f Wasch rtiQL Voor huis en hof. Het Vrouwenhoekje. Dammen. Voor de Jeugd, De Persil'Tnethode is de meest moderne waschmethode t 7/T Eenig Importeur E. Ostermann 8t Co"» Handel Mij., Amsterdam Fabrikantei Henkel Cie. A. G., Düsseldorf Ons Zeeuwsch-Vlaanderen verkeert, wat zijn ligging betreft, 'in een zeer ongun stige positie. Aardrijkskundig is het eigen lijk een deel van België. (Als nu een Gadzantenaar even boos wordt, omdat ik dat schrijf, verzoek ij: hem beleefd geen boos ingezonden stuk er tegen te schrijven, maar er op te letten, dat. ik schrijf aardrijkskundig. Aan mijn rasecht Nederlander zijn behoeft geen le zer te 'twijfelen). Maar, wat zijn ligging 'betreft, hoort het bij België en het on dervindt er allen last van, dat het van het overige Nederland door een breeden zeearm gescheiden is. Nu1 was dat nog zoo erg niet, als er van hoogerhand maar alles, wat moge lijk was, werd. gedaan om dit groote on gerief tot kleine afmetingen terug te bren gen. Maar in dit opzicht worden we al tijd maar weer gepaaid met beloften. Nu zal men waarschijnlijk zeggen, dat wij dan toch maar een fijne, dure ferryboot hebben waar ritsen auto's tegelijk mede kunnen worden vervoerd. Maar dit lijkt mooier dan het in werkelijkheid is. In de eerste plaats vaart deze boot niet het geheele jaar door, maar moet van tijd tot tijd uit de vaart worden genomen om nagezien te worden, en dan moet het verkeer met levensgevaar met de andere booten gebeuren. Maar in de twee de plaats is het met het vervoer per auto met de ferryboot net eender, als wanneer een arme jongen met een leege maag voor "het raam van den bakker staat te turen naar al de heerlijkheden, die uitgestald zijn. Als ik aan dien armen drommel zeg, wat is, dat daar fijn, dan zegt liij, ja, Inaar niet voor mij. Zoo is het ook met de ferry. Voor den handel is hij absoluut niet bruikbaar, omdat hei vervoer veel te duur is. Hot tarief is voor „een niet al te groote vrachtauto rond de 5 gulden voor 'één enkele réis. Wil men dus goederen vervoeren, dan is men alleen aan de vracht voor de auto f10 kwijt. En dan komt daar nog bij de vracht voor "de goederen. Nu is wel aan een enkeTe organisatie vracht vermindering toegestaan, maar dit is m.i. heelemaal immoreel. Voor de dit jaar opgerichte veiling in Terneuzen .is b.v. een zeer beduidende reductie toegestaan op het vervoer, maar de particuliere han del kan hier niet van profiteeren. Zooals ik reeds schreef in bovenaangehaaldeh 38en brief werd een 'fruitkweeker in ons land van Cadzand eenvoudig naar deze overeenkomst verwezen en gezegd, dat hij zich maar in verbinding moest stellen met genoemde veilingsvereeniging. Wig nu iets weet van den strijd .tusschen do veilingen en den yrijen handel voelt het dwaze van dit schrijven. Er is een heftige strijd tusschen veiling en vrijen handel, ik wil hier nu niet verder op in gaan, maar in dien strijd heeft een orga nisatie als de Prov. Stoombootmaatschap pij zich niet te mengen. De Prov. Stoomboot is voor alle Zeeu wen. Moet er bijgepast worden, dan moet dit door alle Zeeuwen gebeuren. En nu heeft bedoelde handelaar naderhand wel bericht ontvangen, dat hij ook van die voordeelige tarieven kon profiteeren, maar dat is allemaal, vergeef me het woord, gekonkel. Mijn buurman moet niet, om dat er de Stoombootmaatschappij Zeeland (vaart op Londen) tusschen zit, een voor- deeliger tarief krijgen dan 'ik. Eén tarief voor iedereen. Als een schip per op Rotterdam nog eens scharrelt, om dat een klant veel zeurt, tot daarentoe, hoewel het niet in orde is, maar een officieel lichaam als de Prov. Stoom bootmaatschappij mag dit niet doen. En ik heb de bewijzen, dat ze het wel doet. Het wordt tijd, dat er nu eens een eind aan komt en de maatschappij een tarief vaststelt, waar niet mee gemasseld mag worden. En ook een tarief, dat billijk is. Als men 100 K.G. verzendt van Breskens naar Vlissingen, betaalt men van wal tot wal 60 ct., maar als men 10.000 K.G. verzendt, kost het 100 X 60 ot. 60 gld. Altijd volgens inlichtingen officiëel ver kregen op het kantoor te Breskens in het voorjaar. En verder moet men het maar in Vlissingen vragen. Nu reken ik nog maar alleen het vervoer van wal tot wal. Dan moet men er nog zelf bij zijn. Moe- den do goederen nog geladen en gelost, dan wordt het nog een beetje erger. Het logisch gevolg is, dat men eenvoudig al leen vervoert per Provinciale, als men niet anders kan. En nu is er al verscheidene malen be loofd, o.a. 'ook in de Kamer van Koop handel in Terneuzen, dat er een goed- kooper tarief, ook voor reizigersvervoer komt, maar het komt maar niet. Het eerste, dat de handel vraagt, is dat de boot wordt opgenomen in het wegenplan. Wij, Zeeuwsch-Vlamingen, be talen ons blauw aan wegenbelasting en kunnen er maar enkele kilometers van gebruik maken. Men heeft nauwelijks den voet op het gaspedaal gezet, of men staat voor de Schelde. Een Hollander, die een geheelen dag kan rijden, betaalt evenveel als wij, overkanters. Dat is een onbillijkheid, die „kon worden weggeno men door de ferry eenvoudig te beschou wen als een onderdeel van het Rnks- wegenp.lan. 'Het tweede, dat wij vragen, is een goed- kooper tarief voor het goederenvervoer, vooral bij grootere partijen. Breskens Vlissingen, 20 minuten varen, is nu net 2 maal zoo duur als Breskens'Rotter dam. Het reizigerstarief is ook niet goedkoop, maar, al kon er wel wat af, dat is toch hei ergste niet. Het voordeel, dat men er mee zou bereiken, zou, enkele gevallen van rei zigers, die er veel gebruik van maken, uitgezonderd, slechts een luttel bedrag vormen, een kopje koffie minder en 'tis in orde. Maar het voornaamste is het goe deren- en autovervoer. En nu zou ik willen, dat wij, Cadzante- naars, eens aanpakten. Onze natuur is om in stilte of zoo onder elkaar te mopperen van: 't is toch zoo diere, of: 't is toch un schandaol, maar de verschillende organi saties op handels-, land- en tuinbouwge bied moesten de hoofden nu eens bij elkaar steken en probeeren of er in Middelburg voor ons landje van Cadzand niet iets te bereiken is te dien opzichte. Wie van nabij' de „vlasgeschiedenis" van ons Zeeuwsch-Vlaanderen heeft meege maakt, wie gezien heeft de onvermoeide pogingen van personen uit het land van Axel <?m de vlasindustrie te helpen, en ook gezien heeft, dat er zoo goed als niets is gedaan, met als resultaat, dat nu een stroom '(vergeef de ongelukkige uitdruk king), dat nu een stroom van vlas de grens overgaat en in België straks honderden menschen brood verschaft, wie dat alles gezien heeft, wordt wel wat somber ge stemd ten opzichte van alle pogingen om over de Schelde hulp te zoeken, maar moed verloren, al verloren, en daarom aanhouden, steeds maar weer, we zijn oök kinderen van Nederland. Karnieirplalntein met sierlijke vruchten. In hst voorgaande artikel beloofde schrijver dezes nog ©enige bijzonderheden: over minder belkende kamerplanten met vruchten en deze belofte inlassende, noem ik! als zoodanig in da eerste plaats de Capsicum anuum, alias Spaansche peper. Ifc vermoed dat menige lezer of lezeres lichtelijk! hierover verwonderd zal zijd en ongeloovig heit hoofd schud en toch is dit geen grapje. De Capsicum anuum laat 'zich heel goed als 'kamerplant kweeiken, a.1 zullen de vruchten een grootere bekendheid hebben dan de plant zelf. Capsicum anuum is een aardige, eenjarige plant en wordt in warme stréken welig buiten groeiende aangetroffen, waarvan da vruchten verza meld worden en een lang niet onbe duidend handelsartikel vormen. Er zijn heel wat soorten van bekend, die onderling afwijken zoowel wat de grootte, de kleur der vruchten als wat de vorm hiervan betreft. Ook de bladeren en bloemen deizer verschillende soorten lopi- ,pen uiteen. De bloemen van Spaansche peper zijn geelachtigwit en komen wat den vorm betreft een weinig met die van den aard appel overeen, hetgeen niet zoo bevreem dend is, aangezien er tusschen deze plan ten verwantschap1 bestaat. Het opfcweeken der plant kan in de Kamer /geschieden en wel door middel van zaad. Deze zaden Kiemen vrij) snel en worden in Maart gezaaid in potten en voor het. raam geplaatst. Zoodra de eerste blaadjes zich hebben ontwikkeld, moeten de .plantjes .afzonderlijk opgepot yarden. Als grondmengseLs biervoor nemen we goede broeiaarde, vermengd met ongeveer één derde zand. In het begin verlangen de plantjes een vrjf constante warmte, welke niet beneden de 60 gr. mag dalen'. Voor tocht zijn ze erg gevoelig en dit moet tot iederen prijs, vermeden worden, willen ze niet mislukken. Langzamerhand worden de plantjes af gehard. De bloemen verschijnen ongeveer half Juni, wel'k tijdstip natuurlijk aan speling onderhevig is en afhankelijk is van allerlei factoren, welke hier niet zijd aan te geven. Is de VTUchtzetting afget- loopen, dan worden alle twijgjes getopt, om een verder uitgroeien te voorkomen. Hierdoor wordt de plant in staat gesjeld al haar krachten voor de verdere ontwik wikkeling der plant aan te wenden. Na dit toppen wordt de plant aangebonden. Om mooie, goed ontwikkelde vruchten te krijl gen, is het bij! de grootvruchtige soorten gewenscht, vruchtdunning toe te passen en blijven er niet meer dan 3 a 4 vruchten zitten. Na da vruchtzetting is rijkelijk gieten en gieren gewenscht. Het rijlpen der vrachten duurt vrij lang en voltrekt zich zeer geleidelijk, doch gelukt uitstekend in een matig verwarmd ver trek. De rijpe vrachten kunnen1 zoowel voor versiering als voor keukengebruik worden aangewend. Overwegende bezwaren levert bet 'kwee- ken dezer plant niet op. en het is ver bazend interessant zelf onbekende of min der bekende planten oj> te kwieeken. Laat ik bierbij nog even opmerken dat de amiaj- tour daarbij niet pabonden is aan1 een en dezelfde kweekwjjze, doch dat het zeer iwel mogelijk: is op diverse manieren 1 U CU CU fraaie planten te Kweeken. Een ouderwetsche potplant met vruch ten is de Ardisia crenuJutai. Deze plant wordt heel weinig meer aangetroffen en werd vroegen' veel gekweekt. Tegenwoor dig ziet men ze haast niet meer en de cultuur is eenigszins moeilijk, vooral wat het schoonhouden der planten betreft. Ze verlangen een lichte standplaats en moeten dikwijls bespoten en gelijkmatig begoten worden. Tegen de felle middag zon is schermen noodzakelijk. 'De voortplanting dezer soort geschiedt zoowel door zaad als door topsteK, 'doch dit laatste gelukt in de kamer bijna nooit en ook bet opkweeken uit zaad in de kamer geeft heel vaak teleurstelling. Het is een plant met frissche, groene, sterk gezaagde, ovale en leerachtige bla deren, waarvan de jonge scheuten bedekt zijn met kleine witte bloempjes, en de overjarige scheuten zijn bezet met mooie koraalroode bessen. Hiermede is het lijstje dér vruchtdra gende Kamerplanten nog lang niet uitge put, doch de meest, belkende hebben we besproken. Dr Aletta Jacobs. Wij lezen in „Timothaus": Het levenseinde van de in boogen ouderdom gestorven Aletta Jacobs brengt in herinnering het begin van den strijd voor „de rechten der vrouw", waarbij deze voorvechtster van geboorte in het eerste gelid stond. Zij is de eerste vrouw in ons land geweest, die aan een Uni versiteit (de Groningsche) studeerde, en zich als practisearead arts (te Amster dam) vestigde. Reeds toen ondervond zij tegenstand; bij het artsexamen lieten een paar hoogleeraren onomwonden blijken, dat zij van de vrouw als arts niets moes ten hebben. De tyd heeft ook door deze opvatting .een streep gehaald: een halve eeuw later telde Nederland 228 vrouwe lijke artsen en 134 vrouwelijke tandartsen, terwijl in 't geheel toen reeds over de duizend vrouwen hun a'cademische stu diën voltooid hadden. Het levenswerk van Dr Aletta Jacobs heeft zich vooral samengetrokken om den strijd voor de positie der vrouw t.o.v. het kiesrecht, het huwelijk, de beroeps keuze e.d.Zij heeft tijdens haar leven veel vruchten van. dat werk mogen zien; heel het. samenstel van vereenigingen en bureaux, dat wij samenvatten onder het woord „vrouwenbeweging", heeft in haar een der stuwende krachten gehad. Naast den strijd voor de rechten der vrouw heeft mevrouw Jacobs ook en dat is voor ons de meeat sympathieke kant van haar beteekenis met grooten ijver gestreden voor verbetering van het lot harer ongelukkigste sexe-genoten, en da.arbij vergeten we niet, dat ze mee den strijd heeft aangebonden tegen de reglementeering 'der prostitutie. Dat zij in een levensopvatting als de hare ook partij koos voor de internationale vrou wenbeweging voor den vrede, laat zich denken. „De wereld is armer geworden door het heengaan dezer vrouw", zei een der spreeksters bij haar verassching. Wij wa gen het niet, dit na te zeggen, maar erkennen gaarne, dat de arbeid, verricht voor hen, die in 's levens kringloop on der den voet zouden raken, achting ver dient. Van meer beteekenis dan de ar moede der wereld is echter de waarde der ziel, en zouden we nu ook aan dat woord van measchenhulde mogen toef- voegen „maar Aletta Jacobs is rijker 'geworden?" Strijden voor rechten en vrijheden is schoon. Mits de inzet is, dat er voor een mensch, dus ook voor .een vrouw, alleen dan recht en vrijheid te bekomen' is, als niet zijn „recht", maar Gods „genade" voorop staat. Hoeveel schooner zou Aletta Jacobs' strijd zijn geweest, wanneer zij, de vrouw van- onzen tijd, allereerst bad gewezen oip Hem, die zoo ontzaglijk veel gedaan heeft oim .de vrouw üit haar vernede rende positie op te heffen, maar die als onafwijsbare voorwaarde stelde: „Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijne gerechtigheid 1" Snijboonen in zout. Een huisvrouw schrijft aan het „Hbld." Reeds eenige jaren pas ik met het grootste succes de volgende methode toe om snijboonen in het zout in te maken. De boonen worden goed afgewasschen en als naar gewoonte gesneden. In plaats echter van de oude methode te volgen „een laagje zout, een laagje boonen, een laagje zdut, enz. werkt men het inmaak- zout met de handen flink door de boonen heen, zoodat het zout door alle snip pers is gemengd. De pekel komt dan al heel gauw vanzelf, plank en steenen zijn niet noodig. Heeft de pot een dag of tien zoo gestaan1, dan wringt meni de boo nen goed uit, doet ze in een bak of anderen pot, gooit het vuile water weg, maakt den inmaakpot schoon en bewerkt de boonen weer op dezelfde manier met zout on vult den pot opnieuw. Het lijkt misschien omslachtig, maai 'tifl hooi een- I I ife.1'l 1*1I I «i lal M tel#") voudig. Zijn de boonen dan nog wat droog, dan kan een beetje water boven op gegoten en een vochtig doekje er op gelegd. Op deze manier blijven de boonen frisoh groen, behoeven niet nagezien te worden, geen kim, geen bruine doekjes, niets van dit al en de huisvrouw zal te vreden zijn. Houtworm. Hier volgen nog eens de middeltjès, die weieens met succes tegen houtworm worden aangewend. 2 deelen gele was, 5 deelen terpentijn en 2 deelen poeder van cayennepeper. Met dit mengsel wrijft men de meubelen. Een andere methode: De gaatjes bevochtigen met een af treksel van cayennepeper in terpentijn. Hiervoor veertien dagen lang 10 gram van deze peper laten trekken in 100 gram terpentijn. Ten derde: Inspuiten met petroleum en, zoo mo gelijk, de aangetaste meubelen met dit vocht doordrenken. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Probleem No. 107. Auteur: A. de Graag, Heusden. 1 2 3 4 6 47 48 49 60 Zwart: 12 sch. op 3, 9, 10, 12, 14, 18, 19, 20, 25, 26, 30 en 33. Wit: 12 sch. op 23, 27, 28, 81, 34, 38, 37, 39, 40, 42, 43 en 44. Wit speelt en wint. Oplossingen Aug.-problemen vóór 9 Sept. in te zenden aan bovenstaand adres. Int. tournooi 1927. De volgende partij werd gespeeld tus schen Herm. de Jongh met wit en M. Fa- bre met zwart: 1. 33—28 17—21 '2. 39-33a) 21—26 3. 4439 11—17 4. 50—44 7—11 5. 31-27'b) 17—22 0. 28X17 11X31 7. 36X27 19—23 8. 33—28 1— 7 9. 28X19 14X23 10. 39—33 10—14 11. 34—30 5—10 12. 30—25 20—24 13. 44-39 1419 14. 33—28 10—14 15. 39—33 7—12 16. 41—36 11—17 17. 37—31 26X37 18. 42X31 17—21 19. 31—26 14—20 20. 25X14 9X20 Stand na den 39sten zet van wit: 21. 26X17 12X21 22. 46—41 8—12 23. 41—37 3—8c) 24. 47—42 21—26 25. 43—39 6—<11 26. 37—31 26X37 27. 42X31 11—17 28. 27—22 18—22 29. 31X11 16X 7 30. 36—31 12—17 31. 48—42 7—11 32. 42—37 8—12 33. 31—27 11—10 34. 37-31 17—21 35. 31—26 2— 8 36. 26X17 12X21 37. 28—22 4— 9 38. 33-28d) 8—12 39. 39-34e) 12—18 47 48 49 60 40. 38-33f) 21—26 41. 22—17 20—25 42. 27—21 16X29 43. 17—11 23X32 44. 34 X 3 18—23 45. 11— 7 32—27 46. 40—34 Remise gegeven. a) Op 3126 is zwart's beste zet 20 24, door het slaan verdwijnt dan wit's sterke schijf 38. b) 3429 is in deze variant sterker. c) Na deze regelmatige opening schijnt het spelen van de kroonschijf Zonderling. Alleen een zeer sterke speler kan dat zon der nadeel deen. d) Wij geven 4© voorkeur aan 4943, hetgeen later 2217 mogelijk maakt. e) Nu kan 2217 niet, daar zwart 12— 18 (17X26) 1822 en 24X44 zou spelen. f) Dreigt met remise door het zetje 22—17 27—21 49—43, en 84X3 BIX 12 16X29 BOEREN VAN L0BITH. XXII. „Elke groep, die aankomt, moet naar het Tolhuis gebracht", beval de dijkgraaf. „De soldaten zullen, er voor zorgen." Onmiddellijk werd aan het bevel ge hoorzaamd. Weg ging de droeve stoet, vol gende den dijk, op het Tolhuis aan. „Ik moet hulp hebben, dijkgraaf," zei Jan Petersen. „Eén man kan het niet af." „Natuurlijk niet, man. Er is op1 gere kend. Onder de soldaten zijn roeiers uit gezocht. En van Schenkenschans is efen boot onderweg. Daar komt ze ad." ,,'tZal maar dienen," mopperde de veerman. „Wat fcomen die menschen hier ook doen." Den boer van „Gelrehof", dio deze woorden hoorde, ging het bloed koken. „Wou je die stakkerds dan aan hun lot overlaten?" vroeg hij! met minachting in zijn stem. „Als er niet gevochten wordt, doen de Franschen niets", zei de veerman, naar zijn boot loopend, wat een heele wan deling was, want het water in den Rijn stond laag, lager dan vorige jaren. „Landverrader," kwaim het van. tus schen de lippen van Van Gelderen. Maar niemand boorde het. Dan ging hij met Aart weer terug naiar de boerderij. Bij elke groep vluchtelingen zou het toloneel van zooeven hea'halen. En hulp behoefde door de boeren niet geboden te worden. Hat beste was maar naar huis te gaan, waar men ook nieuws gierig was. Zij deden daar het verhaial van het leed, zooals het bun ook was meegedeeld. „Het was al ellende, moeder," zeide de boer. „God beware ons er voor, maar als oolk wij verdreven worden, is ons leed niet te overzien." „Moed houden, Gerbrand. De Franschen zijin er nog niet," zeide de boerin. „Dat is een kwestie van een paiax dagen. Ik begrijp, mét de anderen, niet, dat hier geen behoorlijke verdediging is." „Wat doen jullie nu, Aart?" vroeg Elsje. „Wij wachten nog af, Els. Als hier troepen Komen, sluiten wij ons er bij aan en nemen dienst. In de Sch any kunnen wijl toch ook niets uitvoeren. Maar ik denk, dat het nu spoedig zal zjjln.," Een wolk trok over zjjn gelaat. De boerin keek hem meewarig aan. Het wa3 over Sanne I Dat dat kind nu ook zoo dwaas was en haar jongen het leven zuur maakte I In een week had zjji geen voet op „Gelrehof" gezet. Maar, en daarop was de sterke vrouw, die haar eigen man al den dag moed in spreken moest, trotsch, hoe verschrikkelijk Aart het ooik vond; dat Sanne zóó was, van zjj'a voornemen was hij niet af te brengen. Bloedrood ging de zon aan dien avond van den vijfden Juni onder. Het geleek wel de voorbode van een bloedigen ïn Lobith en omgeving kwam een ang stige spanning. Geen oogenblik van den volgenden dag ging er voorbij, of men tuurde naar de overzijde, of de Fran schen zich nog niet vertoonden. Vele boeren waren reeds doende, hun schatten in veiligheid te brengen. En de angst en zenuwachtige spanning vermeerderden hevig, toen men langs den linkeroever van den Rijn het Staatsche garnizoen van Emmerik naar Nijlmegen trekken zag. Zonder de Franschen af te wachten verliet het zij'n post van ver trouwen en trok in goede orde terug. De veerman van Lobith, die het too- neal aanschouwde in gezelschap van den Vlaamschen koopman, die plotseling weer opgedoken was, na ruim een week vajn afwezigheid, had den grootsten schik. „Zóó gaat hot goed," lachte hij' tot zijn metgezel, met jvien hij,zeer goede vrienden geworden was. „Wel natuurlijk," zeide 'deze, „hoe min der tegenstand, hoe beter. Wij houden ons aan de afspraak, 'k Zal je tijidig waarschu wen, als het noodig is." „Is het nog niet zeker?" vroeg Jan Petersen. En het was, of in zijin, stem eenige verlichting klonk. „Neen, nog niet zeker. Er is een sterke stroouiing, om langs Doetinchem naar den IJssei te gaan. 'k Zal je wel tijdig berichten, als ik je noodig heb. Je geld ligt 'klaar." i De spion zeide dit laatste op onver schilligen toon. Maar hij haid het met opzet gezegd. Hij bemerkte wal, dat de veerman wilde terugkrabbelen. Door zijn hebzucht op te wekken, had hij, naar hem reeds gebleken was, voldoende tegengif. Ookl nm bereikte hij zijin doel. In de oogen van Jan Petersen kwam een vreemd vuur, dat in lijnrechte tegen spraak was met zijn opmerking, die volg de: „Ik doe het niet voor het geld; alleen voor de goede zaak." Al was de veerman in zijn schik met het feit, dat het garnizoen van Emmerik was weggetrokken als ratten, die het zin kende schip verlaten, den boeren van Lobith1 sloeg de angst om het hart. Wer den zij dan geheel zonder eenige krijgs macht gelaten? De boer van „Gelrehof" kolt het niet langer uithouden op zijd boerderij en zocht den dijkgraaf op, die gelukkig be richten kon, dat van die veronderstelling geen sprake was. Hij! wist met zekerheid mee te deelen, dat generaal D© Month as, de bevelhebber van Nijmegen, dien dag troepen zenden zou. Hij vrat zelfs te vertellen, dat de verdediging aan den Rjjn zou bestaan uit het infatoterieregi- ment van Aqlva en het cavajlesrier-sgiment van Soutelando,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 7