DE ZEEDW
'tweede blad.
S gevraagd
d gevraagd,
Uit de Pers.
LANGS EEN DIEPEN WEG
Uit de Provincie.
en Voorjaarskoe
bonte Vaarskalvers,
Linnenkast,
echt of halfwas
Idersknecht
Loopjongen,
de gevraagd.
F EUILLETON,
smaakt als room
e, 24 jaar. wenscht
t R. K. jonge man,
Brieven met portret
1 M Bureau van dit
ig ruim voorzien van
Ifvaarzen,
rekening.
L, Veestalling,
kstraat, Middelburg.
eesch f 1.10, Runder-
arkensgehakt f 1.40,
f 1.50, Gesmolten
KG.
ULST, Middelburg.
ontvangen
we Stokvisch,
en Bokking.
loordstraat, M'burg.
KOOP:
he Loopeenden,
reekleurige.
ANSE, Nieuwland.
KOOP:
£SE, Kleine Abeele.
KOOP:
HOUD, Abeelsche-
e.
KOOP:
ieurs '27, in prima
urig uit. J. JOOSSE,
osland, Teleph. 8.
gerwoonhuis met
lin, voorzien van gas-
N. Vliss. weg E 69.
irden. Adres Vlas-
[iddelburg.
>eien, aan de reke-
vier) en 3 vette
vlARINISSEN, Na-
■ens. Tevens aan*
icht gevraagd.
et Woonhuis, bevat-
zijkamer. keuken en
schuur, grooten Tuin,
50 R,) met vruchtb.
PEIJL, Souburg.
GEVRAAGD
lof Bovenwoning
lende Dame.
velstraat 16. Goes.
KOOP:
OONE, Tramstation
:rke.
DE BRUIJN, Teer-
MiddelburgJ
vdER, Mr. Timmer
den.
caagd
)M, 's-Gravenpolder.
DE NIJS, Lange
;g-
oes iemand, die de
sen klein net ge-
Brieven letter D
w" te Goes,
mogelijk
taand.
VER, Slager, Veere.
I VRIES, Kinderdijk
vraagt voor direct
Dagmeisje, niet
met October
IRMAN, Biggekerke.
VAN
DINSDAG 10 SEPT. 1929. No. 289.
De Indische pers over Minister
De Graaft.
De nieuwe Minister van Koloniën heeft
jn Indië nu niet bepaald jeen goede
^De Java-Bode noemt de benoeming
van dezen Minister ,een aller-onaange-
naamste verrassing voor Indië.
Zijn wederoptreden acht het blad wel
van belang in verband met bet aanhan
gige moeilijke vraagstuk van de bestuurs-
hervorming. Mogelijk is voor deze zaak
de komst van den heer De Graaff een
lichtpuntje, ofschoon ook een ander dit
probleem wel had kunnen opknappen.
Meer goeds valt er over den nieuwen
minister van koloniën niet te zeggen. Men
zal zich, ook hier in Indië, nog te best
zijn ministeriëele loopbaan in de kabi-
netten-Ruys de Beerenirouck herinneren.
Ten hoogste kon men in hem ëen goed
bureau-ambtenaar zien; meer in geen
geval. In politiek opzicht onderscheidde
hij zich niet, kracht ging er van hem niet
uit in zijn beleid en zelfs niet achter de
ministerstafel. En in enkele botsingen
met de Tweede Kamer heeft de heer
De Graaff zelfs een allerjammeriijkst fi
guur geslagen, wat hem toen ook een
deel van zijn gezag gekost heeft. Toch
verschijnt hij weer als minister van kolo
niën. Jhr Ruys beeft vooral met deze
benoeming een zware verantwoordelijk
heid op zich geladen.
„Niet alleen om den persoon, welken
hij1 voor het Plein aanzocht, maar voor
al ook om 'het licht, waarin men deze
benoeming zal moeten zien.
„,Indië vraagt om een krachtig be
windsman in Holland, daargelaten in hoe
verre de man als minister het tegen
woordige beleid, van Holland uit en hier
Ier plaatse gevoerd, zou onderschrijven".
„Alweer een zwak minister tegenover
dezen Gouverneur-Generaal. Voor hen,
die een dergelijk overwicht fataal en
funest achten, wordt het dus meer dan
ooit zaak om zich (te doen hooren en
1we voorspelden het al de Vader-
landsche Club zal dan zeker niet over
bodig blijken.
„Voor de rust in Indië is de benoeming
van den heer De Graaff niet bevorder
lijk." inrif-m
De Locomotief spreekt de ver
wachting uit, dat het nieuwe kabinet
praktisch de verwezenlijking zal opleve
ren van het theoretisch vrijwel verwor
pen samengaan tusschen de R.-K. Staats
partij en de sociaal-democraten, een as
pect, dat zich het scherpst aïteekent
bij1 „Koloniëto": 1
„Als straks minister Simon de Graaff
voor een ethisch en snel vooruit-stre
vend koloniaal beleid den heer Colijn c.s.
en een aantal Christelijk-Historischen in
de oppositie vindt, zullen de sociaal-
en de vrijzinnig-democraten .zijn voor
stellen de vereischte meerderlieid geven.
En op zwart-roode basis zal worden
verder gearbeid aan het koloniaal ge
bouw, dat minister De Graaff niet voor
de eerste maal op ontstellende wijze
heeft ontsierd."
Het Bataviaasch Nieuwsblad
meent, dat er alle reden zou zijn dit
kabinet een lang en gelukkig leven toe' te
wenschen, en over te gaan tot de orde
van den dag, ware daar niet de verras
sing van do bezetting van den kolonialen
post door den heer S. de Graaff.
„De Indische ambtenaar de Graaff was
nu juist niet een populaire figuur; maar
deze gezindheid is van geen beteekenis
vergeleken bij de gevoelens, die minister
do Graaff heeft weten te vestigen en te
onderhouden, en die leidden tot de ver
bijsterende ervaring, dat de critiek uit
het eigen kamp die van de overzij soms
nog overtrof 1
„Men kan deze benoeming echter ook
Door H. ZEEBERG.
53),
Wilde ik dat niet langs den gewonen
weg, dan moest het maar langs een die-
pieffu. Zoo beschouw ik den. toestand, waar-
in ik gekomen ben. En dat is de goede
beschouwing. Want ik heb er vrede mee.
Dat geeft mij rust.
Nog méér zou die volkomen! zijn, als
het. met moe goed was. Schrijf mij; toch
gauw, al was het maar met een enkel
regeltje, hoe het nu is. In deze beproe-
ving kan ik nog maar "htot berusten.
a Nachts hoor ik moe gillen. Dan word
xk met schrik wakker. En dan is het,
alsof zij mg toekrijscht: dat is touw
schuld.
Dorniné Van der Meer zegt, dat ik
er niet zoo over moet tobben. Hij heeft
gelijk. Maar het baat niet. Hoewel, dait
moet ik bekennen, als ik van mijn knieën
opsta, dan. voel ik mij voor een «tijd
rustiger. Dat doet het gebed.
Trude vroeg ook nog over de zaak en
vroogjmj^ byi gelegenheid, te zeggen, hoe
Natuurlijk tknk Ik daar ook over. Maar
beschouwen vanuit louter practisch ge
zichtspunt. Waar in een extra-parlemen
tair kabinet geen plaats kan zijn voor
een minister van koloniën met zeer be
paalde inzichten, moest men op alles
voorbereid zijnen dan kan de con
clusie slechts zijn: het had erger gekund.
In de gegeven omstandigheden is het op
treden van een man, die volstrekt bui
ten staat is om het enthousiast-vooruit
strevende tempo van de Indische regee
ring te volgen, misschien te verkiezen
boven een, die la Koningsberger mee-
holt in de verkeerde richting."
Het Alg. Indisch Dagblad stelt
voorop, dat Indië in deze bestuursperiode
zielsbehoefte heeft aan een krachtigen,
midden in het leven staanden man, en
dat de beste der besten nog niet goed
genoeg is om Indië als minister te be
sturen. En thans
„De heer S. de Graaff heeft Indië
gekend zooals het vroeger was, en de
gansche Indische pers verbleekte van
schrik, toen hij, nadat men tien jaar
niets van hem had vernomen, voor de
eerste maal minister werd.
„Wij 'verwachten in deze tijden van
beroering, in dezen lijd .van heftige be
weging, van den deftigen ouden bureau
craat niets.
„Hij heeft zitting in een zakenkabinet,
waarin op de beginselen minder gelet
wordt.
„Maar ook op zakelijk terrein, laten we
alle hoop varen.
„Indonesia", zelfs Nederlandsch-Indië,
heeft dit niet aan Nederland verdiend."
De oplichting te Aagte-
kerke. Omtrent de oplichting te Aag-
tekerke, waarvan het raadslid J. te Sou
burg wordt verdacht, wordt nog gemeld:
Begin Augustus van dit jaar vervoeg
de zich bij' het bejaarde echtpaar te
Aagtekerke een persoon, die voorgaf, be
lastingambtenaar te zijn en die zeer goed
met de situatie en de financiëele positie
van het echtpaar op de hoogte kpheen
te zjjn. Hij heeft deze menschen wijs ge
maakt, dat zij de belastingwetten ont
doken, door hun spaarpenningen thuis
te bewaren. Óok waren zij schenkings
recht aan den Staat verschuldigd, omdat
zij aan hun kinderen een belangrijk be
drag aan geld geschonken hadden. De
bejaarde menschen geloofden die ver
tellingen volkomen en in hun angst ver
oordeeld te worden tot een geldboete
of gevangenisstraf, hebben zij dien per
soon f2400 afgegeven. Deze persoon is
vervolgens met het geld vlug op zjjn
rijwiel weggereden.
Verplaatst van Zierifczee naar Goes
post- en telegraafkantoor de telefoniste 2e
bl. bij den Interlocalen dienst J. Lou-
Werse.
De heer Dumoleijnte Honte-
nisse zal zijn benoeming tot lid der Eerste
Kamer, welke voor de tegenwoordige zit
tingsperiode geldt, niet aannemen, aange
zien dan zou vervallen zijn lidmaatschap
van de Provinciale Staten van Zeeland.
>Mi>d'dieIbu;rg. B. en W. hebben voor
Klein Vlaanderen het één richtingssys'-
teem ingevoerd. Men moet nu steeds
den rechtschen weg houden.
Naar wijl vernemen is het kantoor
der firma Zip' en v. Teijlingen alhier over
genomen door de Amsterdamsche Bank
en wordt het vereeoiigd met het kantoor
dier ban'k alhier.
De fcampiöenwedstrgden van den
Zeeuwschen Athletielkbond zullen a.s. Za
terdag te 2 uur op het gemeentelijk' sport
terrein alhier plaats hebben.
VIIs8lngen. Heden werd op verzoek van
het gemeente-bestuur door oen aantal
leden van de Kamer van Koophandel
ero Fabrieken een bezoek gebracht aan. de
weiken voor het maken van de nieuwe
buitenhaven ©n die voor do nieuwe keer
sluis, waarna op het stadhuis de burge
meester een toelichting gaf op de plannen
tot outillage van de haven. Den .gasten
werd ten slotte een lunch in het Grand
Hotel Britannia aangeboden.
Op 61-jarigen leeftijd is Zaterdag
overleden de heer S. J. Engering, apothe
ker alhier. De overledene promoveerde in
"kweet nog niet, hoe het moet. 'kWil
ct Dinsdag eens over praten1 met Dominé
Van der Meer, die mij nu al tot grooten
steun is. Soms denk ik wel eens, dat
ik weer naar Midstad moet terugkeerenj,
ook al zullen er steeds menschen zijn,
die mij scheef aankijken. Dat moet ik dan
maar dragen. Maar dan weer staat het
bij mijl vast, dat ik er niet moet te-
rugkeeren, maar ergens elders gaan wo
nen. Maar wat Üain?
Want de middelen zullen mij dan ont
breken. Dit staat in ieder geval vast: de
weduwe Mieras moet haar geld terug heb
ben, de kas van „Boschzicht" moet aan
gezuiverd, alle schulden moeten worden
betaald en de hypotheek moet afgelost.
En nu vrees ik, dat er hiji verkoop van
zaak en' huis niet heel veel zal over
schieten, daar men natuurlijk van de om
standigheden zal gebruik maken. Ik weet
nog niet, hoe het moet. Zooals nu kan
bet natuurlijk niet blijven. Nog even ge
duld, Trude. Houd zoo lang de zaak
stoepende. Als ik er goed bij doordenk,
dan zie ik ook hier de volle zwaarte
van mijn misdrijf, dat vrouw en. kinderen,
wie heit aan niets ontbrak zoo ruïneert.
En dan kan ik wel tranen van vreugde
schreien, dat, ondanks alles, jullie m'ij
toch vergeeft.
Mgn panier raakt vol. Ik krijg maiair
één velletje. Daarom heb ik zoo klein
geecbrevaui,
1891 als zoodanig en is gedurende 20 ja
ren als p'harmaceut te dezer stede geves
tigd geweest.
lerseke. Gistermiddag is de wed. van 0.
dusdanig komen te vallen, dat geneeskun
dige hulp van Dr Klinkenberg moest wor
den ingeroepen, die directe overbrenging
naar 't Goessche Ziekenhuis noodzakelijk
achtte.
Oesterverzending. Gedurende
de maand Augustus 1929 zijn verzonden
naar: Nederland 6445, België 4850,
Duitschland 18.175, Engeland 243.900.
Totaal 273.370.
In de maand Aug. 1928 was het totaal
187.924.
Rilland-Bath. Zaterdag j.l. speelde Vol
harding I op eigen terrein een vriend-
schappelijken voetbalwedstrijd tegen D.V.
G. I uit Krabbendijke. Hoewel Volharding
met 3 invallers speelde, boekte het toc'h
nog de prachtige 81-overwinning.
Op dienzelfden dag speelde Volharding
II te Tholen tegen T. V. V. I aldaar. Deze
wedstrijd wist T. V. V. met 31 te winnen.
Gistermorgen geraakte in den Zuid-
Bathpolder alhier de 14jarige Joh. W.
zoodanig bekneld tusschen een dorschma-
chine, „dat hij zijn been brak. Nadat hij
voorloopig was verbonden, is hij huis
waarts gebracht.
Arnemuiden (vervolg Raadsverslag).
Hierna kwam aan de orde de vaststelling
der begrooting 1930.
Dhr 'Schuit maakte bezwaar tegen de op
de begrooting geraamde post voor de
plaatsing van een gaslantaarn bij den in
gang van het schoolplein bij de o. 1. school.
Spr. vindt dit overbodig, terwijl dhr Crucq
denkt, dat de P.Z.E.M. te zijner tijd nog
wel een lichtpunt zal plaatsen. De geraam
de post werd hierop afgevoerd.
Verder was op de begrooting geraamd
een post voor aankoop van 275.000 K.G.
macadam en 40,000 K.'G. grind.
Dhr Schuit meende, dat 't vorige jaar de
macadam en grind te royaal over den weg
is gesmeten. De meeste weggebruikers zul
len dit met hem beamen. Spreker stelt
voor om op de begrooting te brengen
200.000 K.G. macadam en 25.000 K.G.
grind. Wanneer volgens spreker op oor
deelkundige wijze.de macadam op den weg
gebracht wordt, heeft men aan deze hoe
veelheid genoeg. De wegen zijn altijd in
goeden staat geweest, doch 't vorig jaar
liet dit veel te wenschen over.
Dhr Franse zegt, dat d'hr Schuit hier
tegen beter weten in zit te liegen en dat vo
rig jaar de macadam zeer zuinig op de
wegen is gebracht. Spr. ontraadt dan ook
de voorgestelde vermindering aan te ne
men.
Dhr Crucq vraagt, waar de macadam,
bestemd voor den weg ArnebrugKle-
verskerke, pl. m. 50.000 K.G., dan geble
ven is, waarop dhr Schuit interrumpeert
dat deze zuinig over den weg is gesmeten.
Verder vraagt dhr Grucq wat er met die
25.000 K.G. grind, welke op den singel ligt,
moet gebeuren.
Dhr Franse is van meening, dat desin
gel heter met grind dan met macadam be
werkt kan worden. Spr. geeft den Raad de
zekerheid niet meer macadam te zullen
gebruiken dan noodig is.
Dhr Crucq zegt nog nooit te hebben ge
hoord, dat een verharde macadamweg la
ter met grind behandeld wordt en schrijft
dit toe aan onpraktisch beleid. Spr. geeft
den raad in overweging een deskundige te
benoemen, onder wiens toezicht de wet
houders de wegen kunnen behandelen.
Dhr Franse zegt, vorige jaren goed ge
zien te hebben, hoe het vorig college van
B. en W. de wegen behandelde en hieruit
geleerd te hebben hoe het niet moet, waar
op meerdere leden in den lach schoten.
Dhr Crucq zegt, dat juist het vorig
bestuur de wegen in een goede conditie
heeft gebracht, omdat dit bestuur zich
niet schaamde bg deskundigen inlich
tingen in te winnen, terwijl dhr Franse
daarvoor te eigenzinnig is en zich niet
verbeelden moet zelf de wegen In die
goede conditie te hebben gebracht.
De heer Franse zegt, dat het dezen
avond weer te doen is, hem te treffen.
Slaande op de borst roept Spr. uit:
„Ik ben de man, die de wegen goed
maakt", waarop een algemeen ..gelach
volgde.
Het voorstel-Schuït om de hoeveel
heid macadam met 75000 K:G'. en het
Kus moe van mij; en zeg haar, dat, lails
ik weerkom, ik haar, zooi het kan, nog
liever zal hebben; dan tot nu. Schrijf
mij gauw, hoe moe hef maakt. Want
met haar toestand heb ik zoo ontzettend
te kampen.
Nu kinderen, 'k moet eindigen. Je weet
nu wat. Volgende Zondag hoop ik weer
te schrijven. Mocht hef eens zijn, dat ik
dan ook aan moe kon schrijven 1 En als
hef niet zoo is, de Heere zal het wel
weten, wat goéd voor ons is.
Groef Henk van mij, die goede jongen.
Dag Trude, dag Wies. Dank, dat jullie
zoo gced denkt over je vader, die dat
niet heeft verdiend. God sterke jullie in
de beproeving die Hij ons zendt, maar
die er door mijn schuld gekomen is.
Je VADER.
„Hebt ge ongunstige berichten,' ontvan
gen?"
Dominé Van der Meer, die wel zag,
hoe somber hg gestemd was', vroeg het
Meerendonk.
De tranen sprongen dezen in de ooigen.
Hg was nu bijna twee weken in deze
cel, maar nog nimmer had hg! zich zoo
verlaten ,en schuldig gevoeld, als dezen
morgen, nu hij een brief van Trude had
ontvangen.
Hij gei den brief Kan den predikant
grind met 15000 K.G. te verminderen,
wordt met 4 tegen 3 stemmen aangeno
men. .Tegen stemde de fractie Franse,
vóór de heeren Puijpe, Schuit, Crucq en
van de Ketterij.
Verder maakten de heeren Schuit en
Puijpe bezwaar tegen de op de begroo
ting geraamden post van f 1000 voor
vernieuwing van bestrating en rioolwerk.
Dhr Crucq begrijpt niet, hoe B. en W.
nu een voorstel kunnen doen om be
doelde f1000 op de begrooting te bren
gen, terwijl ze zelf niet weten, waar
voor dat geld moet dienen.
Na enkele discussies wordt, na be
lofte van B. en W. om later met desbe
treffende voorstellen te komen besloten
den post te handhaven. Dhr Schuit en
Puijpe stemden tegen.
De inkomstenbelasting op de begroe
ting geraamd *bedraagt f 20.000, terwijl
deze post het vorige jaar bedroeg f21.500
N:a eenige discussies omtrent het ver
zoek van de P.Z.E.M. betreffende het
plaatsen van palen voor het te bouwen
lichtnet wordt besloten een deskundig
ambtenaar der P.Z.E.M. te verzoeken,
de noodige inlichtingen te komen ver
schaffen.
Bij de rondvraag vraagt de heer Schuit
opruiming der steenen op de-haven en
van het vuil op de wegen bij de mest
vaalt. Hierna sluiting.
Terneuzen. Het muziekgezelschap „De
Vereenigde Werklieden" heeft Maandag
avond dqn heer C. Wind van Mer'kesteyn
een serenade gebracht in verband met de
hem verleende Koninklijke onderschei
ding. De heer Wind van Merkesteyn, al
gemeen directeur der Z. V. T. Mij., is na
melijk benoemd tot ridder in de orde van
Oranje Nassau.
Enkele toespraken werden gehouden en
beantwoord. Het mooie zomerweer was
mede oorzaak, dat zeer velen bij de sere
nade van hunne belangstelling blijk gaven.
DE NEDERLANDSCHE BELANGEN
TER ZEE.
„Nederl. Weekblad", het nieuwe
Chr.-Hiist. orgaan, wijdt een beschouwing
aan onze Marine, waarin er op gewezen
wordt, dat „de geruchten over eene, ook
door ons ,zeer toegejuichte, samenwer
king tusschen de grootsfe zeemogend
heden om paal en perk te stellen aan
een mogelijke herleving van den wed
strijd in vlootbouw van het Marinis-
me ten aanzien van Nederlands Ma
rine wel eens verkeerde opvattingen
zouden geboren kunnen doen warden,
welke in zeker gedeelte van het publiek
maar al te gretig worden opgenomen".
„Wanneer men eiken dag leest, 'dat
de besprekingen van Mac Donald en
Dawes prachtige, prachtiger, volmaakter
enz. vorderingen maken, dan groeit lang
zamerhand wellicht de gedachte: moe
ten wij dan nog doorgaan met aan
bouw?
Intusschen is nog niet bekend, welke
vorderingen het zijn, wat het resultaat
straks zal wezen, en of de andere zee
mogendheden aanstonds den aan te
geven weg zullen willen jnslaan
Het eenige wat men w'èl gelezen heeft
is, dat Amerika blijft staan op den af
bouw zijner 15 kruisers van 10.000 ton.
Ten einde zonder uitbreiding op den zelf
den voet als Enigeland te "komen moet
dit laatste land dus stoppen, terwijl de
Brit blijft vooropstellen, dat het voor
zijn levensbelangen in elk geval over
de Uoodige vele kleinere (pl.m. 8000
tons) kruisers moet beschikken. Zelfs
wordt .het gebeurde iu Palestina reeds
geventileerd als bewijs hoe noodig, (voor
al voor Engelands taak t. a. van rust
en vrede in de wereld) het is, dat hef
in alle doelen van do aarde over veel
dergelijk snel materiöel beschikt.
Intusschen is men het er al roerend
over eens datduikbooten dat
is het wapen van den zwakke, dat
nochtans de gelegenheid biedt een ge
ducht gevaar te zijn voor kwaadwillige
mogendheden, die geheel of ten deele
afhangen van aanvoer over zee dat
duikbooten uit den boozo zjjn, en liefst
verboden moeten worden.
Hoe onbaatzuchtig toch!
Anderzijds is het wel aardig te le
zen,. dat ditmaal Japan, dat anders een
zonder iets te kunnen zeggen, wijzende
op een zinsnede, die de zielaherder met
ontroering las:
„Het gaat al meer achteruit met moe,
vader. Niet lichamelijk. Naar hef lichaam
is moe heel gezond.Zij; verlaat nu al
meer dan! halve dagen het bed. Malar
geen; second© kunnen wij moe alleen la-
ten, omdat het nief te vertrouwen is.
Wij weten niet, hoe het gaan moet. We
zfjh vaak radeloos, want het gegil is
vreeselijk. De Heere geve toch spoedig
verandering, want zoo kan het nief lan
ger."
„Arme man", zei dominé Van der Meer,
het epistel teruggevend, „ik kan mijl voor
stellen, dat het u aangrijlpf."
„Hef is mijlti schuld," steunde Meeren
donk. „Ik alleen heb haar dat aangedaan.
O, God, wat een straf. Mocht ik die
maar lijden."
Een ©ogenblik was hief stil In d!e cöl.
„Het is hard," zei dotmiiné Van der
Meer. „Maar ge behoeft den moed nief te
verliezen. God is almachtig, haar weer
volkomen op te richten. Blijf toch niet
tobben, Meerendomfc, met de gedachte, dat
gijl schuldig zijt. Hef is natuurlijk waar.
Maar Hijl vergeeft ui uw zonden volkomen.
Dat gelopft ge. Dat wéét go. Daarom
mooigt ge ook stellig gelooven, dat de
straf zal overgaan. Toen David gezondigd
had met .Bathséba werd hem in den
n«iATp, des Hoeren aangezegd, dat hijj ge-
Oostersche geslotenheid vooral t.a. van
marineaangelegenheden betracht, met bij
zondere openhartigheid een zesjaarsch
spoedplan voor zijn vlootpolitiek we
reldkundig maakt, kostende 400 milli-
oen yen en wel tot aanmaak, naast klei
ner materieel, van 4 kruisers van 10.000
ton (dus met actie radius over den ge-
heelen Pacific) en 15 groote jagers; alles
natuurlgk voor vervanging van versleten
schepen, intusschen ,een groote macht
in den Stillen Oceaan beteekenend, voor
al gelet op de uitmuntende navigatie der
Japanners.
Terwijl wij de luttele gegevens uit de
pers overdachten en deze trachtten aan
te passen aan de karaktereigenschap
pen der volken, bereikt ons aan den
avond van Mac-Donalds aankomst te
Genève, hoewel officieus, eenig meer
licht over de embryonale vlootafspraak
II oover (Dawes) Mac-Do-
n a 1 d.
Inderdaad blijken daarin typeerend te
zullen zijn te scheppen bepalingen over
de grootte van jagers en duikbooten.
Het doen uitgroeien van super-jagers
tot ''kleine kruisers en van duikbooten
tot onderzeekruisers met sterk geschut
en gr o ote-ac tie-radiu sschijnt door bei
den gevreesd te worden.
Verder heet het van het netelig punt
der kruisers, dat er zal zjjn:
„'Onderscheid tusschen groote slag
kruisers en kleine politiekruisers voor
de bescherming van den handel."
Of bij het constateeren van dat 1
overigens vrg duidelijke onder
scheid, de eerste (ook de 10.000 tons?)
als behoorende tot de slagvloot gelimi
teerd en de tweede dit niet zullen worden
en dus Engeland zijn zin zal krijgen,
blijft echter de open vraag.
Wij nemen van dit alles het goede
(aan; wij wilton het allerbeste van al
onze naasten ook op dit stuk denken',
maar zelfs dan nog is er geen enkele
reden om onzen plicht tot zelfbehoud
en bescherming van de taak der onzen
in ons Overzeesch vaderland te ver
zaken en den nog dringenden achter
stand in materieel en personeel te blij
ven bestendigen.
In zijn eersten overwinningsroos heeft
Mac-Donald gezegd, dat de kleinö na
ties maar geen zorg voor hun defensie
meer moesten hebben.
Gretig werd dit als tegenwicht te
gen de ons in Curap&o toegediende go-
voelige les door de defaitisten aan
gegrepen als woorden van. wijsheid.
Nu wilton wij niet zonder sympathie
naar enkele uitingen van den Britschen
premier zien, maar er ook niet bjj ver
geten, dat zoodra het een ander land
aangaat, de kinderlijke onwetendheid van
den gemiddelden Brit op het gebied van
anderer geschiedenis en aard rij ksfcunde
het aanvaarden van zijn uitingencum
grano salis tot plicht maakt en daaren
boven, dat zoowel Nederland's ligging
op de delta's der groote stroomen van
West-Europa .als zijn strategische posi
tie, uitgebreidheid en zielental in de
drie andere werelddeelen eene zoodanige
uitspraak ging zij op zeker niet
op ons land van toepassing zou kun
nen maken.
Zonder ons verder in de' Europeesche
politiek aan speculatieve beschouwin
gen over te geven, moet men er het
oog voor openen, dat do jongste ITaag-
sche conferentie de banden tusschen
Frankrjjk, en Engeland verzwakt, maar
die van Frankrijk met Japan en vooral
met Italië zeer aangehaald heeft. Dit
laatste is van groot belang t.o.v. hef
eventueel maritieme overwicht in do Mid-
dellandsche zee van de Fransch-Itali-
aansche vloten.
Hoe dat alles zjj, nóch de omstandig
heden in den Pacific, nóch dio in Euro
pa geven aanleiding de Nederlandsche
belangen ter zee onbeschermd te laten."
straft zou worden. Ilijl fa' ook gestraft,
nadat hij boete had gedaan. Maar daarna
was het tusschen den Heere en hom
Weeir volkomen in h'et reine. Rlijï daar
om nief bijl de pakken neerzitten, maar
bid veel. Meer kunt ge nu niet doen.
Wel, als ge weer vrij! zij:t. Maar die tijd
moet geduldig en berustend worden af
gewacht."
„Ja, dominé, ik kan uw redeneering
heel goed volgen. Ilc voel het ook zoo
wel. Maar bet valt me zoo moeilijk.
Ik Kou wel naar huis willen vliegen
olm te zien, hoe het is, om mot mijin
vrouw te spreken. Misschien hielp het
wat. En dan mijln arme meisjes; ze zijn
zoo zonder steun."
Even dacht dominé Van der Meer na.
Maar dan zei hij plotseling: „IToe denkt
ge er over, alg ifc eens naar Midstad'
ging en eens ging zien? Wie weet,
of hef haar kalmeerde. En dan kan. ifc
ook eens met uw beide dochters praten."
Het lichtte in Meerendonks oogen.
Doch dan zeide hij: „Neen dat is te
veel van u gevergd. Die reis is veel
te ver."
„Kom, kom," zei do ander. „Dat zal
Wel gaan. Mo dunkt, dat bet in ieder geval
u en uw dochters goed zal doen.
(Wordt vervolgd).