Land- en Tuinbouw. Burgerlijke Stand nauwelijks een paar jaar geleden een winkelierster met bijlslagen in haar win kel van hel leven werd beroofd. De da der van dit misdrijf heeft men nooit kunnen achterhalen. De conducteur Meijer vertelde aan het Vad. het volgende: (Uit deze feiten blijkt met hoeveel beleid deze H. T. M.-man is opgetreden.) Sc kwam dan, vertelde de conducteur, tusschen half vjjif en vijf uur als conduc teur op den motorwagen van lijn 3 over het Bezuidenhout bij 0verbosch, toen ik voor het raam van pand 395 een dienst bode zag staan, met haar eene hand aan den hals en met de andere wenkende om binnen te komen. Ik zag al bloed aan haar hand en onmiddellijk dacht ik aan een moord. Ik belde achter elkaar door, de bestuurder stopte en ik riep m'n collega's toe: jongens kom mee, daar is wat aan de hand. De dienstbode had intusschen open ge daan. Ik zei tegen mijn bestuurder en conducteur, jongens blijven jullie buiten en let op ieder, die uit het huis komt, ik ga wel naar binnen. Binnenkomende zag ik in de voorkamer een oude dame op den grond liggen. Haar hals was opengesneden, hel bloed stroomde uit een groote wonde. Ik vroeg do dienstbode, wat er aan de hand was, zij wees alleen maar op haar hals. Ik liep terug naar den motorwagen, greep het pakje verband en nami de vrouw mee naar de keuken en sloeg haar het verband om de wonde, terwijl ik haar geruststelde, dat het niets te beteekenen had. Maar het was een groote wond. Van alle kanten was publiek toege stroomd. Een dame, die binnengekomen was, legde het verband over, ik dacht, ga je gang, dat is in goede handen en liep wat Ik loopen kon naar Overbosch. Waar is de.„telep'hoon? riep ik tegen den kell- ner. De man wees hem mij. Ik belde den geneeskundigen dienst op en zei: Kom dadelijk naar het eind van het Bezui denhout, daar is een dubbele moord ge beurd. We komen, zei de man. Ik terug. B,ij bet huis gekomen zag ik, dat mijn twee collega's een man vast hadden. De bestuurder bad in de drukte dadelijk arg waan op hem gehad. Bovendien had iemand uit het publiek hem verteld, dat hij deu man een pakje weg bad zien werpen. Ik zeg tegen de agenten, die er ook al bij waren: treedt op, neem hem' mee 'naar binnen en laat hem aan de dienst bode zien. Wij nemen den heer mee naar 'binnen en ik vraag aan de juffrouw: is dat de man, die je mishandeld heeft? Ja, zegt de juffrouw en ik zeg tegen den .agent: leg bem dan de boeien aan. Zoo is het gebeurd en niet anders, besloot de conducteur zijn verhaal. A1 a s t r i m. Er zijn weer vijf nieu we alastrimpiatiënten te Rotterdam, waar van één in bet hulpziekenhuis „St. Hil- deigardis" en vier in het ziekenhuis aan den Cioolsinge! zijn opgenomen. De zieken komen uit verschillende stadsgedeelten. Gisteren zijn te Rotterdam twee kin deren, die voor alastrim verpleegd wer den, overleden. Het eerste geval betrof een drie-jarig meisje, dat in het hulpzie- kenhuis aan de Hildegardisstraat was op genomen; het tweede een kindje van U/a jaar, dat echter in verhand met een an dere ziekte verpleegd werd, zoodat men niet kan constateeren, of heit aan alastrim bezweken is, 'dan wel aan de ziekte, waarvoor het oorspronkelijk verpleegd werd. Het treinongeluk te Mep- pel. Omtrent dit spoorwegongeluk ver nemen we nog: Toen de trein 'in Meppol gereed stond voor vertrek, trachtte een ambtenaar van het stationspersoneel zooals te doen ge bruikelijk telefonisch verbinding tei krijgen met den spoorwegwachter. Het was even wel niet mogelijk deze verbinding tot stand te brengen. (De brugwachter sliep toen nog). De conducteur van den trein werd hiermede in kennis gesteld, voor alle zekerheid nam deze toen plaats op de locomotief. Alle voorzorgen waren dus genomen en voor het locomotiefpersoneel was dus dubbele waakzaamheid gebo den. Ondanks deze voorzorgen, is de trein toch door onveilig signaal en in het water gereden. Ongeveer 10 meter voor de brug zag de machinist het naderend gevaar. Hij remde uit alle macht, zelfs heeft de machine even stil gestaan, doch de opstuwende tien elf wagens duwden de machine in het water. Juist op dat oiogen- blik sprangen de beide machinisten en de conducteur van de locomotief en brachten hun leven in veiligheid. Schelvisch van 2 cent per pond. Men meldt uit IJmuiden aan de Tel.: De alhier binnengekomen stoom- treiler Lord Grey H 500 beeft een boe- veelheid visch aangevoerd, zooals tot nu toe geen enkele treiler te IJmuiden aan wal heeft gebracht. De totale aanvoer van dezen treiler bedroeg n.l. 2000 kisten van 50 K.G. dus 100.000 K.G., in hoofd zaak schelvisch. Aangezien de vraag naar deze soort visch te ..IJmuiden gering is, was *de opbrengst zeer laag. Een groot deel werd voor nog minder dan twee gulden per kist opgekocht door de te IJmuiden gevestigde vischmiaelf abri eken. V er duistering van f 15.000. In het Algemeen Politieblad verzoekt de commissaris van 'Politie, 11e Sectie te Amsterdam, bureau Singel 455-7 (Cen trum) namens den officier van Justitie aldaar opsporing, aanhouding en voorge leiding van Mr S. van M., geb. 23 Dec, 1890 te Amsterdam, advocaat en procu reur, gewoond hebbende te Amsterdam, kantoor Kalvers traat 21. Signalement: lang 1.70 M., gewoon pos tuur, baar donkerblond, zonder baard of knevel, bleek en vol gezicht, stompen neus, draagt vermoedelijk bril of lorgnet met donker montuur. Hij is Zaterdag 24 Augustus 1929 uit Amsterdam ver trokken naar Den Haag en begaf zich daar naar bet station. Hij wordt verdacht van oplichting en verduistering van ruim f150.000.en van een kostbaar schilderij, welke laat ste reeds is opgespoord. Onweer. Te Beugen is de boerderij v. Brienen door bet inslaan van den blik sem geheel afgebrand. Te Wanroy is huis en stalling van den landbouwer Willems door het iuslaan van den blik sem afgebrand. Alles ging verloren. Te Halsteren sloeg de bliksem in de woning van den heer Lambregts de Ko\ ning. In een oogwenk stond het geheel e huis alsmede de schuur iu lichte laaie. De brandweer, die spoedig ter plaatse was, kon wegens gebrek aan water niets uitrichten. De bewoners moesten met ach terlating van den geheelea inboedel de woning verlaten. Het huisraad dismede de ooigst gingen geheel verloren. Alles was laag verzekerd. Te Oudenhoorn is de bliksem ingeslagen in den kerktoren, ech ter zonder brand te veroorzaken. Het was gisteren juist 14 jaar geleden, dat op Zondag 5 September 1915 de bliksem ook hier in den toren sloeg, waardoor toen kerk en toren geheel zijn afge brand. De moordaanslag te Laren. Nader meldt men uit Lareu, dat de twist tusschen de Laarders en Hilversummers, die gisteren heeft plaats gehad, als oor zaak bad een geschil omtrent meisjes, waarmede de jongens op de 'kermis ge danst hadden. H. heeft gisterenmiddag ihólii.L Jd het schot op de Leeuw uit Laren met een browning gelost te hebben. De toestand van den getroffene Is naar om standigheden redelijk wel. HET RECHT VAN CONTINUATIE. Op het 81ste Landhuishoudkundig Con gres werd door Mr van Haastert gere fereerd over: Is het gewenscht in een wet telijke regeling van het pachtwezen het recht van continuatie op te nemen? - het hier een zeer belangrijke zaak geldt, laten wij een gedeelte van het be toog van den inleider bier volgen. Spr. noemde als bezwaren tegen het pachtstelsel, dat toch moeilijk kan wor den gemist: 1. De pacht wordt in den regel te hoog opgedreven. 2. De pachter draagt bet gebeele risico van bet bedrijf. 3. De pachter kan met rekenen op vergoeding voor de door hem aan het pachtgoed aangebrachte verbeteringen. 4. Het gebruiksrecht van den pachter is te onzeker; m.a.w. de pachter mist een behoorlijke rechtspositie. Dit laatste punt is wel het belangrijkste. Was dit er niet, dan zou ook het belang der andere drie punten slechts gering zijn zooals spr. aantoont. Regelt men de drie eerste punten, maar blijft bet gebruiks recht onzeker dan regelt men practiscb niets. Spr.'s .standpunt is dus dit: dat den pachter voor en boven alles 'n rechtsposi tie moet gegeven worden in het continua tierecht, d.i. het recht om onder bepaalde vo-orwaardeo, ook na afloop van den ter mijn, in de pachtovereenkomst vernield, als pachter te blijven gehandhaafd, ten zij er bepaalde redenen zijn, ter beoor deeling van da Pachtcommissie, om de pachtovereenkomst te Seen eindigen. De pachtkwestie is, zegt de Staats commissie v. d. Landbouw van 1906 te recht, tot zekere hoogte een machts kwestie. Spr. toont dit uitvoerig aan en wijst nog op het euvel van absenteïsme. De invloed van kapitalisten, die hun geld beleggen in den grond, maar innerlijk ge heel vreemd staan tegenover den land bouw, is uit landbouwkundig zoowel als uit sociaal oogpunt, zeer verontrustend. De dikwijls absente eigenaar komt er toe den grond te behandelen zooals hij ge woon is andere rentedragende bezittin gen b.v. effecten te behandelen; bij int de pacht, zooals hij coupons incasseert. Op hem is Vondel's Wiltzangh toepasse lijk: „Wij zaaien noch wij maaien niet. Wij teeren op den boer." De pachtkwestie is een machtskwestie, waarbij de pachter vrijwel machteloos staat tegenover den sterkeren verpachter, zoodat nu de Overheid tussche-nbeide moet komen om den pachter te bescher men tegen mogelijk en deels ook feitelijk machtsmisbruik door den verpachter. En deze bescherming moet gegeven worden door het continuatie-recht, waardoor de positie van beiden meer gelijk wordt. Spr. meent, dat het continuatie-recht geëischt wordt door het algemeen belang, omdat het algemeen belang eischt de bescher ming van den pachter, aan wien een rechtspositie behoort te worden gegeven. Immers bet belang van de gemeenschap gaat parallel met dat van den eigenaar grondgebruiker, voor zoover het eigen dom betreft. Dit gemeenschapsbelang toch eischt -vdat de bodem, binnen de rentabili- teitsgrens, worde gebracht tot zijn hoogste productievermogen. Om hiertoe te komen zijn dikwijls kostbare verbeteringen noo- dig, waarvan de kosten eerst op den langeren duur worden goed gemaakt. De pachter, die de kans loopt om na een bepaald aantal jaren van den grond te worden verdrongen, voelt dus voor dei-' gelijke verbeteringen niets, tenzij hij ze ker is, dat hij ook vruchten zal plukken van deze moeiten en kosten. Bovendien zal de pachter geneigd zijn roofbouw te plegen. Door de productiviteit van den bodem op te voeren vermeerdert hij het aantal liefhebbers van dezen grond bij publieke verpachting. Iedereen wil goe den grond! De pachtwaarde wordt dus door zijn eigen toedoen opgevoerd. De zittende pachter zal dus geneigd zijn 'den grond, althans in de laatste jaren van zijn pachttermijn, te verwaarloozen. Iets wat allerminst in bet belang van de ge meenschap is. Hierbij komt nog, dat de vrijheid van den pachter contractueel van alle kanten wordt beperkt (b.v. verbod tot mest- of strooverkoop enz.), waardoor de pach ter zijn bedrijf niet zoo rationeel en intensief als mogelijk kan drijven. Mees tal zijn dergelijke bepalingen gemaakt ten voordeele en ter belangenbescherming van den verpachter. Doch ze zijn niet in het algemeen belang. Waar grondgebruik door den eigenaar (eigendom en bedrijf in een hand) èn van particulier èn ,van economisch èn van maatschappelijk en politiek stand punt de voorkeur verdient boven pachj, laat men dan trachten de pacht, voor zoo ver ze onmisbaar is, zoo te regelen, dat ze den eigendom in zoover nadert, dat de nadeelen aan de pacht verbonden na genoeg geheel worden opgeheven, waar door er niet langer tegenstrijdigheid be hoeft te bestaan tusschen de belangen van den pachter en het bolang van de gemeenschap. Spr. behandelt hierna een schema voor de wettelijke regeling van het continua tie-recht bij buur van landerijen, welke geresumeerd ongeveer op 'het volgende neerkomt. De pacht wordt van rechtswege be stendigd ten bate van den zittenden pach ter en bij zijn overlijden ten bate van zijn rechtverkrijgenden. Er moet een wet tige reden tot beëindiging der pacht zijn en deze redenen worden (in de pacht wet limitatief genoemd. De pachtprijs kan natuurlijk zonder meer niet verhoogd of verlaagd worden wil men den verpach ter niet een gemakkelijk middeltje in de band geven om de wet te ontloopen. Wil de verpachter de pacht doen ein digen of den pachtprijs verhoogen dan zal dit moeten gebeuren door een .on partijdige uitspraak van een zgn. Con tinuatie-commissie, welk spr. zich als een commissie ad hoe voorstelt, die gevormd wordt, hetzij door aanwijzing door ieder der partijen van één persoon, hetzij door aanwijzing van één persoon door de wil lige partij, en van een persoon door de in te stellen bevoegde Rijkspacht-com- missie in de plaats en uit naam van de onwillige partij. De beide aangewezen personen kiezen dan het derde, onpar tijdig, lid der Continuatie-commissie. De regeling is dus gebaseerd op de gedachte van verplichte arbitrage. Hier door wordt de verhouding tusschen pach ter en verpachter dus niet langer be- heerscht door .de macht, maar door het recht. De pachter krijgt dus een vast gebruiks recht. Zijn rechtspositie is geregeld. Hij zit niet langer op den schopstoel en kan dus zijn bedrijf rationaliseeren en inten- siveeren. Maar ook den verpachter geeft deze regeling, wat de verpachter eischen kan, n.l. een goed pachter en een redelijke pachtsom. In deze schetsregeling word( het vrije handelen der individuen niet belemmerd. Er is gelegenheid tot een vrije overeen komst, maar faalt deze en worden par tijen het niet eens, dan zullen scheids lieden het geschil beslechten. Verplichte arbitrage dus. Spr. behandelt hierna enkele bezwa ren, die tegen het invoeren van het con tinuatie-recht worden ingebracht. Het belangrijkste bezwaar is bet prin- cipiëele bezwaar, dat het continuatie-recht het eigendomsrecht beperkt Spr. komt tot de slotsom, dat, wat dii bezwaar betreft, het eigendomsrecht door het bier zelfs zeer sterke sociale element, dat het bevat, beperkbaar is; en wel door de gemeenschapsorganisatie. De gemeenschaps organisatie mag het recht van den grondeigenaar alleen fei telijk beperken, wanneer en voor zoover diens recht in .botsing komt met bet belang der gemeenschap, dat, zooals eer der al is aangetoond, gediend wordt met een betrekkelijk vast gebruiksrecht van den pachter. Behalve principiëel bezwaar worden er ook practiscbe bezwaren tegen aange voerd. Zoo meent b.v. de Christelijke Boeren- en Tuindersbo-nd, dat een wettelijke rege ling van het continuatierecht niet moge lijk is zonder daarmee tegelijkertijd de pachtovereenkomst op te beffen en het instituut van de pacht te verdrijven. Een meening, welke door .prof. Bordowijk ge deeld wordt. Dit bezwaar kan tweeërlei zin hebben. Ten eerste kan het beteekenen, dat de verhouding tusschen grondeigenaar en pachter in de nieuwe regeling den naam pacht eigenlijk niet meer zou verdienen. In wezen acht spr. echter alle kenmer-' kende elementen der pacht behouden. In de tweede plaats kan het beteeke nen, dat de beperking van de vrijheid van den verpachter hem er toe gou kunnen brengen den grond niet meer te verpachten en hem öf zelf in exploi tatie te nemen öf het bedrijf toe te ver trouwen aan een bedrijfsboer. Spr. acht ook dit niet waarschijnlijk. Heeft men niet gaandeweg bet aloude, onbeperkte eigendomsrecht van den grond reeds sterk beperkt? En is tengevolge biervan de grondeigendom soms verdwenen? Verschillende andere tegen het continu atie-recht aangebrachte bezwaren worden achtereenvolgens door spr. besproken. Geen van alle acht hij voldoende steek houdend om aan de invoering van een continuatierecht in den weg te staan. Dat de sociale samenstelling ten plattelande zal verstarren, zooals de Staatsoommis- sei-Pacht het uitdrukt, dat de persoon lijke verantwoordelijkheid van den pach ter te loor zou gaan, dat de aantrekke lijkheid van het grondbezit zal vermin deren of dat de verhouding tusschen pachter en verpachter zal verscherpen en ten slotte het bezwaar, dat de ver koopwaarde van den grond door het con tinuatie-recht zal dalen en de pachten verlaagd zullen worden, waardoor de grondeigenaar-verpachter, de grondeige naar-grondgebruiker en de hypotheekhou der zouden worden benadeeld, geen van deze bezwaren vindt spr. ernstig genoeg om niet tot het invoeren van continuatie recht over te gaan. Spreker vat daarna het voorafgaande samen in vijf conclusies, n.l.: 1. Het grondgebruik door den eigenaar (grond en bedrijf in één hand) verdient in bet algemeen èn van particulier èn van oeconomisch èn van maatschappelijk standpunt de voorkeur boven het grond gebruik door den pachter. 2. Het voornaamste aan het pachtstel sel, onder vigeur der thans bestaande wettelijke regeling, klevende gebrek is de tijdelijkheid van bet gebruiksrecht. 3. Het zooveel mogelijk vast maken van het gebruiksrecht van den pachter, waardoor de positie van den pachter die van den grondgebruiker-eigenaar nadert, -is een eisch van algemeen belang. 4. Het beste middel tot het vast maken van het gebruiksrecht van den pachter is de invoering van een wettelijk gere geld, voorwaardelijk continuatie-recht,. 5. De vraag of en op welke voorwaar den de pacht in een bepaald geval be hoort te worden gecontinueerd, moet be slist worden langs den weg van ver plichte arbitrage. Ce stand van fruit en tuingewassen. De Staatscourant bevat het volgende overzicht betreffende den stand van het fruit en de warmoezerijgewassen op 26 Augustus, dat onder .medewerking der Rijkstuinbouwconsulenten, samengesteld is naar gegevens, verstrekt door de oor respondenten der Directie van den Land bouw. Hoewel uit verschillende streken wordt melding gemaakt van tie nadeelige gevol gen van de droogte, waarbij in sommige gevallen zelfs sprake is van in ontwik keling ten achterblijven 'der vruchten en ontijdig afvallen der appels, zoo- stemmen de opbrengsten, respectievelijk oogstver- wachtingen, zoowel van peren als van appels alleszins tot tevredenheid. Appels zijn er echter nog 'belangrijk meer dan peren. Alleen de goudreinette is wat on regelmatig van dracht. Do druiven zijn voornamelijk in het Westland vrij sterk in stand achteruit gegaan; deze kan thans niettemin nog als goed worden aangegeven. In veel sterkere mate dan het fruit hebben de groentegewassen, vooral kool en boonen, van de droogte geleden. De stand van de witte kool bleef vrij goed, roode en savoye kool zijn nog achter uitgegaan; deze staan thans matig. De bloemkoolteelt is op verschillende plaat sen door ziekte vrijwel geheel mislukt. De stand van tomaten en augurken is verder goed, van prei, schorseneeren en boonen vrij goed en van de pootuien matig tot vrij goed. Samenvatting. Leidt men nit de opge geven cijfers, met inachtneming van den omvang der teelt in de verschillende stre ken, het cijfer af voor het geheele land, dan verkrijgt men het volgende resiütaat, waarbij het tusschen haakjes geplaatste cijfer aangeeft hoe de stand was op 26 Juli j.l. 73 (67) 61 (57) 72 (81) Perziken (onder glas) 70 (72) (natuur) 60 (51) 74 (74) Witte kool 60 (59) 52 (55) 53 (59) 46 (58) Pootuien 56 (56) 61 60 70 (72) Boonen 61 (67) Door de correspondenten wordt de stand opgegeven in cijfers waarbij 100 uitmuntend, 90 zeer goed, 70 goed, 60 vrij goed, 50 matig, 40 vrij slecht, 30 slecht en 10 mislukt Stijgende loonen in den landbouw. In verschillende dorpen en gehuchten in het Oosten en midden van Drenthe worden, naar het Alg. Nederl. Landbouw blad meldt, in den laatsten tijd collectieve arbeidscontracten afgeslolen, .waarbij de uurloonen over 't algemeen met c.a. 10 pet zijn verhoogd in vergelijking met het vorige jaar. van 29 Aug. tot 5 Sept. 1929. VLISSINGEN, OndertrouwdL. A. Vigne, 24 jaar «n V. E, P. (Debrae, 23 jaar. A. N. Meijer, 28 jaar on J. C. Stoutjesdijk, 25 jaar. A. Staxreveld, 24 jaar en Di. A. Bogord, 26 jaaf. S. Rij'beboer, 25 jaar en W|. J. J. Romijn, 26 jaar. S. Clarisse, 23 jaar en J. de Ridder, 22 jaar. Getrouwd: J. N. de Lege, 26 jaar en M. Muller, 20 jaar. Bevallen: S. Keersseraieeokers, geb. Meeir- man ,d. J. van Beers, geb. de Ridder, 2 d_ Wi. Belger, geb. den Boer, d. C. Meijers, geb. M-oliufste, z. Overleden: P. Aamoutse, wed. van J. Wou- terso, 69 jaar. B. de Groot, vrouw van 11. Koetje, 34 jaar. J. Spinnaaij-, man van J. A. Feft, 78 jaar. Th. C. do Kok, wed. van W. lluijbregts©, 72 jaar. K. D. Zandee, vrouw van W|. de Voogd, 34 jaar. N. Co-melisse, vr. van P. Melis, 42 jaar. (Vliss. Crt.). SOUBURG. Ondertrouwd: Willem Adriaan- se, 30 jaar en Lourina Vreeke, 20 jaar. Getrouwd: Leendert Oranje, jm. 27 jaar en Josina Clasina Brombacber, jd. 22 jaar. Marinus Petrus van Hese, jm. 23 jaar en Hedwiga Maria van Dongen, jd. 21 jaar. Geboren: Boudewina Catharina, d.v. Jaco bus Strijd 'en Jacomina Cornelia Daamen. Maria, d. v. Cornells Janse en Martina Po-ppe. Dina Pieternella, d.v. Willem Theune ein Adri- ana Job se. Overleden: Neelijf Cornelisse, 42 jaar, vr. van Pi-eter Melis. van 30 Aug. tot 6 S-ept. 1929. IERSEKE. Ondertrouwd: Foo-rt de Klerk, jm. 21 jaar te Katteudij'ke ou Jannetje Janna Huige, jd. 23 jaar. Geboren: Ari-e Cornelis, z. v. Thomas Edu- ard Zoeteweü en Cornelia Koeter. Annanias Jacob, z. v. Jacob de Wee en Jannetje Maria Maghielso. Overleden: Cornelis, 7 jaar, z. v. Marinus D-ingemis van Oeveren (overl.) en Leuntje Adriana Verboom. Over de maand Augustus. 's HEER ABTSKERKE. Geboren: 13, Corne lis, z. v. Leunis Meeuwsen en Maria Jozina Megjaard. 20, Jan, z. v. Job Smits en Johanna Vermu-e. KLOETINGE. Gehuwd: 8, Willem August Pieter de Kramer, 27 jaar jm. te Ellewoutsdijli en Maria Geertruida Molhoek, 29 jaar jd. 22, Willem van Dullemem, 26 jaar jm. ta Goes en Maria Cathariiia Kik, 26 jaar .jd. Geboren: 5, Geerard, z. v. Stolfel van dei Plasse en Neeltje Hollestelle. 9, Albertha Ja- koba, d. v. Jacob Quiriaus Cornelis Lenshoek en Ella Frouwina Dusse-ldorp. Overleden: 19, Adriana de Jonge, 56 jaar, ongeh. WISSENKERKE. Geboren: 22, Jan, z. v. Adriaan de Smit en Jerina de Jonge. 22, H-endrik Adriaan, z. v. Jacob lzaak Leender- se en Pieternella Maria B-reure. 26, Jan Ma rinus, z. v. Pieter Verburg en Cornelia Maria Haringman. 28, lzaak Daniël, z. v. Abraham Jan van der Moere en artina Dina Sandee. 31. Adriana Kornelia, d. v. Johannes Lansen en Adriana Wïskerk-e. Overleden: 1, Francina Catharina Adriana Pijl, 86 jaar, wed. van Marinus Meulblok. WESTKAPELLE. Ondertrouwd: Pieter Schets, 29 jaar, te Vlissingen en Maria de Pag- ter, 23 jaar. Jan Lievense, 27 jaar en Jo hanna Westerbeke, 21 jaar. GetrouwdLourus Lous, 25 jaar en Ka- tharina Maria Brasser, 21 jaar. Adriaan Hu>- bregtse( 23 jaar en Neeltje Gabriëlse, 22 jaar. Geboren: Cornelis, z. v. Huibregt Heij't en Janna Jozina Nieuwenhuize. Pieter, z. v. Jan Westerbeke en Maria H-endrikse. Pieternella, d. v. Janis van Rooijen en Adriana Flipse. Johanna WiUetmina, d. v. Janis Roelse en Komelia Minderhoud. Overleden: Pieter, 9 mud., z. v. Maarten Peene en Hendrika Faasse.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 6