de school der Geref. Gemeente om spoedige beslissing op zijn verzoek om een schoollokaal meer be schikbaar te stellen, welk adres reeds in Juni is ingediend. De voorzitter zegt, dat B. en W. direct met bekwamen spoed aan bet werk zijn getrokken. Er is reeds een conferentie gehouden met het school bestuur. Maar de oplossing is niet zoo eenvoudig. Spr. vermoedt echter, dat B. en W. in de volgende vergadering met een voorstel zullen kunnen komen. Wetb. Onderdjk spreekt zjn ver wondering over dit schrjven uit. De zaak is in den breede met het schoolbestuur besproken. Het schrjven van den Commissaris van Politie inzake verhooging van sa laris als marktmeester wordt naar B. en W. om prae-advies gezonden. De benoeming van een marktmeester wordt om deze reden tot de volgende vergadering aangehouden. Dhr Mes heeft met bevreemding ken nis genomen van den aanhef van dezen brief, waarin staat, dat deze zaak geheel buiten den Commissaris van politie om is .geregeld. De voorzitter meent toch, dat de betrokkene wel op de hoogte van da situatie was. De Raad verleent hierna toestemming aan de heeren Jeronimus en Mes om aan B. en W. de reeds gepubliceerde vragen te stellen, resp. inzake de open stelling van het telegraafkantoor op Zondag en de watervoorziening van Walcheren. r f B. en W. zullen deze in de volgende vergadering .beantwoorden. Aangaande de vragen van den heer van der Feltz betreffende de alastrim, zegt de voorzitter, dat zich 'nog geen geval van alastrim in de stad beeft voor gedaan, maar dat B. en W„ mochten op den gewonen, doffen toon. „Zeker, Mevrouw," antwoordde de pre dikant weer, geduldig. „Hij miaakt het zelfs zeer wel." „Je liegt het," barstte zij! los, tot groo- ten schrik der aanwezigen. „Ik heb geen man meer. Mijin man is dood Het gejammer was schier niet om aan te hoor en. Nu pas begreep- dominé Van der Meer eerst' recht, wat deiza meisjes dageMjks moesten ljden Hij trachtte de waanzinnige tot 'kalmte te brengen. Maar biji ieder woord, dat bij sprak, werd de toestand kritiefcer. „Ga weg," fcrijsobte zij, „ga weg. Je liegt. Mijn man is dood. Ga wegl" De predikant vond bet, in de gegeven omstandigheden, verstandig, het vertrek te verlaten, wat hij, vervuld met diep© deernis, dan ook deed, dbor de schrei ende Trude gevolgd. „Ik had hoop", zei hij, dat mijn bezoek iets ten goede zou uitwerken. Maar 't wordt veel erger." „Neen, erger niet, dominé. Zoo is het altijd. Maar ik was 'blij, -dat moe zulke ver standige vragen deed. Dat is nu weer voorhij." En ze snikte. „Stil, Trude," zei hij. Zoo mag ik u im mers wel noemen? Uw vader spreekt al tijd met veel lof over u. En ik heb ook wel brieven van u gelezen, die zoo moedig wa ren. Verliest den moed nu niet. Wie weet, hoe spoedig het in orde komt. En als het niet zoo is, ge weet den weg, om te leeren berusten, nietwaar?" „Ja", knikte Trude. „Aan de voeten van onzen Heiland, daar vinden we stilling, zelfs van de heftigste smart, 'k Heb nu nog drie uren den tijd, eer mijn trein vertrekt. Maar ik heb uw vader beloofd dominé Minnaar te bezoe ken, en ook naar dokter Zonneville te gaan, om diens oordeel te vernemen. En dan moeten wij nog wat praten. Zullen we dat eerst doen? Me dunkt: het is beter, dat ik over een paar uur nog terugkom, vindt ge niet?" „Ja, dominé", zei Trude. „0, wat is u goed voor ons!" „Tut, tut", merkte hij glimlachend op, „zoo'n vaart loopt dat niet. Voor uw va der en voor u allen heb ik dat wel over. 'k Heb zielsveel met u allen te doen. En als we niet wisten, dat dit alles de leidin gen Gods zijn, dan zouden wij, bitter ge stemd, ons afvragen: waarom moet deze familie nu zooveel lijden? Ik kom dus over een paar uur nog even terug". In de vestibule staande vernam hij het krijschend gegil uit de huiskamer. „'Hoor toch eens", zei hij medelijdend. ,,'k Ben blij voor uw vader, dat hij, die zich daaraan zoo schuldig weet, dit niet mee maakt. Maar 'kmoet het hem toch lang zamerhand zeggen, hoe de werkelijke toe stand is". EEW-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. i I. 1 Liefste Gretha, Trude heeft me gezegd, of ik je even wilde schrijven, omdat zij het zoo volhan- dig heeft. Maar 't wordt tijd, want jouw laatste brief is al meer dan een week oud. We vonden het heel lief van je moe en jou, dat je naar ons woudt komen, om ons wat te helpen dragen ons zware leed. Maar, Gretha, het is niet meer noodig, want wij gaan binnenkort zelf uit Midstad weg, waarheen weten we nog niet. O, kind, het is hier zoo'n schrikkelijke toestand. We leven als in een droom. Sla pen kunnen we niet. En het eten blijft zoo goed als onaangeroerd. Over eenige dagen wordt onze moe naar het krankzinnigengesticht in Bergen op Zoom gebracht, 'tls ontzettend. Maar de dokters oordeelen het noodzakelijk. En wij zien het zelf wel in, dat .het moet. We kunnen het ons nog niet indenken. Maar het is zoo. Straks staan Trude en ik voorloopig alleen, zoolang vader in Rotter dam is. '1 (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5