Uq DE ZEEUW lollies We huid B ;am-massee TWEEDE BLAD. De Haagsche Conferentie. LANGS EEN DIEPEN WEG ibrlek lor nschap :re - Goes. A. fanoy, pij inschrijving contant ei Kosthuis e Dienstbode, feuilleton. ■3? rV&w. I»»*'»*..J /ereeniging Grondslag Prijs f 0.50. riding stalen Zijde a. 51 kleuren, jette, 43 kleuren, hiine, 54 kleuren. welke nog door en gevolgd, zending s. v. p. GOES. iken, tiassen, Woordenboeken, Teekenbehoeften, en spoedig geleverd door elburg. L. Burg B 16 BLOK Az. te 's-Gra- els en Peren, den boomgaard te le hofstede (ook het rnmen). Reserve 2 H.L. g le soort. kantore van Notaris L tof Dinsdag 3 Sept. iraagd te Goes in het tad k verkeer voor een n rijksbetrekking,waar- n ongeregelde kantoor- met prijsopgaaf onder het Bureau van dit DUVEKOT—VAN Goes Westwal 26, 15 Nov. 3 kan werken. VAN PONDERDAG 29 AUG. 1929. No. 279. Nieuwe moeilijkheden. Ontstemming bij de Duitschers. Met de Conferentie loopt het tenslotte toch weer niet zoo vlot als het aanvanke lijk wel scheen. De optimistische stemming van gisteren heeft plaats gemaakt voor een zeker pessimisme. De situatie is intusschen heel wat ver anderd, daar het thans de Duitschers zijn met wie men moet trachten tot overeen stemming te komen. De zaak waarom het gaat is deze: Toen Frankrijk, België en Italië Dins dagnacht besloten tot nieuwe concessies aan Snowden over te gaan, die op een ver hooging van de aan Engeland aangebo den vermeerdering der annuïteiten met 7.400.000 'goudmarken neerkomt, hebben deze drie delegaties een nieuwen eisch aan Duitschland gesteld, die niet zoo makke lijk aanvaard kan worden. 'Zij willen namelijk, in strijd met de be doelingen van de Parijsche deskundigen, die het Young-plan ontwierpen, thans van Duitschland een toezegging, dat Duitsch- land de totale som der bezettingskosien, zoo lang de bezetting na 1 September nog zal voortduren, voor haar rekening zal ne men. Ook wenschen zij, 'dat Duitschland alle schadevergoedingen betalen zal aan de Duitsche bewoners van bet Rijnland, die overeenkomsten op langen 'ermijn met de bezettingsmogendbeden gesloten hadden, en thans bij een spoedige ontruiming moe ten worden schadeloos gesteld. Tegen de zen laatsten eisch zal Duitschland wel niet lang bezwaar maken. Doch Stresemann verzet zich met alle macht ertegen, dat Duitschland de bezettingskosten zou moe ten betalen, terwijl de Duitsc'he regeering, zooals bekend, reeds maandenlang het standpunt verdedigt, dat Duitschland recht heeft op onmiddellijke ontruiming. De zaak is voor de Duitschers wel zeer pijnlijk. Van een onmiddellijke ontruiming van het heele 'Rijnland is er zelfs 'geen sprake meer. De gunstige datum, welke thans genoemd wordt is: begin op 1 April, einde '30 Juni. Dit uitstel, zegt het Vaderland, is trouwens volstrekt geen bewijs van slech ten wil van de Franschen. Er zitten zeer belangrijke militaire quaesties vast voor Frankrijk aan deze zaak der ontruiming van het Rijnland. 'Het heele nieuwe leger- stelsel, dat de Franschen een paar jaren geleden aanvaard 'hebben (het stelsel van generaal Nolet) steunt op de gedachte der vorming van een krachtig beroeps- en re servekader. Alleen in het Rijnleger kan die gedachte echter volkomen worden uitge werkt; dit leger is dan ook de kern, de ruggegraat van het heele Fransche defen- - siestelsel. Het is onmogelijk het Rijnleger uit elkaar te laten vallen zonder Frank- rijks militaire positie zeer ernstig te on dermijnen. Het heele bezettingsleger dient dus als een geheel naar het binnenland te worden overgeplaatst en wel zoo dicht mo gelijk bij de grens, 'dus in den Elzas. Daar is men echter nog lang niet klaar met de organisatie van alles wat er noodig is voor de inkwartiering van een leger van 60.000 man, waaronder zeer veel officieren en onderofficieren, die sinds jaren met hun heele gezin in het Rijnland gevestigd zijn. Men wil vooral voorkomen, dat er onder dezen een geesc van ontevredenheid zou gaa,n heerschen, want ook dit zou de deug delijkheid van het leger immers ernstig aantasten? Tegen 1 April kan men deze zaken nu echter wel regelen. De Fransche generaals, die in de laatste dagen naar Den Haag zijn gekomen om deze quaesties met Briand te hespreken, schijnen dit althans verklaard te hebben. Men zal dan natuurlijk niet zoo Door H. ZEEBERG. ,55) „Ja, u kan ik het wel zeggen, 'klloop en bid God, dat ik het verkeert zie. Maar ik geloof stellig, dat Mevrouw krankzin nig is. 't Is ontzettend. Ik kan u wel z®ggen, dat dokter Regenmeier er een zwaar hoofd in heeft." Vol smart hoorde Ilénk dit aan. »Maar hoe moet 'tdan?" vroeg hij. »Daar zij .absoluut ongevaarlijifc is, eerst 11 °g »iaaj eens Aanzien, ik zou het nu ook n°g niet weten. Maar, apropos, heeft Mee- rendonk, behalve die broer in Amerika, 8(ien naaste familieleden?" dominé, mij althans is er niets aan Trade heeft nog geschreven •j €eu halfzuster van haar moe, maar J ^uiemen taal noch teeken." To"-0' m'nc'or mooi.'' de ■va i k vertrok, kreeg hij nogmaals volecn]0 ^ominé Minnaar den zou. 611 ^8 den gevangene bezoeken V. levcndi^f6^ Van Stralen, U begrijpt moot Smwu lk zeer gereserveerd bukken, 'tls nog slechts een maar op één dag uit het Rijnland vertrok ken zijn. Na 1 September zullen er dus, ook in het gunstigste geval, nog wel acht a negen bezettingsmaanden komen. Iedere maand bezetting kost gemiddeld 12 a 13 millioen mark. In 't geheel blijft er dus nog een bedrag van ongeveer 100 millioen uit dien hoofde te netalen. De crediteursstaten nu vragen, dat Duitschland dit bedrag zal betalen; in an nuïteiten van het plan-Young omgerekend komt die eisch neer op zeven millioen meer per jaar. De situatie is niet zonder een zekere pikanterie. Iedereen vindt het eigenlijk on gehoord, dat Duitschland het kind van de rekening wordt, maar 'niemand kan een anderen uitweg vinden uit de situatie. „Snowden vraagt nu eenmaal zooveel", zeggen de Yier en de Engelschen van hun kant doen opmerken, dat deze Yier, of al thans drie van hen, nu eenmaal vooruit al zooveel voor zich genomen hadden. Voorloopig blijven de Duitschers echter weigeren. Snowden heeft wel drie weken lang voet bij stuk gehouden en is daarbij niet slecht gevaren, waarom zouden wij niet tenminste drie dagen volhouden? zoo hoort men in Duitsche kringen beweren. Of ze daarbij dan ook zooveel zullen win nen? De tijd zal het leeren; zij hebben echter heel wat minder troeven uit te spe len dan de beheerder der schatkist van het nog steeds zoo machtige Britsche rijk. De bespreking van deze moeilijkheden is 'hedennacht tot ongeveer 1 uur voortgezet zonder dat echter overeenstemming werd bereikt. Het Nederl. Gorrespondentiebureau ver neemt van Fransche zijde, dat gister aan de besprekingen van de zes uitnoodigende mogendheden achtereenvolgens Strese mann, Gheron, Wirth en Hilferding heb ben deelgenomen, die het woord voerden over de kwestie van de betaling der bezet tingskosten na één September. De Duitschers verkondigden de stelling, dat zij niets hiervan zouden dienen te be talen, terwijl van Franschen kant het te genovergestelde standpunt werd verde digd. Vervolgens hield Briand een groote re devoering, waarin :hij uiteenzette dat het ook voor Duitschland een bijzonder voor deel zou zijn, wanneer het plan-Young in werking zou treden en dat er dus ernstig gevaar aan verhonden was om thans nog nieuwe discussies te openen. Van het begin af aan, had hij het prin cipe aangehangen, dat er geen hand in dien zin tusschen de financieele en de po litieke quaesties gelegd mocht worden, dat er van ruilhandel in deze sprake zou mo gen zijn en hij verwierp dus ook het denk beeld van compensaties met betrekking tot vervroegde ontruiming. Snowden en Gra ham verklaarden onomwonden, het geheel met Briand eens te zijn. Om kwart voor 2 hedennacht, zoo meldt de Maasbode, was de bijeenkomst der zes afgeloopen, nadat tevoren verschillen de gedelegeerden het voorbeeld van Hy- mans en 'Snowden gevolgd hadden en, reeds strijdens moede, het Grand Hotel hadden verlaten. De achtergeblevenen zijn er helaas niet in geslaagd, volledige overeenstemming te bereiken. De eerste, die uit de vergadering kwam, was dr Wirth, die ditmaal zeer ontstemd was en verklaarde dat de politiek niet ten koste van Duitschland kan gevoerd wor den. Wil men te 's-Gravenhage tot overeen stemming komen, dan moeten allen daar toe medewerken. Wanneer Snowden 100 pet. gevraagd heeft, en grootendeels gekregen, dan heeft, zei'de Wirth, ook Duitschland recht op eenige voldoening zijner wenschen. Hierna verliet Wirth de hall van het Grand Hotel, doch, bij den uitgang zijnde, draaide hij zich nog eens om en verklaar de, dat hij, Wirth, een andere politiek in ieder geval niet zou meemaken. Hij deelde ook mede, dat de verdere be sprekingen hedenochtend om half 11 zul len worden voortgezet en dat in verband met de voortzetting dezer financieele be sprekingen de verdere plannen voorloopig zijn uitgesteld. ziekte van enkele dagen. Ik dacht een consult te hebben met een psychiater. Maar als u pertinent mijki meaning vraagt, dan geloof ik stellig met krankzinnigheid te doen te hebben. Het is hard voor u en voor de dames, maar het is op het oogenblik mijn stellige overtuiging." Ook hier vroeg Henk: „Maar hoe moet het dan, dokter?" ,,'kWeet het no-g niet. Mevrouw is niet gevaarlijk, dat staat vast. Natuurlijk kan da,t veranderen. Dat valt niet te voor spellen. Maar hoe het op den duur zal gaan, dat moet afgewacht." „Wat verstaat u onder: op den duur?" Acht u deze ziekte ongeneeselijk „Dat hebt u mij niet hooren zeggen, nietwaar?" vroeg dokter Regenmeier haastig. „Laat ons elkaar goed verstaan." „Neen, neen," zei Henk. „Ik vraag het. U begrijpt dat ik tóch al, maar nu, in verband met de andere droeve omstandig heden, zeer zeker, gaarne, zoo mogelijk volledig op de hoogte ben." „Ik zal u mijn gevoelen zeggen. Maar bedenk, dat ik mij volkomen kan ver gissen. Is dat zoo, dan is het voor ulieden een meevaller. Naar mijn overtuiging z,al er niet de geringste beterschap intre den, zo.olang mijnheer Meerendonk niet in haar nabijheid is. Zijin afwezigheid, u jbegrijpt het, versterkt haar idee fixe, dat hij dood is. Is hij evenwel in haar nabijheid, dan is langzame genezing vol strekt niet uitgesloten. U hebt mjjn mea ning gevraagd,, lk geef ze u onomwonden. 4e CHRIST. SOCIALE CONFERENTIE. Vierde zitting. Gistermorgen sprak de heer W. v. d'. Have van Hillegersberg, nadat Prof. Dr D. H. Th. Vollenh oven in een korte godsdienstoefening was voorgegaan, over „Onze houding tegenover het ver plichte lidmaatschap". Spr. ving zijin referaat aan, met er op te wijlzen, dat het verplichte lidmaat schap een vraagstuk is, dat meer actueel wordt, naarmate de invloedssfeer van de vakbeweging zich uitbreidt, en dat niet in strijd met de christelijke beginselen mag geacht worden. Bij 4® propaganda voor zijn doorvoe ring, die door de christelijke vakbeweging begonnen moet Worden gevoerd, moet niet uitsluitend gedacht worden aan dwang, die de ongeorganiseerden noopt hun on sympathiek onmaatschappelijk standpunt op te geven. Hoewel® allerlei gemoeds- of gewetens bezwaren tegen het lidmaatschap van de vakbeweging in vele gevallen worden voorgewend om een schoonen schijn te geven aan egoistische motieven, zoodat zij geen in de overtuiging gewortelde werkelijke reden van bestaan hebben, moet aanvaard worden dat deelname aan de vakbeweging door menschen met een zwak geweten als zonde gevoeld kan worden. V-oor den overheidsdienst kan het ver plichte lidmaatschap niet worden bepleit als noodzakelijk voor de regelmatige handhaving der vastgestelde salaris-, ar- beids- en dienstvoorwaarden. Voorts kunnen belangrijke bezwaren genoemd worden, die de overheid als werkgeefster zullen afhouden van ieder voornemen om het verplichte .lidmaatschap op te leggen. Toch is het van veel belang, dat het personeel in overheidsdienst zooveel mo gelijk, beter, geheel georganiseerd is, ook met het oog op de belangen van den dienst, nu de erkende organisaties op het tot stand komen en het richtig toepas sen van wetten en verordeningen, die de 'arbeids- en dienstvoorwaarden be treffen, beteekenenden invloed hebben. De overheid als werkgeefster gaat hare bevoegdheid niet te buiten indien zij op daarvoor geschikte tijdstippen onomwon den te kennen geeft het te waardeeren als haar personeel georganiseerd is. Ze zal er echter niet toe kunnen overgaan om voor ongeorganiseerden arbeids- en dienstvoorwaarden vast te stellen, die be neden die der georganiseerden blijven. Voortdurende en juist toegepaste pro paganda moet deelname aan de vakbe weging als zedelijken plicht, die den uiter- lijken dwang ver te boven gaat, al mee-r doen beseffen. Het verplichte lidmaat schap worde alleen opgelegd indien de toestand in een bepaalden „bedrijfskring daarvoor rijp is. I-ndirecte pressie is mogelijk en toelaat baar, door aan alle ongeorganiseerden de wettelijke verplichting op te leggen om bij te dragein b.v. in de kosten van bestrijding de-r werklooshoeid, in gemid delde evenredigheid tot de geldelijke ver plichtingen, die zij als georganiseerden. zouden hebben. De voorzitter verwelkomde nu eerst den .oud-Minister "Professor Dr J. R. Slotemaker de R r u ij' n e, die bij zijn Komst op het terrein reeds luide begroet werd. De beer Smeenk hoopte, dat Dr Slotemaker nu hij als dienaar der Kroon is afgetreden en in den kring der Chr. Soc. beweging is teruggetreden, zijn rijke gaven weer aan de beweging, die zooveel aan hem verplicht is, geven zal. Spr. wenschte den oud-Minister in dezen kring dank te zeggen voor het vele goéde dat E' Wr/ Wrijft de gesmette en ontstoken wEr deelen voorzichtig In met Purol, en houdt het huidje steeds droog, door bij het verwisselen van den luier, telkens te bepoederen met Purol-Kinderpoeder. Purol doos 30,60 en 90 ct. Tube 80 ct. Purol-Kinderpoeder bus60ct. en 1 gld. ACHTTIENDE HOOFDSTUK. I. „Beklaagde, sta eens even op." Het publiek, dat, dicht opeengedron gen, de tribune van de overigens kleine Gerechtszaal vulde, rekte de halzen. Gebogen, wezenloos, zonder eenige en ergie richtte Meerendonk zich op van tusschen de twee Rijksveldwachters. „Kom maar wat naar voren. Dan kunt u mij goed verstaan." Meerendonk voldeed weer geheel wil loos, aan 'het bevel. „Uw naam en uw voornaam?" „Albert Meerendonk," klonk het nauw hoorbaar. „Uw ouderdom?" „Vijf en veertig jaar." „Gaat u nu maar weer zitten en luister naar de dagvaarding," zeide de pre sident. Met eentonige stem las de Griffier voor, waarvan Meerendonk beschuldigd werd. Ingespannen luisterde het publiek toe. Toon de voorlezing geëindigd was, klonk weer de bevelende stem van den President, die zeide: „Beklaagde, sta, eens op. Gij hebt gehoord, waarvan ge beschul digd wordt. Ilebt ge iets te zeggen om trent de dagvaarding of toe te voegen aan de verklaring voor den Rechter-Com- missaris Thans was da stem van Meerendonk wat vaster. h^ als Minister gedaan heeft, met name inzake de totstandkoming der Ziektewet. Spr. hoopte, dat Dr Slotemaker bijl het klimmen zijner jaren groen en frisch zal blijven. (Daverend applaus). Op het referaat van den heer v. d. Have volgde een levendige discussie, waaraan 14 personen deelnamen. Gevraagd werd hoe menschen die on georganiseerd zjjln, wijl het zedelijk besef ten aanzien van "het sociale leven hen ontbreekt, met -dat ontbrekende besef in de organisaties kunnen worden verplicht te komen. Wil inl. zijin idee der fondsvor ming eens nader uitwerken? Gaat de in voering van het verplichte lidmaatschap in de overheidsbedrijven niet gemakkelij ker dan in de part. bedrijven, wijl men dan toch maar te doen heeft met één werkgeefster? Kan men hen, die zeggen dat zijl door him contributie niet willen meewerken tot instandhouding van het instituut der vrij'gestelden, tot het lid maatschap verplichten? Is inl. in zijn laatste stelling niet in tegenspraak met zichzelve gekomen? Hoe moeten we dan met de in de overheidsbedrijven voorko mende groep van menschen, die meenen dat zijl qua hun functie niet georganiseerd 'kunnen zijin Leiders van bedrijven, etc. Is de onderscheiding, gemaakt tusschen de overheidsbedrijven, die tot het lid maatschap niet 'kunnen verplichten, in te genstelling met de part. bedrijven, niet wat gekunsteld? Heeft ref. de gedachte dat de vakorganisatie orgaan is in het maatschappelijk' leven niet wat uit het oog verloren. Opgemerkt werd, dat zij, die zeggen gewetensbezwaren te hebben tegen de valkorganisatie er geen been in zien de 8-urendag steik te saboteeren. Door het groot aantal ongeorganiseerden zitten de gemeentebesturen vaak voor stevige las ten. Verdient daarom fondsvorming geen aanbeveling Is wel voldoende onderscheiden het verplichte lidmaatschap bij contract, dat in geen enkel opzicht aanvechtbaar is, van dat door de overheid opgelegd. Hier moet oolk gelet worden op da structuur der maatschappij die in onzen tijd onmo gelijk maakt dat de overheid het ver plichte lidmaatschap oplegt aan de part. bedrijven, indien men daarvan niet maakt een publiekrechtelijk bedrijf. Hierna diende de heer v. d. Have van repliek. Spr. leverde geen verdediging van het verplichte lidmaatschap', maar poogde dit principieel te benaderen. Voor de invoering van bet verplichte lidmaat schap moet zekere rijkheid aanwezig zijn. Er Ikan reden zijin voor pressie om sommi gen te brengen tot vervulling hunner maatschappelijke plichten. De overheid heeft zeer zeker daartoe het recht onder bepaalde omstandigheden, al zou een e.v. ontslag bij niet organiseeren niet te recht vaardigen zijn. Als men de losse arbeiders in gemeentedienst verplicht zich te orga niseeren, met het oog op werkloozen- uitfceering, komt vanzelf de vraag: waar om verplicht men de anderen daartoe dan ook niet? Zij die zich oppervlakkig op bijbelteksten beroepen, onderscheiden niet tusschen Chr. en moderne vakbewe ging, maar scheren alles over een kam. Hier moet overtuiging voorgaan.. Spr. wil de tot nader beraad aanleiding geven. De voorzitter dankte den referent voor zijn betoog. De middag werd vrij! gehouden voor uitstapjes. Aan tafel werd het woord gevoerd door oud-minister Dr J. R. Slotemaker de Bruine, die op de drieledige toe spraak, waarmede de heer Smeenk spr. verwelkomde, een drieledig antwoord ge ven wilde. Spreker dankte voor het hartelijk wel komstwoord. Hij is gaarne hier en zou ook wel wat langer willen blijven, want hij bewaart aan hot persoonlijk contact va'n voor Maart 1926 de beste herinnerin gen. Spr. hoopt, dat na Augustus 1929 het contact weer even innig zijn zal. Spr. is dankbaar dat hij onder Gods zegen de Ziektewet mocht tot stand bren gen, die in Maart a.s. ook werkelijkheid worden zal. Spr. heeft zich beijverd in de 31/2 jaar dat hjj minister was, om b(j het licht dat hjj had, wat te doen voor het sociale „Neen, Edelachtbare, ik ben schuldig." „Ge 'kunt gaan zitten. Het getuigenver hoor kan aanvangen." „Als eerste getuige verscheen, bevend en bleek, de weduwe Mieras, die den eed aflegde. „Ge hebt het dus goed begrepen, niet waar?" vroeg de President. „U zegt, als antwoord op de vragen, die ik u ga stellen, de geheele waarheid en niets dan de waarheid." „Jawel, Edelachtbare." Er volgde een reeks van vragen, tot in kleine bizonderheden, die de weduwe naar waarheid beantwoordde, hoewel met een hart vol weemoed, als zij keek, zoo nu en dan, naar den beklagenswaar- digen Meerendonk, die schuin achterhaar zat. „Beklaagde, hebt ge iets in te brengen tegen de verklaringen van deze getuige?" „Neen, 'Edelachtbare, zoo is het." Dat was ook het antwoord, dat Meeren donk gaf, telkens, wanneer .andere getui gen gereed waren. Beweging kwam er, toen Mr 2 el deur list opstond om zijn requisitoir te houden. Mr Zeldenrust stond in Midstad en om geving békend als uiterst streng. In kleuren en geuren schilderde h'ijl het geval, dat een weduwe haar effecten, waarvan zij voor een groot deel leven moest, in vol vertrouwen geeft aan een in een gemeente zeer achtonswaardigen man. Die daad van de weduwe was niet te laken. Do bewaarder blad immers leven van ons volk, speciaal voor dpn arbeidenden" stand. Er is weemoed in spr. hart als hij denkt aan de ontwerpen van wet die voor behandeling rijp zijn als: wijziging der arbeidswet, de winkelsluitingswet, de arbeidsbemiddeling, etc. om van andere ontwerpen maar niet te spreken. Wat klaar ligt is kwalitatief en kwanti tatief niet minder dan wat bereikt werd. Nauwer contact met de geestverwante werkgevers, middenstanders en boeren is gewenscht. Ook nauwer contact met de politieke beweging kan geen kwaad. Nau were samenwerking kan de voortgaande splitsing in ons volksleven tegenhouden. Voor alles, wat daartoe bevorderlijk is, is spreker te vinden. Voor alles wat dit tegenhoudt is spr. niet thuis. Spr. doet een beroep op aller medewerking om de beweging uit 'te bouwen. Meerdere scholing blijft geboden. Niet allen leven uit 'het besef, dat liet navolgend geslacht de dingen slechts we ten zal, tenzij het die eerst leert. Wie aan de toekomst denkt, moet voor al aan scholing denken. Voorzoover spreker's tijd dat toelaat, is hij daarbij gaarne van de partij. (Bravo!) Laat ons, zoo besloot Dr Slotemaker, samen in Gods kracht arbeiden om van het bereikte nog wat meer te maken. (Luid applaus.) Dr Slotemaker beëindigde daarna de tafel met dankzegging. Vijfde zitting. Gisteravond, pm 7 nur ving de 5e zit ting aan. Het woord was nu aan D s J. A. F. A. Steil wag, Evang. Luth. predi kant te Utrecht, om te refereeren over „De Kerk en haar sociale taak" (predi king, huisbezoek, enz.) 1. De sociale taak van de kerk is de zoo zuiver mogelijk gehouden predi king van het evangelie van Christus. Als middelpunt van dit evangelie staat de vergeving der zonden. Er is geen kracht ter wereld die de menschhaiid zoo teza men brengt als deze prediking. 2. Als gevolg van dit geestelijk bezit kan de kerk zich met volle kracht toewij den aan verschillende uit dit evangelie voortkomende middelen om de mensch- heiid aan' elkander te verbinden. 3. Zij kan begrijpen, dienen en samen binden. Op dit referaat volgde een levendige discussie. Aan de discussie namen verschillende personen deel. Gevraagd werd of de pre diking en het wijkwerk voldoende taak is voor de kerk in onze dagen. Moet, de pre diking naast de persoonlijke verhouding tot Christus ook niet staan in het tee ken' van den Christus die verlosser is der gansche wereld? Is het pitgangspunt van den ref. wSl juist? Moet de prediker niet zeggen ook op den preekstoel, dat zijn gemeenteleden krachtens huil Chr. beginsel Chr. sociaal behooreu te zijn georganiseerd? Naast bescheid en- beid is ook beslistheid, vooral im onzen tijd een Chr. deugd. De Schrift kout toch de scheiding niet tusschen kerk eni we reld? Alles is toch Godes? Waar waren de Christ, groepen in Duitschland in 1918? Konden als zij zich hadden doen gelden, revolutionaire ge beurtenissen niet worden gestuit? De Bij bel is toch een eenheid die we niet breken mogen? Moeten we in deze we reld niet strijden voor recht en gerech tigheid en had inl. dat niet duidelijker moeten doen blijken? Hoe denkt inl. over het Diaconaat? Heeft de kerk hier een roeping of niet? Moet de houding der eerste Chr. gemeen te, die zooveel socialen arbeid deed, voor ons niet normatief zijn en kan de kerk alloen met do prediking van do ver houding van Gpd tot het individu vol staan? Heeft inl. niet ten onrechte de taak der kerk beperkt? Moeten we niet heel de wereld voor Christus opeisohen? Wat ver staan we onder een .sociale preek? Moet niet elke preek ,een sociale preek zijn? Heeft inl. niet te veel terreinen af gekapt? Als de kerk een eere-saluut geeft aan de 'Chr. sociale organisaties, dan een goeden naam? Maar nu komt die man in moeilgkhe- den. Hij vergrijpt, om zich het benoodig- de geld te verschaffen, zich aan een drie tal effecten, met de bedoeling, de Officier zeide er op terug te zullen komen, la ter het geld weer terug te geven. Hij' leende het, maar in den zin van de wet is het diefstal en, aldus Mr Zeldenrust, „deze zijlde der zaak hebben wij hier al leen te beschouwen." „Wat moet niet in het hart der weduwe zijn omgegaan, toen zij tot de vreese- lijke ontdekking kwam, dat de man, dien zij ten volle vertrouwde, haar besloten hadl" riep de officier uit, om dan te ver volgen: „Welnu, Edelachtbare Heeren, Mijnheer de President en heeren Rechters dezer Rechtbank, zoo'n geval doet zich hier voor. Deze beklaagde, een overigens, achtenswaardig man, kwam, in zekeren zin buiten zijn toedoeu, in kom daarop nog terug, in moeilijkheden, stal, ook naar zijn eigen bekentenis, een drietal effecten van de weduwe Mieras, drie van de zes, welke zij hem ter bewaring had toevertrouwd, ter bewaring, omdat zij, naar haar meening, op het kantoor van beklaagde veiliger waren dan in de kast van .haar woning! Beklaagde heeft daarmede een zeer laakbare daad ge daan, die de Gerechtigheid behoort te straffen en wol, naar eersten indruk, met do hoogste straf, dia ons Wetboek van Strafrecht kent." (Wondt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5