DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Uit de Pers. WERKTIJDENBESLUIT VOOR WINKELS. FEUILLETON LANGS EEN DIEPEN WEG Uit de Provincie. (Wordt vervolgd.) VAN WOENSDAG 21 AUG 1929. No. 272. Rome en de vierdagen. Mede in verband met wat onlangs in de zitting der Prov. Staten van Zeeland door een R.-K. woordvoerder over den Zondag en de Zondagsviering door Roomsch-Ka- tholieken is gezegd, nemen wij hier over, wat prof. Wisse in „de Wek'ker" onder bo- venstaanden titel schrijft: In Den Haag heeft men lange tijden met wettelijke bepaling in de dusgenoemde Stille week (vóór Paschen) alle publieke vermakelijkheden doen stilstaan. We vin den het uitnemend. Dit jaar echter is daar verandering in gekomen. En waren in de week vóór Paschen alle publieke vermake lijkheden weer open. De „Nieuwe Rott. Courant" sprak er haar verwachting (hoop) over uit, dat de menschen er goed gebruik van zouden maken. De bekende Roomsche Baron van Wyn- bergen schreef daar toen een stuk over in de „Maasbode", waarin hij zijn veront waardiging over zulk een doen te kennen gaf; hij vond dit een bedenkelijk verschijn sel van den anti-christelijken geest in on zen tijd. Woordelijk schreef hij: „en ten einde nu te bereiken, dat de proef goed zal slagen, wordt de hoop, de verwachting uit gesproken, dat dit jaar de bevolking in de Stille Week, ook dus op den Goeden Vrij dag, in grooten getale zal opgaan naar comedie's, concerten, bioscopen, dancings, opdat de Stille Week toch voor goed zij en blijve afgeschaft! Wij vragen nogmaals: is het niet ontstellend, dat het zoo open lijk wordt te kennen gegeven, dat men snakt naar het oogenblik, waarop aan Christus' Lijden en Dood niet meer zal worden gedacht?" We hebben alle respect voor dit wel gemeende woord. En we kennen Baron v. Wijnbergen zelf persoonlijk te goed, dan dat we aan de welgemeendheid en den ernst van dit zyn woord ook maar één oogenblik zouden twijfelen. Maar laten de Roomschen dan ook ver der gaan. De Zondag, de dag des Hee- ren, de gedenkdag Zijner volheerlijke op standing, moge dan toch wel evenzeer als Zijn sterfdag worden in eere gehouden. En nu weten we toch allen, hoe zuinig het daarmede gesteld is, juist onder de Room schen. Niet alleen, dat honderden houders van drankhuizen, dancings, bioscopen, kermiskramen, tenten enz. enz. zelf Roomsch zijn, maar duizenden Roomschen kan men op eiken Zondag vinden op de tallooze plaatsen van pleizier en publieke vermakelijkheden, in hoofdsteden en op badplaatsen, ook in kleiner, enger kring in steden of dorpen; of ook: men organiseert muziekoptochten op 's Heeren Dag; nog niet zoolang geleden konden vele protes- tantsc'he kerkgangers in Rotterdam op een Zondagavond niet (op tijd) hun kerkge bouw bereiken, wegens een reusachtige op tocht van de Roomschen Wilt ge nog een 10, 20, 30 voorbeelden? Tot uw dienst! En dan de carnavals!! We hopen, dat de heer Baron v. Wijn bergen c. s. nu ook even trouw en ernstig en volhardend zullen mede werken, om al diergelijke Zondagsontwijdingen en zon dige pretmakerij te helpen veroordeelen en zelfs met wetgeving tegen te gaan. De voornaamste bepalingen. In verband met artikel 17 der Arbeids wet 1919, luidende, dat bij algemeenen maatregel van bestuur bepalingen wor den vastgesteld ten aanzien van de ar- beids- en rusttijden van arbeiders in win kels en hetgeen daarbij in acht moet wor den genomen, is verschenen het Kon. Besluit van 13 Juni 1929. Staatsblad No. 313, welk besluit kan worden aangehaald onder den titel „Werktijdenbesluit voor Winkels". Wordt dit besluit nader bezien dan door H. ZEEBERG. o— 48.) „Mijnheer Meerendonk", begon Mr Zel denrust, vlak bij hem plaatsnemend, „sinds enkele dagen loopt door Midatad het gerucht, dat ge effecten hebt gesto len, die u ter bewaring waren gegeven. Het gerucht is zoo hardnekkig, dat de justitie meent, zich zekerheid te moeten verschaffen. Die zekerheid kunt gij haar geven. Is dat gerucht juist?" Meerendonk keek niet op. Hij was ver pletterd. „Het is waar", zei hij'. „Aan den eenen kant ben ik blij, dat o onmiddellijk bekent. Natuurlijk waren al op d© hoogte. Mej. Mieras, die het gerucht niet in de wereld heeft ge bracht, heeft ons er tenslotte mededee- lmg van moeten doen. Het spjjt mjj vree- 'Jj J°°r u. Maar u weet de gevolgen." '>Ja knikte Meerendonk, die als we zenloos in zjjn stoel zat. „Kunt u ons ook iets mododeelen om trent do kas vaa „Boschxioht"?" vroeg ziet men dat arbeiders, ook jeugdige per sonen, in winkels arbeid mogen verrich ten ten hoogste 9Vs uur per dag en 53 uur per week. Voor fabrieken en werk plaatsen is de arbeidsduur hoogstens 8Vs uur per dag en 48 uur per week, behou dens dan verschillende gevallen, dat lan ger arbeid mogelijk is. Verricht een arbeider in een winkel arbeid dan moet deze een wekelijksche onafgebroken rusttijd hebben van min stens 32 uren. Bovendien moet die ar beider eenmaal in de week vrjj zijn vóór of na des middags 1 uur. Wordt de wekelijksche rusttijd geno men in aansluiting op den vrijen middag, dan moet minstens 41 uur worden vrij gegeven. Deze rusttijd moet voor man nen of vrouwen, die op Zondag arbeid verrichten, minstens eenmaal in drie ach tereenvolgende weken op Zondag vallen. Mogen in fabrieken of werkplaatsen arbeiders in het algemeen geen arbeid verrichten fusschen 's avonds 6 uur en 's morgens 7 uur, voor winkels is be paald, dat zulks verboden is tusschen 's avonds lOVs uur en 'b morgens 6 uur. Geldt in een gemeente echter een win kelsluitingsverordening, dan mag geen arbeid worden verricht tusschen een Va uur na dat sluitingsuur en 6 uur voor- middags en in geen geval na 11 uur des namiddags. Op Zaterdag (en nog enkele bijzon dere dagen) benevens op werkdagen van 25 November t.m. 5 December en 18 t.m. 24 December, mag in afwijking van den arbeidsdag van "9*& uur, door man nen en vrouwen in winkels 11 uur per dag arbeid verricht worden èn gedu rende de bovenvermelde tijden van St. Nicolaas- en Kerstmisdrukte bovendien in de week een grooter aantal uren, n.l. ten hoogste 62 worden gewerkt. Waar hier alleen over mannen en vrou wen 'gesproken wordt, vallen jeugdige personen hier buiten. Voor hen blijft dus steeds 'gelden 9Va our per dag en 53 uur per Week. Tevens- zij1 opgemerkt in "dit verband, 'dat jeugdige personen op Zon dag 'nimmer en op andere dagen geen arbeid hiogen verrichten tusschen 9 uur nam. en 8 uur voormiddag. Deze ver bodsbepaling 'staat niet in het Kon. Be sluit doch in de Wet zelf. Voorts is bepaald, dat mannen en vrou wen (voor jeugdige personen geldt na tuurlijk Weer een andere regeling) tus schen 'einde van den arbeid en aanvang van 'den arbeid op den volgenden dag, een onafgebroken rusttijd moeten heb ben Van ten minste elf uur. De 'arbeidstijd van iederen arbeider, moet wanneer hij meer dan 6 uur arbeid in 'een winkel verricht, telkens na ten hoogste 1/2 uur arbeid worden afgewis seld door een onafgebroken rusttrd van minstens een 1/2 uur. Eindigt de arbeids tijd echter later dan 6 uur nam., dan moet een 'der rusttijden minstens IV2 uur be dragen en gelegen zijn tusschen IIV2 uur 'voorm. en 3% uur nam., tenzij de arbeid na 12 uur des middags ïs aan gevangen. Zooals bekend zal zijn, moet in fabrie ken of werkplaatsen, na 4V2 uur ar beid, minstens een onafgebroken rust van een half uur worden gegeven. Evenals dit voor fabrieken en werk plaatsen is bepaald, kan het districtshoofd der Arbeidsinspectie eisehen, dat een lan gere rusttijd moet worden verstrekt, of dat meerdere rusttijden van een half uur moeten worden gegeven. Opgemerkt zij hierbij, dat rusttijden van minder dan een kwartier niet als zoodanig worden aangemerkt en dat een arbeider gedu rende de rusttijden niet mag verblijven op een plaats waar de bedrijfsarbeidi wordt uitgeoefend. Indien in een winkel een opeenhoo- ping van work voorkomt of zich bijzon dere omstandigheden voordoen, kan het districtshoofd of, in beroep, de Minister toestaan, dat langer arbeid wordt ver richt, dat ook arbeid mag worden ver richt tusschen IO1/2 uur nam. en 6 uur voorm., en dat geen wekelijksche rust tijd wordt genomen, onder de restrictie dat jeugdige personen van 16 jaar en ouder niet langer arbeid mogen verrich ten dan 10 uur per dag en 55 uur per week en mannen en vrouwen niet lan ger dan elf uur per dag en 62 uur per week. Voor het barbiers- of kappers- de officier van Justitie. „Er ontbreekt zeshonderd gulden aan", steunde Meerendonk. „Hebt ge die in uw zaak gebruikt?" „Ja", knikte hij. Mr Zeldenrust keek naar den rechter die ijverig het voorloopige verhoor zat op te teekenen. Zij1 wisselden een blik van verstand houding. „Dan is onB werk hier afgeloopen, mijnheer Meerendonk. Uw kantoor zal voorloopig verzegeld worden. En wat u zelf betreft, u moet meegaan met deze Rijksveldwachters, die u naar het Huia van Bewaring zuilen brengen. Voor uw deur staat een rijtuig. U moogtnog even van vrouw en kinderen afscheid nemeni, als u dat verkiest." Mr Zeldenrust sprak op bevelenden, zakelijken toon. Maar zijn gelaat verried een innig deelnemen met den boklagens- waardigen Meerendonk. Deze bleef, als versteend, zitten. Blijk baar was het nog niet goed tot hem door gedrongen, wat er gebeuren ging. Eén der Rijksveldwachters, fy waron In civiel, legde de hand op zjjn schouder. „Kom, mjjnheer", «nde h(j. Willoos stond Meerendonk op, èn ging gevolgd door den Officier en één veld wachter, mm* de huiskamer bedrijf zijn nog enkele afzonderlijke bepalingen in het leven geroepen. Een man (dus niet een jeugdig persoon) mag er arbeid verrichten tusschen 6 uur voor middag en 11 nam. op Zaterdag en nog enkele bijzondere dagen en wel gedu rende hoogstens 12 uur per dag mits gehouden wordt aan het vaste aantal uren per week 53 uur, en hij na 5 uur arbeid minstens een half uur rust krijgt. Wel mag er arbeid verricht worden tot 11 uur 's avonds bestaande uit reini ging 'der lokalen, mits in de onderne ming geen andere arbeid wordt verricht. Ten slotte zij nog opgemerkt, dat dit werktijdenbesluit voor winkels onder meer niet van toepassing is op: le. Personen, die aan het hoofd staan van een winkel of een afdeeling daar van en uitsluitend of in hoofdzaak met de leiding belast zijn; 2e. den chef de bureau, het hoofd van de administratie, den boekhouder en den afdeelingschef, voor zooveel zij aan het hoofd staan en leiding geven; 3e. den magazijnmeester en expeditie chef, indien zij een toezichthoudende func tie hebben. Dit Werktijdenbesluit treedt 1 Januari 1930 in werking. Onthulling van het monument voor wijlen den 'heer Jan Morks te Middelburg. Toen op 6 Oct. 1925 de 60ste verjaar dag van den heer Jan Morks, die kort te voren om gezondheidsredenen ontslag had genomen ais directeur van het Mid- delburgsch Muziekkorps, werd gevierd, is onomwonden gebleken hoevele vrienden en vereorders hij had, en toen helaas reeds 4 maanden later op 7 Februari wijlen de heer Morks aan de zijhen ont viel, is dit nogmaals naar voren gekomen. Het was dan ook te begrijpen, dat er on der de vrienden en vereerders waren, die aan de nagedachtenis van den man, die voor het openbare muziekleven in Middelburg zooveel gedaan heeft, een blij! vende hulde wilden brengen. Een co mité werd gevormd en al moge het dan ook ruim 3 jaar hebben geduurd, eer tot de uitvoering van het plan kon worden overgegaan, toch 'kon heden het monu ment, dat op het Molenwater is opge richt, worden onthuld. Tegen 3 uur vereenigden zich het Co mité met vele genoodigden bij1 het nog aan het oog onttrokken monument. O.a. waren aanwezig mevrouw MorksJoosten en enkele andere familieleden, enkele autoriteiten, o.w. de w.n. burgemeester, de heer J. Onderdijk en velen van hen, die een bijdrage voor het monument gaven. De heer H. F. Mink, voorzitter van het huldigingscomité heette allen wel kom en deed mededeeüng van enkele be richten van verhindering, om vervolgens den heer Chr. J. Mazure, die de eigen lijke rede zou houden, het woord te geven. De heer Mazure zeide de vereerende opdracht met schroom, doch ook met dankbaarheid te hebben aanvaard. Het verzoek werd tot spr. gorioht, omdat hij met den heer Morks, buiten het koor staande, wel het meest heeft gewerkt. Door dat samenwerken, dat heusch in het begin niet zoo vlot liep, werd vriendschap gesloten, die biji spr. voor den overledene en zijn werk een groote waardeering deed ontsjaan. Voor zijn ontzettend groote werkkracht kreeg spr. bewondering. De componist Jan Morks heeft gewerkt zoolang het dag was. Het zou niet naar zijn wil zijn en der halve misplaatst, niets dan deugden van hem naar voren te brengen. Op bet mo ment der plechtige onthulling te zijner nagedachtenis, kan en mag spr. verschil lende dingen, die den persoon Morks ken merkten niet verzwegen, al zullen ze voor allen, die hem kenden, niet even zwtaar wegen. De overleden componist had niet alleen vrienden, hij had ook vijanden, om dat hij een persoonlijkheid was, maar het aantal zijher vrienden was aanmerkelijk grooter dan dat zijner vijanden. Een per soonlijkheid zonder vijanden kan immers niet bestaan. Hij' was stroef en toch droeg hij in zich een medelijdend hart. Hij deed stroef, terwijl hij in zich droeg een teer voelend, fijln besnaarde kunstenaars ziel, vaak voor zijn omgeving angstig ver- ZESTIENDE HOOFDSTUK. L Vol schrik en angst keken de drie vrouwen de binnenkomenden aan. Mr Zel denrust wou juist den mond open doen, toen Meerendonk in een jammerkreet, die door merg en been drong, uitbarst te: „Zij' nemen mij gevangen. Ik heb ef fecten gestolen! 'tls wéér. Maar ik was niet slecht. O, waar heb ik dit aan verdiend?" Snikkend viel hjj in zjjn stoel. Trude en Wies waren opgesprongen en grepen hem bjj1 den arm. „O, vader, dat még niet! U blijft hier! Dat is niet waar. Dat kén niet wéér zjj'nl" „Ja, het is wel waar", steunde Meeren donk. „O, vergééf mij toch. Ik deed het niet uit slechtheid. 'k Wilde jullie niet in ongerustheid brengen. 'tZou wel gegaan zijn. Maar nu is het uitge komen. En nu krijg ik mijn verdiende straf." H(j schreide., Mevrouw Meerendonk gilde. Al de angst der laatste dagen, die zjj opgekropt had, niet wetend, wat er was, ai die angst, maakte haar nu, nu zij alles wist, schier krankzinnig. Met een paar verwilderde oenen zag ajg Mr Zaldenruat die, getroffen door het borgen, m bij dat «troef zjfn hielden toch de kinderen van hem, hij was een kindervriend. Hij was streng, soms onveir- biddellijk, maarrechtvaardig. Hij was paedagoog. Als jong dirigent heeft de heer Mörks de toenmalige Schutterijimuzielk aan orde en tucht gewend. Een zeer zware taak was dat voor hem tegenover oudere let- den van het corps. Velen van toen heeft hij opgevoed tot betere menschen en hij bracht tegelijkertijd de muziek op hooger peil. Men meende toen, dat nieuwe be zems schoon vegen, maar deze bezem versleet niet en bleef schoon vegen. En zoo kwam de heer Morks als 26-jarige jonge man uit Dordrecht om als jong kapelmeester voor een koor te staan, waar iemand met een groote routine de handen vol aan zou hebben gehad en hij heeft het koor gebracht op een hoogte, waarop de Middelburgers trotscli kunnen zijn, want het koor beeft door heel ons land een zeer goeden naam ge kregen. Spr. is dan ook vast overtuigd, dat de overledene zoowel door zijn yóór- als tegenstanders van toen, thans' met waardeering en dankbaarheid zal worden herdacht voor wat hij als dirigent van het Middelburgsch muziekkorps deed. Hij was streng en naar dan zin van sommige leden van het corps te streng. Tucht en plichtsbesef werden bijna Op' militaire wijze doorgevoerd, gedreven door liefde voor muziek en koor. De muziek van Morks heette het in den volksmond. Bui ten het koor was hij een vader voor zijn koorleden in zijn nagelaten be scheiden vond spr. hiervan zeer veel be wijzen,. Velen zijn er door hem materieel geholpen, moeilijke levensomstandigheden door hem verlicht, velen zijin door hem in stilte welgedaan. Van het destijds uiterst geringe honorarium werden door hem vaak instrumenten of uniformen ge kocht. Het koor was het grootste stuk van zijn leven. Door het geheele land werd hij voor jurylid genoodigd en fun geerde hij bijna altijd als voorzitter. Hij arrangeerde 261 composities voor het koor, en als componist bracht hij 124 composities, en vele bleven er helaas nog voor harmonie en fanfare in manuscript. De meeningen over zijn composities zijn uit den aard der zaak verschillend, doch het valt niet weg ta cijferen, dat zijin composities bij de massa ingang vonden en gaarne werden gehoord. De melodie liet hen niet los. Ze kennen ze.ze zingen zeze spelen zeze flui ten ze. Ze werd begrepen, en daarom houden de meesten er van. Spr. toont dit nader aan door de aJan- haling van een ingezonden stuk in de „Midd. Crt." van September 1912 van een Amsterdamsch criticus, den heer Ger ritsen naar aanleiding van de eerste uit voering der Feestreien, waarvan de Ko ningin bij de eerste uitvoering voor Haar te Amsterdam getuigde„De muziek heeft me zeer bekoord, een melodie om niet te vergeten". Bij diezelfde gelegenheid wist de heer M. de muzikanten, van Bou- man in enkele oogenblikken zijn opvat ting van de reien bij te brengen. De wereld van harmonie- en fanfare muziek is aan Jan Morks veel verplicht door zijn compositie's, zjjn knappe in strumentatie' s voor harmonie-orkest, waarvan op den voorgrond treden de le Symphonie van Beethoven, een Faust- Fantasie, De Piet Hein Rhapsodie van Van Anrooy, de 2e en de 14e Rhapsodie van Liszt. Het Concertgebouw-orkest en buitenlandsche orkesten van naam voer den zijn concert-ouverture uit. En om dezen componist, die zooveel muzikaal genot schonk in dankbare her innering te doen voortleven, vormden de heeren Mink, Meulenberg, Cappon en Hey- liger een comité tot het oprichten van het te onthullen monument. De vereer ders van Morks zijn hen daarvoor groo ten dank verschuldigd. Zonder hun aoor- zettenden ijver en hun ijzeren wil, als afspiegeling van hun oud-directeur, was men voor deze plechtigheid niet bjjeen gekomen. Spr. heeft zich kunnen over tuigen van het vele werk, dat is vol bracht en de vele moeilijkheden, die het comité heeft moeten overwinnen. Nu het doel is bereikt en het resultaat direct zal worden aanschouwd, richt spr. zich tot den waarnemenden burgemeester van Middelburg, den heer J. Onderdjjk en vraagt hem het monument, thans nog onder het beheer van de commissie door tooneel toekeek aan. „Ge zult hem niet meenemen, verstaat ge?" siste zij, als het ware. „Ik moet mijn plicht doen, Mevrouw", merkte de Officier op. „Uw man heeft volledig 'bekend." Mevrouw Meerendonk liep op haar man toe, sloeg de armen ipm zijn hals en vlijde haar hoofd tegen het zijne. 'tWas een aandoenlijk gezicht; Mr Zel denrust moest ach even omwenden. ,,'tls niet waar, hé, mannetje?" vroeg zjj op een toon, waaruit haar grenzen- looze liefde klonk. „Ja, Bertha. O, vejgeef m§ tocB. 'kHad stroppen met borgstellingen in de zaak. 'k Dacht, dat het nog wel gaan zon. *-* Maar dan moest ik wat geld hebben. Ik kon het piet krjjgen, zonder opzien te wekken. Toen nam ik het gold uit de kas van „Boschzfcht". Én drie effecten van de weduwe Mieras, die zij mij in bewaring had gegeven. Ik ben een dief. O, vergeef, vergeef me toch. 'k Wilde niets van mijn moeilijkheden zeggen, om jo niet te verontrusten. Maar dit Is veel erger. O, kon ik maar blijven, om alles weer goed te makon." Hortend en stootond waren deze korte volzinnen er uit gekomen. Met ontzetting hadden da drie vrouwen geluisterd. hert onthullen tot eigendom der gemeente Middelburg te maken. Spr. gaf den heer Onderdijk daarvoor gaarne het woord. De heer Onderdijk voldeed aan het verzoek en liet den doek zakken, die het monument nog aan het oog onttrok. Op de daarbij door den wethouder ge sproken woorden, evenals op die van andere sprekers, komen wij in het vol gende nummer nader terug. Voor heden nog een korte beschrijving van het door den beeldhouwer August Falise uit Bussum ontworpen en uitge voerde monument. Het bestaat uit een granieten zuil, waarop het in brons uit gevoerde borstbeeld van wijlen den heer Morks in uniform. Het beeld is in alle opzichten goed geslaagd en geeft den overledene geheel zooals hij tallooze ma len op de muziektent, waarheen het beeld gekeerd staat, heeft gedirigeerd en hon derden heeft doen genieten van goede muziek. Op een .aangebracht schild staat de volgende inscriptie in vergulde let ters: „Jan Morks, componist, directeur Middelburgsch Muziekkorps, geboren 6 October 1865, overleden 7 Februari 1926. •Zijn vereerders". Het monument staat op een. voor dit doel eenigszins verhoogd perk. N. en Si. Joosland. Maandag vergader de de raad dezer gemeente, onder voor zitterschap van den Burgemeester. Alle leden waren tegenwoordig. Dhr Poppe besprak na het lezen der notulen de rege ling der jaarwedde van de onderwijze res aan de Bewaarschool. Hij stelde voor die jaarwedde te bepalen op f450 on afhankelijk van het aanwezige aantal leer lingen. Dit vooBstel werd ondersteund door Weth. Polderdijk. In stemming ge bracht zijnde werd het aangenomen met "4 tegen 3 stemme». Tegen "Vogelaar, Mesu en J. Dingemanse. Met 1 Mei j.l. was die jaarwedde verlaagd volgens be staande regeling, doch nu werd beslo ten, dat de thans vastgestelde jaarwedde zal gelden vanaf 1 Mei j.l. Medegedeeld werd, dat de Burgemeester verlof gehad heeft van 4 tot en met 31 Juli j.l.; dat een partij oude .keien is gegund aan dhr F. P.. Polderdijk voor f23; da.t door Ged. Staten is goedgekeurd de geldleening ad f7400 voor bijbouwen 3e leslokaal aan de bijzondere school; dat zij geen be zwaar hebben tegen de door den raad' vastgestelde grens der bebouwde kom vau de gemeente; dat tot lid der Gezondheids commissie te Veere is benoemd dhr E. W. Neugebauer te St.-Laurens; dat deze commissie geen bijdrage vraagt voor de gemeenten voor 1930 en dat van den Minister van Onderwijs terug ontvangen zal worden f42.59 als te veel ingehou den pensioensbijdrage Her onderwijzers over 1927. Van Ged. Staten Was een vraag inge komen waarom de G. I. B. voor 1929 '30 was verhoogd. Het antwoord dat B. en W. daarop willen geven werd voor gelezen en goedgekeurd. Een en ander werd nog nader toegelicht. De rijksarchi varis had het archief der gemeente ge ïnspecteerd en dringt aan op het aanbren gen van een kast voor bergruimte van het nog niet opgeborgen archief. B. en W. willen daaraan voldoen doch zullen dit nader ter sprake brengen bij de Be groeting 1930. Door B. en W. werd overgelegd de gemeenterekening over 1928. Voor het nazien daarvan werden aangewezen de leden Vogelaar en J. Dingemanse. Goedgevonden werd het voorstel van B. en W. om den gemeentewerker te belasten met de bediening van het uur werk. Voor Zondagsdienst krijgt hij een vergoeding van f 10 per jaar. Dit geeft een bezuiniging van f30 per jaar. Een tweede verzoek der vcreemging ter behartiging van de belangen van on volwaardige arbeidskrachten om lid dezer vereeniging te worden, werd voor ken nisgeving aangenomen. Hierna rondvraag. Dhr Poppe gaf eeniga cijfers betreffende de producten, die op de losplaats gebracht worden en aange voerd worden per schip, waarbjj duide lijk bleek, dat de suikerbieten feitelijk al leen de bron zjjn van inkomsten aan leg geld. Hij zou daarin gaarne verandering willen brengen. B. en W. doelen bjj mon de van den voorz. mede, dat van ver schillende gemeenten de desbetreffende verordeningen zijn opgevraagd en dat zij binnenkort met een nieuw voorstel zul len komen voor de heffing van steiger- Nu was al het vreemde doen van vader, de laatste maanden, opgehelderd. O, wat had hij geleden, zonder er iets van te zeggen! Geen woord van verwijt kwam over de lippen. Er was alleen een diep medelijden. „Kom, mijnheer Meerendonk, neem af scheid", hoorde Trude Mr Zeldenrust zeggen. Smeekend keek zij1 hem aan. „Och, neem vader niet mee. Hij ïs niet slecht, ik zweer het u. Vader zal alles weer goed maken." ,,'t Spjjt me ontzettend", antwoordde hij, „maar het Recht moet zjjn loop heb ben." Wies brak in jammerklachten uit. Nog steeds hield Mevrouw Meerendonk den arm om den hals van. haar man „Hg gaat niet mee", zei ze. „Gjj zult mjj mijn man niet ontrooven". Haar verwilderde 'blik trof Mr Zelden rust. Hij schrok er van. 't Leek die van een krank zinnige Hij opende de deur en wenkte don anderen Rijksveldwachter, die Ijlings bin nenkwam. „Kom, mijnheer Meerendonk, voor do laatste maal, noem afscheid", «ei hjj dan, on geatrengen toon.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5