DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Uit de Pers.
WERKTIJDENBESLUIT VOOR
WINKELS.
FEUILLETON
LANGS EEN DIEPEN WEG
Uit de Provincie.
(Wordt vervolgd.)
VAN
WOENSDAG 21 AUG 1929. No. 272.
Rome en de vierdagen.
Mede in verband met wat onlangs in de
zitting der Prov. Staten van Zeeland door
een R.-K. woordvoerder over den Zondag
en de Zondagsviering door Roomsch-Ka-
tholieken is gezegd, nemen wij hier over,
wat prof. Wisse in „de Wek'ker" onder bo-
venstaanden titel schrijft:
In Den Haag heeft men lange tijden
met wettelijke bepaling in de dusgenoemde
Stille week (vóór Paschen) alle publieke
vermakelijkheden doen stilstaan. We vin
den het uitnemend. Dit jaar echter is daar
verandering in gekomen. En waren in de
week vóór Paschen alle publieke vermake
lijkheden weer open. De „Nieuwe Rott.
Courant" sprak er haar verwachting
(hoop) over uit, dat de menschen er goed
gebruik van zouden maken.
De bekende Roomsche Baron van Wyn-
bergen schreef daar toen een stuk over in
de „Maasbode", waarin hij zijn veront
waardiging over zulk een doen te kennen
gaf; hij vond dit een bedenkelijk verschijn
sel van den anti-christelijken geest in on
zen tijd. Woordelijk schreef hij: „en ten
einde nu te bereiken, dat de proef goed zal
slagen, wordt de hoop, de verwachting uit
gesproken, dat dit jaar de bevolking in de
Stille Week, ook dus op den Goeden Vrij
dag, in grooten getale zal opgaan naar
comedie's, concerten, bioscopen, dancings,
opdat de Stille Week toch voor goed zij
en blijve afgeschaft! Wij vragen nogmaals:
is het niet ontstellend, dat het zoo open
lijk wordt te kennen gegeven, dat men
snakt naar het oogenblik, waarop aan
Christus' Lijden en Dood niet meer zal
worden gedacht?"
We hebben alle respect voor dit wel
gemeende woord. En we kennen Baron v.
Wijnbergen zelf persoonlijk te goed, dan
dat we aan de welgemeendheid en den
ernst van dit zyn woord ook maar één
oogenblik zouden twijfelen.
Maar laten de Roomschen dan ook ver
der gaan. De Zondag, de dag des Hee-
ren, de gedenkdag Zijner volheerlijke op
standing, moge dan toch wel evenzeer als
Zijn sterfdag worden in eere gehouden. En
nu weten we toch allen, hoe zuinig het
daarmede gesteld is, juist onder de Room
schen. Niet alleen, dat honderden houders
van drankhuizen, dancings, bioscopen,
kermiskramen, tenten enz. enz. zelf
Roomsch zijn, maar duizenden Roomschen
kan men op eiken Zondag vinden op de
tallooze plaatsen van pleizier en publieke
vermakelijkheden, in hoofdsteden en op
badplaatsen, ook in kleiner, enger kring in
steden of dorpen; of ook: men organiseert
muziekoptochten op 's Heeren Dag; nog
niet zoolang geleden konden vele protes-
tantsc'he kerkgangers in Rotterdam op een
Zondagavond niet (op tijd) hun kerkge
bouw bereiken, wegens een reusachtige op
tocht van de Roomschen Wilt ge nog een
10, 20, 30 voorbeelden? Tot uw dienst! En
dan de carnavals!!
We hopen, dat de heer Baron v. Wijn
bergen c. s. nu ook even trouw en ernstig
en volhardend zullen mede werken, om al
diergelijke Zondagsontwijdingen en zon
dige pretmakerij te helpen veroordeelen en
zelfs met wetgeving tegen te gaan.
De voornaamste bepalingen.
In verband met artikel 17 der Arbeids
wet 1919, luidende, dat bij algemeenen
maatregel van bestuur bepalingen wor
den vastgesteld ten aanzien van de ar-
beids- en rusttijden van arbeiders in win
kels en hetgeen daarbij in acht moet wor
den genomen, is verschenen het Kon.
Besluit van 13 Juni 1929. Staatsblad No.
313, welk besluit kan worden aangehaald
onder den titel „Werktijdenbesluit voor
Winkels".
Wordt dit besluit nader bezien dan
door
H. ZEEBERG.
o—
48.)
„Mijnheer Meerendonk", begon Mr Zel
denrust, vlak bij hem plaatsnemend,
„sinds enkele dagen loopt door Midatad
het gerucht, dat ge effecten hebt gesto
len, die u ter bewaring waren gegeven.
Het gerucht is zoo hardnekkig, dat de
justitie meent, zich zekerheid te moeten
verschaffen. Die zekerheid kunt gij haar
geven. Is dat gerucht juist?"
Meerendonk keek niet op. Hij was ver
pletterd.
„Het is waar", zei hij'.
„Aan den eenen kant ben ik blij, dat
o onmiddellijk bekent. Natuurlijk waren
al op d© hoogte. Mej. Mieras, die
het gerucht niet in de wereld heeft ge
bracht, heeft ons er tenslotte mededee-
lmg van moeten doen. Het spjjt mjj vree-
'Jj J°°r u. Maar u weet de gevolgen."
'>Ja knikte Meerendonk, die als we
zenloos in zjjn stoel zat.
„Kunt u ons ook iets mododeelen om
trent do kas vaa „Boschxioht"?" vroeg
ziet men dat arbeiders, ook jeugdige per
sonen, in winkels arbeid mogen verrich
ten ten hoogste 9Vs uur per dag en 53
uur per week. Voor fabrieken en werk
plaatsen is de arbeidsduur hoogstens 8Vs
uur per dag en 48 uur per week, behou
dens dan verschillende gevallen, dat lan
ger arbeid mogelijk is.
Verricht een arbeider in een winkel
arbeid dan moet deze een wekelijksche
onafgebroken rusttijd hebben van min
stens 32 uren. Bovendien moet die ar
beider eenmaal in de week vrjj zijn vóór
of na des middags 1 uur.
Wordt de wekelijksche rusttijd geno
men in aansluiting op den vrijen middag,
dan moet minstens 41 uur worden vrij
gegeven. Deze rusttijd moet voor man
nen of vrouwen, die op Zondag arbeid
verrichten, minstens eenmaal in drie ach
tereenvolgende weken op Zondag vallen.
Mogen in fabrieken of werkplaatsen
arbeiders in het algemeen geen arbeid
verrichten fusschen 's avonds 6 uur en
's morgens 7 uur, voor winkels is be
paald, dat zulks verboden is tusschen
's avonds lOVs uur en 'b morgens 6 uur.
Geldt in een gemeente echter een win
kelsluitingsverordening, dan mag geen
arbeid worden verricht tusschen een Va
uur na dat sluitingsuur en 6 uur voor-
middags en in geen geval na 11 uur
des namiddags.
Op Zaterdag (en nog enkele bijzon
dere dagen) benevens op werkdagen van
25 November t.m. 5 December en 18
t.m. 24 December, mag in afwijking van
den arbeidsdag van "9*& uur, door man
nen en vrouwen in winkels 11 uur per
dag arbeid verricht worden èn gedu
rende de bovenvermelde tijden van St.
Nicolaas- en Kerstmisdrukte bovendien
in de week een grooter aantal uren, n.l.
ten hoogste 62 worden gewerkt.
Waar hier alleen over mannen en vrou
wen 'gesproken wordt, vallen jeugdige
personen hier buiten. Voor hen blijft dus
steeds 'gelden 9Va our per dag en 53 uur
per Week. Tevens- zij1 opgemerkt in "dit
verband, 'dat jeugdige personen op Zon
dag 'nimmer en op andere dagen geen
arbeid hiogen verrichten tusschen 9 uur
nam. en 8 uur voormiddag. Deze ver
bodsbepaling 'staat niet in het Kon. Be
sluit doch in de Wet zelf.
Voorts is bepaald, dat mannen en vrou
wen (voor jeugdige personen geldt na
tuurlijk Weer een andere regeling) tus
schen 'einde van den arbeid en aanvang
van 'den arbeid op den volgenden dag,
een onafgebroken rusttijd moeten heb
ben Van ten minste elf uur.
De 'arbeidstijd van iederen arbeider,
moet wanneer hij meer dan 6 uur arbeid
in 'een winkel verricht, telkens na ten
hoogste 1/2 uur arbeid worden afgewis
seld door een onafgebroken rusttrd van
minstens een 1/2 uur. Eindigt de arbeids
tijd echter later dan 6 uur nam., dan moet
een 'der rusttijden minstens IV2 uur be
dragen en gelegen zijn tusschen IIV2
uur 'voorm. en 3% uur nam., tenzij de
arbeid na 12 uur des middags ïs aan
gevangen.
Zooals bekend zal zijn, moet in fabrie
ken of werkplaatsen, na 4V2 uur ar
beid, minstens een onafgebroken rust van
een half uur worden gegeven.
Evenals dit voor fabrieken en werk
plaatsen is bepaald, kan het districtshoofd
der Arbeidsinspectie eisehen, dat een lan
gere rusttijd moet worden verstrekt, of
dat meerdere rusttijden van een half uur
moeten worden gegeven. Opgemerkt zij
hierbij, dat rusttijden van minder dan
een kwartier niet als zoodanig worden
aangemerkt en dat een arbeider gedu
rende de rusttijden niet mag verblijven
op een plaats waar de bedrijfsarbeidi
wordt uitgeoefend.
Indien in een winkel een opeenhoo-
ping van work voorkomt of zich bijzon
dere omstandigheden voordoen, kan het
districtshoofd of, in beroep, de Minister
toestaan, dat langer arbeid wordt ver
richt, dat ook arbeid mag worden ver
richt tusschen IO1/2 uur nam. en 6 uur
voorm., en dat geen wekelijksche rust
tijd wordt genomen, onder de restrictie
dat jeugdige personen van 16 jaar en
ouder niet langer arbeid mogen verrich
ten dan 10 uur per dag en 55 uur per
week en mannen en vrouwen niet lan
ger dan elf uur per dag en 62 uur per
week.
Voor het barbiers- of kappers-
de officier van Justitie.
„Er ontbreekt zeshonderd gulden aan",
steunde Meerendonk.
„Hebt ge die in uw zaak gebruikt?"
„Ja", knikte hij.
Mr Zeldenrust keek naar den rechter
die ijverig het voorloopige verhoor zat
op te teekenen.
Zij1 wisselden een blik van verstand
houding.
„Dan is onB werk hier afgeloopen,
mijnheer Meerendonk. Uw kantoor zal
voorloopig verzegeld worden. En wat u
zelf betreft, u moet meegaan met deze
Rijksveldwachters, die u naar het Huia
van Bewaring zuilen brengen. Voor uw
deur staat een rijtuig. U moogtnog even
van vrouw en kinderen afscheid nemeni,
als u dat verkiest."
Mr Zeldenrust sprak op bevelenden,
zakelijken toon. Maar zijn gelaat verried
een innig deelnemen met den boklagens-
waardigen Meerendonk.
Deze bleef, als versteend, zitten. Blijk
baar was het nog niet goed tot hem door
gedrongen, wat er gebeuren ging.
Eén der Rijksveldwachters, fy waron In
civiel, legde de hand op zjjn schouder.
„Kom, mjjnheer", «nde h(j.
Willoos stond Meerendonk op, èn ging
gevolgd door den Officier en één veld
wachter, mm* de huiskamer
bedrijf zijn nog enkele afzonderlijke
bepalingen in het leven geroepen. Een
man (dus niet een jeugdig persoon) mag
er arbeid verrichten tusschen 6 uur voor
middag en 11 nam. op Zaterdag en nog
enkele bijzondere dagen en wel gedu
rende hoogstens 12 uur per dag mits
gehouden wordt aan het vaste aantal
uren per week 53 uur, en hij na 5 uur
arbeid minstens een half uur rust krijgt.
Wel mag er arbeid verricht worden
tot 11 uur 's avonds bestaande uit reini
ging 'der lokalen, mits in de onderne
ming geen andere arbeid wordt verricht.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat dit
werktijdenbesluit voor winkels onder meer
niet van toepassing is op:
le. Personen, die aan het hoofd staan
van een winkel of een afdeeling daar
van en uitsluitend of in hoofdzaak met
de leiding belast zijn;
2e. den chef de bureau, het hoofd van
de administratie, den boekhouder en den
afdeelingschef, voor zooveel zij aan het
hoofd staan en leiding geven;
3e. den magazijnmeester en expeditie
chef, indien zij een toezichthoudende func
tie hebben.
Dit Werktijdenbesluit treedt
1 Januari 1930 in werking.
Onthulling van het monument voor wijlen
den 'heer Jan Morks te Middelburg.
Toen op 6 Oct. 1925 de 60ste verjaar
dag van den heer Jan Morks, die kort
te voren om gezondheidsredenen ontslag
had genomen ais directeur van het Mid-
delburgsch Muziekkorps, werd gevierd, is
onomwonden gebleken hoevele vrienden
en vereorders hij had, en toen helaas
reeds 4 maanden later op 7 Februari
wijlen de heer Morks aan de zijhen ont
viel, is dit nogmaals naar voren gekomen.
Het was dan ook te begrijpen, dat er on
der de vrienden en vereerders waren,
die aan de nagedachtenis van den man,
die voor het openbare muziekleven in
Middelburg zooveel gedaan heeft, een blij!
vende hulde wilden brengen. Een co
mité werd gevormd en al moge het dan
ook ruim 3 jaar hebben geduurd, eer
tot de uitvoering van het plan kon worden
overgegaan, toch 'kon heden het monu
ment, dat op het Molenwater is opge
richt, worden onthuld.
Tegen 3 uur vereenigden zich het Co
mité met vele genoodigden bij1 het nog
aan het oog onttrokken monument. O.a.
waren aanwezig mevrouw MorksJoosten
en enkele andere familieleden, enkele
autoriteiten, o.w. de w.n. burgemeester, de
heer J. Onderdijk en velen van hen, die
een bijdrage voor het monument gaven.
De heer H. F. Mink, voorzitter van
het huldigingscomité heette allen wel
kom en deed mededeeüng van enkele be
richten van verhindering, om vervolgens
den heer Chr. J. Mazure, die de eigen
lijke rede zou houden, het woord te
geven.
De heer Mazure zeide de vereerende
opdracht met schroom, doch ook met
dankbaarheid te hebben aanvaard. Het
verzoek werd tot spr. gorioht, omdat hij
met den heer Morks, buiten het koor
staande, wel het meest heeft gewerkt.
Door dat samenwerken, dat heusch in het
begin niet zoo vlot liep, werd vriendschap
gesloten, die biji spr. voor den overledene
en zijn werk een groote waardeering deed
ontsjaan. Voor zijn ontzettend groote
werkkracht kreeg spr. bewondering.
De componist Jan Morks heeft gewerkt
zoolang het dag was.
Het zou niet naar zijn wil zijn en der
halve misplaatst, niets dan deugden van
hem naar voren te brengen. Op bet mo
ment der plechtige onthulling te zijner
nagedachtenis, kan en mag spr. verschil
lende dingen, die den persoon Morks ken
merkten niet verzwegen, al zullen ze voor
allen, die hem kenden, niet even zwtaar
wegen. De overleden componist had niet
alleen vrienden, hij had ook vijanden, om
dat hij een persoonlijkheid was, maar het
aantal zijher vrienden was aanmerkelijk
grooter dan dat zijner vijanden. Een per
soonlijkheid zonder vijanden kan immers
niet bestaan. Hij' was stroef en toch droeg
hij in zich een medelijdend hart. Hij
deed stroef, terwijl hij in zich droeg een
teer voelend, fijln besnaarde kunstenaars
ziel, vaak voor zijn omgeving angstig ver-
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
L
Vol schrik en angst keken de drie
vrouwen de binnenkomenden aan. Mr Zel
denrust wou juist den mond open doen,
toen Meerendonk in een jammerkreet,
die door merg en been drong, uitbarst
te: „Zij' nemen mij gevangen. Ik heb ef
fecten gestolen! 'tls wéér. Maar
ik was niet slecht. O, waar heb ik dit
aan verdiend?"
Snikkend viel hjj in zjjn stoel.
Trude en Wies waren opgesprongen
en grepen hem bjj1 den arm.
„O, vader, dat még niet! U blijft hier!
Dat is niet waar. Dat kén niet wéér zjj'nl"
„Ja, het is wel waar", steunde Meeren
donk. „O, vergééf mij toch. Ik deed
het niet uit slechtheid. 'k Wilde jullie
niet in ongerustheid brengen. 'tZou
wel gegaan zijn. Maar nu is het uitge
komen. En nu krijg ik mijn verdiende
straf."
H(j schreide.,
Mevrouw Meerendonk gilde.
Al de angst der laatste dagen, die zjj
opgekropt had, niet wetend, wat er was,
ai die angst, maakte haar nu, nu zij alles
wist, schier krankzinnig.
Met een paar verwilderde oenen zag
ajg Mr Zaldenruat die, getroffen door het
borgen, m bij dat «troef zjfn hielden
toch de kinderen van hem, hij was een
kindervriend. Hij was streng, soms onveir-
biddellijk, maarrechtvaardig. Hij
was paedagoog.
Als jong dirigent heeft de heer Mörks
de toenmalige Schutterijimuzielk aan orde
en tucht gewend. Een zeer zware taak
was dat voor hem tegenover oudere let-
den van het corps. Velen van toen heeft
hij opgevoed tot betere menschen en hij
bracht tegelijkertijd de muziek op hooger
peil. Men meende toen, dat nieuwe be
zems schoon vegen, maar deze bezem
versleet niet en bleef schoon vegen. En
zoo kwam de heer Morks als 26-jarige
jonge man uit Dordrecht om als jong
kapelmeester voor een koor te staan,
waar iemand met een groote routine
de handen vol aan zou hebben gehad
en hij heeft het koor gebracht op een
hoogte, waarop de Middelburgers trotscli
kunnen zijn, want het koor beeft door
heel ons land een zeer goeden naam ge
kregen. Spr. is dan ook vast overtuigd,
dat de overledene zoowel door zijn yóór-
als tegenstanders van toen, thans' met
waardeering en dankbaarheid zal worden
herdacht voor wat hij als dirigent van het
Middelburgsch muziekkorps deed. Hij was
streng en naar dan zin van sommige
leden van het corps te streng. Tucht
en plichtsbesef werden bijna Op' militaire
wijze doorgevoerd, gedreven door liefde
voor muziek en koor. De muziek van
Morks heette het in den volksmond. Bui
ten het koor was hij een vader voor
zijn koorleden in zijn nagelaten be
scheiden vond spr. hiervan zeer veel be
wijzen,. Velen zijn er door hem materieel
geholpen, moeilijke levensomstandigheden
door hem verlicht, velen zijin door hem
in stilte welgedaan. Van het destijds
uiterst geringe honorarium werden door
hem vaak instrumenten of uniformen ge
kocht. Het koor was het grootste stuk
van zijn leven. Door het geheele land
werd hij voor jurylid genoodigd en fun
geerde hij bijna altijd als voorzitter. Hij
arrangeerde 261 composities voor het
koor, en als componist bracht hij 124
composities, en vele bleven er helaas nog
voor harmonie en fanfare in manuscript.
De meeningen over zijn composities zijn
uit den aard der zaak verschillend, doch
het valt niet weg ta cijferen, dat zijin
composities bij de massa ingang vonden
en gaarne werden gehoord. De melodie
liet hen niet los. Ze kennen ze.ze
zingen zeze spelen zeze flui
ten ze. Ze werd begrepen, en daarom
houden de meesten er van.
Spr. toont dit nader aan door de aJan-
haling van een ingezonden stuk in de
„Midd. Crt." van September 1912 van
een Amsterdamsch criticus, den heer Ger
ritsen naar aanleiding van de eerste uit
voering der Feestreien, waarvan de Ko
ningin bij de eerste uitvoering voor Haar
te Amsterdam getuigde„De muziek heeft
me zeer bekoord, een melodie om niet
te vergeten". Bij diezelfde gelegenheid
wist de heer M. de muzikanten, van Bou-
man in enkele oogenblikken zijn opvat
ting van de reien bij te brengen.
De wereld van harmonie- en fanfare
muziek is aan Jan Morks veel verplicht
door zijn compositie's, zjjn knappe in
strumentatie' s voor harmonie-orkest,
waarvan op den voorgrond treden de le
Symphonie van Beethoven, een Faust-
Fantasie, De Piet Hein Rhapsodie van
Van Anrooy, de 2e en de 14e Rhapsodie
van Liszt. Het Concertgebouw-orkest en
buitenlandsche orkesten van naam voer
den zijn concert-ouverture uit.
En om dezen componist, die zooveel
muzikaal genot schonk in dankbare her
innering te doen voortleven, vormden de
heeren Mink, Meulenberg, Cappon en Hey-
liger een comité tot het oprichten van
het te onthullen monument. De vereer
ders van Morks zijn hen daarvoor groo
ten dank verschuldigd. Zonder hun aoor-
zettenden ijver en hun ijzeren wil, als
afspiegeling van hun oud-directeur, was
men voor deze plechtigheid niet bjjeen
gekomen. Spr. heeft zich kunnen over
tuigen van het vele werk, dat is vol
bracht en de vele moeilijkheden, die het
comité heeft moeten overwinnen. Nu het
doel is bereikt en het resultaat direct
zal worden aanschouwd, richt spr. zich
tot den waarnemenden burgemeester van
Middelburg, den heer J. Onderdjjk en
vraagt hem het monument, thans nog
onder het beheer van de commissie door
tooneel toekeek aan.
„Ge zult hem niet meenemen, verstaat
ge?" siste zij, als het ware.
„Ik moet mijn plicht doen, Mevrouw",
merkte de Officier op. „Uw man heeft
volledig 'bekend."
Mevrouw Meerendonk liep op haar man
toe, sloeg de armen ipm zijn hals en
vlijde haar hoofd tegen het zijne.
'tWas een aandoenlijk gezicht; Mr Zel
denrust moest ach even omwenden.
,,'tls niet waar, hé, mannetje?" vroeg
zjj op een toon, waaruit haar grenzen-
looze liefde klonk.
„Ja, Bertha. O, vejgeef m§ tocB.
'kHad stroppen met borgstellingen in de
zaak.
'k Dacht, dat het nog wel gaan zon. *-*
Maar dan moest ik wat geld hebben.
Ik kon het piet krjjgen, zonder opzien
te wekken. Toen nam ik het gold uit
de kas van „Boschzfcht". Én drie
effecten van de weduwe Mieras, die zij
mij in bewaring had gegeven. Ik ben
een dief. O, vergeef, vergeef me toch.
'k Wilde niets van mijn moeilijkheden
zeggen, om jo niet te verontrusten.
Maar dit Is veel erger. O, kon ik maar
blijven, om alles weer goed te makon."
Hortend en stootond waren deze korte
volzinnen er uit gekomen. Met ontzetting
hadden da drie vrouwen geluisterd.
hert onthullen tot eigendom der gemeente
Middelburg te maken. Spr. gaf den heer
Onderdijk daarvoor gaarne het woord.
De heer Onderdijk voldeed aan het
verzoek en liet den doek zakken, die
het monument nog aan het oog onttrok.
Op de daarbij door den wethouder ge
sproken woorden, evenals op die van
andere sprekers, komen wij in het vol
gende nummer nader terug.
Voor heden nog een korte beschrijving
van het door den beeldhouwer August
Falise uit Bussum ontworpen en uitge
voerde monument. Het bestaat uit een
granieten zuil, waarop het in brons uit
gevoerde borstbeeld van wijlen den heer
Morks in uniform. Het beeld is in alle
opzichten goed geslaagd en geeft den
overledene geheel zooals hij tallooze ma
len op de muziektent, waarheen het beeld
gekeerd staat, heeft gedirigeerd en hon
derden heeft doen genieten van goede
muziek. Op een .aangebracht schild staat
de volgende inscriptie in vergulde let
ters: „Jan Morks, componist, directeur
Middelburgsch Muziekkorps, geboren 6
October 1865, overleden 7 Februari 1926.
•Zijn vereerders".
Het monument staat op een. voor dit
doel eenigszins verhoogd perk.
N. en Si. Joosland. Maandag vergader
de de raad dezer gemeente, onder voor
zitterschap van den Burgemeester. Alle
leden waren tegenwoordig. Dhr Poppe
besprak na het lezen der notulen de rege
ling der jaarwedde van de onderwijze
res aan de Bewaarschool. Hij stelde voor
die jaarwedde te bepalen op f450 on
afhankelijk van het aanwezige aantal leer
lingen. Dit vooBstel werd ondersteund
door Weth. Polderdijk. In stemming ge
bracht zijnde werd het aangenomen met
"4 tegen 3 stemme». Tegen "Vogelaar,
Mesu en J. Dingemanse. Met 1 Mei j.l.
was die jaarwedde verlaagd volgens be
staande regeling, doch nu werd beslo
ten, dat de thans vastgestelde jaarwedde
zal gelden vanaf 1 Mei j.l. Medegedeeld
werd, dat de Burgemeester verlof gehad
heeft van 4 tot en met 31 Juli j.l.; dat
een partij oude .keien is gegund aan dhr
F. P.. Polderdijk voor f23; da.t door Ged.
Staten is goedgekeurd de geldleening ad
f7400 voor bijbouwen 3e leslokaal aan
de bijzondere school; dat zij geen be
zwaar hebben tegen de door den raad'
vastgestelde grens der bebouwde kom vau
de gemeente; dat tot lid der Gezondheids
commissie te Veere is benoemd dhr E.
W. Neugebauer te St.-Laurens; dat deze
commissie geen bijdrage vraagt voor de
gemeenten voor 1930 en dat van den
Minister van Onderwijs terug ontvangen
zal worden f42.59 als te veel ingehou
den pensioensbijdrage Her onderwijzers
over 1927.
Van Ged. Staten Was een vraag inge
komen waarom de G. I. B. voor 1929
'30 was verhoogd. Het antwoord dat B.
en W. daarop willen geven werd voor
gelezen en goedgekeurd. Een en ander
werd nog nader toegelicht. De rijksarchi
varis had het archief der gemeente ge
ïnspecteerd en dringt aan op het aanbren
gen van een kast voor bergruimte van
het nog niet opgeborgen archief. B. en
W. willen daaraan voldoen doch zullen
dit nader ter sprake brengen bij de Be
groeting 1930.
Door B. en W. werd overgelegd de
gemeenterekening over 1928. Voor het
nazien daarvan werden aangewezen de
leden Vogelaar en J. Dingemanse.
Goedgevonden werd het voorstel van
B. en W. om den gemeentewerker te
belasten met de bediening van het uur
werk. Voor Zondagsdienst krijgt hij een
vergoeding van f 10 per jaar. Dit geeft
een bezuiniging van f30 per jaar.
Een tweede verzoek der vcreemging
ter behartiging van de belangen van on
volwaardige arbeidskrachten om lid dezer
vereeniging te worden, werd voor ken
nisgeving aangenomen.
Hierna rondvraag. Dhr Poppe gaf eeniga
cijfers betreffende de producten, die op
de losplaats gebracht worden en aange
voerd worden per schip, waarbjj duide
lijk bleek, dat de suikerbieten feitelijk al
leen de bron zjjn van inkomsten aan leg
geld. Hij zou daarin gaarne verandering
willen brengen. B. en W. doelen bjj mon
de van den voorz. mede, dat van ver
schillende gemeenten de desbetreffende
verordeningen zijn opgevraagd en dat zij
binnenkort met een nieuw voorstel zul
len komen voor de heffing van steiger-
Nu was al het vreemde doen van
vader, de laatste maanden, opgehelderd.
O, wat had hij geleden, zonder er iets
van te zeggen! Geen woord van verwijt
kwam over de lippen.
Er was alleen een diep medelijden.
„Kom, mijnheer Meerendonk, neem af
scheid", hoorde Trude Mr Zeldenrust
zeggen.
Smeekend keek zij1 hem aan.
„Och, neem vader niet mee. Hij ïs
niet slecht, ik zweer het u. Vader zal
alles weer goed maken."
,,'t Spjjt me ontzettend", antwoordde
hij, „maar het Recht moet zjjn loop heb
ben."
Wies brak in jammerklachten uit.
Nog steeds hield Mevrouw Meerendonk
den arm om den hals van. haar man
„Hg gaat niet mee", zei ze. „Gjj zult
mjj mijn man niet ontrooven".
Haar verwilderde 'blik trof Mr Zelden
rust. Hij schrok er van. 't Leek die van
een krank zinnige
Hij opende de deur en wenkte don
anderen Rijksveldwachter, die Ijlings bin
nenkwam.
„Kom, mijnheer Meerendonk, voor do
laatste maal, noem afscheid", «ei hjj dan,
on geatrengen toon.