f Wasch rtiQL
Voor huis en hof.
Het Vrouwenhoekje.
Dammen.
Voor de Jeugd,
De Persil'Tnethode is de meest moderne waschmethode
t
7/T
Eenig Importeur E. Ostermann 8t Co"» Handel Mij., Amsterdam Fabrikantei Henkel Cie. A. G., Düsseldorf
Ons Zeeuwsch-Vlaanderen verkeert, wat
zijn ligging betreft, 'in een zeer ongun
stige positie. Aardrijkskundig is het eigen
lijk een deel van België. (Als nu een
Gadzantenaar even boos wordt, omdat
ik dat schrijf, verzoek ij: hem beleefd
geen boos ingezonden stuk er tegen te
schrijven, maar er op te letten, dat. ik
schrijf aardrijkskundig. Aan mijn
rasecht Nederlander zijn behoeft geen le
zer te 'twijfelen). Maar, wat zijn ligging
'betreft, hoort het bij België en het on
dervindt er allen last van, dat het van
het overige Nederland door een breeden
zeearm gescheiden is.
Nu1 was dat nog zoo erg niet, als er
van hoogerhand maar alles, wat moge
lijk was, werd. gedaan om dit groote on
gerief tot kleine afmetingen terug te bren
gen. Maar in dit opzicht worden we al
tijd maar weer gepaaid met beloften. Nu
zal men waarschijnlijk zeggen, dat wij
dan toch maar een fijne, dure ferryboot
hebben waar ritsen auto's tegelijk mede
kunnen worden vervoerd. Maar dit lijkt
mooier dan het in werkelijkheid is. In
de eerste plaats vaart deze boot niet
het geheele jaar door, maar moet van
tijd tot tijd uit de vaart worden genomen
om nagezien te worden, en dan moet
het verkeer met levensgevaar met de
andere booten gebeuren. Maar in de twee
de plaats is het met het vervoer per
auto met de ferryboot net eender, als
wanneer een arme jongen met een leege
maag voor "het raam van den bakker
staat te turen naar al de heerlijkheden,
die uitgestald zijn. Als ik aan dien armen
drommel zeg, wat is, dat daar fijn, dan
zegt liij, ja, Inaar niet voor mij. Zoo is
het ook met de ferry. Voor den handel
is hij absoluut niet bruikbaar, omdat hei
vervoer veel te duur is. Hot tarief is
voor „een niet al te groote vrachtauto
rond de 5 gulden voor 'één enkele réis.
Wil men dus goederen vervoeren, dan
is men alleen aan de vracht voor de
auto f10 kwijt. En dan komt daar nog
bij de vracht voor "de goederen. Nu is
wel aan een enkeTe organisatie vracht
vermindering toegestaan, maar dit is m.i.
heelemaal immoreel. Voor de dit jaar
opgerichte veiling in Terneuzen .is b.v.
een zeer beduidende reductie toegestaan
op het vervoer, maar de particuliere han
del kan hier niet van profiteeren. Zooals
ik reeds schreef in bovenaangehaaldeh
38en brief werd een 'fruitkweeker in ons
land van Cadzand eenvoudig naar deze
overeenkomst verwezen en gezegd, dat
hij zich maar in verbinding moest stellen
met genoemde veilingsvereeniging. Wig
nu iets weet van den strijd .tusschen
do veilingen en den yrijen handel voelt
het dwaze van dit schrijven. Er is een
heftige strijd tusschen veiling en vrijen
handel, ik wil hier nu niet verder op in
gaan, maar in dien strijd heeft een orga
nisatie als de Prov. Stoombootmaatschap
pij zich niet te mengen.
De Prov. Stoomboot is voor alle Zeeu
wen. Moet er bijgepast worden, dan moet
dit door alle Zeeuwen gebeuren. En nu
heeft bedoelde handelaar naderhand wel
bericht ontvangen, dat hij ook van die
voordeelige tarieven kon profiteeren, maar
dat is allemaal, vergeef me het woord,
gekonkel. Mijn buurman moet niet, om
dat er de Stoombootmaatschappij Zeeland
(vaart op Londen) tusschen zit, een voor-
deeliger tarief krijgen dan 'ik.
Eén tarief voor iedereen. Als een schip
per op Rotterdam nog eens scharrelt, om
dat een klant veel zeurt, tot daarentoe,
hoewel het niet in orde is, maar een
officieel lichaam als de Prov. Stoom
bootmaatschappij mag dit niet doen. En
ik heb de bewijzen, dat ze het wel doet.
Het wordt tijd, dat er nu eens een eind
aan komt en de maatschappij een tarief
vaststelt, waar niet mee gemasseld mag
worden. En ook een tarief, dat billijk is.
Als men 100 K.G. verzendt van Breskens
naar Vlissingen, betaalt men van wal
tot wal 60 ct., maar als men 10.000 K.G.
verzendt, kost het 100 X 60 ot. 60 gld.
Altijd volgens inlichtingen officiëel ver
kregen op het kantoor te Breskens in het
voorjaar. En verder moet men het maar
in Vlissingen vragen. Nu reken ik nog
maar alleen het vervoer van wal tot wal.
Dan moet men er nog zelf bij zijn. Moe-
den do goederen nog geladen en gelost,
dan wordt het nog een beetje erger. Het
logisch gevolg is, dat men eenvoudig al
leen vervoert per Provinciale, als men
niet anders kan.
En nu is er al verscheidene malen be
loofd, o.a. 'ook in de Kamer van Koop
handel in Terneuzen, dat er een goed-
kooper tarief, ook voor reizigersvervoer
komt, maar het komt maar niet.
Het eerste, dat de handel vraagt, is
dat de boot wordt opgenomen in het
wegenplan. Wij, Zeeuwsch-Vlamingen, be
talen ons blauw aan wegenbelasting en
kunnen er maar enkele kilometers van
gebruik maken. Men heeft nauwelijks den
voet op het gaspedaal gezet, of men
staat voor de Schelde. Een Hollander,
die een geheelen dag kan rijden, betaalt
evenveel als wij, overkanters. Dat is een
onbillijkheid, die „kon worden weggeno
men door de ferry eenvoudig te beschou
wen als een onderdeel van het Rnks-
wegenp.lan.
'Het tweede, dat wij vragen, is een goed-
kooper tarief voor het goederenvervoer,
vooral bij grootere partijen. Breskens
Vlissingen, 20 minuten varen, is nu net
2 maal zoo duur als Breskens'Rotter
dam.
Het reizigerstarief is ook niet goedkoop,
maar, al kon er wel wat af, dat is toch hei
ergste niet. Het voordeel, dat men er mee
zou bereiken, zou, enkele gevallen van rei
zigers, die er veel gebruik van maken,
uitgezonderd, slechts een luttel bedrag
vormen, een kopje koffie minder en 'tis
in orde. Maar het voornaamste is het goe
deren- en autovervoer.
En nu zou ik willen, dat wij, Cadzante-
naars, eens aanpakten. Onze natuur is om
in stilte of zoo onder elkaar te mopperen
van: 't is toch zoo diere, of: 't is toch un
schandaol, maar de verschillende organi
saties op handels-, land- en tuinbouwge
bied moesten de hoofden nu eens bij elkaar
steken en probeeren of er in Middelburg
voor ons landje van Cadzand niet iets te
bereiken is te dien opzichte.
Wie van nabij' de „vlasgeschiedenis" van
ons Zeeuwsch-Vlaanderen heeft meege
maakt, wie gezien heeft de onvermoeide
pogingen van personen uit het land van
Axel <?m de vlasindustrie te helpen, en ook
gezien heeft, dat er zoo goed als niets is
gedaan, met als resultaat, dat nu een
stroom '(vergeef de ongelukkige uitdruk
king), dat nu een stroom van vlas de grens
overgaat en in België straks honderden
menschen brood verschaft, wie dat alles
gezien heeft, wordt wel wat somber ge
stemd ten opzichte van alle pogingen om
over de Schelde hulp te zoeken, maar
moed verloren, al verloren, en daarom
aanhouden, steeds maar weer, we zijn oök
kinderen van Nederland.
Karnieirplalntein met sierlijke vruchten.
In hst voorgaande artikel beloofde
schrijver dezes nog ©enige bijzonderheden:
over minder belkende kamerplanten met
vruchten en deze belofte inlassende, noem
ik! als zoodanig in da eerste plaats de
Capsicum anuum, alias Spaansche peper.
Ifc vermoed dat menige lezer of lezeres
lichtelijk! hierover verwonderd zal zijd
en ongeloovig heit hoofd schud en toch
is dit geen grapje.
De Capsicum anuum laat 'zich heel goed
als 'kamerplant kweeiken, a.1 zullen de
vruchten een grootere bekendheid hebben
dan de plant zelf. Capsicum anuum is
een aardige, eenjarige plant en wordt
in warme stréken welig buiten groeiende
aangetroffen, waarvan da vruchten verza
meld worden en een lang niet onbe
duidend handelsartikel vormen.
Er zijn heel wat soorten van bekend,
die onderling afwijken zoowel wat de
grootte, de kleur der vruchten als wat de
vorm hiervan betreft. Ook de bladeren en
bloemen deizer verschillende soorten lopi-
,pen uiteen.
De bloemen van Spaansche peper zijn
geelachtigwit en komen wat den vorm
betreft een weinig met die van den aard
appel overeen, hetgeen niet zoo bevreem
dend is, aangezien er tusschen deze plan
ten verwantschap1 bestaat.
Het opfcweeken der plant kan in de
Kamer /geschieden en wel door middel
van zaad. Deze zaden Kiemen vrij) snel
en worden in Maart gezaaid in potten en
voor het. raam geplaatst. Zoodra de eerste
blaadjes zich hebben ontwikkeld, moeten
de .plantjes .afzonderlijk opgepot yarden.
Als grondmengseLs biervoor nemen we
goede broeiaarde, vermengd met ongeveer
één derde zand. In het begin verlangen
de plantjes een vrjf constante warmte,
welke niet beneden de 60 gr. mag dalen'.
Voor tocht zijn ze erg gevoelig en dit
moet tot iederen prijs, vermeden worden,
willen ze niet mislukken.
Langzamerhand worden de plantjes af
gehard. De bloemen verschijnen ongeveer
half Juni, wel'k tijdstip natuurlijk aan
speling onderhevig is en afhankelijk is
van allerlei factoren, welke hier niet zijd
aan te geven. Is de VTUchtzetting afget-
loopen, dan worden alle twijgjes getopt,
om een verder uitgroeien te voorkomen.
Hierdoor wordt de plant in staat gesjeld
al haar krachten voor de verdere ontwik
wikkeling der plant aan te wenden. Na dit
toppen wordt de plant aangebonden. Om
mooie, goed ontwikkelde vruchten te krijl
gen, is het bij! de grootvruchtige soorten
gewenscht, vruchtdunning toe te passen
en blijven er niet meer dan 3 a 4
vruchten zitten. Na da vruchtzetting is
rijkelijk gieten en gieren gewenscht. Het
rijlpen der vrachten duurt vrij lang en
voltrekt zich zeer geleidelijk, doch gelukt
uitstekend in een matig verwarmd ver
trek. De rijpe vrachten kunnen1 zoowel
voor versiering als voor keukengebruik
worden aangewend.
Overwegende bezwaren levert bet 'kwee-
ken dezer plant niet op. en het is ver
bazend interessant zelf onbekende of min
der bekende planten oj> te kwieeken. Laat
ik bierbij nog even opmerken dat de amiaj-
tour daarbij niet pabonden is aan1 een en
dezelfde kweekwjjze, doch dat het zeer
iwel mogelijk: is op diverse manieren
1 U CU CU
fraaie planten te Kweeken.
Een ouderwetsche potplant met vruch
ten is de Ardisia crenuJutai. Deze plant
wordt heel weinig meer aangetroffen en
werd vroegen' veel gekweekt. Tegenwoor
dig ziet men ze haast niet meer en de
cultuur is eenigszins moeilijk, vooral wat
het schoonhouden der planten betreft.
Ze verlangen een lichte standplaats en
moeten dikwijls bespoten en gelijkmatig
begoten worden. Tegen de felle middag
zon is schermen noodzakelijk.
'De voortplanting dezer soort geschiedt
zoowel door zaad als door topsteK, 'doch
dit laatste gelukt in de kamer bijna nooit
en ook bet opkweeken uit zaad in de
kamer geeft heel vaak teleurstelling.
Het is een plant met frissche, groene,
sterk gezaagde, ovale en leerachtige bla
deren, waarvan de jonge scheuten bedekt
zijn met kleine witte bloempjes, en de
overjarige scheuten zijn bezet met mooie
koraalroode bessen.
Hiermede is het lijstje dér vruchtdra
gende Kamerplanten nog lang niet uitge
put, doch de meest, belkende hebben we
besproken.
Dr Aletta Jacobs.
Wij lezen in „Timothaus":
Het levenseinde van de in boogen
ouderdom gestorven Aletta Jacobs brengt
in herinnering het begin van den strijd
voor „de rechten der vrouw", waarbij
deze voorvechtster van geboorte in het
eerste gelid stond. Zij is de eerste vrouw
in ons land geweest, die aan een Uni
versiteit (de Groningsche) studeerde, en
zich als practisearead arts (te Amster
dam) vestigde. Reeds toen ondervond zij
tegenstand; bij het artsexamen lieten een
paar hoogleeraren onomwonden blijken,
dat zij van de vrouw als arts niets moes
ten hebben. De tyd heeft ook door deze
opvatting .een streep gehaald: een halve
eeuw later telde Nederland 228 vrouwe
lijke artsen en 134 vrouwelijke tandartsen,
terwijl in 't geheel toen reeds over de
duizend vrouwen hun a'cademische stu
diën voltooid hadden.
Het levenswerk van Dr Aletta Jacobs
heeft zich vooral samengetrokken om den
strijd voor de positie der vrouw t.o.v.
het kiesrecht, het huwelijk, de beroeps
keuze e.d.Zij heeft tijdens haar leven
veel vruchten van. dat werk mogen zien;
heel het. samenstel van vereenigingen en
bureaux, dat wij samenvatten onder het
woord „vrouwenbeweging", heeft in haar
een der stuwende krachten gehad.
Naast den strijd voor de rechten der
vrouw heeft mevrouw Jacobs ook en
dat is voor ons de meeat sympathieke
kant van haar beteekenis met grooten
ijver gestreden voor verbetering van het
lot harer ongelukkigste sexe-genoten, en
da.arbij vergeten we niet, dat ze mee
den strijd heeft aangebonden tegen de
reglementeering 'der prostitutie. Dat zij
in een levensopvatting als de hare ook
partij koos voor de internationale vrou
wenbeweging voor den vrede, laat zich
denken.
„De wereld is armer geworden door
het heengaan dezer vrouw", zei een der
spreeksters bij haar verassching. Wij wa
gen het niet, dit na te zeggen, maar
erkennen gaarne, dat de arbeid, verricht
voor hen, die in 's levens kringloop on
der den voet zouden raken, achting ver
dient. Van meer beteekenis dan de ar
moede der wereld is echter de waarde
der ziel, en zouden we nu ook aan dat
woord van measchenhulde mogen toef-
voegen „maar Aletta Jacobs is rijker
'geworden?" Strijden voor rechten en
vrijheden is schoon. Mits de inzet is,
dat er voor een mensch, dus ook voor
.een vrouw, alleen dan recht en vrijheid
te bekomen' is, als niet zijn „recht",
maar Gods „genade" voorop staat.
Hoeveel schooner zou Aletta Jacobs'
strijd zijn geweest, wanneer zij, de vrouw
van- onzen tijd, allereerst bad gewezen
oip Hem, die zoo ontzaglijk veel gedaan
heeft oim .de vrouw üit haar vernede
rende positie op te heffen, maar die
als onafwijsbare voorwaarde stelde:
„Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en
Zijne gerechtigheid 1"
Snijboonen in zout.
Een huisvrouw schrijft aan het „Hbld."
Reeds eenige jaren pas ik met het
grootste succes de volgende methode toe
om snijboonen in het zout in te maken.
De boonen worden goed afgewasschen
en als naar gewoonte gesneden. In plaats
echter van de oude methode te volgen
„een laagje zout, een laagje boonen, een
laagje zdut, enz. werkt men het inmaak-
zout met de handen flink door de boonen
heen, zoodat het zout door alle snip
pers is gemengd. De pekel komt dan al
heel gauw vanzelf, plank en steenen zijn
niet noodig. Heeft de pot een dag of tien
zoo gestaan1, dan wringt meni de boo
nen goed uit, doet ze in een bak of
anderen pot, gooit het vuile water weg,
maakt den inmaakpot schoon en bewerkt
de boonen weer op dezelfde manier met
zout on vult den pot opnieuw. Het lijkt
misschien omslachtig, maai 'tifl hooi een-
I I ife.1'l 1*1I I «i lal M tel#")
voudig. Zijn de boonen dan nog wat
droog, dan kan een beetje water boven
op gegoten en een vochtig doekje er op
gelegd. Op deze manier blijven de boonen
frisoh groen, behoeven niet nagezien te
worden, geen kim, geen bruine doekjes,
niets van dit al en de huisvrouw zal te
vreden zijn.
Houtworm.
Hier volgen nog eens de middeltjès,
die weieens met succes tegen houtworm
worden aangewend.
2 deelen gele was, 5 deelen terpentijn
en 2 deelen poeder van cayennepeper.
Met dit mengsel wrijft men de meubelen.
Een andere methode:
De gaatjes bevochtigen met een af
treksel van cayennepeper in terpentijn.
Hiervoor veertien dagen lang 10 gram
van deze peper laten trekken in 100 gram
terpentijn.
Ten derde:
Inspuiten met petroleum en, zoo mo
gelijk, de aangetaste meubelen met dit
vocht doordrenken.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem No. 107.
Auteur: A. de Graag, Heusden.
1 2 3 4 6
47 48 49 60
Zwart: 12 sch. op 3, 9, 10, 12, 14, 18,
19, 20, 25, 26, 30 en 33.
Wit: 12 sch. op 23, 27, 28, 81, 34, 38,
37, 39, 40, 42, 43 en 44.
Wit speelt en wint.
Oplossingen
Aug.-problemen vóór 9 Sept. in te zenden
aan bovenstaand adres.
Int. tournooi 1927.
De volgende partij werd gespeeld tus
schen Herm. de Jongh met wit en M. Fa-
bre met zwart:
1. 33—28 17—21
'2. 39-33a) 21—26
3. 4439 11—17
4. 50—44 7—11
5. 31-27'b) 17—22
0. 28X17 11X31
7. 36X27 19—23
8. 33—28 1— 7
9. 28X19 14X23
10. 39—33 10—14
11. 34—30 5—10
12. 30—25 20—24
13. 44-39 1419
14. 33—28 10—14
15. 39—33 7—12
16. 41—36 11—17
17. 37—31 26X37
18. 42X31 17—21
19. 31—26 14—20
20. 25X14 9X20
Stand na den 39sten zet van wit:
21. 26X17 12X21
22. 46—41 8—12
23. 41—37 3—8c)
24. 47—42 21—26
25. 43—39 6—<11
26. 37—31 26X37
27. 42X31 11—17
28. 27—22 18—22
29. 31X11 16X 7
30. 36—31 12—17
31. 48—42 7—11
32. 42—37 8—12
33. 31—27 11—10
34. 37-31 17—21
35. 31—26 2— 8
36. 26X17 12X21
37. 28—22 4— 9
38. 33-28d) 8—12
39. 39-34e) 12—18
47 48 49 60
40. 38-33f) 21—26
41. 22—17 20—25
42. 27—21 16X29
43. 17—11 23X32
44. 34 X 3 18—23
45. 11— 7 32—27
46. 40—34
Remise gegeven.
a) Op 3126 is zwart's beste zet 20
24, door het slaan verdwijnt dan wit's
sterke schijf 38.
b) 3429 is in deze variant sterker.
c) Na deze regelmatige opening schijnt
het spelen van de kroonschijf Zonderling.
Alleen een zeer sterke speler kan dat zon
der nadeel deen.
d) Wij geven 4© voorkeur aan 4943,
hetgeen later 2217 mogelijk maakt.
e) Nu kan 2217 niet, daar zwart 12—
18 (17X26) 1822 en 24X44 zou spelen.
f) Dreigt met remise door het zetje
22—17 27—21 49—43, en 84X3
BIX 12 16X29
BOEREN VAN L0BITH.
XXII.
„Elke groep, die aankomt, moet naar
het Tolhuis gebracht", beval de dijkgraaf.
„De soldaten zullen, er voor zorgen."
Onmiddellijk werd aan het bevel ge
hoorzaamd. Weg ging de droeve stoet, vol
gende den dijk, op het Tolhuis aan.
„Ik moet hulp hebben, dijkgraaf," zei
Jan Petersen. „Eén man kan het niet af."
„Natuurlijk niet, man. Er is op1 gere
kend. Onder de soldaten zijn roeiers uit
gezocht. En van Schenkenschans is efen
boot onderweg. Daar komt ze ad."
,,'tZal maar dienen," mopperde de
veerman. „Wat fcomen die menschen hier
ook doen."
Den boer van „Gelrehof", dio deze
woorden hoorde, ging het bloed koken.
„Wou je die stakkerds dan aan hun lot
overlaten?" vroeg hij! met minachting in
zijn stem.
„Als er niet gevochten wordt, doen de
Franschen niets", zei de veerman, naar
zijn boot loopend, wat een heele wan
deling was, want het water in den Rijn
stond laag, lager dan vorige jaren.
„Landverrader," kwaim het van. tus
schen de lippen van Van Gelderen.
Maar niemand boorde het.
Dan ging hij met Aart weer terug naiar
de boerderij. Bij elke groep vluchtelingen
zou het toloneel van zooeven hea'halen.
En hulp behoefde door de boeren niet
geboden te worden. Hat beste was maar
naar huis te gaan, waar men ook nieuws
gierig was.
Zij deden daar het verhaial van het
leed, zooals het bun ook was meegedeeld.
„Het was al ellende, moeder," zeide
de boer. „God beware ons er voor, maar
als oolk wij verdreven worden, is ons
leed niet te overzien."
„Moed houden, Gerbrand. De Franschen
zijin er nog niet," zeide de boerin.
„Dat is een kwestie van een paiax
dagen. Ik begrijp, mét de anderen, niet,
dat hier geen behoorlijke verdediging is."
„Wat doen jullie nu, Aart?" vroeg
Elsje.
„Wij wachten nog af, Els. Als hier
troepen Komen, sluiten wij ons er bij
aan en nemen dienst. In de Sch any
kunnen wijl toch ook niets uitvoeren. Maar
ik denk, dat het nu spoedig zal zjjln.,"
Een wolk trok over zjjn gelaat. De
boerin keek hem meewarig aan. Het wa3
over Sanne I Dat dat kind nu ook zoo
dwaas was en haar jongen het leven zuur
maakte I In een week had zjji geen voet op
„Gelrehof" gezet. Maar, en daarop was de
sterke vrouw, die haar eigen man al
den dag moed in spreken moest, trotsch,
hoe verschrikkelijk Aart het ooik vond;
dat Sanne zóó was, van zjj'a voornemen
was hij niet af te brengen.
Bloedrood ging de zon aan dien avond
van den vijfden Juni onder. Het geleek
wel de voorbode van een bloedigen
ïn Lobith en omgeving kwam een ang
stige spanning. Geen oogenblik van den
volgenden dag ging er voorbij, of men
tuurde naar de overzijde, of de Fran
schen zich nog niet vertoonden. Vele
boeren waren reeds doende, hun schatten
in veiligheid te brengen.
En de angst en zenuwachtige spanning
vermeerderden hevig, toen men langs den
linkeroever van den Rijn het Staatsche
garnizoen van Emmerik naar Nijlmegen
trekken zag. Zonder de Franschen af te
wachten verliet het zij'n post van ver
trouwen en trok in goede orde terug.
De veerman van Lobith, die het too-
neal aanschouwde in gezelschap van den
Vlaamschen koopman, die plotseling weer
opgedoken was, na ruim een week vajn
afwezigheid, had den grootsten schik.
„Zóó gaat hot goed," lachte hij' tot
zijn metgezel, met jvien hij,zeer goede
vrienden geworden was.
„Wel natuurlijk," zeide 'deze, „hoe min
der tegenstand, hoe beter. Wij houden ons
aan de afspraak, 'k Zal je tijidig waarschu
wen, als het noodig is."
„Is het nog niet zeker?" vroeg Jan
Petersen. En het was, of in zijin, stem
eenige verlichting klonk.
„Neen, nog niet zeker. Er is een sterke
stroouiing, om langs Doetinchem naar
den IJssei te gaan. 'k Zal je wel tijdig
berichten, als ik je noodig heb. Je geld
ligt 'klaar." i
De spion zeide dit laatste op onver
schilligen toon. Maar hij haid het met
opzet gezegd. Hij bemerkte wal, dat de
veerman wilde terugkrabbelen. Door zijn
hebzucht op te wekken, had hij, naar hem
reeds gebleken was, voldoende tegengif.
Ookl nm bereikte hij zijin doel. In de
oogen van Jan Petersen kwam een
vreemd vuur, dat in lijnrechte tegen
spraak was met zijn opmerking, die volg
de: „Ik doe het niet voor het geld; alleen
voor de goede zaak."
Al was de veerman in zijn schik met
het feit, dat het garnizoen van Emmerik
was weggetrokken als ratten, die het zin
kende schip verlaten, den boeren van
Lobith1 sloeg de angst om het hart. Wer
den zij dan geheel zonder eenige krijgs
macht gelaten?
De boer van „Gelrehof" kolt het niet
langer uithouden op zijd boerderij en
zocht den dijkgraaf op, die gelukkig be
richten kon, dat van die veronderstelling
geen sprake was. Hij! wist met zekerheid
mee te deelen, dat generaal D© Month as,
de bevelhebber van Nijmegen, dien dag
troepen zenden zou. Hij vrat zelfs te
vertellen, dat de verdediging aan den
Rjjn zou bestaan uit het infatoterieregi-
ment van Aqlva en het cavajlesrier-sgiment
van Soutelando,