DE ZEEUW RIKA ADA a lijn IdIr - Rotterdam derde blad. Star, Bravo, It tijdig. nnenkamer. 89 -SNEEK E WEIDE m Uit de Provincie. ierk M.V.R. het pachtvraagstuk. Gemeenteraad van Vllsslngen. MIJNHARDT'S Hoofdpijn-Tabletten 60 <>t Laxeer-Tabletten 60 Zenuw-Tabletten 75 ot Staal-Tabletten 90 c* Maag-Tabletten 75 ct de geschiedenis van de breede watering. I atenschap van den itig woord de dui- cken groote scharen Zijn taal is onver- vaak onbegrepen :gels die we uit het voorbij zijn, is het >n kalmte van den en der ondergaande 3, waar de mensch enschap te oefenen, lelde in het Paradijs re van stille afzon- aald, een ure van jw over ontelbare ringend kwaad i den dag, trekt de or de glans Zijner >ns en des avonds jen van den Orion In vele huis- vondgebed gemak enten van ons Israël óórdat wij ons ter >ns Hem smeeken n ons in veiligheid het doel van dit rnnen wij het weer zal vlot verkocht irplaatsen, zéér bij- vas mij wonderlijk'', 21. „Bij de zee is dood", Hoogl. 8 6. is de nacht Uwe", verlost", Jer. 8 20, n, voor de binnen- en schitterend als g gul en vlot alléén i, wij geven er nog iij. rhtverhaal speelt in >og gaan de bange n achtergrond zien uw, die een adeldom langrijpend 1 Gr. fr. ;ing, met aanteeke- oot De getrouwe ïeid. De Hanen- In de Scheepskooi, heid. Nog vele ge- loekt. Niemand late 150 bladz., in geïll. voor in de plaats denkingen, o.a.De eft mij verlaten, enz. laats van Bunjan d verhaal uit donker pt u aan. Kris wordt ordt „als een brand- jekost 1 Een pracht- dat het alleen Er is flinke voor- groot zijn. Zend trmelding „Aanbod egrijpt op." tér ZICH TOT DE hare Agenten te verbinding). gt en iditie. VAN ZATERDAG 31 AUG. 1929. No. 201, Aan een beschouwing van Dr van Rhijn in de „Nederlander" over het pachtvraag stuk is het volgende ontleend: Er zijn menseden, die het pachters- vraagstuk heelemaal niet zoo ingewik keld vinden. De groote klacht is, dat de pachter een te hoogen prijs moet betalen. Welnu zoo zeggen zij dan ligt de op lossing voor de hand: laat de Overheid den pachtprijs vaststellen, dan kan, waar noodig, verlaging worden aangebracht. Dit voorstel lijkt op het eerste gezicht zeer aannemelijk. Het is dus begrijpelijk dat de gedachten in de eerste plaats die richting uitgaan. Toch blijkt bij een nadere beschouwing, dat dit voorstel, dat oppervlakkig gezien zoo aantrekkelijk lijkt, ernstig moet.wor den ontraden. Stellen wij ons den practi- schen gang van zaken eens voor. De Overheid zal de pacht moeten vast stellen. W$3 is in dit geval de Overheid? De gedachten gaan daarbij in de eerste plaats uit naar de rechterlijke macht, wier onpartijdigheid algemeen boven verdenking staat. Maar dan rijst al dadelijk dit bezwaar, dat de rechter in landbouwzaken geen deskundige is. Wanneer het er op aankomt de waarde van een stuk grond te schatten, dan moet men toch zeker iemand laten oordeelen, die in het bedrijf volkomen thuis is. En dat is de rechterlijke macht niet. Men zou kunnen trachten aan dit be zwaar tegemoet te komen door voor dit geval eenige pachters en eenige verpach ters als adviseurs aan de rechterlijke macht toe te voegen. Dit zijn volkomen deskundig. Inderdaad. Maar hun ont breekt weder de noodige o n p a r t ij d i g- h e i d. En daarom kan ook deze oplossing geen uitkomst brengen. Maar wij gaan verder en nemen een oogenblik aan, dat er wel een college is te vinden, dat tegelijs deskundig èn onpar tijdig is. Nu moet het college een prijs be palen. In het vrije verkeer is voor een stuk land een pacht van b.v. f 190 per H.A. te bedingen. Maar het college vindt dit te hoog en stelt b.v. een prijs van f 170 vast, Bij dezen lageren prijs is, in verband met het groote gebrek aan goeden cultuur grond, het aantal gegadigden natuurlijk zeer groot. Tal van boeren bieden zich bij den grondeigenaar als pachter aan. De grondeigenaar zal uiteraard zijn grond het liefst zoo voordeeli'g mogelijk verhuren. Elk der adspirant-pachters, die dit weet, zal door in geld te waardeeren beloften trachten de keuze juist op h em te doen vallen. Wat kan de Overheid er tegen doen, wanneer de pachter den grondeige naar eenmaal per jaar, behalve de pacht som, nog een extra-bedrag thuisstuurt? Daar kraait geen haan na. Zeker, wanneer de pachter zijn belofte breekt, dan heeft de grondeigenaar geen mogelijkheid om het extraatje ge rechtelijk in te vorderen. Maar afgezien van het feit dat maatregelen, die het bre ken Tan beloften in de hand werken, wei nig aantrekkelijk zijn heeft de grond eigenaar dan nog wel andere midde len om den pachter het leven zuur te ma ken, b.v. door de pachtovereenkomst zoo- dra mogelijk te beëindigen. De pachter moet dan weer van voren af aan beginnen. Ook de ervaring waarschuwt ons dezen weg niet in te slaan. In de crisis jaren hebben wij een soortgelijken maat regel gekend bij het vaststellen der huis huur. De huurcommissie was in eersten aanleg het orgaan, dat de huur van wo ningen bepaalde. In de b ij z o n d e r e omstandigheden, waarin wij toen leefden, was die regeling t ij d e 1 ij k ab soluut noodzakelijk. Maar toch, tot welk een misbruiken heeft zij niet geleidl De herinnering aan sleutelgeld en andere trucs, die ruimschoots toepassing vonden, liggen ons nog versch in het geheugen. Bovendien biedt het p a c h t-contract nog veel meer mogelijkheid voor dergelijke ontduikingen dan het huur contract. De extra, toezegging, welke de huurder eener woning moest doen, bestond veelal in het geven van geld. De pachter daarentegen kan ook extraatjes geven in allen moge lijken anderen vorm. Wie verhindert den pachter den grondeigenaar ieder jaar een zekere hoeveelheid aardappelen, kaas of vleesch thuis te sturen? Immers nie mand. Doordat de verhouding tusschen grondeigenaar en pachter meer en meer wordt gecommercialiseerd, verzakelijkt, gaat het zenden van een kaasje of een pa trijs uit de mode. Maar wie zou durven voorstellen het geven van dergelijke ca deautjes geheel te verbieden? Toch is dat noodig, wil men voorkomen, dat die ge schenken de plaats innemen van een surplus op den pachtprijs. In de gisterenmiddag gehouden vergade ring van den gemeenteraad van Vlissingen ■waren mej. Meyer en da bee® Wesseling met kennisgeving afwezig. Ingekomen waren verschillende ver- zoeken om financieelen steun van de gameente, die öf by de begrooting zul- l«n worden behandeld waarover B. W. praeadvies zullen uitbrengen. Aan de hoeren A. Blok en J. J. Schrier werd eervol ontslag verleend sis leeraar aaa Avondschool voor N.O. By de benoeming van drie leeraren aan die school maakte de heer H u s o n aanmerking op de eerste voordracht, die voor leeraar in de wiskunde en be staande pit de heeren G. Vriend, T. Bak ker en D. P. Meyler. Als regel stemt spr. op no. 1, maar nu zal hij op no. 3 stemmen, die zeker bekwaam is en één akte meer heeft, alleen heeft hij nog geen ervaring, maar men moet hem ge legenheid geven die te krijgen. Het kan toch in iedeor geval één jaar met hem geprobeerd worden. De heer Van Westen, wethouder van onderwijs, zegt, dat de candidaiat Meijler zeker een acte meer heeft en hij voelt wel iets voor de redeneerimg van den heer Huson. De heer Berger: dan breekt D uw eigen voordracht af. De voorzitter zegt, dat de direc teur, de heer de Wilde, de voordracht zoo opmaakte en de inspecteur zich daar mede vereenigde. De heer M. Laernoes zegt, dat B. en W. als regel zooveel mogelijk iemand voordragen die een hoofd van een tak van dienst het liefst heeft. Heit is moeilijk daarvan af te wijken. De heer de Ridder meent, dat'ieder toch eenmaal moet kunnen beginnen. De beer Harts zegt, dat mem niet moet vragen welken persoon men 'be noemt, maar w"ie bet beste voor Tiet -onderwijs is. En men moet ook waken voor te veel kennis. De heer de Me ij begrijpt de boudinlg van den wethouder van onderwijs niet. De voorzitter meent, dat alle voor- gedxagenen voldoende bekwaamheid heb ben. De heer v. Westen zegt alleen te hebben' opgemerkt, wel in den gedach- tengang van den heer Huson te kunnen inkomenv maar niet zijn eigen voordracht te willen verlaten. De heer Huson zegt, dat er geen afspraak is bij zyn fractie by kent Meijler niet eens, maar gaat Blf op de stukken. De heer Harts vraagt hoe de heer Huson dan yr&sk dat Meyler nog geeni betrekking heeft. De beer Huson zetgt, dat dit toch be kend was. De heer "Berger: dat zijn halve leu gens. De heer Huson1 zegt zich niet met leugens op te houden. De heer de Ridder gegt, dat het wel degelijk in 'de stukken staat, dat Meyler nog geen betrekking heeft. Hierna wordt gestemd. Bij de eerste stemming Verkregen de heeren Vriend 5, Bakker 7 en Meyler 5 stemmen, bij de tweede vrije stem ming resp. 4, 8 en 5 en bjj de her stemming werd de heer Meyler gekozen met 9 tegen- 8 op den heer Bakker. De heer Berger meent te mogen vast stellen, dat de wethouders nu de voor dracht geheel hebben losgelaten. Hy zegit geen vertrouwen meer te hebben ïn het college van B. en W. wat betreft bet opmaken van voordrachten. Tot leeraar in het lijn- en machime- teekenen werd benoemd de heer J. M. Kuyper met 14 stemmen, tegen 1 op den heer J. H. A. Mol en 2 blanco en tot leeraar rechtlijnig en bouwkundig teeke nen de heer S. Nederlof met 15 stemmen en 2 blanco. By het voorstel inzake flOOO subsidie aan de N.V. Stoomtram Walcheren, maak te de heer R o r ij e de -opmerking, dat men bij die maatschappij wel eens eigen aardig doet, men stopt te Koudekerks één wagen voor Vlissingen vol menschem, terwijl er materiaal genoeg aalnwezig is. De voorzitter zal de klacht over brengen. By het veTleenen van ontheffing aan de firma F. Wibaut en Zn, en de Gasfa briek voor bet beryden van enkele ver boden straten, meende de heer Polder man, ^dat het zeer gewenscht is, dat de bepalingen inzake het verkeer eens grondig herzien worden, want zij zyn nfü 'zftpf verward en zelfs de niet de uitvoering er van belaste personen kun nen er geen weg mede. De voorzitter zegt, dat deze zaak ieder jaar in de Oommissie van Strafver ordeningen komt, waarin de heer Polder man zélf zitting heeft. Trouwens de re geling is in den raad van alle kanten bekeken en men moet zich aan de voor schriften houden. By de voorstellen tot grondverkoioip kreeg de heer Berger van den wethouder van openbare werken de toezegging dat aan' de van Dishoeckstraat geen grond meer zal worden toegezegd alvorens plan nen tot ruiling van grond met het ryk (het sportterrein) zyn afgehandeld. Deze en alle andere reeds vroeger ver melde voorstellen werden, zonder verdere discussie of h. st. aangenomen. Rondvraag. De beer B erger krijgt toestemmend antwoord op zijn vraag of de raad inzage zal krijgen van de voorwaar den voor gebruik der Coöperatieve slachtplaats. De beer van Oorschot vraagt of B. en W. reeds de mogelijkheid van bet ook ta Vlissingen optreden vaal alastrim ondeT de oogen hebben gezien; alleen de barak in net St. Josephziekenhuis is niet voldoende, men moet vooruit maat- flen nemen. 'e voorzitter kan mededeelen, dat reeds 4 maanden geleden met den com mandant der Marine is overeengekomen, dat het Militair Hospitaal in de Paiarden- straat zal worden ingericht voor barak. Dit geschiedt en zou onverhoopt ook voor alastrimgevaJlen goed kunnen zyn. Aan den heer Andriessen werd mededeeling toegezegd van de stukken in zake aanbesteding van rüwielen, omdat de hees Andriessen pieende, -dat het joiet goed was die te gunnen aan op een na den minsten inschrijver. Ditzelfde lid liet ook nog een klacht hooren over te weinig muziekuitvoerin gen in het Bellamypark. Daarna sluiting. Bij Apoth. en Drogisten KONINKLIJKE ONDERSCHEIDINGEN. Ter gelegenheid van den verjaardag van H.M. de Koningin werden o.m. de volgende onderscheidingen, toegekend Benoemd tot Mi nister van Staat H. Colrjn, lid van de Eerste Kamer, der Staten-Generaal, oud-minister van financiën. tot grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau: Dr H. W. A. D e t e r d i n g, wonende te Ascot (Berks), directeur-generaal der Ko ninklijke Nederl. Maatschappij tot Ex ploitatie van Petroleumbronnen in Ned.- In-dië; tot commandeur in de Orde van Oranje-Nassau: Prof. Jhx Mr W. J. M. van E.ysinga, hoogleeraar aan de rijks-universiteit te Leiden en Mr J. Limburg, voorzitter van de staats commissie tot wegneming van onjuist heden en aanvulling van leemten in de Nederlandsche burgerlijke wetgeving; tot officier in de Orde van Oranje- Nassau: Dr K. Dijk, predikant by de Geref. Kerk te 's Gravenhage J- H o b m a, tweede voorzitter der ver- eeniging van Christelijke Onderwijzers èn Onderwijzeressen in Nederland en Over- zeesche Bezittingen te Utrecht; A. J. da Co sta, bestuurslid van pM- lantropische instellingen te Amsterdam; tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau J. de Visser, predikant bij de Nederduitsch-Hervormde Gemeente te Middelburg P. Eras mus, lid der Provinciale Staten van Zeeland en burgemeester der gemeente Oostburg; M. van der Beka Callenfels, secr.-penningmeester en commandant der burgerwacht te Vlissingen; J. Bernard, directeur van "het Rijks opvoedingsgesticht te AvereeBt; Ds J. A. Verhoogh, lid van het algemeen bestuur van de Centrale Ver eeniging voor den opbouw van Drenthe; te Klazienaveen; G. J. Droste Jr, directeur der Ca cao- en Chocolade-fabriek Droste en Co te Haarlem; J. Q u i s p e 1, te Rotterdam, hoofdbe stuurder van den Nederl. Bond van Ghr. Fabrieks- en Transportarbeiders; D. B. Starrenburg, zendeling- leeraar der Utrechtsche Zendingsvereeni- Sing te Miei, afdeeling Noord Nieuw- •uinee, met buitenlandsch verlof; J. Haverkamp, voorzitter van de afdeeling Overijssel van den ChriBtelyken Boeren- en Tuindersbond, te Kampen; A. A. Zwaan J r, secretaris van de afdeeling N.-Holland van den Chr. Boe ren- en Tuindersbond, te Enkhuizen; J. Gras, oud-directeur der Christe lijke Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen te Gorinchem, wonende te "'s Gravenhage; G. van Zeggelaar, hoofd eener Chr. lagere school te Ransdorp; tot commandeur in de Orde van Oranje-Nassau: O. M. F. Haffmans, lid van de Eerste Kamer der Staten- Generaal, voorzitter van de reorganisatie- commissie inzake inkrimping van de rjjksbemoeiingen op het gebied van den landbouw. tot ridder in de Orde van den Ne- derlandschen Leeuw: Mr A. A. de Veer, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal te Middel burg Dr A. van Voorthuysen, inspec teur van het buitengewoon lager onder wijs te Utrecht; M. J. vanAlphende Veer, inspec teur van het nijverheidsonderwijs te Den Haag; Dr J. H. Holwerda, directeur van het Rijksmuseum van Oudh. te Leiden; Prof. dr A. H. de Hartog te Am sterdam; de Jeger- en vlootpredikant In alge- meenen dienst D s H. Janssen; P. Th. H. M. Dobbel man, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal te Nijmegen; J. G. Suring, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te Maarssen; mej. J. Westerman, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te 's Gravenhage; mr P. Droogleever Fortuyn, burgemeester der gemeente Rotterdam B. Wilton te Voorburg; tot officier in de Orde van (Jranje- Nassau: jhr mr dr W. A. J. Snouck Hurgronje, griffier der Staten van Gelderland te Arnhem; mr J. Djjekmeestar, burgemeester der gemeente Zutphen; Dr J. A. ,Adriani, secretaris van den Armenraad te Utrecht; P. L. de Gaay Fortman, voorzitter der Dew. Landst. Com. „Dordrecht". Toegekend: de eere-medaille, ver bonden aan de Orde van Oranje-Nassau: in zilver aan: 7. Vijverberg tó Bruinis se; J. van de Graaf, oud roonnaa-lanld- arbeidar te Poortvliet; in bron» aan: J. F. Cappendyk, landarbeider te Hontenisse P. de Dal ie, landarbeider te Honte nisse; D. W i e 1 e m a k e r, tuinman 'op de plaats Moesbosch te Koudekerks; C. Kaashoek, veldarbeider te St. Annaland; den rijkswerkman (magazijn-oppasser) J. Maar ten se, van bet garnizoens- kleeding- en nachtlegermagazijn te Mid delburg; in goud aan: J. Polderman Jzn., te Wemeldinge, oud-sluismeester by den rijkswaterstaat; By Kon. besluit is de volgende titulaire rangsverhooging verleend: de titulaire rang van ochout-bij-nacht Het bestuur van een Geref. Schoolvereen. contra den Ge meenteraad. Aan het Kon. besluit van 10 Juli, betrekking hebbende op het beroep, ingesteld door het Bestuur der Vereeniging voor bijzonder lager onder wijs op gereformeerden grondslag t© Vee- re, tegen bet besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland, van 1 Maart 1929, no. 9, 1ste afdeeling, tot ongegrondver- klaring van zijn beroep tegen het besluit vau den Raad der gemeente Veere van 18 Januari 1929, voor zoover daarbij af wijzend is beschikt op bet overeenkom stig artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 ingediend verzoek om beschikbaar stelling van gelden voor de aanschaffing van diverse leermiddelen ten behoeve van de bijzondere school dier Vereeni ging, Kapelstraat na 46, aldaar, is het volgende ontleend Den Raad van State, Afdeeling voor de Geschillen van Bestuur, gehoord, ad vies van 19 Juni 1929, no. 435: Overwegende, dat de Raad der gemeen te Veere bij besluit van 18 Januari 1929 aan bet bovengenoemde schoolbestuur zijne medewerking beeft verleend voor de aanschaffing ten behoeve van ^ijne school van twee schoolkaarten, doch af wijzend beeft beschikt op het verzoek van dat schoolbestuur tot het verstrek ken van gelden voor de aanschaffing ten behoeve van zijne school van de volgen de leermiddelen: atlassen en leerboekjes „Luinge en Stegeman", leerleesboeken Cremer en Ligthart: „Op de fiets door Nederland", „Ons letterkaartje' voor het Schrijfonderwijs", van Weeren: „Teeken voorbeelden voor bet teekenonderwys" en van Wageningen: „Ons Rekenboek" (aanvulling); dat de gemeenteraad daar bij heeft overwogen, dat het thans welis waar ingevolge Ons Besluit van ?0 Sep tember 1928 (Staatsblad no. 376) mo gelijk is voor de aanschaffing van leer middelen zoowel krachtens artikel 72 als krachtens artikel 101 der Lager-onderwijs wet 1920 gelden beschikbaar te stellen; dat het echter noodzakelijk is een schei ding te maken tusschen de aanschaffing van leermiddelen van gewonen en bui tengewonen aard; dat onder do aanschaf fing van leermiddelen van. buitengewo nen aard gerekend kunnen worden de aankoop van: ten Have: Nieuwe school- kaait, en Prop: Schoolkaart voor Neder land voor het aardrijkskundig onderwijs; dat de overige leermiddelen niet kunnen geacht worden te behooren tot de buiten gewone leermiddelen, doch gerekend moe ten worden tot die, waarvan redelijker wijze mag worden gevorderd, dat zy uit de jaarlijksche vergoeding, bedoeld in ar tikel 101 der Lager-onderwijswet 1920, worden betaald; Overwegende: dat artikel 72 der Lager- onderwijswet 1920 aan het bestuur eener rechtspersoonlijkheid bezittende instelling of vereeniging de bevoegdheid geeft aan den gemeenteraad de gelden aan te vra gen, benoodigd voor de aanschaffing van nieuwe schoolmeubelen, de leer- en hulp middelen daaronder begrepen; dat onder leermiddelen, in deze wetsbepaling be doeld, mede zyn begrepen schoolboeken; dat de bewoordingen van het wetsartikel geen aanleiding geven, om onderscheid te maken, naar gelang het betreft een partiëele aanschaffing, aanvulling van den bestaanden voorraad of aanschaffing ter vervanging van oude methoden en van middelen, welke niet meer gebruikt kun nen worden; dat moet worden aangeno men, dat (Ie aanschaffing van de leer middelen (waaronder schoolboeken), waarvoor de gemeenteraad da gelden heeft geweigerd, de normale eischem, aan het geven van onderwys aan de onder havige school te stellen, niet te buiten gaat; dat dus de aanvrage steunt op artikel 72 der Lager-onderwyswet 1920; dat, nui aan de vereischten van artikel 73 der wet is voldaan, de door het school bestuur gevraagde medewerking voo-r de aanschaffing van de bovenbedoelde leer middelen door den gemeenteraad had be hooren te zyn verleend; Gezien de Lager-onderwyswet 1920; Hebben goedgevonden en verstaan: met vernietiging van het besluit van den Raad der gemeente Veere van 18 Januari 1929, voor zoover daarby af wijzend werd beschikt op de aanvrage van bovengenoemd schoolbestuur, en van het besluit van Ged. Staten van Zeeland van 1 Maart 1929, no. 9, 1ste Afdeeling, te bepalen, dat de gemeenteraad alsnog aan bet schoolbestuur de gevraagde mede werking tot de aanschaffing van leer middelen behoort te Verleenen. Driewegen» De raad detzier gemeente vergaderde Donderdag 29 Aug. De onder- wylaersypniug werd wederom' voor 1 jaar verhuurd aan het hoofd der school voor I860 per jaar. Vastgesteld werd! een in structie voor den bouwkundigen opzich ter. In de begropting der gemeente over den 'dienst 1929 hadden enkela wijzigin gen plaats. De armenbegrooting voor 1930 werd aangehouden. Gevraagd zal worden aan het armbestuur om' de bijdrage in de jaarwedde van den gemeente-genees heer nog 1 jaar v.oor rekening van hun bestuur te nemen, en verder om enkele met name aan te duiden bezuinigingen te treffen. De gemeentebegrooting voor 1930 werd vastgesteld in ontvang en uit gaaf élk op 'f21.070.70. Ovezand. De Raad vergaderde Vrydag. Aanwezig de voorzitte-r, 6 leden en de aan den gepensioneerden kapitein ter zee W. B. K. Boom. secretaris. Afwezig dhr D. v. d. Dries met kennisgeving. Aan de burgerwacht en de vrijwillige landstorm werd een subsidia toegekend elk ad f25 voor een te hou den schietwedstrijd. Besloten werd drie perceeltjes grond wederom voor 5 jaren te verhuren. "De beigrooting vo,or 1930 werd vastgesteld in ontvang en uitgaaf elk op f31.056.10V2. Tholen. Terwijl de zoon van den vis- sch-erijpolitie-opz. Berrevoets bij den land bouwer Kodde alhier aan het appels- pluk ken was, viel hij onverwachts van een 'n 40 sporten h-ooge ladder. Onder hevige p-ijlnen is hij direct per auto naar het ziekenhuis te Bergen op Zoom vervoerd, waar een gecompliceerde beenbreuk we-rd geconstateerd. Zierikzee. De afd. Zierikzee van „Pa trimonium" kwam Donderdagavond in vergadering bijleen ter bespreking van de aigenda van de op 10 en 11 Sept. an te Groningen te houden alg. vergadering. De vergadering stond onder presidium van dhr W. de Kam, die de besprekingen met een ko.rt woord inleidde en daarby! wees- op de belangrijkheid' der algemeene vergadering. De diverse voorstellen wer den achtereenvolgens behandeld. Ten aanzien van bijna alle voorstellen ken men zich vrywel geheel met het p-rae- adviesi van bet Verbondsbestuur .vereeni gen. Met betrekking tot het voorstel Bedum, om de aansluiting van de landelijke af- deelingen te vergemakkedyfcen door een (meer) progressieve regeling inzakede heffing van contributie, werd besloten dit voorstel te steunen en het belang dat onze afdeeling daarb-ijl heeft ter kennis te brengen van het Verbondsbestuur. Voorts triok voor onze afdeeling de bijt zonde-re aandacht de te houden inleiding van br. J. Hollander, over het onderwerp „Patrimonium op het platteland". Aange zien met het oog op de ongunstige reis gelegenheid geen afgevaardigde vanwege onze afdeeling werd aangewezen, werd besloten een schrijven te richten aan het Verbondsbestuur, waarin onze meening met betrekking tot dit onderwerp- zal wor den uiteengezet, alsmede de vraag zal worden gesteld, welke de taak voor onze afdeeling is in de naaste toekomst. Nadat nog enkele interne aangelegen heden het vereenigingsleven betreffende waren behandeld, werd deze gezellige ver gadering met dank aan 'God gesloten. Tot afgevaardigde van de vergadering van het Gewest-Zeeland werd1 benoemd dhr A. v. d'. Woes-teijhe. Zooals men weet verliest de opkomst der Breede Watering, oudtijds bij verkor ting soms wel Breede of 't Bree geheeten, zic'h in den nacht der tijden; zelfs de ouderdom der jongste -deelen ontsnapt aan alle gissingen en is onmogelijk te schatten. Er wordt wel eens beweerd, dat het 'begin der Watering is -te stellen op 800, maar dit getal hangt in de lucht, 't berust op reine fantasie en verder op niets. In een document, afkomstig uit ongeveer half de 16e eeuw, wordt gezegd, dat „die dijekaige van bewesten lersicko groot omtrent 22000 gemet. de eenige en principale oorspronck ende beginsel is van sijne Mats eijlandt van suijt beverlandt", maar of zulks waar dan wel fictief is, valt hij gemis aan eenig nader bewijs niet uil te maken. De inhoud van vele oude stukken kan altijd maar niet direct voetstoots als waarheid worden aangenomen; alle mededeelingen zijn niet steeds achttien karaats en soms is zelfs wel eens een bedenkelijk percentage tarra aanwezig. Van de Watering in het grijs verleden is weinig bekend, Eerst in het laatst der 14e eeuw wijkt de lange donkere nacht voor de vale grauwe schemering, waarin nog wei nig valt waar te nemen; aarzelend en lang zaam breekt omstreeks 1500 de ochtend aan, doch 't is nog nevelachtig en alles is slechts onduidelijk en vaag te onderschei den. 't Verbetert allengs, de lucht klaart op en eindelijk wordt het helder en volop dag, doch inmiddels is het ongeveer 1600 ge worden. De stukken en losse mededeelin gen, betrektóng hebbende op de Watering vóór 1500, zijn voor zoover bekend is, uitermate schaarsch en dikwijls vaag en die uit de 10e eeuw zijn wel vrij talrijk, doch onvolledig. Uit een en ander kunnen we ons toch wel een beknopte schemati sche voorstelling vormen, al is het dan ook gebrekkig en met vele leemten, van het voorheen, 't Hierna volgende is wellicht niet in alle opzichten juist, doch 't geeft zoo goed mogelijk in 'tkort en in zeer ruwe trekken iets aangaande de oudste geschiedenis der Watering weer. Met een waarschijnlijkheid die aan ze kerheid grenst, mogen we op goede gron den aannemen, dat de bedijking van den polder niét ineens beeft plaats gehad, maar langzamerhand is geschied. De dif ferente deelen zullen In den beginne wel een zelfstandig bestaan gevoerd hebben met een eigen directie. Aanvankelijk ging vermoedelijk alles goed; uitgestrokte schorren lagen voor de dijken, die weinig of geen onderhoud vorderden, doch de

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 9